n e w s & v i e w s Dendritische celtherapieën tegen kanker: van autoloog naar allogeen naar in-vivotargeting Auteur T.D. de Gruijl Trefwoorden dendritische cel, kanker, vaccin (Tijdschr Bloedtransfusie 2011;4:111-2) Sipuleucel-T: het eerste goedgekeurde therapeutische kankervaccin Met de goedkeuring van Sipuleucel-T (Provenge) voor de behandeling van hormoonongevoelige prostaatkanker door de Amerikaanse Food and Drug Administration, werd vorig jaar een mijlpaal bereikt in het immer groeiende veld van de immuuntherapie van kanker.1 Sipuleucel-T werd hiermee het eerste vaccin dat als anti-kankertherapeuticum grootschalig in de markt gezet gaat worden; eerst in de Verenigde Staten, maar daarna mogelijk snel gevolgd door Europa. Dit succes is temeer opmerkelijk daar het een autoloog cellulair product betreft met alle bijkomende logistieke problemen (en kosten) van dien. Voor de productie van Sipuleucel-T worden leukafereseproducten van patiënten in een gecentraliseerde faciliteit volgens ‘clinical Good Manufacturing Practice’ (cGMP)-richtlijnen gekweekt in aanwezigheid van een fusie-eiwit, dat zowel een immuunstimulatoir eiwit als een zogenoemd tumorantigen bevat.1 Het gevolg is dat monocyten in de kweken uitrijpen tot antigeenpresenterende cellen die het tumorantigen opnemen en nu T-cellen hiertegen kunnen activeren. Deze ‘killer’ T-cellen worden op hun beurt geacht in het lichaam van de patiënt tumorcellen aan te vallen en te elimineren. Dit geactiveerde product wordt vervolgens weer aan de patiënt toegediend via een infuus. In gerandomiseerde Fase-3-studies werd een overlevingsvoordeel geconstateerd voor patiënten die behandeld waren met Sipuleucel-T van gemiddeld 4 maanden.1 Dit heeft de nu op handen zijnde grootschalige klinische implementatie mogelijk gemaakt. Autologe of allogene DC-vaccins: voor- en nadelen Hoewel Sipuleucel-T een doorbraak in het veld bete- 111 vol. 4 nr. 3 - 2 0 11 kende, zijn de meeste tumorimmunologen het erover eens dat het een verre van ideaal product is. Met de huidige kennis zijn krachtiger vaccins te ontwerpen die efficiënter tot tumorspecifieke T-celactivering zouden moeten leiden. Centraal hierin staan de zogenoemde dendritische cellen (DC’s). DC’s zijn de schildwachtcellen van het lichaam die speciaal uitgerust zijn om bij onraad (lees het binnendringen van schadelijke virussen of bacteriën) het immuunsysteem te alarmeren zodat een tijdige en adequate afweer tot stand gebracht kan worden. DC’s zijn in dit opzicht de meest krachtige antigeenpresenterende cellen en veel efficiënter dan de geactiveerde monocyten die hoofdzakelijk geacht worden de actieve component van Sipuleucel-T te zijn. In het afgelopen decennium hebben vele wetenschappers over de gehele wereld onderzocht hoe deze DC’s optimaal aangewend kunnen worden om ook afweerreacties tegen kanker tot stand te brengen.2 De meest toegepaste methode hierbij bestaat uit het kweken van autologe DC’s uit voorlopercellen die geïsoleerd zijn uit het bloed. Deze worden vervolgens in vitro beladen met tumorantigenen (of gedeelten daarvan) en optimaal geactiveerd met speciale cytokinecocktails, waarna ze intraveneus of intradermaal teruggegeven worden aan de patiënt. Deze methode werd in Nederland ontwikkeld en klinisch getest door het team van Professor Carl Figdor en Professor Jolanda de Vries van het Universitair Medisch Centrum Radboud te Nijmegen, internationaal vooraanstaande pioniers in dit veld. In Nijmegen zijn inmiddels al enkele honderden melanoompatiënten op deze wijze behandeld, met gedocumenteerde klinische responsen.2 Een overlevingsvoordeel van deze methode moet echter nog aangetoond worden in gerandomiseerde klinische studies. Hoewel deze autologe aanpak veelbelovend is, is het moeilijk de t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e farmaceutische industrie hiervoor aan boord te krijgen vanwege logistieke belemmeringen en hoge kosten. Deze zouden vermeden kunnen worden door een allogene benadering.3 Een voorbeeld hiervan is DCP-001 (DCOne), een product van DCPrime BV, een spin-off van het Vrije Universiteit medisch centrum (VUmc) in Amsterdam. DCP-001 bestaat uit geactiveerde DC’s die op grote schaal gekweekt worden uit een acute myeloïde leukemie (AML)-cellijn. Deze DC’s kunnen na bestraling (om verdere deling te voorkomen) toegediend worden aan patiënten die weefselantigenen delen met de cellijn, om zo specifieke antitumor-T-cellen aan te kunnen schakelen. Op basis van weefseltypering zou ongeveer 70% van de westerse bevolking met dit allogene DC-vaccin behandeld kunnen worden. Een eerste klinische studie bij patiënten met AML is inmiddels gestart in het VUmc. Als toediening van DCP-001 bewezen veilig is, zullen vervolgens studies met een antigeen beladen varianten voor andere (solide) tumoren volgen. Hoewel deze allogene DC-benadering een biologisch minder variabel en logistiek aantrekkelijker product oplevert, heeft het ook mogelijke nadelen: met name blijft het onduidelijk hoe allogene afweerreacties (lees afstotingsreacties) tegen zulke vaccins hun effectiviteit zullen beïnvloeden.3 Een volgende generatie van op DC gerichte kankervaccins dient zich daarom alweer aan. DC-vaccins van de toekomst Door eiwitten of andere vaccins die tumorantigenen bevatten of daarvoor coderen in vivo naar DC’s te ‘targeten’, bijvoorbeeld via antilichamen, kunnen deze na toediening selectief en gericht door DC’s opgenomen worden in het lichaam. Dit zou bijvoorbeeld kunnen plaatsvinden in de huid, waar DC’s relatief makkelijk toegankelijk zijn.4 Als deze vaccins ook de juiste activering van DC’s in vivo kunnen waarborgen, zou dit tot een efficiënte inductie van een anti-tumorrespons kunnen leiden. Deze nieuwe generatie van DC-gerichte vaccins vereist geen in-vitrokweken of manipulaties en zou daarom breed en relatief goedkoop inzetbaar zijn.5 Groepen in Amsterdam (VUmc), Nijmegen (UMCR) en Leiden (LUMC) zijn betrokken bij het ontwikke- t i j d s c h r i f t v o o r b l o e d t r a n s f u s i e len van dergelijke vaccins tegen kanker en hopen deze binnen de komende 5-10 jaar naar toepassingen in de kliniek te kunnen vertalen. Referenties 1. Di Lorenzo G, Buonerba C, Kantoff PW. Immunotherapy for the treatment of prostate cancer. Nat Rev Clin Oncol 2011 May 24. [Epub ahead of print]. 2. Lesterhuis WJ, Aarntzen EH, De Vries IJ, Schuurhuis DH, Figdor CG, Adema GJ, et al. Dendritic cell vaccines in melanoma: from promise to proof? Crit Rev Oncol Hematol 2008;66:118-34. 3. De Gruijl TD, Van den Eertwegh AJ, Pinedo HM, Scheper RJ. Whole-cell cancer vaccination: from autologous to allogeneic tumor- and dendritic cell-based vaccines. Cancer Immunol Immunother 2008;57:1569-77. 4. Oosterhoff D, Sluijter BJ, Hangalapura BN, De Gruijl TD. The Dermis as a Portal for Dendritic Cell-Targeted Immunotherapy of Cutaneous Melanoma. Curr Top Microbiol Immunol 2011 Jun 18. [Epub ahead of print]. 5. Tacken PJ, Figdor CG. Targeted antigen delivery and activation of dendritic cells in vivo: steps towards cost effective vaccines. Semin Immunol 2011;23:12-20. Ontvangen 14 juli 2011, geaccepteerd 19 juli 2011. Correspondentieadres Mw. T.D. de Gruijl, universitair hoofddocent en hoofd van het Immuuntherapie en Immunomonitoring Laboratorium Vrije Universiteit medisch centrum - Cancer Center Amsterdam Afdeling Medische Oncologie De Boelelaan 1117 1081 HV Amsterdam Tel.: 020 444 40 63 E-mailadres: [email protected] Belangenconflict: geen gemeld. Financiële ondersteuning: geen gemeld. vol. 4 nr. 3 - 2 0 11 112