CURSUS 3 – ONTDEKKERS EN VEROVERAARS Het verhaal van Columbus Columbus was een Italiaanse zeeman die werkte voor de Spaanse koning en koningin. Hij wilde op ontdekkingsreis naar Azië, net als de Portugezen. Maar volgens Columbus was er een kortere zeeweg dan de lange route om Afrika. Hij dacht: de aarde is bol, dus als je naar het westen vaart, kom je ook in ‘Indië’. Columbus was de eerste bekende zeeman die deze reis durfde te maken. Op 3 augustus 1492 vertrok Columbus vanuit Spanje. Op 12 oktober 1492 kwam hij aan op een van de eilanden van de Bahama’s. Columbus dacht dat hij in ‘Indië’ was en noemde de bewoners indianen. Vanaf die tijd gebruiken Europeanen ook de naam West-Indië voor Amerika en Oost-Indië voor Azië. Later begreep men dat hij een werelddeel had ontdekt, dat onbekend was in Europa. Het hele werelddeel kreeg toen de naam ‘Amerika’. Indiaanse samenlevingen Na Columbus kwamen steeds meer Europeanen naar Amerika. Ze ontdekten dat er grote verschillen waren tussen de indiaanse volkeren. Sommige indianen leefden in een samenleving van jagerverzamelaars; andere in een landbouwsamenleving. Er waren ook grote staten met een landbouwstedelijke samenleving, zoals het machtige rijk van de Azteken. Hierdoor waren er ook sociale verschillen. Dit betekent dat de mensen van de verschillende volkeren niet op dezelfde wijze met elkaar omgingen. Op het schilderij hieronder zie je de hoofdstad van de Azteken: Mexico. In het Azteeks heet die stad Tenochtitlan. Op de voorgrond zie je iets van het leven in die stad. Veroveraars Columbus had ook ontdekt dat er goud en zilver in Amerika was. Daardoor kwamen er veroveraars, op zoek naar rijkdommen. In 1519 veroverde de Spanjaard Cortez met een legertje het Aztekenrijk. In Mexico vernietigden ze tempels en godenbeelden. Zuid-Amerika werd vooral gekolonialiseerd door Spaans- en Portugees sprekende mensen. Deze talen komen van het Latijn (de taal van de Romeinen) en daarom noemen we Zuid-Amerika ook wel Latijns-Amerika. Een Spaanse kolonie Na de verovering werd Mexico een Spaanse kolonie, net als andere gebieden in Amerika. Een kolonie is een gebied waar mensen uit een ander land zijn gaan wonen en dat zij, vaak met geweld, in bezit hebben gekregen. Veel Spanjaarden maakten de reis over de oceaan om zich in de koloniën te vestigen. Bestuurders en priesters zorgden er samen voor dat veel indianen christen werden. Indianen werden ook als slaven aan het werk gezet, bijvoorbeeld in zilvermijnen op Haïti. Maar dat ging niet goed. Indianen waren niet bestand tegen besmettelijke ziektes van de Europeanen, zoals de mazelen. Veel indianen gingen dood door de ziektes en door het zware slavenwerk. De Spanjaarden besloten toen om slaven te kopen in West-Afrika en om deze Afrikanen in Amerika te laten werken. CURSUS 4 – VERSPRIJDING VAN CULTUREN Drie culturen in Mexico Op deze foto zie je het ‘Plein van de drie culturen’ in Mexico-stad. Je ziet hier uitingen van drie culturen naast elkaar. De drie culturen zijn: de oude Azteekse cultuur, de Spaanse cultuur en de moderne Mexicaanse cultuur. Na de verovering van Mexico hebben Spanjaarden hier een Azteekse piramide afgebroken en de stenen gebruikt om deze kerk te bouwen. In onze tijd is de piramide opgegraven en voor een deel weer hersteld. Op de voorgrond zie je er een deel van. De Europese overzeese uitbreiding Vanaf omstreeks 1500 maakten Europeanen wereldreizen overzee. Ze breidden hun activiteiten buiten Europa steeds meer uit. We noemen dit de Europese overzeese uitbreiding. Het ging om vier soorten activiteiten: - economische activiteiten, zoals handel drijven; - politieke activiteiten, zoals het besturen van een kolonie; - culturele activiteiten, zoals het verspreiden van een taal; - sociale activiteiten, zoals de relaties tussen mannen en vrouwen. Verspreiding van dieren en planten In verhalen over indianen zie je ze vaak over de prairie galopperen op hun paard. Toch waren er in Amerika geen paarden, totdat Spanjaarden deze meenamen. Door de Europese uitbreiding zijn er mensen verspreid over de wereld, maar ook dieren en planten. Op de afbeelding zie je welke gewassen de Europeanen leerden kennen en mee naar huis namen. Een gewas is wat groeit aan planten, zoals vruchten, wortels en bladeren. Wereldgodsdiensten Naast taal en gewassen werden ook godsdiensten verspreid over de hele wereld. Europeanen bekeerden mensen tot het christendom in de gebieden waar ze kwamen. Het christendom werd zo verspreid over een groot deel van de wereld. Daarom noemen we het christendom een wereldgodsdienst. Een andere wereldgodsdienst is de islam. Godsdiensten in Indonesië De foto hiernaast is gemaakt in Banda Aceh in Indonesië. Arabische handelaren hebben de islam naar dat land gebracht toen ze zich rond 1300 in de havensteden vestigden. Veel Indonesiërs namen toen hun godsdienst over. Tegenwoordig is er in Indonesië vrijheid van godsdienst, net als in Nederland. Van de 235 miljoen Indonesiërs is 86% moslim. De rest van de bevolking bestaat uit christenen (10%), hindoes (2%) boeddhisten (1%) en aanhangers van andere godsdiensten (1%). Tijdvakken en periodes Het verleden wordt op verschillende manieren ingedeeld. We hebben de indeling in tien tijdvakken. Het vijfde tijdvak duurde van 1500 tot 1600. Dit tijdvak heet de tijd van ontdekkers en hervormers. Een andere indeling is die in vijf periodes. De eerste drie periodes waren de prehistorie, de oudheid en de middeleeuwen. De vierde periode duurde van 1500 tot 1800. Deze periode heet de vroegmoderne tijd.