Alternatief levend voedsel voor de vissen. Naast de traditionele levende tubifex, rode en witte muggenlarven, daphnia’s, artemia en diverse soorten diepvriesvoedsel en droogvoer, zijn er nog tal van levende insecten die je kunt benutten. De vissen zijn er dol op en het kost je enkel wat inspanning. Verder zijn ze volledig gratis te krijgen. In de tuin: -Op rozen- en vlierstruiken vind je bladluizen. Deze worden door praktisch alle vissen graag gegeten. De diertjes smaken naar plantensap. Daarom worden de bladluizen van de rozenstruiken geprefereerd. Deze van de vlierstruiken afkomstig smaken immers iets zuurder. Let wel dat je geen bladluizen voedert die afkomstig zijn van een struik die met insecticiden werd behandeld. -Op kolen vind je haarloze, groene rupsen. Dat zijn de nakomelingen (en dus de poppen) van het koolwitje. Ook deze dieren worden graag gegeten door grotere vissen. -Mieren, zoals de rode mier (Formica rufa), de wegmier (Lasius niger) en de Faraomier zijn een lekkernij voor vissen. Ook de vuilwit gekleurde poppen die bij het omwoelen van het nest vrijkomen, kunnen met een pincet weggenomen worden en zijn geschikt voor alle vissen. Let wel bij mierenvangst angstvallig op je handen, want deze diertjes zijn geen doetjes! In huis: -De huisvlieg kan -na het neermeppen- in het aquarium worden geworpen. Zelfs een keizertetra kan zo’n dier wel aan. Geen vis trouwens zal zo een lekkernij versmaden! -Dansmuggen willen wel eens in huis komen als we te kwistig met rode muggenlarven hebben gevoerd (of als je ze te lang in het hiervoor beschreven bakje hebt bewaard!). Als je ze vangt en onder de koude kraan houdt, kunnen ze niet meer vliegen omdat ze versuft zijn. Een prima voedsel overigens. Trouwens, een dansmug steekt niet. Dus, kun je evengoed ernaar op zoek gaan. ‘s Avonds vind je hele wolken ervan, dansend onder de bomen. Schep ze met een diep net op. Wanneer je de vissen meer insecten geeft, komt hen dat ten goede. In de natuur leven ze immers voor 80% van de insecten die in het water vallen.