Regeling CI/NR-100.099 - Nederlandse Zorgautoriteit

advertisement
Regeling CI/NR-100.099
Kenmerk
REGELING voorwaarden voor overeenkomsten inzake
elektronische netwerken met betrekking tot zorg
Gelet op artikel 45 Wet marktordening gezondheidszorg stelt de
Nederlandse Zorgautoriteit de volgende regeling vast.
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
1.
de Wmg: de Wet marktordening gezondheidszorg;
2.
zorgaanbieder: een natuurlijke persoon of rechtspersoon zoals
bedoeld in artikel 1 onderdeel c sub 1 Wmg die beroeps- of
bedrijfsmatig zorg verleent zoals bedoeld in de Wmg;
3.
elektronisch netwerk met betrekking tot zorg: hiervan is sprake
wanneer verschillende niet tot dezelfde economische eenheid
behorende zorgaanbieders op basis van een onderlinge overeenkomst
op elektronische wijze gegevens met betrekking tot zorg uitwisselen,
teneinde:
a. patiëntengegevens uit te wisselen;
b. medicatiegegevens uit te wisselen;
c. uitslagen van laboratoria (bloed-, faeces-, en urinetesten,
röntgenfoto’s en functieonderzoeken) uit te wisselen;
d. receptenverkeer mogelijk te maken;
e. door te verwijzen naar en afspraken te maken met een andere
zorgaanbieder, inbegrepen het verstrekken van
wachttijdgegevens.
4.
toegang: de aansluiting van een zorgaanbieder op een elektronisch
netwerk met betrekking tot zorg zodat daarmee een effectief gebruik
van dit netwerk mogelijk is.
5.
zeggenschap: door eigendom, gebruik, beheer of anderszins de
zeggenschap hebben over het verlenen van toegang.
Artikel 2 Algemene eisen
1.
2.
3.
Een overeenkomst tussen zorgaanbieders met betrekking tot het
oprichten en in stand houden van een elektronisch netwerk met
betrekking tot zorg, mag geen bepalingen bevatten die de latere
toetreding van nieuwe deelnemers aan die overeenkomst
belemmeren.
De voorwaarden voor deelname aan een overeenkomst inzake een
elektronisch netwerk dienen redelijk en objectief te zijn.
De voorwaarden mogen niet discrimineren. Zij zijn voor alle
vergelijkbare (potentiële) deelnemers van het elektronische netwerk
gelijk.
Artikel 3 Specifieke eisen
1.
De overeenkomst als bedoeld in artikel 2, eerste lid, bevat ten minste
bepalingen over de voorwaarden waaronder andere zorgaanbieders
kunnen deelnemen aan die overeenkomst, de wijze waarop het
verzoek tot deelname wordt behandeld, alsmede voor de beëindiging
van deelname aan die overeenkomst.
CI/NR-100.099
Pagina
1 van 14
a.
b.
c.
d.
De bepalingen als bedoeld in het eerste lid omvatten ten minste
voorwaarden inzake:
de tijdige en effectieve aansluiting op het elektronische netwerk
zodra aan de voorwaarden daartoe wordt voldaan, waarbij
effectieve aansluiting niet later mag plaatsvinden dan binnen drie
maanden nadat het verzoek volledig is ingediend;
de wijze waarop verzoeken om toegang tijdig en adequaat in
behandeling worden genomen, waarbij:
−
een termijn van ten hoogste twee weken wordt
gehanteerd om aan te geven of een verzoek als volledig
wordt gezien, alsmede,
−
indien het verzoek volledig is, een termijn van ten
hoogste twee weken wordt gehanteerd om uitsluitsel te
geven of toegang wordt verstrekt;
de wijze waarop een afwijzing van een verzoek om toegang
wordt gemotiveerd, waarbij de gronden voor afwijzing slechts
gelegen kunnen zijn in de voorwaarden van toegang;
de beëindiging van de deelname aan de overeenkomst, op een
zodanige wijze dat deze voor alle vergelijkbare deelnemers van
het elektronische netwerk gelijk zijn en waarbij het bepaalde
onder a van overeenkomstige toepassing is.
Artikel 4 Bekendmaken procedure
Een zorgaanbieder die zeggenschap heeft over een elektronisch netwerk
maakt op verzoek van de in toegang tot dat netwerk geïnteresseerde
zorgaanbieder de procedure bekend voor het verkrijgen van deelname aan
de overeenkomst inzake het elektronische netwerk.
Artikel 5 Aanpassen bestaande overeenkomsten
Bestaande overeenkomsten met betrekking tot elektronische netwerken
met betrekking tot zorg die niet (volledig) voldoen aan deze regeling,
dienen binnen zes maanden na inwerkingtreding van deze regeling te zijn
aangepast.
Artikel 6 Uitzondering voor pilots
De regeling is niet van toepassing op pilotprojecten inzake elektronische
netwerken met betrekking tot zorg, waaronder inbegrepen pilotprojecten
ten aanzien van de invoering van het elektronisch patiënten dossier
(EPD).
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 8 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als ‘Regeling voorwaarden voor
overeenkomsten inzake elektronische netwerken met betrekking tot zorg’.
de Raad van Bestuur van de
Nederlandse Zorgautoriteit
mw. drs. E.J. Mulock Houwer
lid Raad van Bestuur a.i.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
2 van 14
Toelichting
In het onderstaande wordt de regeling voorwaarden voor overeenkomsten
inzake elektronische netwerken met betrekking tot zorg toegelicht. Deze
regeling dient de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en
betaalbaarheid. De regeling heeft tot doel het bevorderen van de
concurrentie door uitbreiding van de keuzemogelijkheden van de
consument en de vergroting van de transparantie ten aanzien van
toegangsvraagstukken. Dit wordt nader uitgewerkt onder het kopje
‘oogmerk van de regeling’.
Artikel 45 Wmg
Grondslag bevoegdheid NZa
Artikel 45 van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) bepaalt het
volgende: ‘De zorgautoriteit kan met het oog op de inzichtelijkheid van de
zorgmarkten of de bevordering van de concurrentie, regels stellen
betreffende de wijze van totstandkomen van overeenkomsten met
betrekking tot zorg of tarieven en betreffende de voorwaarden in die
overeenkomsten.’
Reikwijdte bevoegdheid NZa
Onder deze bevoegdheid van de NZa vallen overeenkomsten tussen
zorgaanbieders onderling die betrekking hebben op zorg. De NZa legt in
dit verband ‘met betrekking tot zorg’ zo uit, dat dit die overeenkomsten
tussen zorgaanbieders betreft welke dienen om het verstrekken van zorg
aan consumenten door (een of meer van) de betrokken zorgaanbieders
mogelijk te maken of te bevorderen.
Een overeenkomst tussen zorgaanbieders met als doel het uitwisselen van
patiëntengegevens of medicatiegegevens heeft dan ook betrekking op
zorg, omdat deze overeenkomst dient om het verstrekken van zorg door
de betrokken zorgaanbieders mogelijk te maken of te bevorderen: het
doel is in dit geval bijvoorbeeld om een betere diagnose te kunnen stellen
of om medicijngebruik beter te kunnen bewaken. Hetzelfde geldt voor een
overeenkomst tussen zorgaanbieders met betrekking tot dergelijke
onderwerpen waarbij de uitwisseling plaatsvindt middels een elektronisch
netwerk. De onderhavige regeling betreft de voorwaarden en
procedurevoorschriften in overeenkomsten met betrekking tot toegang tot
dergelijke netwerken, hier omschreven als elektronische netwerken met
betrekking tot zorg.
In het visiedocument artikel 45 Wmg wordt nader uitleg gegeven over de
uitoefening van bevoegdheden door NZa ten aanzien van
toegangsvraagstukken.
Regeling voorwaarden voor overeenkomsten inzake elektronische
netwerken met betrekking tot zorg
Aanleiding regeling: problemen van structurele aard
Op basis van klachten en signalen ten aanzien van vergelijkbare
problemen in verschillende regio’s in Nederland die in de loop van 2007 en
2008 bij haar zijn binnengekomen heeft de NZa geconstateerd dat, in
samenhang beschouwd, het weigeren van toegang met betrekking tot
bovengenoemde onderwerpen geen kwestie is van een incidenteel of
voorbijgaand probleem maar een structurele belemmering vormt voor de
concurrentie die het stellen van een algemene regeling noodzakelijk
maakt.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
3 van 14
Dit betrof in het bijzonder:
– Problemen met de toegang van zelfstandige behandelcentra (ZBCs) tot
elektronische verwijssystemen waarmee huisartsen hun patiënten
doorverwijzen naar de tweede lijn, door tegenwerking van ziekenhuizen
in de betreffende regio’s.
– Problemen met toegang van ziekenhuizen tot eigen patiëntengegevens
opgeslagen in een regionaal ict-netwerk met centrale databank voor
testresultaten beheerd door een laboratorium, indien deze ziekenhuizen
ook concurrerende laboratoria willen kunnen gebruiken om tests uit te
laten voeren.
– Talrijke problemen met toegang van veelal nieuw toetredende
apothekers tot OZIS, het systeem waarmee apothekers
patiëntgegevens en medicatiegegevens van patiënten kunnen opvragen
die niet bekend zijn bij de eigen apotheek.1
– Problemen met betrekking tot toegang tot elektronisch receptenverkeer
tussen (toetredende) huisartsen en (toetredende) apothekers.
Op grond van deze informatie stelt de NZa vast dat ten aanzien van de
bovengenoemde vormen van toegang tot elektronische netwerken met
betrekking tot zorg sprake is van structurele problemen. Dit geldt temeer
omdat het waarschijnlijk is dat behalve de bij de NZa gesignaleerde
gevallen ook andere gevallen bestaan die niet onder de aandacht van de
NZa gebracht zijn. Gezien de toename van het gebruik, en het
toenemende belang van het gebruik, van elektronische netwerken met
betrekking tot zorg mag bovendien worden verwacht dat dergelijke
problemen zich in de toekomst steeds vaker zullen voordoen.
Dit is in het bijzonder ongewenst gegeven het feit dat zorgmarkten zich in
een proces van transitie naar concurrerende markten bevinden dat
hierdoor belemmerd kan worden.
Reikwijdte van de regeling
De reikwijdte van deze regeling is beperkt tot zorgaanbieders – zowel wat
betreft de partijen waaraan de verplichtingen worden opgelegd als wat
betreft de partijen die hierop een beroep kunnen doen. Het betreft:
– alle zorgaanbieders die zorg leveren in de zin van de Wmg die door
eigendom, gebruik of beheer (of anderszins) de zeggenschap hebben
over een elektronisch netwerk met betrekking tot zorg als verstrekkers
van toegang;
– en alle zorgaanbieders die zorg leveren in de zin van de Wmg als
aanvragers van toegang.
Het gaat daarbij steeds om vereisten ten aanzien van deelname aan een
overeenkomst inzake een netwerk. Deze regeling heeft dan ook niet als
doel of effect om toegang tot netwerken of bestanden van individuele
zorgaanbieders mogelijk te maken, voor zover deze niet reeds worden
gedeeld als onderdeel van een elektronische netwerk met betrekking tot
zorg tussen verschillende zelfstandige zorgaanbieders. Bovendien mogen
aan deze toegang objectieve, non-discriminatoire en redelijke
voorwaarden worden gesteld. Een dergelijke voorwaarde kan bijvoorbeeld
zijn dat tot een elektronisch netwerk tussen een bepaald type
zorgaanbieders (bijvoorbeeld: fysiotherapeuten) en in een bepaalde regio
1
Hier vallen onder apotheken in de eerste lijn, poliklinische apotheken en apotheken in
dienst van een ziekenhuis.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
4 van 14
(voorbeeld: Twente) alleen toegang wordt verschaft aan zorgaanbieders
van dat type in die regio en aangrenzende gebieden waar c.q. van waaruit
zij consumenten kunnen bedienen. Zie voorts ook onder verplichtingen.
Tenslotte kunnen ook alleen zorgaanbieders in de zin van de Wmg een
beroep doen op de bepalingen met betrekking tot toegang in deze
regeling. Deze regeling heeft derhalve niet als doel of effect om voor
derden, niet zijnde zorgaanbieders, toegang mogelijk te maken.
Oogmerk van de regeling
Artikel 45 Wmg ziet op het bevorderen van de concurrentie en van de
inzichtelijkheid (transparantie) van zorgmarkten. Dat is ook het doel van
deze regeling. Op grond van artikel 3, vierde lid, Wmg stelt de NZa stelt
bij het uitoefenen van haar taken voorts het consumentenbelang voorop.
Dat is hier het geval in twee dimensies:
– Door het bevorderen van de marktwerking, hetgeen de consument
bijvoorbeeld ten goede komt door toenemende keuzevrijheid (zoals
kunnen kiezen voor nieuwe aanbieders, of uit meer mogelijkheden bij
bestaande aanbieders) en daarmee uiteindelijk ook in de zin van
betaalbaarheid.
– Zorginhoudelijk doordat de voordelen van elektronische netwerken in
de zorg in de zin van kwaliteit breder toegankelijk worden voor
zorgaanbieders en daarmee voor de consumenten die hun zorgvraag
tot hen richten.
In beide dimensies mogen positieve effecten voor de consument worden
verwacht in termen van betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid.
Nieuwkomers en kleine aanbieders worden namelijk geacht een
belangrijke rol te spelen om bestaande en grotere aanbieders scherp te
houden en te prikkelen om te komen tot een kwaliteitsverbetering en tot
redelijke prijsvorming. Ook wordt de keuzemogelijkheid van de consument
vergroot, met positieve effecten op de betaalbaarheid. Uitsluiting van
netwerken, kan uitsluiting van concurrenten tot gevolg hebben. Dit is
nadelig voor de consument.
Overigens heeft de regeling niet tot doel (de oprichting van) alternatieve
netwerken uit te sluiten.
Elektronische netwerken met betrekking tot zorg waarbij verschillende
zelfstandige zorgaanbieders op basis van onderlinge samenwerking
gegevens met betrekking tot zorg uitwisselen zijn voorts van steeds groter
belang, en in toenemende mate van structureel en blijvend belang, in de
gezondheidszorg. Dit wordt ook weerspiegeld in de invoering van een
Elektronisch Patiënten Dossier (EPD).2 Dit toenemende belang geldt zowel
wat betreft de voordelen voor patiënten als voor de bedrijfsvoering van de
zorgaanbieders. De voordelen van de patiënt zitten bijvoorbeeld in een
verbetering voor de patiëntveiligheid (medicatiebewaking) en
toegankelijkheid (wachtlijstenbeheer). De voordelen voor de
zorgaanbieders zitten bij een doelmatige bedrijfsvoering, zoals het kunnen
verwijzen van patiënten met inachtneming van de wachttijden bij
verschillende instellingen. Ook vanuit het perspectief van marktwerking is
deelname aan dergelijke netwerken bovendien in toenemende mate
noodzakelijk.
Toegang tot bestaande netwerken komt op dit moment moeizaam of niet
tot stand. In bepaalde gevallen ook doordat doelbewust concurrenten van
2
Wijziging van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg in verband met de
elektronische informatieuitwisseling in de zorg, Tweede Kamer, vergaderjaar 2007-2008,
31 466, nr. 2.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
5 van 14
toegang tot dergelijke netwerken worden uitgesloten met
toetredingsbarrières, vermindering van concurrentiepositie en uiteindelijk
uitsluiting tot gevolg. In vrijwel alle gevallen is ook niet inzichtelijk hoe en
op welke voorwaarden toegang kan worden verkregen, dus wat de
procedure voor toegang is.
Deze regeling beoogt hier op twee manieren verandering in te brengen:
In de eerste plaats ter bevordering van de concurrentie op zorgmarkten,
door middel van het stellen van voorwaarden voor toegang van
zorgaanbieders tot elektronische netwerken met betrekking tot zorg. Het
gaat hierbij om toegang tot elektronische netwerken met betrekking tot
zorg die economische voordelen met zich meebrengen die zonder toegang
niet zelfstandig kunnen worden behaald. Hierbij is dus sprake van
ingrijpen in de voorwaarden van overeenkomsten in de zin van artikel 45
Wmg.
In de tweede plaats met het oog op de inzichtelijkheid van zorgmarkten,
door het stellen van procedurevoorschriften ten aanzien van de wijze
waarop verzoeken om toegang van zorgaanbieders ten aanzien van
elektronische netwerken met betrekking tot zorg behandeld worden.
Hierbij is sprake van ingrijpen in de wijze waarop overeenkomsten tot
stand komen in de zin van artikel 45 Wmg.
Deze regeling betreft derhalve zowel een aanpassing in de voorwaarden
van de overeenkomsten die toegang tot deze elektronische netwerken met
betrekking tot zorg regelen, als een aanpassing in de wijze van
totstandkomen van dergelijke overeenkomsten. Ook ziet het op nieuw tot
stand te komen overeenkomsten, waarin de vereisten zoals gesteld in de
regeling moeten worden opgenomen.
Voorwaarden voor deelname aan een overeenkomst
Het eerste doel van deze regeling is dus om ter bevordering van de
concurrentie op zorgmarkten toegang tot bepaalde bestaande
samenwerkingsverbanden met betrekking tot elektronische netwerken
onder gelijke condities mogelijk te maken. Dit heeft zowel betrekking op
de voorwaarden in de betreffende overeenkomsten als op de wijze van
totstandkomen daarvan. Deze voorwaarden gelden als er sprake is van
hierna beschreven situaties.
Een voorwaarde is dat economisch voordeel niet op andere wijze te
behalen is. Deze verplichting geldt als deelname aan een overeenkomst
inzake een elektronisch netwerk economische voordelen met zich brengt
die niet op een andere manier zelfstandig kunnen worden behaald. Na de
landelijke invoering van het EPD kan dit bijvoorbeeld het geval zijn omdat
een lokaal of regionaal elektronisch netwerk economische voordelen met
zich meebrengt die door toegang tot het EPD niet of slechts in mindere
mate kunnen worden behaald – dit voor zover het EPD een gelijke mate
van toegang tot dezelfde gegevens inderdaad mogelijk zou maken.
Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn vanwege het bestaan van lokale of
regionale markten met netwerkeffecten.
Hiermee sluit de NZa aan bij de norm die de NMa ter zake hanteert.3 De
NZa is van oordeel dat dit in ieder geval geldt wat betreft de elektronische
uitwisseling van patiëntengegevens en medicatiegegevens, en het op
elektronische wijze mogelijk maken van receptenverkeer, en van het
verwijzen en het maken van afspraken voor patiënten inbegrepen het
daartoe verstrekken van wachttijdgegevens.
3
NMa, Richtsnoeren voor de zorgsector (2007), randnummers 165-168.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
6 van 14
Het is voor een zorgaanbieder per definitie niet mogelijk om zonder
toegangsrechten zelfstandig een bestaand netwerk met betrekking tot
zorg met als doel het uitwisselen van gegevens aangaande bovenstaande
onderwerpen te dupliceren (dat wil zeggen het creëren van eenzelfde
elektronisch netwerk) tenzij alle betrokkenen bereid zijn hem tegen
vergelijkbare kosten per onderdeel alle aansluitingen en gegevens te
verstrekken waartoe hem als geheel nu juist de toegang ontzegd wordt.
Voor een nieuwkomer is bovendien toegang tot al bestaande gegevens
nog belangrijker dan voor partijen die al over eigen patiëntenbestanden
beschikken. Ook netwerkeffecten spelen hier een rol: de waarde van
aansluiting op een bestaand netwerk neemt verder toe met iedere nieuwe
aansluiting (en wel exponentieel), omdat daardoor ook voor bestaande
deelnemers een nieuwe uitwisseling van gegevens mogelijk wordt. Dit
effect maakt nieuwe netwerken met hetzelfde doel doorgaans moeilijk te
realiseren, en maakt daarom het uitbreiden van bestaande netwerken
logisch.
Naast de economische nadelen daarvan zou het bovendien ook vanwege
zorginhoudelijke redenen onwenselijk zijn indien met betrekking tot de
bovengenoemde onderwerpen parallelle netwerken zouden ontstaan die
zouden weigeren elkaar onderling toegang te geven op redelijke
voorwaarden.
Een andere voorwaarde is dat er sprake is van belemmering van de
concurrentie. In de onder het kopje ‘aanleiding voor de regeling’
genoemde gevallen spelen mededingingsproblemen. Daarbij gaat het
vooral om vormen van uitsluiting en het opwerpen van
toetredingsdrempels. Waar het gaat om patiëntengegevens en
medicatiegegevens, receptenverkeer, verwijzen van patiënten en het
maken van afspraken is bovendien duidelijk dat het direct in het belang
van de consument is dat deze niet worden misbruikt om concurrenten uit
te sluiten, niet alleen omdat daarmee zijn keuzevrijheid wordt beperkt,
maar ook omdat dit direct effect heeft op factoren als kwaliteit en
toegankelijkheid van de zorg. Een pregnant voorbeeld is het weigeren van
toegang tot medicatiegegevens, zodat voorschrijvende artsen of
uitleverende apothekers de veiligheid van de patiënt niet of minder goed
kunnen bewaken. Ook bijvoorbeeld het weigeren van toegang tot
gegevens over wachttijden, zodat een verwijzende zorgaanbieder niet de
meest adequate oplossing voor de consument kan kiezen – zeker waar
sprake is van pijn of ernstige beperkingen – is vanuit
consumentenperspectief duidelijk onwenselijk.
Ook de NMa heeft ten aanzien van een aantal van bovengenoemde
onderwerpen al eerder het bestaan van mededingingsbeperkingen
vastgesteld, waaronder in een tweetal formele beschikkingen.4 Omwille
van consistentie en om het ontstaan van uiteenlopende
toegangsstandaarden in de zorg te voorkomen sluit de NZa in deze
regeling zoals al eerder genoemd ook aan bij de norm die de NMa in
vergelijkbare gevallen hanteert. De beoogde meerwaarde van de huidige
regeling ten opzichte van een beroep op het algemene mededingingsrecht
is dat hiermee een algemene regel gesteld wordt die vooraf duidelijkheid
schept in de verhoudingen tussen partijen en daarmee geschillen zal
voorkomen.
4
Besluit van de DG NMa van 15 november 2004 in zaak 3022, Stichting automatisering
gezondheidszorg Breda; Besluit DG NMa van 21 juni 2004 in zaak 2501, Wilhelmina
Apotheek – Dienstapotheek Assen.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
7 van 14
Bovendien mag worden verwacht dat wanneer toch geschillen ontstaan,
dat partijen op grond van deze regeling gemakkelijker een beroep zullen
kunnen doen op de burgerlijke rechter – nog naast de
handhavingmogelijkheden van de NZa. Hiermee zal een effectieve
handhaving bevorderd worden.
In de vorengenoemde gevallen legt deze regeling de plicht op om onder
redelijke, objectieve en non-discriminatoire voorwaarden (waaronder
eventueel een passende investeringsbijdrage) tijdig en effectief deelname
aan een overeenkomst inzake een elektronisch netwerk te bieden. Zo
wordt voorkomen dat het voor de zorgaanbieders die toegang vragen voor
bovengenoemde doeleinden moeilijk wordt om zich op de markt te
handhaven of te vestigen, dit ten koste van de effectieve concurrentie –
en daarmee uiteindelijk de consument. Daar staat tegenover dat
zorgaanbieders met zeggenschap binnen deze grenzen zelf de
voorwaarden mogen bepalen die gelden voor hun netwerk. In die zin zijn
rechten en plichten met elkaar in balans. De NZa is dan ook van oordeel
dat deze regeling niet alleen noodzakelijk is maar ook proportioneel:
In beginsel (mede vanwege de eerder genoemde netwerkeffecten) hebben
de zorgaanbieders die deelnemen aan een elektronisch netwerk met
betrekking tot zorg op economische gronden baat bij het geven van
toegang aan andere zorgaanbieders. Hetzelfde geldt bovendien doorgaans
op zorginhoudelijke gronden. Voor zover zij er echter een (groter) belang
bij hebben om andere zorgaanbieders die deelname aan een
overeenkomst vragen uit te sluiten teneinde hen als concurrent te
frustreren is dit geen belang dat zwaarder dient te wegen dan dat welk
wordt gediend met het bevorderen van concurrentie op zorgmarkten.
In beginsel kunnen zorgaanbieders alleen een beroep doen op deze
regeling als het erom gaat om het door hen verstrekken van zorg aan
eigen patiënten mogelijk te maken of te bevorderen.
Bovendien moet het gaan om het economische voordelen die zonder
deelname aan een overeenkomst inzake een netwerk niet zelfstandig
kunnen worden behaald.
De voorwaarden van redelijkheid, objectiviteit en non-discriminatie die de
NZa stelt betreffen het noodzakelijke minimum om deelname aan een
overeenkomst inzake een netwerk mogelijk te maken en laten partijen de
ruimte om hun overeenkomsten ten aanzien van de vereisten voor
toegang tot elektronische netwerken met betrekking tot zorg zelf in te
vullen.
– Als het netwerk met betrekking tot zorg bijvoorbeeld een
samenwerking van en voor apothekers of huisartsen is kan een
objectieve voorwaarde voor toegang zijn – gelet op zorginhoudelijke
gronden - dat de betrokken zorgaanbieder zelf ook een apotheker,
respectievelijk huisarts is. Als het betreffende netwerk met betrekking
tot zorg echter dient om in een bepaalde regio medicatiebewaking bij
het verstrekken van receptgeneesmiddelen aan patiënten mogelijk te
maken dienen behalve apothekers ook apotheekhoudende huisartsen
en ziekenhuisapothekers te worden toegelaten.
– Het gaat om elektronische netwerken die betrekking hebben op zorg in
de zin dat deze het verstrekken van zorg aan consumenten door de
betrokken zorgaanbieders bevorderen. Een objectieve voorwaarde voor
toegang kan dus zijn dat het gaat om een zorgaanbieder die dit nodig
heeft ten behoeve van het verstrekken van zorg aan eigen
consumenten (en niet voor een ander doel).
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
8 van 14
Kenmerk
– Er behoeft geen toegang geboden te worden zonder redelijke financiële
compensatie. Zo wordt expliciet gesteld dat het mogelijk is om een
redelijke financiële bijdrage ter compensatie van gedane investeringen
te vragen, mits deze bijdrage objectief kan worden onderbouwd. Hierin
moet worden meegenomen dat partijen die hebben geïnvesteerd ook
(economische) voordelen hebben genoten van het netwerk. Dit moet
met elkaar verdisconteerd worden. Verder is ook een objectief en nondiscriminatoir vastgesteld (dus evenredig) aandeel in lopende en
toekomstige kosten een redelijke voorwaarde voor toegang. Nieuwe
deelnemers kunnen zonder objectief vast te stellen verschillen met de
deelnemers aan het elektronisch netwerk op grond van deze
voorwaarden niet worden geconfronteerd met een hogere vergoeding
van de kosten dan de deelnemers aan het elektronische netwerk. Ten
aanzien van een investeringsbijdrage of bijdrage in de kosten wordt
uitdrukkelijk niet bedoeld dat er sprake is van goodwill of dat er een
bedrag voor goodwill betaald moet worden. Ook dient de financiële
bijdrage in overeenstemming met artikel 35 Wmg te worden
vastgesteld.
– Proefprojecten of zogenaamde ‘pilots’ kunnen worden uitgevoerd
zonder dat hiertoe toegang behoeft te worden gegeven. Het kan
namelijk om technische redenen en omwille van beheersbaarheid
noodzakelijk zijn om in een testomgeving eerst met een beperkt aantal
geselecteerde partijen te werken om een systeem te beproeven en om
vast te stellen of het niet alleen technisch maar ook economisch
levensvatbaar zal zijn. Ten behoeve van de transparantie is in deze
regeling de deelname aan alle pilots uitgesloten. Dit laat onverlet dat
vrijwillig deelname aan een pilot mag worden gegeven. Het moet wel
gaan om een tijdelijke (opstart) fase. Derhalve dient kenbaar te zijn
wanneer de pilot-fase is afgerond zodat toegang vervolgens in beginsel
mogelijk wordt.
– Regionale samenwerkingsvormen zijn wel mogelijk maar mogen niet
leiden tot marktafschotting. Het kan dus op grond van redelijkheid,
objectiviteit en non-discriminatie mogelijk zijn voor een elektronische
netwerk met betrekking tot zorg dat zich richt op huisartsen in ZuidLimburg om toegang te weigeren aan een huisarts uit Oost-Groningen.
Dit zal anders liggen voor huisartsen uit een voor Zuid-Limburg
aangrenzende regio die een verzoek tot toegang indienen. Dit is ook te
beredeneren vanuit het noodzakelijke verband ten aanzien van de
zorgvraag van de consumenten van de betrokken zorgaanbieder. Bij
een zorgvraag uit geheel Nederland – bijvoorbeeld ten aanzien van een
gespecialiseerd behandelcentrum – kan het toepassingsgebied ten
aanzien van toegang tot een elektronisch netwerk met betrekking tot
zorg zelfs nationaal zijn.
Het spreekt voor zich dat de toegangsvoorwaarden die deze regeling
oplegt niet strekken ter bevordering of tot het mogelijk maken van het
uitwisselen van concurrentiegevoelige informatie (in het bijzonder ten
aanzien van tarieven), hetgeen verboden is op grond van de
Mededingingswet,5 en dat bij het hanteren daarvan de rechten van de
consument, in het bijzonder ten aanzien van privacy, altijd dienen te
worden gerespecteerd. Dit betreft in het bijzonder de vereisten van het
passend beveiligen op grond van artikel 13 van de Wet bescherming
5
Wet van 22 mei 1997, houdende nieuwe regels omtrent de economische mededinging
(Mededingingswet), Staatsblad 1997, 242 (laatst gewijzigd Staatsblad 2007, 284).
CI/NR-100.099
Pagina
9 van 14
persoonsgegevens6 alsmede het vereiste van toestemming van de
consument op grond van de Wet geneeskundige behandelovereenkomst,7
alsmede (wanneer zij van kracht worden) de regels die op regionale
systemen van toepassing zullen zijn.
Tenslotte zal de NZa in ieder geval om de twee jaar opnieuw beoordelen
of de definitie van de soorten elektronische netwerken met betrekking tot
zorg, zoals verwoord in artikel 1 van de regeling, moet worden aangepast.
Zonodig zal ook een tussentijdse herziening plaatsvinden. Het
functioneren van de gehele regeling wordt bovendien geëvalueerd nadat
eerst een jaar ervaring met de toepassing daarvan is opgedaan.
Procedurevoorschriften
De regeling stelt een aantal algemene regels ten aanzien van de
procedure voor de behandeling van een verzoek om deelname aan een
overeenkomst inzake een elektronisch netwerk met betrekking tot de zorg
vast. Hiermee worden zowel de voorwaarden in overeenkomsten als de
wijze van totstandkomen daarvan aangepast. Dit met name om de
inzichtelijkheid van zorgmarkten te vergroten, maar ook ter bevordering
van de concurrentie.
Deze procedurevoorschriften gelden voor alle zorgaanbieders die
zeggenschap hebben over deelname aan elektronische netwerken met
betrekking tot zorg. Het gaat dan ook om een lichtere voorwaarde met als
doel het verhogen van de inzichtelijkheid van de betreffende zorgmarkten.
Ook ten aanzien van de problemen op het gebied van transparantie wordt
dit als een structureel probleem gezien. De argumentatie hiervoor volgt
enerzijds uit de bovenstaande toelichting, waaruit blijkt dat de
toegangsproblematiek met betrekking tot de in artikel 1 eerste lid
genoemde elektronische netwerken in de zorg wijd verbreid en
aanhoudend van aard is. Voor het overige geldt dat voor zover
waarneembaar ten aanzien van elektronische netwerken met betrekking
tot zorg op dit moment in het algemeen geen toegangsvoorwaarden
kenbaar gemaakt worden noch de procedure om toegang te verkrijgen
bekend is. Transparantie ontbreekt op dit punt en geldt als een algemeen
en structureel probleem.
Voorts ligt het in de rede om hier de bevoegdheid op grond van artikel 45
Wmg in te zetten, en niet een van de andere bevoegdheden ten aanzien
van transparantie die de NZa heeft op grond van de Wmg. Dit teneinde de
samenhang van deze regeling te bevorderen, en omdat de redenen om in
te grijpen ten behoeve van de concurrentie hier voor een belangrijk deel
samenvallen met de redenen om de inzichtelijkheid te willen vergroten.
Het gaat hierbij vooral om de kenbaarheid van procedures en
voorwaarden, en termijnen voor een reactie die op de eerdergenoemde
kenbare voorwaarden gebaseerd moet zijn. Hiermee beoogt de NZa vooral
de transparantie van de mogelijkheden tot deelname aan een
overeenkomst inzake een elektronisch netwerk te vergroten, en daarmee
de inzichtelijkheid van zorgmarkten te bevorderen in lijn met artikel 45
Wmg. Een bijkomend voordeel van procedurevoorschriften kan zijn dat er
geen problemen ontstaan ten aanzien van de deelname aan een
6
Wet van 6 juli 2000, houdende regels inzake de bescherming van persoonsgegevens
(Wet bescherming persoonsgegevens), Staatsblad 2000, 302 (laatst gewijzigd Staatblad
2009, 8).
7
Wet van 17 november 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek en enige andere
wetten in verband met de opneming van bepalingen omtrent de overeenkomst tot het
verrichten van handelingen op het gebied van de geneeskunst (Burgerlijk Wetboek, Boek
7, Titel 7, Afdeling 5, De overeenkomst inzake geneeskundige behandeling), Staatsblad
1994, 837 (laatst gewijzigd Staatsblad 2006, 29).
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
10 van 14
overeenkomst inzake een elektronisch netwerk. In dit licht is het
voorschrijven van procedurevoorschriften dan ook opportuun.
Door het stellen van procedurevoorschriften wordt dan ook beoogd de
effectiviteit van verzoeken voor deelname te vergroten, zodat deze naar
verwachting minder vaak tot juridische geschillen aanleiding zullen geven
en de tijd die benodigd is om deelname aan een overeenkomst en
daarmee toegang daadwerkelijk tot stand te brengen zal worden verkort.
Dit is ook in het belang van de consument die op deze wijze betere en
veiligere zorg krijgt. Gezien het nog steeds groeiende belang van
elektronische netwerken met betrekking tot zorg, en daarom van toegang
van zorgaanbieders daartoe, ziet de NZa het opleggen van deze algemene
procedurevoorschriften als een proportionele maatregel.
Algemeen consumentenbelang
Tenslotte zorgt deze regeling door het bevorderen van de deelname van
zorgaanbieders aan elektronische netwerken met betrekking tot zorg ook
voor verdere toename van het gebruik van dergelijke elektronische
netwerken in de gezondheidszorg. Dit heeft behalve de eerdergenoemde
effecten van het bevorderen van de concurrentie op zorgmarkten en de
inzichtelijkheid van dergelijke markten ook een direct positief effect op het
algemene consumentenbelang in termen van kwaliteit, toegankelijkheid
en betaalbaarheid. Hierover zijn onder het kopje ‘oogmerk van deze
regeling’ al enkele opmerkingen gemaakt. Het is daarnaast duidelijk dat
toegang voor zijn zorgaanbieders tot zijn patiëntengegevens (zoals
bijvoorbeeld ook diagnoses, laboratoriumuitslagen en röntgenfoto’s) en
medicatiegegevens van belang kan zijn voor de patiëntveiligheid, en dat
ook elektronisch receptenverkeer en het maken van afspraken en/of het
doen van verwijzingen met gebruik van wachttijdgegevens direct in zijn
belang (in termen van toegankelijkheid) en in het bijzonder in het belang
van zijn gezondheid zijn.
Naleving
Zorgaanbieders kunnen inzake deelname- en toegangsgeschillen die onder
deze regeling vallen direct terugvallen op deze regeling.
De NZa ziet voorts zowel ambtshalve als naar aanleiding van signalen toe
op de naleving van deze regeling. Indien zij vaststelt dat een
zorgaanbieder die onder de reikwijdte van deze regeling valt, zich niet
houdt aan de bepalingen zoals gesteld in artikelen 2 tot en met 5 van de
regeling, zal de NZa handhaven. Hiertoe staan de NZa als
handhavinginstrumenten de aanwijzing, de last onder dwangsom, het ten
openbare kennisbrenging en/of de bestuurlijke boete ter beschikking.
Deze regeling kan ook een procedure bij de burgerlijke rechter
ondersteunen.
Administratieve lasten
Er volgen geen aanzienlijke additionele administratieve lasten uit deze
regeling omdat geen informatievoorziening aan de NZa wordt opgelegd,
buiten die gevallen waarin de NZa informatie inwint met het oog op
handhaving. Een dergelijke toename van de administratieve lasten wordt
evenredig geacht aan het belang van het doel van de regeling en de
handhaving daarvan. Bovendien bevordert deze regeling het
totstandkomen van overeenkomsten over toegang zonder tussenkomst
van derden zoals de NMa en de NZa, of gerechtelijk procedures. Het
aanpassen van bestaande overeenkomsten dan wel het opstellen van
procedurevoorschriften – voorzover partijen daar al niet zonder de
regeling aan voldeden – brengt éénmalig een beperkt administratieve
lastenverzwaring met zich mee.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
11 van 14
Kenmerk
Geen bezwaar en beroep
Een regeling op basis van artikel 45 Wmg is een algemeen verbindend
voorschrift en daarom geen besluit ten aanzien van een
individuele belanghebbende.
Op grond van artikel 8:2 Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) in
samenhang met artikel 7:1 Awb staat tegen een algemeen verbindend
voorschrift geen bezwaar en beroep open.
Evaluatie
De NZa evalueert de werking van deze regeling nadat zij een jaar in
werking is geweest. In deze evaluatie en de daarop volgende zal de NZa
de werking van de regeling in relatie tot het invoeren van het EPD
meenemen.
Voorts zal de NZa de opsomming in artikel 1, derde lid, sub a tot en met
d, van deze regeling van elektronische netwerken met betrekking tot zorg
in ieder geval iedere twee jaar herbezien (zowel als tussentijds indien
noodzakelijk) met mogelijke wijzigingen tot gevolg.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1
Dit artikel regelt de begripsbepalingen, op grond van de Wmg en/of het
algemene spraakgebruik.
Tweede lid: door aan te sluiten op de definitie van zorgaanbieders en de
regeling alleen van toepassing te laten zijn op hen (verstrekken en
verkrijgen van toegang), worden zorgverzekeraars, consumenten en
ondernemingen die niet onder het zorgaanbiedercriterium vallen (zoals
geneesmiddelenfabrikanten of woningbouwcoöperaties) uitgesloten.
Derde lid: van een elektronisch netwerk met betrekking tot zorg zal
sprake zijn indien zorgaanbieders hun computersystemen koppelen en/of
een gemeenschappelijke server gebruiken teneinde gegevens uit te
wisselen. Er wordt een opsomming gegeven van de aard van de gegevens
die via het elektronische netwerk worden uitgewisseld.
In deze regeling wordt eenzelfde uitleg voor het begrip economische
eenheid gegeven zoals de NMa dat doet in haar mededingingsanalyses.
Kort gezegd is een economische eenheid een onderneming die duurzaam
alle functies van een zelfstandige economische eenheid vervult. Dit staat
los van de vraag of er sprake is van een rechtspersoon. Voorwaarde voor
het bestaan van een economische eenheid is het bestaan van een
permanent ondernemingsbestuur dat beslist over strategische en
commerciële belangen van de onderneming. Andere relevante factoren
zijn interne verrekening van winst en verlies, gezamenlijke
aansprakelijkheid jegens derden en gezamenlijke externe presentatie.8
Een zorgaanbieder of zorgaanbieders die tot dezelfde economische
eenheid behoren, vallen derhalve niet onder de definitie. Daaruit volgt dat
deze niet hun computersysteem (netwerk) hoeven open te stellen.
Vierde lid; toegang moet effectief en daarmee ook tijdig zijn. Het doel van
de toegang is de uitwisseling van de gegevens die via het elektronisch
netwerk uitgewisseld worden. Het mag dus geen toegang verstrekken ‘op
papier zijn’, zonder dat de feitelijke stappen voor aansluiting gezet worden
8
NMa, Richtsnoeren voor de Zorgsector, december 2007, randnummer 125 e.v.
CI/NR-100.099
Pagina
12 van 14
of dat de feitelijke aansluiting na het akkoord geven voor toegang nog
maanden op zich laat wachten. Gelet hierop worden in artikel 3 van de
regeling termijnen voor in behandeling nemen van verzoeken en van
effectieve aansluiting vastgesteld.
Vijfde lid: het criterium zeggenschap wordt breed uitgelegd. Dit is van
belang zodat zorgaanbieders niet kunnen weigeren toegang te verstrekken
onder het voorwendsel dat ze niet ‘de baas’ zijn over het netwerk.
Artikel 2
In dit artikel worden de algemene eisen gesteld die een overeenkomst
inzake een elektronisch netwerk met betrekking tot zorg moeten
bevatten. Het ziet erop dat er geen belemmeringen worden gecreëerd
voor zorgaanbieders die toe willen treden tot de overeenkomst inzake een
elektronisch netwerk. Het ziet op bestaande en nieuw tot stand te komen
overeenkomsten.
Tweede en derde lid: hier worden de eisen opgesomd die worden gesteld
aan de voorwaarden die aan deelname aan een overeenkomst inzake
elektronische netwerken worden gesteld. Deelname aan een
overeenkomst hoeft dus niet onvoorwaardelijk verstrekt te worden, het
kan geweigerd worden op grond van redelijke, objectieve en nondiscriminatoire argumenten.
Op grond van dit artikel wordt willekeurige uitsluiting bemoeilijkt en naar
verwachting de facto onmogelijk gemaakt (dit kan ook aanleiding geven
tot procedures op basis van de Mededingingswet). Ook technisch
onmogelijk maken van toegang, bijvoorbeeld door de inrichting van het
systeem, is niet toegestaan. Zonodig wordt voorts de capaciteit van een
systeem uitgebreid om toegang mogelijk te maken
Om de redelijkheid van een investeringsbijdrage te kunnen beoordelen
krijgt de zorgaanbieder die om deelname aan een overeenkomst verzoekt
inzage in de opbouw van de investeringsbijdrage.
Zonder objectief vast te stellen verschillen tussen deelnemers aan het
elektronische netwerk en nieuwe deelnemers zal een onderscheid ten
aanzien van lopende en toekomstige kosten niet gerechtvaardigd te zijn.
Artikel 3
Dit artikel concretiseert de voorwaarden voor deelname aan een
overeenkomst inzake een elektronisch netwerk en de
procedureverplichtingen die daarbij gelden.
Eerste lid: dit lid bepaalt dat een overeenkomst voorwaarden voor
deelname aan een elektronisch netwerk, de procedurele voorwaarden voor
het behandelen van een verzoek om deelname en de beëindiging van
deelname moet bevatten.
Tweede lid: dit lid stelt de vereisten ten aanzien van de procedurele
voorwaarden. Dit dient transparantie (duidelijkheid) te bieden over de
procedures die gevolgd moeten worden.
Tijdig en adequaat in behandeling nemen betekent dat een verzoek hetzij
in behandeling wordt genomen, hetzij dat wordt aangegeven welke
aanvullende informatie benodigd is. Deze aanvullende informatie dient zijn
grondslag te vinden in de voorwaarden van deelname aan een
overeenkomst betreffende een elektronisch netwerk. Voorts wordt
gereageerd op vragen die de behandeling van het verzoek betreffen en
dienen te verduidelijking of onderbouwing van het verzoek.
Kenmerk
CI/NR-100.099
Pagina
13 van 14
Kenmerk
Een tijdige en effectieve aansluiting is een aansluiting die tenminste de
hier gestelde termijnen respecteert (of zoveel eerder als technisch
mogelijk is) en toegang met volledige beschikbaarheid van functionaliteit
mogelijk maakt.
Een afwijzing moet op basis van de vooraf kenbare voorwaarden afdoende
kenbaar gemaakt en gemotiveerd worden.
De regels voor deelname aan een elektronisch netwerk dienen te voorzien
in een procedure voor beëindiging van deelname die aan dezelfde
voorwaarden van redelijkheid non-discriminatie en objectiviteit
beantwoordt als voor het verlenen van deelname geldt.
Artikel 4
Degene die voornemens is om deelname aan de overeenkomst voor een
elektronisch netwerk te verzoeken moet inzicht krijgen in de procedure die
daarvoor geldt. Degene die zeggenschap heeft over het elektronisch
netwerk dient de procedure op verzoek bekend te maken. De procedure
moet voldoen aan de vereisten van de regeling.
Artikel 5
Bestaande overeenkomsten moeten aangepast worden overeenkomstig de
bepalingen in de regeling. Dit houdt in dat er –voorzover nog niet
bestaand – procedurevoorschriften ten aanzien van deelname aan een
overeenkomst inzake een elektronisch netwerk opgesteld dienen te
worden en de voorwaarden voor deelname aan overeenkomst moeten
vastgesteld worden en kenbaar zijn. Voor aanpassing wordt een termijn
van maximaal zes maanden na inwerkingtreding van de regeling gegeven.
De regeling treedt in werking de dag na de datum van uitgifte van de
Staatscourant waarin zij geplaatst wordt.
Artikel 6
Dit artikel bevat een uitzondering op de toepasselijkheid van de regeling
op pilot projecten waaronder de pilots in het kader van de invoering van
het EPD. De pilots van het elektronisch patiëntendossier hebben een
gesloten karakter. Dit is noodzakelijk om het doel – de introductie van het
epd – te kunnen realiseren. Deze regeling doorkruist dit doel niet.
Deelname aan een pilot vloeit derhalve niet voort uit deze regeling.
Artikel 7
Zoals onder de uitleg van artikel 5 is aangegeven, gaat de regeling een
dag na datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
in werking.
CI/NR-100.099
Pagina
14 van 14
Download