Rvgl11

advertisement
Indië - overzicht
Grote periodes
 Vedische periode:
- Vedas
- Smriti (soetras, sastras, h.b. dharmasastra)
 Postklassieke periode (o.m. moslimheersers)
 Britse periode
 Periode sinds onafhankelijkheid (1947)
Indië - vedische beschaving
Vedische beschaving
 Vedische periode:
- Vedische cultuur = « grote traditie »; integreert vele volkeren in het
indische kastenstelsel, met behoud van « kleine tradities »
- ontwikkeling hindoeïsme: vedisme, boeddhisme & jaïnisme,
brahmanisme
- « Dharma »
 De rol van jati (geboortgeroepen, « kasten »)
- elke jati gerangschikt qua status in het kleurenstelsel (varnashrama)
- 4 varna (kleuren) (brahman, kshatriya, vaishya, sudra)
- binnen sudra onderscheid sudra, adivasi, avarna =scheduled classes
- elke jati eigen regels en rechtspraak
Indië - bronnen in vedische periode


-
Veda’s of Sruti
mythische, religieuze, filosofische teksten
« gehoorde » openbaring, maar niet door God gedicteerd
Smriti (de herinnering)
soetra’s
sastra’s (leerboeken in metrische vorm)
trivarga: dharma, artha, kama
dharma: kosmische ethische wet, o.m. plichten van dankbaarheid
Bekendste dharmasastra: Manu-smriti, ca. 2e eeuw vC: 18
rechtscategorieën in 12 boeken; eerste tractaat van oorlogsrecht
andere dharmasastras uit 2e tot 4e eeuw nC
inhoud = vooral het gewoonterecht (voor zover voldoende status); wel
doctrine, geleerdheid veeleer dan praktijk
in de loop der eeuwen strikter/strenger geworden
Indië - postklassieke periode
-
Nibandha (commentaren en digesten), v.a. 7e eeuw nC
bhasya (commentaren op één bestaande tekst) (7e/13e)
vyavahara (systematische commentaren, digesten)(12e/17e)
uitgewerkte interpretatieleer (mimansa)

Rechtsbronnen:
-
dharmasastra / nibandha is het religieuze geleerde recht

-
Ruimte voor niet-sacrale rechtsbronnen; afwijkende gewoonte heeft
voorrang
 Rechtspraak
koninklijke rechtbank (sabha) voor bepaalde materies
grotendeels lokaal of kaste-intern (panchayat)
 Politieke geschiedenis: grotendeels door islam veroverd v.a. 11e eeuw;
islamisering maar zeer gedeeltelijk gelukt
 Vanaf 1526 Mogul-keizers (tolerantie onder Akbar, intolerantie Aurangzeb)
-
Indië - Britse periode




-
V.a. 16e eeuw Europese handelsposten
V.a. 1707 politieke versnippering van India
Britten krijgen langzaam heel Indië onder controle (ong. voltooid 1818),
vaak door indirect bestuur via lokale vorsten
Gerechtelijke organisatie
Britse rechtbanken in handelsnederzettingen (1726 mayor courts)
vanaf 1772 ook in het binnenland reorganisatie
Common law krijgt steeds meer invloed
Vanaf 1781 tweedeling:
panchayats voor recht inzake familie en religieuze instellingen, op advies
van een pandit of moefti
Britse overheidsrechtbanken voor de meeste andere geschillen: in beginsel
gewoonterecht, in feite langzaam verengelst (met aanpassingen)

Indië - Britse periode 2




-
-
1858 Government of India Act (eenmaking bestuur)
1861 Eenmaking gerechtelijke organisatie; verstaatsing gerecht en recht;
advies pandit /moefti afgeschaft (1864)
V.a. 1859 codificatie op grote schaal: Anglo-Indian Codes
procesrecht, strafrecht, strafvordering
ook grote delen privaatrecht uit common law & equity
Op het gebied van familierecht e.d.
wetgevende correcties op het hindoerecht (vb caste disabilities removal act
1850)
rechtspraak op basis van in Engelse terminologie « vertaalde » nibandha
(eigenlijk vaak een archaïsche versie van het levende hindoerecht)
invoering stare decisis leidt naar een door Engelse methoden beheerst
hindoerecht (Anglo-Indian law)
verstaatsing rechtbanken leidt tot sterkere juridisering
gedeeltelijke codificatie van de religieuze familierechten
Indië - onafhankelijkheid








-
1935 Government of India Act; grote autonomie maar geen dominion
Dekolonisatie 1946-47; Britten gaan voor verdeling in 2 staten
Verdeling leidt tot grote etnisch-religieuze zuiveringen (in Pakistan)
Indië ingericht als federale staat op basis van taalgrenzen
Grondwet in werking 1950
In het recht: revivalism weinig succes; uitz. Panchayats
Federalisme
exclusieve en concurrerende bevoegdheden
Sinds 1992/1993 grote versterking lokale autonomie
Gerechtelijke organisatie
Deelstatelijke rb. 1e aanleg en beroep; Supreme Court
Nyaya panchayats in de dorpen (soort vrederechters; lekencolleges)
Indië - privaatrecht





-
-
Buiten het familierecht sterk common law
Familierecht: nog steeds personaliteitsbeginsel; grondwet voorziet
eenmaking maar nooit uitgevoerd (tegenstand moslims)
Hindoe-familierecht verspreid over meerdere wetten
Naast de religieuze rechten ook een burgerlijk huwelijk mogelijk
Transformatie kastestelsel:
publiekrechtelijk officieel afgeschaft
in feite in stand gehouden door de « positieve discriminatie » van de
scheduled castes
jati grotendeels getransformeerd in privaatrechtelijke verenigingen met
verenigingsinterne rechtspraak
Download