Genetica in de huisartspraktijk Marieke Bronk, physician assistant i.o Klinische Genetica, AMC Astrid Kodde, huisarts Genetica …voor de huisarts?!? • • • • • • • We zien veel ptn Met veel verschillende aandoeningen In verschillende situaties (bv pre-conceptioneel) We zien familieverbanden We hebben ‘n pluis/ niet pluis gevoel We hebben (straks?) kennis om te herkennen We kunnen verwijzen (poortwachter) We kunnen er niet omheen • Genetica ontwikkelingen • Toepasbaarheid • Wat willen jullie weten? • Vragen uit de praktijk? Wat willen huisartsen weten? Onderwijsbehoeften 1. Herkennen van signalen die mogelijk een indicatie zijn v/e erfelijke component v/e ziekte 2. Verwijsindicaties naar klinisch genetische centra 3. Kennis van de mogelijkheden en beperkingen van genetische testen Houwink et al, 2012 Plan Inleiding Casuïstiek Obv jullie casuistiek Oncogenetica Cardiogenetica Dragerschapstesten (pre-conceptioneel) http://www.nature.com/nature/journal/v470/n7333/fig_tab/nature09764_F2.html James Dewey Watson en Francis Harry Crick (nobelprijs 1953) DNA: de basis voor erfelijkheid - 2 in elkaar gedraaide stringen - basenparen gekoppeld door waterstof moleculen: adenine – thymine (A – T) guanine – cytosine (G – C) ED Green et al. Nature 470, 204-213 (2011) doi:10.1038/nature09764 Erfelijkheid Mutatie 20 tot 25.000 genen Indien mutatie aandoening/verhoogde kans op aandoening Eén van beide ouders is drager/heeft de aandoening: in iedere zwangerschap kans van 50% op kind met deze aandoening Zowel bij jongens als bij meisjes Beide ouders moeten drager zijn om een kind met AR aandoening te krijgen Als beide ouders drager zijn: in iedere zwangerschap kans van 25% op kind met deze aandoening Zowel bij jongens als bij meisjes Geslachtsgebonden recessief erfelijk • Gen met mutatie ligt op X-chromosoom • Draagster heeft naast ‘afwijkend’ X-chromosoom, een ‘normaal’ Xchromsoom ter compensatie • Als moeder is draagster: in iedere zwangerschap kans van 25% op zoon met deze aandoening • Aandoening alleen bij jongens, meisjes zijn draagster Multifactoriele aandoening • Meerdere factoren spelen een rol bij het ontstaan van de aandoening • Factoren: genetisch, maar ook omgevingsfactoren http://www.brusselsgenetics.be Meer informatie erfelijkheid • www.erfelijkheid.nl • www.erfelijkheidinbeeld.nl Casuïstiek • Groep 4-5 mensen • Hier terug voor nabespreken om… Stambomen Wanneer denken we aan erfelijke kanker? • Meerdere personen binnen familie met zelfde soort kanker • Jonge leeftijd • Meerdere generaties (dominante overerving) • Combinaties van kanker • Meerdere primaire (bilaterale) tumoren bij 1 persoon Erfelijke vormen van kanker of familiair voorkomen Prostaatkanker Longkanker Alvleesklierkanker Testiskanker (HOXB13) (EGFR) Nierkanker BHD, VHL, Cowden, SDHB Maagkanker CDH-1 Melanomen (FAMMM) CDKN2A Paragangliomen/feochromocytomen SDHD, SDHB, SDHC Erfelijke vormen van kanker Borstkanker Erfelijke borst- eierstokkanker BRCA1 en 2 gen Cowden syndroom Li Fraumeni (like) Peutz Jeghers syndroom Fam. Maagcarcinoom (lobulaire vorm) (laag risicogen PTEN P53 STK11 CDH1 CHEK2) Darmkanker Lynch syndroom (HNPCC) Polyposis syndromen, FAP/AFAP/MAP MLH1, MSH2, MSH6, PMS2 APC, MYH Peutz Jeghers syndroom Juveniele polyposis STK11 gen BMPR1a, PTEN,SMAD4 (Familiaire darmkanker / FCC, Familiair Colon carcinoom) Erfelijke borst/eierstokkanker Casus 2 • Mevrouw Weels, 32 jaar, moeder van 2 kinderen, Sandra 4 jaar en Arianne 7 jaar, bezoekt uw spreekuur vanwege een pijnlijke plek in de linkerborst. Deze is sinds enkele dagen aanwezig. Het laatste jaar heeft ze dit vaker gehad, maar meestal was dit na een paar dagen verdwenen. U onderzoekt haar: geen bijzonderheden. Casus 2 (vervolg) Bij doorvragen blijkt mevrouw zich vooral zorgen te maken sinds haar nichtje (dochter van broer vader) borstkanker op 35-jarige leeftijd kreeg, nu ruim een jaar geleden. Een tante (zus van vader) kreeg borstkanker op 43-jarige leeftijd; 8 jaar later kwam de ziekte terug in haar andere borst. Een andere tante (zus van vader), zou op 32-jarige leeftijd aan borstkanker zijn overleden. Oma is overleden aan kanker (72 jaar), ‘iets in de buik’, later kreeg zij leverkanker. 1. Hoe groot is het populatierisico op borstkanker? 2. Wat zijn de belangrijkste risicofactoren voor borstkanker? 3. D.m.v. een stamboom is informatie uit de fam VG inzichtelijk te maken; teken de stamboom van Mw. Weels Antwoord 1:Populatierisico: 10-13% Antwoord 2: risicofactoren • • • • • • • • • • Familieverhaal vroege menarche (voor 11e) late eerste zwangerschap (na 35ste) geen borstvoeding geven late menopause pil hormoonsubstitutie Obesitas (BMI>35, na menopause vooral) Alcohol roken Vervolg casus Mammografie: geen afwijkingen. Mevrouw bezoekt drie weken later n.a.v. een tv-programma over borstkanker opnieuw uw spreekuur. Daarin werd o.a. het volgende gezegd: ‘…Wanneer borstkanker in de familie voorkomt is het vaak erfelijk’. Ze is nu extra ongerust. Zij wil een DNA-test. U verwijst haar naar een Klinisch Genetisch centrum. 4. Hoe vaak is mammacarcinoom erfelijk? 5. Wanneer moet u aan erfelijk mammacarcinoom denken? 6. Wanneer (indicaties en wat is juiste timing) stuurt u door naar de afdeling klinische genetica? Hoe vaak erfelijk? totale incidentie mammaca 13.000 p/j 5-8% erfelijk 10% familiair 85% niet-erfelijk Syndroom chrom, gen Borst/eierstokkanker idem chr17, BRCA1 chr13, BRCA2 Cowden syndroom Li-Fraumeni syndroom chr10, PTEN chr17, p53 (laag risico genen CHEK2) Verwijzing borst-eierstokca • • • • Mammacarcinoom bij één eerstegraads verwant onder het 40e jaar. Bilateraal mammaca, waarvan 1 < 50 Ovarium/tubacarcinoom man met mammacarcinoom • Twee of meer eerstegraads verwanten met mammacarcinoom gediagnosticeerd voor het 50e jaar. 1 Mammaca en 1 ovariumca in dezelfde tak van de familie 1 Prostaatkanker onder het 60e jaar en 1 mammacarcinoom onder het 50e jaar in dezelfde tak van de familie • • • Drie of meer eerste- en tweedegraads verwanten met mammacarcinoom, waarvan tenminste één tumor voor het 50e jaar www.oncoline.nl Moment van verwijzen? Meestal geen spoed, wel ‘spoed’ bij: Belang voor behandeling van de patiënt Sparende versus niet sparende behandeling Eventueel combineren met preventief handelen, bv. contralaterale (secundair preventieve) amputatie Verwacht overlijden Zeker stellen DNA van aangedaan persoon, eventueel via pakketje voor bloedafname Opmerking: Er is meestal geen ‘geschikt moment’ Alleen minder ongeschikte momenten Patiënt heeft vaak neiging tot òf haast maken òf juist uitstellen. Beide kan nadelig zijn. Vervolg casus • Na enkele weken ontvangt u bericht van de klinisch geneticus. Op basis van de opgevraagde medische gegevens zijn er in de familie duidelijke aanwijzingen voor erfelijke borst- eierstokkanker. Bij de oma van mevrouw bleek sprake van borstkanker én eierstokkanker. • Er is een indicatie voor DNA-diagnostiek van de borstkankergenen DNA diagnostiek bij wie? DNA-diagnostiek Bij (jongst) aangedane persoon Indien bij aangedane persoon geen mutatie, dan geen verder DNAdiagnostiek in de familie Bedenk: bij 3 vrouwen met mammaca in familie < 15% kans op vinden BRCA-mutatie Deze familie ongeveer 40% kans op vinden mutatie Bij niet aangedane persoon kun je wel bewijzen dat zij/hij een mutatie heeft, maar niet dat hij/zij geen draagster is van een bij de huidige stand van wetenschap niet aantoonbare mutatie. Vervolg casus Een aantal maanden later: Bij het aangedane nichtje is met DNA-diagnostiek een mutatie gevonden in het BRCA1 gen. Het is nu ook mogelijk geworden om bij andere familieleden DNAdiagnostiek te verrichten. 7. Mw. Weels vraagt je advies over het al dan niet doen van een DNA test, wat zeg je over voor- en nadelen van genetisch onderzoek? Voor- en nadelen voorspellende DNA-onderzoek •Voordelen: -Weten waaraan je toe bent - Wel of geen drager - Beleid o.a. preventieve opties, rond kinderwens - Gevolgen voor kinderen, familie •Nadelen: -Weten waaraan je toe bent - Psychische belasting (schuldgevoel) Gevolgen voor kinderen, familie Verzekeringen (levensverzekering) Nieuwe onzekerheid door onduidelijke uitkomst Prenatale/ pre-implantatie diagnostiek 51 www.thuisarts.nl http://www.humanfirstivf.nl/pre-implantatie-genetische-diagnostiek/pgd Vervolg casus Mevrouw besluit na overleg met u en met het klinisch genetisch centrum, waarbij de counseling ook een psychosociaal medewerker betrokken is, tot DNA-diagnostiek. Na 2 maanden krijgt zij te horen dat ze draagster is van de familiaire BRCA-1 mutatie. Consequenties dragerschap mutatie BRCA1/2? - Kans op kanker? - Screening? Consequenties mutatie • Bij bewezen draagsterschap BRCA1 of BRCA2 mutatie: – mammaca voor het 70-ste levensjaar – ovariumca voor het 70-ste levensjaar • 30%-65% BRCA1 • 5%-20% BRCA2 • (2e mammacarcinoom max. 60%) 60-80% • Mannen met bewezen dragerschap BRCA1/2: - kleine kans mammaca (BRCA2: 7%) - Verhoogd risico prostaatca op relatief jongere leeftijd