- Scholieren.com

advertisement
Aardrijkskunde
Basisboek
B39 Ligging van gebergten
Gebergten houden wind tegen, ze kunnen klimaatscheidingen zijn.
B56 Endogene en Exogene krachten
Magma
Vloeibaar gesteente binnenin de aardkorst
Lava
Vloeibaar gesteente buiten de aardkorst
Aardbeving
Het langs elkaar schuiven van aardplaten door de stroming van magma
Vulkaan
Een gat in aardplaten waar lava gestold is en een berg vormt
B58 Reliëf
Reliëf
Hoogteverschillen in het landschap
Hooggebergte
Meeste toppen hoger dan 1500 meter
Middelgebergte
Meeste toppen tussen 500 en 1500 meter
Heuvelland
Meeste toppen tussen 200 en 500 meter
Laagland
Bijna overal lager dan 200 meter
Vlakte
Gebied met bijna geen reliëf
Laagvlakte
Vlakte die lager dan 500 meter is
Hoogvlakte of plateau
Vlakte die hoger dan 500 meter is
B63 Verwering
Verwering
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei
Verweringsmateriaal
Puin dat ontstaat bij verwering
Mechanische verwering
Het gesteente valt alleen uit elkaar
Chemische verwering
Mineralen uit een gesteente reageert op een stof
Stalagmieten
Staande pilaren van kalk
Stalactieten
Hangende pilaren van kalk
B64 Afvoer van verweringsmateriaal
De vier vervoerders:
- Zwaartekracht
- Landijs, gletsjers
- Water
- Wind
B70 IJstijden
IJstijd
Koudere periode, glaciaal
Interglaciaal
Tijd tussen ijstijden in
B71 Glaciale landschapsvormen
U-dalen
Door gletsjers
V-dalen
Door rivieren
Morene
Materiaal dat door een gletsjer is aangevoerd
Grondmorene
Blijft achter als de gletsjer smelt
Eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit duwt
Keileem
Mengsel van tot leem vermaalde keien en stenen
Trogdalen
U-dalen, steile berg met vlakke bodem
Fjorden
Zie trogdalen
B83 Hoogtegordels
Volgorde van hoog naar laag:
1. Eeuwige sneeuw
2. Rotsgordel
3. Alpenweide
4. Naaldboomgordel
5. Loofboomgordel
Alpenweide
 2000-2500 meter
 Temperatuur op 2000 meter: 8°c
Eeuwige sneeuw
 4000 meter
 Temperatuur op 4000 meter: -4°c
Naaldboomgordel
 1000-2000 meter
 Temperatuur op 1000 meter: 14°c
Rotsgordel
 2500-3000 meter
 Temperatuur op 3000 meter: 2°c
Loofboomgordel
 0-1000 meter
 Temperatuur op 0 meter: 20°c
B90 Kringloop van het water
Kringloop van het water (kort):
Water  condens neerslag
Kringloop van het water (lang):
Water  condens  luchtmassa’s  neerslag  rivier  verdamping  wind  neerslag
Condensatie
Overgang van water in gasvormige toestand
B91 Gletsjers
Firnbekken
Verzamelbekken van sneeuw, hoog in de bergen
Gletsjer
Naar het dal schuivende ijstong met een firnbekken
B168 Massatoerisme
Massatoerisme
 Als veel toeristen op dezelfde plek verblijven
 Hoogseizoen: juli en augustus
 Vooral internationale ondernemingen
 Toeristen gaan georganiseerd op vakantie (reisbureau)
Begrippen
Paragraaf 1
Endogene krachten
Krachten die van binnenuit de aardkorst veranderen
Exogene krachten
Krachten die van buitenaf de aardkorst veranderen
Plaat of schol
Deel van de aardplaat
Plooiingsgebergte
Gebergte dat ontstaat door het plooien van de aarde
Hooggebergte
Gebergte met toppen hoger dan 1500 meter
Verwering
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei
Erosie
Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door wind, water of ijs geladen met
verweringsmaterialen.
Klimaatscheiding
Natuurlijke grens tussen verschillende klimaten
Paragraaf 2
Boomgrens
Grens tussen het gebied waar nog bomen groeien en waar geen bomen meer leven.
Alpenweiden of almen
Open weide op een berg
Seizoensmigratie
Migratie waarbij mensen voor een paar maanden per jaar buiten hun woonplaats werken
Dubbelseizoen
Een gebied kent meerdere keren per jaar een piek in het aantal toeristen
Massatoerisme
Veel toeristen die op dezelfde plaats verblijven
Pas
Het laagst passeerbare punt tussen twee bergtoppen
Paragraaf 3
Alpiene of dalgletsjer
Ontstaan door het samenstromen van verschillende kaargletsjers
Mechanische verwering
Het gesteente valt alleen uit elkaar
Zijmorene
Gletsjerpuin aan de zijkanten van een ijstong
Grondmorene
Blijft achter als de gletsjer smelt
Erosie
Het afschuren en uitschuren van hard gesteente door wind, water of ijs geladen met
verweringsmaterialen.
U-dalen
Door gletsjers uitgeschuurde dalen
Gletsjertunnel
Tunnel onder een gletsjer als zich daar veel smeltwater verzamelt
Gletsjerpoort
Plek waar het smeltwater uit de gletsjer komt
Gletsjerrivier
Rivier van smeltwater van een gletsjer
Landijskap
IJsmassa die een groot deel van het vasteland bedekt
IJstijd
Koudere periode, glaciaal
Interglaciaal
Tijd tussen ijstijden in
Hangende dalen
Zijdal ontstaan door gletsjer erosie dat op een hoofddal aansluit met een hoogteverschil
Trogdalen
U-dalen, steile berg met vlakke bodem
Fjorden
Zie trogdalen
Eindmorene
Verpulverd materiaal dat een gletsjer voor zich uit duwt
Download