Visserslied refr.: Vissen, vissen, Vissen vangen ver op zee, Vissen, vissen, Grote sterke netten mee. (2x) ‘k Eet het liefste vissen die van zilver zijn, Zilvervissen vang je in de maneschijn. Elke nacht op zee gooi ik mijn netten uit, En dan is het wachten op een zilversnuit. (Instrumentaal intermezzo) refr. Altijd even zoeken waar dat plekje is, 't Allermooiste plekje met de meeste vis. Vijf minuten wachten en het net staat bol, Straks heb ik wel vijfentwintig emmers vol. (Instrumentaal intermezzo) refr. ‘k Zie vannacht geen vissen dat gebeurt niet vaak, Zou het helpen als ik een geluidje maak? Maanlied Lieve maan, blijf voortaan aan de hemel staan, Met de sterren aan je zij, helder stralend net als jij. Laat mij vissen en dan rustig dromen gaan, Als ik slaap blijf jij wakker voor mij. Spreektekst Sterrenstof Sterrenstof maakt de sterren dof, Je moet poetsen keer op keer, Anders stralen ze niet meer. Sterrenstof maakt de sterren dof, dus: Laat het stof verdwijnen, En laat de sterren schijnen! (2x)