Feiten en cijfers WSW Hieronder een aantal feiten en cijfers over de WSW. Om de gevolgen van één regeling voor de SW-sector en voor gemeenten als opdrachtgevers of bestuurlijk verantwoordelijken van deze sector in te schatten, is het zinvol om inzicht te hebben in deze feiten. De cijfers zijn onderverdeeld in de volgende categorieën: 1. De WSW-populatie 2. De financiering van de WSW 3. Gemeentelijke rol binnen de WSW. De feiten zijn gebaseerd op het branchebeeld van Cedris en de WSW-statistiek van Research voor Beleid. De uiteenzetting over de gemeentelijke rol is gebaseerd op de VNG notitie ‘De WSW in beweging’ uit juni 2006. 1. De WSW-populatie Tabel 1: Ontwikkeling WSW bestand Jaar Totale bestand (personen) Extern geplaatst (%) Werken op locatie (%) Intern geplaatst (%) 2008 102.738 28 22 50 2009 103.750 26 22 52 De sector streeft naar een 3 x 1/3 verdeling, dus een daling van interne plaatsing ten gunste van de andere twee categorieën. Dat streefgetal is nog niet gehaald, ongeveer de helft werkt intern. Tabel 2: Eerste indicaties, soort beperking naar arbeidshandicap 2009 Soort beperking Matig Ernstig Lichamelijk 24% 18% Verstandelijk 25% 34% Psychisch 51% 48% 100% 100% Tabel 3: Kenmerken werknemers met een WSW dienstbetrekking Instroom Uitstroom Eind 2009 Geslacht Man 62% 71% 71% Vrouw 38% 29% 29% Leeftijd Jonger dan 27 23% 11% 7% jaar 27-44 jaar 39% 37% 33% 45-65 jaar 38% 62% 60% Gemiddelde 38,6 47,5 46 leeftijd (jr.) Soort beperking Lichamelijk 23% 37% 34% Verstandelijk 31% 27% 35% Psychisch 47% 34% 28% Arbeidshandicap Matig 79% 83% 88% Ernstig 21% 15% 12% Totaal 23% 77% 50% 100% 2. De financiering van de WSW Hoe werkt financiering van de WSW? Voor de Wsw is landelijk een budget van circa 2,3 miljard euro beschikbaar (in 2011). Dit bedrag wordt jaarlijks volledig onder gemeenten verdeeld. De basis voor het budget voor elke gemeente is het aantal Wsw-geïndiceerden dat in de gemeente woonachtig is en op de wachtlijst staat of een dienstbetrekking heeft, ten opzichte van het landelijk aantal Wsw-geïndiceerden. Elke geïndiceerde in de arbeidshandicapcategorie 'ernstig' wordt in deze telling 1,25 keer meegerekend. Dit procentuele aandeel van het landelijke aantal geïndiceerden bepaalt het procentuele aandeel van het Wswmacrobudget, en ook het aantal Wsw-plaatsen dat de gemeente met dat budget moet realiseren. Voorbeeld Een gemeente waar 2 procent van het totaal aantal Wsw-geïndiceerden woont, ontvangt dus ook 2 procent van het landelijke Wsw-budget (= circa 44 miljoen euro). Met het Wsw-budget van 2,3 miljard euro moeten 90.817 voltijds Wsw-arbeidsplaatsen worden gerealiseerd. De gemeente met 2 procent van het aantal Wsw-geïndiceerden - en dus 2 procent van het budget - moet daarmee ook 2 procent van de 90.817 Wsw-arbeidsplaatsen realiseren (= 1.816). Gemiddeld heeft die gemeente per te realiseren voltijds Wsw-plaats daarmee dus zo'n 25.000 euro ter beschikking. Door de bezuiniging van 120 miljoen op de WSW per 2011 gaat dit bedrag met ruim 1000 euro omlaag. Omdat ernstig gehandicapten 1,25 keer worden meegeteld, is er voor een voltijd arbeidsplaats van een ernstig gehandicapte Wsw-geïndiceerde zo'n 31.000 euro beschikbaar. Het gemiddelde bedrag dat per Wswplaats beschikbaar is, is voor elke gemeente gelijk. In hoeverre is sprake van een budget per arbeidsplaats? Gemeenten ontvangen een lumpsumbudget, waarmee ten minste een minimumaantal Wswarbeidsplaatsen moet worden gefinancierd. Het bedrag dat hierdoor gemiddeld beschikbaar is per voltijds Wsw-plaats (25.000 euro voor een matig gehandicapte en 31.000 euro voor een ernstig gehandicapte) wordt geacht toereikend te zijn om de Wsw-plaatsen te financieren. Door de bezuiniging van 120 miljoen op de WSW per 2011 gaat dit bedrag met ruim 1000 euro omlaag. Het is aan de gemeente te bepalen hoeveel budget voor elke Wsw-geïndiceerde wordt ingezet. Als Wsw-plaatsen voor meer productieve Wsw-geïndiceerden of Wsw-geïndiceerden waarvoor minder aanpassingen nodig zijn, gerealiseerd worden met minder dan het gemiddeld beschikbare budget, ontstaat er ruimte om voor moeilijker groepen meer dan het gemiddeld beschikbare budget in te zetten. De ervaring leert dat begeleid werken en detacheren veelal goedkoper zijn dan de beschutte arbeidsplaatsen in het sw-bedrijf. Door meer op begeleid werken en detacheren in te zetten voor Wsw-geïndiceerden die daartoe in staat zijn, ontstaat dus financiële ruimte om voor de moeilijker groepen beschutte arbeidsplaatsen aan te bieden. Ook als die per saldo duurder worden vanwege de uitstroom uit het sw-bedrijf van andere, meer productieve, Wsw-geïndiceerden. Financiële situatie WSW bedrijven Tabel 2: Inkomsten van SW-bedrijven Opbrengst per jaar (x € 2007 miljoen) Arbeidsplaats gebonden 2.269 subsidies, incl. marge begeleid werken Netto omzet uit detachering 192 Netto omzet dienstverlening 721 Totaal WSW 3.182 Overige doelgroepen 2008 2009 2.359 2.422 212 658 3.230 243 204 622 3.247 283 Het valt op dat de vergoeding van rijkswege de afgelopen jaren is gestegen, en dat het geld dat SWsector heeft verdiend uit dienstverlening, is afgenomen. Dat zal te maken hebben met de effecten van de crisis. Omdat het accent steeds meer komt te liggen op werken buiten de deur, wordt er minder verdiend aan het maken van producten binnen het eigen bedrijf. Het aantal trajecten voor overige doelgroepen (het gaat om het aantal lopende trajecten in dat jaar, ongeacht begindatum) stijgt sterk. In 2009 deden SW-bedrijven 56.585 trajecten, tegenover 50.483 trajecten een jaar eerder. Het gaat om trajecten in het kader van WWB, WIA, Wajong en AWBZ. Tabel 3: Kosten WSW Kosten per jaar (x € miljoen) Arbeidskosten WSWmedewerkers Kosten ongesubsidieerd personeel Materiële kosten Totaal 2007 2.486 2008 2.444 2009 2.418 496 513 540 347 3263 344 3302 374 3400 De kosten binnen de sector nemen over de hele linie toe. De optelsom van kosten en opbrengsten leidt tot een exploitatieresultaat. Dat resultaat is in 2009 -66 miljoen euro. Gemeenten hebben 60 miljoen euro bijgedragen om gaten op de begroting aan te vullen. 3. Gemeentelijke rol binnen de WSW Per 1 januari 1998 is de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening van kracht geworden. Hoofdlijnen van deze wet waren: 1. Een nauwkeurige omschrijving van de doelgroep en een aanscherping van indicatiecriteria 2. Ruimere mogelijkheden voor plaatsing bij een gewone werkgever, zowel individueel als collectief. 3. Normalisering van de arbeidsverhoudingen 4. Onafhankelijke en objectieve indicering De uitvoering van de WSW is opgedragen aan gemeenten. Artikel 2 van de WSW komt er op neer dat gemeenten er zorg voor dienen te dragen dat aan zoveel mogelijk sw-geïndiceerden een arbeidsovereenkomst wordt aangeboden tot het verrichten van werk in aangepaste omstandigheden. In de praktijk komen verschillende uitvoeringsvarianten voor. Welke variant ook gekozen wordt, gemeenten blijven uiteindelijk verantwoordelijk voor de uitvoering van de WSW, voor de wijze waarop dit gebeurt en voor de financiële consequenties. Globaal zijn er vier varianten te onderscheiden: 1. Een gemeentelijke dienst, vergelijkbaar met een sociale dienst. 2. Een gemeenschappelijke regeling, waarbij activiteiten op het terrein van de SW onderdeel zijn van de regeling en dus juridisch binnen de publieke organisatie worden uitgevoerd. 3. Een gemeenschappelijke regeling met een aparte rechtspersoon 4. Een inkoopmodel waarbij op basis van een overeenkomst bij een andere gemeente of gemeenschappelijke regeling, dan wel een particulier re-integratiebedrijf, diensten worden ingekocht. Wijzigingen in Wet en regelgeving per 1 januari 2008 - Invoering van een directe verantwoordelijkheid en financiering per gemeente - Wijziging van de landelijke financiële toedelingssystematiek - Invoering van een persoonsgebonden budget voor beleid werken - Invoering van lokale cliëntenraad - Mogelijkheid voor gemeenten om bepaalde groepen op de wachtlijst met voorrang te plaatsen. Kabinetsplannen met de WSW in regeerakkoord-Rutte Huidige Wsw’ers worden niet herkeurd en kunnen gewoon op hun Wsw-werkplaats blijven werken. Mensen met een indicatie voor een beschutte werkplek blijven ook in de toekomst in de Wsw. De rest van de groep valt onder de doelgroep van één regeling. Zij worden zoveel mogelijk via loondispensatie aan de slag geholpen bij reguliere werkgevers. Het subsidiebedrag per Wsw-plek wordt afgestemd op eerder doorgevoerde wijzigingen in de Cao Wsw. Deze maatregelen leiden tot een besparing op de WSW van € 100 miljoen in 2015 en € 650 structureel. VNG, december 2010