Hoofdstuk 2: Revolutie, razernij en reactie

advertisement
Kenmerk 41
Racisme en discriminatie die leidden tot
genocide, in het bijzonder op de Joden
Les 40 – Terreur en Rassenpolitiek
1900-1950 Wereldoorlogen
H9:§ 6: p232-4
1940
1950
Eerst vormde ze de lijfwacht van
De nazi-top; daarna werd de
organisatie zeer omvangrijk en machtig
1930
– Schutzstaffel ►
1920
• SS
1910
– Sturmabteilung ►
1900
• SA
1890
• In de Jaren Twintig kende de NSDAP twee
organisaties
1870
Terreur van Nazi’s
1960
1920
1930
1940
1950
– Nacht van de Lange Messen (1 juli 1934)
– Uitschakeling van de SA door de SS; SA leiders vermoord
– Gewone SA-ers moesten het leger in
1910
• De SS-er werd gezien als superieure mens, ras-Ariër. De
echte ariër was een Übermensch.
• De SA-man werd door hem met de nek aangekeken. Hij was
de “hersenloze” knokploeger. Maar de SA had veel mensen
en haar leider redelijke invloed. Hitler wilde deze invloed
verwijderen.
Gevolg:
1900
– Intern
1890
• Alle tegenstanders moeten worden
uitgeschakeld
1870
Terreur van Nazi’s
1960
1900
1910
– Communisten, socialisten, SA-ers, enz.
1890
• In de Jaren Dertig waren zij vooral bedoeld
om politieke tegenstanders op te sluiten en
veelal her op te voeden
1870
De Concentratiekampen
1920
– Ook buiten Duitsland kwamen er kampen
– Nu werden ook de genetisch “foute” mensen
weggeborgen
– In een later stadium werden deze mensen zelfs
vernietigd
1940
1930
• Vanaf het begin van de oorlog veranderde het
karakter van de kampen
1950
1960
1400
1600
1650
• In sociaaleconomisch, cultureel en politiek opzicht
1550
– Bijzondere positie Joden in Europa
– Minderheid met ander geloof
– Discriminatie vanaf komst
1500
• Historische uitleg
1450
Wat is antisemitisme?
1700
1750
1800
1850
“Werelddominatie”
Franse gravure uit de 18e eeuw, die een kwaadaardige
veronderstelling uit de middeleeuwen verbeeldt.
De joden zouden het bloed van onschuldige kinderen
aftappen en drinken. (Bron: home.nordnet.fr)
Pogroms
1870
Antisemitisme in Duitsland
1890
1900
• Al vóór de komst van de
Nazi’s
• NSDAP aan de macht
1910
– Direct anti-joodse
maatregelen
1920
– Doel
1930
• isoleren der Joden in de
maatschappij om het
Arische ras te
beschermen tegen
vreemde smetten
1940
1950
– Wettelijke regels
– sociale dwang
– propaganda verder
opgevoerd
1960
Nuremberger wetten, 1935
1870
Anti-Joodse maatregelen
1890
1900
1910
1920
1930
1940
1950
1960
1920
1930
1940
1950
– Deportatie naar reeds bestaande kampen of
opsluiting in wijken
1910
• Verdere isolatie
1900
– Nadat een Joods-Duitse vluchteling in Parijs een
Duitse diplomaat neerschoot ontketende de Nazi’s
een ware terreur tegen Joden (november 1938).
– Zogenaamd door oproerkraaiers gooiden ruiten in bij
Joodse winkels, woningen, synagogen werden in
brand gestoken en Joodse mensen gemolesteerd.
1890
• Kristalnacht
1870
Voorlopig dieptepunt
1960
Kristalnacht
9 november 1938
1910
1920
1930
1940
1950
• vernietigings- en werkkampen > KZ-lager
1900
– Massavernietiging van tegenstanders en
rasonzuiveren door Einsatztroepen (SS)
– Idee overgenomen op de Wannsee-conferentie
(20 januari 1942)
– Op zo’n efficiënt en grondig mogelijke wijze van
vernietigen van de Joden (industriële vernietiging)
1890
• Opsluiting in Ghetto’s, KZ’s en/of deportatie
waren slechts tijdelijke oplossingen
• Oplossing kwam uit het Oosten
1870
Groot probleem:
Het Jodenvraagstuk
1960
Weerzinwekkend resultaat
• Ongeveer zes miljoen (aantal niet van
belang) Joden vermoord
• Maar ook zigeuners, homofielen, geestelijken lichamelijk gehandicapten
Download