1 Overzicht van de beschreven dagvlinders: SOORT Atalanta Bont dikkopje Bond zandoogje Boomblauwtje Citroenvlinder Dagpauwoog Distelvlinder Eikenpage Gehakkelde aurelia Groot dikkopje Groot koolwitje Hooibeestje Icarusblauwtje Klein geaderd witje Klein koolwitje Kleine vos Kleine vuurvlinder Koevinkje Koninginnepage Landkaartje Oranje zandoogje Oranjetipje Veldparelmoervlinder Blz. 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 16 april 2011 2 Atalanta (Vanessa atalanta) Herkenning: Onmiskenbare zwarte vlinder met een brede oranje band op elke vleugel en witte vlekken op de toppen van de voorvleugels. Waardplant: grote brandnetel, soms kleine brandnetel Standplaats: jonge planten op vochtige maar warme plaatsen Nectar: verschillende kruiden, in het najaar ook op rottend fruit en sap van bomen, o.a. vlinderstruik, koninginnekruid, distels, klimop, … Vliegperiode: van eind april tot eind oktober Aantal generaties: 1 Overwintering: als volwassen vlinder , de meeste vlinders overleven momenteel hun overwintering niet in ons land 16 april 2011 3 Bont dikkopje (Carterocephalus palaemon) Herkenning: De bovenkant van de vleugels is donkerbruin met oranjegele vlekken. Waardplant: Vooral pijpenstrootje en hennegras Standplaats: Vochtige, grazige vegetaties langs bosranden en bospaden Nectar: Nectar van o.a. braam en echte koekoeksbloem Vliegperiode: Van eind mei tot half juni Aantal generaties: 1 Overwintering: als volgroeide rups tussen samengesponnen grasbladeren 16 april 2011 4 Bont zandoogje (Pararge aegeria) Herkenning: Bruin vlindertje met geelwitte stippen. Op de achtervleugels staan meerdere zwarte oogvlekjes met een wit puntje. De vlinder zit vaak te zonnen op takjes en bladeren. Waardplant: verschillende overblijvende grassoorten zoals pijpenstrootje of witbol Standplaats: planten die lang groen blijven in de halfschaduw Nectar: vooral sap van bomen en vruchten, honingdauw en soms ook nectar van bramen Vliegperiode: van half april tot begin oktober in twee of drie generaties Aantal generaties: 3 Overwintering: als pop, maar sommige ook als halfvolgroeide rups in graspollen 16 april 2011 5 Boomblauwtje (Celastrina argiolus) ♂ Herkenning: ♀ Heel licht grijsblauw gekleurde vlinder zonder oranje vlekjes op de onderkant. Fladdert langs toppen van struiken en bomen. ♂ : bovenkant vleugel waterig lichtblauw met smalle zwarte rand ♀ : bovenkant vleugel lichtblauw met brede zwarte randen Waardplant: sporkenhout, hulst, klimop, vlinderstruik, … Standplaats: liefst op warme en zonnige plaatsen Nectar: sap van bomen en honingdauw, nectar van bloemen en kruiden Vliegperiode: van begin april tot begin september in twee generaties Aantal generaties: 2 (uitzonderlijk 3) Overwintering: als pop in de strooisellaag tussen bladeren 16 april 2011 6 Citroenvlinder (Gonepteryx rhamni) ♂ Herkenning: ♀ De mannetjes zijn felgeel en de vrouwtjes groenig wit. Op elke vleugel staat een donkere stip. Vleugels eindigen in een puntje. ♂ : geler dan vrouwtje ♀ : bleker dan mannetje Waardplant: sporkenhout en wegedoorn Standplaats: vooral op jonge struiken op zonnige plekken tegen bosrand Nectar: allerlei kruiden, o.a. koninginnekruid, vlinderstruik, kattenstaart, … Vliegperiode: van begin juli tot begin juni volgend jaar Aantal generaties: 1 Overwintering: als volwassen vlinder in dichte vegetaties zoals klimop of graspollen 16 april 2011 7 Dagpauwoog (Inachis io) Herkenning: Onmiskenbare soort met dieprode kleur en een grote blauwe oogvlek op elke vleugel. Waardplant: grote brandnetel Standplaats: voornamelijk op jonge planten op licht beschaduwde plaatsen Nectar: verschillende bloemen, o.a. vlinderstruik, akkerdistel, paardenbloem, … Vliegperiode: van half maart tot in oktober, overwinterende vlinders kunnen soms wakker worden tijdens zachte winters Aantal generaties: 1 Overwintering: als volwassen vlinder in donkere, beschutte plekken zoals holle bomen, schuurtjes, … 16 april 2011 8 Distelvlinder (Vanessa cardui) Herkenning: Grote oranje vlinder met zwarte vleugeltop met witte vlekken. De onderkant van de vleugels is lichtbruin met een complexe tekening, een rozige zone en witte vlekken. Waardplant: akkerdistel, gewone klit, grote brandnetel en andere soorten Standplaats: liefst in een lage vegetatie in de zon Nectar: verschillende nectarplanten, o.a. vlinderstruik, akkerdistel, koninginnekruid Vliegperiode: trekvlinders komen aan eind mei en planten zich voort in een generatie die vliegt tussen eind juli en half september Aantal generaties: Overwintering: als verschillende stadia maar (voorlopig) geen overwintering in ons land 16 april 2011 9 Eikenpage (Favonius quercus) Herkenning: Op de bovenkant van de voorvleugel bevindt zich een blauwpaarse vlek. De onderkant van de vleugels is overwegend grijs. Aan de achtervleugel bevindt zich een klein staartje. Waardplant: Zomereik; soms andere soorten eik Standplaats: Op de zandgronden in het binnenland en in de duinen Grotere eiken in zonnige bosranden, eikenlanen, houtwallen, parken, binnenduinen en open plekken in het bos Nectar: Vooral honingdauw, soms nectar van sporkehout, boerenwormkruid, braam of distels Vliegperiode: Begin juli-eind augustus Aantal generaties: 1 Overwintering: Overwintert als ei bij de knoppen aan het uiteinde van een twijg. 16 april 2011 10 Gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) Herkenning: Deze oranje vlinder is herkenbaar aan zijn gehakkelde vleugelrand. De onderkant is donkerbruin met een zilveren cvormig vlekje Waardplant: grote brandnetel, wilg, hop, iep Standplaats: halfbeschaduwde planten op vochtige standplaatsen Nectar: verschillende nectarplanten. Drinken ook wel sap van rottend fruit, o.a. akkerdistel, wilg, braam, koninginnekruid en verschillende fruitsoorten Vliegperiode: eerste generatie van midden juni tot eind augustus, tweede generatie van eind augustus met overwintering tot eind mei Aantal generaties: 2 Overwintering: als volwassen vlinder vlakbij de grond, tussen boomwortels, in holle bomen, tussen stapels hout of takken 16 april 2011 11 Groot dikkopje (Ochlodes sylvanus) Herkenning: De onderkant van de achtervleugel is geelachtig, met duidelijke lichte vlekken. Het mannetje heeft op de bovenkant van de voorvleugel een duidelijke geurstreep in de vorm van een langgerekte S. Waardplant: Grassen zoals breedbladige zwenkgrassen en beemdgrassen, kweek, witbol en pijpenstrootje Standplaats: Allerlei beschutte, vrij vochtige graslanden en ruigten, zoals vochtige heide met pijpenstrootje, grazige ruigten in graslanden, open plekken in bossen en langs bosranden Nectar: gewone braam, dophei en akkerdistel Vliegperiode: Begin juni tot half augustus lf Aantal generaties: 1 Overwintering: als halfvolgroeide rups in een stevig kokertje dat bestaat uit samengesponnen bladeren 16 april 2011 12 Groot koolwitje (Pieris brassicae) ♂ Herkenning: ♀ Relatief groot witje met opvallende zwarte vleugeltoppen en grote zwarte vlekken op de voorvleugels. Heel wat groter dan het klein koolwitje ♂ : 2 zwarte vlekken op bovenkant van voorvleugels ontbreken ♀ : 2 zwarte vlekken op de bovenkant van de voorvleugels Waardplant: kruisbloemigen, liefst grotere soorten. Soms op koolsoorten in de moestuin Standplaats: op de onderkant van beschaduwde bladeren Nectar: verschillende bloemen en kruiden, o.a. rode klaver, vlinderstruik Vliegperiode: In twee of drie generaties vanaf eind april tot eind september Aantal generaties: 2 (soms 3) Overwintering: als pop op beschutte plekjes nabij muur, stam of plantenstengel 16 april 2011 13 Hooibeestje (Coenonympha pamphilus) Herkenning: Bovenkant van de vleugels is oranje met een smalle bruine rand. In de vleugelpunt van de voorvleugel bevindt zich op de bovenkant een kleine zwarte oogvlek, die ook aan de onderkant van de vleugel te zien is en daar witgekernd is. Deze oogvlek is bij het vrouwtje op de bovenkant scherper afgezet dan bij het mannetje. Op de onderkant van de achtervleugel bevinden zich geen of bijna geen oogvlekken Waardplant: Diverse grassen, waaronder reukgras, zwenk- en beemdgrassen Standplaats: Open, droge tot vrij vochtige en vrij voedselarme graslanden, heiden en pioniersvegetaties Nectar: In ruigten en bloemrijke graslanden op allerlei soorten planten Vliegperiode: In twee generaties (overlappend) vanaf eind april tot eind september Aantal generaties: 2 Overwintering: Als halfvolgroeide rups. Op warme winterdagen is de rups soms actief 16 april 2011 14 Icarusblauwtje (Polyommatus icarus) ♂ ♀ Herkenning: Felblauw gekleurd vlindertje met oranje vlekjes op de onderkant van de achtervleugel. Vliegt meestal laag boven graslanden. ♂ : bovenkant: fel blauw ♀ : bovenkant: bruin met blauw of helemaal bruin Waardplant: klaversoorten zoals kleine klaver, rolklaver, hopklaver Standplaats: voornamelijk in korte vegetaties Nectar: nectar van voornamelijk vlinderbloemigen maar ook van andere kruiden Vliegperiode: in twee of drie generaties tussen half mei en half oktober Aantal generaties: 2 (soms 3) Overwintering: als rups in de strooisellaag of tegen de stengel van de waardplant, vaak in het gezelschap van mieren 16 april 2011 15 Klein geaderd witje (Pieris napi) ♂ Herkenning: ♀ Dit witje heeft opvallende zwarte aders in de vleugels. Dit onderscheid het duidelijk van het groot en het klein koolwitje. ♂ : bovenkant van voorvleugels 1 donkergrijze/zwarte vlek ♀ : bovenkant van voorvleugels 2 donkergrijze/zwarte vlekken Waardplant: look-zonder-look, pinksterbloem en andere kruisbloemigen Standplaats: op halfbeschaduwde, vochtige plaatsen Nectar: verschillende soorten kruiden, o.a. look-zonder-look, pinksterbloem, maar ook akkerdistel, kale jonker, … Vliegperiode: in drie generaties tussen eind april en half september Aantal generaties: 3 (uitzonderlijk 4) Overwintering: als pop in dichte vegetatie tussen stenen en takken 16 april 2011 16 Klein koolwitje (Pieris rapae) ♂ Herkenning: ♀ Typisch 'witje' met een weinig zwart op de vleugeltoppen en twee zwarte vlekjes op de voorvleugels. Het groot koolwitje lijkt hier sterk op maar is een heel pak groter en het zwart op de vleugeltoppen loopt tot onder het zwart voorvleugelvlekje. ♂ : 2 vlekken op voorvleugels ♀ : 2 vlekken op voorvleugels groter en zwarter Waardplant: koolsoorten, look-zonder-look en vele andere kruisbloemigen Standplaats: liefst kleinere planten in open vegetatie op half beschaduwde plaatsen vb. tegen bosranden of langs hagen Nectar: allerlei nectarplanten, o.a. vlinderstruik, kool, akkerdistel, … Vliegperiode: in drie generaties van begin april tot in oktober Aantal generaties: 3 (uitzonderlijk 4) Overwintering: als pop op beschutte plekjes zoals tegen een boomstam 16 april 2011 17 Kleine vos (Aglais urticae) Herkenning: Oranje vlindertje met zwarte en gele vlekken op de voorvleugel. De achterrand van de vleugels heeft blauwe vlekjes. De onderkant is donkerbruin. Waardplant: grote brandnetel Standplaats: jonge planten op zonnige, droge standplaatsen in open vegetaties Nectar: allerlei bloemen en kruiden Vliegperiode: begin maart tot eind oktober in twee tot drie overlappende generaties Aantal generaties: 2 tot 3 Overwintering: als volwassen vlinder aan plantenstengels of muren 16 april 2011 18 Kleine vuurvlinder (Lycaena phlaeas) Herkenning: Klein vlindertje met opvallende oranje voorvleugels en bruine achtervleugels. Op de voorvleugels staan donkere stippen en op de achtervleugels loopt een oranje band. De onderkant van de vleugels is lichter van kleur. Waardplant: schapenzuring (soms veldzuring) Standplaats: op voedselarme gronden, in het voorjaar worden vooral grotere planten gebruikt, in de zomer eerder kleinere planten Nectar: groot aantal kruiden Vliegperiode: van april tot oktober in meerdere generaties Aantal generaties: 3 Overwintering: als rups in de strooisellaag nabij de waardplant 16 april 2011 19 Koevinkje (Aphantopus hyperantus) Herkenning: Donker gekleurd. De bovenkant van de vleugels is zwartbruin met zwarte stipjes. De onderkant is iets lichter, met een rij oogvlekken met eeen witte kern. Waardplant: verschillende grassoorten Standplaats: ruige vegetaties op vochtige plaatsen Nectar: verschillende bloeiende kruiden, o.a. braam, koninginnekruid en akkerdistel Vliegperiode: tussen half juni en half augustus in 1 generatie Aantal generaties: 1 Overwintering: als halfvolgroeide rups aan de basis van grassen 16 april 2011 20 Koninginnepage (Papilio machaon) Herkenning: Onze grootste inheemse vlindersoort. Opvallend geel met een zwarte tekening. De achtervleugel loopt uit in een staartje. Op de rand van de achtervleugel staan verschillende blauwe vlekken en 1 rode. Waardplant: wilde peen en enkele andere schermbloemigen Standplaats: liefst op waardplanten die boven de vegetatie uitsteken of op een beschutte plek Nectar: allerlei kruiden, o.a. rode klaver, vlinderstruik, akkerdistel Vliegperiode: in twee, soms drie generaties van half april tot september Aantal generaties: 2 (soms 3) Overwintering: als pop aan de stengel van de waardplant of in de vegetatie 16 april 2011 21 Landkaartje (Araschnia levana) Herkenning: Kleine soort waarvan de zomergeneratie herkenbaar is aan zijn opvallende zwart-witte banden. In de lente vliegt er een voorjaarsgeneratie die oranje is met zwarte vlekken. De onderkant van beide generaties heeft een opvallend landkaartmotief, waarmee de naam van de soort ineens is verklaard. Waardplant: grote brandnetel Standplaats: op beschaduwde plaatsen, de voorjaarsgeneratie legt op jonge planten, de zomergeneratie op oudere planten Nectar: allerlei kruiden maar liefst witte schermbloemigen, o.a. akkerdistel, fluitenkruid, koninginnekruid Vliegperiode: in twee generaties met een verschillende kleur tussen half april en begin september Aantal generaties: 2 (uitzonderlijk 3) Overwintering: als pop hangend aan de waardplant of in de buurt 16 april 2011 22 Oranje zandoogje (Pyronia tithonus) ♂ Herkenning: ♀ Oranje vlinder met een bruine band langsheen het lichaam en met bruine vleugelranden. Op de voorvleugels staat een oogvlek met 2 witte puntjes. Iets kleiner dan het bruin zandoogje. ♂ : donkere geurstrepen op vleugels ♀ : geen donkere geurstrepen op vleugels Waardplant: allerlei grassoorten van de geslachten struisgras en zwenkgras Standplaats: in een korte vegetatie liefst op licht beschaduwde plaatsen Nectar: allerlei kruiden op ruige plekjes, o.a. braam, struikhei Vliegperiode: korte vliegperiode tussen begin juli en eind augustus Aantal generaties: 1 Overwintering: als halfvolgroeide rups in een graspol 16 april 2011 23 Oranjetipje (Anthocharis cardamines) ♂ ♀ Herkenning: De onderkant van de achtervleugel is geelgroen gemarmerd ♂ : grote oranje vlek op voorvleugelpunt ♀ : geen grote oranje vlek op voorvleugelpunt Waardplant: Pinksterbloem en look-zonder-look Standplaats: Beschutte plaatsen in vochtige hooilanden en zonnige ruigten in bosranden waar de waardplant groeit Nectar: Vrouwtje drinkt vooral nectar. Mannetje patrouilleerd Vliegperiode: Half april tot eind mei Aantal generaties: 1 Overwintering: Als pop 16 april 2011 24 Veldparelmoervlinder (Melitaea cinxia) ♂ Herkenning: ♀ Op de bovenkant achtervleugel bevindt zich in ieder segment van de buitenste dwarsband een zwarte vlek. Onderkant van de achtervleugel is crèmekleurig met oranje banden, zwarte strepen en vlekken. ♂ : bovenkant vleugels tamelijk effen oranjebruine grondkleur ♀ : bovenkant vleugels meer bruine vlekken Waardplant: Vooral smalle weegbree, maar ook knoopkruid en ereprijs Standplaats: Droge, schrale en kruidenrijke graslanden Nectar: allerlei nectarplanten Vliegperiode: begin mei tot half juni Aantal generaties: 1 Overwintering: Overwintert als rups in spinselnest met tientallen rupsen bij elkaar. Verpopping vindt plaats in dichte vegetatie. Eieren worden afgezet op onderzijde van liggend blad van waardplant. 16 april 2011