prostaat-specifiek antigen

advertisement
PROSTAAT-SPECIFIEK ANTIGEN
DE MOLECULE
Prostaat-specifiek antigen (PSA) werd voor het eerst in
1979 door Wang en medewerkers beschreven. Als
kleine glycoproteïne (moleculair gewicht = 34 kD)
bestaat PSA voor 93% uit eiwit en voor 7% uit
koolhydraat. De molecule wordt specifiek door
epitheelcellen van de prostaat en van de mannelijke
periurethrale klieren geproduceerd, en in het semen
gesecreteerd. Normaal en goedaardig hypertrofisch
prostaatweefsel produceren meer PSA dan hun maligne
tegenhangers, zodat de hoge PSA concentraties in het
bloed niet het gevolg zijn van een hoge productie, maar
van een snellere diffusie naar de circulatie. Ectopische productie van PSA wordt echter
ook sporadisch bij het borstcarcinoma van de vrouw waargenomen.
Gelokaliseerd op chromosoom 19, behoort het PSA gen tot de humane weefselkallikreïne
genenfamilie. Als serine protease moet zij eerst geactiveerd worden, vooraleer haar
enzymatische activiteit uit te kunnen voeren. In het semen splitst PSA eiwitten zoals
semenogelinen en fibronectine, en bevordert hierdoor de motiliteit van de
spermatozoïden.
In het bloed komt PSA voor een deel vrij maar ook voor een deel als complex met
enzyminhibitoren, zoals alfa 1-chymotrypsine, alfa 2-macroglobuline en alfa 1-proteinase
inhibitor. Bij invasieve carcinomen is de gecomplexeerde fractie groter dan bij benigne
prostaathypertrofie. Ten slotte kan PSA door zijn enzymatische activiteit autodigestie
uitvoeren, waardoor de houdbaarheid van de bloedstalen bestemd voor PSA dosering
beperkt is.
© L ABO N UYTINCK
TO E PA S S I N G S G E B I E D
Bij het vroegtijdig opsporen van prostaatkanker via PSA
alleen, dienen de hoge sensitiviteit, doch ook de
beperkte specificiteit van PSA onderstreept. PSA kan
immers ook gestegen zijn bij benigne
prostaathypertrofie en bij prostatitis. Enkele methoden
zijn beschreven om de specificiteit van PSA voor
prostaatcarcinoom te verhogen: de snelheid waarmee
PSA in bloed stijgt (bv. een jaarlijkse stijging van meer
dan 0.75 ng/ml of 20%), de PSA densiteit (de serum
PSA waarde gedeeld door het prostaatkliervolume),
leeftijdsspecifieke referentiewaarden en bepaling van
het vrij versus gebonden PSA.
Verder is PSA nuttig om het tumorstadium te evalueren: bij recent gediagnosticeerde en
onbehandelde prostaatcarcinomen gaat een PSA concentratie in bloed van minder dan 20
ng/ml bijna nooit gepaard met een pathologische isotopen botscan.
Ten slotte is PSA geschikt voor de opvolging van patiënten met een behandeld
prostaatcarcinoma. Zowel na prostatectomie, bestraling of hormonale behandeling wordt
het effect (en ook de prognose) aangegeven door de daling van PSA. Progressie van de
ziekte wordt voorafgegaan door een PSA stijging.
© L ABO N UYTINCK
Download