Vetpercentage

advertisement
Daan Ros
Klas 1R
Studentennmr: 402277
[email protected]
1
Voorwoord
Mijn dank gaat uit naar de personen die een aandeel hebben gehad voor dit verslag.
Hiermee doel ik natuurlijk op de testpersonen die mij gedurende dit blok de mogelijkheid
hebben gegeven hen te analyseren en te adviseren.
2
Inhoudsopgave
Voorwoord................................................................................................................................... 2
Inleiding ....................................................................................................................................... 4
Anamnese .................................................................................................................................... 5
Leefstijl vragenlijst ....................................................................................................................... 5
Protocollenboek ........................................................................................................................... 8
Vetpercentage (huidplooimeting) ....................................................................................................... 9
BMI (Body Mass Index)...................................................................................................................... 15
Peakflow ............................................................................................................................................ 18
Bloeddruk .......................................................................................................................................... 21
Bloedglucose ..................................................................................................................................... 23
Buikomvang ....................................................................................................................................... 25
Adviesrapport van Arjen Ros ...................................................................................................... 27
Inleiding ............................................................................................................................................. 28
Uitleg testen en resultaten................................................................................................................ 30
Advies met betrekking tot leefstijl .................................................................................................... 31
Conclusie ........................................................................................................................................... 32
Adviesrapport van Lieke Ros ....................................................................................................... 33
Inleiding ............................................................................................................................................. 34
Uitleg testen en resultaten................................................................................................................ 36
Advies met betrekking tot leefstijl .................................................................................................... 37
Conclusie ........................................................................................................................................... 37
Adviesrapport van Danielle Raats ............................................................................................... 38
Inleiding ............................................................................................................................................. 39
Uitleg testen en resultaten................................................................................................................ 41
Advies met betrekking tot leefstijl .................................................................................................... 42
Conclusie ........................................................................................................................................... 43
Evaluatie .................................................................................................................................... 44
Bronvermelding ......................................................................................................................... 47
3
Inleiding
Dit verslag is bestaat uit verschillende onderdelen. Het meetboek (protocollenboek), de
adviesrapporten en de evaluatie. Deze onderdelen zijn gebundeld in dit verslag.
Op 1 februari 2014 zijn de gezondheidsmetingen afgenomen bij 3 cliënten. Daarbij is ook
een vragenlijst ingevuld. Aan de hand hiervan is er per persoon een adviesrapport ontstaan.
Deze staan weergeven in het verslag. Voordat deze testen gedaan zijn was er al een
meetboek zodat het voor Daan makkelijker en overzichtelijker was de testen te doen, ook
deze is in het verslag weergeven. Ten slotte is er een evaluatie gemaakt over het
adviesgesprek dat is gevoerd. De evaluatie is aan de hand van de STARR methode.
4
Anamnese
De testen zijn op 1 februari afgenomen. Voordat er getest werd is de onderstaande
vragenlijst ingevuld samen met Daan. Door het gezamenlijk invullen kon Daan de vragen
verduidelijken wanneer het niet duidelijk was. Zo kon de vragenlijst beter ingevuld worden.
De ingevulde vragenlijsten zijn met pen ingevuld en daarom kon Daan die niet toevoegen aan
het verslag. In het advies zijn de antwoorden op deze vragenlijst gebruikt bij de advies
vorming en daar zijn dan ook antwoorden op vragen in terug te vinden.
Onderstaand de leefstijlvragenlijst:
Leefstijl vragenlijst
Toelichting
Dit is een vragenlijst over je leefstijl. Ik stel je een paar open en gesloten vragen. De vragen
gaan over bewegen, roken, alcohol en voeding.
Bij JA/NEE vragen kruis je het vakje van JA/NEE of n.v.t aan. Bij de open vragen beantwoord
je de vragen in het daarvoor bedoelde vakje, of op de stippeltjes.
De gegevens worden vertrouwelijk behandeld!
Algemene gegevens
Datum:……………………………………………………………….Plaats:…………………………………………………………
Voornaam:………………………………………………………………………………………………………………………………
Achternaam:…………………………………………………………………………………………………………………………...
Geslacht
Man / Vrouw
Geboortedatum:………………………………………………………………………………………………………………….....
Leeftijd:…………………………………………………………………………………………………………………………………..
Woonplaats:……………………………………………………………………………………………………………………………
Hobby’s:………………………………………………………………………………………………………………………………....
Sport achtergrond:………………………………………………………………………………………………………….........
Medicatie:……………………………………………………………………………………………………………………………….
5
Open vragen
Beweging
1. Beoefent u een sport?
Zo ja, ga door met vraag 2
Zo nee, ga door met vraag 4
2. Welke sport beoefent u?
3. Hoeveel keren per week doet
u deze sport? En hoelang?
…………. Aantal keren/week
4. Bent u het afgelopen jaar
meer of minder gaan
bewegen?
5. Waarom bent u meer of
minder gaan bewegen?
6. Fietst u? (kruis het vakje
achter het goede antwoord
aan)
7. Wandelt u?
Ja recreatief
Ja, woon-werk
Nee
Ja, recreatief
Ja, woon-werk
Nee
Voeding
Hoeveel dagen in de week eet u
minimaal 2 stukken fuit?
Hoeveel dagen in de week eet u
minimaal 200g groente?
Hoeveel dagen in de week eet u een
warme maaltijd?
Bent u van plan gezonder te gaan
eten?
6
………… Minuten/keer
Vragen met betrekking tot leefstijl
n.v.t.
Roken
Rookt u?
Zo nee, heeft u in het verleden gerookt?
Alcoholconsumptie
Drinkt u alcoholistische drank?
Zo ja, Hoeveel standaard glazen drinkt u per week?
……. Glazen per week
Vind u dat u teveel drinkt?
Zo ja, bent u van plan minder te drinken?
Voeding
Bent u tevreden met uw lengte/gewicht verhouding?
Eet u vaak kant en klare maaltijden?
Heeft u op dit moment een dieet?
Ontbijt u elke dag? Zo nee, ….. Per week
Let u op wat voor soort vet u eet (verzadigd/onverzadigd)
Vind u dat u gezond eet?
Beweging
Vind u dat u voldoende beweegt?
Wilt u meer gaan bewegen?
Algemeen
Welk cijfer geeft u voor uw gezondheid? (1 – 10)
Wat zou je graag willen veranderen aan uw gezondheid?
7
Ja
Nee
Protocollenboek
8
Vetpercentage (huidplooimeting)
Inleiding
Bij het meten van het vetpercentage zeggen we iets over de lichaamssamenstelling van een
cliënt. Met vetpercentage wordt gemeten wat de verhouding is tussen het totale gewicht en
het percentage vet in je lichaam. Het lichaam heeft een bepaalde hoeveelheid vet nodig om
goed te kunnen functioneren. Het vetweefsel dient oorspronkelijk als energiereserve in
perioden van voedselschaarste. Verder heeft het nog wat andere functies zoals het op peil
houden van de lichaamstemperatuur. Een hoog vetpercentage is een risicofactor voor
welvaartsziekten. Het is daarom van groot gezondheidsbelang het vetpercentage te verlagen
en overgewicht te bestrijden. Het vetpercentage wordt gemeten met een huidplooimeter.
Materialen
-
Huidplooimeter
Omreken en referentietabellen
Uitvoering
De meting wordt gedaan aan de linkerzijde van de proefpersoon er wordt gemeten op 4
plekken. De persoon ontbloot zijn/haar bovenlichaam. De huidplooi (onderhuidse vet en
onderhuidse bindweefsel) wordt gepakt met de linkerhand (tussen duim en wijsvinger). Let
op dat je geen spier mee pakt, dan doet het pijn. Dus vraag aan de proefpersoon of het pijn
doet wanneer je de huidplooi pakt. De geopende huidplooimeter wordt over de huidplooi
geplaatst iets onder de vingers. De dikte van de huidplooi wordt afgelezen op de
huidplooimeter en wordt genoteerd. Aan het einde worden de diktes van de 4 opgemeten
huidplooien bij elkaar op geteld. Dan wordt er op de tabel afgelezen welk vetpercentage
daarmee overeenkomt, daarbij wordt rekening gehouden met leeftijd en geslacht.
De vier plekken waar de huidplooi wordt gemeten:
-
Triceps
De arm moet ontspannen zijn. De meting wordt gedaan aan
de achterzijde van de linker bovenarm. Er wordt op het
midden van de triceps gemeten.
-
Biceps
Weer moet de arm ontspannen zijn. Nu wordt er aan de
voorkant van de linker bovenarm gemeten. De plek van de
meting is op dezelfde hoogte als die van de triceps meting.
9
-
Rug
De proefpersoon draait om, let erop dat je wel aan dezelfde kant
meet als bij de andere metingen. De meting wordt gedaan bij het
onderste punt van het schouderblad. Dus zoek eerst het onderste
punt van het schouderblad en voer daar de meting uit. Zorg dat de
proefpersoon weer ontspannen staat.
-
Heup
Ook hier wordt aan de linkerkant gemeten. Je zoekt het bovenste
punt van je bekken. Je voert de meting uit bij dat bovenste punt. Je
pakt een huidplooi en plaatst de huidplooimeter weer over de
huidplooi.
Beïnvloedingsfactoren
Eet- en beweeggedrag beïnvloeden het resultaat van deze test. Wanneer een persoon meer
calorieën binnen krijgt dan dat die verbrand zorgt dat voor een hoger vetpercentage, want
de overige calorieën worden opgeslagen als vet. Stress kan er ook voor zorgen dat het
vetpercentage hoger is.
Validiteit
Om de test zo valide mogelijk uit te voeren moet de cliënt telkens door dezelfde persoon
worden gemeten, want ieder persoon meet net even wat anders. De huidplooi moet goed
beet worden gepakt. Dit kan getest worden door de huidplooi goed beet te pakken, en er
ietsjes aan te trekken. Als dat geen pijn doet dan heb je geen spier vast en is de kans groot
dat je de plooi goed beet hebt. De test moet worden afgenomen aan de kant die de persoon
het minst gebruikt. Wanneer je rechts bent, wordt er aan de linkerkant gemeten en
andersom. Dit omdat er aan de minst gebruikte zijde minder spiermassa zit. Ook belangrijk
om erop te letten wanneer er wordt gemeten aan de achterkant van de cliënt dat je dezelfde
zijde aan houd en niet ineens aan de andere zijde gaat meten bij de cliënt.
Betrouwbaarheid
De huidplooimeting is één van de betrouwbaarste manieren om de vetmassa te bepalen.
Ondanks de betrouwbaarheid van de huidplooimeting wordt de methode steeds minder
populair. Dit komt mede door de opkomst van de impedantiemeters. De impedantiemeter
berekent de vetmassa door een stroompje door het lichaam te sturen en de weerstand te
meten. Op basis van de weerstand kan je de vetmassa berekenen. De vochthuishouding
heeft ook een grote invloed op de weerstand die wordt gemeten door de impedantiemeter.
Hierdoor is de impedantiemeter een minder nauwkeurige methode om de vetmassa te
bepalen dan de huidplooimeter. Ook kost een goede huidplooimeting meer tijd dan een
weegschaal met impedantiemeter. Echter is de huidplooimeting voor een aantal groepen
mensen niet geschikt. De meetpunten bevinden zich alle vier op het bovenlichaam. Hierbij
wordt de aanname gedaan dat het vet gelijkwaardig over het lichaam is verdeeld. Voor
mensen die het merendeel van het vet in het onderlichaam opslaan is de huidplooimeting
niet geschikt. Ook voor oudere mensen is de huidplooimeting niet geschikt. Bij deze groep
10
kunnen de spieren zodanig zijn verslapt dat deze perongelijk bij de meting worden
meegenomen.
Normwaarden
De vier waarden van de metingen worden opgeteld en je dan zoek je daarbij het
vetpercentage op. Er is verschil tussen kinderen en volwassenen.
Jongens 12 t/m 16 jaar
Schaal
leeftijd
12 jaar
13 jaar
14 jaar
15 jaar
16 jaar
Lage score
T/m 21
T/m 21
T/m 21
T/m 21
T/m 19
Onder
gemiddeld
22-26
22-25
22-25
22-24
20-22
Gemiddelde
Onder
gemiddeld
27-34
30-36
34-39
52-55
35-41
Gemiddelde
27-30
26-31
26-29
25-27
23-26
Boven
gemiddelde
31-38
32-42
30-40
28-35
27-32
Hoge score
Boven
gemiddelde
43-51
44-56
45-54
60-64
50-60
Hoge score
v.a. 39
v.a. 43
v.a. 41
v.a. 36
v.a. 33
Meisjes 12 t/m 16 jaar
Schaal
leeftijd
12 jaar
13 jaar
14 jaar
15 jaar
16 jaar
Lage score
T/m 26
T/m 29
T/m 33
T/m 51
T/m 34
35-42
37-43
40-44
56-59
42-49
v.a. 52
v.a. 57
v.a. 55
v.a. 65
v.a. 61
Percentage lichaamsvet (12 t/m 16 jaar)
Uitkomst 4 Vetpercentage Vet
huidplooien jongens
percentage
meisjes
15 mm
9%
9%
20 mm
12,5%
16%
25 mm
15,5%
19%
30 mm
17,5%
21,5%
35 mm
19,5%
23,5%
40 mm
21,5%
25%
Uitkomst 4 Vetpercentage Vetpercentage
huidplooien jongens
meisjes
45 mm
50 mm
55 mm
60 mm
65 mm
70 mm
11
23%
24%
25,5%
26,5%
27,5%
28,5%
27%
28,5%
29,5%
30,5%
32,5%
33%
Volwassen mannen
Huidplooi
Dikte
10mm
12mm
14mm
16mm
18mm
20mm
22mm
24mm
26mm
28mm
30mm
32mm
34mm
36mm
38mm
40mm
42mm
44mm
46mm
48mm
50mm
52mm
54mm
56mm
58mm
60mm
62mm
64mm
66mm
68mm
70mm
72mm
74mm
76mm
78mm
80mm
Leeftijd
17-19
0.41
2.46
4.21
5.74
7.10
8.32
9.43
10.45
11.39
12.26
13.07
13.84
14.56
15.25
15.89
16.51
17.10
17.66
18.20
18.71
19.21
19.69
20.15
20.59
21.02
21.44
21.84
22.23
22.61
22.98
23.34
23.69
24.03
24.36
24.68
25.00
20-29
0.04
2.1
3.85
5.38
6.74
7.96
9.07
10.09
11.03
11.91
12.73
13.49
14.22
14.90
15.55
16.17
16.76
17.32
17.86
18.37
18.87
19.35
19.81
20.26
20.69
21.11
21.51
21.90
22.28
22.65
23.01
23.36
23.70
24.03
24.36
24.67
30-39
5.05
6.86
8.40
9.74
10.93
12.00
12.98
13.87
14.69
15.46
16.17
16.84
17.47
18.07
18.63
19.17
19.69
20.18
20.65
21.10
21.53
21.95
22.35
20.73
23.11
23.47
23.82
24.16
24.49
24.81
25.13
25.43
25.73
26.01
26.30
26.57
40-49
3.30
5.61
7.58
9.31
10.84
12.22
13.47
14.62
15.68
16.67
17.60
18.47
19.28
20.06
20.79
21.49
22.16
22.80
23.41
24.00
24.56
25.10
25.63
26.13
26.62
27.09
27.55
28.00
28.43
28.85
29.26
29.66
30.04
30.42
30.79
31.15
12
50+
2.63
5.20
7.39
9.31
11.02
12.55
13.95
15.23
16.42
17.53
18.56
19.53
20.44
21.31
22.13
22.92
23.66
24.38
25.06
25.72
26.35
26.96
27.55
28.11
28.66
29.20
29.71
30.21
30.70
31.17
31.63
32.07
32.51
32.93
33.35
33.75
Volwassen vrouwen
Huidplooi
Dikte
10mm
12mm
14mm
16mm
18mm
20mm
22mm
24mm
26mm
28mm
30mm
32mm
34mm
36mm
38mm
40mm
42mm
44mm
46mm
48mm
50mm
52mm
54mm
56mm
58mm
60mm
62mm
64mm
66mm
68mm
70mm
72mm
74mm
76mm
78mm
80mm
Leeftijd
17-19
5.34
7.60
9.53
11.21
12.71
14.05
15.28
16.40
17.44
18.40
19.30
20.15
20.95
21.71
22.42
23.10
23.76
24.38
24.97
25.54
26.09
26.62
27.13
27.63
28.10
28.57
29.01
29.45
29.87
30.28
30.67
31.06
31.44
31.81
32.17
32.52
20-29
4.88
7.27
9.30
11.08
12.66
14.08
15.36
16.57
17.67
18.69
19.64
20.54
21.39
22.19
22.95
23.67
24.36
25.02
25.65
26.26
26.84
27.40
27.94
28. 7
28.97
29.46
29.94
30.40
30.84
31.28
31.70
32.11
32.51
32.91
33.29
33.66
30-39
8.72
10.85
12.68
14.27
15.68
16.95
18.10
19.16
20.14
21.05
21.90
22.70
23.45
24.16
24.84
25.48
26.09
26.68
27.24
27.78
28.30
28.79
29.27
29.74
30.19
30.62
31.04
31.45
31.84
32.23
32.60
32.97
33.32
33.67
34.00
34.33
40-49
11.71
13.81
15.59
17.15
18.54
19.78
20.92
21.95
22.91
23.80
24.64
25.42
26.16
26.85
27.51
28.14
28.74
29.32
29.87
30.39
30.90
31.39
31.86
32.31
32.75
33.17
33.58
33.98
34.37
34.75
35.11
35.47
35.82
36.15
36.48
36.81
13
50+
12.88
15.10
16.99
18.65
20.11
21.44
22.64
23.74
24.76
25.71
26.59
27.42
28.21
28.95
29.65
30.32
30.96
31.57
32.15
32.71
33.25
33.77
34.27
34.75
35.22
35.67
36.11
36.53
36.95
37.35
37.74
38.12
38.49
38.85
39.20
39.54
Vergelijken vrouwen
Leeftijd
20-39
40-59
60-79
te laag
< 21%
< 23%
< 24%
Normaal
21% – 33%
23% – 34%
24% – 36%
te hoog
33% – 39%
34% – 40%
36% – 42%
veel te hoog
> 39%
> 40%
> 42%
Normaal
8% – 20%
11% – 22%
13% – 25%
te hoog
20% – 25%
22% – 28%
25% – 30%
veel te hoog
> 25%
> 28%
> 30%
Vergelijken mannen
Leeftijd
20-39
40-59
60-79
te laag
< 8%
< 11%
< 13%
14
BMI (Body Mass Index)
Inleiding
De Body Mass Index (BMI) is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een
persoon weergeeft volgens de formule: Gewicht (kg) / (lengte*lengte). De beoordeling van
BMI is bij kinderen (tot 18 jaar) anders dan bij volwassenen. Bij kinderen hangen lengte en
gewicht namelijk sterk af van de leeftijd omdat ze nog in de groei zijn. Bij volwassenen is de
BMI niet meer geslachtsafhankelijk. In alle gevallen zou dit getal tussen de 18,5 en de 25
moeten liggen.
Materialen
-
Weegschaal (gewicht)
Meetlint (lengte)
Rekenmachine (BMI te berekenen)
Uitvoering
Deze test bestaat uit verschillende onderdelen. Je begint met het wegen van de testpersoon.
Wanneer de testpersoon op de weegschaal gaat staan moeten de broekzakken leeg zijn en
de schoenen uit. Overige dingen dat extra gewicht kan opleveren ook uit (bijvoorbeeld een
jas). Wanneer het gewicht duidelijk is dan noteer je dit.
Dan ga je verder met het meten. Je kent dit op meerdere manieren doen. Met de rolmeter
waarbij je het meetlint ophangt en het lint dan naar het hoofd brengt van de persoon. Of
gewoon met een streepjes systeem. Bij beide testen moet de persoon de hakken tegen de
muur aan hebben en rechtop staan. Wanneer de lengte bekend is dit ook noteren.
Nu is het gewicht en de lengte bekend en bereken je het BMI.
Beïnvloedingsfactoren
Het resultaat van de BMI test kan door een aantal factoren worden beïnvloed. Spiermassa is
vrij zwaar, daardoor stijgt je BMI. Daardoor kan een persoon met veel spiermassa en een
laag vetpercentage toch als een persoon met overgewicht worden gezien volgens het BMI.
Bij kinderen en bejaarden is de gewone BMI test ook niet volledig betrouwbaar. Kinderen
zitten namelijk nog in de groei. Bejaarden hebben van nature een hoger vetpercentage.
Validiteit
Voor de BMI test moeten 2 waarden gemeten worden, die moeten alle 3 valide zijn voor een
zo betrouwbaar mogelijke uitkomst. Voor het meten van het gewicht en het meten van de
lengte moet de cliënt zijn/haar schoenen en sokken uitdoen, er wordt dus gemeten op blote
voeten. Voor het wegen is het van belang dat de cliënt zo min mogelijk kleding aan heeft,
zodat de kleding en schoenen geen invloed hebben op het resultaat. Ook is het belangrijk
om een goede weegschaal te hebben, die goed is afgesteld.
15
Betrouwbaarheid
De BMI test is betrouwbaar voor de gemiddelde mens. De BMI test houd geen rekening met
lichaamssamenstelling, zo kan iemand met veel spiermassa hoog uitkomen terwijl diegene
totaal geen overgewicht heeft. Om zeker te weten of een persoon overgewicht heeft is
alleen een BMI niet genoeg. Ook zal moeten gekeken worden naar vetpercentage en
buikomvang.
Normering
Volwassenen
BMI
Normering
< 18
Ondergewicht
18 - 25
normaal gewicht
25 - 27
licht overgewicht
27 - 30
matig overgewicht
30 - 40
ernstig overgewicht
> 40
ziekelijk overgewicht
BMI waarden voor meisjes (6 t/m 16)
Leeftijd
6 jaar
7 jaar
8 jaar
9 jaar
10 jaar
11 jaar
12 jaar
13 jaar
14 jaar
15 jaar
16 jaar
Te licht
<13,0
<13,0
<13,1
<13,3
<13,6
<13,9
<14,4
<15,0
<15,6
<16,1
<16,6
Normaal
13,0-17,34
13,0-17,75
13,1-18,35
13,3-19,07
13,6-19,86
13,9-20,74
14,4-21,68
15,0-22,58
15,6-23,34
16,1-23,94
16,6-24,37
Te zwaar
17,34-19,65
17,75-20,51
18,35-21,57
19,07-22,81
19,86-24,11
20,74-25,42
21,68-26,67
22,58-27,76
23,34-28,57
23,94-29,11
24,37-29,43
16
Obesitas
>19,95
>20,51
>21,57
>22,81
>24,11
>25,42
>26,67
>27,76
>28,57
>29,11
>29,43
BMI waarden voor jongens (6 t/m 16)
Leeftijd
6 jaar
7 jaar
8 jaar
9 jaar
10 jaar
11 jaar
12 jaar
13 jaar
14 jaar
15 jaar
16 jaar
Te licht
<13,1
<13,1
<13,3
<13,5
<13,7
<14,0
<14,4
<14,8
<15,3
<15,8
<16,3
Normaal
13,1-17,55
13,1-17,92
13,3-18,44
13,5-19,10
13,7-19,84
14,0-20,55
14,4-21,22
14,8-21,91
15,3-22,62
15,8-23,29
16,3-23,90
Te zwaar
17,55-19,78
17,92-20,63
18,44-21,60
19,10-22,77
19,84-24,00
20,55-25,10
21,22-26,02
21,91-26,84
22,62-27,63
23,29-28,30
23,90-28,88
Berekening
waarbij:
QI de queteletindex (in kg/m²)
m de massa in kg
h de lengte (hoogte) in m
17
Obesitas
>19,78
>20,63
>21,60
>22,77
>24,00
>25,10
>26,02
>26,84
>27,63
>28,30
>28,88
Peakflow
Inleiding
Voor het meten van de longventilatie is de peakflow meting gedaan. Hierbij is de Peak
Expiratior Flow gemeten. Dit is de maximale luchtstroom bij uitademing in liters per minuut.
Met deze meting kan beoordeeld worden of de luchtwegen (longen en luchtpijp) nog
voldoende functioneren (om aan bijvoorbeeld fysieke activiteit deel te kunnen nemen).
Materialen
-
Peakflowmeter
Uitvoering
Je plaatst een schoon buisje in de daarvoor bestemde plaats in de peakflowmeter. Dan zet
je het apparaat aan op de functie blazen (blow). Testpersoon moet rechtop staan met de
ellenbogen naar buiten toe zodat diegene zijn borst zo groot mogelijk maakt, waardoor er
zoveel mogelijk lucht in je longen kan. Dan Blaast de testpersoon kort in het buisje,
belangrijk is dat de lippen om het buisje heen zitten zodat alle uitgeblazen lucht wordt
opgevangen. Dan bekijk je op de meter de uitslag. Die noteer je. De test drie keer herhalen.
Gemiddelde nemen van de drie uitslagen, dan heb je de betrouwbaarste uitslag.
Beïnvloedingsfactoren
De houding van de persoon kan de test negatief beïnvloeden, dan kunnen de longen zich
niet maximaal vullen, waardoor er een lagere waarde uitkomt. Ook wanneer een persoon
verkouden is kan dat de resultaten beïnvloeden.
Validiteit
Als een testpersoon verkouden functioneren de longen misschien niet optimaal en dat kan
zorgen voor een niet valide meting. De houding van de persoon is ook belangrijk, want
tijdens de test is het de bedoeling dat je de maximale longinhoud meet, dus rechtop staan
en je groot maken zodat je longen zich maximaal oprekken waardoor je een meer valide
meting krijgt. Ook wil je dat er geen lucht ontsnapt, dus de lippen moeten om het buisje
zodat alle uitgeblazen lucht wordt ‘’opgevangen’’. De test wordt 3 keer gedaan en daarvan
bereken je het gemiddelde. Zo zorg je ervoor dat je een valide meting hebt.
Betrouwbaarheid
Als de peakflow meting valide wordt uitgevoerd is die zeer betrouwbaar. De peakflow test
wordt ook door doktoren gebruikt om bijvoorbeeld astma op te sporen.
18
Normering
FEV1 mannelijk resultaten word aangegeven in liter
FVC mannelijk ook hier worden de resultaten in liters weergegeven
19
FEV1 vrouwelijk liter
FVC vrouwelijk liter
20
Bloeddruk
Inleiding
Bij de bloeddruk meting wordt de druk op de vaatwand gemeten op het moment dat de
hartspier samentrekt en op het moment dat de hartspier ontspant.
 De systolische druk (=bovendruk): De bloeddruk in een slagader op het moment dat
de hartspier samentrekt.
 De diastolische druk (=onderdruk): De bloeddruk in een slagader als de hartspier
ontspant.
Op het moment van de meting zijn er veel verschillende factoren die van invloed kunnen zijn
op de bloeddruk. Hierbij kan gedacht worden aan emotie, spanning, lichaamsbeweging,
temperatuur, praten, gebruik van middelen etc.
Materialen
-
Bloeddrukmeter
Uitvoering
Zorg dat de testpersonen voor de test zo’n 10 min rustig even hebben gezeten. Ook mogen
ze geen koffie drinken of roken. Lichamelijke activiteit en stress kunnen invloed hebben op
het resultaat. De arm van de testpersoon moet ontbloot zijn. De band van de
bloeddrukmeter wordt omgaan om de bovenarm van de testpersoon. De arm ligt
ontspannen met een ligt gebogen elleboog. De handpalm wijst naar boven en is open. De
slangen wijzen naar beneden en er moet worden gezorgd dat er geen kronkel in de slang zit.
De band zit goed stevig om de arm heen. Wanneer de testpersoon er klaar voor is, na het
even gevraagd te hebben, start je de bloeddrukmeter. Je zorgt dat de persoon stil is tijdens
het meten voor een betrouwbare score. Nadat de band zich heeft opgeblazen zal die weer
langzaam leeglopen. Je leest de bovendruk, onderdruk en hartslag af en noteert ze.
Beïnvloedingsfactoren
De bloeddruk test kan beïnvloed worden door verschillende factoren. Factoren als spanning,
emotie, lichaamsbeweging, tempratuur, praten enz. kunnen invloed hebben.
Validiteit
Voor een valide meting is het belangrijk dat de cliënt rustig en ontspannen is. Door stress of
veel emotie kan de bloeddruk stijgen. Ook is het belangrijk dat de band strak genoeg (niet te
strak) om de cliënt zijn/haar arm zit. De test dient twee keer uitgevoerd te worden om te
zien of de meting valide is. Meet nog een keer indien de resultaten veel van elkaar afwijken.
De arm van de cliënt moet ontspannen steunen op bijvoorbeeld een tafel, en zorg dat de
handpalm niet gesloten is. Wanneer er wordt getest mag de cliënt ook even niet praten.
21
Betrouwbaarheid
De bloeddrukmeter is een betrouwbaar apparaat, natuurlijk moet er wel correct gemeten worden.
Meet de bloeddruk meer dan een keer zodat je zeker weet dat er niks is mis gegaan.
Normwaarden
22
Bloedglucose
Inleiding
Om een indicatie te krijgen van het suikergehalte in het bloed is de glucosemeting
uitgevoerd. Het streven is naar een normaal glucosegehalte van het bloed. Dat betekent een
waarde tussen de 4 en 7 mmol/l als u nuchter bent.
Glucose komt in het bloed door middel van de voeding en is vaak afkomstig van
koolhydraten (deze zijn terug te vinden in suiker, brood, pasta en rijst). Het lichaam zet een
deel van de glucose om in een chemische stof die we glycogeen noemen. Die wordt
opgeslagen in de lever en de spieren. De rest van de glucose wordt door de bloedbaan
getransporteerd om brandstof te leveren aan de cellen en organen van uw lichaam. Dit is de
glucose die we meten bij de glucosemeting. De hersenen en de cellen in uw lichaam hebben
de energie van de glucose nodig om te kunnen werken. Het is dus belangrijk dat uw
bloedsuikerspiegel zich op een gezond niveau bevindt. Dit is de reden dat we een
glucosemeting uitvoeren.
Materialen
-
Glucosemeter (incl. meetstaafjes waarmee je de glucosemeter instelt)
Meetstaafjes waarmee je de meting doet
Alcoholdoekjes
Handschoenen
Afvalbakje voor naalden
Naalden
Pleisters (schaar)
Uitvoering
Voor deze test moet je wat voorbereidingen treffen. Ten eerste leg je de spullen klaar. Doos
met handschoenen, glucosemeter zelf, alcoholdoekjes en evt. pleisters met schaar. Ook pak
je het meetstrookje erbij die je in de glucosemeter doet met een druppel bloed erop. Je
checkt of de glucosemeter is ingesteld op dezelfde waarden als het meetstrookje. Is dit het
geval dan kun je aan het werk. Is dit niet het geval dan moet je de glucosemeter coderen
met een ander codestrookje.
Wanneer je de test gaat uitvoeren zorg je dat de testpersoon zich op zijn/haar gemak voelt.
Want het is toch een test waarbij je gaat prikken met een naaldje. Je doet de handschoenen
aan omdat er gewerkt gaat worden met bloed. Wanneer de handschoenen aan zijn pak je
een alcohol doekje en maak je de ringvinger van de testpersoon schoon, je gebruikt de
verkeerde hand (links voor rechtshandigen en andersom). Wanneer de ringvinger schoon is
laat de testpersoon zijn/haar hand even naar beneden hangen zodat er bloed naar de
ringvinger stroomt. Je hebt ondertussen de glucosemeter aangezet en het erin geplaatst dan
doe je het klepje open. Van de naald moet je beveiliging afgehaald worden en dan kun je de
naald gebruiken. Je pakt de ringvinger van de testpersoon goed vast boven het bovenste
kootje. Dan pak je de naald tussen middel- en ringvinger in en wanneer je prikt duw je met je
duim. Er ligt een alcoholdoekje klaar voor als er is geprikt, dan kan je de eerste druppel
bloed wegvegen (bloedplasma). Je prikt op de ringvinger net iets boven het midden van het
23
bovenste kootje. Wanneer je hebt geprikt haal je de eerste druppel weg, de tweede druppel
vang je op met het meetstrookje die je ondertussen uit het apparaat hebt gehaald. Wanneer
dit is gebeurt geef je de testpersoon het alcoholdoekje waarmee je de druppel hebt
weggeveegd zodat hij/zij het bloed kan wegvegen. Het klepje van de glucosemeter is dicht
gedaan en je doet de opgevangen druppel bloed op het meetstrookje in het apparaat. Dan
wacht je 12 seconden op het resultaat. En je noteert het resultaat. Je bied de testpersoon
nog een pleister aan en geeft hem indien nodig.
Beïnvloedingsfactoren
2 uur voordat de meting wordt gedaan mag er niet worden gegeten. Door eten stijgt je
bloedsuikerwaarde tijdelijk en daardoor komt er uit de test een hogere uitslag. Dit zorgt dan
voor een hogere bloedsuiker waarde. Ook kunnen dingen als stress, alcohol of een slecht
functionerende schildklier ervoor zorgen dat de bloedglucose afwijkt.
Validiteit
Voor een valide meting mag de cliënt minstens 2 uur van tevoren niets gegeten hebben.
Eten zorgt namelijk voor een verhoogde bloed. Tijdens de test moet de eerst bloeddruppel
worden weggeveegd, omdat de eerste bloeddruppel bestaat uit (veel) bloedplasma en daar
zit weinig glucose in. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat het resultaat lager is. Verder is het
belangrijk dat de codering van het strookje goed is afgesteld met het apparaat. Ook moet je
zorgen dat alles schoon is, dus dat het apparaat goed schoon is, maar ook de vinger van de
cliënt (schoonmaken met alcoholdoekje).
Betrouwbaarheid
De uitslag van de glucose meting is zeker een betrouwbare uitslag, mits de test valide is
uitgevoerd.
Normering
Waarden nuchter geprikt:



Onder de 6,1 mmol/l - normaal.
Tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l - voorfase van diabetes.
Boven de 6,9 mmol/l - diabetes.
Waarden niet nuchter geprikt:


Onder de 7,8 mmol/l - normaal.
Boven de 11 mmol/l - diabetes.
24
Buikomvang
Inleiding
De buikomvang/taille wordt gemeten om te bepalen of je lichaamssamenstelling gezond
is. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat te veel lichaamsvet rond je taille extra
schadelijk is.
Materialen
-
Meetlint voor je buikomvang
Uitvoering
De testpersoon ontbloot zijn/haar bovenlichaam. Je meet tussen de onderkant van de rib en
boven de heup. Het lint doe je om de taille heen. Zorg dat het lint rondom dezelfde hoogte
heeft en trek het goed rondom de taille, niet te strak. Lees de waarde af en noteer deze.
Beïnvloedingsfactoren
Wanneer je de verhouding tussen bewegen en eten niet in balans is worden de overige
calorieën opgeslagen in vet. Het verschilt per persoon hoeveel vet er wordt opgeslagen rond
je middel.
Validiteit
Het is belangrijk dat er op dezelfde plek gemeten wordt. Meestal is dit net boven de navel.
Als er niet steeds op dezelfde plek gemeten wordt kunnen de uitkomsten verschillen en is de
meting niet valide. Ook moet ervoor gezorgd worden dat het meetlint rondom de middel
mooi aansluit rondom de buik.
Betrouwbaarheid
Deze test wordt vaak gebruikt in combinatie met BMI en vetpercentage. De test in
combinatie met de andere twee testen is zeer betrouwbaar. Je kunt geen conclusie trekken
wanneer je alleen de buikomvang weet. Dan weet je nog te weinig.
25
Normering
Normaal
licht verhoogd
Sterk verhoogd
risico
risico
Mannen
tot 94 cm
94-102 cm
>102 cm
Vrouwen
tot 80 cm
80-88 cm
> 88 cm.
Kinderen
26
Adviesrapport van Arjen Ros
Meetdatum: 1 februari
Gemeten door: Daan Ros
27
Inleiding
Op 1 februari 2014 heeft Daan Ros verschillende testen afgenomen bij de testpersonen. Uit
die testen zijn verschillende resultaten gekomen en die zijn in een rapport gezet. Hieronder
is het rapport weergeven met daarin de resultaten en de referentiewaarden, op een
overzichtelijke manier. Daarna zullen de testen en uitslagen uitgebreider besproken worden,
dat wordt verbonden aan de BRAVO-factoren, wat staat voor Bewegen, Roken, Alcohol,
Voeding en Ontspanning. En aan de hand daarvan wordt een advies gevormd. Dit advies zal
in een adviesgesprek duidelijker worden uitgelegd en worden besproken.
28
Test
Uitslag
Referentiewaarde
Bloedglucose
5,0 mmol/l
4,0 – 8,0 mmol/l
Bloeddruk
Bovendruk: 127
Bovendruk: 120
Onderdruk: 79
Onderdruk: 80
FEV: 3.66
FEV: 3.87
FVC: nvt
FVC: nvt
Peakflow
BMI
Like?
Lengte: 1.76m
Gewicht: 95 Kg
BMI: 30,7
BMI: 18,5 - 25
Vetpercentage
29%
11 – 22%
Buikomvang
110 cm
Tot 94 cm
Korte conclusie
Naar deze uitslagen gekeken kan ik concluderen dat uw bloeddruk,
bloedglucose en peakflow nog in orde zijn. Maar lijdt u aan ernstig
overgewicht. Zoals u hierboven ziet gaan BMI, vetpercentage en
buikomvang vaak samen. In uw geval zijn deze resultaten negatief.
Uw vetpercentage is ver boven het gemiddelde en daardoor is het
ook niet gek dat uw BMI en buikomvang ook ver boven gemiddeld
zijn. Uit uw BMI test kunnen we concluderen dat u te zwaar bent
voor uw lengte, dit blijkt ook uit uw vetpercentage.
Werk aan de winkel!!
29
Uitleg testen en resultaten
In dit kopje leg ik verder uit over de testen die we hebben gedaan en de uitkomst van die
testen. Per test probeer ik de uitkomst voor u te verklaren.
Bloedglucose
In de bovenstaande tabel zien we dat u 5,0 mmol/l scoort op de bloedglucosetest. Bij deze
test kun je nuchter prikken of niet nuchter prikken. Wij hebben niet nuchter geprikt en dan is
de referentiewaarde tussen de 4,0 mmol/l en 8,0 mmol/l. Dat is een keurige uitslag en niets
op aan te merken. Zorg dat u deze waarde zo houd.
Bloeddruk
Voor de bloeddruktest scoort u 127 bovendruk en 79 onderdruk. De referentiewaarden
hierbij zijn 120 bovendruk en 80 onderdruk. U zit daar keurig bij in de buurt. Onderdruk is
bijna optimaal en de bovendruk is iets erboven maar dat scheelt niet veel. Hier heb ik dan
ook weinig op aan te merken.
Peakflow
De peakflowtest hebben 3 keer uitgevoerd zodat de waarden extra betrouwbaar zouden
zijn. Ik heb van de 3 waarden een gemiddelde opgesteld en er kwam 3.66 uit voor FEV. FEV
staat voor het uitgeblazen volume in de eerst seconde van de test en het zegt iets over hoe
goed uw longen functioneren. Jammer genoeg heb ik een klein foutje gemaakt en heb ik de
FVC waarde niet opgeschreven. Maar we hebben wel de FEV waarde en die kunnen we
vergelijken met de referentiewaarde. U had 3.66 en de referentiewaarde is 3.87. U zit iets
onder de referentiewaarde, maar dat betekend niet dat er direct iets aan de hand is. Deze
meting is op 1 moment gedaan en dus kan je uit zo’n klein verschil niet echt een conclusie
trekken.
BMI (body mass index)
Wij hebben samen uw gewicht en uw lengte gemeten. Ik heb toen uw BMI berekend. In de
bovenstaande tabel vind u uw BMI. De uitslag is 30,7 en de referentiewaarde is tussen de
18,5 en 25. U zit hier echt flink boven en ik adviseer om er mee aan de gang te gaan.
Overgewicht kan leiden tot verschillende ziektes zoals hart- en vaatziektes.
Vetpercentage
Uw vetpercentage is 29% en de referentiewaarde is 11-22%. Ook een te hoog vetpercentage
neemt allemaal ziektes met zich mee zoals bijvoorbeeld hartfalen. Ook hierbij adviseer ik
ermee bezig te gaan. Bij de BRAVO-factoren kom ik hier nog op terug.
Buikomvang
Uw buikomvang is 110 cm, de referentiewaarde is 94 cm. Ook uw buikomvang is te veel. Dat
is logisch wanneer uw vetpercentage en BMI zo hoog zijn. Om uw buikomvang terug te
brengen volgt er verder advies hieronder bij BRAVO-factoren.
30
Advies met betrekking tot leefstijl
Doel: Door meer te bewegen conditie opbouwen en afvallen & voeding verbeteren
In het bovenstaande kopje ‘’uitleg testen en resultaten’’ heb ik de resultaten van de
verschillende testen uitgelegd. Dit ga ik in dit kopje linken aan uw leefstijl en daar geef ik een
passend advies bij, daarin neem ik ook uw doel mee.
Uit de testen blijkt dat uw BMI, vetpercentage en buikomvang te hoog zijn. Dit komt doordat
u meer calorieën binnen krijgt dan dat u verbrand. Uw energiebalans is dus niet in
evenwicht. Ik ben dus gaan kijken naar uw leefstijl en met name uw voeding en beweging.
In de vragenlijst geeft u aan dat u twee keer per week hockeyt. Dit doet u 60 min per keer.
Ook geeft u aan dat u dit jaar meer bent gaan bewegen. Dat is al een goede stap in de goede
richting. Wel vind u dat u nog te weinig beweegt en u wilt meer gaan bewegen de redenen
daarvoor zijn om af te vallen en uw conditie te verbeteren. Aangezien uw vetpercentage vrij
hoog is, met als gevolg dat uw BMI en buikomvang ook hoger zijn, adviseer ik om te
beginnen met vetverbranding een goede manier daarvoor is spinnen. U heeft hier al ervaring
mee geeft u aan en ik adviseer om dat ook weer op te pakken, plan het minstens 1x per
week in, het geeft direct een stuk ‘’ontspanning’’ naast uw werk, dat is weer goed voor uw
bloeddruk. Wanneer u goed bezig bent met vetverbranding zal u vanzelf merken dat u
conditioneel ook fitter wordt.
Waar mogelijk adviseer ik u om op de fiets naar uw werk te gaan. Zo vangt u twee vliegen in
1 klap, dan heeft u direct de 30 min norm (dagelijks 30 min matig intensief in beweging) en
het vervoer naar uw werk. Hou rekening met deze norm, het is belangrijk om uw dagelijkse
beweging te hebben.
Om uw energiebalans weer op orde te krijgen moet uw voeding inname en verbranding
gelijk zijn. Belangrijk is ook dat uw voedingspatroon veranderd. U neemt elke dag een ontbijt
neemt en elke dag een warme maaltijd eet. Dat is positief dus zorg dat u dat blijft doen. Wel
moet u opletten wat u dan neemt. U geeft bijvoorbeeld aan dat u vaak kant en klare
maaltijden eet en dat is dan weer minder goed, u kan beter zelf koken. Dan kunt u opletten
wat u neemt. Let dan bijvoorbeeld op het verschil tussen verzadigd en onverzadigd vet.
Wanneer u zelf gaat koken kunt u ook verschillende gerechten maken die u lekker vind. Leuk
is om bijvoorbeeld om elke maandag simpel op te schrijven wat u die week gaat maken s
’avonds. Zo kun je er rekeningen mee houden met boodschappen doen en hoef je er elke
avond over na te denken wat je wil gaan maken. Wanneer je zelf gaat koken kunt u ook
rekening houden met de norm van 200g groente per dag.
In de vragenlijst geeft u aan dat u 8 a 10 alcoholische drankjes nuttigt per week. U vind dat u
niet teveel drinkt en bent dat ook niet van plan minder te gaan drinken. Maximaal 10
standaard glazen per week (2 per dag voor mannen, en dat 5 dagen per week) is de norm.
Dus wanneer u 8 a 10 alcoholische glazen per week nuttigt zit u onder de norm. Hou het
onder die norm want ook van te veel alcoholische dranken kom je aan. En teveel alcohol
drinken verhoogt de kans op verschillende hart- en vaatziektes.
31
Conclusie
Uw energiebalans is dus niet in evenwicht. Aangezien uw vetpercentage vrij hoog is, met als
gevolg dat uw BMI en buikomvang ook hoger zijn, adviseer ik om te beginnen met
vetverbranding een goede manier daarvoor is spinnen. plan het minstens 1x per week in, het
geeft direct een stuk ‘’ontspanning’’ naast uw werk, dat is weer goed voor uw bloeddruk.
Waar mogelijk adviseer ik u om op de fiets naar uw werk te gaan. Belangrijk is ook dat uw
voedingspatroon veranderd. U geeft bijvoorbeeld aan dat u vaak kant en klare maaltijden
eet en dat is dan weer minder goed, u kan beter zelf koken. Wanneer u zelf gaat koken kunt
u ook verschillende gerechten maken die u lekker vind. Leuk is om bijvoorbeeld om elke
maandag simpel op te schrijven wat u die week gaat maken s ’avonds. Wanneer je zelf gaat
koken kunt u ook rekening houden met de norm van 200g groente per dag. Uw alcohol
gebruik is prima.
32
Adviesrapport van Lieke Ros
Meetdatum: 1 februari
Gemeten door: Daan Ros
33
Inleiding
Op 1 februari 2014 heeft Daan Ros verschillende testen afgenomen bij de testpersonen. Uit
die testen zijn verschillende resultaten gekomen en die zijn in een rapport gezet. Hieronder
is het rapport weergeven met daarin de resultaten en de referentiewaarden, op een
overzichtelijke manier. Daarna zullen de testen en uitslagen uitgebreider besproken worden,
dat wordt verbonden aan de BRAVO-factoren, wat staat voor Bewegen, Roken, Alcohol,
Voeding en Ontspanning. En aan de hand daarvan wordt een advies gevormd. Dit advies zal
in een adviesgesprek duidelijker worden uitgelegd en worden besproken.
34
Test
Uitslag
Referentiewaarde
Bloedglucose
4,3 mmol/l
4,0 – 8,0 mmol/l
Bloeddruk
Bovendruk: 105
Bovendruk: 105 - 120
Onderdruk: 54
Onderdruk: 60 - 80
FEV: nvt
FEV: nvt
FVC: nvt
FVC: nvt
Peakflow
BMI
Like?
Lengte: 1.64 m
Gewicht: 55 Kg
BMI: 20,4
BMI: 14,4 – 21,68
Vetpercentage
36%
35-42%
Buikomvang
67 cm
62,4 cm
Korte conclusie
Uw resultaten zijn prima in orde. Bloedglucose mooi op gemiddeld.
De Bloeddruk valt wat laag uit, maar dat komt omdat u nog in de
groei/pubertijd zit. De peakflowtest in niet van toepassing op uw
leeftijd dus die neem ik niet mee in het rapport. Verder is uw
lichaamssamenstelling goed, lengte en gewicht komt prima overeen
blijkt uit de BMI test. Vetpercentage is ook mooi op gemiddeld.
Alleen apart is dat uw buikomvang boven gemiddeld is. Een
verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat u nog in de pubertijd en
groei zit en dat tijdens deze periode meer vet rondom uw middel
zit. Een andere verklaring kan zijn dat uw lichaam samenstelling
gewoon zo is dat uw buikomvang wat groter is dan gemiddeld.
Houden zo!!
35
Uitleg testen en resultaten
In dit kopje leg ik verder uit over de testen die we hebben gedaan en de uitkomst van die
testen. Per test probeer ik de uitkomst voor u te verklaren. Omdat u in de pubertijd komt is
het lastig in te schatten om de normwaarden die worden gegeven ook echt kloppen bij u.
Deze uitslagen geven u een beeld, maar u moet er niet teveel waarde aan hechten.
Bloedglucose
In de bovenstaande tabel zien we dat u 4,3 mmol/l scoort op de bloedglucosetest. Bij deze
test kun je nuchter prikken of niet nuchter prikken. Wij hebben niet nuchter geprikt en dan is
de referentiewaarde tussen de 4,0 mmol/l en 8,0 mmol/l. Dat is een keurige uitslag. Zorg dat
u deze waarde zo houd.
Bloeddruk
Voor de bloeddruktest scoort u 105 bovendruk en 54 onderdruk. De referentiewaarden
hierbij zijn 120 bovendruk en 80 onderdruk voor volwassenen en voor kinderen is het 105
bovendruk en 65 onderdruk. Omdat u in de pubertijd begint te komen is het lastig een
normwaarde aan te houden. Als we kijken naar de normwaarde voor kinderen dan is de
bovendruk erg goed en de onderdruk nog wat laag. Het is een moment opname en bij
iemand van uw leeftijd zal de bloeddruk veel veranderen. Dus aan deze uitslag moet u niet
teveel waarde hechten.
Peakflow
Samen hebben wij de peakflowtest gedaan. Op uw leeftijd verschillen de uitkomsten zo sterk
en veranderen ze ook steeds dat er daarom geen referentiewaarde is voor kinderen. Dus
deze uitslag ben ik niet verder op doorgegaan.
BMI (body mass index)
Wij hebben samen uw gewicht en uw lengte gemeten. Ik heb toen uw BMI berekend. In de
bovenstaande tabel vind u uw BMI. De uitslag is 20,4 en de referentiewaarde voor uw
leeftijd is tussen de 14,4 en 21,68. U zit keurig tussen deze waardes in. Dat betekend dat de
verhouding tussen gewicht en lengte op uw leeftijd keurig in orde is.
Vetpercentage
Uw vetpercentage is 36% en de referentiewaarde is 35 en 42%. Ook uw vetpercentage is
keurig in orde. Omdat u in de pubertijd/groei komt zal ook het vetpercentage de
aankomende tijd erg gaan veranderen.
Buikomvang
Uw buikomvang is cm 67, de referentiewaarde is 62,4 cm. Uw buikomvang is wat te groot.
Dit kan te maken hebben met dat u in de groei zit. Verder is het vetpercentage in orde en de
BMI ook dus opzich maakt het niet heel veel uit.
36
Advies met betrekking tot leefstijl
Doel: Conditie opbouw & meer bewegen
In het bovenstaande kopje ‘’uitleg testen en resultaten’’ heb ik de resultaten van de
verschillende testen uitgelegd. Dit ga ik in dit kopje linken aan uw leefstijl en daar geef ik een
passend advies bij, daarin neem ik ook uw doel mee.
Uit de testen komen geen gekke uitslagen. Opzich is alles prima in orde. De buikomvang
wijkt wat af maar dat is te verklaren aangezien u nog in de pubertijd zit en dan kan het zijn
dat uw lichaamssamenstelling veranderd. Wel geeft u in de vragenlijst aan dat u vind dat u
onvoldoende beweegt en meer wilt gaan bewegen om uw conditie te verbeteren. U hebt als
sport paardrijden en dat doet u 1x in de 2 weken een uurtje. U fiets van huis naar school.
Ook wandelt wel eens van huis naar school en recreatief. Blijf vooral naar school fietsen en
wandelen, dat is goed. Omdat u meer wilt gaan bewegen ben ik gaan kijken waar er kansen
liggen. U niet wekelijks een standaard moment dat u sport/beweegactiviteiten doet. Om
conditieverbetering te realiseren is het belangrijk dat u standaard elke week een dag uitkiest
wanneer u een beweegactiviteit te gaan doen, om resultaat te halen richten we die
beweegactiviteit op conditieverbetering. Zo zou je bijvoorbeeld elke maandag avond een
bepaald rondje kunnen gaan hardlopen. In overleg kunnen wij samen een geschikte ronde
uitstippelen om hard te lopen of te fietsen, met een geschikte afstand. Na een aantal weken
zouden we het rondje misschien kunnen uitbreiden.
Verder rookt u niet en u drinkt ook geen alcohol. Daar is dus niks op aan te merken en zorg
dat dat zo blijft.
In de vragenlijst zijn ook een paar vragen over voeding terug gekomen. U bent tevreden met
uw lengte/gewicht verhouding, en terecht want uw BMI is prima. Ook eet u weinig kant en
klare maaltijden. U volgt geen dieet. U geeft aan elke dag te ontbijten, erg goed. Hou het vol
om elke dag te ontbijten, het is je basis voor de dag. U vind ook dat u gezond eet. U eet 5
dagen per week 2 stukken fruit. Ook eet u 4x per week 200g groente. En een warme maaltijd
eet u 7x per week.
Uit de vragenlijst en testen rondom voeding kan ik concluderen dat u gezond eet. Uw
voeding is keurig in balans. Elke dag een ontbijt en avondeten is goed. Probeer de
tussendoortje beperkt te houden en ’s middags en goede lunch te nemen. Let er ook op dat
het aantal calorieën dat u inneemt gelijk staat aan het aantal calorieën dat u verbrand.
Conclusie
Eigenlijk is er weinig aan te merken op uw leefstijl. Uit de testen blijkt dat u prima gezond
bent en dat wordt bevestigd door de door u ingevulde vragenlijst, want er is weinig aan te
merken op uw voeding en andere leefstijlfactoren. Wel heeft u als doel om uw conditie te
verbeteren. Daar kunnen wij samen mee bezig gaan. In het advies heb ik gezet om
conditieverbetering te krijgen moet u standaard elke week een beweegactiviteit doen
gericht op conditieverbetering. Eventueel kunnen wij samen een geschikte ronde
uitstippelen om hard te lopen of te fietsen, met een geschikte afstand. Na een aantal weken
zouden we het rondje misschien kunnen uitbreiden.
37
Adviesrapport van Danielle Raats
Meetdatum: 1 februari
Gemeten door: Daan Ros
38
Inleiding
Op 1 februari 2014 heeft Daan Ros verschillende testen afgenomen bij de testpersonen. Uit
die testen zijn verschillende resultaten gekomen en die zijn in een rapport gezet. Hieronder
is het rapport weergeven met daarin de resultaten en de referentiewaarden, op een
overzichtelijke manier. Daarna zullen de testen en uitslagen uitgebreider besproken worden,
dat wordt verbonden aan de BRAVO-factoren, wat staat voor Bewegen, Roken, Alcohol,
Voeding en Ontspanning. En aan de hand daarvan wordt een advies gevormd. Dit advies zal
in een adviesgesprek duidelijker worden uitgelegd en worden besproken.
39
Test
Uitslag
Referentiewaarde
Bloedglucose
3,8 mmol/l
4,0 – 8,0 mmol/l
Bloeddruk
Bovendruk: 123
Bovendruk: 120
Onderdruk: 90
Onderdruk: 80
FEV: 2.38
FEV: 3.50
FVC: nvt
FVC: nvt
Peakflow
BMI
Like?
Lengte: 1.79m
Gewicht: 77 Kg
BMI: 24
BMI: 18,5 - 25
Vetpercentage
34,6%
30%
Buikomvang
90 cm
Tot 80
80 – 88 licht
verhoogd
Korte conclusie
Uit de metingen blijkt dat uw bloedglucose prima is. Iets onder
gemiddeld, maar dat is niet ernstig. U heeft een mooie bloeddruk
die mooi rond het gemiddelde ligt. Uit de peakflowtest blijkt wel dat
u onder gemiddeld scoort. Dit kan komen doordat de meting niet
optimaal is uitgevoerd. Een andere verklaring is dat u een kleine
longinhoud heeft. Het kan ook zijn dat u verkouden was tijdens de
meting.
Wanneer we kijken naar BMI, vetpercentage en buikomvang valt op
dat de BMI in orde is, maar dat uw vetpercentage en buikomvang
boven gemiddeld zijn. Een verklaring hiervoor is dat uw spiermassa
niet zo groot is en dat dat in gewicht wordt gecompenseerd met
vet. Uw vetpercentage is boven gemiddeld en uw buikomvang ook.
Dit kan samenhangen want het overtollige vet kan naar uw middel
trekken waardoor de buikomvang vergroot.
Werk aan de winkel!
40
Uitleg testen en resultaten
In dit kopje leg ik verder uit over de testen die we hebben gedaan en de uitkomst van die
testen. Per test probeer ik de uitkomst voor u te verklaren. Omdat u in de pubertijd komt is
het lastig in te schatten om de normwaarden die worden gegeven ook echt kloppen bij u.
Deze uitslagen geven u een beeld, maar u moet er niet teveel waarde aan hechten.
Bloedglucose
In de bovenstaande tabel zien we dat u 3,8 mmol/l scoort op de bloedglucosetest. Bij deze
test kun je nuchter prikken of niet nuchter prikken. Wij hebben niet nuchter geprikt en dan is
de referentiewaarde tussen de 4,0 mmol/l en 8,0 mmol/l. U scoort wat aan de lage kant, dat
kan verschillende redenen hebben. U heeft al een tijdje daarvoor niks gegeten of gedronken
waardoor die wat lager is. Of u hebt van u zelf een lage bloedglucose. De uitslag is ook maar
een klein beetje te laag en dan maakt het weinig uit.
Bloeddruk
Voor de bloeddruktest scoort u 123 bovendruk en 90 onderdruk. De referentiewaarden
hierbij zijn 120 bovendruk en 80 onderdruk. U heeft een licht verhoogde onderdruk, maar
dat kan geen kwaad. De bovendruk is heel mooi. Keurig resultaat.
Peakflow
Samen hebben wij de peakflowtest gedaan. Toen heeft u 3 keer in het buisje geblazen. Op
deze test scoort u wat aan de lage kant. Het kan natuurlijk altijd zo zijn dat we het verkeerd
hebben gemeten en dat daarom uw score zo laag is. Maar het geeft in ieder geval wel een
indicatie. U scoort 2,38 en de norm is 3,50.
BMI (body mass index)
Wij hebben samen uw gewicht en uw lengte gemeten. Ik heb toen uw BMI berekend. In de
bovenstaande tabel vind u uw BMI. De uitslag is 24 en de referentiewaarde is tussen de 18,5
en 25. U zit keurig tussen deze waardes in. Wel zit u tegen het randje aan dus zorg dat het
binnen die norm blijft.
Vetpercentage
Uw vetpercentage is 34,6% en de referentiewaarde is tot 30%. Hierbij scoort u dus boven de
norm. Dat betekend dat uw BMI wel voldoende is maar uw vetpercentage te hoog is. Dus
wanneer u bezig gaat met bewegen. Adviseer ik om bezig te gaan met vetverbranding.
Buikomvang
Uw buikomvang is cm 90 cm, de referentiewaarde is 80 cm. Uw buikomvang is wat te groot.
Dit gaat samen met het vetpercentage. Wanneer u actief bezig gaat met vetverbranding zal
de buikomvang ook afnemen.
41
Advies met betrekking tot leefstijl
Doel: afvallen, op den duur conditie opbouwen en voeding verbeteren (met nadruk het
snacken). Algemeen fitter worden.
In het bovenstaande kopje ‘’uitleg testen en resultaten’’ heb ik de resultaten van de
verschillende testen uitgelegd. Dit ga ik in dit kopje linken aan uw leefstijl en daar geef ik een
passend advies bij, daarin neem ik ook uw doel mee.
Uit de testen blijkt dat je BMI in orde is, maar uw vetpercentage en buikomvang zijn boven
gemiddeld. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat uw spiermassa niet zo groot is en dat
daardoor uw gewicht/lengte verhouding gewoon gemiddeld is. In de vragenlijst geeft u aan
dat u fitter wilt worden. Dat wilt u door bereiken door af te vallen en een betere conditie op
te bouwen en uw voeding te verbeteren, met nadruk de snacks. U bent dit jaar meer gaan
sporten. U bent begonnen met hardlopen, zet dat vooral door. U loopt 2x per zo’n 30
minuten. Verder fiets u van huis naar werk en u wandelt recreatief. Als ik dit op een rijtje zet
beweegt u, in vergelijking met de gemiddelde mens, vrij veel. Toch valt er zeker winst te
halen. U wilt in eerste instantie afvallen en later ook bezig gaan met conditie opbouwen. U
bent begonnen met hardlopen, dat is al een goede stap. Om te gaan afvallen is goed om u
vooral te richten op vetverbranding. Uw vetpercentage kwam namelijk vrij hoog uit de test.
Als u vet verbranding doet dan zal de buikomvang ook dalen. Dus als het om beweging gaat
adviseer ik om u te richten op vetverbranding. Vetverbranding kan heel goed door te gaan
hardlopen, dat doet u nu 2 keer per week zo’n 30 min. Wanneer u langer gaat hardlopen zult
u meer vet verbranden. Dus als het mogelijk is adviseer ik om de 2 keer hardlopen per week
i.p.v. 30 min te doen er 60 min van te maken of zelfs 1,5 uur. Als u langer gaat hardlopen zal
de intensiteit lager zijn, maar dat is geen probleem. Als u gaat hardlopen komt u op een
gegeven moment op het moment dat u vet gaat verbranden. Als u dan 30 min gaat
hardlopen verbrand u minder lang vet, dan wanneer u 60 min gaat hardlopen of zelfs langer.
Dat is wat ik advies voor de eerste paar weken voor vetverbranding. Door de 2 keer elke
week te gaan hardlopen verbeterd u ook uw conditie. Wanneer u zich echt wil gaan richten
op het verbeteren van uw conditie zou u de intensiteit kunnen verhogen. Ik wil samen met u
een schema maken waarin we ons de eerste paar weken richten op afvallen en daarna
conditie verbetering erbij nemen. In dat schema zouden we ook kunnen kijken naar
oefeningen die u thuis kan doen om uw algemene spiermassa iets te vergroten.
Om af te vallen speelt voeding ook een rol. Het aantal calorieën dat u inneemt moet u ook
weer verbranden. Met verbranden bent u al goed bezig door wekelijks 2 keer hard te lopen.
Dus het aantal calorieën zal iets omlaag moeten, dat geeft u ook aan. Dan gaat het vooral
om de snacks. In de vragenlijst is niet specifiek gevraagd naar snacks, maar ik ga ervanuit dat
u wel redelijk wat snackjes neemt omdat u dat aangeeft als slecht punt. Dit wilt u
verbeteren. Snacken is niet perse slecht, maar het ligt eraan wat u neemt aan snacks. Wat
mij opviel in de vragenlijst was dat u geen 1 dag in de week aan de 200g groente komt. In uw
geval zou het een mooi alternatief zijn voor de huidige snacks om een makkelijk stuk groente
te nemen. Denk aan een stuk komkommer of een tomaat. Dat zijn twee stukken groente die
makkelijk mee te nemen zijn en dan heb je toch wat te knabbelen. Andere alternatieven
42
voor snacks zijn bijvoorbeeld stukken fruit. In samenspraak zouden we nog andere
alternatieven kunnen zoeken.
Verder is uw voeding in orde, u ontbijt 7x per week en eet warm 7x per week.
U drinkt 5 glazen alcohol in de week. Dat is dik onder de norm dus dat is geen probleem.
Verder rookt u niet.
Conclusie
Om te gaan afvallen adviseer ik om u te richten op vetverbranding. Nu loopt u 2x per week
30 min, wanneer u van de 30 min nu 60 min maakt op een minder intensief tempo zal u al
snel meer gaan verbranden. Wanneer u zich echt wil gaan richten op het verbeteren van uw
conditie zou u de intensiteit weer kunnen verhogen. Ik wil samen met u een schema maken
waarin we ons de eerste paar weken richten op afvallen en daarna conditie verbetering erbij
nemen. In dat schema zouden we ook kunnen kijken naar oefeningen die u thuis kan doen
om uw algemene spiermassa iets te vergroten.
U wil uw voeding verbeteren en met name het snacken. Snacken is niet perse slecht, maar
het ligt eraan wat u neemt aan snacks. In uw geval zou het een mooi alternatief zijn voor de
huidige snacks om een stuk groente te nemen. Denk aan een stuk komkommer of een
tomaat. Andere alternatief voor de snacks zou een stuk fruit kunnen zijn. In samenspraak
zouden we nog andere alternatieven kunnen zoeken voor het ‘’snackprobleem’’.
43
Evaluatie
Totstandkoming adviesrapporten
De adviesrapporten zijn opgesteld aan de hand van de gezondheidsmetingen en
vragenlijsten die zijn ingevuld door de cliënten. Voor de adviesrapporten moesten de
metingen worden gedaan. De cliënten waren op zaterdag 1 februari ’14 bij elkaar gekomen
aan de Nieuwstraat 4 in Zwolle. Daar was een meetstation ingericht om de metingen uit te
voeren. Daarna was het de taak om van de resultaten een adviesrapport op te stellen.
Ik ben bezig gegaan met het opstellen van de adviesrapporten per persoon. Eerst de
gegevens verwerken en overzichtelijk weergeven en daarna aan de hand van de vragenlijst
een advies geven. De testen en resultaten heb ik onder het overzichtelijk weergeven van de
resultaten nogmaals weergeven maar dan duidelijker en uitgebreider. Daarna heb ik een
advies gevormd rondom de BRAVO-factoren.
Het resultaat is een overzichtelijk adviesrapport per persoon. Met daarin duidelijk
weergeven de resultaten van de testen en een advies erin.
Tijdens het adviesgesprek zijn de adviesrapporten voorgelegd en aan de hand daarvan is het
gesprek begonnen. Ik verduidelijkte eerst het rapport dat ik had opgesteld voor de cliënt.
Daarna begon het gesprek over het advies dat ik erin had gezet. Want ik had al een advies
gevormd voor de cliënt. Tijdens het gesprek heeft dat advies meer richting gekregen en zo
ben ik samen met de cliënten tot een helder advies gekomen voor de cliënt.
Adviesgesprek Arjen
In het adviesgesprek met Arjen Ros kwam naar voren dat zijn gezondheid niet in orde is. Zijn
energiebalans (inname calorieën & verbranding) is niet in balans. Zijn doel is conditie
opbouwen en afvallen.
Van mij werd dus verwacht dat ik een effectieve manier zou vinden om zowel af te vallen en
conditie op te bouwen. Ook wil Arjen zijn voeding verbeteren dus daar moest ik ook iets op
bedenken aan de hand van de vragenlijst.
Ik heb hem de resultaten verteld en verklaard. Daarna aan de hand van de BRAVO-factoren
het gesprek gevoerd. Bewegen en voeding is vooral over gesproken. Eerst beweging. We
hebben het erover gehad wat een geschikte beweegactiviteit zou zijn om wekelijks te gaan
doen. Ik stelde spinnen voor omdat hij dat al eerder heeft gedaan. Hij vond dat een goed
idee. Ook kwam in het gesprek naar voren dat hij zich ook nog wat meer wil richten op
spieropbouw. Dus samen gaan we een geschikte sportschool zoeken waar hij 1x in de week (
1 uur spinnen & 30 min spieroefeningen) kan spinnen en waar hij na het spinnen of voor het
spinnen een paar oefeningen kan doen. Ook heb ik aangegeven dat ik een paar makkelijke
oefeningen meegeef voor de corestability die hij dan thuis kan doen, omdat hij het te druk
heeft om vaker naar de sportschool te gaan.
Toen hebben we het gehad over voeding. Bij voeding viel het mij op dat hij zovaak kant en
klare maaltijden neemt. Daar hebben we het dus over gehad en Arjen gaf aan dat hij zo vaak
kant en klare maaltijden neemt omdat hij s ’avonds vaak rond 7 uur thuis is en dan geen zin
heeft om te gaan koken en vaak moet hij de boodschappen dan nog doen. Dus hij vind het
dan s’avonds wel makkelijk om even snel een kant en klare maaltijd te nemen. In het advies
44
om zijn voeding te verbeteren heb ik toen aangegeven dat het misschien goed is om elke
week een briefje te maken met, wat ga je die week eten en wat heb je daarvoor nodig.
Wanneer Arjen zo’n briefje maakt dan kan hij rekening houden met boodschappen. Hij vind
dit een leuk idee alleen hij weet niet zeker of dit hem nou echt aan het koken gaat helpen.
Dus we zijn verder in gesprek gegaan hoe we het leuker kunnen maken om te koken, of dat
het misschien een optie is om gewoon een uurtje eerder thuis te zijn waardoor hij net wel
even de rust en tijd heeft om te gaan koken. Daarbij gaf die aan dat het eigenlijk best
mogelijk is om een uurtje eerder thuis te zijn als hij daar op gaat sturen. Dus 6 uur thuis. We
zijn verder de BRAVO-factoren bij lang gelopen, maar dit zijn de belangrijkste punten die zijn
besproken.
Adviesgesprek Lieke
Lieke haar resultaten zijn prima in orde en uit haar vragenlijst komen ook geen
bijzonderheden naar voren. Dus Lieke is gewoon gezond.
Ze wil meer gaan bewegen en in het gesprek hebben we het ook gehad over dat Lieke wel
houd van een koekje of drop. Aan mij om iets te bedenken zodat Lieke meer zou gaan
bewegen en een alternatief voor de dropjes en koekjes.
In het gesprek zijn we de BRAVO-factoren doorgelopen ook bij Lieke hebben we het
voornamelijk gehad over beweging en voeding.
Lieke gaf aan meer te willen bewegen. We hebben het erover gehad wat voor activiteiten
Lieke leuk vind om te doen en hoe we dat gaan aanpakken. Conclusie is dat we samen
minstens 1 uur in de week structureel plannen om te gaan hardlopen. Daarbij help ik haar
met het uitstippelen van een rondje, gelet op aantal kilometers en of het een leuk rondje is.
Lieke vond dat een leuk idee en was ervoor in om wekelijks te gaan hardlopen.
Verder hebben we het gehad over voeding. Kort besproken wat nou de aandachtspunten
zijn in Lieke’s voedingspatroon en daar kwam duidelijk uit dat Lieke wel van een dropje of
koekje houd. Daar hebben we het over gehad. Ik heb toen verwezen naar een stukje fruit
wat Lieke eigenlijk net zo lekker vind. Daar hebben we het over gehad en uiteindelijk
kwamen we tot de conclusie dat Lieke het wel leuk vind om een fruitshake te nemen als
tussendoortje. Dus i.p.v. de dropjes en koekjes neemt Lieke nu een zelfgemaakte fruitshake.
Adviesgesprek Danielle
Danielle heeft een BMI die in orde is maar heeft een te grote buikomvang en te hoog
vetpercentage. Dus er moet iets gedaan worden aan haar vetpercentage waardoor de
buikomvang daalt.
Mijn taak is om iets te bedenken hoe Danielle het best kan afvallen en dan met name gericht
op vetverbranding. Ook wil ze op den duur haar conditie opbouwen. En daarnaast wil ze
haar voeding verbeteren, met name het snacken dus daar moest ik een geschikt alternatief
voor vinden.
Ook met Danielle zijn we de BRAVO-factoren bij langs gelopen, maar ook voornamelijk
gehad over beweging en voeding. Danielle wil afvallen en op den duur conditie opbouwen,
daar hebben we het over gehad en ik heb aan Danielle gevraagd of zij misschien weet hoe
we dat het best kunnen bereiken. Ze gaf aan door meer te gaan hardlopen en gezonder te
eten. Toen heb ik verteld over vetverbranding en dat het misschien goed is om de keren dat
45
ze hardloopt uit te breiden naar 60 min om zo meer vetverbranding te krijgen. Dat vond
Danielle een goed idee. Daarnaast om conditie op te bouwen later de intensiteit verhogen.
Ik heb aangeboden om samen een schema te maken met daarin hoe je het beste kunt doen
aan vetverbranding en hoe je daarnaast bezig kunt gaan met conditie opbouw. Ook in het
schema meegenomen het wat vergroten van de spiermassa en ik heb uitgelegd waarom.
Danielle vond dit een heel goed idee en kreeg de motivatie om aan de bak te gaan zei ze.
Verder hebben we het gehad over voeding en vooral het snacken. Daarbij gaf Danielle aan
dat ze graag op iets wou knabbelen wanneer ze aan het werk is bijvoorbeeld. Ik gaf aan dat
het misschien goed is om in plaats van de slechte snacks een stuk groente of fruit te nemen.
Fruit vind Danielle erg lekker, maar groente vind ze minder lekker. Dus toen hebben we
afgesproken dat ze een standaard een stuk fruit mee naar werk neemt.
Eigen handelen
Tijdens de adviesgesprekken was ik op het begin wat nerveus. Ik maakte een niet
ontspannen indruk. Wanneer het gesprek vorderde kwam ik steeds beter in mijn rol en ging
het gesprek ook beter lopen waardoor ik ontspande. Sommige gesprekken gingen beter dan
de andere. Ik heb altijd het gesprek gedaan aan de hand van de BRAVO-factoren, dat werkte
vrij goed. Er zat daardoor meer lijn in het gesprek. Verder probeerde ik degene met wie ik
sprak ook veel aan het woord te laten, maar wanneer ik iets ging uitleggen merkte ik dat ik
wel lang achter elkaar aan het praten was. Al bij al een goede ervaring.
46
Bronvermelding
Sites
https://bb.helo.hanze.nl/bbcswebdav/pid-3232102-dt-content-rid7193058_2/courses/hsv.1309.actleefst1314/Normeringen%20versie.pdf
https://www.hartstichting.nl/bmi
http://www.longforum.nl/index.php?topic=457.0
http://www.spirometrie.info/piekstroommeting.html
47
Download