Landelijke kennistoets voor de pabo Toetsgids Rekenen-wiskunde studiejaar 2016-2017 | september 2016 | Versie 2016/2017-1A Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A Inleiding In deze toetsgids voor de landelijke kennistoets Rekenen-wiskunde (pabo) is informatie opgenomen over deelname, opbouw, inhoud, voorbereiding, afname en uitslag. Daarnaast is als bijlage de Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen opgenomen. Kennisbasis In de kennisbases zijn de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis vastgelegd waarover de startbekwame docent moet beschikken. De kennisbasis wordt tijdens de opleiding behandeld. De lerarenopleidingen borgen de vakinhoudelijke kwaliteit onder andere door de landelijke kennistoetsen. De organisatie hiervan is ondergebracht bij het programma 10voordeleraar. De lerarenopleidingen en 10voordeleraar zorgen er samen voor dat de landelijke kennistoetsen objectief en betrouwbaar zijn. Vakdocenten van de lerarenopleidingen vormen de spil van het programma 10voordeleraar. Ze hebben de gezamenlijke regie over cruciale onderdelen. Ze ontwikkelen de kennisbases en houden die actueel. Ze construeren landelijke toetsvragen en toetsen. En ze helpen de grens van zakken en slagen bepalen. Landelijke kennistoets In de toetsmatrijs in deze toetsgids is opgenomen welke domeinen met een landelijke kennistoets getoetst worden. Aan een landelijke kennistoets is één studiepunt verbonden. Het behalen van de landelijke kennistoets is dan ook een voorwaarde om de opleiding gediplomeerd/bevoegd te verlaten. Natuurlijk komt er bij goed leraarschap meer kijken dan vakkennis alleen. Opleidingen bepalen zelf hoe ze de andere kennis en vaardigheden toetsen. Onderwijs- en examenregeling Om te zorgen dat studenten, bij welke hogeschool zij hun opleiding ook volgen, dezelfde kansen hebben, hanteren alle hogescholen dezelfde regels: de Onderwijsen examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen. Deze regeling maakt onderdeel uit van deze toetsgids en bevat bijvoorbeeld regels over aanmelden, deelname en uitslag. Toetsgids Vanzelfsprekend geldt de meest actuele versie van de toetsgids. Deze is te vinden op de website www.10voordeleraar.nl/publicaties. Het versienummer is te vinden op de voorpagina. Toetskalender De data voor toetsafname, uitslagverstrekking en inzage zijn terug te vinden in de toetskalender op www.10voordeleraar.nl/toetskalender. 2 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 1Deelname 1.1Deelnemen De opleiding bepaalt wanneer een student (voor de eerste keer) mag deelnemen aan de landelijke kennistoets. De exacte regeling is opgenomen in de Onderwijsen examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen. De student mag per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan een landelijke kennistoets. 1.2Toetsrondes Per studiejaar zijn er vier toetsrondes. Alle hogescholen zijn verplicht voor studenten deelname aan (minimaal) twee toetsrondes in een studiejaar te faciliteren. 1.3Aanmelden Het aanmelden voor de landelijke kennistoets verloopt via de opleiding binnen de door de hogeschool gestelde inschrijfperiode. Na digitale aanmelding ontvangt de student een bevestiging van de hogeschool. In het geval een aangemelde student niet deelneemt aan de toets dan geldt de aanmelding als een toetsdeelname en kan de hogeschool administratiekosten in rekening brengen. 3 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 2 Opbouw en inhoud 2.1Toetsvragen De toets bevat in totaal 66 vragen en bestaat uit meerkeuzevragen met drie of vier antwoordalternatieven en numerieke vragen.. Een antwoord is goed of fout. Een goed antwoord levert 1 punt op. Een fout antwoord of geen antwoord 0 punten. 2.2Toetstaal De toets is opgesteld in de Nederlandse taal. 2.3Toetsmatrijs Om de landelijke kennistoets samen te stellen, wordt gebruik gemaakt van een toetsmatrijs. Hierin is aangegeven welke domeinen van de kennisbasis getoetst worden in de landelijke kennistoets. Ook is vermeld hoeveel vragen per domein in de toets voorkomen. De nummering van de domeinen verwijst naar de kennisbasis Leraar basisonderwijs, Rekenen/wiskunde. Hieronder is de verdeling van het aantal vragen opgenomen: Nummer Domein Aantal vragen Percentage 1 Hele getallen 20 vragen 30% 2 Procenten, verhoudingen, breuken en kommagetallen 19 vragen 29% 3 Meten 11 vragen 17% 4 Meetkunde 8 vragen 12% 5 Verbanden 8 vragen 12% In de toetsmatrijs is een verdere uitsplitsing gemaakt naar onderwerpen om de toets evenwichtig samen te kunnen stellen: Domein 1. Hele getallen Subdomein 1.1 kennis van wiskunde ●● ●● ●● ●● ●● ●● 1.2 specifiek leraar ●● ●● ●● 1.3 maatschappelijke relevantie ●● ●● algoritmen, volgorderegels redeneren met getallen priemgetallen, deelbaarheid, KGV, GGD telproblemen/combinatoriek notatie, afronding talstelsels, anders dan decimaal beoordelen oplossingen leerlingen strategieën en eigenschappen modellen en schema’s schattend rekenen in praktische situaties en realistische contexten exact rekenen in praktische situaties en realistische contexten 4 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A Domein 2. Procenten, verhoudingen, breuken en kommagetallen Subdomein 2.1 kennis wiskunde ●● ●● ●● ●● 2.2 specifiek leraar ●● ●● ●● 2.3 maatschappelijke relevantie ●● ●● procenten verhoudingen en kansen breuken kommagetallen beoordelen oplossingen leerlingen strategieën en eigenschappen modellen en schema’s rekenen met kommagetallen en breuken in praktische situaties en realistische contexten rekenen met verhoudingen en procenten in praktische situaties en realistische contexten Domein 3: Meten Subdomein 3.1 kennis wiskunde ●● ●● ●● ●● 3.2 specifiek leraar ●● ●● 3.3 maatschappelijke relevantie ●● ●● metriek stelsel, eenheden, voorvoegsels verhoudingen, schaal omtrek, oppervlakte en inhoudsberekeningen overige grootheden, zoals tijd, snelheid, gewicht, temperatuur beoordelen oplossingen leerlingen gebruik van modellen en begrippen gebruik van afstand, oppervlakte, inhoud in praktische situaties en realistische contexten gebruik van overige grootheden in praktische situaties en realistische contexten Domein 4. Meetkunde Subdomein 4.1 kennis wiskunde ●● ●● ●● ●● 4.2 specifiek leraar ●● ●● 4.3 maatschappelijke relevantie ●● ●● ruimtelijk tellen, uitslagen, bouwplaten symmetrie vlakke figuren eigenschappen vlakke figuren, transformaties, assenstelsels eigenschappen ruimtelijke figuren meetkundige activiteiten met kinderen, begrippen beoordelen oplossingen leerlingen plaatsbepaling op kaarten en plattegronden meetkundige begrippen in praktische situaties en realistische contexten Domein 5. Verbanden Categorie 5.1 kennis wiskunde ●● ●● ●● 5.2 specifiek leraar ●● ●● 5.3 maatschappelijke relevantie ●● aflezen en interpreteren van grafieken doel en gebruik van verschillende types grafieken zoals lijngrafiek, cirkeldiagram, histogram, staafdiagram, stengel- en bladdiagram, blokdiagram, puntenwolk, stroomdiagram en beelddiagram berekeningen van en met kentallen redeneringen en oplossingsmethoden van leerlingen statistieken leerlingvolgsystemen interpreteren van grafieken in realistische contexten Deze publieksversie van de toetsmatrijs Rekenen-wiskunde (pabo) is met grote zorg samengesteld. Aan deze publieksversie kunnen geen rechten ontleend worden. 5 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 2.4Taxonomie Leraren beheersen hun vak op verschillende niveaus. Ze hebben niet alleen de vereiste feitenkennis, maar komen op basis daarvan ook tot doordachte oplossingen. De indeling van kennis naar verschillende niveaus heet taxonomie. De vraagontwikkelaars van de landelijke kennistoets Rekenen-wiskunde (pabo) gebruiken de taxonomie van Bloom. Binnen de taxonomie van Bloom wordt de volgende indeling gehanteerd: ●● kennis ●● inzicht ●● toepassing ●● analyse ●● synthese ●● evaluatie De landelijke kennistoets test vooral de beheersing van de eerste drie niveaus. 6 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 3Voorbereiding 3.1Materialen De landelijke kennistoets gaat over de vakkennis die de student zich gedurende het opleidingstraject eigen heeft gemaakt. De hogeschool behandelt de kennisbasis en bereidt de student voor op de landelijke kennistoets. 10voordeleraar biedt een aantal materialen, zoals voor elke landelijke kennistoets een kennisbasis, een toetsgids, proefvragen en een oefentoets. Deze hulpmiddelen zijn te vinden op www.10voordeleraar.nl/toetsen/oefenmateriaal. 3.2Toetsgids Deze toetsgids vormt voor de student een goed hulpmiddel bij het voorbereiden op de toets. In de toetsgids is meer informatie opgenomen over de inhoud van de toets, de voorbereiding en de toetsafname zelf. Daarnaast is als bijlage de Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen opgenomen. 3.3Kennisbasis In de toetsgids is een toetsmatrijs opgenomen met een overzicht van domeinen die getoetst worden in de landelijke kennistoets. In de kennisbasis zijn deze domeinen beschreven. 3.4 Proefvragen en oefentoetsen Er zijn proefvragen en een oefentoets beschikbaar om een goede indruk te krijgen van de toets. De complete oefentoetsen kennen dezelfde indeling in toetsblokken en hebben hetzelfde aantal vragen als de echte toets. Voor een snelle indruk zijn er tien proefvragen beschikbaar die gerandomiseerd uit de oefentoets komen van het vak dat gekozen is. Studenten wordt aangeraden om vooraf een oefentoets te maken, zodat ze ook ervaring op kunnen doen met de werking van het toetssysteem. 3.5Wegwijzers Voor elke toetsvraag uit de oefentoets van de landelijke kennistoets Rekenenwiskunde is door 10voordeleraar een zogenoemde wegwijzer gemaakt. Deze wegwijzer biedt een stapsgewijze begeleiding naar de oplossing van de vraag. De wegwijzers zijn te vinden op www.10voordeleraar.nl/toetsen/wegwijzers. 3.6 Toetsdoelen en begrippenlijst Als handreiking voor de student zijn door vakdocenten van de lerarenopleidingen toetsdoelen en een begrippenlijst opgesteld. Deze handreikingen zijn te vinden op www.10voordeleraar.nl/toetsen/oefenmateriaal en maken onderdeel uit van een goede voorbereiding. 7 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 3.7 Andere oefenmogelijkheden Naast wat de hogeschool biedt en de hulpmiddelen van 10voordeleraar, zijn er diverse commerciële en niet-commerciële materialen en trainingen op de markt. Deze zijn zonder medewerking van 10voordeleraar tot stand gekomen. Wij kunnen dan ook geen oordeel geven over de kwaliteit ervan. 3.8Herkansing Bij de uitslag ontvangt elke student via de opleiding zijn of haar cijfer en individuele domeinscores. Aan de hand van deze scores kan de student zien welke domeinen hij of zij beheerst en op welke domeinen hij of zij zich nog kan verbeteren. Dit vormt een belangrijk hulpmiddel voor de student om samen met de docent een herkansingsstrategie te ontwikkelen. Daarnaast is het voor de student mogelijk om de gemaakte toets onder examencondities in te zien. Zie voor verdere informatie paragraaf Toetsinzage. 8 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 4Afname 4.1Toetsomgeving De landelijke kennistoets wordt op de hogeschool in digitale vorm afgenomen in een beveiligde omgeving. Zolang de toets loopt, is het niet mogelijk om internet of andere computerprogramma’s te gebruiken. 4.2Legitimatie De student legitimeert zich door middel van een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Een collegekaart is geen geldig legitimatiebewijs. 4.3Inloggen De surveillanten delen bij de start van de toetsafname aan elke student een persoonlijke inlogbrief uit. Deze inlogbrief bevat een inlognaam, wachtwoord en de url voor de toets. Deelnemen onder een andere identiteit en/of inlognaam is niet toegestaan. De inlogbrief moet na afloop weer ingeleverd worden bij de surveillant. 4.4Storing Bij een storing blijven de gegeven antwoorden opgeslagen. Na opnieuw inloggen kan de student weer verder waar hij of zij gebleven was. 4.5Toetsduur De toetsduur bedraagt 3 uur en start zodra de filtervragen in het eerste blok afgesloten zijn. De surveillant geeft tweemaal informatie over de nog beschikbare reguliere toetstijd. Een half uur voor afsluiting van de toets en als de laatste vijf minuten ingaan. Het gaat hier om een indicatie. De individuele beschikbare toetstijd die wordt weergegeven bovenaan het toetsscherm is leidend. 4.6 Toegestane hulpmiddelen Jassen, tassen, horloges, telefoons en andere middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven of vóór in de toetsruimte. De student neemt zelf een geodriehoek, pen en/of potlood mee. In het toetsafnamesysteem is een rekenmachine beschikbaar. Deze is te vinden in de examennavigator. Het gebruik van een andere rekenmachine is niet toegestaan. De surveillant reikt kladpapier uit en neemt het na afloop weer in om het te vernietigen. De student mag niets meenemen waarop informatie over de vragen staat. 9 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 4.7Toetsblokken Na blok 1 begint de toets. De toets is verdeeld over vier toetsblokken. Niet elk blok kost evenveel tijd om te maken. De verdeling van de toetsblokken is als volgt: Blok Onderwerp Aantal vragen Blok 1 Filtervragen Blok 2 Hele getallen en procenten, verhoudingen, breuken en kommagetallen (zonder rekenmachine) 26 vragen 6 vragen Blok 3 Meten, meetkunde en verbanden (zonder rekenmachine) 16 vragen Blok 4 Hele getallen en procenten, verhoudingen, breuken en kommagetallen (met rekenmachine) 12 vragen Blok 5 Meten, meetkunde en verbanden (met rekenmachine) 12 vragen 4.8Toetsscherm De toets is opgebouwd uit een aantal blokken. De student kan naar iedere gewenste vraag binnen een blok navigeren. Daar zijn drie knoppen voor: ●● ●● ●● knop Vorige (vorige vraag) knop Volgende (volgende vraag) knop Examennavigator (een vraag kiezen) Wanneer de student op de knop Naar het volgende blok klikt, dan wordt het blok afgesloten. Als niet alle vragen binnen het blok beantwoord zijn, wordt de student hiervoor gewaarschuwd. Pas als alle vragen zijn beantwoord, kan de student door naar het volgende blok. Via de Examennavigator kan de student zien welke vragen uit een blok nog niet beantwoord zijn. Terugkeren naar een eenmaal afgesloten blok is niet mogelijk. De overgang van het ene blok naar een ander blok kan enkele seconden in beslag nemen. 10 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A De student kan een vraag markeren door te klikken op het vlag-icoon onderaan het scherm. Dit kan bijvoorbeeld makkelijk zijn bij twijfel over een gegeven antwoord of als de student later nog extra aandacht aan de desbetreffende vraag wil besteden. De gemarkeerde vragen zijn terug te vinden in de Examennavigator. Door nogmaals te klikken op het vlag-icoon wordt de markering opgeheven. Rechts bovenaan het scherm is een timer afgebeeld met de tijd die nog rest tot afsluiting van de toets. De balk toont de voortgang: het aantal beantwoorde vragen ten opzichte van het totaal aantal vragen. Hier is ook weergegeven in welk blok de student zich bevindt. En boven de toetsvraag is te zien bij welke vraag de student is ten opzichte van het totaal aantal vragen in het betreffende toetsblok. Met twee knoppen rechts bovenin het scherm kan de student de leesbaarheid vergroten: ●● om het lettertype te vergroten ●● om het contrast te verhogen Binnen het toetsafnamesysteem is er bij bepaalde toetsblokken een eenvoudige rekenmachine beschikbaar onder de knop Examennavigator. Als de student zich in het laatste blok bevindt, dan verschijnt rechts onderaan de knop Toets beëindigen. Deze knop dient de student te gebruiken om de toets af te sluiten. Het kan enkele seconden duren voordat de toets daadwerkelijk afgesloten is. Na afsluiting zijn de antwoorden opgeslagen en niet meer te wijzigen. Als de beschikbare toetstijd is verlopen, wordt de toets automatisch afgesloten. Vragen die tijdens de toets niet zijn beantwoord, gelden dan als fout. 4.9Filtervragen Het eerste blok bestaat uit het beantwoorden van een aantal filtervragen. Filtervragen gaan over de achtergrond van de student. De student wordt bijvoorbeeld gevraagd wat zijn moedertaal is en of hij voltijd of deeltijd studeert. De antwoorden op deze filtervragen tellen niet mee bij het bepalen van de uitslag van de toets. De toetstijd begint te lopen na het afronden van de filtervragen. 4.10Numerieke vragen In de toets zijn numerieke vragen met een invoerveld opgenomen. Bij het beantwoorden van numerieke vragen binnen de toetsomgeving moet de student de volgende regels in acht nemen: ●● Bij de numerieke vragen is het antwoord altijd een reëel getal en dus geen complex getal. ●● Niet gehele getallen moeten worden ingevoerd met een komma of punt en niet als een breuk. Dus bijvoorbeeld 0,5 of 0.5 en niet ½. ●● Gebruik voor het invoeren van een decimaal getal kan zowel een komma als een punt gebruikt worden. Zo worden binnen de toetsomgeving bijvoorbeeld zowel 2.5 als 2,5 gelezen als twee-en-een-half. 11 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A ●● ●● ebruik een punt of komma niet als duizendtalscheider. Zo wordt G bijvoorbeeld één miljoen binnen de toetsomgeving alleen herkend als één miljoen als het wordt ingevoerd als 1000000 en niet als 1.000.000 of 1,000,000. Geef het antwoord in exact het aantal decimalen dat wordt gevraagd. Als de student deze invoerregels niet in acht neemt bij het beantwoorden van numerieke vragen, dan wordt het gegeven antwoord niet goed gerekend. 4.11 Verlaten toetsruimte De student mag in verband met laatkomers de eerste dertig minuten de toetsruimte niet verlaten. Laatkomers mogen tot dertig minuten na aanvang van de toets nog naar binnen. Gedurende de toets mag de student de toetsruimte niet tijdelijk verlaten. Ook niet om naar de wc te gaan. Alleen als de student vanwege een medische aandoening vooraf toestemming heeft gekregen van de examencommissie, mag hij of zij onder begeleiding van een surveillant het lokaal tijdelijk verlaten. 4.12 Voorzieningen voor studenten met een functiebeperking Alle studenten kunnen gebruik maken van de algemene schermaanpassingen: het vergroten van de letters en het veranderen van het contrast. Daarnaast hebben sommige studenten recht op extra toetstijd. De examencommissie van de opleiding beslist daarover en kan de tijdsduur verlengen met 45 minuten. Het verzoek tot tijdsduurverlenging moet door de examencommissie gelijktijdig met de aanmelding ingediend worden. 12 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 5Uitslag 5.1Uitslagverstrekking De student ontvangt via de eigen opleiding uiterlijk 24 werkdagen na afloop van de toetsperiode de uitslag van de landelijke kennistoets. De uitslag bestaat uit het cijfer, de totaalscore en de domeinscores. Voor het bepalen van de werkdagen wordt gebruik gemaakt van het overzicht schoolvakanties, zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid. 5.2Cesuur Het is vooraf niet te zeggen wanneer de student een voldoende heeft. Na de toetsafname vindt een intensief proces plaats waarin de resultaten van de toets worden geanalyseerd en beoordeeld. De vaststelling van de uitslag van de landelijke kennistoetsen heeft een wetenschappelijke basis. De cesuurbepaling van de toets vindt uiterst zorgvuldig plaats. Eerst wordt de betrouwbaarheid van de toets vastgesteld en wordt de psychometrische kwaliteit van iedere vraag afzonderlijk bekeken. Wanneer de analyses daartoe aanleiding geven, kan een vraag achteraf uit de toets verwijderd worden of kan er nog een alternatief goed gerekend worden. Vervolgens bepaalt het normeringspanel de moeilijkheidsgraad van de toets: wat is de ondergrens voor een voldoende. In het normeringspanel zijn vakdocenten van de hogescholen en leraren uit het werkveld vertegenwoordigd. In het geval van de pabo-vakken gaat het om leraren uit het basisonderwijs. Bij de tweedegraads lerarenopleidingen gaat het om leraren uit het voortgezet onderwijs en het mbo. Het cesuuradvies wordt goedgekeurd door de onafhankelijke Raad voor Kwaliteitsborging Landelijke Kennistoetsen en vervolgens wordt het vastgesteld door de vaststellingscommissie. De vaststellingscommissie bestaat uit afgevaardigden van de examencommissies van de hogescholen. 5.3Toetsinzage Na de uitslagverstrekking is het voor de student mogelijk om zich binnen een bepaalde periode aan te melden voor toetsinzage in Den Haag. De student ziet per vraag wat hij of zij geantwoord heeft, of het gegeven antwoord correct is en wat het juiste antwoord is. Er is geen inhoudelijke toelichting. Inschrijven kan via de website www.10voordeleraar.nl. 5.4Beroep Mocht de student het ondanks het zorgvuldige proces rondom de uitslagbepaling niet eens zijn met de uitslag, dan kan hij of zij tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dit dient de student te doen binnen twee weken nadat de landelijke inzageperiode is afgelopen bij de toegankelijke faciliteit van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding. 5.5Geldigheidsduur De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op vijf jaar nadat de uitslag is opgenomen in de studentenadministratie van de hogeschool. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij overstap ook op een andere hogeschool. 13 Bijlage Onderwijs- en examenregeling Landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen Studiejaar 2016-2017 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A Onderdeel 1 (Algemeen: geldt voor tweedegraads lerarenopleidingen en pabo) Inleiding landelijke kennisbases en kennistoets lerarenopleidingen In 2008 hebben de hogescholen met lerarenopleidingen met de staatssecretaris van OCW de Meerjarenafspraak Krachtig Meesterschap afgesloten. In die overeenkomst staat het verhogen van de kwaliteit van de lerarenopleidingen centraal. Zoals afgesproken in de Meerjarenafspraak heeft elke lerarenopleiding een kennisbasis opgesteld die in een ‘landelijk examen’ wordt getoetst. Aan iedere landelijke kennistoets is één studiepunt verbonden. Elke student van een lerarenopleiding, tweedegraads of pabo, moet geslaagd zijn voor de landelijke kennistoets (tweedegraads) of landelijke kennistoetsen (pabo) voordat hij of zij gediplomeerd de opleiding kan verlaten. De hogescholen hebben de kennisbases en kennistoetsen gezamenlijk in eigen beheer ontwikkeld. Er is per lerarenopleiding een landelijke kennisbasis samengesteld. De vragen van de kennistoets gaan over die kennisbasis. Tijdens de opleiding wordt deze kennisbasis behandeld. De opleiding bereidt de student voor op de kennistoets(en). Meer informatie over de landelijke kennisbasis en de landelijke kennistoets lerarenopleidingen is te vinden op www.10voordeleraar.nl/toetsen/oefenmateriaal. Daar zijn ook de landelijke kennisbasis en een oefentoets te vinden, evenals een toetsgids per vak dat een landelijke toets kent. De organisatie 10voordeleraar De organisatie 10voordeleraar is door de lerarenopleidingen belast met de organisatie van de ontwikkeling van kennisbases, toetsvragen, de digitale toets en de totstandkoming van de uitslag. De digitale toetsen worden op de hogescholen afgenomen. De organisatie 10voordeleraar en de hogescholen met lerarenopleidingen zorgen er samen voor dat de landelijke kennistoetsen objectief en betrouwbaar zijn. Om te zorgen dat studenten, bij welke hogeschool zij hun opleiding ook volgen, dezelfde kansen hebben, hanteren alle hogescholen dezelfde regels: de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen-OER. Hierin staan de relevante regels voor studenten. Voor de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen gaan de bepalingen van deze landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen OER boven de regels die gelden voor de overige toetsen van de opleiding. Om het landelijke, uniforme karakter van de landelijke kennistoets te waarborgen, volgen hogescholen de landelijke afspraken met betrekking tot deelname, de aanmelding voor de toets, de toetsafname en bekendmaking van de resultaten. Dat houdt onder andere in dat hogescholen verplicht zijn om de toetsen te plannen in de overeengekomen tijdsloten. Toetsafnames buiten de overeengekomen tijdsloten zijn niet mogelijk. 15 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A Vanwege het landelijke karakter van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen kunnen er specifieke maatregelen getroffen worden. Het gaat hierbij om de volgende maatregelen (niet limitatief): 1.Er kan, op initiatief van 10voordeleraar of de betrokken hogeschool, besloten worden dat de betrokken hogeschool niet kan deelnemen aan een toetsafname. Een dergelijke maatregel kan bijvoorbeeld genomen worden als de betrokken hogeschool niet een veilige toetsafname kan garanderen. Hierover worden de studenten door de betrokken hogeschool voorafgaand aan de toetsafname geïnformeerd. Deze hogeschool kan deelnemen aan de eerstvolgende toetsafname. Studenten dienen zich hiervoor opnieuw in te schrijven; 2.Als de toetsafname op het overeengekomen tijdstip is verstoord, zal door 10voordeleraar een nieuwe datum voor deze toetsafname worden bepaald Deze nieuwe toetsafname vindt vervolgens idealiter plaats binnen de toetsweek of toetsweken van de eerder geplande toetsafname datum doch uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 3.In het geval van fraude1 met de landelijke kennistoetsen kunnen er maatregelen op landelijk niveau genomen worden. Zo kan bijvoorbeeld de toetsafname uitgesteld worden. Er wordt in dat geval een nieuw toetsmoment gepland, uiterlijk binnen 4 werkweken na de eerder geplande toetsafname datum. De betrokken hogeschool informeert de studenten hierover; 4.Er kan besloten worden dat, bijvoorbeeld bij identiteitsfraude (een student heeft deelgenomen onder een andere naam dan die van de student zelf) de uitslag van de landelijke kennistoets niet wordt verstrekt. Het besluit daartoe wordt uiterlijk 5 werkweken na de datum van de toetsafname genomen. De betrokken hogeschool informeert de student(en) hierover; 5.Indien er bij studenten fraude wordt geconstateerd, is de examencommissie van de lerarenopleiding in kwestie bevoegd maatregelen te nemen jegens de betrokken student. 1 In het kader van de landelijke kennistoetsen lerarenopleidingen wordt onder fraude in ieder geval verstaan: a.wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student gebruik maakt, of gebruik heeft gemaakt van b.wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student kijkt of gekeken heeft naar/op/in het werk van (een) c.wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student aanleiding/mogelijkheden heeft gegeven aan d.wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname informatie geeft of heeft e.wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student tijdens de toetsafname onjuiste of valse informatie f.wanneer tijdens of na een toetsafname geconstateerd wordt dat de student zich door iemand anders heeft laten g.het zich voor de datum of het tijdstip waarop de toetsafname zal plaatsvinden, in het bezit stellen van de vragen of opgaven van hulpmiddelen waarvan de raadpleging niet uitdrukkelijk is toegestaan; andere student(en); andere studenten zijn of haar werk in te zien; gegeven aan andere studenten over de inhoud en uitwerking van de landelijke kennistoets; geeft of heeft gegeven over zijn of haar identiteit; vertegenwoordigen; de desbetreffende kennistoets. 16 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A Regels voor aanmelding, deelname en uitslag 1.Een student meldt zich bij de eigen opleiding digitaal aan voor deelname aan de kennistoets en ontvangt daarvan een bevestiging. 2.In het geval een aangemelde student niet deelneemt aan de toets dan geldt de aanmelding als een toetsdeelname en kan de hogeschool administratiekosten in rekening brengen. 3.De landelijke kennistoetsen worden op de hogeschool en alleen in digitale vorm afgenomen. Voor studenten met een handicap of chronische ziekte waardoor het afleggen van de toets onder de standaardafnamecondities duidelijk negatief wordt beïnvloed, kan de examencommissie verzoeken de tijdsduur van de toetsafname te verlengen. De lettergrootte en het contrast van het beeldscherm kunnen vergroot worden. Het verzoek tot tijdsduurverlenging moet door de examencommissie gelijktijdig met de aanmelding ingediend worden. 4.De geldigheidsduur van de uitslag van de digitale landelijke kennistoetsen is bepaald op vijf jaar nadat de uitslag is opgenomen in de studentenadministratie van de hogeschool. Binnen deze periode gelden behaalde resultaten bij overstap ook op een andere hogeschool. 5.De opleiding ontvangt van 10voordeleraar 21 werkdagen na afloop van de toetsperiode een overzicht van de resultaten (inclusief een cijferlijst) van de studenten die hebben deelgenomen aan de toets. De opleiding deelt de student het behaalde cijfer mee uiterlijk drie werkdagen nadat de hogeschool het overzicht van de resultaten van 10voordeleraar heeft ontvangen. 10voordeleraar hanteert voor het bepalen van wat werkdagen en vakantieweken zijn het schoolvakantieoverzicht, zoals dat jaarlijks wordt gepubliceerd op de website van de rijksoverheid: www.rijksoverheid.nl/ onderwerpen/schoolvakanties/. 6.Nadat de uitslag van een landelijke kennistoets bekend is gemaakt, kunnen studenten die hun toets willen inzien zich aanmelden op de website www.10voordeleraar.nl. De inzage vindt plaats op een locatie die door 10voordeleraar wordt vastgesteld. Bij de inzage is er geen inhoudelijke toelichting. De reiskosten voor de inzage komen voor rekening van de student. 7.Beroep: Studenten kunnen tegen de uitslag van de toets beroep aantekenen. Dat moet binnen twee weken nadat de landelijke inzage periode is afgelopen, bij de ‘toegankelijke faciliteit’ (ook wel ‘Loket’ of ‘Klachtenloket’ genoemd) van de eigen hogeschool conform de procedures en reglementen van de eigen opleiding. Regels voor de toetsafname Bij de afname van de landelijke kennistoets gelden de volgende regels: 1.Studenten moeten zich legitimeren door middel van een rijbewijs, paspoort of identiteitskaart. Jassen, tassen, horloges, telefoons en andere middelen waarmee elektronische informatieoverdracht mogelijk is, moeten buiten het toetslokaal blijven, of vóór in de toetsruimte. 2.De surveillanten delen nadat de student achter de pc is gaan zitten aan elke student zijn/haar inlogbrief uit. Deze inlogbrief bevat een unieke inlognaam (deelnemer ID), een uniek wachtwoord en de URL voor de toets. Deelnemen onder een andere identiteit / inlognaam is niet toegestaan. 17 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A 3.Studenten moeten minimaal 30 minuten blijven zitten alvorens ze de toetsruimte mogen verlaten. De toets moet in alle gevallen afgerond worden vóór het voor de toets vastgestelde eindtijdstip. 4.Studenten mogen geen andere dan de toegestane hulpmiddelen gebruiken. De toegestane hulpmiddelen staan vermeld in de toetsgids van de landelijke kennistoets. 5.Bij het afsluiten van de toets moet de student de toets daadwerkelijk afsluiten (knop ‘toets beëindigen’) en uitloggen. De inlogcode, het kladpapier en eventueel andere uitgereikte hulpmiddelen moeten weer ingeleverd worden. 6.Studenten mogen niets meenemen waarop informatie over de vragen staat. 7.Alle gangbare regels van het tentamenreglement van de hogeschool zijn van toepassing voor zover ze niet in strijd zijn met deze regels voor de landelijke kennistoetsen. Onderdeel 1b (Specifiek: geldt voor pabo’s) Vooraf: 1.Voor de pabo vakken rekenen-wiskunde en Nederlandse taal geldt het volgende: de vakdidactische en vakinhoudelijke kennis waarover de startbekwame docent moet beschikken is vastgelegd in de kennisbases die landelijk zijn overeengekomen. 2.Per studiejaar zijn er vier toetsrondes. Alle pabo’s zijn verplicht voor studenten deelname aan minimaal twee toetsrondes in een studiejaar te faciliteren. Toetsdata worden voor aanvang van het studiejaar gepubliceerd. Artikel 1 Voor de vakken rekenen-wiskunde en Nederlandse taal geldt dat een landelijke kennistoets onderdeel uitmaakt van de opleiding. Aan iedere kennistoets is één studiepunt verbonden.2 Artikel 2 Aan deze toets moeten alle studenten en cursisten meedoen die vanaf het studiejaar 2011-2012 ingestroomd zijn. Artikel 3 Er kan pas deelgenomen worden aan de digitale landelijke kennistoets als de student: 1a. de propedeuse heeft behaald en; 1b.alle onderdelen uit de kennisbasis beheerst en zich (voor nominale voltijden deeltijdstudenten) in het derde studiejaar bevindt. 2a.Opleidingen kunnen van artikel 3 lid 1 b) afwijken, indien kan worden aangetoond dat nominale voltijd- en deeltijdstudenten alle studiepunten die betrekking hebben op de kennisbasis, met uitzondering van het studiepunt Een aantal hogescholen heeft gekozen de kennistoets deel uit te laten maken van een grotere onderwijseenheid. In deze gevallen is 2 de kennistoets voorwaardelijk voor het behalen van die onderwijseenheid. 18 Toetsgids landelijke kennistoets voor het pabovak Rekenen-wiskunde - Versie 2016/2017-1A voor de landelijke kennistoets, hebben behaald, en deze studiepunten in het cijferregistratiesysteem van de studentenadministratie zijn verwerkt. 2b.Nominale voltijd- en deeltijdstudenten die door de opleiding overeenkomstig artikel 3 lid 2 a) in het tweede studiejaar worden aangemeld, kunnen eenmalig deelnemen aan de toetsperiode in juni. Voor hen wordt geen tweede toetsdeelname voor deze landelijke kennistoets aangeboden in de periode juni-september. De eerstvolgende landelijke kennistoets van het volgende studiejaar waar de student aan deelneemt, geldt als eerste toetsdeelname van dat studiejaar en niet als tweede toetsdeelname van de landelijke kennistoets van het tweede studiejaar. 3.Wanneer de opleiding geen propedeutisch examen kent, geldt lid 1a van dit artikel niet. Artikel 4 De studenten vermeld in artikel 2 mogen vanaf het derde studiejaar, mits voldaan is aan de voorwaarden voor deelname zoals besteld in artikel 3, per studiejaar maximaal twee keer deelnemen aan de landelijke kennistoets. 19