Daan Ros Klas 1R Studentennmr: 402277 [email protected] 1 Voorwoord Mijn dank gaat uit naar de personen die een aandeel hebben gehad voor dit verslag. Hiermee doel ik natuurlijk op de testpersonen die mij gedurende dit blok de mogelijkheid hebben gegeven hen te analyseren en te adviseren. 2 Inhoudsopgave Voorwoord................................................................................................................................... 2 Inleiding ....................................................................................................................................... 4 Anamnese .................................................................................................................................... 5 Leefstijl vragenlijst ....................................................................................................................... 5 Protocollenboek ........................................................................................................................... 8 Vetpercentage (huidplooimeting) ....................................................................................................... 9 BMI (Body Mass Index)...................................................................................................................... 15 Peakflow ............................................................................................................................................ 18 Bloeddruk .......................................................................................................................................... 21 Bloedglucose ..................................................................................................................................... 23 Buikomvang ....................................................................................................................................... 25 Adviesrapport van Arjen Ros ...................................................................................................... 27 Inleiding ............................................................................................................................................. 28 Uitleg testen en resultaten................................................................................................................ 30 Advies met betrekking tot leefstijl .................................................................................................... 31 Conclusie ........................................................................................................................................... 32 Adviesrapport van Lieke Ros ....................................................................................................... 33 Inleiding ............................................................................................................................................. 34 Uitleg testen en resultaten................................................................................................................ 36 Advies met betrekking tot leefstijl .................................................................................................... 37 Conclusie ........................................................................................................................................... 37 Adviesrapport van Danielle Raats ............................................................................................... 38 Inleiding ............................................................................................................................................. 39 Uitleg testen en resultaten................................................................................................................ 41 Advies met betrekking tot leefstijl .................................................................................................... 42 Conclusie ........................................................................................................................................... 43 Evaluatie .................................................................................................................................... 44 Bronvermelding ......................................................................................................................... 47 3 Inleiding Dit verslag is bestaat uit verschillende onderdelen. Het meetboek (protocollenboek), de adviesrapporten en de evaluatie. Deze onderdelen zijn gebundeld in dit verslag. Op 1 februari 2014 zijn de gezondheidsmetingen afgenomen bij 3 cliënten. Daarbij is ook een vragenlijst ingevuld. Aan de hand hiervan is er per persoon een adviesrapport ontstaan. Deze staan weergeven in het verslag. Voordat deze testen gedaan zijn was er al een meetboek zodat het voor Daan makkelijker en overzichtelijker was de testen te doen, ook deze is in het verslag weergeven. Ten slotte is er een evaluatie gemaakt over het adviesgesprek dat is gevoerd. De evaluatie is aan de hand van de STARR methode. 4 Anamnese De testen zijn op 1 februari afgenomen. Voordat er getest werd is de onderstaande vragenlijst ingevuld samen met Daan. Door het gezamenlijk invullen kon Daan de vragen verduidelijken wanneer het niet duidelijk was. Zo kon de vragenlijst beter ingevuld worden. De ingevulde vragenlijsten zijn met pen ingevuld en daarom kon Daan die niet toevoegen aan het verslag. In het advies zijn de antwoorden op deze vragenlijst gebruikt bij de advies vorming en daar zijn dan ook antwoorden op vragen in terug te vinden. Onderstaand de leefstijlvragenlijst: Leefstijl vragenlijst Toelichting Dit is een vragenlijst over je leefstijl. Ik stel je een paar open en gesloten vragen. De vragen gaan over bewegen, roken, alcohol en voeding. Bij JA/NEE vragen kruis je het vakje van JA/NEE of n.v.t aan. Bij de open vragen beantwoord je de vragen in het daarvoor bedoelde vakje, of op de stippeltjes. De gegevens worden vertrouwelijk behandeld! Algemene gegevens Datum:……………………………………………………………….Plaats:………………………………………………………… Voornaam:……………………………………………………………………………………………………………………………… Achternaam:…………………………………………………………………………………………………………………………... Geslacht Man / Vrouw Geboortedatum:…………………………………………………………………………………………………………………..... Leeftijd:………………………………………………………………………………………………………………………………….. Woonplaats:…………………………………………………………………………………………………………………………… Hobby’s:……………………………………………………………………………………………………………………………….... Sport achtergrond:…………………………………………………………………………………………………………......... Medicatie:………………………………………………………………………………………………………………………………. 5 Open vragen Beweging 1. Beoefent u een sport? Zo ja, ga door met vraag 2 Zo nee, ga door met vraag 4 2. Welke sport beoefent u? 3. Hoeveel keren per week doet u deze sport? En hoelang? …………. Aantal keren/week 4. Bent u het afgelopen jaar meer of minder gaan bewegen? 5. Waarom bent u meer of minder gaan bewegen? 6. Fietst u? (kruis het vakje achter het goede antwoord aan) 7. Wandelt u? Ja recreatief Ja, woon-werk Nee Ja, recreatief Ja, woon-werk Nee Voeding Hoeveel dagen in de week eet u minimaal 2 stukken fuit? Hoeveel dagen in de week eet u minimaal 200g groente? Hoeveel dagen in de week eet u een warme maaltijd? Bent u van plan gezonder te gaan eten? 6 ………… Minuten/keer Vragen met betrekking tot leefstijl n.v.t. Roken Rookt u? Zo nee, heeft u in het verleden gerookt? Alcoholconsumptie Drinkt u alcoholistische drank? Zo ja, Hoeveel standaard glazen drinkt u per week? ……. Glazen per week Vind u dat u teveel drinkt? Zo ja, bent u van plan minder te drinken? Voeding Bent u tevreden met uw lengte/gewicht verhouding? Eet u vaak kant en klare maaltijden? Heeft u op dit moment een dieet? Ontbijt u elke dag? Zo nee, ….. Per week Let u op wat voor soort vet u eet (verzadigd/onverzadigd) Vind u dat u gezond eet? Beweging Vind u dat u voldoende beweegt? Wilt u meer gaan bewegen? Algemeen Welk cijfer geeft u voor uw gezondheid? (1 – 10) Wat zou je graag willen veranderen aan uw gezondheid? 7 Ja Nee Protocollenboek 8 Vetpercentage (huidplooimeting) Inleiding Bij het meten van het vetpercentage zeggen we iets over de lichaamssamenstelling van een cliënt. Met vetpercentage wordt gemeten wat de verhouding is tussen het totale gewicht en het percentage vet in je lichaam. Het lichaam heeft een bepaalde hoeveelheid vet nodig om goed te kunnen functioneren. Het vetweefsel dient oorspronkelijk als energiereserve in perioden van voedselschaarste. Verder heeft het nog wat andere functies zoals het op peil houden van de lichaamstemperatuur. Een hoog vetpercentage is een risicofactor voor welvaartsziekten. Het is daarom van groot gezondheidsbelang het vetpercentage te verlagen en overgewicht te bestrijden. Het vetpercentage wordt gemeten met een huidplooimeter. Materialen - Huidplooimeter Omreken en referentietabellen Uitvoering De meting wordt gedaan aan de linkerzijde van de proefpersoon er wordt gemeten op 4 plekken. De persoon ontbloot zijn/haar bovenlichaam. De huidplooi (onderhuidse vet en onderhuidse bindweefsel) wordt gepakt met de linkerhand (tussen duim en wijsvinger). Let op dat je geen spier mee pakt, dan doet het pijn. Dus vraag aan de proefpersoon of het pijn doet wanneer je de huidplooi pakt. De geopende huidplooimeter wordt over de huidplooi geplaatst iets onder de vingers. De dikte van de huidplooi wordt afgelezen op de huidplooimeter en wordt genoteerd. Aan het einde worden de diktes van de 4 opgemeten huidplooien bij elkaar op geteld. Dan wordt er op de tabel afgelezen welk vetpercentage daarmee overeenkomt, daarbij wordt rekening gehouden met leeftijd en geslacht. De vier plekken waar de huidplooi wordt gemeten: - Triceps De arm moet ontspannen zijn. De meting wordt gedaan aan de achterzijde van de linker bovenarm. Er wordt op het midden van de triceps gemeten. - Biceps Weer moet de arm ontspannen zijn. Nu wordt er aan de voorkant van de linker bovenarm gemeten. De plek van de meting is op dezelfde hoogte als die van de triceps meting. 9 - Rug De proefpersoon draait om, let erop dat je wel aan dezelfde kant meet als bij de andere metingen. De meting wordt gedaan bij het onderste punt van het schouderblad. Dus zoek eerst het onderste punt van het schouderblad en voer daar de meting uit. Zorg dat de proefpersoon weer ontspannen staat. - Heup Ook hier wordt aan de linkerkant gemeten. Je zoekt het bovenste punt van je bekken. Je voert de meting uit bij dat bovenste punt. Je pakt een huidplooi en plaatst de huidplooimeter weer over de huidplooi. Beïnvloedingsfactoren Eet- en beweeggedrag beïnvloeden het resultaat van deze test. Wanneer een persoon meer calorieën binnen krijgt dan dat die verbrand zorgt dat voor een hoger vetpercentage, want de overige calorieën worden opgeslagen als vet. Stress kan er ook voor zorgen dat het vetpercentage hoger is. Validiteit Om de test zo valide mogelijk uit te voeren moet de cliënt telkens door dezelfde persoon worden gemeten, want ieder persoon meet net even wat anders. De huidplooi moet goed beet worden gepakt. Dit kan getest worden door de huidplooi goed beet te pakken, en er ietsjes aan te trekken. Als dat geen pijn doet dan heb je geen spier vast en is de kans groot dat je de plooi goed beet hebt. De test moet worden afgenomen aan de kant die de persoon het minst gebruikt. Wanneer je rechts bent, wordt er aan de linkerkant gemeten en andersom. Dit omdat er aan de minst gebruikte zijde minder spiermassa zit. Ook belangrijk om erop te letten wanneer er wordt gemeten aan de achterkant van de cliënt dat je dezelfde zijde aan houd en niet ineens aan de andere zijde gaat meten bij de cliënt. Betrouwbaarheid De huidplooimeting is één van de betrouwbaarste manieren om de vetmassa te bepalen. Ondanks de betrouwbaarheid van de huidplooimeting wordt de methode steeds minder populair. Dit komt mede door de opkomst van de impedantiemeters. De impedantiemeter berekent de vetmassa door een stroompje door het lichaam te sturen en de weerstand te meten. Op basis van de weerstand kan je de vetmassa berekenen. De vochthuishouding heeft ook een grote invloed op de weerstand die wordt gemeten door de impedantiemeter. Hierdoor is de impedantiemeter een minder nauwkeurige methode om de vetmassa te bepalen dan de huidplooimeter. Ook kost een goede huidplooimeting meer tijd dan een weegschaal met impedantiemeter. Echter is de huidplooimeting voor een aantal groepen mensen niet geschikt. De meetpunten bevinden zich alle vier op het bovenlichaam. Hierbij wordt de aanname gedaan dat het vet gelijkwaardig over het lichaam is verdeeld. Voor mensen die het merendeel van het vet in het onderlichaam opslaan is de huidplooimeting niet geschikt. Ook voor oudere mensen is de huidplooimeting niet geschikt. Bij deze groep 10 kunnen de spieren zodanig zijn verslapt dat deze perongelijk bij de meting worden meegenomen. Normwaarden De vier waarden van de metingen worden opgeteld en je dan zoek je daarbij het vetpercentage op. Er is verschil tussen kinderen en volwassenen. Jongens 12 t/m 16 jaar Schaal leeftijd 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar Lage score T/m 21 T/m 21 T/m 21 T/m 21 T/m 19 Onder gemiddeld 22-26 22-25 22-25 22-24 20-22 Gemiddelde Onder gemiddeld 27-34 30-36 34-39 52-55 35-41 Gemiddelde 27-30 26-31 26-29 25-27 23-26 Boven gemiddelde 31-38 32-42 30-40 28-35 27-32 Hoge score Boven gemiddelde 43-51 44-56 45-54 60-64 50-60 Hoge score v.a. 39 v.a. 43 v.a. 41 v.a. 36 v.a. 33 Meisjes 12 t/m 16 jaar Schaal leeftijd 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar Lage score T/m 26 T/m 29 T/m 33 T/m 51 T/m 34 35-42 37-43 40-44 56-59 42-49 v.a. 52 v.a. 57 v.a. 55 v.a. 65 v.a. 61 Percentage lichaamsvet (12 t/m 16 jaar) Uitkomst 4 Vetpercentage Vet huidplooien jongens percentage meisjes 15 mm 9% 9% 20 mm 12,5% 16% 25 mm 15,5% 19% 30 mm 17,5% 21,5% 35 mm 19,5% 23,5% 40 mm 21,5% 25% Uitkomst 4 Vetpercentage Vetpercentage huidplooien jongens meisjes 45 mm 50 mm 55 mm 60 mm 65 mm 70 mm 11 23% 24% 25,5% 26,5% 27,5% 28,5% 27% 28,5% 29,5% 30,5% 32,5% 33% Volwassen mannen Huidplooi Dikte 10mm 12mm 14mm 16mm 18mm 20mm 22mm 24mm 26mm 28mm 30mm 32mm 34mm 36mm 38mm 40mm 42mm 44mm 46mm 48mm 50mm 52mm 54mm 56mm 58mm 60mm 62mm 64mm 66mm 68mm 70mm 72mm 74mm 76mm 78mm 80mm Leeftijd 17-19 0.41 2.46 4.21 5.74 7.10 8.32 9.43 10.45 11.39 12.26 13.07 13.84 14.56 15.25 15.89 16.51 17.10 17.66 18.20 18.71 19.21 19.69 20.15 20.59 21.02 21.44 21.84 22.23 22.61 22.98 23.34 23.69 24.03 24.36 24.68 25.00 20-29 0.04 2.1 3.85 5.38 6.74 7.96 9.07 10.09 11.03 11.91 12.73 13.49 14.22 14.90 15.55 16.17 16.76 17.32 17.86 18.37 18.87 19.35 19.81 20.26 20.69 21.11 21.51 21.90 22.28 22.65 23.01 23.36 23.70 24.03 24.36 24.67 30-39 5.05 6.86 8.40 9.74 10.93 12.00 12.98 13.87 14.69 15.46 16.17 16.84 17.47 18.07 18.63 19.17 19.69 20.18 20.65 21.10 21.53 21.95 22.35 20.73 23.11 23.47 23.82 24.16 24.49 24.81 25.13 25.43 25.73 26.01 26.30 26.57 40-49 3.30 5.61 7.58 9.31 10.84 12.22 13.47 14.62 15.68 16.67 17.60 18.47 19.28 20.06 20.79 21.49 22.16 22.80 23.41 24.00 24.56 25.10 25.63 26.13 26.62 27.09 27.55 28.00 28.43 28.85 29.26 29.66 30.04 30.42 30.79 31.15 12 50+ 2.63 5.20 7.39 9.31 11.02 12.55 13.95 15.23 16.42 17.53 18.56 19.53 20.44 21.31 22.13 22.92 23.66 24.38 25.06 25.72 26.35 26.96 27.55 28.11 28.66 29.20 29.71 30.21 30.70 31.17 31.63 32.07 32.51 32.93 33.35 33.75 Volwassen vrouwen Huidplooi Dikte 10mm 12mm 14mm 16mm 18mm 20mm 22mm 24mm 26mm 28mm 30mm 32mm 34mm 36mm 38mm 40mm 42mm 44mm 46mm 48mm 50mm 52mm 54mm 56mm 58mm 60mm 62mm 64mm 66mm 68mm 70mm 72mm 74mm 76mm 78mm 80mm Leeftijd 17-19 5.34 7.60 9.53 11.21 12.71 14.05 15.28 16.40 17.44 18.40 19.30 20.15 20.95 21.71 22.42 23.10 23.76 24.38 24.97 25.54 26.09 26.62 27.13 27.63 28.10 28.57 29.01 29.45 29.87 30.28 30.67 31.06 31.44 31.81 32.17 32.52 20-29 4.88 7.27 9.30 11.08 12.66 14.08 15.36 16.57 17.67 18.69 19.64 20.54 21.39 22.19 22.95 23.67 24.36 25.02 25.65 26.26 26.84 27.40 27.94 28. 7 28.97 29.46 29.94 30.40 30.84 31.28 31.70 32.11 32.51 32.91 33.29 33.66 30-39 8.72 10.85 12.68 14.27 15.68 16.95 18.10 19.16 20.14 21.05 21.90 22.70 23.45 24.16 24.84 25.48 26.09 26.68 27.24 27.78 28.30 28.79 29.27 29.74 30.19 30.62 31.04 31.45 31.84 32.23 32.60 32.97 33.32 33.67 34.00 34.33 40-49 11.71 13.81 15.59 17.15 18.54 19.78 20.92 21.95 22.91 23.80 24.64 25.42 26.16 26.85 27.51 28.14 28.74 29.32 29.87 30.39 30.90 31.39 31.86 32.31 32.75 33.17 33.58 33.98 34.37 34.75 35.11 35.47 35.82 36.15 36.48 36.81 13 50+ 12.88 15.10 16.99 18.65 20.11 21.44 22.64 23.74 24.76 25.71 26.59 27.42 28.21 28.95 29.65 30.32 30.96 31.57 32.15 32.71 33.25 33.77 34.27 34.75 35.22 35.67 36.11 36.53 36.95 37.35 37.74 38.12 38.49 38.85 39.20 39.54 Vergelijken vrouwen Leeftijd 20-39 40-59 60-79 te laag < 21% < 23% < 24% Normaal 21% – 33% 23% – 34% 24% – 36% te hoog 33% – 39% 34% – 40% 36% – 42% veel te hoog > 39% > 40% > 42% Normaal 8% – 20% 11% – 22% 13% – 25% te hoog 20% – 25% 22% – 28% 25% – 30% veel te hoog > 25% > 28% > 30% Vergelijken mannen Leeftijd 20-39 40-59 60-79 te laag < 8% < 11% < 13% 14 BMI (Body Mass Index) Inleiding De Body Mass Index (BMI) is een index die de verhouding tussen lengte en gewicht bij een persoon weergeeft volgens de formule: Gewicht (kg) / (lengte*lengte). De beoordeling van BMI is bij kinderen (tot 18 jaar) anders dan bij volwassenen. Bij kinderen hangen lengte en gewicht namelijk sterk af van de leeftijd omdat ze nog in de groei zijn. Bij volwassenen is de BMI niet meer geslachtsafhankelijk. In alle gevallen zou dit getal tussen de 18,5 en de 25 moeten liggen. Materialen - Weegschaal (gewicht) Meetlint (lengte) Rekenmachine (BMI te berekenen) Uitvoering Deze test bestaat uit verschillende onderdelen. Je begint met het wegen van de testpersoon. Wanneer de testpersoon op de weegschaal gaat staan moeten de broekzakken leeg zijn en de schoenen uit. Overige dingen dat extra gewicht kan opleveren ook uit (bijvoorbeeld een jas). Wanneer het gewicht duidelijk is dan noteer je dit. Dan ga je verder met het meten. Je kent dit op meerdere manieren doen. Met de rolmeter waarbij je het meetlint ophangt en het lint dan naar het hoofd brengt van de persoon. Of gewoon met een streepjes systeem. Bij beide testen moet de persoon de hakken tegen de muur aan hebben en rechtop staan. Wanneer de lengte bekend is dit ook noteren. Nu is het gewicht en de lengte bekend en bereken je het BMI. Beïnvloedingsfactoren Het resultaat van de BMI test kan door een aantal factoren worden beïnvloed. Spiermassa is vrij zwaar, daardoor stijgt je BMI. Daardoor kan een persoon met veel spiermassa en een laag vetpercentage toch als een persoon met overgewicht worden gezien volgens het BMI. Bij kinderen en bejaarden is de gewone BMI test ook niet volledig betrouwbaar. Kinderen zitten namelijk nog in de groei. Bejaarden hebben van nature een hoger vetpercentage. Validiteit Voor de BMI test moeten 2 waarden gemeten worden, die moeten alle 3 valide zijn voor een zo betrouwbaar mogelijke uitkomst. Voor het meten van het gewicht en het meten van de lengte moet de cliënt zijn/haar schoenen en sokken uitdoen, er wordt dus gemeten op blote voeten. Voor het wegen is het van belang dat de cliënt zo min mogelijk kleding aan heeft, zodat de kleding en schoenen geen invloed hebben op het resultaat. Ook is het belangrijk om een goede weegschaal te hebben, die goed is afgesteld. 15 Betrouwbaarheid De BMI test is betrouwbaar voor de gemiddelde mens. De BMI test houd geen rekening met lichaamssamenstelling, zo kan iemand met veel spiermassa hoog uitkomen terwijl diegene totaal geen overgewicht heeft. Om zeker te weten of een persoon overgewicht heeft is alleen een BMI niet genoeg. Ook zal moeten gekeken worden naar vetpercentage en buikomvang. Normering Volwassenen BMI Normering < 18 Ondergewicht 18 - 25 normaal gewicht 25 - 27 licht overgewicht 27 - 30 matig overgewicht 30 - 40 ernstig overgewicht > 40 ziekelijk overgewicht BMI waarden voor meisjes (6 t/m 16) Leeftijd 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar Te licht <13,0 <13,0 <13,1 <13,3 <13,6 <13,9 <14,4 <15,0 <15,6 <16,1 <16,6 Normaal 13,0-17,34 13,0-17,75 13,1-18,35 13,3-19,07 13,6-19,86 13,9-20,74 14,4-21,68 15,0-22,58 15,6-23,34 16,1-23,94 16,6-24,37 Te zwaar 17,34-19,65 17,75-20,51 18,35-21,57 19,07-22,81 19,86-24,11 20,74-25,42 21,68-26,67 22,58-27,76 23,34-28,57 23,94-29,11 24,37-29,43 16 Obesitas >19,95 >20,51 >21,57 >22,81 >24,11 >25,42 >26,67 >27,76 >28,57 >29,11 >29,43 BMI waarden voor jongens (6 t/m 16) Leeftijd 6 jaar 7 jaar 8 jaar 9 jaar 10 jaar 11 jaar 12 jaar 13 jaar 14 jaar 15 jaar 16 jaar Te licht <13,1 <13,1 <13,3 <13,5 <13,7 <14,0 <14,4 <14,8 <15,3 <15,8 <16,3 Normaal 13,1-17,55 13,1-17,92 13,3-18,44 13,5-19,10 13,7-19,84 14,0-20,55 14,4-21,22 14,8-21,91 15,3-22,62 15,8-23,29 16,3-23,90 Te zwaar 17,55-19,78 17,92-20,63 18,44-21,60 19,10-22,77 19,84-24,00 20,55-25,10 21,22-26,02 21,91-26,84 22,62-27,63 23,29-28,30 23,90-28,88 Berekening waarbij: QI de queteletindex (in kg/m²) m de massa in kg h de lengte (hoogte) in m 17 Obesitas >19,78 >20,63 >21,60 >22,77 >24,00 >25,10 >26,02 >26,84 >27,63 >28,30 >28,88 Peakflow Inleiding Voor het meten van de longventilatie is de peakflow meting gedaan. Hierbij is de Peak Expiratior Flow gemeten. Dit is de maximale luchtstroom bij uitademing in liters per minuut. Met deze meting kan beoordeeld worden of de luchtwegen (longen en luchtpijp) nog voldoende functioneren (om aan bijvoorbeeld fysieke activiteit deel te kunnen nemen). Materialen - Peakflowmeter Uitvoering Je plaatst een schoon buisje in de daarvoor bestemde plaats in de peakflowmeter. Dan zet je het apparaat aan op de functie blazen (blow). Testpersoon moet rechtop staan met de ellenbogen naar buiten toe zodat diegene zijn borst zo groot mogelijk maakt, waardoor er zoveel mogelijk lucht in je longen kan. Dan Blaast de testpersoon kort in het buisje, belangrijk is dat de lippen om het buisje heen zitten zodat alle uitgeblazen lucht wordt opgevangen. Dan bekijk je op de meter de uitslag. Die noteer je. De test drie keer herhalen. Gemiddelde nemen van de drie uitslagen, dan heb je de betrouwbaarste uitslag. Beïnvloedingsfactoren De houding van de persoon kan de test negatief beïnvloeden, dan kunnen de longen zich niet maximaal vullen, waardoor er een lagere waarde uitkomt. Ook wanneer een persoon verkouden is kan dat de resultaten beïnvloeden. Validiteit Als een testpersoon verkouden functioneren de longen misschien niet optimaal en dat kan zorgen voor een niet valide meting. De houding van de persoon is ook belangrijk, want tijdens de test is het de bedoeling dat je de maximale longinhoud meet, dus rechtop staan en je groot maken zodat je longen zich maximaal oprekken waardoor je een meer valide meting krijgt. Ook wil je dat er geen lucht ontsnapt, dus de lippen moeten om het buisje zodat alle uitgeblazen lucht wordt ‘’opgevangen’’. De test wordt 3 keer gedaan en daarvan bereken je het gemiddelde. Zo zorg je ervoor dat je een valide meting hebt. Betrouwbaarheid Als de peakflow meting valide wordt uitgevoerd is die zeer betrouwbaar. De peakflow test wordt ook door doktoren gebruikt om bijvoorbeeld astma op te sporen. 18 Normering FEV1 mannelijk resultaten word aangegeven in liter FVC mannelijk ook hier worden de resultaten in liters weergegeven 19 FEV1 vrouwelijk liter FVC vrouwelijk liter 20 Bloeddruk Inleiding Bij de bloeddruk meting wordt de druk op de vaatwand gemeten op het moment dat de hartspier samentrekt en op het moment dat de hartspier ontspant. De systolische druk (=bovendruk): De bloeddruk in een slagader op het moment dat de hartspier samentrekt. De diastolische druk (=onderdruk): De bloeddruk in een slagader als de hartspier ontspant. Op het moment van de meting zijn er veel verschillende factoren die van invloed kunnen zijn op de bloeddruk. Hierbij kan gedacht worden aan emotie, spanning, lichaamsbeweging, temperatuur, praten, gebruik van middelen etc. Materialen - Bloeddrukmeter Uitvoering Zorg dat de testpersonen voor de test zo’n 10 min rustig even hebben gezeten. Ook mogen ze geen koffie drinken of roken. Lichamelijke activiteit en stress kunnen invloed hebben op het resultaat. De arm van de testpersoon moet ontbloot zijn. De band van de bloeddrukmeter wordt omgaan om de bovenarm van de testpersoon. De arm ligt ontspannen met een ligt gebogen elleboog. De handpalm wijst naar boven en is open. De slangen wijzen naar beneden en er moet worden gezorgd dat er geen kronkel in de slang zit. De band zit goed stevig om de arm heen. Wanneer de testpersoon er klaar voor is, na het even gevraagd te hebben, start je de bloeddrukmeter. Je zorgt dat de persoon stil is tijdens het meten voor een betrouwbare score. Nadat de band zich heeft opgeblazen zal die weer langzaam leeglopen. Je leest de bovendruk, onderdruk en hartslag af en noteert ze. Beïnvloedingsfactoren De bloeddruk test kan beïnvloed worden door verschillende factoren. Factoren als spanning, emotie, lichaamsbeweging, tempratuur, praten enz. kunnen invloed hebben. Validiteit Voor een valide meting is het belangrijk dat de cliënt rustig en ontspannen is. Door stress of veel emotie kan de bloeddruk stijgen. Ook is het belangrijk dat de band strak genoeg (niet te strak) om de cliënt zijn/haar arm zit. De test dient twee keer uitgevoerd te worden om te zien of de meting valide is. Meet nog een keer indien de resultaten veel van elkaar afwijken. De arm van de cliënt moet ontspannen steunen op bijvoorbeeld een tafel, en zorg dat de handpalm niet gesloten is. Wanneer er wordt getest mag de cliënt ook even niet praten. 21 Betrouwbaarheid De bloeddrukmeter is een betrouwbaar apparaat, natuurlijk moet er wel correct gemeten worden. Meet de bloeddruk meer dan een keer zodat je zeker weet dat er niks is mis gegaan. Normwaarden 22 Bloedglucose Inleiding Om een indicatie te krijgen van het suikergehalte in het bloed is de glucosemeting uitgevoerd. Het streven is naar een normaal glucosegehalte van het bloed. Dat betekent een waarde tussen de 4 en 7 mmol/l als u nuchter bent. Glucose komt in het bloed door middel van de voeding en is vaak afkomstig van koolhydraten (deze zijn terug te vinden in suiker, brood, pasta en rijst). Het lichaam zet een deel van de glucose om in een chemische stof die we glycogeen noemen. Die wordt opgeslagen in de lever en de spieren. De rest van de glucose wordt door de bloedbaan getransporteerd om brandstof te leveren aan de cellen en organen van uw lichaam. Dit is de glucose die we meten bij de glucosemeting. De hersenen en de cellen in uw lichaam hebben de energie van de glucose nodig om te kunnen werken. Het is dus belangrijk dat uw bloedsuikerspiegel zich op een gezond niveau bevindt. Dit is de reden dat we een glucosemeting uitvoeren. Materialen - Glucosemeter (incl. meetstaafjes waarmee je de glucosemeter instelt) Meetstaafjes waarmee je de meting doet Alcoholdoekjes Handschoenen Afvalbakje voor naalden Naalden Pleisters (schaar) Uitvoering Voor deze test moet je wat voorbereidingen treffen. Ten eerste leg je de spullen klaar. Doos met handschoenen, glucosemeter zelf, alcoholdoekjes en evt. pleisters met schaar. Ook pak je het meetstrookje erbij die je in de glucosemeter doet met een druppel bloed erop. Je checkt of de glucosemeter is ingesteld op dezelfde waarden als het meetstrookje. Is dit het geval dan kun je aan het werk. Is dit niet het geval dan moet je de glucosemeter coderen met een ander codestrookje. Wanneer je de test gaat uitvoeren zorg je dat de testpersoon zich op zijn/haar gemak voelt. Want het is toch een test waarbij je gaat prikken met een naaldje. Je doet de handschoenen aan omdat er gewerkt gaat worden met bloed. Wanneer de handschoenen aan zijn pak je een alcohol doekje en maak je de ringvinger van de testpersoon schoon, je gebruikt de verkeerde hand (links voor rechtshandigen en andersom). Wanneer de ringvinger schoon is laat de testpersoon zijn/haar hand even naar beneden hangen zodat er bloed naar de ringvinger stroomt. Je hebt ondertussen de glucosemeter aangezet en het erin geplaatst dan doe je het klepje open. Van de naald moet je beveiliging afgehaald worden en dan kun je de naald gebruiken. Je pakt de ringvinger van de testpersoon goed vast boven het bovenste kootje. Dan pak je de naald tussen middel- en ringvinger in en wanneer je prikt duw je met je duim. Er ligt een alcoholdoekje klaar voor als er is geprikt, dan kan je de eerste druppel bloed wegvegen (bloedplasma). Je prikt op de ringvinger net iets boven het midden van het 23 bovenste kootje. Wanneer je hebt geprikt haal je de eerste druppel weg, de tweede druppel vang je op met het meetstrookje die je ondertussen uit het apparaat hebt gehaald. Wanneer dit is gebeurt geef je de testpersoon het alcoholdoekje waarmee je de druppel hebt weggeveegd zodat hij/zij het bloed kan wegvegen. Het klepje van de glucosemeter is dicht gedaan en je doet de opgevangen druppel bloed op het meetstrookje in het apparaat. Dan wacht je 12 seconden op het resultaat. En je noteert het resultaat. Je bied de testpersoon nog een pleister aan en geeft hem indien nodig. Beïnvloedingsfactoren 2 uur voordat de meting wordt gedaan mag er niet worden gegeten. Door eten stijgt je bloedsuikerwaarde tijdelijk en daardoor komt er uit de test een hogere uitslag. Dit zorgt dan voor een hogere bloedsuiker waarde. Ook kunnen dingen als stress, alcohol of een slecht functionerende schildklier ervoor zorgen dat de bloedglucose afwijkt. Validiteit Voor een valide meting mag de cliënt minstens 2 uur van tevoren niets gegeten hebben. Eten zorgt namelijk voor een verhoogde bloed. Tijdens de test moet de eerst bloeddruppel worden weggeveegd, omdat de eerste bloeddruppel bestaat uit (veel) bloedplasma en daar zit weinig glucose in. Dit zou ervoor kunnen zorgen dat het resultaat lager is. Verder is het belangrijk dat de codering van het strookje goed is afgesteld met het apparaat. Ook moet je zorgen dat alles schoon is, dus dat het apparaat goed schoon is, maar ook de vinger van de cliënt (schoonmaken met alcoholdoekje). Betrouwbaarheid De uitslag van de glucose meting is zeker een betrouwbare uitslag, mits de test valide is uitgevoerd. Normering Waarden nuchter geprikt: Onder de 6,1 mmol/l - normaal. Tussen de 6,1 en 6,9 mmol/l - voorfase van diabetes. Boven de 6,9 mmol/l - diabetes. Waarden niet nuchter geprikt: Onder de 7,8 mmol/l - normaal. Boven de 11 mmol/l - diabetes. 24 Buikomvang Inleiding De buikomvang/taille wordt gemeten om te bepalen of je lichaamssamenstelling gezond is. Uit onderzoek is namelijk gebleken dat te veel lichaamsvet rond je taille extra schadelijk is. Materialen - Meetlint voor je buikomvang Uitvoering De testpersoon ontbloot zijn/haar bovenlichaam. Je meet tussen de onderkant van de rib en boven de heup. Het lint doe je om de taille heen. Zorg dat het lint rondom dezelfde hoogte heeft en trek het goed rondom de taille, niet te strak. Lees de waarde af en noteer deze. Beïnvloedingsfactoren Wanneer je de verhouding tussen bewegen en eten niet in balans is worden de overige calorieën opgeslagen in vet. Het verschilt per persoon hoeveel vet er wordt opgeslagen rond je middel. Validiteit Het is belangrijk dat er op dezelfde plek gemeten wordt. Meestal is dit net boven de navel. Als er niet steeds op dezelfde plek gemeten wordt kunnen de uitkomsten verschillen en is de meting niet valide. Ook moet ervoor gezorgd worden dat het meetlint rondom de middel mooi aansluit rondom de buik. Betrouwbaarheid Deze test wordt vaak gebruikt in combinatie met BMI en vetpercentage. De test in combinatie met de andere twee testen is zeer betrouwbaar. Je kunt geen conclusie trekken wanneer je alleen de buikomvang weet. Dan weet je nog te weinig. 25 Normering Normaal licht verhoogd Sterk verhoogd risico risico Mannen tot 94 cm 94-102 cm >102 cm Vrouwen tot 80 cm 80-88 cm > 88 cm. Kinderen 26 Adviesrapport van Arjen Ros Meetdatum: 1 februari Gemeten door: Daan Ros 27 Inleiding Op 1 februari 2014 heeft Daan Ros verschillende testen afgenomen bij de testpersonen. Uit die testen zijn verschillende resultaten gekomen en die zijn in een rapport gezet. Hieronder is het rapport weergeven met daarin de resultaten en de referentiewaarden, op een overzichtelijke manier. Daarna zullen de testen en uitslagen uitgebreider besproken worden, dat wordt verbonden aan de BRAVO-factoren, wat staat voor Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning. En aan de hand daarvan wordt een advies gevormd. Dit advies zal in een adviesgesprek duidelijker worden uitgelegd en worden besproken. 28 Test Uitslag Referentiewaarde Bloedglucose 5,0 mmol/l 4,0 – 8,0 mmol/l Bloeddruk Bovendruk: 127 Bovendruk: 120 Onderdruk: 79 Onderdruk: 80 FEV: 3.66 FEV: 3.87 FVC: nvt FVC: nvt Peakflow BMI Like? Lengte: 1.76m Gewicht: 95 Kg BMI: 30,7 BMI: 18,5 - 25 Vetpercentage 29% 11 – 22% Buikomvang 110 cm Tot 94 cm Korte conclusie Naar deze uitslagen gekeken kan ik concluderen dat uw bloeddruk, bloedglucose en peakflow nog in orde zijn. Maar lijdt u aan ernstig overgewicht. Zoals u hierboven ziet gaan BMI, vetpercentage en buikomvang vaak samen. In uw geval zijn deze resultaten negatief. Uw vetpercentage is ver boven het gemiddelde en daardoor is het ook niet gek dat uw BMI en buikomvang ook ver boven gemiddeld zijn. Uit uw BMI test kunnen we concluderen dat u te zwaar bent voor uw lengte, dit blijkt ook uit uw vetpercentage. Werk aan de winkel!! 29 Uitleg testen en resultaten In dit kopje leg ik verder uit over de testen die we hebben gedaan en de uitkomst van die testen. Per test probeer ik de uitkomst voor u te verklaren. Bloedglucose In de bovenstaande tabel zien we dat u 5,0 mmol/l scoort op de bloedglucosetest. Bij deze test kun je nuchter prikken of niet nuchter prikken. Wij hebben niet nuchter geprikt en dan is de referentiewaarde tussen de 4,0 mmol/l en 8,0 mmol/l. Dat is een keurige uitslag en niets op aan te merken. Zorg dat u deze waarde zo houd. Bloeddruk Voor de bloeddruktest scoort u 127 bovendruk en 79 onderdruk. De referentiewaarden hierbij zijn 120 bovendruk en 80 onderdruk. U zit daar keurig bij in de buurt. Onderdruk is bijna optimaal en de bovendruk is iets erboven maar dat scheelt niet veel. Hier heb ik dan ook weinig op aan te merken. Peakflow De peakflowtest hebben 3 keer uitgevoerd zodat de waarden extra betrouwbaar zouden zijn. Ik heb van de 3 waarden een gemiddelde opgesteld en er kwam 3.66 uit voor FEV. FEV staat voor het uitgeblazen volume in de eerst seconde van de test en het zegt iets over hoe goed uw longen functioneren. Jammer genoeg heb ik een klein foutje gemaakt en heb ik de FVC waarde niet opgeschreven. Maar we hebben wel de FEV waarde en die kunnen we vergelijken met de referentiewaarde. U had 3.66 en de referentiewaarde is 3.87. U zit iets onder de referentiewaarde, maar dat betekend niet dat er direct iets aan de hand is. Deze meting is op 1 moment gedaan en dus kan je uit zo’n klein verschil niet echt een conclusie trekken. BMI (body mass index) Wij hebben samen uw gewicht en uw lengte gemeten. Ik heb toen uw BMI berekend. In de bovenstaande tabel vind u uw BMI. De uitslag is 30,7 en de referentiewaarde is tussen de 18,5 en 25. U zit hier echt flink boven en ik adviseer om er mee aan de gang te gaan. Overgewicht kan leiden tot verschillende ziektes zoals hart- en vaatziektes. Vetpercentage Uw vetpercentage is 29% en de referentiewaarde is 11-22%. Ook een te hoog vetpercentage neemt allemaal ziektes met zich mee zoals bijvoorbeeld hartfalen. Ook hierbij adviseer ik ermee bezig te gaan. Bij de BRAVO-factoren kom ik hier nog op terug. Buikomvang Uw buikomvang is 110 cm, de referentiewaarde is 94 cm. Ook uw buikomvang is te veel. Dat is logisch wanneer uw vetpercentage en BMI zo hoog zijn. Om uw buikomvang terug te brengen volgt er verder advies hieronder bij BRAVO-factoren. 30 Advies met betrekking tot leefstijl Doel: Door meer te bewegen conditie opbouwen en afvallen & voeding verbeteren In het bovenstaande kopje ‘’uitleg testen en resultaten’’ heb ik de resultaten van de verschillende testen uitgelegd. Dit ga ik in dit kopje linken aan uw leefstijl en daar geef ik een passend advies bij, daarin neem ik ook uw doel mee. Uit de testen blijkt dat uw BMI, vetpercentage en buikomvang te hoog zijn. Dit komt doordat u meer calorieën binnen krijgt dan dat u verbrand. Uw energiebalans is dus niet in evenwicht. Ik ben dus gaan kijken naar uw leefstijl en met name uw voeding en beweging. In de vragenlijst geeft u aan dat u twee keer per week hockeyt. Dit doet u 60 min per keer. Ook geeft u aan dat u dit jaar meer bent gaan bewegen. Dat is al een goede stap in de goede richting. Wel vind u dat u nog te weinig beweegt en u wilt meer gaan bewegen de redenen daarvoor zijn om af te vallen en uw conditie te verbeteren. Aangezien uw vetpercentage vrij hoog is, met als gevolg dat uw BMI en buikomvang ook hoger zijn, adviseer ik om te beginnen met vetverbranding een goede manier daarvoor is spinnen. U heeft hier al ervaring mee geeft u aan en ik adviseer om dat ook weer op te pakken, plan het minstens 1x per week in, het geeft direct een stuk ‘’ontspanning’’ naast uw werk, dat is weer goed voor uw bloeddruk. Wanneer u goed bezig bent met vetverbranding zal u vanzelf merken dat u conditioneel ook fitter wordt. Waar mogelijk adviseer ik u om op de fiets naar uw werk te gaan. Zo vangt u twee vliegen in 1 klap, dan heeft u direct de 30 min norm (dagelijks 30 min matig intensief in beweging) en het vervoer naar uw werk. Hou rekening met deze norm, het is belangrijk om uw dagelijkse beweging te hebben. Om uw energiebalans weer op orde te krijgen moet uw voeding inname en verbranding gelijk zijn. Belangrijk is ook dat uw voedingspatroon veranderd. U neemt elke dag een ontbijt neemt en elke dag een warme maaltijd eet. Dat is positief dus zorg dat u dat blijft doen. Wel moet u opletten wat u dan neemt. U geeft bijvoorbeeld aan dat u vaak kant en klare maaltijden eet en dat is dan weer minder goed, u kan beter zelf koken. Dan kunt u opletten wat u neemt. Let dan bijvoorbeeld op het verschil tussen verzadigd en onverzadigd vet. Wanneer u zelf gaat koken kunt u ook verschillende gerechten maken die u lekker vind. Leuk is om bijvoorbeeld om elke maandag simpel op te schrijven wat u die week gaat maken s ’avonds. Zo kun je er rekeningen mee houden met boodschappen doen en hoef je er elke avond over na te denken wat je wil gaan maken. Wanneer je zelf gaat koken kunt u ook rekening houden met de norm van 200g groente per dag. In de vragenlijst geeft u aan dat u 8 a 10 alcoholische drankjes nuttigt per week. U vind dat u niet teveel drinkt en bent dat ook niet van plan minder te gaan drinken. Maximaal 10 standaard glazen per week (2 per dag voor mannen, en dat 5 dagen per week) is de norm. Dus wanneer u 8 a 10 alcoholische glazen per week nuttigt zit u onder de norm. Hou het onder die norm want ook van te veel alcoholische dranken kom je aan. En teveel alcohol drinken verhoogt de kans op verschillende hart- en vaatziektes. 31 Conclusie Uw energiebalans is dus niet in evenwicht. Aangezien uw vetpercentage vrij hoog is, met als gevolg dat uw BMI en buikomvang ook hoger zijn, adviseer ik om te beginnen met vetverbranding een goede manier daarvoor is spinnen. plan het minstens 1x per week in, het geeft direct een stuk ‘’ontspanning’’ naast uw werk, dat is weer goed voor uw bloeddruk. Waar mogelijk adviseer ik u om op de fiets naar uw werk te gaan. Belangrijk is ook dat uw voedingspatroon veranderd. U geeft bijvoorbeeld aan dat u vaak kant en klare maaltijden eet en dat is dan weer minder goed, u kan beter zelf koken. Wanneer u zelf gaat koken kunt u ook verschillende gerechten maken die u lekker vind. Leuk is om bijvoorbeeld om elke maandag simpel op te schrijven wat u die week gaat maken s ’avonds. Wanneer je zelf gaat koken kunt u ook rekening houden met de norm van 200g groente per dag. Uw alcohol gebruik is prima. 32 Adviesrapport van Lieke Ros Meetdatum: 1 februari Gemeten door: Daan Ros 33 Inleiding Op 1 februari 2014 heeft Daan Ros verschillende testen afgenomen bij de testpersonen. Uit die testen zijn verschillende resultaten gekomen en die zijn in een rapport gezet. Hieronder is het rapport weergeven met daarin de resultaten en de referentiewaarden, op een overzichtelijke manier. Daarna zullen de testen en uitslagen uitgebreider besproken worden, dat wordt verbonden aan de BRAVO-factoren, wat staat voor Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning. En aan de hand daarvan wordt een advies gevormd. Dit advies zal in een adviesgesprek duidelijker worden uitgelegd en worden besproken. 34 Test Uitslag Referentiewaarde Bloedglucose 4,3 mmol/l 4,0 – 8,0 mmol/l Bloeddruk Bovendruk: 105 Bovendruk: 105 - 120 Onderdruk: 54 Onderdruk: 60 - 80 FEV: nvt FEV: nvt FVC: nvt FVC: nvt Peakflow BMI Like? Lengte: 1.64 m Gewicht: 55 Kg BMI: 20,4 BMI: 14,4 – 21,68 Vetpercentage 36% 35-42% Buikomvang 67 cm 62,4 cm Korte conclusie Uw resultaten zijn prima in orde. Bloedglucose mooi op gemiddeld. De Bloeddruk valt wat laag uit, maar dat komt omdat u nog in de groei/pubertijd zit. De peakflowtest in niet van toepassing op uw leeftijd dus die neem ik niet mee in het rapport. Verder is uw lichaamssamenstelling goed, lengte en gewicht komt prima overeen blijkt uit de BMI test. Vetpercentage is ook mooi op gemiddeld. Alleen apart is dat uw buikomvang boven gemiddeld is. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat u nog in de pubertijd en groei zit en dat tijdens deze periode meer vet rondom uw middel zit. Een andere verklaring kan zijn dat uw lichaam samenstelling gewoon zo is dat uw buikomvang wat groter is dan gemiddeld. Houden zo!! 35 Uitleg testen en resultaten In dit kopje leg ik verder uit over de testen die we hebben gedaan en de uitkomst van die testen. Per test probeer ik de uitkomst voor u te verklaren. Omdat u in de pubertijd komt is het lastig in te schatten om de normwaarden die worden gegeven ook echt kloppen bij u. Deze uitslagen geven u een beeld, maar u moet er niet teveel waarde aan hechten. Bloedglucose In de bovenstaande tabel zien we dat u 4,3 mmol/l scoort op de bloedglucosetest. Bij deze test kun je nuchter prikken of niet nuchter prikken. Wij hebben niet nuchter geprikt en dan is de referentiewaarde tussen de 4,0 mmol/l en 8,0 mmol/l. Dat is een keurige uitslag. Zorg dat u deze waarde zo houd. Bloeddruk Voor de bloeddruktest scoort u 105 bovendruk en 54 onderdruk. De referentiewaarden hierbij zijn 120 bovendruk en 80 onderdruk voor volwassenen en voor kinderen is het 105 bovendruk en 65 onderdruk. Omdat u in de pubertijd begint te komen is het lastig een normwaarde aan te houden. Als we kijken naar de normwaarde voor kinderen dan is de bovendruk erg goed en de onderdruk nog wat laag. Het is een moment opname en bij iemand van uw leeftijd zal de bloeddruk veel veranderen. Dus aan deze uitslag moet u niet teveel waarde hechten. Peakflow Samen hebben wij de peakflowtest gedaan. Op uw leeftijd verschillen de uitkomsten zo sterk en veranderen ze ook steeds dat er daarom geen referentiewaarde is voor kinderen. Dus deze uitslag ben ik niet verder op doorgegaan. BMI (body mass index) Wij hebben samen uw gewicht en uw lengte gemeten. Ik heb toen uw BMI berekend. In de bovenstaande tabel vind u uw BMI. De uitslag is 20,4 en de referentiewaarde voor uw leeftijd is tussen de 14,4 en 21,68. U zit keurig tussen deze waardes in. Dat betekend dat de verhouding tussen gewicht en lengte op uw leeftijd keurig in orde is. Vetpercentage Uw vetpercentage is 36% en de referentiewaarde is 35 en 42%. Ook uw vetpercentage is keurig in orde. Omdat u in de pubertijd/groei komt zal ook het vetpercentage de aankomende tijd erg gaan veranderen. Buikomvang Uw buikomvang is cm 67, de referentiewaarde is 62,4 cm. Uw buikomvang is wat te groot. Dit kan te maken hebben met dat u in de groei zit. Verder is het vetpercentage in orde en de BMI ook dus opzich maakt het niet heel veel uit. 36 Advies met betrekking tot leefstijl Doel: Conditie opbouw & meer bewegen In het bovenstaande kopje ‘’uitleg testen en resultaten’’ heb ik de resultaten van de verschillende testen uitgelegd. Dit ga ik in dit kopje linken aan uw leefstijl en daar geef ik een passend advies bij, daarin neem ik ook uw doel mee. Uit de testen komen geen gekke uitslagen. Opzich is alles prima in orde. De buikomvang wijkt wat af maar dat is te verklaren aangezien u nog in de pubertijd zit en dan kan het zijn dat uw lichaamssamenstelling veranderd. Wel geeft u in de vragenlijst aan dat u vind dat u onvoldoende beweegt en meer wilt gaan bewegen om uw conditie te verbeteren. U hebt als sport paardrijden en dat doet u 1x in de 2 weken een uurtje. U fiets van huis naar school. Ook wandelt wel eens van huis naar school en recreatief. Blijf vooral naar school fietsen en wandelen, dat is goed. Omdat u meer wilt gaan bewegen ben ik gaan kijken waar er kansen liggen. U niet wekelijks een standaard moment dat u sport/beweegactiviteiten doet. Om conditieverbetering te realiseren is het belangrijk dat u standaard elke week een dag uitkiest wanneer u een beweegactiviteit te gaan doen, om resultaat te halen richten we die beweegactiviteit op conditieverbetering. Zo zou je bijvoorbeeld elke maandag avond een bepaald rondje kunnen gaan hardlopen. In overleg kunnen wij samen een geschikte ronde uitstippelen om hard te lopen of te fietsen, met een geschikte afstand. Na een aantal weken zouden we het rondje misschien kunnen uitbreiden. Verder rookt u niet en u drinkt ook geen alcohol. Daar is dus niks op aan te merken en zorg dat dat zo blijft. In de vragenlijst zijn ook een paar vragen over voeding terug gekomen. U bent tevreden met uw lengte/gewicht verhouding, en terecht want uw BMI is prima. Ook eet u weinig kant en klare maaltijden. U volgt geen dieet. U geeft aan elke dag te ontbijten, erg goed. Hou het vol om elke dag te ontbijten, het is je basis voor de dag. U vind ook dat u gezond eet. U eet 5 dagen per week 2 stukken fruit. Ook eet u 4x per week 200g groente. En een warme maaltijd eet u 7x per week. Uit de vragenlijst en testen rondom voeding kan ik concluderen dat u gezond eet. Uw voeding is keurig in balans. Elke dag een ontbijt en avondeten is goed. Probeer de tussendoortje beperkt te houden en ’s middags en goede lunch te nemen. Let er ook op dat het aantal calorieën dat u inneemt gelijk staat aan het aantal calorieën dat u verbrand. Conclusie Eigenlijk is er weinig aan te merken op uw leefstijl. Uit de testen blijkt dat u prima gezond bent en dat wordt bevestigd door de door u ingevulde vragenlijst, want er is weinig aan te merken op uw voeding en andere leefstijlfactoren. Wel heeft u als doel om uw conditie te verbeteren. Daar kunnen wij samen mee bezig gaan. In het advies heb ik gezet om conditieverbetering te krijgen moet u standaard elke week een beweegactiviteit doen gericht op conditieverbetering. Eventueel kunnen wij samen een geschikte ronde uitstippelen om hard te lopen of te fietsen, met een geschikte afstand. Na een aantal weken zouden we het rondje misschien kunnen uitbreiden. 37 Adviesrapport van Danielle Raats Meetdatum: 1 februari Gemeten door: Daan Ros 38 Inleiding Op 1 februari 2014 heeft Daan Ros verschillende testen afgenomen bij de testpersonen. Uit die testen zijn verschillende resultaten gekomen en die zijn in een rapport gezet. Hieronder is het rapport weergeven met daarin de resultaten en de referentiewaarden, op een overzichtelijke manier. Daarna zullen de testen en uitslagen uitgebreider besproken worden, dat wordt verbonden aan de BRAVO-factoren, wat staat voor Bewegen, Roken, Alcohol, Voeding en Ontspanning. En aan de hand daarvan wordt een advies gevormd. Dit advies zal in een adviesgesprek duidelijker worden uitgelegd en worden besproken. 39 Test Uitslag Referentiewaarde Bloedglucose 3,8 mmol/l 4,0 – 8,0 mmol/l Bloeddruk Bovendruk: 123 Bovendruk: 120 Onderdruk: 90 Onderdruk: 80 FEV: 2.38 FEV: 3.50 FVC: nvt FVC: nvt Peakflow BMI Like? Lengte: 1.79m Gewicht: 77 Kg BMI: 24 BMI: 18,5 - 25 Vetpercentage 34,6% 30% Buikomvang 90 cm Tot 80 80 – 88 licht verhoogd Korte conclusie Uit de metingen blijkt dat uw bloedglucose prima is. Iets onder gemiddeld, maar dat is niet ernstig. U heeft een mooie bloeddruk die mooi rond het gemiddelde ligt. Uit de peakflowtest blijkt wel dat u onder gemiddeld scoort. Dit kan komen doordat de meting niet optimaal is uitgevoerd. Een andere verklaring is dat u een kleine longinhoud heeft. Het kan ook zijn dat u verkouden was tijdens de meting. Wanneer we kijken naar BMI, vetpercentage en buikomvang valt op dat de BMI in orde is, maar dat uw vetpercentage en buikomvang boven gemiddeld zijn. Een verklaring hiervoor is dat uw spiermassa niet zo groot is en dat dat in gewicht wordt gecompenseerd met vet. Uw vetpercentage is boven gemiddeld en uw buikomvang ook. Dit kan samenhangen want het overtollige vet kan naar uw middel trekken waardoor de buikomvang vergroot. Werk aan de winkel! 40 Uitleg testen en resultaten In dit kopje leg ik verder uit over de testen die we hebben gedaan en de uitkomst van die testen. Per test probeer ik de uitkomst voor u te verklaren. Omdat u in de pubertijd komt is het lastig in te schatten om de normwaarden die worden gegeven ook echt kloppen bij u. Deze uitslagen geven u een beeld, maar u moet er niet teveel waarde aan hechten. Bloedglucose In de bovenstaande tabel zien we dat u 3,8 mmol/l scoort op de bloedglucosetest. Bij deze test kun je nuchter prikken of niet nuchter prikken. Wij hebben niet nuchter geprikt en dan is de referentiewaarde tussen de 4,0 mmol/l en 8,0 mmol/l. U scoort wat aan de lage kant, dat kan verschillende redenen hebben. U heeft al een tijdje daarvoor niks gegeten of gedronken waardoor die wat lager is. Of u hebt van u zelf een lage bloedglucose. De uitslag is ook maar een klein beetje te laag en dan maakt het weinig uit. Bloeddruk Voor de bloeddruktest scoort u 123 bovendruk en 90 onderdruk. De referentiewaarden hierbij zijn 120 bovendruk en 80 onderdruk. U heeft een licht verhoogde onderdruk, maar dat kan geen kwaad. De bovendruk is heel mooi. Keurig resultaat. Peakflow Samen hebben wij de peakflowtest gedaan. Toen heeft u 3 keer in het buisje geblazen. Op deze test scoort u wat aan de lage kant. Het kan natuurlijk altijd zo zijn dat we het verkeerd hebben gemeten en dat daarom uw score zo laag is. Maar het geeft in ieder geval wel een indicatie. U scoort 2,38 en de norm is 3,50. BMI (body mass index) Wij hebben samen uw gewicht en uw lengte gemeten. Ik heb toen uw BMI berekend. In de bovenstaande tabel vind u uw BMI. De uitslag is 24 en de referentiewaarde is tussen de 18,5 en 25. U zit keurig tussen deze waardes in. Wel zit u tegen het randje aan dus zorg dat het binnen die norm blijft. Vetpercentage Uw vetpercentage is 34,6% en de referentiewaarde is tot 30%. Hierbij scoort u dus boven de norm. Dat betekend dat uw BMI wel voldoende is maar uw vetpercentage te hoog is. Dus wanneer u bezig gaat met bewegen. Adviseer ik om bezig te gaan met vetverbranding. Buikomvang Uw buikomvang is cm 90 cm, de referentiewaarde is 80 cm. Uw buikomvang is wat te groot. Dit gaat samen met het vetpercentage. Wanneer u actief bezig gaat met vetverbranding zal de buikomvang ook afnemen. 41 Advies met betrekking tot leefstijl Doel: afvallen, op den duur conditie opbouwen en voeding verbeteren (met nadruk het snacken). Algemeen fitter worden. In het bovenstaande kopje ‘’uitleg testen en resultaten’’ heb ik de resultaten van de verschillende testen uitgelegd. Dit ga ik in dit kopje linken aan uw leefstijl en daar geef ik een passend advies bij, daarin neem ik ook uw doel mee. Uit de testen blijkt dat je BMI in orde is, maar uw vetpercentage en buikomvang zijn boven gemiddeld. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat uw spiermassa niet zo groot is en dat daardoor uw gewicht/lengte verhouding gewoon gemiddeld is. In de vragenlijst geeft u aan dat u fitter wilt worden. Dat wilt u door bereiken door af te vallen en een betere conditie op te bouwen en uw voeding te verbeteren, met nadruk de snacks. U bent dit jaar meer gaan sporten. U bent begonnen met hardlopen, zet dat vooral door. U loopt 2x per zo’n 30 minuten. Verder fiets u van huis naar werk en u wandelt recreatief. Als ik dit op een rijtje zet beweegt u, in vergelijking met de gemiddelde mens, vrij veel. Toch valt er zeker winst te halen. U wilt in eerste instantie afvallen en later ook bezig gaan met conditie opbouwen. U bent begonnen met hardlopen, dat is al een goede stap. Om te gaan afvallen is goed om u vooral te richten op vetverbranding. Uw vetpercentage kwam namelijk vrij hoog uit de test. Als u vet verbranding doet dan zal de buikomvang ook dalen. Dus als het om beweging gaat adviseer ik om u te richten op vetverbranding. Vetverbranding kan heel goed door te gaan hardlopen, dat doet u nu 2 keer per week zo’n 30 min. Wanneer u langer gaat hardlopen zult u meer vet verbranden. Dus als het mogelijk is adviseer ik om de 2 keer hardlopen per week i.p.v. 30 min te doen er 60 min van te maken of zelfs 1,5 uur. Als u langer gaat hardlopen zal de intensiteit lager zijn, maar dat is geen probleem. Als u gaat hardlopen komt u op een gegeven moment op het moment dat u vet gaat verbranden. Als u dan 30 min gaat hardlopen verbrand u minder lang vet, dan wanneer u 60 min gaat hardlopen of zelfs langer. Dat is wat ik advies voor de eerste paar weken voor vetverbranding. Door de 2 keer elke week te gaan hardlopen verbeterd u ook uw conditie. Wanneer u zich echt wil gaan richten op het verbeteren van uw conditie zou u de intensiteit kunnen verhogen. Ik wil samen met u een schema maken waarin we ons de eerste paar weken richten op afvallen en daarna conditie verbetering erbij nemen. In dat schema zouden we ook kunnen kijken naar oefeningen die u thuis kan doen om uw algemene spiermassa iets te vergroten. Om af te vallen speelt voeding ook een rol. Het aantal calorieën dat u inneemt moet u ook weer verbranden. Met verbranden bent u al goed bezig door wekelijks 2 keer hard te lopen. Dus het aantal calorieën zal iets omlaag moeten, dat geeft u ook aan. Dan gaat het vooral om de snacks. In de vragenlijst is niet specifiek gevraagd naar snacks, maar ik ga ervanuit dat u wel redelijk wat snackjes neemt omdat u dat aangeeft als slecht punt. Dit wilt u verbeteren. Snacken is niet perse slecht, maar het ligt eraan wat u neemt aan snacks. Wat mij opviel in de vragenlijst was dat u geen 1 dag in de week aan de 200g groente komt. In uw geval zou het een mooi alternatief zijn voor de huidige snacks om een makkelijk stuk groente te nemen. Denk aan een stuk komkommer of een tomaat. Dat zijn twee stukken groente die makkelijk mee te nemen zijn en dan heb je toch wat te knabbelen. Andere alternatieven 42 voor snacks zijn bijvoorbeeld stukken fruit. In samenspraak zouden we nog andere alternatieven kunnen zoeken. Verder is uw voeding in orde, u ontbijt 7x per week en eet warm 7x per week. U drinkt 5 glazen alcohol in de week. Dat is dik onder de norm dus dat is geen probleem. Verder rookt u niet. Conclusie Om te gaan afvallen adviseer ik om u te richten op vetverbranding. Nu loopt u 2x per week 30 min, wanneer u van de 30 min nu 60 min maakt op een minder intensief tempo zal u al snel meer gaan verbranden. Wanneer u zich echt wil gaan richten op het verbeteren van uw conditie zou u de intensiteit weer kunnen verhogen. Ik wil samen met u een schema maken waarin we ons de eerste paar weken richten op afvallen en daarna conditie verbetering erbij nemen. In dat schema zouden we ook kunnen kijken naar oefeningen die u thuis kan doen om uw algemene spiermassa iets te vergroten. U wil uw voeding verbeteren en met name het snacken. Snacken is niet perse slecht, maar het ligt eraan wat u neemt aan snacks. In uw geval zou het een mooi alternatief zijn voor de huidige snacks om een stuk groente te nemen. Denk aan een stuk komkommer of een tomaat. Andere alternatief voor de snacks zou een stuk fruit kunnen zijn. In samenspraak zouden we nog andere alternatieven kunnen zoeken voor het ‘’snackprobleem’’. 43 Evaluatie Totstandkoming adviesrapporten De adviesrapporten zijn opgesteld aan de hand van de gezondheidsmetingen en vragenlijsten die zijn ingevuld door de cliënten. Voor de adviesrapporten moesten de metingen worden gedaan. De cliënten waren op zaterdag 1 februari ’14 bij elkaar gekomen aan de Nieuwstraat 4 in Zwolle. Daar was een meetstation ingericht om de metingen uit te voeren. Daarna was het de taak om van de resultaten een adviesrapport op te stellen. Ik ben bezig gegaan met het opstellen van de adviesrapporten per persoon. Eerst de gegevens verwerken en overzichtelijk weergeven en daarna aan de hand van de vragenlijst een advies geven. De testen en resultaten heb ik onder het overzichtelijk weergeven van de resultaten nogmaals weergeven maar dan duidelijker en uitgebreider. Daarna heb ik een advies gevormd rondom de BRAVO-factoren. Het resultaat is een overzichtelijk adviesrapport per persoon. Met daarin duidelijk weergeven de resultaten van de testen en een advies erin. Tijdens het adviesgesprek zijn de adviesrapporten voorgelegd en aan de hand daarvan is het gesprek begonnen. Ik verduidelijkte eerst het rapport dat ik had opgesteld voor de cliënt. Daarna begon het gesprek over het advies dat ik erin had gezet. Want ik had al een advies gevormd voor de cliënt. Tijdens het gesprek heeft dat advies meer richting gekregen en zo ben ik samen met de cliënten tot een helder advies gekomen voor de cliënt. Adviesgesprek Arjen In het adviesgesprek met Arjen Ros kwam naar voren dat zijn gezondheid niet in orde is. Zijn energiebalans (inname calorieën & verbranding) is niet in balans. Zijn doel is conditie opbouwen en afvallen. Van mij werd dus verwacht dat ik een effectieve manier zou vinden om zowel af te vallen en conditie op te bouwen. Ook wil Arjen zijn voeding verbeteren dus daar moest ik ook iets op bedenken aan de hand van de vragenlijst. Ik heb hem de resultaten verteld en verklaard. Daarna aan de hand van de BRAVO-factoren het gesprek gevoerd. Bewegen en voeding is vooral over gesproken. Eerst beweging. We hebben het erover gehad wat een geschikte beweegactiviteit zou zijn om wekelijks te gaan doen. Ik stelde spinnen voor omdat hij dat al eerder heeft gedaan. Hij vond dat een goed idee. Ook kwam in het gesprek naar voren dat hij zich ook nog wat meer wil richten op spieropbouw. Dus samen gaan we een geschikte sportschool zoeken waar hij 1x in de week ( 1 uur spinnen & 30 min spieroefeningen) kan spinnen en waar hij na het spinnen of voor het spinnen een paar oefeningen kan doen. Ook heb ik aangegeven dat ik een paar makkelijke oefeningen meegeef voor de corestability die hij dan thuis kan doen, omdat hij het te druk heeft om vaker naar de sportschool te gaan. Toen hebben we het gehad over voeding. Bij voeding viel het mij op dat hij zovaak kant en klare maaltijden neemt. Daar hebben we het dus over gehad en Arjen gaf aan dat hij zo vaak kant en klare maaltijden neemt omdat hij s ’avonds vaak rond 7 uur thuis is en dan geen zin heeft om te gaan koken en vaak moet hij de boodschappen dan nog doen. Dus hij vind het dan s’avonds wel makkelijk om even snel een kant en klare maaltijd te nemen. In het advies 44 om zijn voeding te verbeteren heb ik toen aangegeven dat het misschien goed is om elke week een briefje te maken met, wat ga je die week eten en wat heb je daarvoor nodig. Wanneer Arjen zo’n briefje maakt dan kan hij rekening houden met boodschappen. Hij vind dit een leuk idee alleen hij weet niet zeker of dit hem nou echt aan het koken gaat helpen. Dus we zijn verder in gesprek gegaan hoe we het leuker kunnen maken om te koken, of dat het misschien een optie is om gewoon een uurtje eerder thuis te zijn waardoor hij net wel even de rust en tijd heeft om te gaan koken. Daarbij gaf die aan dat het eigenlijk best mogelijk is om een uurtje eerder thuis te zijn als hij daar op gaat sturen. Dus 6 uur thuis. We zijn verder de BRAVO-factoren bij lang gelopen, maar dit zijn de belangrijkste punten die zijn besproken. Adviesgesprek Lieke Lieke haar resultaten zijn prima in orde en uit haar vragenlijst komen ook geen bijzonderheden naar voren. Dus Lieke is gewoon gezond. Ze wil meer gaan bewegen en in het gesprek hebben we het ook gehad over dat Lieke wel houd van een koekje of drop. Aan mij om iets te bedenken zodat Lieke meer zou gaan bewegen en een alternatief voor de dropjes en koekjes. In het gesprek zijn we de BRAVO-factoren doorgelopen ook bij Lieke hebben we het voornamelijk gehad over beweging en voeding. Lieke gaf aan meer te willen bewegen. We hebben het erover gehad wat voor activiteiten Lieke leuk vind om te doen en hoe we dat gaan aanpakken. Conclusie is dat we samen minstens 1 uur in de week structureel plannen om te gaan hardlopen. Daarbij help ik haar met het uitstippelen van een rondje, gelet op aantal kilometers en of het een leuk rondje is. Lieke vond dat een leuk idee en was ervoor in om wekelijks te gaan hardlopen. Verder hebben we het gehad over voeding. Kort besproken wat nou de aandachtspunten zijn in Lieke’s voedingspatroon en daar kwam duidelijk uit dat Lieke wel van een dropje of koekje houd. Daar hebben we het over gehad. Ik heb toen verwezen naar een stukje fruit wat Lieke eigenlijk net zo lekker vind. Daar hebben we het over gehad en uiteindelijk kwamen we tot de conclusie dat Lieke het wel leuk vind om een fruitshake te nemen als tussendoortje. Dus i.p.v. de dropjes en koekjes neemt Lieke nu een zelfgemaakte fruitshake. Adviesgesprek Danielle Danielle heeft een BMI die in orde is maar heeft een te grote buikomvang en te hoog vetpercentage. Dus er moet iets gedaan worden aan haar vetpercentage waardoor de buikomvang daalt. Mijn taak is om iets te bedenken hoe Danielle het best kan afvallen en dan met name gericht op vetverbranding. Ook wil ze op den duur haar conditie opbouwen. En daarnaast wil ze haar voeding verbeteren, met name het snacken dus daar moest ik een geschikt alternatief voor vinden. Ook met Danielle zijn we de BRAVO-factoren bij langs gelopen, maar ook voornamelijk gehad over beweging en voeding. Danielle wil afvallen en op den duur conditie opbouwen, daar hebben we het over gehad en ik heb aan Danielle gevraagd of zij misschien weet hoe we dat het best kunnen bereiken. Ze gaf aan door meer te gaan hardlopen en gezonder te eten. Toen heb ik verteld over vetverbranding en dat het misschien goed is om de keren dat 45 ze hardloopt uit te breiden naar 60 min om zo meer vetverbranding te krijgen. Dat vond Danielle een goed idee. Daarnaast om conditie op te bouwen later de intensiteit verhogen. Ik heb aangeboden om samen een schema te maken met daarin hoe je het beste kunt doen aan vetverbranding en hoe je daarnaast bezig kunt gaan met conditie opbouw. Ook in het schema meegenomen het wat vergroten van de spiermassa en ik heb uitgelegd waarom. Danielle vond dit een heel goed idee en kreeg de motivatie om aan de bak te gaan zei ze. Verder hebben we het gehad over voeding en vooral het snacken. Daarbij gaf Danielle aan dat ze graag op iets wou knabbelen wanneer ze aan het werk is bijvoorbeeld. Ik gaf aan dat het misschien goed is om in plaats van de slechte snacks een stuk groente of fruit te nemen. Fruit vind Danielle erg lekker, maar groente vind ze minder lekker. Dus toen hebben we afgesproken dat ze een standaard een stuk fruit mee naar werk neemt. Eigen handelen Tijdens de adviesgesprekken was ik op het begin wat nerveus. Ik maakte een niet ontspannen indruk. Wanneer het gesprek vorderde kwam ik steeds beter in mijn rol en ging het gesprek ook beter lopen waardoor ik ontspande. Sommige gesprekken gingen beter dan de andere. Ik heb altijd het gesprek gedaan aan de hand van de BRAVO-factoren, dat werkte vrij goed. Er zat daardoor meer lijn in het gesprek. Verder probeerde ik degene met wie ik sprak ook veel aan het woord te laten, maar wanneer ik iets ging uitleggen merkte ik dat ik wel lang achter elkaar aan het praten was. Al bij al een goede ervaring. 46 Bronvermelding Sites https://bb.helo.hanze.nl/bbcswebdav/pid-3232102-dt-content-rid7193058_2/courses/hsv.1309.actleefst1314/Normeringen%20versie.pdf https://www.hartstichting.nl/bmi http://www.longforum.nl/index.php?topic=457.0 http://www.spirometrie.info/piekstroommeting.html 47