Student: Nicky Manders Jaargroep: 2F Stageschool: Groep: 1-2B Vak/onderwerp: Schrijven Datum: Voor de student: Aandachtspunt(en) Actiepunten deze les Voor de kinderen: Lesdoel: Wat kunnen/kennen de kinderen na deze les? De kinderen maken kennis met het schrijven van schrijfpatronen aan de hand van een schrijftekening hierbij worden de kinderen bekend gemaakt met de juiste pengreep, zithouding en de schuine ligging van het papier. De kinderen kunnen gesproken taal omzetten in een tekening Beginsituatie: Wat is de situatie die je aantreft vóór de les? (betekenis, organisatie en niveau) Betekenis: De kinderen zijn erg geïnteresseerd in schrijven en alles wat daarbij hoort. Het thema waarin wij werken (dieren) sluit aan bij de belevingswereld. Organisatie: we werken in kleine groepjes van ongeveer 5 kinderen uit groep 2. Deze zitten in een rustige hoek van de klas, als leerkracht gaan wij erbij zitten. Van te voren hebben we een verhaal voorbereid waarover de schrijftekening zal gaan. Tijdens het verhaal tekent de leerkracht mee om aan te geven welke vormen/schrijfpatronen de kinderen moeten/kunnen maken. Let hierbij op de juiste pengreep en de zithouding van de kinderen. (H1/2 van ‘ Pak je pen’) Niveau: We werken aan niveauverhoging door de kinderen bewust te maken van de pengreep en de zithouding. Fasering Naam + Tijd Lesverloop / lesinhoud Introductie De kinderen zitten aan de tafel met genoeg ruimte om in een later fase goed te kunnen schrijven. We laten ze goed op de stoel zitten. We gaan eerst luisteren naar een verhaal. Als het verhaal klaar is krijg je papier en gaan we het verhaal tekenen, dus goed luisteren. Inleiding Verhaal We gaan een dagje naar de dierentuin. De zon schijnt naast de blauwe wolken. En bij de vissen zijn er golfjes in het water. Bij de beren ligt er heel fijn zand op de grond. Als we naar de kooien lopen zien we mooie vogels in verschillende kleuren deze vliegen in de lucht. Er is ook een grasveld in de dierentuin, daar zie je allemaal lange grassprietjes. Op het grasveld staat een grote tent, deze heeft een spitse punt. Wie kan vertellen waar het verhaaltje over ging? Hoe zou je de zon, wolken, vissen, golfjes, beren, zand, vogel, grasveld en tent kunnen tekenen? (hier laat je de kinderen even over nadenken en vraagt wie er een idee heeft) We delen het papier uit en zetten de bakjes potloden op de tafel. Voordat ze gaan schrijven (na het verhaal) doen we versje voor de juiste houding. Voer uit wat het versje zegt.(leerkracht doet mee) Stampen met je voeten Zet ze stevig neer Schuif je stoeltje aan En wiebel heen en weer Handen hoog in de lucht Zucht Ellebogen, ellebogen Knipper even met je ogen Pak je pen maar op En klim naar de top Rollen draaien Dan tot hier En je handen op het papier Afsluiting Opmerking Zon: ronde beweging Wolken: gesloten arcades en guirlandes Vissen: liggende achten Golfjes: Op en neer gaande beweging golfbewegingen. Beren: staande achten Zand: stipjes Vogel: gesloten arcade beweging Controleer of de kinderen goed op de stoel zitten en de juiste potloodgreep hebben. Leerkracht gaat staan om de bewegingen mee te doen en het verhaaltje per zin te lezen. Grasveld: rechtshellende Kinderen mogen als de mogelijkheid er is de tekening inkleuren. strepen We bespreken de tekening na aan de hand van de volgende vragen: Hoe zie je dat de zon de zon is? Tent: 1 zigzag Is deze bij iedereen hetzelfde? punt van de Waaraan herken je de vissen in het water? tent. Zijn de wolken mooi gekruld? Wie wil er nog iets aardigs zeggen over iemands tekening? BORD-gebruik In plaats van op het bord schrijven wij mee op het papier wat aan de muur hangt. Betrokkenheid Ik zorg voor een hoge betrokkenheid door: Relatie: Deze bouw je op doordat je de kinderen begeleidt in een moeilijk proces waarin de kinderen vaak onzeker zijn, omdat dit nieuw is, door positieve benadering geef je de kinderen zelfvertrouwen en dit komt ten goede aan de relatie. Werkelijkheidsnabijheid: De kinderen weten dat ze een aanzet maken tot schrijven dit vinden ze erg leuk omdat ze zo in de volwassen wereld terecht komen, daarnaast werken we in het thema. Leerling initiatief: De kinderen mogen zelf bedenken hoe je de vormen kunt maken. Leerling activiteit: De kinderen luisteren naar het verhaal, voeren het versje uit en maken de schrijftekening. Aanpassing op niveau: zie beginsituatie Werkvormen en groeperingsvormen Werkvormen Groeperingsvormen (per werkvorm) Instructie Interactie Groepje van 5 kinderen Opdracht Mogelijke knelpunten Knelpunten Oplossing(en) Kinderen hebben echt moeite met de pengreep. Blijven herhalen en corrigeren. Later extra les hierin. Kinderen heb geen juiste zithouding Herhaal het versje. Evaluatie van de student Wat ging goed? (t.a.v. lesdoel / aandachts- en actiepunten / overige opvallende zaken) Voor verbetering vatbaar (lesdoel / aandachts- en actiepunten / overige opvallende zaken) Leerpunten Voor de volgende les Reactie van de mentor Voor de lange termijn