De kringloop van het leven. Wat we reeds in klas besproken bespraken : Heel het leven is één grote kringloop van ontstaan en vergaan. Dat lijkt ons heel gewoon. De mens is net als al wat leeft slechts even hier in dit bestaan. De atomen waaruit we opgebouwd zijn zullen na onze dood weer langzaam opgenomen worden en zo deel uit maken van een andere bestaansvorm zoals een plant, een dier, en uiteindelijk weer een mens. Dit besef maakt dat in sommige levensbeschouwingen (vb atheïsme) gesteld wordt dat na onze dood alles is afgelopen. Sommige wetenschappers zien hierin een reden om ‘eeuwig leven’ na te streven door mensen te klonen. Zo zou er een identieke kopij van onszelf blijven leven als wij er niet meer zijn. (Zie ethische discussie rond de mogelijkheid om dieren en mensen te klonen zoals het schaap’Dolly’) Voorlopig mag het klonen van mensen gelukkig niet. In andere levensbeschouwingen zoals vb. het hindoeïsme gelooft men in reïncarnatie. Hier stelt men vast dat de mens meer is dan een hoop chemie, meer dan enkel materie. Want wat ons scheidt van de meeste dieren is ons zelfbewustzijn. Zelfbewustzijn is beseffen dat je kan denken over je denken. Hierdoor nemen we onszelf waar als een uniek individu die meer is dan een onderdeel van een geheel. Een muis vb. kan ook denken, maar is zich hiervan niet bewust, kan ook niet in de tijd denken. De mens is dus als het ware zelfbewuste materie. Hoe gaat het dan na onze dood? Blijft er iets bestaan van wat we denken en voelen, of is dit voor altijd verloren? Wat te denken over de ervaringen waarover mensen die bijna dood geweest zijn vaak meemaken? Wat te denken over al de gebeurtenissen in het leven waarvan we zeggen: ’ Dit kan toch geen toeval meer zijn?’ Of het universum zelf: is dit ontstaan uit toeval? Is heel het bestaan per toeval zo goed op elkaar afgesteld dat er zich hele biotopen vormen en natuurwetten? En ga zo maar door. Het wordt moeilijker te stellen dat alles toeval is dan te vermoeden dat er achter en door dit alles een intelligentie werkzaam is. Aangezien wij, onbenullige schepsels, kunnen denken, is het dan zo vreemd te stellen dat al wat bestaat ook product is van een denkend wezen? Doorheen vele religies waaronder het christendom stelde men dat mensen meer zijn dan een brok materie en vermoedde men dat de kern van ons bestaan, onze ziel, op één of andere manier blijft bestaan. Hoe, daarover hebben de vele religies vele beelden ontworpen. Gaande van de ziel die steeds weer in een andere levensvorm verhuist of een bewaard worden in de tijd naar de ziel die uiteindelijk thuis komt bij God. Hoe we ons dit voorstellen is plaats en tijdsgebonden. Schrijf op de achterkant van je blad hoe jij denkt over leven na de dood. Hoe vieren wij de nagedachtenis van onze overledenen?