Opdrachten en bronnen - De Alpen- natuurlandschap

advertisement
Oriënteren op
ontwerpen
De Alpen- natuurlandschap
Elbrig de Vries
490482
Inhoudsopgave:
Inleiding ......................................................................................................................................................... 2
Analyse:......................................................................................................................................................... 3
Wat mist: .................................................................................................................................................... 5
Toekomst: .................................................................................................................................................. 6
Doelen: .......................................................................................................................................................... 7
Leerdoel 1: ................................................................................................................................................. 7
Leerdoel 2: ................................................................................................................................................. 8
Leerdoel 3: ................................................................................................................................................. 9
Opdrachten en bronnen: ............................................................................................................................. 10
Opdracht 1: .............................................................................................................................................. 10
Opdracht 2: .............................................................................................................................................. 11
Opdracht 3: .............................................................................................................................................. 12
Verantwoording (toelichting voor docenten): .............................................................................................. 13
Toelichting keuzes: .................................................................................................................................. 13
Lay- out en kwaliteit: ................................................................................................................................ 13
Opdrachten: ............................................................................................................................................. 13
Bronnen: .................................................................................................................................................. 14
Implementatiefase: .................................................................................................................................. 14
Evaluatiefase: .......................................................................................................................................... 15
Peer review: ............................................................................................................................................. 15
Toelichting: ........................................................................................................................................... 17
Toelichting: ........................................................................................................................................... 20
Link naar de website: .................................................................................................................................. 21
Bibliografie................................................................................................................................................... 22
1
Inleiding
Dit verslag en bijbehorende website heb ik ontwikkeld vanuit het vak Oriënteren op
Ontwerpen. De paragraaf die ik uitgekozen heb, heeft een fysisch- geografisch thema.
Dit thema, verwering en erosie, bleek een flinke uitdaging te zijn voor mij.
Het is een creatief proces geweest waarbij ik regelmatig vastliep, feedback vroeg en
opnieuw begon. Ik heb ontzettend veel geleerd over ontwerpen, creëren, doelen stellen,
analyseren en vormgeven. De website is hier het eindproduct van en dit verslag de
bijbehorende verantwoording, veel leesplezier!
2
Analyse:
Geografisch analysemodel
Wat staat er in de
paragraaf over
gebied(en)?
Genese
-
Planning
-
Economische aspecten
N.v.t.
Politieke aspecten
N.v.t.
Sociaal culturele aspecten
N.v.t.
Bodemkundige aspecten
De schollen of platen liggen niet stil, ze
bewegen. Dit doen ze al sinds het
ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaar
geleden.
Pangea 225 miljard jaar geleden
De vorming van jonge gebergten 50
miljoen jaar geleden.
Het proces van verwering en erosie zal
op den duur tot steeds bredere spleten
en het afbrokkelen van gesteente
leiden.
Flora & Fauna
De platen kunnen uit elkaar bewegen,
langs elkaar glijden en op elkaar
botsen. Bij het botsen ontstaan
gebergten.
- Door verwering en erosie worden
gebergten steeds vlakker en de dalen
steeds breder.
Overdag smelt de sneeuw in de bergen door de
warmte van de zon. Het water stroomt in de
spleten van het gesteente van de bergen. ’s
Nachts als de temperatuur daalt, bevriest het
water. Het water zet uit en daardoor scheurt het
gesteente (vorstverwering).
N.v.t.
Interne relaties
N.v.t.
Klimatologische aspecten
Externe relaties
-
-
De botsing van de Afrikaanse plaat en
de Euraziatische plaat, vormde de
Alpen.
- De werking van verwering en erosie
(exogene krachten, dus extern) op het
gebergte (het gebied, dus intern).
Omvang/grenzen
De Alpen overstrekken ongeveer een lengte
van 1100 kilometer. De gemiddelde breedte is
150 tot 200 kilometer. Ze vormen een
scheidingsmuur tussen Noord- en Zuid- Europa.
Welke type kennis staat centraal bij het bovenstaande?
- De lesstof in deze paragraaf is voornamelijk fysische geografie. Hierdoor staan de
bodemkundige aspecten dus ook logischerwijs centraal.
3
Denken & Doen
Beschrijf de
inhoudelijke kennis
bij ‘denken’
Feiten
-
-
Chronologieën
-
Oorzaak-gevolgrelaties
-
-
Beschrijf de
inhoudelijke kennis
bij ‘doen’
Gebeurtenissen
-
Principes/generalisaties
-
Begrippen
-
Vakvaardigheden
Algemene
leervaardigheden
Sociale vaardigheden
-
De schollen of platen liggen niet stil,
maar bewegen.
De aarde is 4,6 miljard jaar geleden
ontstaan.
De Alpen zijn en voorbeeld van een
plooiingsgebergte.
In Europa zijn er drie perioden geweest
waarin gebergten zijn ontstaan.
Door verwering wordt het harde
gesteente verpulverd en valt het uiteen
in kleinere delen.
Door verwering en erosie worden
gebergten steeds vlakker en de dalen
steeds breder.
Platen lage eerst aan elkaar vast.
Vervolgens gingen deze platen
bewegen en op verschillende plaatsen
ook botsen. Hierdoor ontstonden
gebergtes die vervolgens weer
afgevlakt worden door verwering en
erosie.
Het verschil in uiterlijk tussen oudereen jonge- gebergten (het gevolg) en de
oorzaak hiervoor: de exogene krachten
die op de oudere gebergtes uitgeoefend
worden.
Sneeuw smelt, water stroomt in de
spleten en ’s nachts bevriest het water.
Hierdoor brokkelt het gesteente steeds
verder af. Vorstverwering als oorzaak
van afbrokkeling, het gevolg.
Het uit elkaar vallen van Pangea.
De vorming van gebergten door
botsingen van platen.
Gletsjers, rivieren, de zee of de wind
nemen verweringsmateriaal mee naar
andere plekken. Tijdens dit transport
wordt het landschap verder afgebroken.
Endogene- en exogene krachten.
Verwering en erosie
Plooiingsgebergte en hooggebergten
Topografische namen
Schollen of platen
Het aflezen en gebruiken van kaarten
Een legenda af kunnen lezen
Een koppeling kunnen maken tussen
de theorie en de gegevens uit bronnen.
Tabellen en grafieken aflezen
Lesstof gebruiken om vragen te
beantwoorden (begrijpend lezen).
N.v.t.
4
Welke type kennis staat centraal bij het bovenstaande?
- De paragraaf bestaat uit alle typen kennis. De paragraaf behandeld voornamelijk de
processen van endogene- en exogene krachten. Hierdoor hebben de oorzaakgevolgrelaties de overhand.
Voorkennis
Beschrijf de
voorkennis die de
leerling zou moeten
hebben of zou
moeten kunnen
hebben.
Uit de methode
Van de basisschool
Uit de media
In de eerst alinea van de paragraaf wordt
beschreven dat de leerlingen in klas 1 geleerd
hebben dat er door endogene krachten breuken
in de aardkorst zijn ontstaan.
- ‘Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je
weer en klimaat kunt beschrijven met
behulp van temperatuur, neerslag en
wind.
- Kerndoel 46: De leerlingen leren dat de
positie van de aarde ten opzichte van
de zon, seizoenen en dag en nacht
veroorzaakt.
- Kerndoel 49: De leerlingen leren over
de mondiale ruimtelijke spreiding van
bevolkingsconcentraties en
godsdiensten, van klimaten,
energiebronnen en van
natuurlandschappen zoals vulkanen,
woestijnen, tropische regenwouden,
hooggebergten en rivieren.
- Kerndoel 50: De leerlingen leren
omgaan met kaart en atlas, beheersen
de basistopografie van Nederland,
Europa en de rest van de wereld en
ontwikkeling een eigentijds geografisch
wereldbeeld’ (Leerplanontwikkling,
2006).
- Via het nieuws of bijvoorbeeld uit
documentaires, zouden leerlingen een
beeld kunnen ontwikkelen over
gebergtevorming en bijkomende
processen.
Wat mist:
-
-
-
In de paragraaf wordt niet ingegaan op de uitwerking die planten hebben bij de factor verwering.
De paragraaf besteed alleen aandacht aan vorstverwering, maar de flora en fauna ontbreekt. Dit
is wel een belangrijk onderdeel (ook voor de beeldvorming van leerlingen) om te behandelen en
als voorbeeld te benoemen.
De begrippen verwering en erosie worden behandeld, maar de informatie over dat dit niet overal
even snel gaat, blijft achterwege. Ik zou hier (kort en oppervlakkig) ingaan op het verschil in
hardheid van gesteentes.
Bij de generalisatie over het transport van verweringsmateriaal wordt het proces zeer beknopt
behandeld. Hierbij wordt niet ingegaan op datgene wat ze meenemen en op welke manier. In
mijn lessen zou ik hier meer aandacht aan besteden.
5
Toekomst:
In de eindtermen voor de VWO leerlingen komen de processen uit deze paragraaf duidelijk terug.
‘Exogene processen beschrijven en hun invloed op de vorming van het aardoppervlak verklaren.
Deze exogene processen in twee stroomgebieden ( in de gematigde en de aride zone) vergelijken en
de verschillen verklaren’ (Syllabus Aardrijkskunde VWO, 2015).
Om deze reden is het belangrijk dat de leerlingen in het tweede leerjaar al een basis kennis over dit
thema opdoen.
6
Doelen:
Leerdoel 1:
Specifiek
Wat willen ik bereiken?
Wie is erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom willen we dit
bereiken?
Meetbaar
Acceptabel
Hoeveel?
Is er voldoende draagvlak?
Leidt dit doel tot resultaat?
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Zijn de inspanning niet te
hoog/ te laag?
Tijdsgebonden
De volgende
onderdelen zijn
genoemd
Geografische
werkwijze
Staan de inspanningen in
relatie met het resultaat?
Wanneer moet het bereikt
zijn?
De leerling
Het handelingswerkwoord
Het leerstofelement
De minimumeis
Het te gebruiken leermiddel
Dat de leerlingen zelf bronnen kunnen vinden
over andere vormen van verwering (naast
vorstverwering) en hier de symptomen in kunnen
herkennen.
De leerlingen
Bij de leerling thuis
Tijdens de zelfwerkzaamheid na afloop van de
les.
Omdat in de paragraaf alleen vorstverwering
behandeld wordt, maar in de eindtermen zowel
de mechanische als de chemische verwering
beschreven staat.
Minimaal 2 bronnen en vormen van verwering.
N.v.t.
Ja, leerlingen krijgen zicht op andere vormen van
verwering en kunnen deze herkennen in bronnen.
Ja
Nee
Ja, de inspanningen zijn bij het vinden van de
bronnen en het herkennen, zijn het resultaat.
Voorafgaande aan de volgende les.
x
Herkennen
Verschillende vormen van verwering
Minimaal 2 bronnen en 2 vormen van verwering
De leerlingen moeten zelf bronnen zoeken op het
internet.
Relaties leggen tussen het bijzondere en het algemene: Leerlingen krijgen kennis
toegereikt in de uitleg over verschillende vormen van verwering (het algemene).
Vervolgens moeten de leerlingen zelf de vormen herkennen in hun bronnen (het
bijzondere).
Taxonomie van
Bloom
Doel:
Analyseren: leerlingen moeten de vormen van verwering herkennen in de
bronnen en de relatie hiertussen achterhalen.
Voor de volgende les hebben de leerlingen minimaal 2 bronnen bij 2 vormen van
verwering gezocht en de bijbehorende kenmerken hierin herkent en beschreven.
Andere keuzen
t.o.v.
geanalyseerde
paragraaf.
In de paragraaf wordt alleen vorstverwering besproken. Ik wil dat de leerlingen
ook kennis hebben van de andere vormen van verwering. Ik vind het belangrijk
dat leerlingen zelf deze bronnen kunnen vinden en de kenmerken kunnen
herkennen. Dit omdat in de eindtermen zowel de chemische- als de mechanische
verwering beschreven staan.
7
Leerdoel 2:
Specifiek
Wat willen ik bereiken?
Wie is erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom willen we dit
bereiken?
Meetbaar
Hoeveel?
Acceptabel
Is er voldoende draagvlak?
Leidt dit doel tot resultaat?
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Zijn de inspanning niet te
hoog/ te laag?
Staan de inspanningen in
relatie met het resultaat?
Tijdsgebonden
De volgende
onderdelen zijn
genoemd
Geografische
werkwijze
Taxonomie van
Bloom
Doel:
Andere keuzen
t.o.v.
geanalyseerde
paragraaf.
Wanneer moet het bereikt
zijn?
De leerling
Het handelingswerkwoord
Het leerstofelement
De minimumeis
Het te gebruiken leermiddel
Dat leerlingen de vorm van verwering kunnen
verklaren aan de hand van de aanwezige
klimatologische omstandigheden.
De leerlingen
In de klas
Tijdens de les
Omdat de relatie tussen verwering en
klimaatomstandigheden beschreven staat in de
eindtermen. Hiernaast is het belangrijk, omdat
leerlingen hierdoor de koppeling tussen theorie
en voorkomen inzichtelijk wordt.
Voor drie gebieden kunnen verklaren welke vorm
van verwering een rol speelt en waarom.
N.v.t.
Ja, doordat de leerlingen met behulp van de twee
kaarten specifiek naar deze factoren kijken, leren
ze deze steeds meer de samenhang te zien.
Hierdoor leren de leerlingen dit steeds meer te
verklaren.
Ja, met behulp van de kaarten
Nee
Ja, hierdoor kan de leerling de vorm van
verwering verklaren a.d.h.v. de
klimaatomstandigheden.
Binnen 2 weken
X
Verklaren
Vorm van verwering en klimaatomstandigheden
Drie willekeurige gebieden op de aarde
Kaarten uit bijvoorbeeld de Bosatlas. Een kaart
over klimaat en één over het voorkomen van
verschillende vormen van verwering.
Relateren
Analyseren
Aan het einde van deze lessenserie kunnen de leerlingen verklaren dat de
verweringsvorm (in de Alpen) voornamelijk bepaald wordt door de
klimaatomstandigheden.
In de paragraaf wordt niet ingegaan op de klimatologische omstandigheden die
de verweringsvorm bepalen. Dit aandachtspunt staat wel in de eindtermen
beschreven.
8
Leerdoel 3:
Specifiek
Wat willen ik bereiken?
Wie is erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom willen we dit
bereiken?
Meetbaar
Hoeveel?
Acceptabel
Is er voldoende draagvlak?
Leidt dit doel tot resultaat?
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Zijn de inspanning niet te
hoog/ te laag?
Tijdsgebonden
De volgende
onderdelen zijn
genoemd
Geografische
werkwijze
Taxonomie van
Bloom
Doel:
Andere keuzen
t.o.v.
geanalyseerde
paragraaf.
Staan de inspanningen in
relatie met het resultaat?
Wanneer moet het bereikt
zijn?
De leerling
Het handelingswerkwoord
Het leerstofelement
De minimumeis
Het te gebruiken leermiddel
Relateren
Dat leerlingen naast verwering ook de werking
van de drie vormen van erosie kunnen benoemen
(water, wind en ijs).
De leerlingen
Thuis
Tijdens deze lessenreeks
Omdat erosie naast verwering ook een
belangrijke exogene kracht is, die in de
eindtermen beschreven staat.
De leerlingen moeten per vorm een strip maken,
dus drie verschillende strips.
N.v.t.
Ja, door deze opdracht creëren de leerlingen een
eigen beeld bij elke vorm van erosie.
Ja
Nee
Ja, de inspanningen zijn gericht op het doel.
Aan het einde van deze lessenreeks
X
Benoemen, herkennen
De eroderende werking van water, wind en ijs.
Één strip per vorm
De uitleg in de les en de informatie op de site.
Analyseren
Aan het einde van deze lessenreeks, zijn de leerlingen in staat om met behulp
van de uitleg in de les en de informatie op de website, de relatie tussen de vorm
van erosie en uiterlijke kenmerken in een landschap weer te geven in een
stripverhaal.
Erosie wordt in de paragraaf helemaal aan het eind in een aantal regels
benoemd. De hoeveelheid informatie die daar gegeven wordt is niet toereikend en
ook in het werkboek wordt hier (bijna) geen aandacht aan besteed.
9
Opdrachten en bronnen:
Opdracht 1:
Voor de volgende les hebben de leerlingen minimaal 2 bronnen bij 2 vormen van verwering gevonden en
de bijbehorende kenmerken hierin herkent.
Opdracht 1: Bronnen bij verwering
In de les hebben we het gehad over verschillende soorten verwering. Deze verschillende soorten kun je
vinden in de onderstaande tabel.
Verweringsvorm:
Fysische verwering
Chemische verwering
Soort:
Vorstverwering (voorbeeld)
Groei van zoutkristallen
Drukontlasting
Door temperatuurverschillen
Plantenwortels
De werking van zuurstof
De werking van water
De werking van koolzuur (op kalksteen)
Je kiest twee verschillende soorten verwering (bijvoorbeeld plantenwortels en de werking van water).
Keuze 1:……………………………………………………
Keuze 2:……………………………………………………
Wanneer je twee vormen uitgekozen hebt, ga je vervolgens voor per soort twee bronnen zoeken. Denk
hierbij aan: foto’s, artikelen, schema’s, filmpjes etc.
Je verzameld dus uiteindelijk minimaal 4 bronnen (2 per verweringsvorm).
Inleveren:
Je levert je bronnen in via het formulier onder het tabblad opdrachten inleveren op de website.
Bronnen:
- Bij deze opdracht verzamel je zelf de bronnen.
10
Opdracht 2:
Aan het einde van deze lessenserie kunnen de leerlingen verklaren dat de verweringsvorm (in de Alpen)
voornamelijk bepaald wordt door de klimaatomstandigheden.
Opdracht 2: Filmpje maken
De vorige les hebben we het gehad over verschillende vormen van verwering. Als huiswerkopdracht
hebben jullie vervolgens bronnen gezocht bij verschillende vormen van verwering.
Maak groepjes van 3 met medeleerlingen die dezelfde vormen van verwering hebben uitgekozen bij het
bronnen zoeken. Als dit niet helemaal uitkomt, maak dan een groepje waarin je een gezamenlijke vorm
uitkiest (gebruik eventueel onderstaand schema).
Namen groepsleden:…………………………………………………………………………………………….
Verweringsvorm: …………………………………………………………………………………………………
Vervolgens gaan jullie met je groepje een filmpje maken waarin je jullie verweringsvorm uitbeeld. Dit mag
op alle mogelijke manieren. De werking van de verweringsvorm op een gesteente moet duidelijk worden
uit jullie filmpje. Laat in je filmpje ook de (typerende) klimaatomstandigheden bij jou verweringsvorm
terugkomen.
Inleveren:
Wanneer het filmpje klaar is zet je het op de ELO, zodat we het de volgende les kunnen bekijken met de
klas.
Bronnen:
- Een schema met vormen van verwering waaruit je kunnen kiezen.
- Ook bij deze opdracht maak je je eigen bron, het filmpje.
- Voor extra uitleg en beeldmateriaal kun je terecht op de website (onder kopje bronnen).
Verweringsvorm:
Fysische verwering
Chemische verwering
Soort:
Vorstverwering
Groei van zoutkristallen
Drukontlasting
Door temperatuurverschillen
Plantenwortels
De werking van zuurstof
De werking van water
11
Opdracht 3:
Aan het einde van deze lessenreeks, zijn de leerlingen in staat om met behulp van de uitleg in de les en
de informatie op de website, de relatie tussen de vorm van erosie en uiterlijke kenmerken in een
landschap weer te geven in een stripverhaal.
Opdracht 3: Stripverhaal maken
In de les en op de website heb je uitleg gekregen over erosie en de drie verschillende vormen daarbij
(water, wind en ijs).
Als huiswerk ga je drie korte stripverhalen maken. Een voor water, één voor wind en één voor ijs.
In elke strip probeer je de relatie tussen het uiterlijk van een landschap en de vorm van erosie weer te
geven. Probeer ook na te denken over de omgeving waar de erosie plaats vind (klimaat, bebouwing, nat
of droog, cultuur, etc.).
Je kan eventueel de plaatjes uit de quiz onder het tabblad erosie- bronnen als voorbeeld gebruiken.
Gebruik je creativiteit en de informatie uit de les en van de website. De volgende les gaan we de strips
met elkaar bespreken.
Inleveren:
Lever je stripverhalen voor de volgende les in via het formulier onder het tabblad opdrachten inleveren op
de website.
Bronnen:
- Je kan de quiz onder het kopje erosie- bronnen gebruiken als voorbeeld.
- Verder heb je de uitleg in de les en de informatie op de website tot je beschikking.
12
Verantwoording (toelichting voor docenten):
Toelichting keuzes:
Leerdoel 1: Voor de volgende les hebben de leerlingen minimaal 2 bronnen bij 2 vormen van verwering
gevonden en de bijbehorende kenmerken hierin herkent.
Opdracht: Bronnen zoeken
Leerdoel 2: Aan het einde van deze lessenserie kunnen de leerlingen verklaren dat de verweringsvorm
(in de Alpen) voornamelijk bepaald wordt door de klimaatomstandigheden.
Opdracht: Filmpje maken
Leerdoel 3: Aan het einde van deze lessenreeks, zijn de leerlingen in staat om met behulp van de uitleg
in de les en de informatie op de website, de relatie tussen de vorm van erosie en uiterlijke kenmerken in
een landschap weer te geven in een stripverhaal.
Opdracht: Stripverhaal maken
Ik heb ervoor gekozen om de koppeling tussen doel en opdracht al zoveel mogelijk in het doel te
benoemen. Hierdoor wordt een doel naar mijn mening tastbader. Als ik naar mijzelf kijk vind ik het vaak
lastig om bijvoorbeeld een lesdoel op het instituut te koppelen aan waar ik mee bezig ben. Als in dat doel
al gelijk zichtbaar wordt waar en op welke manier ik met dat doel bezig zal zijn, is het gelijk tastbader. Dit
is ook voor leerlingen een belangrijk punt. ‘Om ten opzichte van de leerlingen voldoende duidelijk en
concreet te zijn, is het van belang dat docenten weten wat de kern van hun les is. Om leerlingen te
bereiken, moet de leskern voor leerlingen volstrekt duidelijk zijn’ (Ebbens & Ettekoven, 2013, p. 52)
Hiernaast vind ik het persoonlijk altijd nuttig en leuk om de leerlingen op een creatieve manier met de
lesstof te laten werken. Binnen deze opdrachten kunnen zij de lesstof op hun eigen manier verwerken en
‘ezelsbruggetjes’ maken. Hiernaast geeft het mij ook (visueel) inzicht in het denken van de leerling. Als
een leerling iets nog niet helemaal snapt of ‘verkeerde’ koppelingen maakt, dan is dat direct zichtbaar in
zijn of haar opdracht. ‘De docent kan aanvullingen geven of adequaat reageren op overduidelijke
misconcepties die bij uitsluitend ‘verbaal’ vragen stellen vaak verborgen blijven’ (Ebbens & Ettekoven,
2013, p. 103).
Lay- out en kwaliteit:
De lay- out van mijn website is naar mijn mening rustig en overzichtelijk. Ik heb hier bewust voor gekozen,
omdat ik de focus wilde leggen op de informatie en het nut van de website. Wanneer ik bijvoorbeeld veel
tierlantijntjes, grote foto’s en veel tekst had gebruikt, zou de pagina een hele andere indruk geven.
Ik hou zelf van structuur en overzicht en dit is iets wat ik mijn leerlingen ook zoveel mogelijk wil bieden.
Hiernaast heb ik ook bewust gekozen voor de tabblad. Een rustig overzicht van hoofdkopjes, met
tabbladen naar specifieke thema’s. Met deze opzet verwacht ik dat leerlingen de website goed kunnen
gebruiken en weten waar ze wat kunnen vinden. Hierdoor kunnen zij zich richting op de opdracht en gaat
er geen tijd verloren aan onduidelijkheden.
Door veelvuldig de teksten te controleren, te herlezen en ook door andere te laten lezen, denk ik dat de
website geen spel- of grammaticale fouten bevat.
Opdrachten:
Het bedenken en formuleren van de opdrachten is een zoektocht geweest voor mij. Het was een proces
van brainstormen, schrijven, weghalen, herschrijven en aanpassen. Hierdoor werd ik (naast gefrustreerd)
ook geïnspireerd om verder te denken en andere invalshoeken te gebruiken.
Naast de taxonomie van Bloom heb ik ook gezocht naar andere literatuur die mij sturing kon geven in dit
proces. Hierbij kwam ik uit bij het creatief toepassen, een leeractiviteit van hogere orde leren. ‘De
leeractiviteit creatief toepassen is nodig om leerlingen de geleerde kennis te leren gebruiken in
‘onbekende’ situaties en daarmee kennis wendbaar te maken’ (Ebbens & Ettekoven, 2013, p. 29).
13
Door de leerlingen op een creatieve manier met de lesstof om te laten gaan, zullen zij in andere situaties
dit beter kunnen toepassen dan wanneer ze alleen de ‘droge’ lesstof hebben gehad. Leerlingen worden
door deze opdrachten geprikkeld om de stof te analyseren (taxonomie van Bloom) en vervolgens middels
de genoemde geografisch werkwijze te verwerken.
De opbouw in de bronnen zit naast de hoeveelheid ook in de mate van denken. Bij de eerste opdracht
moeten de leerlingen zelf bronnen zoeken om deze bij de volgende opdracht te gebruiken. Bij die tweede
opdracht moeten de leerlingen uitbeelden wat er gebeurt bij het proces van verwering. Bij de laatste
opdracht moeten de leerlingen de relatie leggen tussen de werking van erosie en het effect daarvan. Bij
de tweede opdracht staat de werking van verwering centraal, maar bij de derde opdracht gaat het
vervolgens om het proces. Door deze opbouw verwacht ik dat de leerlingen uiteindelijk op een andere,
hogere denkwijze met bronnen om kunnen gaan.
Bronnen:
De bronnen die ik geselecteerd heb zijn voornamelijk filmpjes. Ik heb deze filmpjes gekozen, omdat ik
vind dat ze een verhelderende en gestructureerd toevoeging op de uitleg kunnen zijn voor leerlingen.
Ik heb alle filmpjes helemaal gekeken en vaak ook meerdere malen. Hierdoor heb ik gericht en
inhoudelijk gekeken naar de informatie die verstrekt werd. Deze informatie heb ik getoetst aan mijn eigen
kennis over dit onderwerp die ik heb verkregen bij het vak Geologie en Geomorfologie. Hiernaast heb ik
de bronnen ook met elkaar en met andere bronnen vergeleken om te kijken of de informatie uit de bron
overeen komt met informatie in andere bronnen.
Met deze aanpak heb ik gekeken naar de betrouwbaarheid van de bronnen en hierop mijn selectie
gemaakt.
Implementatiefase:
Toelichting over hoe de website gebruikt moet worden in de klas:
1. Hoe de docent moet begeleiden: De begeleiding vanuit de docent zal bestaan uit uitleg geven
over verwering en erosie. Vervolgens verschuift dit naar een meer sturende rol. Vanaf het
moment dat de leerlingen hun weg kunnen vinden op de website en over de benodigde informatie
beschikken, zal het voornamelijk zelfstandig werken zijn. De docent heeft dus uiteindelijk een
meer begeleidende rol.
2. Hoe de leerlingen aan het materiaal moeten werken: De leerlingen kunnen de opdrachten op de
website vinden. Vervolgens werken zij op school in een groepje aan het filmpje. De eerste en
derde opdracht zullen voornamelijk thuis gemaakt worden.
3. Met welke hulpmiddelen: De leerlingen gebruiken hun eigen bronnen, de website en de uitleg uit
de les.
4. Hoe lang er voor de opdrachten nodig is: De tijd die het maken van de opdrachten in beslag
neemt, is waarschijnlijk bij iedere leerling anders. De een is perfectionistisch en de ander zal het
eerder afraffelen. Alle leerlingen moeten de opdrachten voor het zelfde tijdstip (de volgende les)
inleveren. Mocht de gegeven tijd niet reëel zijn, dan is er ruimte voor de leerlingen om dit te
melden.
5. Wat het eindproduct is: Per opdracht is er een eindproduct. Bij opdracht één zijn dat vier bronnen,
bij opdracht 2 een filmpje en bij opdracht drie zijn dat de stripverhalen.
6. Voor welke type leerling deze opdracht wel en niet geschikt is: De opdrachten bieden naar mijn
mening veel ruimte voor interpretatie. Hierdoor zullen sommige leerlingen extra sturing nodig
hebben en anderen zullen helemaal los kunnen gaan met een creativiteit. Door de leerlingen ook
in groepsverband te laten werken, verwacht ik dat iedere leerling een bijdrage kan leveren. Door
deze opzet verwacht ik uiteenlopende producten waardoor misschien discussie op zal treden. Dit
laatste zal voor iedere type leerling een geschikt leermoment opleveren.
7. Een antwoordmodel: Bij alle drie de opdrachten maken de leerlingen een creatieve interpretatie
van de opdracht. Hierbij is het praktisch niet mogelijk om een antwoordmodel te ontwerpen. De
eisen die aan de opdrachten verbonden zijn, zijn genoemd in de uitleg bij de opdracht. De
producten moeten aan die eisen voldoen, maar hier is niet een concreet antwoordmodel van te
maken naar mijn mening.
14
Evaluatiefase:
De leeropbrengst van de opdrachten kan getoetst worden op kwaliteit en inhoud. Hoe uitgebreider het
product en hoe meer lesstof de leerling verwerkt, hoe hoger de leeropbrengst. Wanneer een leerling veel
tijd investeert in een product, dan zal de kennis die hij of zij daarbij opdoet hoger zijn.
De woorden herkennen, verklaren en de relatie weergeven, zijn begrippen die letterlijk terug kan zien in
de producten. Wanneer een leerling aankomt met bronnen die niet passen bij verweringsvormen, dan is
de leeropbrengst laag. Op het moment dat een leerling aankomt met een bron waarbij hij verschillende
kenmerken in het landschap aan kan wijzen, dan is de leeropbrengst hoger.
De kwaliteit van de filmpjes geeft ook weer hoe de leerlingen om gaan met de lesstof en de filmpjes zijn
ook weer een leerelement voor de rest van de klas.
Door de gemaakte producten te bespreken in de klas, kunnen de leerlingen en de docent feedback
geven. Deze feedback kan de basis zijn voor een volgende, verdiepende of verhelderende opdracht zijn.
Peer review:
Feedback van medestudent:
Analyse:
Geografisch analysemodel
Wat staat er in de
paragraaf over
gebied(en)?
Genese
-
Planning
-
Economische aspecten
N.v.t.
Politieke aspecten
N.v.t.
Sociaal culturele aspecten
N.v.t.
Bodemkundige aspecten
De schollen of platen liggen niet stil, ze
bewegen. Dit doen ze al sinds het
ontstaan van de aarde, 4,6 miljard jaar
geleden.
Pangea 225 miljoen jaar geleden
De vorming van jonge gebergten 50
miljoen jaar geleden.
Het proces van verwering en erosie zal
op den duur tot steeds bredere spleten
en het afbrokkelen van gesteente
leiden.
Flora & Fauna
De platen kunnen uit elkaar bewegen,
langs elkaar glijden en op elkaar
botsen. Bij het botsen ontstaan
gebergten.
- Door verwering en erosie worden
gebergten steeds vlakker en de dalen
steeds breder.
Overdag smelt de sneeuw in de bergen door de
warmte van de zon. Het water stroomt in de
spleten van het gesteente van de bergen. ’s
Nachts als de temperatuur daalt, bevriest het
water. Het water zet uit en daardoor scheurt het
gesteente (vorstverwering).
N.v.t.
Interne relaties
N.v.t.
Klimatologische aspecten
-
15
Externe relaties
-
De botsing van de Afrikaanse plaat en
de Euraziatische plaat, vormde de
Alpen.
- De werking van verwering en erosie
(exogene krachten, dus extern) op het
gebergte (het gebied, dus intern).
Omvang/grenzen
De Alpen overstrekken ongeveer een lengte
van 1100 kilometer. De gemiddelde breedte is
150 tot 200 kilometer. Ze vormen een
scheidingsmuur tussen Noord- en Zuid- Europa.
Welke type kennis staat centraal bij het bovenstaande?
- De lesstof in deze paragraaf is voornamelijk fysische geografie. Hierdoor staan de
bodemkundige aspecten dus ook logischerwijs centraal.
Denken & Doen
Beschrijf de
inhoudelijke kennis
bij ‘denken’
Feiten
-
Chronologieën
-
Oorzaak-gevolgrelaties
-
-
Beschrijf de
inhoudelijke kennis
bij ‘doen’
Gebeurtenissen
-
Principes/generalisaties
-
Begrippen
-
Vakvaardigheden
De schollen of platen liggen niet stil,
maar bewegen.
De aarde is 4,6 miljoen jaar geleden
ontstaan.
feit
Platen lage eerst aan elkaar vast.
Vervolgens gingen deze platen
bewegen en op verschillende plaatsten
ook botsen. Hierdoor ontstonden
gebergtes die vervolgens weer
afgevlakt worden door verwering en
erosie.
Het verschil in uiterlijk tussen oudereen jonge- gebergten (het gevolg) en de
oorzaak hiervoor: de exogene krachten
die op de oudere gebergtes uitgeoefend
worden.
Sneeuw smelt, water stroomt in de
spleten en ’s nachts bevriest het water.
Hierdoor brokkelt het gesteente steeds
verder af. Vorstverwering als oorzaak
van afbrokkeling, het gevolg.
Het uit elkaar vallen van Pangea.
De vorming van gebergten door
botsingen van platen.
Gletsjers, rivieren, de zee of de wind
nemen verweringsmateriaal mee naar
andere plekken. Tijdens dit transport
wordt het landschap verder afgebroken.
Endogene- en exogene krachten.
Verwering en erosie
Plooiingsgebergte en hooggebergten
Topografische namen
Schollen of platen
Het aflezen en gebruiken van kaarten
Een legenda af kunnen lezen
Een koppeling kunnen maken tussen
de theorie en de gegevens uit bronnen.
16
Algemene
leervaardigheden
-
Sociale vaardigheden
Tabellen en grafieken aflezen
Lesstof gebruiken om vragen te
beantwoorden (begrijpend lezen).
N.v.t.
Welke type kennis staat centraal bij het bovenstaande?
- De paragraaf bestaat uit alle typen kennis. De paragraaf behandeld voornamelijk de
processen van endogene- en exogene krachten. Hierdoor hebben de oorzaakgevolgrelaties de overhand.
Voorkennis
Beschrijf de
voorkennis die de
leerling zou moeten
hebben of zou
moeten kunnen
hebben.
Uit de methode
Van de basisschool
Uit de media
In de eerst alinea van de paragraaf wordt
beschreven dat de leerlingen in klas 1 geleerd
hebben dat er door endogene krachten breuken
in de aardkorst zijn ontstaan.
- Kerndoel 43: De leerlingen leren hoe je
weer en klimaat kunt beschrijven met
behulp van temperatuur, neerslag en
wind.
- Kerndoel 46: De leerlingen leren dat de
positie van de aarde ten opzichte van
de zon, seizoenen en dag en nacht
veroorzaakt.
- Kerndoel 49: De leerlingen leren over
de mondiale ruimtelijke spreiding van
bevolkingsconcentraties en
godsdiensten, van klimaten,
energiebronnen en van
natuurlandschappen zoals vulkanen,
woestijnen, tropische regenwouden,
hooggebergten en rivieren.
- Kerndoel 50: De leerlingen leren
omgaan met kaart en atlas, beheersen
de basistopografie van Nederland,
Europa en de rest van de wereld en
ontwikkeling een eigentijds geografisch
wereldbeeld.
- Via het nieuws of bijvoorbeeld uit
documentaires, zouden leerlingen een
beeld kunnen ontwikkelen over
gebergtevorming en bijkomende
processen.
Toelichting:
De (minimale) feedback die ik gekregen heb op bovenstaande analyse heb ik grotendeels aangepast. Er
waren een aantal spellingsfouten die ik vervolgens verbeterd heb. Daarnaast werd ik erop gewezen dat ik
weinig feiten had benoemd. Ik heb vervolgens samen met degene die mij feedback gegeven heeft
gekeken naar andere feiten. Hierdoor ging ik op een andere manier naar de paragraaf kijken en werd ik
mij bewust van mijn eigen kaders. Een feit moet voor mij vaak letterlijk benoemd worden als feit of het
moet een begrip zijn met een definitie. Door de kaders los te laten, kwam ik tot het inzicht dat een
gebeurtenis of een proces ook een feit kan zijn. Iets is gebeurt of iets verloopt op een bepaald manier,
ook dit zijn feiten.
17
Feedback van medestudent 2:
Doelen:
Leerdoel 1:
Specifiek
Wat willen ik bereiken?
Wie is erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom willen we dit
bereiken?
Meetbaar
Acceptabel
Hoeveel?
Is er voldoende draagvlak?
Leidt dit doel tot resultaat?
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Zijn de inspanning niet te
hoog/ te laag?
Tijdsgebonden
De volgende
onderdelen zijn
genoemd
Geografische
werkwijze
Staan de inspanningen in
relatie met het resultaat?
Wanneer moet het bereikt
zijn?
De leerling
Het handelingswerkwoord
Het leerstofelement
De minimumeis
Het te gebruiken leermiddel
Dat de leerlingen zelf bronnen kunnen vinden
over andere vormen van verwering (naast
vorstverwering) en hier de symptomen in kunnen
herkennen.
De leerlingen
Bij de leerling thuis
Tijdens de zelfwerkzaamheid na afloop van de
les.
Omdat in de paragraaf alleen vorstverwering
behandeld wordt, maar in de eindtermen zowel
de mechanische als de chemische verwering
beschreven staat. Waarom is het belangrijk dat
de leerling andere vormen van verwering kent
met de eindtermen buiten beschouwing gelaten.
Minimaal 2 bronnen en vormen van verwering.
N.v.t.
Ja, leerlingen krijgen zicht op andere vormen van
verwering en kunnen deze herkennen in bronnen.
Ja Toelichting
Nee Toelichting
Ja, de inspanningen zijn bij het vinden van de
bronnen en het herkennen, zijn het resultaat.
Voorafgaande aan de volgende les.
x
Herkennen
Verschillende vormen van verwering
Minimaal 2 bronnen en 2 vormen van verwering
De leerlingen moeten zelf bronnen zoeken op het
internet. Bij het toereiken van de kennis over
verwering geen leermiddel nodig?
Relaties leggen tussen het bijzondere en het algemene: Leerlingen krijgen kennis
toegereikt in de uitleg over verschillende vormen van verwering (het algemene).
Vervolgens moeten de leerlingen zelf de vormen herkennen in hun bronnen (het
bijzondere).
Taxonomie van
Bloom
Doel:
Analyseren: leerlingen moeten de vormen van verwering herkennen in de
bronnen en de relatie hiertussen achterhalen.
Voor de volgende les hebben de leerlingen minimaal 2 bronnen bij 2 vormen van
verwering gevonden en de bijbehorende kenmerken hierin herkent.
Andere keuzen
t.o.v.
geanalyseerde
paragraaf.
In de paragraaf wordt alleen vorstverwering besproken. Ik wil dat de leerlingen
ook kennis hebben van de andere vormen van verwering. Ik vind het belangrijk
dat leerlingen zelf deze bronnen kunnen vinden en de kenmerken kunnen
herkennen. Dit omdat in de eindtermen zowel de chemische- als de mechanische
verwering beschreven staan.
18
Leerdoel 2:
Specifiek
Wat willen ik bereiken?
Wie is erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom willen we dit
bereiken?
Meetbaar
Hoeveel?
Acceptabel
Is er voldoende draagvlak?
Leidt dit doel tot resultaat?
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Zijn de inspanning niet te
hoog/ te laag?
Staan de inspanningen in
relatie met het resultaat?
Tijdsgebonden
De volgende
onderdelen zijn
genoemd
Geografische
werkwijze
Taxonomie van
Bloom
Doel:
Andere keuzen
t.o.v.
geanalyseerde
paragraaf.
Wanneer moet het bereikt
zijn?
De leerling
Het handelingswerkwoord
Het leerstofelement
De minimumeis
Het te gebruiken leermiddel
Dat leerlingen de vorm van verwering kunnen
verklaren aan de hand van de aanwezige
klimatologische omstandigheden.
De leerlingen
In de klas
Tijdens de les
Omdat de relatie tussen verwering en
klimaatomstandigheden beschreven staat in de
eindtermen. Hiernaast is het belangrijk, omdat
leerlingen hierdoor de koppeling tussen theorie
en voorkomen inzichtelijk wordt.
Voor drie gebieden kunnen verklaren welke vorm
van verwering een rol speelt en waarom.
N.v.t.
Ja, doordat de leerlingen met behulp van de twee
kaarten specifiek naar deze factoren kijken, leren
ze deze steeds meer de samenhang te zien.
Hierdoor leren de leerlingen dit steeds meer te
verklaren.
Ja, met behulp van de kaarten
Nee Waarom niet/wel?
Ja, hierdoor kan de leerling de vorm van
verwering verklaren a.d.h.v. de
klimaatomstandigheden.
Binnen 2 weken
X
Verklaren
Vorm van verwering en klimaatomstandigheden
Drie willekeurige gebieden op de aarde
Kaarten uit bijvoorbeeld de Bosatlas. Een kaart
over klimaat en één over het voorkomen van
verschillende vormen van verwering.
Relateren
Analyseren Toepassen?
Aan het einde van deze lessenserie kunnen de leerlingen met behulp van twee
kaarten, verklaren dat de verweringsvorm voornamelijk bepaald wordt door de
klimaatomstandigheden. Minimumeis van 3 willekeurige gebieden mist.
In de paragraaf wordt niet ingegaan op de klimatologische omstandigheden die
de verweringsvorm bepalen. Dit aandachtspunt staat wel in de eindtermen
beschreven.
19
Leerdoel 3:
Specifiek
Wat willen ik bereiken?
Wie is erbij betrokken?
Waar gaat het gebeuren?
Wanneer gaat het gebeuren?
Waarom willen we dit
bereiken?
Meetbaar
Hoeveel?
Acceptabel
Is er voldoende draagvlak?
Leidt dit doel tot resultaat?
Realistisch
Is het doel haalbaar?
Zijn de inspanning niet te
hoog/ te laag?
Tijdsgebonden
De volgende
onderdelen zijn
genoemd
Geografische
werkwijze
Taxonomie van
Bloom
Doel:
Andere keuzen
t.o.v.
geanalyseerde
paragraaf.
Staan de inspanningen in
relatie met het resultaat?
Wanneer moet het bereikt
zijn?
De leerling
Het handelingswerkwoord
Het leerstofelement
De minimumeis
Het te gebruiken leermiddel
Relateren
Dat leerlingen naast verwering ook de werking
van erosie kunnen benoemen en dit kunnen
koppelen aan het uiterlijk van een gebergte.
De leerlingen
Tijdens deze lessenreeks
In het klaslokaal
Omdat erosie naast verwering ook een
belangrijke exogene kracht is, die in de
eindtermen beschreven staat.
De leerlingen moeten minimaal 2 kenmerken bij
een jong gebergte en 2 bij een ouder gebergte
kunnen herkennen.
N.v.t.
Ja, door de kenmerken te achterhalen, kunnen de
leerlingen deze uiteindelijk ook herkennen in het
landschap.
Ja Toelichting
Nee Waarom wel/niet?
Ja, de inspanningen zijn gericht op het doel.
Aan het einde van deze lessenreeks
X
Benoemen, herkennen
Erosie en uiterlijke kenmerken van jonge- en
oudere gebergten.
Minimaal 2 kenmerken per gebergtetype
Afbeeldingen van gebergten
Analyseren
Aan het einde van deze lessenreeks, kunnen de leerlingen de werking van erosie
benoemen en hierbij twee kenmerken benoemen bij een jong gebergte en twee
bij een ouder gebergte. Het te gebruiken leermiddel en het handelingswerkwoord
herkennen mist
Erosie wordt in de paragraaf helemaal aan het eind in een aantal regels
benoemd. De hoeveelheid informatie die daar gegeven wordt is niet toereikend en
ook in het werkboek wordt hier (bijna) geen aandacht aan besteed.
Toelichting:
De feedback die ik heb gekregen bij mijn bronnen was vooral gericht op dingen die ontbraken of
onduidelijk waren. Ik realiseerde mij dat mijn doelen vaag waren. Ik had op het moment dat ik de doelen
op ging stellen ook nog niet goed voor ogen wat ik precies wilde gaan doen. Door de opdrachten te
ontwerpen, moest ik vervolgens ook mijn doelen aanpassen. Door dit beter uit te werken en te
overleggen met docenten en medestudenten, kwam ik uiteindelijk bij de doelen zoals ze nu zijn.
20
Link naar de website:
www.oooelbrigdevries.weebly.com
21
Bibliografie
Ebbens, S., & Ettekoven, S. (2013). Effectief leren, basisboek. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers
bv.
Leerplanontwikkling, N. E. (2006). Kerndoelen Primair Onderwijs. Opgehaald van SLO:
http://www.slo.nl/primair/kerndoelen/Kerndoelenboekje.pdf/
Syllabus Aardrijkskunde VWO. (2015). Opgehaald van Examenblad.nl:
http://www.examenblad.nl/examenstof/syllabus-2015-aardrijkskundevwo/2015/vwo/f=/aardrijkskunde_vwo_2015_def.pdf
22
Download