Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2, pp. 100–109 URN:NBN:NL:UI:10-1-100881 Vermaak, H. Plezier beleven aan taaie ISSN: 1876-8830 URL: http://www.journalsi.org Publisher: Igitur, Utrecht Publishing & Archiving Services in cooperation with Utrecht University of Applied Sciences, Faculty of Society and Law Copyright: this work has been published under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-No Derivative Works 3.0 Netherlands License Kluwer, 2009, 627 p., € 50,95. vraagstukken. Werkingsmechanismen van vernieuwing en weerbarstigheid. Deventer: ISBN 9789013063028 Books F r its M e ij e r i n g De wegen van de andragologie zijn vraagstukken zijn complex, hardnekkig en ondoorgrondelijk. Terwijl universitaire ontstaan in een dynamische en spanningsvolle vakgroepen andragologie binnen de sociale omgeving. Zij lijken op spaghetti, op een wetenschappen de afgelopen jaren om zeep onontwarbare kluwen. Voorbeelden van zijn geholpen, bloeit de belangstelling voor taaie vraagstukken zijn maatschappelijke veranderkundige theorieën in bedrijfskunde, thema’s als milieu, opvoedingsproblemen, organisatiekunde en beleidskunde als nooit armoede, sociaal isolement en tevoren. ontwikkelingssamenwerking. In zijn omvangrijke Nederlandstalige dissertatie Taaie problemen zijn in beperkte zin geeft Vermaak in ruim 600 bladzijden een maakbaar en fundamentele veranderingen gedetailleerde uitwerking van mechanismen, verlopen traag. Vanuit de systeemtheorie die zich voordoen bij veranderingen rondom maakt Vermaak duidelijk dat bij complexe taaie vraagstukken. Taaie vraagstukken vraagstukken alle elementen met elkaar (“wicked problems”) onderscheidt hij in samenhangen. Interdependente elementen navolging van Karl Weick (1995) van tamme vormen een geheel, dat meer is dan de som vraagstukken (“tame problems”). Taaie der delen. Ingewikkelde feedbacklussen 100 Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 door Frits Meijering zorgen ervoor dat bestaande routines en waar, schort zijn oordelen op en zoekt naar disfunctionele patronen zich herhalen. Bij richtinggevende begrippen, die in de praktijk een transformationele verandering zorgt opborrelen. Dit zijn “sensitizing concept”. het systeem voor vertragingen en het duurt Vermaak spoort zo’n 140 blokkerende lang voordat een nieuw evenwicht is bereikt. factoren op, die van invloed zijn bij het Vermaak onderzoekt de mogelijkheden om oplossen van taaie vraagstukken. Deze speels met taaie vraagstukken om te gaan. factoren benoemt en ordent hij en reduceert hij tot 12 bepalende mechanismen. Vermaak maakt gebruik van een actietheorie. De onderzoeksaanpak van Vermaak sluit Zijn casuïstiek ontleent hij aan advieswerk op aan bij de vierde generatietheorie van het gebied van projecten bij het ministerie Guba & Lincoln (1989). Guba & Lincoln van Buitenlandse Zaken en op het gebied (1989) onderscheiden vier vormen van van ontwikkelingssamenwerking. Het gaat onderzoek: data verzamelen (meten is weten), om de participatie van beleidsmedewerkers beschrijvingen, oordelen en responsief- en overheidsmanagers aan trajecten constructivistisch actieonderzoek. Het Leren & Ontwikkeling, die zijn uitgevoerd onderzoek van Vermaak behoort tot de laatste bij ruim tien ambassades in Afrika. Het categorie. casusmateriaal is ontleend aan projecten Conform de richtlijnen van Yin (1994) van ambassades, professionalisering van vergelijkt Vermaak diverse casestudies. de beleidsmedewerkers, actieonderzoek Hij maakt gebruik van het principe van en de inbedding van de trajecten Leren & triangulatie en ontdekt onderliggende Ontwikkeling bij zijn opdrachtgevers bij het verbanden en patronen. Vermaak ministerie. De auteur zelf is werkzaam als verbindt zijn uitgebreid veldonderzoek senior partner van Twynstra Gudde. Het met een omvangrijk repertoire aan komt niet vaak voor dat een consultant zo relevante theoretische noties. Voor uitgebreid en open reflecteert op zijn professie deze bijzondere studie heeft hij van zijn als veranderkundige. promotor Jaap Boonstra alle creatieve ruimte gekregen. Samen met De Caluwé De studie van Vermaak is een goed heeft Vermaak eerder gepubliceerd over voorbeeld van praktijkgericht actieonderzoek. veranderstrategieën. Vermaak baseert zich onder meer op de theorie van Strauss & Corbin (1998). De Vermaak geeft ons in een inkijkje in de wereld onderzoeksaanpak is naturalistisch en van het ministerie. Bij het departement fenomenologisch. De onderzoeker neemt van Buitenlandse Zaken is sprake van een op fenomenologische wijze verschijnselen gesloten bureaucratische diplomatencultuur. Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 101 Books Ambtenaren blijven doorgaans gedurende Belemmerende mechanismen doen zich hun gehele loopbaan in dienst bij ditzelfde voor in interacties tussen personen en ministerie en komen elkaar in de loop van hun groepen. Van splitsen is sprake wanneer een carrière altijd wel ergens tegen. Heikele zaken veranderingsproject wordt verdeeld over blijven vaak onbesproken. Een ministerie diverse personen met verschillende functies kan gezien worden als een politieke arena en taken. Hierdoor voelt niemand zich (Mintzberg), een “ijzeren kooi” (Weber). meer verantwoordelijk. Medewerkers gaan Macht en belangentegenstellingen spelen gemakkelijk achterover leunen en onttrekken een dominante rol. Dit geldt primair voor de zich aan het veranderingsproject. Van inclusie politieke sturing vanuit Den Haag en heeft zijn is dan geen sprake. Voorstellen worden weerslag op het intern functioneren van de niet overgenomen, bijvoorbeeld omdat departementen. zij door anderen zijn bedacht en men zich De projecten van Vermaak op het gebied geen eigenaar voelt (“not invented here”). van ontwikkelingssamenwerking vallen Vergaderingen worden gebruikt om zich niet alleen onder Buitenlandse Zaken, druk te maken over procedurele kwesties en maar behoren ook tot de portefeuilles formele mandatering. De inhoud doet niet van Ontwikkelingssamenwerking en meer ter zake. Economische Zaken. De ambtelijke wereld Leidinggevenden, die zich laten zich verleiden is een weerbarstige omgeving waar vele tot dwingend gedrag, roepen weerstand op. stammenoorlogen worden gevoerd. Medewerkers gaan dan duiken. Zij houden Overheidsbeleid betreffende complexe bijvoorbeeld onderwerpen eindeloos in hun vraagstukken zoals armoede, milieu en zak (pocket veto) en sluiten zich af en trekken ontwikkelingssamenwerking, is fragmentarisch zich terug op hun eigen territorium. en verkokerd. Ambitieuze plannen, die Stagnatie ontstaat wanneer men anderen gebaseerd zijn op een lineaire aanpak, blijken verwijten maakt of emotionele zaken in de praktijk doorgaans niet te werken. toedekt. Dit zijn voorbeelden van affectieve Wanneer men complexe, taaie problemen communicatieproblemen. aanpakt alsof het tamme problemen zijn, Een tweede rubriek zijn de fixaties betreffen ontstaat een mismatch. de cognities. Vermaak spreekt van vensters, spiegels en ambivalenties. Gefixeerde vensters Vermaak beschrijft talloze fixerende bieden medewerkers een enkelvoudig mechanismen. Hij onderscheidt vier perspectief of beperkte anekdotische kennis. hoofdgroepen mechanismen: interacties, Gefixeerde spiegels zijn ongeteste praktijken cognities, fixaties bij het procesontwerp en en hardnekkige organiseergewoonten. fixaties bij het ankeren. Ambivalentie ontstaat als gevolg van 102 Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 door Frits Meijering onbetwiste waarden of zijn het resultaat van en pragmatisme. Vermaak kiest voor een ontkende verdediging. actoroptiek. De derde rubriek betreft fixaties van een procesontwerp. Een procesontwerp is een In onze maatschappij vindt een overgang samenhangend geheel van interventies. Een plaats van modern denken naar postmodern procesontwerp wordt gefrustreerd wanneer denken. Het moderne, lineaire denken medewerkers veelvuldig gebruik maken van beschouwt de werkelijkheid mechanisch blauwkleur of geelkleur denken. Dit zijn en gaat uit van een subject-object relatie. strategieën, die zich kenmerken door een Maatschappelijke vraagstukken worden lineaire aanpak. Door uitsluitend gebruik te gedecontextualiseerd. Postmodern maken van macht of door op een blinde wijze denken gaat uit van non-lineaire planmatig, rationeel en resultaatgericht te veranderingsprocessen en beschouwt de werken ontbreekt de ruimte om in te spelen wereld als evolutionair en organisch. De op lokale omstandigheden. Men maakt werkelijkheid is pluralistisch. geen gebruik van talenten en capaciteiten van actoren. Ontwikkeling en leren raken Met behulp van de theorie van Van Dinten gestagneerd ingeval van geïsoleerde wil ik proberen om de studie van Vermaak leerexercities of schrale veranderpraktijken. te plaatsen. Van Dinten onderscheidt in zijn Plannen worden verlamd door eindeloze boek Met gevoel voor realiteit (2002) vier discussies over definities. Men kan problemen wereldoriëntaties. Het moderne denken eindeloos blijven analyseren, waardoor noemt hij Interne Oriëntatie, waarbij hij twee verlamming ontstaat. varianten onderscheidt. Het postmoderne Eenzijdige actiegedrevenheid zonder reflectie denken noemt Van Dinten Externe Oriëntatie, leidt tot mislukken van verandertrajecten. waarbij eveneens twee varianten worden Een succesvolle verandering dient beleidsmatig onderscheiden. De Interne Oriëntatie in verankerd en geborgd te worden. Dit is de Absolute Zin (IOAZ) is zelfreferentieel. Het vierde rubriek van de fixaties bij het ankeren. ego is uniek en bepaalt wat hij van zijn leven Fixaties doen zich voor ingeval van twijfelende maakt. In taal komt de ik-vorm veelvuldig participatie en uitbesteding van vernieuwing. voor. In organisaties wordt deze oriëntatie De continuïteit van vernieuwing komt in gekenmerkt door construeren en macht. Alles gevaar door successen te isoleren of door is gericht op het bereiken van het persoonlijk verhuld gebruikt te maken van disciplinering. doel en er wordt nauwelijks een discussie gevoerd. Mensen zijn weinig bereid om in te De studie van Vermaak staat in de schikken. Geld en macht worden gebruikt als onderzoekstraditie van het constructivisme middelen om persoonlijk succes te bereiken. Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 103 Books Door politici wordt veelvuldig gebruik moment is hetzelfde. Alles staat met alles in gemaakt van deze oriëntatie. In de politieke verband. Mensen ervaren de aanwezigheid arena oogsten politici succes met oneliners en van anderen en van de omgeving. Stilte is wekken de suggestie, dat complexe problemen betekenisvol. Beelden en verhalen zijn de in een handomdraai kunnen worden opgelost belangrijkste vormen van communiceren. via structurele maatregelen. De uitvoering van Mensen stellen zich open op voor de het beleid wordt aan ambtenaren overgelaten. omgeving en voor elkaar. Zij nemen waar en De Interne Oriëntatie in Rationele Zin (IORZ) tasten mogelijkheden af. Aan gebeurtenissen is gericht op het opsporen van oorzaken wordt betekenis verleend. Kennis ontstaat en gevolgen. Binnen deze oriëntatie wordt door patroonherkenning. gebruik gemaakt van ordeningen en modellen. De taal kenmerkt zich door het gebruik De klassieke indeling van van definities. Organiseren is een kwestie veranderingsstrategieën van Bennis, Benne, van rationaliseren en overtuigen. Discussies Chin & Corey (1979) is door Mintzberg worden gevoerd om gedeeld begrip tot stand aangevuld met een vierde strategie. Mintzberg te brengen. Emoties worden zoveel mogelijk (1991) maakt evenals Benne, Bennis en vermeden. Redelijkheid en billijkheid zijn Chin onderscheid tussen de macht-dwang centrale waarden. Gezocht wordt naar één strategie, de empirisch-rationele strategie, waarheid. de interactieve (normatief-reëducatieve) De Externe Oriëntatie in Sociale Zin (EOSZ) leerstrategie en voegt hier de facilitaire stelt de ander centraal. Mensen voelen zich strategie aan toe. Deze vier strategieën zijn primair lid van een groep. Taal wordt gebruikt volgens Mintzberg in de grote wereldreligies te om met andere mensen in contact te komen, herkennen, respectievelijk bij het Katholicisme, de inhoud is ondergeschikt. Organiseren het Joodse denken, het Calvinisme en het staat in het teken van normeren en sociale Boeddhisme. samenhang. Harmonie in de eigen groep is belangrijker dan resultaten. Opbrengsten Door combinatie van de indelingen van Van worden gedeeld en zwakkere leden van de Dinten en Mintzberg ontaat het volgende groep geholpen. Mensen zijn ervoor om analyseschema (zie Tabel 1). Dit schema elkaar te helpen. Rituelen worden gevierd en overigens zelf is een model en staat dus in de gekoesterd. Rangen en standen vormen de IORZ. meetlat om respect tot uitdrukking te brengen. De Externe Oriëntatie in Volledige Zin Wanneer we dit schema toepassen op het (EOVZ) legt de nadruk op beweging, op vertoog van Vermaak ontstaat het volgende wisselwerking, op interdependentie. Geen beeld. 104 Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 door Frits Meijering Tabel 1: Analyseschema wereldoriëntaties en veranderingsstrategieën. Interne Oriëntatie in Absolute Zin Externe Oriëntatie in Volledige Zin Macht-dwang strategie Facilitaire strategie Interne Oriëntatie in Rationele Zin Externe Oriëntatie in Sociale Zin Empirisch rationele strategie Interactieve leerstrategie In ambtelijke en door de politiek denken) en helpt beleidsmedewerkers gedomineerde bureaucratische organisaties de overgang te maken naar een Interne domineert het moderne denken. De Oriëntatie in Rationele Zin. Talloze adviseurs bureaucratie van de verzorgingsstaat staat en diverse externe bureaus zijn de afgelopen in de Interne Oriëntatie in Absolute of jaren bij de departementen ingehuurd om in Rationele Zin. De overheid maakt bij deze veranderingsslag te maken. VBTB is beleidsontwikkeling doorgaans gebruik van gebaseerd op lineair denken. Externe adviseurs de macht-dwang strategie en de empirisch- helpen departementen om geeldrukdenken rationele strategie. te vervangen door blauwdrukdenken De macht-dwang strategie typeren (De Caluwé & Vermaak, 2000). De Caluwé & Vermaak (2000) als geeldruk Geeldruk- en blauwdrukdenken gaan uit van denken. Belangen van spelers worden door een subject-object relatie. De verzorgingsstaat middel van onderhandeling bijeengebracht tot is een interventiestaat. Uitgangspunt is de consensus. De empirisch-rationele strategie maakbare en beheersbare samenleving. noemen De Caluwé & Vermaak (2000) Politici en ambtenaren suggereren dat zij blauwdruk denken. De beste oplossing wordt aan de knoppen draaien en in staat zijn planmatig en volgens een blauwdruk in een complexe maatschappelijke processen vanuit rationeel proces geïmplementeerd. de bestuurlijke cockpit te reguleren en Wierdsma (1999) omschrijft geel- en beheersen. blauwdrukdenken als positioneel organiseren. De rationele aanpak blijkt geschikt in geval van De overheidsfilosofie van Van Beleidsbegroting tamme, overzichtelijke beleidsvraagstukken, tot Beleidsverantwoording (VBTB) kan maar werkt veelal niet in geval van complexe, gezien worden als een structurele poging om “fuzzy” en taaie problemen. Volgens sommige ambtelijke beleidsprocessen te rationaliseren, auteurs mislukt daarom minstens 70% van de planmatig volgens een blauwdruk aan veranderingen bij de overheid. te pakken teneinde de transparantie te vergroten. De VBTB-benadering doorbreekt Vermaak treedt niet op als alwetende de dominantie van macht en dwang (geeldruk expert, maar als procesadviseur. Hij maakt Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 105 Books gebruik van het principe van co-creatie. Vermaak leert professionals vanuit meerdere Zijn interventies zijn erop gericht om samen perspectieven met hun werk om te gaan. met de deelnemers aan zijn projecten De speelruimte voor ambtenaren wordt de mechanismen te leren begrijpen, die hiermee vergroot. Hij stelt het primaire veroorzaken dat de meeste veranderprojecten proces centraal. Bij taaie problemen wordt vastlopen. Vermaak helpt deelnemers rekening gehouden met de lokale context. aan de projecten Leren & Ontwikkelen De aanpak is participatief. Variatie wordt buiten bestaande kaders te denken en gestimuleerd. Samenwerking met lokale te handelen. Hij leert professionals bij de actoren kenmerkt zich door co-creatie. Er overheid te denken in verschillende kleuren. wordt niet gewerkt volgens een blauwdruk, Naast de dominante kleuren geel en blauw maar het plannen van onderzoek en de introduceert Vermaak rooddruk-, witdruk- en uitvoering van verandertrajecten verlopen groendrukdenken. Rooddrukdenken staat emergent. Onderweg ontstaan onvoorziene voor affectie en passie. Door mensen op de mogelijkheden, maar ook doen zich blokkades juiste en positieve wijze te prikkelen voelen en frustraties voor. Veranderen is een zij zich gewaardeerd en gezien in het sociale non-lineair proces. proces. De interventies van Vermaak zijn erop Witdrukdenken legt de nadruk op spontane gericht onderliggende mechanismen bloot te evolutie en schept ruimte voor initiatief leggen, verborgen regels te expliciteren en en ondernemerschap. Groendrukdenken disfunctionele patronen zichtbaar te maken maakt mensen bewust en bekwaam, (Watzlawick, Beavin & Jackson, 1970; Scott- stimuleert transformationele leerprocessen Morgan, 1994). Door deze mechanismen te en transactioneel organiseren (Wierdsma, begrijpen neemt bij professionals het plezier in 1999). veranderen toe. De aanvliegroute van Vermaak is een Vermaak is bescheiden. Hij richt zich interactieve (normatief-reëducatieve) op het begrijpen van mechanismen, die leerstrategie, die staat in de Externe Oriëntatie veranderingsprocessen belemmeren en in Sociale Zin (Van Dinten, 2002). Hij voert beleidsmedewerkers te leren hoe zij fixaties trajecten bij de overheid uit in het kader van kunnen elimineren. Vermaak ontwerpt geen Leren en Innoveren. Deze trajecten zijn erop nieuw veranderkundig model. Een nieuw gericht medewerkers vertrouwd te maken met model leidt tot institutionalisering en wordt andere manieren van denken en handelen. Dat vervolgens van bovenaf opgelegd aan vereist een andere mindset, gebaseerd op een betrokkenen. In navolging van Weick lijkt subject-subject houding. het Vermaak beter eerst de onderliggende 106 Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 door Frits Meijering communicatieprocessen en dilemma’s te gekenmerkt wordt door diepgaand, verhelderen en de strategische visie pas transformationeel leren. Succesvolle achteraf te formuleren in plaats van top down veranderingen beginnen kleinschalig, zijn te dicteren. contextgebonden, gebaseerd op co-creatie en transactioneel organiseren. Vermaak start zijn diagnoses met fixaties in Vermaak neemt de uitdaging aan om in deze interacties. Als adviseur reageert hij alert op ambtelijke biotoop buiten bestaande kaders de onderstroom van psychologische, sociale te treden. Zijn veranderkundige interventies en culturele factoren, zowel op micro-, meso- zijn erop gericht gestolde verhoudingen open als macroniveau. Achter een probleem schuilt te breken en andere manieren van denken doorgaans een achterliggend of onderliggend en doen te introduceren. Zijn trajecten vraagstuk, dat veelal te maken heeft met Leren & Ontwikkelen zijn erop gericht om disfunctionele interacties, kortom de EQ beleidsmedewerkers te laten reflecteren op kant. hun werk, onderliggende mechanismen te Daarnaast onderkent hij diverse cognitieve ontdekken en leernetwerken te vormen. fixaties. Daarbij gaat het meer om de Kleinschalige lokale projecten, gebaseerd IQ kant, om het gebruik van passende op co-creatie, kunnen op termijn een begrippen, definities, modellen en hefboomfunctie vervullen. theoretische kaders. Procesmatig doen zich diverse blokkades In zijn studie richt Vermaak zich vooral op voor, zowel bij het ontwerpen en later bij het het micro- en mesoniveau. Hij concentreert beleidsmatig borgen of verankeren. zich op professionalisering van medewerkers en op projecten, waarbij leren en werken De interventies van Vermaak richten zich op kunnen worden gecombineerd door gebruik ingrijpende, mentale transformatie. Hij laat te maken van actieonderzoek. Het koppelen beleidsmedewerkers verschillende kleuren van leernetwerken en systeeminnovatie (De van zijn regenboog zien. Hij geeft deelnemers Leeuw, 2002; Rotmans, 2003; Van Staveren, aan de trajecten Leren & Ontwikkeling 2007), waardoor de verbinding kan worden zelf het instrumentarium in handen om gemaakt met het macroniveau, blijft in deze hun repertoire aan interventies drastisch te studie nog onderbelicht. vergroten. Veranderen wordt daarmee een Wellicht kan op termijn nog meer plezier creatief spel. worden beleefd aan veranderen, wanneer Om deze omslag te bereiken is een niet alleen fixerende mechanismen kunnen ingrijpende verandering nodig, die worden gedéblokkeerd, maar toekomstig Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 107 Books (overheids)beleid wordt vormgegeven vanuit LITERATUUR een alternatieve mens- en maatschappijvisie. “Government” maakt plaats voor Abma, T. A. (1996). Responsief evalueren: “governance”. De verzorgingsstaat als discoursen, controversen en allianties in interventiestaat verkeert in een crisis. De het postmoderne. Delft: Eburon. overheid staat in de 21ste eeuw voor de opgave zich als het ware opnieuw uit te vinden en zich te richten op de vormgeving van een duurzame samenleving. Dit geldt ook voor instituties als de zorg en het onderwijs. Routineprofessionals worden kenniswerkers en kenniskunstenaars. “Game” wordt weer “play”. Van Dinten (2002) noemt dit perspectief de Externe Oriëntatie in Absolute Zin. De interactieve leerstrategie wordt aangevuld Baart, A. (2001). Een theorie van de presentie. Utrecht: Lemma. Bennis, W. G., Benne, K. D., Chin, R., & Corey, K. E. (1979). Strategieën voor verandering. Deventer: Van Loghum Slaterus. Dinten, W. van (2002). Met gevoel voor realiteit. Delft: Eburon. Donkers, G. (1999). Zelfregulering als reflectiekader. Baarn: Nelissen. Caluwé, L. I. A. de, & Vermaak, H. (2000). met een facilitaire veranderingsstrategie. Leren veranderen; een handboek voor de Een voorbeeld van deze ecologische richting veranderkundige. Alphen aan den Rijn: is de U-theorie van Scharmer (2010), die opereert vanuit het Massachusetts Institute of Technology. Samsom. Guba, E. G., & Lincoln, Y. S. (1989). Fourth Generation evaluation. Newbury Park: Sage. Leeuw, A. C. J. de (2002). Bedrijfskundig Vermaak levert met deze lezenswaardige publicatie een waardevolle bijdrage aan de bestaande Nederlandstalige veranderkundige literatuur. Zijn onderzoek past in de lijn van de pragmatische en constructivistische onderzoekstraditie van auteurs als Abma (1996), Baart (2001), Wierdsma (1999), De Caluwé & Vermaak (2000), Van Dinten (2002), Donkers (1999) en Van Staveren (2007). Zijn onderzoek management. Assen: Van Gorcum. Mintzberg, H. (1991). Mintzberg over management. Amsterdam/Antwerpen: Veen. Rotmans, J. (2003). Transitiemanagement: sleutel naar een duurzame samenleving. Assen: Van Gorcum. Scharmer, C. O. (2010). Theorie U. Leiding vanuit de toekomst die zich aandient. Zeist: Christofoor. Scott-Morgan, P. (1994). The unwritten rules geeft een krachtige impuls aan de of the game. New York, San Francisco: veranderkundige theorievorming en biedt McrGraw-Hill. ruimte voor het uitvoeren van praktijkgericht actieonderzoek. 108 Staveren, A. van (2007). Zonder wrijving geen glans. Assen: Van Gorcum. Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 door Frits Meijering Strauss, A., & Corbin, J. (1998). Basics of Qualitative Research. Thousand Oaks: Sage Publications. Watzlawick, P., Beavin, J., & Jackson, D. (1970). De pragmatische aspecten van menselijke communicatie. Deventer: Van Loghum Slaterus. Weick, K. E. (1995). Sensemaking in organizations. Thousand Oaks: Sage Publications. Wierdsma, A. F. M. (1999). Co-creatie van veranderingen. Delft: Eburon. Yin, R. K. (1994). Casestudy research: Design and methods. London: Sage. Journal of Social Intervention: Theory and Practice – 2010 – Volume 19, Issue 2 109