Het Oudnederlands Structuur en geschiedenis van het Nederlands: Het Oudnederlands Opdracht: Verklaar in welk gebied het Oudnederlands zich heeft ontwikkeld en leg het ontdekkingsverhaal van het versje „hebban olla uogala...“ uit Omstreeks het jaar 500 viel het West-Germaans in de voorlopers van het Engels, Fries, Duits en Nederlands uiteen. Deze datum wordt gezien als het begin van het Oudnederlands hoewel sommige taalwetenschappers echter pas de 8e eeuw als beginperiode van het Oudnederlands beschouwen. Vanwege de nauwe verwantschap met West-Germaanse talen is het bepalen van een vaste beginperiode moeilijk. Er moet worden gekeken naar de plaats waar een tekst vermoedelijk is ontstaan en naar taalkundige kenmerken. Dat kunnen bijvoorbeeld sporen van de Hoogduitse klankverschuiving zijn. En toch blijven er verschillen van mening of een tekst Oudnederlands, Oudhoogduits, Oudsaksisch of Oudengels is. Deze discussie zal later nog eens ter sprake komen. Het oudste Nederlands is geen echte eigen taal maar een combinatie van taalbronnen: het Oudnederfrankisch dialect met Oudsaksische en Ingweoonse invloeden. Waar werd Oudnederlands gesproken? Oudnederlands werd in de regio van het huidige zuidelijke Nederland, België, het noorden van Frankrijk en stukken van het Duitse taalgebied gesproken. In het noordelijke Nederland (Groningen en Friesland) werd geen Oudnederlands gesproken. Helaas bestaat er geen doorlopende schriftelijke overlevering van het Nederlands zoals men dit van het Latijn kent. Er bestond een orale taalcultuur m.a.w. teksten werden door het vertellen aan de volgende generatie verder gegeven, maar niet door het opschrijven daarvan. De oudste Nederlandse woorden die nu nog ter beschikking staan, zijn uit de 5de eeuw. Dit zijn vooral losse woordjes en kleine aantekeningen – zogenoemde glossen – in Latijnse teksten. Verder zijn er nog direkte vertalingen van bijbelteksten. Tot nu toe geldt een zin uit de „Malbergse Glossen“ als het oudste Nederlandse zinnetje. Die glossen waren te vinden in de Lex Salica. Dit is een Latijnse tekst uit de 6e eeuw, die bekend is door afschriften uit de 8e en 9e eeuw. Wat is de Lex Salica? De Lex Salica is een wettekst van de Salische Franken die rond het jaar 512 werd opgeschreven. De naam „Malberg“ verwijst naar de Malloberg, een gebied waar vandaag Nederlands wordt gesproken. Men moet begrijpen dat het rond die tijd belangrijk was, dat formuleringen letterlijk uitgesproken werden om rechtsgeldig te zijn. Maar niet iedereen was het Latijns machtig. Daarom werden er soms vertalingen in de Frankische volkstaal toegevoegd. Het oudste Nederlandse zinnetje is een formule die een heer moest uitspreken om een slaaf wettelijk vrij te laten: maltho, thi âfrîo, theo "ik zeg, jou laat ik vrij, slaaf" Verder is er nog de Utrechtse doopbelofte van het eind van de 8de eeuw, hoewel de oorsprong van det tekst niet duidelijk is: voor sommigen is de tekst oudsaksisch en blijkbaar was de kopiist Duits. Veel beroemder is echter het liefdesversje „Hebban olla uogala“. hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hi(c) (e)nda thu uu(at) unbida(n) (uu)e nu "Alle vogels zijn met hun nesten begonnen behalve ik en jij. Waar wachten wij nog op?" „Hebban olla uogala“ is een versje uit de middeleeuwen. In die tijd schreef men met veren. Moest er een nieuwe veer in gebruik genomen worden, probeerden de schrijvers hun pen op een bladzijde uit. Deze probeersels heten probatio pennae. Een Engelse geleerde ontdekte in 1932 op een los stuk perkament een bijzondere probatio pennae in Oxford. Het was het liefdesversje „Hebban olla uogala“ dat voorzien was van een Latijnse vertaling. Vermoedelijk is het in het laatste kwart van de 11e eeuw in de Abdij van Rochester geschreven door een West-Vlaamse monnik. Deze abdij had toen intensief contact met de West-Vlaamse adel. Daarom zou het mogelijkerwijs door een monnik met West-Vlaamse achtergrond opgeschreven kunnen zijn. Dit versje is vrij beroemd en wordt vaak gezien als het eerste Nederlandse zinnetje. Helaas klopt dit niet. De bovengenoemde teksten zijn ouder dan Hebban olla uogala. Zijn beroemdheid heeft het liefdesversje te danken aan zijn literaire karakter. Alle andere teksten zijn wettelijke teksten of bijbelvertalingen. Nu zien we voor het eerst een romantische tekst en dit voerde tot een creatieve zoektocht naar de auteur. Misschien werd het versje daadwerkelijk opgeschreven als pennenproef van een monnik die het zich als kinderliedje uit zijn jeugd herinnerde of was hij misschien zelf verliefd? We weten het niet. Zeker is inmiddels wel dat Hebban olla uogala uit de tijd rond 1100 stamt en dus niet het oudste Oudnederlands kan zijn. Verder zijn ook hier discussies gaande of het überhaupt Oudnederlands is of misschien eerder Oudengels. En zo komen we weer terecht bij de discussie van het begin. Maike Göhlfennen Bronnen: www.neon.niederlandistik.fu-berlin.de www.kennislink.nl www.woordenlijst.org www.onw.inl.nl (Oudnederlands woordenboek)