Samenvatting geschiedenis hoofdstuk 1

advertisement
Hoofdstuk 1: prehistorische volkeren
Prehistorische volken in de twintigste eeuw
De Yanomami-indianen leven in het Amazone gebied. Rond de rivier de Amazone in Brazilië (ZuidAmerika) ligt een gigantisch groot tropisch regenwoud. Daar leven ze van de
jacht, de landbouw en het verzamelen van vruchten.
De Yanomami’s leven net zoals de mensen in Europa in de préhistorie
leefden, zeg maar tussen 500 en 4000 voor Christus. De prehistorische
boeren verbouwden graan en vlas.
Kenneth Good heeft een tijd lang bij da Yanomami’s gewoond, omdat hij de
taal en de leefwijze van dit volk wilde bestuderen. Deze mensen wisten niet
wat pen en papier was en hadden ook nooit van schrijven gehoord.
De Indianen in Noord-Amerika gebruiken de restanten van bizons voor het maken van kleding, tenten,
gereedschap, bogen en brandstof.
De Indianen die in het droge zuidwesten van Noord-Amerika woonden, leefden van de landbouw,
omdat er te weinig dieren en planten waren om van te leven. Ze moesten dus zelf hun eten verbouwen
- zoals maïs, pompoenen en katoen - en dieren fokken. De prairie-indianen trokken met hun hele
hebben en houden achter de bizons aan.
De Indianen werden zo genoemd, omdat Columbus hen die naam gaven. Hij dacht
immers, dat hij in Indië was beland.
In het begin leefden de blanken en de indianen vreedzaam naast elkaar, doordat
het land toen groot genoeg voor iedereen was. De indianen leefden volgens oude
tradities, ze waren nomaden en bleven op hun geboortegrond. De blanken
bouwden forten, hadden vuurwapens, namen alcohol mee en wisten wat
contracten waren.
De indianen wilde niet naar een reservaat, omdat dat meestal ver van hun geboortegrond lag.
Bovendien was de grond in de reservaten onvruchtbaar.
Tegenwoordig zien de meeste mensen in, dat de indianen onrechtvaardig behandeld zijn, want zij
waren immers de oorspronkelijke bewoners van het land die verdreven werden.
Internationale organisaties
We kennen tegenwoordig veel grote internationale organisaties:
 De Wereldvoedselorganisatie zorgt voor betere landbouw in arme landen.
 De Veiligheidsraad van de Verenigde Naties (VN) probeert een einde te maken aan oorlogen.
 De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zorgt ervoor dat er ziekenhuizen in de
ontwikkelingslanden gebouwd worden.
 Unicef zorgt voor meer scholen voor kinderen in ontwikkelingslanden.
 Amnesty International pleit voor vrijlating van politieke gevangen.
 Het Rode Kruis levert medicijnen en biedt hulp aan landen waar een ramp is gebeurd.
 Artsen zonder Grenzen opereert de gewonden van rampen en oorlogen.
Ook al bestaat in ons land vrijheid van meningsuiting, toch mag je geen mensen beledigen op grond
van hun geloof of ras.
Jaartallen
1492 – Columbus ontdekt Amerika
17e eeuw – kolonisten vestigen zich in Noord-Amerika
18e en 19e eeuw – kolonisten en indianen strijden tegen elkaar
20e eeuw – nu voelen veel blanken zich schuldig tegenover de indianen.
G:\A C H T\Geschiedenis gr. 8\geschiedenis groep 8 samenvattingen.doc
Hoofdstuk 2: het oude China
We weten door schriftelijke bronnen, dat in 1792 een konvooi van Engelse schepen op weg naar China
ging om handel te drijven. De ideeën van Confucius heeft grote invloed gehad op het leven daar. Zo
zijn ouderen nog steeds belangrijker dan jongeren en moet ieder mens gehoorzaam zijn aan zijn
meerdere en mag je geen kritiek hebben op een meerdere.
Tot 1912 was de keizer de belangrijkste man. De ambtenaren waren minder belangrijk dan de
mandarijnen, terwijl de boeren het minste aanzien hadden. De keizer sprak nooit met mensen uit alle
lagen van de bevolking. De ambtenaren schreven ook gedichten, schilderden, beeldhouwden en deden
uitvindingen. De Chinezen dachten, dat de keizer rampen kon voorkomen door contact te onderhouden
met de goden en de overleden voorouders.
De Chinezen maakten ontdekkingsreizen om de bevolking van het ontdekte land kostbare geschenken
te geven om te laten zien hoe rijk men was. De Chinezen hadden geen behoefte om met Europeanen
handel te drijven, omdat ze alles wat ze nodig hadden zelf konden maken. De Chinezen noemden alle
mensen buiten hun eigen land ‘barbaren’.
China was al heel vroeg een ontwikkeld land. Ze maakten hun land door bevloeiing vruchtbaarder. Ze
hadden het buskruit eerder dan de Europeanen ontdekt, evenals de boekdrukkunst. Ze wisten ook
eerder dan wij hoe je papier en zijden stoffen kon maken.
Een van de indrukwekkendste dingen is de Chinese muur die wel 5000 km lang is.
Tegenwoordig zijn boeren en ambtenaren even belangrijk. Alle landbouwgrond is eigendom van de
staat. Grootgrondbezitters zijn er niet meer. Dat komt door de invloed van Mao Zedong, die zijn
belangrijkste gedachten in het rode boekje heeft vereeuwigd.
Jaartallen
221 v. Chr.: het begin van het keizerrijk.
15e eeuw: de tijd van de ontdekkingsreizen.
1912: het einde van het keizerrijk.
1949: begin van Volksrepubliek China.
G:\A C H T\Geschiedenis gr. 8\geschiedenis groep 8 samenvattingen.doc
Hoofdstuk 3: De wereld van de Islam
Mohammed is de stichter van de islam en de Koran is het heilige boek. Tussen 700 en 750 veroverden
de Arabieren een groot rijk, omdat ze hun godsdienst over de wereld wilden verspreiden. Ze
veroverden daarbij zelfs Spanje, Italië en Griekenland. In de Middeleeuwen probeerden ze ook
Frankrijk te veroveren, maar de grootvader van Karel de Grote versloeg hen en dreef hen terug. In
Spanje hebben moslims en christenen lange tijd vreedzaam naast elkaar geleefd. In de Middeleeuwen
konden de geleerden in Europa veel van Arabische geleerden leren op het gebied van wiskunde,
rekenen, geneeskunde, sterrenkunde en aardrijkskunde.
De Arabieren maakten lange handelsreizen naar landen in
het verre oosten, zoals India en Indië, waar ze ivoor, zijde,
peper en kaneel haalden.
Overeenkomsten en verschillen
Er zitten overeenkomsten tussen de islam en het
christendom. Zo geloven ze in dezelfde God; vinden ze dat
de mensen elkaar zoveel mogelijk moeten helpen. Ook
vinden ze bidden belangrijk. Een verschil is dat moslims
niet geloven, dat Jezus de zoon van God is. Ze beschouwen
hem wel als een groot profeet.
De Kruistochten
Pelgrims zijn reizigers die een lange tocht maken naar een
heilige plaats om God te eren. Zo bestonden tussen 1100 en
1300 de Kruistochten, waarbij Europese Christenen
Jeruzalem wilden veroveren op de moslims. Jeruzalem was
belangrijk voor de Christenen omdat het graf van Jezus zich
daar bevindt. Toevallig ontstonden in diezelfde tijd in
Europa veel steden. Het christendom verspreidde zich tussen
700 en 1000 sterk over het westen van Europa.
Moslims, zoals wij hen kennen
Moslims wassen zich op enkele plaatsen, voordat ze de moskee binnengaan. Bij het bidden kijken ze
in de richting van Mekka, de heilige stad van hun geloof. Die stad is heilig, omdat de profeet
Mohammed daar geleefd heeft. Ze bidden vijf keer per dag op vaste tijden. Moslims kennen ook de
ramadan. In die maand vasten ze. Dat betekent, dat ze tussen zonsopkomst en zonsondergang niet eten
en drinken. Zo ervaren ze, wat armoede is.
Tijdlijn
 In de 7e eeuw na Christus werd de islam gesticht.
 Vanaf 700 begonnen de veroveringstochten.
 Aan het eind van de 11e eeuw veroverden de
Seldsjoeken Palestina (zeg maar het huidige Israel).
 Tussen1100 en 1300 waren de Kruistochten.
G:\A C H T\Geschiedenis gr. 8\geschiedenis groep 8 samenvattingen.doc
Hoofdstuk 4: De grote ontdekkingsreizen
Columbus dacht, dat de afstand naar Indië veel korter was dan in werkelijkheid. Hij durfde die reis te
maken, omdat hij ervan overtuigd was, dat de aarde rond was. Bovendien kende men toen sinds kort
instrumenten, waarmee ze met behulp van sterren op open zee de route konden bepalen. Toen
Columbus eindelijk aan land kwam, dacht hij dat hij in Indië was aangekomen, zodat hij de mensen
die daar woonden Indianen noemde. Zij ontvingen hem vriendelijk. Hij maakte die reis in opdracht
van de Spaanse koning. Later hebben de Spanjaarden de Indianen als slaven gebruikt.
Venetië en Genua waren belangrijkste havensteden, omdat de Arabieren producten vanuit Azië naar de
Middellandse zeekust brachten. Van daar ging het naar de twee Italiaanse steden. Later werd Lissabon
de belangrijkste havenstad, omdat de Portugezen de zeeweg naar Indië hadden gevonden. Ze haalden
suiker, peper en kruidnagelen naar Europa. De Arabieren waren hier niet blij mee, omdat ze hun winst
zagen verdwijnen. Dat was de reden, dat de Portugezen hun route naar Indië zo lang mogelijk geheim
hielden.
Door de ontdekkingsreizen kregen de Europeanen grote invloed in andere landen. Vandaar dat in
Brazilië, Spanje, Australië en Noord-Amerika tegenwoordig Europese talen worden gesproken.
De Hollanders hebben geld als water verdiend. Daarmee kochten ze dure schilderijen en ze lieten
meren droogmalen om landbouwgrond te verwerven. Ze richtten ook de VOC (= Verenigde OostIndische Compagnie) en de WIC (=West-Indische Compagnie) op. In 1667 ruilden de Hollanders
Nieuw-Amsterdam tegen fort Paramaribo (Suriname) met de Engelsen. Op Nederlandse plantages in
Zuid-Amerika verbouwden ze suikerriet, koffie, katoen, cacao en tabak. Omdat ze te weinig
arbeidskrachten hadden kochten ze slaven in Afrika.
Een paar jaar geleden bouwden ze de Batavia na. Dat is een VOC-schip Daar deden ze tien jaar over.
Vroeger deden ze dat veel
sneller, omdat ze toen
precies wisten, hoe ze dat
moesten doen.
Jaartallen
 Columbus ontdekte in
1492 Amerika.
Eigenlijk deed Leif, de
zoon van Erik de Rode
dat 400 jaar voor hem
vanuit IJsland.
 In 1495 ontdekte Vasco
da Gama de weg naar
Indië via het zuidpunt
van Afrika. Hij ‘hopte’
daarbij langs de
oostkust van Afrika. Hij
kwam in India uit.
 In 1596 ontdekte
Cornelis de Houtman de
weg naar wat nu Indonesië heet. Vanaf die tijd werden de Hollandse kooplieden de belangrijkste
handelaren met Azië.
G:\A C H T\Geschiedenis gr. 8\geschiedenis groep 8 samenvattingen.doc
Hoofdstuk 5: Europa’s macht in de wereld
De bazen van plantages in Nederlands-Indië deelden soms zware straffen uit aan mensen die iets
verkeerds deden. Dat vonden de inlanders, die hele dagen op de akkers werkten, verschrikkelijk. De
meeste inlanders – dat waren de oorspronkelijke bewoners van dat land - woonden in een huisje op de
dessa; zo heette een dorpje in dat land. Soms liepen arbeiders (ook koelies genoemd) weg, omdat ze
geen zin meer hadden om voor een hongerloontje te werken. De inlandse boeren werkten niet alleen
op de plantages, maar ze waren ook verplicht om mee te helpen bij de aanleg van wegen en
spoorlijnen.
De Nederlanders hebben ruim 30 jaar oorlog gevoerd in Atjeh, omdat er olie in de grond zat en daar
konden ze goed aan verdienen.
Eduard Douwes Dekker schreef een boek: Max Havelaar. Er stond in hoe de bevolking van
Nederlands-Indië door de Nederlandse regering werd uitgebuit. Ook in Nederland waren veel
arbeiders, maar er waren verschillen:
● Nederlandse arbeiders richtten vakbonden op.
● Nederlandse arbeiders werkten vooral in fabrieken.
● Indische arbeiders werden gedwongen te helpen bij de aanleg van wegen en spoorlijnen.
Voor 1900 vonden de Nederlanders de specerijen en suiker uit Indië belangrijk. Daarna verdienden ze
het meest aan aardolie en rubber. Vanaf die tijd mochten arbeiders in Nederland ook meebeslissen wie
er mocht regeren.
Europese koloniën
Tussen 1880 en 1920 verdeelden Europese landen bijna geheel Afrika. Europese landen wilden graag
koloniën hebben, omdat ze daar belangrijke grondstoffen voor hun fabrieken konden halen. Na de
uitvinding van de stoommachine kwamen in Europa veel fabrieken. We noemen dat De industriële
revolutie.
Na de oorlog
Tussen 1945 en 1970 werden de meeste landen in Afrika zelfstandige staten. In 1975 werd de
Nederlandse kolonie Suriname zelfstandig. Veel Nederlanders emigreerden vooral naar Canada,
Nieuw-Zeeland en Australië. Nu komen veel mensen naar ons land. Mensen die om hun ras of geloof
in hun eigen land vervolgd worden, krijgen altijd toestemming om in ons land te blijven wonen.
In de jaren vijftig kwamen veel mensen uit Indonesië naar ons land, wat te maken had met het
zelfstandig worden van Indonesië.
Tussen 1960 en 16970 kwamen veel Turkse en Marokkaanse arbeiders op uitnodiging van onze
regering naar ons land. We konden hen goed gebruiken om in onze fabrieken te werken, omdat er niet
genoeg Nederlanders waren om dat werk te doen. Na een aantal jaren mochten hun gezinnen ook over
komen.
Jaartallen
1596: De eerste Nederlanders komen in Indië aan.
1870: Het begin van de Atjeh-oorlog.
1901: Het einde van die oorlog.
1949: Indië werd zelfstandig.
G:\A C H T\Geschiedenis gr. 8\geschiedenis groep 8 samenvattingen.doc
Download