de indianen van noord-amerika - Centrum voor Mondiaal Onderwijs

advertisement
DE INDIANEN VAN
NOORD-AMERIKA
Een informatiepakket voor een werkstuk of spreekbeurt
COLOFON
Tekst: Kees-Jaap Klijn; geheel herzien door Olav Jansen.
Illustraties: CMO en zijn licentiegevers, Flickr, www.universityrelations.und.edu,
www.amerindianphoto’s.com, www.old-picture.com, www.nativeamericans.com, content.cdlib.org, www.filebuzz.com, www.semo.edu.
De inhoud is met zorg samengesteld. Mocht u van mening zijn dat inbreuk is gedaan
op uw auteursrechten of beeldrechten, dan verzoeken wij u vriendelijk contact met
ons op te nemen via [email protected].
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
De Scriptieservice Nieuwe Stijl is mede mogelijk gemaakt door een bijdrage van Kerk en
Wereld en door een solidariteitsbijdrage van de gezamenlijke religieuzen in Nederland via de
commissie PIN.
© Centrum voor Mondiaal Onderwijs, Nijmegen, 2008
II
INHOUD
Indianen
pag. 1
Geschiedenis
Columbus
De Europese staten en de indianen
De Verenigde Staten van Noord-Amerika en de indianen
pag. 3
pag. 3
pag. 3
pag. 6
De indianen van Noord-Amerika
De indianen van het verre noorden
De indianen van het oosten
De indianen van de vlakte
Opgroeien als Kiowa
De indianen van de noordwestkust
De indianen van Californië en het Grote Bekken
Het zuidwesten
pag. 9
pag. 9
pag. 9
pag. 10
pag. 12
pag. 14
pag. 16
pag. 17
Wounded Knee
pag. 18
Het leven van de indianen nu
pag. 23
Aantekeningen
pag. 25
Meer op internet
pag. 27
III
IV
INDIANEN
Wanneer de meeste mensen aan indianen denken, denken zij aan oorlogszuchtige
mensen met veren in hun haar die te paard over een onafzienbare grasvlakte trekken
op zoek naar bizons voor voedsel. Altijd zijn zij in oorlog met blauwjassen, de bereden
soldaten van de Amerikaanse cavalarie.
Over Nederlanders bestaat in het buitenland het beeld dat zij op klompen door
tulpenvelden lopen die zonder de dijken
overstroomd zouden worden door de
zee. Dit is waar en niet waar. Veel land
in Nederland bestaat uit polders, vroeger
liepen de boeren in Nederland inderdaad
op klompen, en een aantal doet dat nog
altijd. Tulpen zijn een belangrijk exportprodukt, maar chips voor computers zijn
dat ook. Zo is dat ook met indianen. Het
beeld van de indiaan te paard is alleen
waar voor de indianen van de prairie. De
prairie is een grasvlakte die ongeveer in
het midden ligt van de Verenigde Staten
van Noord-Amerika. In dit gebied trekken indianen eigenlijk alleen in de periode tussen 1650 en 1880 rond op paarden. In de periode daarvoor zijn er geen
paarden en daarna zijn er geen bizons
meer om op te jagen en worden zij verplicht door de Amerikaanse overheid om
op één plek te blijven. Trouwens, niet
alle indianen van de vlakte trekken rond
op paarden. Anderen verblijven in die
periode in dorpen langs de rivieren en zij
gaan slechts één keer in het jaar voor
een paar weken met tenten en paarden
de vlakte op, op zoek naar bizons.
In verhalen worden indianen vaak als
wreed en slecht afgeschilderd. In strips
zijn indianen vaak de schurken. Dat
komt omdat zij de opmars van de blanken in Amerika hebben opgehouden. Bij
de strijd om hun land hebben de indianen zich met hand en tand verdedigd.
Het is moeilijk dat slecht te vinden. In
werkelijkheid zijn het de kolonisten uit
Europa, later de Amerikanen, geweest
die wreed waren. Zij hebben het land op
de indianen veroverd en zij deinsden
daarbij nergens voor terug.
1
Ook spreken indianen in strips vaak slecht Nederlands. De meeste Indianen spreken hun eigen
taal net zo goed of slecht als andere mensen hun
eigen taal spreken.
Iets anders wat je vaak hoort over indianen is
dat zij in harmonie met de natuur leven. Dit is
niet helemaal waar. Ook indianen hebben veel
natuur verwoest. Duizenden dieren zijn gedood
om hun bont te ruilen voor Europese goederen,
zoals geweren. Bij veel indiaanse volken bestaat
wel veel respect voor niet-menselijk leven. Zo
kennen veel volken de gewoonte om een dier om
vergeving te vragen als het gedood is.
Dit verhaal over de edele wilde heeft zijn oorsprong in de eerste contacten tussen Europeanen en indianen. De Europeanen zijn dan onder
de indruk van de democratie in veel indiaanse
samenlevingen en zien de indianen als een voorbeeld voor ons. De ideeën die wij nu hebben
over indianen zijn een combinatie van dat respect voor indianen en de verhalen van kolonisten
over de wreedheid van indianen. Allebei de
zienswijzen kom je steeds weer tegen.
Voor de indianen is de verovering van Amerika
door de Europeanen een ramp. Zij sterven vanaf
dat moment massaal aan voor hen onbekende
ziektes, komen om in slavernij of worden verdreven van hun land. Veel volken sterven zo uit. In
Argentinië, Chili, Texas, het oosten van NoordAmerika en Californië zijn bijna alle indiaanse
volken verdwenen.
Vreemd is dat ondanks al deze ellende zo veel
indiaanse volken zijn blijven bestaan.
Het Inca-rijk in Peru wordt verwoest door de
Spanjaard Pizarro in het begin van de zestiende
eeuw, maar de taal van de Inca’s, het Quechua,
wordt nog altijd door zes miljoen mensen gesproken. In aantallen zijn er nu ongeveer evenveel Inca’s als op het moment dat de Spanjaarden voet aan wal zetten in Peru. De Sioux van
de prairie verliezen uiteindelijk hun oorlog tegen
de Verenigde Staten van Noord-Amerika maar er
zijn er nog altijd zo’n vijftigduizend. De meesten
spreken naast Engels hun eigen taal en velen
combineren het christendom met hun eigen religie. En ook van de Sioux zijn er nu evenveel als
tijdens de hoogtijdagen van hun samenleving in
de periode 1830-1870. Het verschil met toen is
dat zij weinig meer te zeggen hebben. De politieke macht ligt niet bij indianen, maar is in handen
van de afstammelingen van de migranten uit
Europa.
2
GESCHIEDENIS
Columbus
De eerste mensen trekken Amerika binnen over de Beringstraat. De Beringstraat is
het stuk zee dat Alaska en Siberië van elkaar scheidt. Zo’n 20.000 jaar geleden gedurende de laatste ijstijd valt deze zeestraat droog en zijn mensen in staat vanuit Azië
Amerika binnen te trekken. Zij bevolken het hele continent. In het jaar 1000 komen
de Noormannen via Groenland in Amerika. Zij noemen de indianen skraelings. De contacten tussen de Noormannen en de indianen verlopen slecht en de Noormannen verdwijnen weer uit Amerika. Vijfhonderd jaar later, in 1492, ontdekt Columbus Amerika.
Columbus
Opgetooide indiaan
Columbus wil er achter komen of er een andere
weg naar Indië mogelijk is dan de bestaande
weg, vol gevaren, langs Kaap de Goede Hoop bij
Afrika.
In Europa weten mensen al heel lang dat de aarde rond is. De Griek Eratosthenes heeft dit in de
oudheid bewezen. Columbus dacht daarom dat
het niet alleen mogelijk moet zijn via het oosten,
maar ook via het westen naar Indië te gaan. Als
hij in Amerika aankomt na een lange reis, denkt
hij Indië gevonden te hebben. De mensen die in
Amerika wonen geeft hij daarom de naam indianen. Dat is zo gebleven, ook als men doorkrijgt
dat Columbus niet in Indië is aangekomen, maar
in een tot dan toe in Europa onbekend werelddeel. Omdat Amerika voor de Europeanen een
onbekend stuk van de wereld is, wordt Amerika
ook wel de Nieuwe Wereld genoemd.
Na de ontdekking van Amerika raken diverse Europese staten in oorlog met elkaar over de macht
in Amerika. De strijd gaat vooral tussen Engelsen, Spanjaarden, Portugezen, Fransen en Nederlanders. Dit waren in de periode van de verovering van Amerika de machtigste landen van de
wereld.
De Europese staten en de indianen
Columbus bezet in dienst van de koning van
Spanje op zijn tweede reis naar de West, Hispaniola, het tegenwoordige Haïti en de Dominicaanse
Republiek. Van hier uit trekken de Spanjaarden
naar Mexico en Peru. Mexico was de uitvalsbasis
naar Noord-Amerika: Florida, Nieuw-Mexico en
Californië. In 1540 bereikt de Spanjaard Coronado de Pueblo-indianen in Nieuw Mexico.
In 1535 onderzoekt Jacques Cartier in opdracht
van Frankrijk de rivier St. Lawrence in het noordoosten van het huidige Canada. Hij vaart de rivier
af tot aan Montreal. Vanaf 1550 storten de Fransen zich op de bonthandel in dit gebied.
3
De Engelsen vestigen zich permanent in het oosten
van Noord-Amerika met de oprichting van Jamestown in 1607. Daarna volgen nog Plymouth in
1620 en Charleston in 1669. Wat later wordt de
noordwestkust van Noord-Amerika bezocht door
James Cook in 1778. Van alle kanten vallen Europese volken Amerika binnen.
In eerste instantie is de ontmoeting van indianen en
Europeanen voor beide partijen gunstig. De Europeanen leren allerlei nieuwe gewassen kennen; de indianen maken dankzij de komst van de Europeanen
kennis met het paard, geweren en metaal. Deze zaken maken het leven voor velen makkelijker, vooral voor die indiaanse volken die van de jacht leven.
Na de komst van Columbus in 1492 volgen steeds
meer Spaanse ontdekkingsreizigers en gelukzoekers. Een belangrijke motivatie voor de trek naar
Amerika is het verlangen van de Spanjaarden naar
goud. Steeds als de Spanjaarden ergens voet aan
wal zetten, vragen zij om goud.
Als er geen goud meer te vinden is, proberen zij
erachter te komen of een volk verderop goud heeft.
De indianen vertellen verhaaltjes over steden met
straten geplaveid met stenen van goud. Zo komt
het verhaal in de wereld over de zeven steden van
Cibola. Er wordt beweerd dat ze helemaal van goud
zijn. De Spanjaarden trekken steeds verder naar
het noorden. In 1540 bereikt Coronado het zuidwesten van Noord-Amerika, de plaats waar nu de
staten Nieuw-Mexico en Texas liggen. Coronado
vindt geen steden met muren en straten van zuiver
goud. Hij ontmoet de indianen die in pueblo’s wonen. Pueblo is het Spaanse woord voor dorp. En hij
ontdekt in Texas indianen die onafzienbare kuddes
bizons achterna trekken en die leven in tenten. Dezelfde tenten maar dan kleiner die de latere prairieindianen ook bewonen. Die tenten worden met een
woord uit Lakota, de taal van de Sioux, tipi genoemd.
Omdat de Spanjaarden geen goud vinden ten noorden van Mexico stichten zij hier plantages. De naam
voor deze plantages is encomiendas.
De indianen in Californië vestigen zich massaal op
deze plantages die beheerd worden door de katholieke missie. Zij worden helemaal afhankelijk van de
voorzieningen die hier aanwezig zijn. In de jaren
dertig van de negentiende eeuw heffen de Spanjaarden deze missieplantages op en blijven de indianen hulpeloos achter. Velen komen zo om het leven.
4
James Cook
Tipi
Indiaans handwerk
Beter gaat het met de indianen in het zuidwesten.In 1680 komen zij in opstand tegen de
Spanjaarden. Zij verdrijven de Spanjaarden die
echter in 1700 terugkomen. Velen vluchten
naar de Hopi, Apache of Navaho. Deze volken
blijven onafhankelijk van het Spaanse bestuur.
Indiaan met fluit
De Fransen richten zich op de bonthandel. De
indianen leveren het bont en de Fransen geven
hen daarvoor metalen voorwerpen, kralen en
vuurwapens. Beide partijen ruilen zaken die
voor hen niet veel waarde hebben voor producten waar zij op een andere manier niet aan
kunnen komen. Maar de Fransen verdienen er
het meeste aan. De Fransen ontwikkelen een
handelssysteem met vertegenwoordigers die in
de dorpen van de indianen in het binnenland
wonen. Deze vertegenwoordigers worden voyageurs genoemd. Zij zorgen voor het vervoer
van het bont over de grote meren naar de haven van St. Lawrence en voor de toevoer van
goederen voor de indianen. De meeste voyageurs trouwen met indiaanse vrouwen. De
Fransen bemoeien zich vrijwel niet met de levenswijze van de indianen. Ook is hun doel niet
zoals bij Nederlanders en Engelsen om grote
groepen kolonisten naar Amerika te verplaatsen.
In de gebieden die door de Engelsen worden
gekoloniseerd is geen goud en zij leveren weinig bont op. In plaats daarvan groeit er tabak.
Een gewas dat in Europa tot op dat moment
onbekend is. Eerst is het gebruik van tabak een
modeverschijnsel. Maar de mode verandert in
een gewoonte. Al gauw ontstaat er in Europa
een blijvende vraag naar tabak. Handelsmaatschappijen stichten plantages. Migranten krijgen land aangeboden in ruil voor een vastgestelde periode die zij als contractarbeider op de
tabaksplantages moeten werken. Voor de armen van Europa lijkt de Nieuwe Wereld een
mogelijkheid te ontsnappen aan een uitzichtloos bestaan. Het werk op de plantages is hard.
Een derde tot de helft van de contractarbeiders
sterft in de eerste maanden na hun aankomst
in Amerika. Al snel vluchten contractarbeiders,
zodra zij de kans krijgen, van de plantages en
trekken de wildernis in. Indianen die als slaven
op de tabaksplantages te werk worden gesteld,
sterven aan ziektes of doden zichzelf en hun
kinderen. Indianen blijken in Noord-Amerika
net zo ongeschikt voor slavenarbeid als in Midden- en Zuid-Amerika.
5
In 1607 stichten de Engelsen Jamestown in de
huidige staat Virginia. Dit is de eerste Engelse
nederzetting in Amerika. In het begin bestaat de
Engelse kolonie uit een kleine groep mensen. De
indiaanse leider Powhattan zou hen in die eerste
jaren makkelijk terug de zee in kunnen drijven.
Hij doet dit niet, maar begint pas een oorlog als
het te laat is. Zijn zoon probeert het nog in 1644
als hij meer dan negentig jaar oud is. Hij wordt
gevangengenomen en zonder reden neergeschoten door zijn bewaker. Als hij halfdood op de
grond ligt met om hem heen het geroezemoes
van de Engelsen kijkt hij de gouverneur aan en
zegt: “Had ik het geluk gehad de gouverneur van
de Engelsen gevangen te nemen dan had ik hem
niet zo, als een pronkstuk, voor mijn mensen
tentoongesteld.”
In het noorden worden de Pequot-indianen verpletterd tussen de Nederlanders die vanaf de
Hudson naar het oosten trekken en de Engelsen
die vanuit de staat Massachusetts naar het westen trekken. Bij de expeditie worden 600 Pequot
op een dag gedood. Zo zijn er diverse opstanden
gedurende de eerste paar honderd jaar van de
kolonisatie. Allemaal blijken ze uiteindelijk
vruchteloos.
De Verenigde Staten van Noord-Amerika en
de indianen
Nadat de Amerikaanse kolonisten zich in 1776
onafhankelijk verklaren van het moederland,
verliezen de indianen de bescherming van Engeland. Een van de redenen voor de opstand is de
onvrede van de kolonisten met de gewoonte van
Engeland om de indiaanse volken als onafhankelijke naties te beschouwen. Na de onafhankelijkheid streven de Verenigde Staten van NoordAmerika naar landuitbreiding. Indiaanse volken
die de kant van de Engelsen hebben gekozen,
moeten hun land afstaan. Daarnaast nemen de
Amerikanen de indianen land af door verdragen
op te leggen.
De Verenigde Staten van Noord-Amerika streven
er naar om het gehele gebied vrij te maken van
indianen. Een van de meest schrijnende maar
ook kenmerkende voorbeelden is het verhaal van
de Cherokee.
Tijdens de Amerikaanse bevrijdingsoorlog vechten de Cherokee aan de kant van de Engelsen.
Zij vechten door tot 1794. Na de vrede doen de
Cherokee er alles aan om die vrede te bewaren.
Zij worden christen en geven toe aan elke eis om
meer land af te staan.
6
Pequot-indianen
Indiaanse vrouwen met dekens
Arapaho chief
Andrew Jackson
Toch komt de Amerikaanse president, Andrew
Jackson, in 1828 met een wet die alle indianen in
het oosten moet verplaatsen naar het gebied ten
westen van de rivier de Mississippi, de ’Indian
Removal Act.’ De Cherokee doen van alles om de
verdrijving te voorkomen. Maar uiteindelijk, in
1838, worden de Cherokee door het Amerikaanse leger van hun land in Georgia verdreven.
Van de 14.000 komen er 4000 om het leven in
wat door de Cherokee ‘de Tocht der Tranen’
wordt genoemd. Een aantal Cherokee weet te
ontkomen aan de soldaten. Zij keren terug naar
hun land. Zij verstoppen zich in de bergen en
krijgen uiteindelijk een reservaat toegewezen
waar ze nog altijd wonen.
Het verhaal van de Cherokee is het verhaal van
alle indiaanse volken ten oosten van de Mississippi. Vrijwel allemaal worden zij gedeporteerd.
Zij komen terecht in een voor hen volledig onbekende omgeving waar zij slechts met veel moeite
weten te overleven. Uiteindelijk wordt het nieuwe land in het westen van de Cherokee-natie
opgedeeld in stukjes die worden verdeeld onder
de families. Het land dat overblijft, wordt weggegeven aan Amerikaanse kolonisten.
Cherokee-indiaan
Lewis en Clark
Ten westen van de Mississippi liggen de uitgestrekte grasvlakten. Onder de naam Louisiana is
dit gebied in handen van Frankrijk. De Franse
voyageurs zijn de enige Europeanen die in dit
gebied werken. De stammen op de prairie zijn in
voortdurende concurrentie met elkaar om de
toegang tot deze handelaren. Iedereen wil de
felbegeerde Europese goederen voor zich alleen.
Als handelaren erop betrapt worden dat zij naar
een buurvolk gaan met hun spullen, dreigt beroving of anders doen de indianen er alles aan om
ze tegen te houden. In 1803 kopen de Verenigde
Staten van Noord-Amerika Louisiana van Frankrijk. In 1805 krijgen Lewis en Clark van de Amerikaanse president de opdracht om deze gebieden in kaart te brengen. Tot 1845 blijven de gevolgen voor de indianen beperkt. In dat jaar echter wordt Californië een deel van de Verenigde
Staten van Noord-Amerika. De meeste kolonisten zien de prairie als een woestenij waar niets
te beginnen valt. Californië zien velen als het beloofde land. Het klimaat is mild en er wordt goud
gevonden. De indianen in Californië bieden daarnaast vrijwel geen verzet tegen de kolonisten.
Bijna alle indiaanse volken in Californië zijn in de
loop van enige tientallen jaren uitgestorven.
7
Vanaf 1865 vinden er steeds meer veldslagen
plaats van de Sioux, Arapaho en Cheyenne
met het Amerikaanse leger. Na verschillende
nederlagen van het leger komt het verdrag
van Fort Laramie tot stand. De Sioux krijgen
in bijna alles hun zin. In de jaren zeventig
van de 19e eeuw trekken goudzoekers het
gebied van de Sioux in. Om de conflicten tussen goudzoekers en indianen tot een eind te
brengen, stuurt de regering generaal Custer.
In 1876 worden al zijn mannen door de
Sioux, Arapaho en Cheyenne verslagen.
Geen van de soldaten of indiaanse verkenners van het regiment overleeft de slag. Deze slag bij de ‘Little Big Horn’ (de kleine grote
rivier) is de laatste grote overwinning van de
Amerikaanse indianen. De indiaanse leiders
vluchten later naar Canada (Zittende Stier)
of worden vermoord (Gek Paard).
Onvoorstelbare hoeveelheden kolonisten trekken in de jaren veertig en het begin van de jaren vijftig van de 19e eeuw door de prairie .
Deze trektocht naar het westen is het begin van
een lange en bloedige oorlog tussen verschillende indiaanse volken op de prairie en de Verenigde Staten van Noord-Amerika. Beide partijen
hebben wisselend succes, maar op het eind
winnen de Verenigde Staten. Waarschijnlijk als
gevolg van verschillende oorzaken.
De belangrijkste is dat de bizon, het dier dat de
indianen van voedsel voorziet, rond 1880 bijna
is uitgestorven. De bizon sterft bijna uit door
een combinatie van factoren. Bij het aanleggen
van spoorlijnen van het oosten van Amerika
naar het westen, schieten werknemers van de
spoorwegmaatschappijen
duizenden
bizons
dood. Als de spoorlijnen er eenmaal liggen,
schieten de passagiers vanuit de trein op de
bizons. Daarnaast schieten jagers bizons dood
voor hun huid of voor hun tong. De tong van de
bizon wordt door velen als een lekkernij gezien.
Aan de jacht op bizons voor hun huid en tong
doen ook indianen mee. Zo kunnen zij door ruilhandel aan Europese goederen komen.
Een andere reden voor de ondergang van de
indianen van de vlakte is dat de Verenigde Staten steeds voor nieuwe soldaten kunnen zorgen.
8
Generaal Custer
Arapaho bij een tipi
Bizon-jacht
DE INDIANEN VAN NOORD-AMERIKA
Inuït, moeder met kind
Mohawk
Indiaanse dekens
De indianen van het verre noorden
Het verre noorden omvat een groot deel van het
huidige Canada. Het is het land van naaldbomen,
sneeuwstormen, rivieren en meren. Het groeiseizoen is hier voor de indianen, de Inuït, te kort
voor landbouw. De indianen in dit gebied leven
voornamelijk van de jacht en visvangst.
Bijna al hun gebruiksvoorwerpen maken zij van
hout. Huizen maken zij van een houten geraamte bedekt met berkebast, takken of huiden. Ook
bewonen zij kegelvormige tipi’s bedekt met berkebast.
In de zomer trekken deze indianen rond in kano’s, in de winter in sleeën of op sneeuwschoenen.
Na de komst van de Fransen in hun gebied veranderen deze indianen in pelsjagers. In ruil voor
bont krijgen zij Europese goederen als geweren,
vallen en kleding. Nog steeds leven veel indianen
in dit gebied van de bonthandel.
Voor deze indianen zijn de acties in de steden in
Europa en Amerika tegen het dragen van bont
een nadeel voor hun levenswijze.
De indianen van het oosten
In de wouden van het oosten van Noord-Amerika
is het leven van de indianen tot de komst van de
Europeanen een leven in overvloed. Zelden is er
honger. Naast de jacht, visvangst en landbouw
hebben ze veel vrije tijd. Deze tijd biedt ruimte
voor rituelen; plechtige gebruiken volgens vaste
regels en oorlog. Oorlog was heel belangrijk voor
deze indianen. Als de Amerikaanse overheid de
Cherokees in het zuid-oosten vrede wil laten
sluiten met een bepaalde stam, antwoorden zij
dat ze dan oorlog moeten voeren met een andere stam omdat ze anders niet weten wat ze met
hun leven moeten doen.
Het oosten strekt zich uit van de grens van Canada in het noorden tot en met Florida in het
zuiden en van de kust in het oosten van Amerika
tot de Mississippi in het westen.
In het noordoosten sticht Hiawatta, de leider van
de Mohawk, de liga (of het verbond) van de Irokezen. Irokees is een taalgroep waar een aantal
stammen in dit gebied toe behoort. Vijf Irokese
stammen die tot dan toe doorlopend met elkaar
in oorlog zijn, stichten rond 1500 een bondgenootschap om meer samen te werken.
9
Vanaf dat moment beheersen de Irokezen dit deel
van Amerika. Later geeft hun steun vaak de doorslag
bij de oorlogen tussen de Europese staten. De Irokese liga wordt het voorbeeld voor de Verenigde Staten van Noord-Amerika. Net als de Irokese stammen
streven de Amerikaanse staten naar het opheffen
van meningsverschillen om samen sterker te staan.
In het zuidoosten leven de indianen bij de komst van
de eerste Europeanen in grote dorpen. De leiders
van deze volken worden vereerd als goden. Het
machtigste volk is bij de komst van de Europeanen
de Natchez.
Later is dit het gebied, als de Natchez zijn uitgeroeid
door de Fransen, van de volgende vijf stammen: de
Cherokee, de Choctaws, de Seminole, de Chickasaws
en de Creek.
Andrew Jackson stuurt in 1830 alle indianen van het
oosten naar het gebied ten westen van de Mississippi. Zij krijgen een stuk grond toegewezen dat later
voor het grootste gedeelte weer wordt afgenomen.
Een aantal Creek vlucht de moerassen van Florida in.
Zij worden later bekend onder de naam Seminole.
Het lukt het Amerikaanse leger niet de Seminole te
verslaan.
De Seminole leven nog steeds in de moerassen van
Florida.
Ook de Irokezen worden niet weggestuurd en wonen nog steeds in hun oorspronkelijke gebied. De
Irokezen, vooral de Mohawk, specialiseren zich aan
het eind van de negentiende eeuw in hoogbouw.
Veel van de wolkenkrabbers waar New York om bekend is, zijn mede door Mohawk gebouwd.
De indianen van de vlakte
Waarschijnlijk leven er niet veel mensen op de prairie voordat het paard het mogelijk maakt om op de
bizon te jagen. De eerste paarden in dit gebied zijn
ontsnapt uit de nederzettingen van de Spanjaarden
in het zuidwesten.
Voor die tijd trekken kleine groepen rond met honden om de tipi’s waar zij in wonen te verplaatsen.
Die tipi’s zijn veel kleiner dan de tipi’s uit de tijd dat
vervoer met paarden mogelijk is.
Daarnaast wonen er indianen in dorpen van aardwoningen langs de Missouri. Belangrijke stammen
van de Missouri zijn de Mandan, Hidatsa en Arikara.
Zij spelen een belangrijke rol bij de handel tussen
Europeanen en de nomaden van de vlakte. Nomaden
zijn mensen die leven zonder vaste woon- of verblijfplaats. Door de handel in de dorpen van de indianen
langs de Missouri komen de indianen van de vlakte
aan geweren en andere Europese goederen.
10
Seminole
Mocassin
Tipi
Bizon
De indianen in de dorpen zelf profiteren op de lange duur helemaal niet van deze handel. Pokken en
andere ziekten brengen in een aantal jaren de vele
dorpen van deze indianen terug tot een handvol
dorpen en uiteindelijk tot één dorp. Deze indianen
leven nu in het Fort Berthold-reservaat in NoordDakota.
Arapaho
Sioux
Door de komst van het paard krijgen veel stammen in het oosten de kans om aan de oorlogen in
hun gebied te ontkomen door de prairie op te
gaan. Voorbeelden zijn de Arapaho, de Sioux en
de Cheyenne. Dit gebeurt tussen 1650 en 1800.
Dankzij het paard kunnen zij zich nu snel en makkelijk verplaatsen. Rijkdom wordt vanaf dat moment gemeten aan de hand van het aantal paarden dat iemand bezit. Om aan paarden te komen
zijn er vier mogelijkheden: paarden fokken, paarden verkrijgen door ruilhandel, paarden roven bij
nederzettingen van Europeanen of bij andere indiaanse stammen of wilde paarden vangen. Dit laatste is echter niet erg zinvol. Meestal sterven de
wilde paarden in gevangenschap vanwege de rook
in de kampen. Jongemannen kunnen door paarden te roven bij andere stammen roem verwerven. Oorlog is voor de indianen van de vlakte heel
belangrijk. Als trofee nemen krijgers de scalp van
hun verslagen tegenstander. De scalp is een stuk
van de hoofdhuid met het haar er nog aan. Dit
scalperen bestaat in meer delen van Amerika.
Lang is er getwijfeld of het scalperen wel een oorspronkelijk indiaanse gewoonte is en of het niet de
Engelsen waren die het hebben ingevoerd. Uit
oudheidkundig onderzoek blijkt echter dat het gebruik dateert van voor de komst van de Europeanen.
Het grootste deel van het jaar leven de leden van
een stam in kleine groepen omdat het voor grote
groepen mensen niet mogelijk is in de winter gezamenlijk te overleven. Maar in de zomer komen
die groepen samen voor een gemeenschappelijke
bizonjacht en voor de zonnedans. De zonnedans is
het voornaamste ritueel van de indianen van de
vlakte. Alleen de Comanche kennen het ritueel
niet. De zonnedans komt aan zijn naam door de
Sioux die de zonnedans ‘zij staren naar de zon’
noemen.
Tijdens de zonnedans kan iemand een visioen krijgen. Maar de reden om mee te doen is meestal
een gelofte. Iemand zegt bijvoorbeeld: ‘als het mij
lukt om paarden te stelen van mijn vijanden, dan
zal ik deze zomer meedoen aan de zonnedans.’
11
Het belangrijkste onderdeel van de religie van
deze volken is het verwerven van macht over
een beschermgeest. Deze beschermgeest kan
een jongen verwerven door ongeveer op zijn
veertiende een visioen te zoeken. Hij gaat onder begeleiding van een medicijnman naar een
top van een berg. Daar vast hij meestal vier
dagen en vaak krijgt hij dan een visioen. In dit
visioen krijgt hij behalve adviezen vaak ook de
kennis om met behulp van een geest zieken te
genezen of om bescherming te krijgen tegen
vijandelijke kogels.
Tijdens de gemeenschappelijke bizonjacht
wordt de voorraad voedsel verzameld die nodig
is om de strenge winter te overleven. Het vlees
wordt in reepjes gesneden en gedroogd in de
zon, daarna wordt het overgoten met vet en
fijngestampt met gedroogde bessen. Dit eten
heet pemmikan en blijft erg lang goed.
Opgroeien als Kiowa
De Kiowa leven op de grasvlakte in Texas en
Oklahoma. Dit is hun land sinds zij verdreven
zijn uit het gebied ten zuiden van de zwarte
heuvels, vermoedelijk door de Sioux.
Zoals alle nomaden van de vlakte leven zij van
de jacht op de bizon en wonen zij in tipi’s.
Na zijn geboorte wordt een kind eerst verzorgd
door zijn grootmoeder. Zij smeert hem in met
gesmolten vet om hem schoon te maken en
zijn huid te beschermen. De eerste twee jaar
daarna wordt hij vervoerd in een draagwieg.
Wanneer een kind begint te kruipen, proberen
zijn ouders te voorkomen dat hij in de buurt
van de paarden komt of andere plaatsen waar
gevaar zou kunnen dreigen. Het liefst houden
zijn ouders hem in de tipi of bij de ingang van
de tipi.
Op zijn zesde jaar leert een jongen paardrijden, krijgt hij zijn eerste pijl en boog, en wordt
lid van zijn eerste club. ‘Het konijnengenootschap’ heet die club. De meeste mannen
bij de stammen op de vlakte zitten in clubs of
genootschappen.
Gedurende de hele zomer organiseren de ouders feestjes voor de jongensclub. De jongens
springen op en neer op één been en houden
hun handen boven hun hoofd om ze te laten
lijken op konijnenoren. De meisjes dansen in
een rechte lijn achter de jongens. Na het dansen gaan de kinderen eten. Het overgebleven
voedsel gooien ze naar elkaar. Vaak gaan ze
naar huis overdekt met een laag van eten.
12
Medicijnman One Bull
Kiowa
Een jongen blijft tot zijn twaalfde bij het konijnengenootschap. Daarna gaat hij bij het genootschap
dat vaak wordt aangeduid met de ‘Herders.’ Dit
genootschap is het begin van zijn volwassen leven. Samen met andere jongens bewaakt hij de
kudden paarden. Hij krijgt zijn eerste paard, als
zijn ouders rijk genoeg zijn, en een echte pijl en
boog.
Even na zijn twaalfde jaar doet een jongen voor
het eerst mee aan de bizonjacht. De gezamenlijke
bizonjacht wordt in de zomer gehouden. In de
winter is de stam opgedeeld in kleine groepen die
verspreid over de prairie leven. In de zomer komen die groepen samen voor de jacht en de zonnedans.
Kiowa
Dansende krijger
Kiowa
Verkenners zoeken in de omgeving naar de bizons. Als zij een kudde hebben waargenomen,
wordt er een dag uitgekozen voor de jacht. Voor
sommigen is het moeilijk zich in te houden tot die
dag en zij proberen stiekem het kamp te verlaten
om als eerste te kunnen jagen. Omdat de hele
kudde dan verjaagd kan worden en er dan geen
voedsel meer voor de rest van de stam is, is er
een soort politie. Deze bewakingsdienst wordt gevormd door een van de mannengenootschappen.
Vaak wisselen de verschillende genootschappen
elkaar af als politie. Niet alleen moeten zij voorkomen dat enkelingen de jacht te vroeg beginnen,
ook moeten zij ervoor zorgen dat de jagers, vooral de jongeren die voor het eerst meegaan, rustig
blijven. Als de kudde wordt opgeschrikt kan het
weken duren voordat er weer een andere kudde is
gevonden. Overtreders worden zwaar gestraft.
Een veel voorkomende straf is dat al de spullen
van de overtreder worden vernield.
De eerste bizon die een jongen doodt, moet hij in
zijn geheel weggeven. De tong, het lekkerste deel
van de bizon, wordt door zijn vader uitgesneden
en aan de jongen gegeven om aan een ouder
echtpaar te geven dat geen familie is. Zo leert hij
zich verantwoordelijk te voelen voor alle leden
van de stam. De bizons worden ter plekke geslacht door de mannen en vrouwen.
Een volgende belangrijke stap in het leven van
een jongen komt op zijn veertiende jaar. Hij moet
dan alleen op de top van een heuvel een visioen
afsmeken. Een visioen is een boodschap uit de
bovennatuurlijke of geesten wereld. Een geest
bezoekt de jongen, meestal in de vorm van een
dier, en vertelt hem hoe zijn toekomst zal zijn.
13
Niet iedereen krijgt een visioen, maar voor degenen
die er wel een krijgen is het een ervaring die ze hun
hele leven bij zal blijven. Meestal is het visioen erg
kort, maar er zijn ook mensen die hele avonturen meemaken.
De volgende stap op weg naar de volwassenheid is
mee te gaan op rooftocht. De jongen mag niet vechten, maar moet op de paarden letten en voor het eten
zorgen. Een succesvol krijger is een krijger die veel
paarden steelt of die bijzonder moedig is. Het is moedig op de vijand af te rijden en hem aan te raken met
een zweep of een stok zonder verwond of gedood te
worden.
Meisjes zoeken niet naar een visioen, gaan niet bij een
genootschap en doen niet mee aan de oorlog. Zij doen
mee aan het slachten van de bizon na de jacht en aan
een aantal rituelen. Meestal werken meisjes samen in
groepjes van drie of vier of doen zij spelletjes.
Als een jongen een beslissing heeft genomen over het
meisje dat hij wil trouwen, bezoekt hij haar met zijn
ouders. Voor de tipi van de familie van het meisje legt
hij geschenken neer en bindt hij een paar paarden
vast. Als het meisje met hem wil trouwen, houdt de
familie de geschenken, anders geven zij ze terug.
Wanneer het meisje besluit te trouwen met de jongen,
brengen de ouders als tegengeschenken de mooiste
dingen die zij bezitten.
Samen met oudere vrouwen maakt zij de tipi voor haar
gezin. Daarna geven de oudere vrouwen haar geschenken. Vooral zaken die bij de tipi horen omdat die het
bezit van de vrouw zijn.
Bij het ouder worden brengt de man steeds meer tijd
thuis door en voert hij steeds minder oorlog. Hij gaat
bij een club voor oude mannen. Zijn taak wordt steeds
meer het geven van advies aan jongeren dan dat hij
zelf iets doet.
Als iemand sterft wordt zijn lijk gelegd op een stellage.
Na iemands dood rouwen de nabestaanden op een zeer
heftige manier. Zij verscheuren hun kleren, beschilderen hun gezichten met as, vernietigen bezittingen of
geven ze weg en verwonden zich met messen. Na een
jaar is het rouwen voorbij. De naam van de dode mag
nooit meer genoemd worden.
De indianen van de Noordwestkust
De indianen die aan de noordwestkust van NoordAmerika leven zijn tijdens hun hoogtijdagen misschien
wel de rijkste van alle indianen. In dit gebied van het
zuiden van Alaska tot het noorden van Californië is een
overvloed aan vis in zee en in de rivieren en wild in de
bossen. De indianen van de noordwestkust jagen ook
op zeehonden en walvissen.
14
Opgetooide indiaan
Indiaans meisje
Indiaanse dekens
Houtsnede
Totempaal voor een houten huis
Koperen plaat
Hier is nooit een tekort aan hout zoals in het zuidwesten en op de vlakte. Deze indianen staan bekend
om hun totempalen en grote houten huizen. Na 1800
neemt de hoeveelheid totempalen toe omdat de indianen de beschikking krijgen over ijzeren gereedschap
waardoor houtbewerking wordt vergemakkelijkt.
Voor deze indianen zijn standsverschillen en bezit erg
belangrijk. Iedere indiaan in dit gebied wordt geacht
te streven naar rijkdom. Maar het gaat niet in de eerste plaats om het bezit, maar om de mogelijkheid
feesten te geven. Op die feesten wordt bezit als dekens en kano’s uitgedeeld. De ontvanger mag niet
weigeren en moet op een gegeven moment met rente
terugbetalen. Kan hij dat niet, dan is degene die het
geschenk ontvangen heeft minder belangrijk geworden.
Deze gebruiken van het geven van geschenken worden met een woord dat uit het Chinook komt potlatch
genoemd.
De waarde van bezittingen wordt gemeten in hoeveelheden dekens. Voor vijf dekens moet na een periode
van een paar maanden, bij de Kwakiutl, zes dekens
worden terugbetaald. Als je die dekens pas na een
jaar of langer teruggeeft moeten er tien dekens worden terugbetaald.
Om te laten zien wie er het rijkste is, houden stamhoofden met elkaar een wedstrijd.
Een dorpshoofd verbrandt dekens, kano’s, voedsel of
breekt een koperen plaat in stukken. Zo laat hij zijn
minachting voor bezit zien. Als zijn rivaal niet in staat
is een vergelijkbare hoeveelheid te vernietigen, verliest hij zijn aanzien.
Om aan dekens te komen, kan iemand die arm is zijn
naam verpanden. In ruil voor zijn naam krijgt hij dertig dekens. Om zijn naam terug te krijgen moet hij
honderd dekens terug betalen.
Het kopen van een koperen plaat die veel waard is, is
een uitgebreide plechtigheid. Alle voorafgaande keren
dat de plaat is verkocht, worden er in betrokken. De
koper biedt eerst de laagste prijs waarvoor de plaat is
verkocht. De verkoper accepteert, maar zijn stamgenoten zeggen hem dat niet te doen. Hij vraagt om
meer dekens. De dorpsgenoten van de verkoper zetten hem steeds weer er toe aan om meer te vragen
voor de koperen plaat. De dekens worden in enorme
stapels door de jongemannen neergelegd. Uiteindelijk, wanneer alle voorafgaande overeenkomsten in de
verkoop zijn verwerkt, accepteren de verkoper en zijn
dorpsgenoten de prijs. Door dit soort gebeurtenissen
dagen de hoofden van de dorpen elkaar steeds weer
uit.
15
Ook voor deze indianen betekent de
komst van de Europeanen uiteindelijk de ondergang, maar de indianen
van de noordwestkust hebben zich
beter aangepast dan anderen. Velen
zijn werkzaam als vissers. Hoewel er
dikwijls conflicten zijn tussen indiaanse en koloniale vissers, weten de
meeste indianen redelijk te overleven. Het ergste voor deze indianen is
dat de potlatch verboden wordt. De
Amerikaanse regering denkt lang dat
de potlatch verantwoordelijk is voor
armoede onder de indianen, maar in
feite is die potlatch verantwoordelijk
voor rijkdom. Steeds weer moet een
dorp goederen bij elkaar vergaren
voor een volgende potlatch. Ook al
wordt er op die manier veel vernietigd, iedereen profiteert ook van de
gezamenlijke inspanningen. Het gevolg van het verbod op de potlatch is
een ineenstorting van de indiaanse
levenswijze.
Houtsnede bewerkt met koper
De indianen van Californië en het
grote bekken
De indianen van dit gebied leven afgesloten van de rest van Amerika.
Hierdoor blijven lange tijd nieuwe
invloeden beperkt. Een uitzondering
is de cultuur van de indianen van de
hoogvlakte, in het noorden van dit
gebied. Voor de komst van het paard
leven deze indianen als armoedige
wortelgravers. Daarna is hun manier
van leven vrijwel niet te onderscheiden van die van de indianen van de
vlakte. De Shoshone, Nez-Percé, en
Yakima worden beroemd om hun
paardenkudden.
Het beroemde Apaloosa-paard is
door de laatste twee stammen gefokt. Als de bizons in dit gebied zijn
uitgeroeid, trekken deze indianen
steeds vaker de prairie op. De meeste indianen in dit gebied leiden echter een armoedig bestaan.
De indianen van Californië zijn tussen 1840 en 1860 bijna allemaal uitgeroeid. Tegenwoordig leven de
overgebleven indianen in dit gebied
in reservaten en in Los Angeles.
Nez-Percé
Apaloosa-paard
16
Hopi
Pueblo
Bewerkt zilver
Het zuidwesten
Het zuidwesten van Noord-Amerika is een gebied dat gekenmerkt wordt door droogte en
woestijnvorming. Toch is er een grote afwisseling aan levenswijzen. De Papago, Pima en
Yuma zijn landbouwers die ook geregeld jagen. De pueblo-indianen zijn landbouwers. Zij
bevloeien de velden door uitgebreide netwerken van bevloeiingskanalen.
Regen is voor de pueblo-indianen van groot
belang. De regendansen komen van de pueblo
indianen. Het leven op de pueblo’s wordt beheerst door rituelen die er voor moeten zorgen dat de gewassen steeds weer op zullen
komen en de regen ieder jaar weer zal vallen.
De pueblo-indianen leven in dorpen van gestapelde woningen gemaakt van adobe. Adobe is gedroogde klei. Om de dorpen te beschermen tegen invallers is het alleen mogelijk via ladders de woningen binnen te gaan.
Als de Spanjaarden in 1540 bij de pueblo’s
aankomen, onder leiding van Coronado, treffen zij tachtig dorpen aan. Tegenwoordig zijn
er nog dertig over. De bekendste groepen
pueblo-indianen zijn de Hopi, de Zuni, Taos
en Acoma. De pueblo-indianen zijn zeer vredelievend. Als één van deze indianen iemand
doodt, moet hij zich langdurig en in afzondering reinigen.
Naast deze landbouwers met een vaste woonplaats zijn er ook nomaden in dit gebied. Dit
zijn de Apache en Navaho. De belangrijkste
middelen van bestaan zijn voor hen jagen,
verzamelen en roof. Met de pueblo-indianen
wisselen zij handel om landbouwproducten af
met het plunderen van de dorpen. In tegenstelling tot de pueblo-indianen zijn deze indianen zeer oorlogszuchtig. Het lukt de Spanjaarden dan ook niet ze te onderwerpen.
Als dit gebied later onder gezag van de Verenigde Staten komt, duurt het tot ongeveer
1890 voordat ook de Apache zich onderwerpen.
In het zuidwesten van de Verenigde Staten
leeft het grootste deel van de NoordAmerikaanse indianen.
Het grootste volk zijn de Navaho. De Navaho
leren van de Spanjaarden en de puebloindianen schapen te houden en het bewerken
van zilver. Nog altijd zijn de dekens van de
Navaho beroemd.
17
WOUNDED KNEE
Nog steeds proberen veel indianen meer vrijheid voor hun eigen cultuur te krijgen.
Toch wordt meestal als datum voor de ondergang van de indianen 29 December 1890
gekozen. In dat jaar worden grote groepen indianen wanhopig. De oorlogen tegen de
Amerikanen hebben zij verloren. Er zijn geen bizons meer en zij moeten samenleven
op een klein stuk grond omringd door soldaten die slechts nu en dan toestemming
verlenen om het reservaat te verlaten. Op dat moment staat er een profeet op in
Utah. Zijn naam is Wovoka. Hij zegt dat de bizon terug zal keren en dat alle blanken
uit de gebieden van de Indianen zullen verdwijnen, als de indianen voortaan oprecht
zullen leven, geen alcohol meer zullen drinken en zichzelf ritueel zullen reinigen. Alle
familieleden die in de oorlogen met de Amerikanen zijn overleden zullen weer tot leven komen. Over de hele prairie dansen indianen volgens de voorschriften van Wovoka. De nieuwe godsdienst bereikt ook het reservaat van de Sioux. Baard vertelt als
oude man wat hij meemaakt als jongeman.
“Alle bizons zijn verdwenen en de indianen hebben honger. Ik zit met mijn vader in zijn tipi en een boodschapper komt binnen en vertelt ons dat er een redder voor
de indianen is verschenen aan een indiaan in het verre
land waar de zon onder gaat. Hij belooft de bizon en de
antilope terug te brengen en de blanke weg te sturen
van al het land waar de indianen vroeger gejaagd hebben.
De boodschapper is heilig en vertelt dat als wij dansen
en bidden voor deze redder, hij aan ons zal verschijnen
en ons dingen zal laten zien die heilig zijn. Mijn vader
zegt: ‘Mijn zonen, wij zullen deze zaak eens onderzoeken.’
Mijn vader en al zijn zonen gaan naar het kamp van
Grootvoet in het reservaat aan de Cheyennerivier. Daar
dansen de indianen de dans van de geesten iedere dag.
Maar er overkomt mij en mijn familieleden niets geheimzinnigs.
Op een dag slaan ongeveer 500 soldaten hun kamp dicht
bij ons op. Grootvoet gaat naar de officier en zegt: ‘Mijn
vriend, waarom sla jij je tenten zo dicht bij ons op?’
De officier antwoordt: ‘Jullie zouden die dans van de
geesten niet moeten dansen.’
Grootvoet zegt: ‘Ik ga en ik neem mijn mensen met mij
mee en ik wil niet dat je achter mij aankomt. Wij zullen
dansen voor de heilige geest en wij doen niemand
kwaad.’
De officier antwoordt: ‘Als je van het reservaat afgaat
moet je een pas hebben voor tien dagen.’
Dan zegt mijn vader: ‘Mijn vriend, als jij bidt tot de god
van de blanke, vraag jij dan om een papiertje uit Washington?’
In de nacht vluchten wij en slaan onze tenten dicht bij
elkaar op. De volgende dag komen de soldaten ons achterna.
18
Wovoka
Moderne indiaan
De officier komt naar ons kamp en zegt tegen
Grootvoet: ‘Je zou er verstandig aan doen je
mensen terug te brengen.’
Grootvoet zegt: ‘Wij zijn geen vee. Wij willen
niet terug.’ De soldaten gaan weg.
Dan verschijnen de oude mensen en de vrouwen
en kinderen uit het kamp van Zittende Stier. Wij
weten nu dat er een opstand is. Grootvoet zegt:
‘Wij gaan terug, dan weet de grote vader
(hiermee wordt de president van Amerika bedoeld) dat wij niet bij de slechte indianen horen.’
Wij gaan terug. Er komen nog meer soldaten bij
ons kamp. In de ochtend richten de soldaten een
kanon op ons kamp. De soldaten staan op rij
met hun geweren in hun hand. De officier komt
en zegt dat wij ons moeten overgeven. Zij overleggen de hele dag. Grootvoet zegt dat wij geen
opstandelingen zijn en dat hij de volgende ochtend zal vertellen wat hij zal doen.
De volgende dag staan de soldaten weer op rij.
Het kanon is gericht op ons kamp. Wij moeten
ons overgeven, anders gaan de soldaten schieten. Wij gaan met de soldaten mee. Sommige
soldaten marcheren achter ons, anderen voor
ons en weer anderen aan onze zijkanten. Als het
middag is, zegt Grootvoet tegen een van de krijgers: ‘Wees bereid.’ De krijger gaat bij alle indianen langs en zegt tegen de vrouwen om alle
zware dingen weg te gooien. De officier vraagt
waarom zij dat doen.
Grootvoet zegt: ‘De pony’s zijn zwak.’
Als de zon twee vingers hoog is, zegt Grootvoet:
‘De pony’s kunnen niet verder, we zullen hier
ons kamp opslaan, er is goed water.’
Grootvoet vertelt alle indianen op paarden dekens om zich heen te slaan zodat zij lijken op
vrouwen. Hij zegt ze om kleine vuurtjes te stoken. Grootvoet zegt tegen de mensen in de wagen die het verst van de soldaten is dat zij weg
moeten rijden. Als die weg is, vertelt hij aan de
inzittenden van de volgende wagen dat hij weg
moet gaan. Dit doet hij tot de laatste wagen.
Een onderofficier vraagt waar de wagens zijn gebleven. Grootvoet zegt dat ze aan de andere
kant van het kamp zijn. Hij zegt hem dat hij hem
de wagens zal laten zien. Alle indianen die zich
vermomd hebben als vrouwen gaan met Grootvoet en de onderofficier mee. Als de onderofficier
ziet dat wij ons verzamelen, rent hij weg en zegt
dat de indianen aanvallen. Grootvoet zegt ons
dat wij hard weg moeten rijden. Wij gaan naar
de Badlands. Daar zien wij soldaten die ons zoeken.
19
De volgende dag is Grootvoet ziek. Wij rijden door. De
jongemannen houden de soldaten in de gaten die ons
zoeken. Grootvoet zegt: ‘Wij zullen proberen het kamp
van Rode Wolk te bereiken voor ik sterf.’ Als wij onderweg ergens stoppen, zien wij vier indiaanse verkenners.
Wij roepen ze, maar zij rennen hard weg. Als wij verder
gaan, stuiten wij opeens op soldaten. Zij richten hun geweren en kanonnen op ons. Grootvoet is ziek en onderhandelt met de soldaten. Ik ben erbij.
De officier zegt: ‘Kan hij praten?’ Dan slaat hij de deken
die over Grootvoet ligt op en zegt: ‘Kun je praten?’
Grootvoet zegt dat wij naar het reservaat gaan om onze
vrienden en verwanten te bezoeken.
De officier zegt: ‘Grootvoet, jullie moeten je wapens
neerleggen.’
Grootvoet zegt: ‘Ja wij zijn vredelievend, ik geef mijn
wapens op, maar ik ben bang voor wat er gebeurt als ik
dat doe. Ik geef de wapens terug als wij bij het agentschap van het reservaat zijn. Als ik ze nu geef, vrees ik
voor het leven van mijn mensen.’
De officier zegt: ‘Wat goed om dit te horen, wij hebben
een mooie wagen voor jou met vier muilezels. Daar kun
je in liggen.’
Als de officieren Grootvoet in de ziekenwagen leggen,
lachen zij en ik vrees voor zijn leven. Dan gaan de soldaten terug naar de Wounded Knee-beek met een wacht bij
Grootvoet. Iemand wil de wacht doodschieten, maar hij
wordt tegengehouden. Het zou alles erger maken voor
Grootvoet en alle indianen zouden worden doodgeschoten.
Als wij ons kamp bij Wounded Knee opslaan, plaatsen de
soldaten bewakers bij de tenten. Een paar indianen willen
naar het agentschap van het reservaat gaan, maar de
soldaten houden ze tegen. Op de top van een heuvel is
een snelvurend kanon geplaatst. Weer proberen een paar
indianen te ontsnappen als het nacht is, maar er zijn zoveel wachten dat het niet mogelijk is om weg te komen.
Wij weten nu dat wij gevangenen zijn. De indianen die
Engels begrijpen, horen dat zij ons naar het zuiden willen
sturen met de trein. Daar zou de zee overal om ons heen
zijn. Alleen de kinderen slapen die nacht. Mijn vader
vraagt de medicijnman om hulp, maar die zegt dat de
messias hulp zal geven als het nodig is.
De volgende dag zegt een tolk dat wij van de soldaten
onze geweren moeten inleveren. Ik ga naar mijn tent en
begraaf mijn geweer. Als ik terugkom zie ik een stapel
geweren. Om mij heen staan allemaal soldaten. Tegenover mij op de top van de heuvel staat het kanon. Ik ben
niet bang.
De officier zegt: ‘Jullie hebben nog vijfentwintig geweren.
Ik weet dat jullie meer geweren hebben. Wij hebben ze
gisteren geteld. Jullie moeten ook je kogels en messen
geven.’ Maar wij hebben bijna al onze geweren gegeven.
20
Grootvoet
Zittende Stier
Mocassin
Indiaan met pijp
Een pijp
Een buidel
Een mand
Zwarte Vos en Gele Schildpad willen hun geweren niet
geven, zij houden ze vast in hun handen. Ook de medicijnmannen willen hun geweren niet opgeven. Mijn vader
zegt dat zij beschermd zullen worden door hun hemd met
de geheimzinnige tekens.
De medicijnman zegt: ‘Ik ben bang.’
Iemand zegt dat wanneer de soldaten al onze geweren
hebben de indianen dan langs hen kunnen lopen en dat
de soldaten hun geweren voor zich zullen houden. Maar
de indianen denken dat hij zegt dat zij de geweren op
hen zullen richten. Mijn broer zegt: ‘Als zij hun geweren
op ons richten, zullen zij schieten.’
Mijn vader zegt tegen de medicijnman: ‘Nu moet jouw
messias ons beschermen tegen de kogels. Je staat erbij
als een oude vrouw.’
De officier praat opgewonden tegen zijn soldaten. De
medicijnman begint te bidden tot de grote geest. De soldaten komen op Zwarte Vos en Gele Schildpad af.
Zwarte Vos zegt: ‘Ga weg, ik zal sterven als jullie dichterbij komen, voordat jullie mijn geweer hebben, en als
ik sterf neem ik sommigen van jullie met mij mee.’
Een paar indianen zeggen: ‘Laten wij onze geweren terugpakken, ze gaan schieten.’
Een oude indiaan zegt dat de tolk voor alle problemen
zorgt. Mijn vader zegt dat de medicijnman moet helpen.
Dan houdt de medicijnman op met zingen en werpt een
handvol stof in de lucht en begint te huilen voor de grote
geest. Hij werpt zijn deken onder het stof, zoals dat
hoort in de dans van de geesten.
Iemand roept in het Lakota: ‘Niet schieten.’
Ik zie dat Zwarte Vos en Gele Schildpad de soldaten uitlachen als zij doodsbang voor hen wegrennen. Zij hebben
hun geweren vast alsof zij klaar staan om te schieten. Als
ik in een greppel kijk bij de rivier hoor ik opeens een
schot. Meteen daarna draaien Zwarte Vos en Gele Schildpad zich om en schieten in de richting waarvandaan geschoten wordt.
Alle indianen springen op. ‘Pak je geweren en maak dat
je wegkomt,’ roepen enkele Indianen. Zwarte Vos en Gele Schildpad vallen op de grond. Gele Schildpad zingt zijn
doodslied, leunt op zijn elleboog en schiet op de soldaten. Alle soldaten beginnen te schieten. Overal om mij
heen vallen Indianen op de grond. Een Indiaan schreeuwt
in mijn oor: ‘Pak je geweer.’
Ik ren weg door de rook. Ik zie de knopen van een soldatenjas en een geweer gaat af. Ik pak mijn mes en probeer het geweer van de soldaat af te pakken. Ik steek tot
drie keer toe. Hij laat het geweer los. Ik ren terug naar
de greppel. De soldaten richten hun geweer op mij en
schieten. Een kogel raakt mij in mijn schouder. Ik kan
niet rennen en dus loop ik. De soldaten komen op mij af
en omdat ik toch al denk dat ik dood ben, val ik aan. Zij
rennen weg.
21
Mijn mond en keel zitten vol bloed. Van een dode soldaat pak ik de kogels af. Het blijkt dat ik ook in mijn
been geschoten ben. Ik schiet op de soldaten. Overal
om mij heen liggen dode vrouwen en kinderen. Eindelijk
in de greppel krijg ik een geweer van een indiaan. Dan
begint het snelschietend kanon zijn kogels af te vuren.
Mijn vrouw, Wit Gezicht, komt in de greppel. Zij is gewond. Zij zegt: ‘Ik ga het lichaam van mijn moeder halen dat op de top van die heuvel ligt.’
Zij tilt het lichaam op en valt neer, zij is nog een keer
geraakt. Zij is dood. Ik klim uit de greppel, want ik denk
dat ik nu net zo goed ook kan sterven. Een indiaan trekt
mij terug. Als hij mij terugtrekt, valt hij dood neer met
een kogel door zijn hoofd. Ik ga weer schieten. Ik zie
een vrouw onder het bloed met een soldatenrevolver in
haar hand. Ik ga naar haar toe om haar te helpen. Als ik
schiet, rennen de soldaten weg. Ik zie mijn broers Witte
Lans en Vervolgde. Zij zijn allebei gewond. Vervolgde is
bijna dood. Hij zegt: ‘Pak mijn kogels en schiet er zoveel mogelijk dood voor jullie zelf sterven.’
Wij schieten op de soldaten. Zij richten het kanon op
ons. Het zand stuift alle kanten op van de inslag van de
kanonskogel. Ik voel mij misselijk en heb dorst. De soldaten komen kijken of wij dood zijn, ik schiet maar kan
niet richten. De soldaten rennen weg. Ze schieten nog
een keer met het kanon. Haviksveer wordt in twee stukken geschoten. Zij schieten ook op mij. Ik houd mij stil
en het schieten stopt. Witte Lans is uit de greppel geklommen en ik zoek hem. Een indiaanse verkenner
schiet op mij als ik uit de greppel wil klimmen. Ik wil
sterven. Ik schiet op de soldaten maar kan niet staan.
Zij schieten weer met het kanon op mij. De kanonskogels gaan rakelings langs mijn hoofd. De wind van de
kogels tilt mij van de grond. Ik lig stil op de grond en
het schieten houdt op. Ik kruip op de top van een heuvel en mijn broer Schreeuw Naar Hen komt naar mij toe
met een paard. Hij zegt: ‘Wij gaan naar het agentschap
en wij gaan daar samen naar toe of wij sterven samen.’
Enkele Oglala-Sioux komen naar ons toe en vertellen
dat alle opstandelingen naar het kamp van Korte Stier
gaan. Wij gaan mee. Er is niemand. Ik ben te gewond
om verder te gaan. Iemand vertelt mij dat mijn vader
Hoorn Wolk, mijn moeder Geel Blad, mijn vrouw Wit
Gezicht, mijn kind Wit Voet, mijn broer Vervolgde en
mijn zuster Haar Paarden allemaal gedood zijn. Mijn
broers Witte Lans en Vijand zijn gewond.
Achteraf denk ik dat wij beter meteen met de opstandelingen mee hadden kunnen doen. Uiteindelijk word ik
naar het agentschap gebracht.” Bij de slachting komen tweehonderd Sioux om het leven. Het is nog altijd niet bekend wie het eerste schot
heeft gelost.
22
Wounded knee
HET LEVEN VAN DE INDIANEN NU
In de loop van de twintigste eeuw is de ‘American Indian Movement’ (AmerikaansIndiaanse Beweging), kortweg AIM opgericht. Met spectaculaire acties trok de AIM
aandacht voor de problemen van indianen in de Verenigde Staten van Noord-Amerika.
De meest gebruikte tactiek is de bezetting van gebouwen. In 1973 bezet de AIM het
plaatsje Wounded Knee. Na zeventig dagen geven de bezetters op. Het resultaat van
de bezetting is wereldwijde aandacht voor de situatie van indianen in Noord-Amerika.
Indiaans casino en hotel
Een andere ontwikkeling is de opkomst van kansspelen en gokken op het terrein van
de indianen, de reservaten. In 1979 openen de Seminole een bingohal op hun reservaat in de staat Florida. De lokale overheid probeerde de hal onmiddellijk te sluiten,
maar de rechtbank voorkwam dit. Dit was de start van een enorme ontwikkeling van
het ondernemerschap van de indianen.
23
In 1987 erkent het Amerikaanse Hooggerechtshof (Supreme Court) dat er op het terrein van de indianen, de reservaten, gok– en
kansspelen georganiseerd kunnen worden.
In 1988 komt het congres (vergelijkbaar met
de Eerste en Tweede Kamer) met de IGRA,
indian gaming regulatory act. De IGRA houdt
in hoe en onder welke voorwaarden het bedrijf kan functioneren. Dit betekend dat het
bedrijf onder toezicht staat om criminele
praktijken te voorkomen.
Er zijn ongeveer 400 casino’s gerund door
ongeveer 220 stammen. Deze hebben een
omzet van 18,5 miljard dollar met een winst
van 3,8 miljard dollar.
Er zijn in totaal 562 stammen, dus de markt
kan nog groeien. Een aantal staten heeft
(nog) geen casino van indiaanse oorsprong
maar staan dit wel toe. Slechts de staten
Utah en Hawaii verbieden de indianen
casino’s te runnen.
Met de winst van de casino’s worden scholen,
medische posten, politie en brandweer verzorgd op de reservaten.
Hard Rock Cafe
Ook vormt het terrein van de indianen, het
reservaat, een vrijplaats voor het belastingvrij verkopen van tabak en alcoholhoudende
dranken.
De laatste ontwikkeling is dat de indianen,
wederom de Seminole, naar buiten komen
met een geheel andere soort uitgaansgelegenheid, ditmaal niet op het reservaat: Hard
Rock Cafés.
In december 2006 is deze keten, oorspronkelijk opgericht door Isaac Tigrett en Peter Morton in 1971 vanuit Londen, overgenomen
door de Seminoles, een indianenstam uit Florida voor 726 miljoen euro. Dit met uitzondering van de vestiging in Londen.
De cafés hebben over de hele wereld een inrichting met een aantal bekende muzikantenattributen, en ze bieden een menu met Amerikaanse gerechten: hamburgers en friet.
Ze willen het aantal vestigingen in de komende jaren verdubbelen naar 250 vestigingen.
Er is begonnen met de bouw van nieuwe vestigingen, ook in Londen, met als uitbreiding
een hotel en waar mogelijk een casino.
24
Hamburger met friet
AANTEKENINGEN
25
26
MEER OP INTERNET
Op de website van het Centrum voor Mondiaal Onderwijs vind je nog meer
informatie die je kan helpen bij je werkstuk of spreekbeurt.
Je vindt daar tips over hoe je het beste een werkstuk kunt opzetten of hoe je
het beste je spreekbeurt kunt inkleden.
Ga naar www.cmo.nl of www.maak-een-werkstuk.nl.
27
SCRIPTIESERVICE
De Scriptieservice Mondiaal Onderwijs richt zich op leerlingen vanaf 10 jaar. In de
reeks zijn meer dan 85 onderwerpen opgenomen over Derde Wereld, Vrede, Milieu
en Mensenrechten.
Elk pakket bestaat uit 24 pagina's tekst, foto's, tekeningen, strips en/of cartoons.
Op de website van het CMO staat een handleiding voor het maken van een scriptie/
werkstuk.
De versie op papier is te bestellen bij:
Centrum voor Mondiaal Onderwijs
Postbus 9108
6500 HK Nijmegen
tel. 024-3613074
e-mail: [email protected]
http://www.cmo.nl
Download