Actueel WG van het middel AZ 500, 15264 N 17 maart 2017 Wettelijk Gebruiksvoorschrift Toegestaan is uitsluitend het professionele gebruik als onkruidbestrijdingsmiddel in de volgende toepassingsgebieden (volgens Definitielijst toepassingsgebieden versie 2.1, Ctgb juni 2015) onder de vermelde toepassingsvoorwaarden. Toepassingsgebied Type toepassing Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering middel per toepassing Maximaal aantal toepassinge n per teeltcyclus of per 12 maanden 1 per teeltcylcus Wintergraan (m.u.v. winterrogge en kanariezaad) Witlof (pennenteelt) Voor opkomst of na opkomst Na opkomst 0,15-0,20 L/ha 0,2 L/ha 0,04-0,2 L/ha 0,2 L/ha 3 per teeltcylcus Cichorei Na opkomst 0,04-0,2 L/ha 0,2 L/ha 3 per teeltcylcus Voedergrasland Voor of na opkomst 0,1 L/ha 0,1 L/ha 1 per 12 maanden Appel Strokenbehandelin g Eenjarige breedbladig e onkruiden Eenjarige breedbladig e onkruiden Eenjarige breedbladig e onkruiden Eenjarige breedbladig e onkruiden Eenjarige breedbladig e onkruiden 0,5-1,0 L/ha zwartstrook1 0,3 L/ha2 1 per 12 maanden Peer Strokenbehandelin g Eenjarige breedbladig e onkruiden 0,5-1,0 L/ha zwartstrook1 0,3 L/ha2 1 per 12 maanden Maximaal aantal liter middel per ha per teeltcyclus of per 12 maanden 0,2 L/ha per teeltcylcus 0,2 L/ha per teeltcylcus 0,2 L/ha per teeltcylcus 0,1 L/ha per 12 maanden 1,0 L/ha zwartstrook per 12 maanden 1,0 L/ha zwartstrook per 12 maanden Minimum interval tussen toepassingen in dagen - 6 6 - - - Toepassingsgebied Type toepassing Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering middel per toepassing Maximaal aantal toepassinge n per teeltcyclus of per 12 maanden 1 per teeltcyclus Maximaal Minimum aantal liter interval tussen middel per toepassingen ha per in dagen teeltcyclus of per 12 maanden Uien Na opkomst Eenjarige 0,2 L/ha 0,2 L/ha 0,2 L/ha of na breedbladig per planten e onkruiden teeltcyclus Sjalotten Na opkomst Eenjarige 0,2 L/ha 0,2 L/ha 1 per 0,2 L/ha of na breedbladig teeltcyclus per planten e onkruiden teeltcyclus Prei (onbedekte teelt) Na Eenjarige 0,3 L/ha 0,3 L/ha 1 per 0,3 L/ha uitplanten breedbladige teeltcyclus per onkruiden teeltcyclus Grasvegetatie Voor of na Eenjarige 0,1 L/ha 0,1 L/ha 1 per 12 0,1 L/ha opkomst breedbladig maanden per 12 e onkruiden maanden 1 Bespuiting alleen op de (zwart)strook. De hoeveelheid is de totale dosering die per “behandeld oppervlak” ((zwart)strook) toegepast mag worden, waarbij het behandelde oppervlak een percentage is van het totale perceel. 2 Dit is de totale dosering die per ha toegepast mag worden. Het gebruik in de teelt van zwenkgras, beemdgras, klaver, knoflook, asperge, rabarber, bloemisterijgewassen, coniferen en kerstbomen, is beoordeeld conform artikel 51 EG 1107/2009. Er is voor deze toepassing/toepassingen geen werkzaamheids- en fytotoxiciteitonderzoek uitgevoerd. Er wordt daarom aangeraden een proefbespuiting uit te voeren, voordat het middel gebruikt wordt. Gebruik van dit middel in deze toepassingsgebied(en), komt voor risico en verantwoordelijkheid van de gebruiker. Toepassingsgebied Type toepassing Te bestrijden organisme Zwenkgras Voor opkomst Eenjarige breedbladige Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering middel per toepassing Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus Minimum interval tussen toepassingen in dagen 0,15 L/ha 0,15 L/ha per 12 maanden 1 per 12 maanden - Toepassingsgebied Type toepassing Te bestrijden organisme Dosering (middel) per toepassing Maximale dosering middel per toepassing Maximaal aantal toepassingen per teeltcyclus Minimum interval tussen toepassingen in dagen onkruiden Beemdgras Voor opkomst Eenjarige 0,15 L/ha 0,15 L/ha per 1 per 12 breedbladige 12 maanden maanden onkruiden Klaver Na opkomst Eenjarige 0,1 L/ha 0,1 L/ha per 12 1 per 12 (voedergewassen) breedbladige maanden maanden onkruiden Knoflook (onbedekte Na opkomst Eenjarige 0,2 L/ha 0,2 L/ha per 1 per 12 teelt) of na planten breedbladige teeltcyclus maanden onkruiden Asperge (onbedekte Na het Eenjarige 0,5 L/ha 0,25 L/ha2 per 1 per 12 teelt) planten breedbladige beteelde 12 maanden maanden onkruiden strook1 Rabarber Tijdens Eenjarige 0,4 L/ha 0,4 L/ha per 12 1 per 12 (onbedekte teelt) vegetatieve breedbladige maanden maanden rustperiode onkruiden Bloemisterijgewassen Voor opkomst Eenjarige 0,2 L/ha 0,2 L/ha per 12 1 per 12 (onbedekte teelt) of na planten breedbladige maanden maanden onkruiden Coniferen Na planten Eenjarige 0,5-1,0 L/ha1 0,5 L/ha2 per 1 per 12 breedbladige 12 maanden maanden onkruiden Kerstbomen Na planten Eenjarige 0,5-1,0 L/ha1 0,5 L/ha2 per 1 per 12 breedbladige 12 maanden maanden onkruiden 1 Bespuiting alleen op de (zwart)strook. De hoeveelheid is de totale dosering die per “behandeld oppervlak” ((zwart)strook) toegepast mag worden, waarbij het behandelde oppervlak een percentage is van het totale perceel. 2 Dit is de totale dosering die per ha toegepast mag worden. Toepassingsvoorwaarden Het middel toepassen in 100-400 liter water per ha. In de teelt van voedergrasland en grasvegetatie het middel toepassen voor het ontvouwen van het eerste blad (BBCH 13). In de teelt van uien, sjalotten en knoflook het middel toepassen vanaf het uitplanten of het kiemhaakstadium (BBCH 9). De werkzaamheid in wintergranen kan sterk afnemen in geval van een watertekort. In grasvegetatie bij droogte de toepassing met het middel volgen met een bespuiting met water. Om het grondwater te beschermen mag dit product niet worden gebruikt in grondwaterbeschermingsgebieden. Om niet tot de doelsoorten behorende planten te beschermen is toepassing in de volgende teelten uitsluitend toegestaan indien gebruik wordt gemaakt van de volgende voorgeschreven driftreducerende maatregelen: - Voor kerstbomen en coniferen: minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen en een kantdop. - Voor asperge, wintergraan (m.u.v. winterrogge en kanariezaad), witlof, cichorei, uien, sjalotten, prei, knoflook, rabarber en bloemisterijgewassen: minimaal 50% driftreducerende spuitdoppen. Na het mislukken van de teelt van wintergraan kan graan of gras worden ingezaaid. Als volggewas wordt de teelt van kruisbloemigen (koolgewassen, koolzaad) afgeraden. In de teelt van coniferen en kerstbomen het middel alleen toepassen op goed bewortelde planten. Op zaaibedden in de boomkwekerij kan het middel niet worden toegepast. Bij bloemisterijgewassen is er ervaring in een beperkt aantal soorten en cultivars. Om risico op fytotoxiciteit te voorkomen wordt aangeraden altijd eerst een proefbespuiting uit te voeren in de betreffende soorten/cultivars.