Kenmerk 41 Racisme en discriminatie die leidden tot genocide, in het bijzonder op de Joden Les 1 – Terreur en Rassenpolitiek 1900-1950 Wereldoorlogen H8:§ 7-8: p142-3 1910 1920 – Sturmabteilung 1900 • SA 1890 • In de Jaren Twintig kende de NSDAP twee organisaties 1870 Terreur van Nazi’s 1930 1960 Eerst vormde ze de lijfwacht van De nazi-top; daarna werd de organisatie zeer omvangrijk en machtig 1950 – Schutzstaffel 1940 • SS H8:§ 7-8: p142-3 1920 1930 1940 – Nacht van de Lange Messen (1 juli 1934) – Uitschakeling van de SA door de SS; SA leiders vermoord – Gewone SA-ers moesten het leger in 1910 • De SS-er werd gezien als superieure mens, ras-Ariër. • De SA-man werd door hem met de nek aangekeken. Hij was de “hersenloze” knokploeger. Maar de SA had veel mensen en haar leider redelijke invloed. Hitler wilde deze invloed verwijderen. Gevolg: 1900 – Intern 1890 • Alle tegenstanders moeten worden uitgeschakeld 1870 Terreur van Nazi’s 1950 1960 1920 1930 1940 1950 – Ook buiten Duitsland kwamen er kampen – Nu werden ook de genetisch “foute” mensen weggeborgen – In een later stadium werden deze mensen zelfs vernietigd 1910 • Vanaf het begin van de oorlog veranderde het karakter van de kampen 1900 – Communisten, socialisten, SA-ers, enz. 1890 • In de Jaren Dertig waren zij vooral bedoeld om politieke tegenstanders op te sluiten en veelal her op te voeden 1870 De Concentratiekampen 1960 1400 1600 1650 • In sociaal-economisch, cultureel en politiek opzicht 1550 – Bijzondere positie Joden in Europa – Minderheid met ander geloof – Discriminatie vanaf komst 1500 • Historische uitleg 1450 Wat is antisemitisme? 1700 1750 1800 1850 “Werelddominatie” Franse gravure uit de 18e eeuw, die een kwaadaardige veronderstelling uit de middeleeuwen verbeeldt. De joden zouden het bloed van onschuldige kinderen aftappen en drinken. (Bron: home.nordnet.fr) Pogroms 1870 Antisemitisme in Duitsland 1890 1900 • Al vóór de komst van de Nazi’s • NSDAP aan de macht 1910 – Direct anti-joodse maatregelen 1920 – Doel 1930 • isoleren der Joden in de maatschappij om het Arische ras te beschermen tegen vreemde smetten 1940 1950 – Wettelijke regels – sociale dwang – propaganda verder opgevoerd 1960 Nuremberger wetten, 1935 1870 Anti-Joodse maatregelen 1890 1900 1910 1920 1930 1940 1950 1960 1920 1930 1940 1950 – Deportatie naar reeds bestaande kampen of opsluiting in wijken 1910 • Verdere isolatie 1900 – Nadat een Joods-Duitse vluchteling in Parijs een Duitse diplomaat neerschoot ontketende de Nazi’s een ware terreur tegen Joden (november 1938). – Zogenaamd door oproerkraaiers gooiden ruiten in bij Joodse winkels, woningen, synagogen werden in brand gestoken en Joodse mensen gemolesteerd. 1890 • Kristalnacht 1870 Voorlopig dieptepunt 1960 Kristalnacht 9 november 1938 1910 1920 1930 1940 1950 • vernietigings- en werkkampen > KZ-lager 1900 – Massavernietiging van tegenstanders en rasonzuiveren door Einsatztroepen (SS) – Idee overgenomen op de Wannsee-conferentie (20 januari 1942) – Op zo’n efficiënt en grondig mogelijke wijze van vernietigen van de Joden (industriële vernietiging) 1890 • Opsluiting in Ghetto’s, KZ’s en/of deportatie waren slechts tijdelijke oplossingen • Oplossing kwam uit het Oosten 1870 Groot probleem: Het Jodenvraagstuk 1960 Weerzinwekkend resultaat • Ongeveer zes miljoen (aantal niet van belang) Joden vermoord • Maar ook zigeuners, homofielen, geestelijken lichamelijk gehandicapten