Geslachtsgebonden overerving door een eigenschap op het (vrouwelijk) X-chromosoom Kenmerken, dragersschap onderzoek, voorbeelden Van ongeveer driehonderd erfelijke aandoeningen ligt de afwijkende eigenschap op het X-chromosoom, het vrouwelijk geslachtschromosoom. Bekend zijn aandoeningen als kleurenblindheid, bloederziekte, de spierziekte van Duchenne en bepaalde vormen van zwakzinnigheid. Bij al deze ziekten zijn voornamelijk mannen aangedaan. Afbeelding X en Y chromosoom Kenmerken van geslachtsgebonden overerving De aandoening komt vrijwel alleen bij mannen voor. Indien een man een X-chromosoom met een afwijkende eigenschap (XA) van zijn moeder krijgt overgerfd, zal het Y-chromosoom dat hij van zijn vader krijgt die fout niet kunnen compenseren: het Y-chromosoom bevat geheel andere erfelijke eigenschappen dan het X-chromosoom. De aandoening wordt meestal overgedragen door gezonde vrouwen, die draagster zijn. Zij hebben naast een normaal X-chromosoom een Xchromosoom met de afwijkende erfelijke eigenschap (XA), maar dit laatste geeft meestal geen of nauwelijks afwijkingen. Voor zoons van een draagster bestaat een kans van 50% om de betreffende aandoening (XAY) te krijgen en een kans van 50% om gezond te zijn (XY). Voor aangedane mannen geldt: - hun zoons zijn gezond (zij krijgen het Ychromosoom van hun vader) - hun dochters zijn meestal gezond, maar altijd draagster, omdat zij het X-chromosoom met de afwijkende eigenschap van hun vader krijgen. Voor dochters van een draagster is er 50% kans draagster te zijn (XAX) en 50% kans geen draagster te zijn (XX). Dochters zullen echter gezond zijn, omdat draagsterschap meestal geen ziekteverschijnselen geeft. - In ongeveer een derde van de gevallen van een X-erfelijke aandoening zal het een 'eerste' geval in een familie betreffen, veroorzaakt door een verandering (mutatie) in één of meer geslachtscellen. - In de stamboom ziet men dat in opeenvolgende generaties de aandoening steeds vrijwel uitsluitend bij mannen voorkomt, overgedragen door meestal gezonde draagstervrouwen. Overdracht van de aandoening van man op man komt niet voor. Dragerschapsonderzoek Bij aandoeningen die geslachtsgebonden overerven, leidt het stellen van de diagnose dus vaak tot de vraag wie in een familie draagster kunnen zijn. Dragerschapsonderzoek zal deels gebeuren door te kijken naar kenmerken van de betrokken aandoening bij mogelijke draagsters, zoals zussen van een patiënt, zussen van de moeder van een patiënt, enz. Prenatale diagnostiek van Xgebonden aandoeningen is vooral met grote nauwkeurigheid mogelijk, als de aandoening door middel van DNA-onderzoek aantoonbaar is. Voorbeelden van X-gebonden erfelijke craniofaciale aandoeningen - De X-gebonden erfelijke hydrocefalie, een vorm van waterhoofd met geestelijke achterstand bij mannen. Soms staat uitsluitend de geestelijke achterstand op de voorgrond. Bij draagstervrouwen kan soms een lichte geestelijke achterstand bestaan. - X-gebonden vormen van bepaalde hersen/aangezichtsafwijkingen, zoals holoprosencefalie.