PGO-LEIDRAAD ANW – V4A Module Groepsleden Artikel (titel) Module 1 Voorzitter: Carlijn van Herpt Notulist: Vivian Allis Internet artikel Onderwerp: ‘Leven’ Overige: Bibi van Eijk ‘Het gekloonde schaap Dolly’ 1. Verhelder onduidelijke termen en begrippen. - Dupliceren: kopiëren, verdubbelen Transgeen: (kunstmatige) overdracht van een bepaald gen door manipulatie van geslachtscellen Inseminatie: het inbrengen van sperma in de vagina, bevruchting Genoom: het geheel van alle genen van de chromosomen van een individu. Gemeengoed: iets dat iedereen heeft of doet. Nobel: met heel goede eigenschappen of bedoelingen. Pleidooi: toespraak waarin je probeert anderen ergens van te overtuigen en daardoor iets te bereiken. Soelaas bieden: zorgen dat iets minder erg wordt. 2. Definieer het centrale probleem / vraag van het artikel. Hoe verloopt het klonen van organismen? 3. Analyseer het artikel / de rode draad. Onderzoekers van het Schotse Roslin Instiutuut slaagden er in 1996 in een volwassen schaap te klonen. Daarmee stookten zij de onrust over de biotechnologie hoog op. Wat met schapen kan, kan in beginsel ook met mensen. Dolly is een bijzonder dier. Het schaap heeft vier moeders. Genetisch is ze identiek met een van de vier: Dolly is een kloon. Tot nog toe lukte het alleen om embryo’s te klonen. Dolly ontstond echter uit een volwassen ooi. Bio-technologisch is dat een grote doorbraak – economisch ook. Nu is het immers mogelijk om uitmuntende productiedieren te kopiëren. De eerste commercieel belangrijke eigenschap die werd gemanipuleerd was groei. Hierbij brachten biotechnologen met een micropipet een aantal extra kopieën van een gen voor groeihormoon in een bevrucht eencellig embryo van een muis. Deze methode is inmiddels ook geschikt om transgene landbouwhuisdieren te produceren. Alleen belemmert de prijs, maar ook het gebrekkige genenkennis bij het gebruik van deze techniek bij het fokken van dieren. Dankzij het manipuleren van embryo’s in het laboratorium vinden er op dit moment opzienbarende ontwikkelingen plaats. De overdracht van één bevruchte eicel, en dus de productie van klonen, identieke dieren, is al sinds begin jaren negentig mogelijk. In 1996 is het op het Roslin Institute gelukt lammeren te kweken door de transplantatie van kernen uit cellen die lange tijd in het laboratorium zijn gekweekt. Als deze techniek eenmaal voldoende onder de knie zit gaat men ook kijken of dit mogelijk is voor runderen en varkens. Door het onderzoek van muizen, lijkt het erop dat schapenembryo’s nu zo lang in het laboratorium overleven dat hun cellen genetisch te manipuleren zijn. Hierdoor kan men specifieker bepaalde genen uitschakelen, maar ook toevoegen. Als de methode goed genoeg is uitgewerkt is de theoretische slagingskans van het produceren van het dier 100%. Alle programma’s die zijn opgezet om het genoom van landbouwhuisdieren in kaart te brengen, verlopen in drie fasen: de vervaardiging van een zeer informatieve kaart (1), het daarmee bepalen waar op welk chromosoom zich de genen bevinden die commercieel belangrijke eigenschappen controleren (2) en tenslotte het identificeren en op moleculair niveau klonen van die genen zelf (3). De technieken die momenteel worden ontwikkeld houden een belofte in voor tal van toepassingen op biomedisch en agrarisch gebied. Het maken van klonen is in feite een ordinaire vermeerderingstechniek die pas echt interessant wordt als wetenschappers eerst met genetische manipulatie de ‘kip met de gouden eieren’ in elkaar hebben weten te knutselen. Met genetische manipulatie worden soortgrenzen overschreden waardoor van een natuurlijke voortplanting geen sprake meer is. In veel reacties op Dolly klinkt angst voor de mogelijkheid van misbruik van de technologie. Het gaat echter niet om het misbruiken van de technologie, maar juist om het gebruik ervan. Wetenschappers zullen ongetwijfeld de meest nobele toepassingen van de technologie voor ogen hebben. De belangrijkste mogelijkheden en problemen vloeien voort uit embryologische technieken evenals uit het op moleculair niveau klonen van genen voor transgene toepassingen. Het grote publiek maakt zich vooral zorgen over het welzijn van dieren. Velen uiten bovendien ethische of principiële bezwaren en stellen vragen over de wetgeving met betrekking tot patenten, risico’s voor milieu en gezondheid, invloed op de biodiversiteit en sociaaleconomische effecten. Op verzoek van de Europese Commissie heeft de Groep van Adviseurs over de Ethische Implicaties van Biotechnologie (GAEIB) zich gebogen over het klonen van dieren en mensen. Met betrekking tot dieren vindt de adviesgroep dat onderzoek naar kloontechnieken ons begrip van biologische processen kan vergroten en daarmee kan bijdragen aan ons welzijn. GAIEB benadrukt de verantwoordelijkheid van de mens voor dieren, natuur en milieu. Mensen klonen vindt de Groep van Adviseurs onder alle omstandigheden verwerpelijk. Vandaag de dag zal genenmanipulatie alleen zijn toegestaan op grond van precieze wetenschappelijke informatie over de functie en de regulatie van de betreffende genen. De bezorgdheid van het publiek over het welzijn van de dieren is al expliciet verwerkt in wetten en regelingen. De biotechnologie zal talrijke nieuwe mogelijkheden bieden voor meer welvaart en verbetering van de kwaliteit van het bestaan. Het is niet alleen van wezenlijk belang dat de industrie op de hoogte blijft van deze nieuwe ontwikkelingen, maar ook dat de nieuwe technieken zodanig worden gereguleerd en gepresenteerd dat de begrijpelijke bezorgdheid van het publiek wordt weggenomen. 4. Orden de ideeën uit de analyse van het probleem. NIET VAN TOEPASSING. De tekst is onderverdeeld in verschillende kopjes, waarvan onder ieder kopje een paar alinea’s staan. Die alinea’s gaan allemaal over het sub-onderwerp dat gegeven is in het kopje en daarom horen deze bij elkaar. 5. Formuleer leerdoelen. 1. Is het ooit al eens gelukt om een mens te klonen? 2. 3. Van welke diersoorten zijn er al klonen gemaakt? Was Dolly hetzelfde als een normaal schaap? (Was zij in die zin even gezond als een normaal schaap?) PROCESCONTROLE (punten,datum) DOCENT ________________ 6. Beantwoord je leerdoelen. 1. Het is nog nooit daadwerkelijk gelukt om een mens te klonen. Wel heeft een Amerikaanse arts een poging gedaan om een gekloonde embryo te implanteren bij verschillende vrouwen. Deze embryo’s waren gekloond uit huidcellen van hun ‘ouders’. De embryo’s ontwikkelden niet of nauwelijks in de baarmoeder, en geen van de vrouwen werd dus uiteindelijk zwanger. Het is in de meeste landen verboden om een gekloonde embryo in de baarmoeder van een vrouw te implanteren, maar de wetenschapper voerde zijn behandeling uit in een geheim laboratorium in het Midden Oosten, waar geen verbod geldt op het klonen van mensen. Misschien dat het dus wel mogelijk is om een mens te klonen, maar het zal voorlopig niet snel worden uitgevoerd, want het is bijna overal verboden. 2. In een verloop van tijd zijn er de volgende dieren gekloond: 1996; het schaap Dolly 1998; twee koeien genaamd Holly en Belle 2003; enkele ratjes (door een Franse-Chinese groep wetenschappers) 2004; de kat Little Nicky 2005; honden (in Zuid-Korea) 2007; apen (in de Verenigde Staten) 2009; een kameel, Injaz (in Dubai) 2010; een buffel (in India) 3. Het bleek dat Dolly niet helemaal gezond was, ze had namelijk reuma. Op een leeftijd van 6 jaar liet een dierenarts Dolly inslapen vanwege een longontsteking. De longontsteking waar Dolly aan leed komt vaker voor onder oudere schapen maar Dolly was pas zes jaar en een schaap heeft een levensverwachting van ongeveer twaalf jaar. Volgens onderzoekers kan het zijn dat Dolly al zes jaar was bij haar geboorte. Onderzoekers hebben ontdekt dat Dolly’s cellen bij haar geboorte niet de lengte hadden van die van een lammetje, maar de lengte van een zesjarig schaap – de ooi waar ze uit gekloond was. Hierdoor is het dus mogelijk dat Dolly bij haar geboorte al zes jaar was en dus op een leeftijd van ongeveer 12 jaar moest worden ingeslapen door een longontsteking. 7. Schrijf een korte samenvatting van de ‘oplossing’ van dit probleem. Met een micropipet worden een aantal extra kopieën van een gen aangebracht voor een bepaalde eigenschap in een bevrucht eencellig embryo. Deze methode is inmiddels ook geschikt om transgene landbouwhuisdieren te produceren. Alleen belemmert de prijs, maar ook het gebrekkige genenkennis bij het gebruik van deze techniek bij het klonen van dieren. Alle programma’s die zijn opgezet om het genoom van landbouwhuisdieren in kaart te brengen, verlopen in drie fasen: de vervaardiging van een zeer informatieve kaart (1), het daarmee bepalen waar op welk chromosoom zich de genen bevinden die commercieel belangrijke eigenschappen controleren (2) en tenslotte het identificeren en op moleculair niveau klonen van die genen zelf (3). PROCESCONTROLE (punten,datum) DOCENT ________________