Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten A.M.J. Brouwer, 326580 Begeleider: Dr. H.L. Klaassen Tweede lezer: Dr. F.B.L. van der Meer Erasmus Universiteit Rotterdam Augustus 2011 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Voorwoord Met deze scriptie komt er een einde aan mijn studie Bestuurskunde. Ik heb de studie en de daarbij horende colleges als zeer waardevol beschouwd. Door de inbreng van de verschillende (gast) docenten heeft het werken bij een overheid voor mij een nieuwe dimensie gekregen. Een speciaal dankwoord is op zijn plaats voor de begeleider van mijn scriptie, Dr. H.L. Klaassen. De professionele en inspirerende gesprekken zorgden er voor dat ik met hernieuwde energie mijn scriptie kon afronden. Ook gaat mijn erkentelijkheid uit naar de heer dr. F.B.L. van der Meer voor de snelle wijze waarop hij als tweede lezer mij voorzag van waardevolle en relevante en opmerkingen. Spijkenisse, 30 augustus 2011 Anja Brouwer 2 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Inhoud Samenvatting .......................................................................................................................................................... 5 1. 2. 3. 4. 3 5. Inleiding .......................................................................................................................................................... 7 1.1 Aanleiding .............................................................................................................................................. 7 1.2 Aanbestedingen en lokale overheden ................................................................................................... 8 1.3 Probleemstelling .................................................................................................................................. 10 1.4 Doel van het onderzoek ....................................................................................................................... 10 1.5 Centrale vraag en deelvragen .............................................................................................................. 10 1.6 Onderzoeksopzet/methode................................................................................................................. 11 1.7 Leeswijzer ............................................................................................................................................ 11 Aanbestedingen en aanbestedingsregels ..................................................................................................... 12 2.1 Historie ................................................................................................................................................ 12 2.2 Motieven voor het introduceren van aanbestedingsrichtlijnen .......................................................... 13 2.3 Doelstelling van het aanbestedingsrecht ............................................................................................ 14 2.4 New Public Management .................................................................................................................... 15 2.5 Samenvatting aanbestedingen en aanbestedingsregels ..................................................................... 16 Aanbestedingen en aanbestedingsregels in uitvoering ............................................................................... 17 3.1 Aanbestedingsregels en Europa .......................................................................................................... 17 3.2 Aanbestedingsregels en Nederland ..................................................................................................... 18 3.3 Aanbestedingsregels en de praktijk ..................................................................................................... 20 3.4 Aanbestedingen en lokale overheden ................................................................................................. 20 3.5 Aanbestedingen en marktwerking ...................................................................................................... 21 3.6 Aanbestedingsvormen ......................................................................................................................... 23 3.7 Aanbestedingsmotivaties .................................................................................................................... 26 3.8 Samenvatting aanbestedingen en aanbestedingsregels in uitvoering ................................................ 32 Knelpunten in de uitvoering bij aanbestedingen ......................................................................................... 34 4.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 34 4.2 Gemeente 1 ......................................................................................................................................... 34 4.3 Gemeente 2 ......................................................................................................................................... 40 4.4 Gemeente 3 ......................................................................................................................................... 44 4.5 Samenvatting van de knelpunten bij aanbestedingen ........................................................................ 48 Verklaringen voor de knelpunten bij aanbestedingen ................................................................................. 51 5.1 Inleiding ............................................................................................................................................... 51 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 6. 5.2 Gemeente 1 ......................................................................................................................................... 51 5.3 Gemeente 2 ......................................................................................................................................... 55 5.4 Gemeente 3 ......................................................................................................................................... 58 5.5 Samenvatting verklaringen van de knelpunten bij aanbestedingen ................................................... 61 Samenvatting en conclusies ......................................................................................................................... 63 6.1 Welke verklaringen zijn er voor het deviant gedrag van lokale overheden ........................................ 63 6.2 Wat is de logica van het aanbestedingsrecht en hoe is dit vormgegeven? ......................................... 63 6.3 Hoe verhouden de aanbestedingsregels (wet) zich tot de aanbestedingen in de praktijk? ............... 64 6.4 Welke knelpunten zijn te onderkennen in de uitvoering van aanbestedingsprocedures. .................. 65 6.5 Welke verklaringen zijn te geven voor het niet naleven van de aanbestedingsregels. ....................... 67 6.6 Conclusie.............................................................................................................................................. 68 Bijlage 1 Literatuurlijst .......................................................................................................................................... 69 Bijlage 2 Format Interview .................................................................................................................................... 71 Bijlage 3 Inkoopbeleid gemeente 2 en 3 ............................................................................................................... 73 Bijlage 4 een vraag aan Europadecentraal ............................................................................................................ 76 4 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Samenvatting Vanaf eind jaren zeventig is er binnen de overheid een tendens om zich steeds meer te richten op te kerntaken. Andere taken worden verzelfstandigd of zo veel mogelijk uitbesteed aan specialisten. De grenzen tussen privaat en publiek verschuiven. Ook het “bedrijfsmatig werken”(New Public Management) doet hierbij haar entree. Het wegzetten van taken bij andere partijen vindt onder andere plaats door aanbestedingen. Beoogd wordt hiermee de beste prijs/kwaliteit-verhouding uit de markt te halen. Nederland kent een historie op het gebied van aanbestedingsregels. Bij het aanbestedingsbeleid komt een aantal beleidsvragen en beleidsonderwerpen aan de orde zoals, de interne organisatie van aanbestedingen, waarborging van interne integriteit en waarborgen van transparantie. De Europeanisering van beleid en bestuur leidt ertoe dat steeds meer beleid een Europese oorsprong heeft, terwijl de effecten vooral nationaal zichtbaar en merkbaar zijn. Het doel van het Europees aanbestedingsbeleid is het openstellen van de markt voor alle bedrijven in de Europese Unie, ongeacht het land waar ze zijn gevestigd. Doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid zijn de criteria waarop beleid binnen de (lokale) overheden wordt ontwikkeld. Bij de uitvoering en verantwoording wordt voor gemeenten zichtbaar dat de nieuwe Europese aanbestedingsregels niet in de eerste plaats gericht zijn op de belangen van de overheid, maar op de belangen van de marktdeelnemers. Er wordt dus een andere rol gevraagd van de overheid. Uit onderzoek blijkt dat de aanbestedingsregels vaak niet worden nageleefd. Het doel van het voorliggende stuk is inzicht te verkrijgen waarom de aanbestedingsregels niet worden nageleefd. De hiermee verkregen inzichten moeten het mogelijk maken om het deviant gedrag van overheden te verklaren. De legitimering om in te grijpen bij gunningen door het opstellen van aanbestedingsregels in Europees verband was de gedachte dat ieder bedrijf in Europa ook in aanmerking zou moeten komen voor opdrachten in een ander Europees land. Het doel van de richtlijnen voor overheidsopdrachten is het openstellen van overheidsopdrachten voor alle bedrijven gevestigd in de Europese Unie, ongeacht hun nationaliteit. Een aanbestedende dienst (in dit geval een gemeente) mag dus geen opdrachten voorbehouden aan ondernemingen uit het eigen land. Er mogen dus ook geen eisen worden gesteld waaraan alleen nationale bedrijven kunnen voldoen. Dit past bij de hervormingen binnen de overheid die eind jaren zeventig, begin jaren tachtig plaatsvonden. Het gaat dan om de introductie van het model van New Public Management (NPM). De sturing op basis van hiërarchie is vervangen door sturing op grond van contracten. De private sector (bedrijfsmatig werken) wordt als voorbeeld gezien. Voor gemeenten betekent dit een wijziging waarbij de burger als klant wordt gezien. In hetzelfde perspectief wordt de ondernemer (marktpartij) eenzelfde status (bescherming) geboden. De focus is hier gelegd op de “marktwerking”. In de praktijk blijkt het marktmechanisme niet in alle opzichten te voldoen. De uitvoering, het proces en de cultuur zijn ingegeven door de New Public Managementgedachte. De (Europese) aanbestedingsregels zijn primair gericht op transparantie en de belangen van marktdeelnemers (doel) met als uitgangspunt dat de marktwerking de corrigerende factor is. De corrigerende factor wordt als onvoldoende ervaren. De regelgeving is complex en nodigt uit tot creatieve oplossingen die niet gericht zijn op het product, maar op het ontwijken van de aanbestedingsregels. 5 Het toedelen van indirecte kosten aan het product vindt onvoldoende plaats. Dit is vooral zichtbaar bij de leveringen en diensten die op de markt worden gezet. Een ander knelpunt dat bij de uitvoering wordt geconstateerd betreft de diversiteit aan producten die naar aard (goederenkarakteristiek) moeilijk specificeerbaar zijn. Hierbij voldoen de output en outcome niet aan de verwachtingen. De output van deze goederen is bij aanbestedingen moeilijk te beschrijven. Bij de drie onderzochte gemeenten is geconstateerd dat de aanbestedingsvormen creatief gebruikt en misbruikt worden. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Bij gemeenten is een zekere weerstand waarneembaar om werken, diensten of goederen op de markt te zetten. De nadelen van aanbestedingen worden door de onderzochte gemeenten op alle aspecten ervaren behalve op het aspect prijs. De verwachtingen van de Europese regelgeving op de weg naar een geïntegreerde markt waren dat als gevolg van een grotere markt er schaalvergroting zou optreden en meer concurrentie, dat op zijn beurt weer tot gevolg zou hebben dat er lagere prijzen tot stand zouden komen. Deze verwachting past bij de hervormingen die in de jaren tachtig als gevolg van de New Public Managementgedachte werd voorgestaan. In de jaren negentig werden deze hervormingen binnen de gemeenten vorm gegeven door het uitbesteden en aanbesteden van een groot deel van hun taken. De uitkomsten van dit onderzoek binnen drie middelgrote gemeenten laat een aarzeling zien over de mogelijkheden (voordelen) van het bedrijfsmatig werken. De werking van een prestatie- meetcultuur zoals die binnen de private sector gebruikelijk is, zijn voor deze gemeenten zeker geen blauwdruk. Door juridisering en de focus die gericht is op het proces (in plaats van dat de focus is gericht op de outcome), lijkt er door deze overvloed aan regelgeving een kloof te ontstaan in de uitvoering bij lokale overheden ten opzichte van de (implementatie) Europese regelgeving. Maatregelen die in eerste instantie bedoeld waren om aan de relatie met de samenleving een nieuwe betekenis te geven (marktwerking), hebben juist de afstand vergroot. Er is nauwelijks ruimte voor innovaties bij producten. Het proces is belangrijker dan het uiteindelijk product. De opstapeling van regels (controle) gaat in de praktijk hun doel voorbij. Deze stapeling van regels is merkbaar door onder andere de hoge kosten die aanbestedingen met zich meebrengen. Ook treedt een zekere starheid op bij de uitvoering vanwege de angst de regelgeving niet goed toe te passen. Dit wordt teruggezien in het proces waarbij het steeds langer duurt voor het product daadwerkelijk op de markt wordt gezet. De lagere prijs bij aanbestedingen, die enige motivatie van de onderzochte drie gemeenten om aan te besteden, compenseert deze nadelen niet. Binnen de onderzochte gemeenten is er een beweging op gang die eigenlijk haaks staat op de inspanningen van Europa en het Rijk die “een betere borging van de aanbestedingsregels” nastreven. De veronderstelling dat de overheid op één centraal punt alle kennis bezit om voor iedere situatie de juiste regel op te stellen, gaat steeds minder op. Veiligheid, gezondheid, de kwaliteit van financiële producten of een goede leefomgeving laten zich niet volledig in dergelijke regels vangen. Om deze reden past een verschuiving van het aanbesteden op basis van gedetailleerdheid in regelgeving naar een aanbesteding waarop de wederpartij kan worden aangesproken op zijn eigen professionaliteit, eigen creativiteit en daarmee ook op zijn eigen verantwoordelijkheid (Scheltema in Hebly e.o. 2010) 6 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 1. Inleiding 1.1 Aanleiding We leven in een tijdperk waarin de wereld om ons heen in snel tempo wijzigt. Europese landen die nog niet zo heel lang geleden oorlogen tegen elkaar voerden gebruiken nu een gezamenlijk munt en maken afspraken met elkaar over de wijze waarop economische ontwikkelingen vorm moeten krijgen. Tegelijkertijd blijven oude problemen bestaan, zoals de terugkerende financiële en economische crisis. De overheid beweegt zich binnen deze ontwikkelingen op haar eigen wijze. Soms sloom, traag, dan weer dominant en aanwezig. De veranderingen binnen de samenleving zijn groot. Van een verzorgingsstaat naar een samenleving waar een groot deel van de verantwoordelijkheden worden neergelegd bij de burgers zelf. Een terugtredende overheid die op afstand stuurt. Onder invloed van deze veranderende visie is er een verschuiving waarneembaar waarbij het marktmechanisme aan belangrijkheid wint. Dit mede als reactie op de internationalisering van de economieën, maar ook vanuit het idee dat marktwerking en concurrentie de kosten zullen drukken en de efficiency zullen verhogen (http://www.pianoo.nl/regelgeving/visiedocumenten).Maar er is ook een verandering waarneembaar waarbij van de overheid gevraagd wordt de marktwerking te bezien vanuit andere waarden en normen. Deze verandering heeft zijn consequenties. Over één van deze veranderingen binnen de nieuwe overheid gaat deze scriptie, namelijk aanbestedingen. Ontwikkeling aanbestedingsbeleid Vanaf de eind jaren zeventig is er binnen de overheid een tendens om zich steeds meer te richten op de kerntaken. Andere taken worden verzelfstandigd of zo veel mogelijk uitbesteed aan specialisten. De grenzen tussen privaat en publiek verschuiven. Ook het “bedrijfsmatig werken” doet hierbij haar entree. De introductie van het model van New Public Management (NPM) heeft daarbij een grote rol gespeeld. Achter het concept van NPM gaat de gedachte schuil dat het mogelijk moet zijn om ook in de publieke en non-profitsector technieken uit de private sector te introduceren zodat de bedrijfsvoering effectiever en efficiënter uitgeoefend kan worden (Hakvoort en Klaassen 2008:15). Het wegzetten van taken bij andere partijen vindt onder andere plaats door het aanbesteden van de werken. Beoogd wordt hiermee om de beste prijs/kwaliteits-verhouding uit de markt te halen. Nederland kent een historie op het gebied van aanbestedingsregels. Al in 1815 werd openbaar aanbesteden voor de Rijksoverheid verplicht gesteld bij Koninklijk besluit. Net als nu was ook toen al het doel van deze regels "een doelmatig beheer van middelen en het bestrijden van corruptie van ambtenaren"(http://www.europadecentraal.nl/menu/325/Publicaties.htmle).Vergelijkingen met de private sector richten zich dan wel op het bedrijfsmatig werken, maar ook in dit verband wordt van de overheid verwacht dat zij zichzelf verplicht tot zorgvuldig handelen, hetgeen immers een taak van de overheid is. Iedere overheid is weliswaar vrij in de vaststelling van haar aanbestedingsbeleid maar dit dient te geschieden binnen de grenzen die het aanbestedingsrecht stelt. Bij het aanbestedingsbeleid komt een aantal beleidsvragen en beleidsonderwerpen aan de orde zoals: de interne organisatie van aanbestedingen, waarborging van interne integriteit en waarborgen van transparantie. Ook de implementatie van Europese regelgeving speelt een grote rol bij het Nederlandse aanbestedingsbeleid. Ontwikkeling regelgeving Europa 7 De eerste Europese regels over aanbesteden ontstonden begin jaren '70 met als doel te komen tot vrije, eerlijke concurrentie binnen de Europese Economische Gemeenschap (EEG). In de jaren '80 en '90 ontstond een ware lappendeken aan regels, waarin de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen uit 1993 maar weinig samenhang en transparantie kon brengen. In 2004 is de Europese richtlijn aanbestedingen aangenomen. Europese besluiten op sociaal- economisch gebied worden genomen in de vorm van verordeningen, Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten beschikkingen, richtlijnen, aanbevelingen en adviezen. Richtlijnen zijn opdrachten aan de lidstaten om hun nationale wetgeving aan te passen, waarbij zij ruimte krijgen voor nadere invulling (Breeman e.a. 2008). Er zijn verschillende aanbestedingsreglementen in omloop. Strikt genomen zijn reglementen geen wetgeving, maar afspraken die een opdrachtgever van toepassing kan verklaren. In de praktijk lopen de bepalingen in wetgeving en in reglementen soms door elkaar en lijkt de keuze arbitrair welke bepalingen in wetgeving zijn vastgelegd en welke in reglementen. De verklaring ligt dan meestal in de achtergrond: de wetgeving is gebaseerd op de Europese richtlijnen, de reglementen meer op de vraagstukken waartegen men bij de uitvoering van een aanbesteding aan kan lopen. De landelijke overheid in Nederland gebruikt bij aanbestedingen van werken altijd het Aanbestedingsreglement Werken (ARW 2005). Dit reglement is aangepast naar aanleiding van de bouwfraude. Decentrale overheden (gemeenten, provincies) en andere publieke opdrachtgevers kunnen dit op vrijwillige basis ook doen Ontwikkeling regelgeving Nederland Zoals eerder aangegeven ontstonden de eerste Europese regels over aanbesteden begin jaren '70 met als voornaamste doel een vrije, eerlijke concurrentie binnen de EEG. De veelheid aan regels in de jaren daarna bracht weinig samenhang en transparantie. Naar aanleiding van de Parlementaire Enquête Bouwnijverheid in 2001 besloot het kabinet te komen tot het Aanbestedingsreglement Werken (ARW 2004, later vervangen door ARW 2005). In 2005 werden de Europese richtlijnen verder vereenvoudigd tot één richtlijn voor leveringen, diensten en werken: Het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (BAO). De nutssector kent haar eigen "sector-specifieke" richtlijn BASS. Op 4 april 2006 heeft voormalig Minister van Economische Zaken, Brinkhorst, het wetsvoorstel voor de nieuwe Aanbestedingswet ingediend bij de Tweede Kamer. Het is nog onduidelijk wanneer deze nieuwe Nederlandse Aanbestedingswet samen met onderliggende regelgeving (AMvB's)- in werking zal treden. Met de nieuwe Aanbestedingswet wil het kabinet een modern wettelijk kader voor het aanbesteden maken. Aanleiding hiervoor was vooral het onderzoek van de Parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid. De nieuwe wet schept de mogelijkheid om op nationaal niveau nadere regels te stellen ter aanvulling of verduidelijking van de Europese aanbestedingsrichtlijnen. De belangrijkste vier aanvullingen zijn: 1. Er komt een verplichte toetsing van de integriteit van ondernemers die overheidsopdrachten gaan uitvoeren, waardoor niet-integere ondernemers worden uitgesloten. De toets ziet toe op veroordelingen voor strafbare feiten en overtredingen van mededingingswet. Hij wordt uitgevoerd door het Centraal Orgaan Verklaringen over het Gedrag (COVOG) van het Ministerie van Justitie. 2. Het wetsvoorstel regelt dat opdrachtgevers geen disproportioneel zware eisen kunnen stellen aan ondernemers. 3. Vermindering van administratieve lasten onder meer door verplichte aankondiging via een elektronisch aanbestedingsinstrument (TenderNed) en stroomlijning van het aanbestedingsproces zoals verplicht gebruik van standaardformulieren. 4. Harmoniseren van eigen reglementen van aanbestedende diensten, bijvoorbeeld ten aanzien van opdrachten onder de Europese aanbestedingsdrempels. 8 De nieuwe Aanbestedingswet is een raamwet, dat wil zeggen dat deze alleen hoofdzaken regelt. De concrete uitwerking zal net als bij de huidige wet voornamelijk in regelgeving op het niveau van Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) plaatsvinden. Dit is wenselijk om wijzigingen in de Europese Richtlijnen en ontwikkelingen in de jurisprudentie tijdig te kunnen implementeren. (http://www.europeseaanbestedingen.eu) 1.2 Aanbestedingen en lokale overheden In de Wet dualisering gemeentebestuur is opgenomen dat gemeenteraden drie verordeningen vaststellen die van belang zijn voor de financiële functie van de gemeente; de financiële verordening, de controle verordening Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten en de verordening inzake doelmatigheids- en doeltreffendheids-onderzoeken. In de financiële verordening die wordt voorgeschreven in artikel 212 Gemeentewet, kan de raad een nota inkoop en aanbesteden opnemen. De nieuwe aanbestedingswet die hierin zou moeten voorzien is namelijk nog niet aangenomen. Dit betekent dat, tot het moment van bekrachtiging, er geen wetgeving is die bepaalt dat, buiten de toepasselijkheid van de Europese aanbestedingsrichtlijnen, aanbesteed dient te worden. Met de dualisering zijn de begrotingsuitvoering, het bewaken van de financiële positie en de rechtmatige, doeltreffende en doelmatige besteding, grotendeels taken van het college geworden. Evenals het organiseren van de bedrijfsvoering. Dat geldt ook voor de inrichting van de ambtelijke organisatie en voor de administratieve systemen die noodzakelijk zijn voor een goede uitoefening van de financiële functie. De regels, opgenomen in de verordeningen, vormen voor het college een belangrijke toets bij het afleggen van verantwoording aan de raad na afloop van het begrotingsjaar. De raad is vanuit de Wet dualisering gemeentebestuur gepositioneerd als controleur en kadersteller. De rekenkamer moet vooral de doeltreffendheid en doelmatigheid van het gevoerde beleid beoordelen. In plaats van een onafhankelijke rekenkamer kunnen gemeenteraden ook besluiten tot het in het leven roepen van een rekenkamerfunctie binnen de raad. Bij een aanbesteding moeten de beginselen van het EG-verdrag (sinds 1-12-2009 verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) worden nageleefd. De aanbestedingsprocedure moet objectief, transparant en non-discriminatoir zijn. Boven een bepaalde drempelwaarde is de Europese aanbestedingsrichtlijn van toepassing. Ook de accountantscontrole moet onder andere toezien op de rechtmatigheid van gemeentelijke uitgaven. Een toets op de naleving van de Europese aanbestedingsregels enerzijds en de gemeentelijke protocollen en procedures anderzijds welke deel uit maken van de accountantscontrole. Ten aanzien van het aanbesteden is het college gerechtigd om privaatrechtelijke rechtshandelingen te doen. Het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) en het Besluit aanbestedingen speciale sectoren (Bass) zijn vanaf december 2005 van kracht. Deze beide besluiten implementeren in Nederland de nieuwe Europese aanbestedingsrichtlijnen. Het college werkt een en ander uit in interne regels (inkoopreglement) waarin de ambtelijke regels en procedures voor de inkoop en de aanbesteding van werken, leveringen en diensten worden vastgelegd. Kritieke factoren Wanneer er sprake is van wederzijds vertrouwen, is er op basis van ervaring de neiging om adequaat te reageren en afspraken te maken. Deze afspraken worden dan vaak achteraf formeel vastgelegd. Dit vanuit de filosofie dat je elkaar met een ander project weer nodig hebt. Dit voorkomt dat je afspraken niet nakomt. Door Europese regelgeving wordt een grotere openstelling van de markt voorgestaan. Dit houdt in dat de bestaande (goede) relaties met leveranciers beëindigd moet worden. De gemeente moet immers “de markt op”. Dit om een betere prijs/kwaliteit verhouding te kunnen bewerkstelligen. Of anders gezegd; de aanbestedingsregels zijn niet in de eerste plaats gericht op de belangen van de overheid, maar op de belangen van de marktdeelnemers. Zij moeten tot de markt kunnen toetreden. Doelmatigheid is geen doelstelling op zichzelf, maar veeleer een gevolg van het met inachtneming van de Europese aanbestedingsrichtlijnen ( het rechtmatigheid-aspect) uitvoeren van een verwervingsproces door de overheid (Wedekind, 2005). 9 Aanbesteden blijkt niet eenvoudig en er is een toenemende spanning merkbaar op onder andere het terrein prijs/ kwaliteit verhouding. Immers de prijs is een simpele indicator waarop goed te sturen valt. De kwaliteit is een moeilijkere indicator. Vooral waar het leveringen van diensten betreft. De relaties tussen bepaalde partijen in een netwerk wijzigen. Er moet gestuurd worden door eisen te stellen aan de relatie die tussen partijen in een netwerk bestaat (Bekkers 2007). Ook de juridisering van de aanbesteding is een valkuil. Nederlanders worden van oorsprong geassocieerd met een koopmansgeest. Dit strookt niet met een (trage) en zorgvuldige juridische inbedding van afspraken/ overeenkomsten. Juist in het bijzonder bij aanbestedingen schuilt het gevaar afgerekend te worden op procedurele fouten die tijdens de aanbestedingsprocedure zijn gemaakt. Een verantwoord aanbestedingsbeleid met een doelmatige en integere besteding van middelen, en het vrijblijvend streven naar een eindproduct met een zo laag mogelijk prijs tegen een kwalitatief hoogwaardig product, zijn Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten hierbij elkanders concurrenten. Binnen de lokale overheden ontstaat een strijd over de inzet en de verantwoording. Wegen de voordelen van een zogenaamde huisaannemer op tegen de voordelen van aanbestedingen? Oftewel vrijblijvendheid ten opzichte van controle. 1.3 Probleemstelling Het doel van Europees aanbesteden door de overheid is het openstellen van de markt voor alle bedrijven in de Europese Unie, ongeacht het land waar ze zijn gevestigd. Doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid zijn de criteria waarop beleid binnen de (lokale) overheden wordt ontwikkeld. De (overheids) organisatie beweegt zich binnen de arena van de (Europese) regels van de aanbestedingsmarkt. Maar die beweging is aarzelend en de aanpassing gaat moeizaam. Moeizamer dan je eigenlijk mag verwachten. De sturing moet gericht zijn op het inrichten en waarborgen van bepaalde marktcondities die ervoor zorgen dat er sprake is van marktwerking en dus concurrentie aldus Bekkers wanneer hij het heeft over sturing en procedurering van relaties (Bekkers 2007). Vaak worden er nog creatieve oplossingen bedacht om de strakke regels over de aanbesteding te ontlopen. Uit een onderzoek van de Algemene Rekenkamer is gebleken dat de rijksoverheid in 2007 voor minstens 43,4 miljoen euro, fout heeft aanbesteed. Volgens werkgeversorganisatie MKB-Nederland blijkt uit onderzoek dat in 70% van de gevallen de aanbestedingsregels niet worden nageleefd onder andere zoals in dit rapport genoemd, vanwege onvoldoende deskundigheid, complexe regelgeving die ruimte biedt voor interpretatie of product-afhankelijkheid. Kortom de voordelen die de aanbestedingsmarkt moet bieden is niet voor iedereen vanzelfsprekend. Wanneer men het heeft over het aanbesteden van bijvoorbeeld het openbaar vervoer, de huishoudelijke verzorging of ICT, is iedereen het met elkaar eens: aanbesteding is gecompliceerder dan men denkt. Het gaat dan niet eens over het beeld dat men heeft over de te leveren diensten, producten, of werken. Dit beeld is voor iedereen helder. Maar het wordt al ingewikkelder wanneer men het concreet moet maken. Wat is nu precies het product, de dienst of het werk? Welke kwaliteit verwacht je? Hoe ga je met elkaar om wanneer de zaken anders lopen dan je verwacht, of hebt afgesproken? Als overheid geef je het voorbeeld. Je moet je gedragen zoals de regels aangeven. Kortom, als publieke organisatie moet je ineens ingespeeld zijn op de complexe regels van het aanbesteden waarbij je overeenkomsten aangaat met de private partijen die (geldelijke) winst als doelmerk hebben. Er wordt dus een andere rol gevraagd van de overheid. 1.4 Doel van het onderzoek Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen in waarom de aanbestedingsregels niet volledig worden nageleefd. Vervolgens kan aan de hand van deze uitkomsten bepaald worden wat hieraan gedaan kan worden. De hiermee verkregen inzichten moeten het mogelijk maken om het deviant gedrag van overheden te verklaren en te bepalen wat de mogelijkheden zijn om de kloof te dichten. Daarbij concentreert dit onderzoek zich op de lokale (middelgrote) overheden. Dat hierbij het juridische aspect van het aanbesteden een belangrijke plaats zal innemen, is vanzelfsprekend. Maar ook wordt hierbij de economische als wel de bestuurskundige aspecten betrokken. Want juist op het gebied van het publieke domein blijkt het combineren van deze drie aandachtvelden niet vanzelfsprekend. 1.5 Centrale vraag en deelvragen Welke verklaringen zijn er voor het deviant gedrag van lokale overheden als het gaat om de aanbestedingsregels en wat zijn de mogelijkheden om deze kloof te dichten? Deze vraag wordt beantwoord vanuit de volgende deelvragen: 10 1. 2. 3. 4. Wat is de logica van het aanbestedingsrecht en hoe is dit vormgegeven. Hoe verhouden de aanbestedingsregels (wet) zich tot de aanbestedingen in de praktijk. Welke knelpunten zijn te onderkennen in de uitvoering van aanbestedingsregels. Welke verklaringen zijn te geven voor het niet naleven van de aanbestedingsregels en welke aanpassingen in regelgeving of praktijkoplossingen kunnen helpen de kloof te dichten. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 1.6 Onderzoeksopzet/methode Het onderzoek beperkt zich tot de gemeenten, in het bijzonder de middelgrote gemeenten. Het doel van het onderzoek is het inzichtelijk maken waarom de (Europese) regelgeving op het gebied van aanbestedingen niet consequent wordt nageleefd. De hiermee verkregen inzichten moeten het mogelijk maken om het deviant gedrag van lokale overheden te verklaren en te bepalen wat de mogelijkheden zijn om naleefgedrag te kunnen realiseren. Voor het onderzoek wordt gebruik gemaakt van de methode van een intensieve onderzoeksbenadering (case-study). Aan de hand van deze onderzoeksbenadering wordt inzicht verkregen in de door de betrokken partijen ervaren knelpunten en de oplossingen die hiervoor al dan niet gevonden zijn. Het komt erop neer dat we de wereld zoals deze door betrokkenen gezien wordt, proberen te ontdekken, en daarmee proberen te verklaren waarom processen zich afspelen zoals ze doen. We bereiken hiermee een “verdieping”en een “nadere detaillering” van hetgeen uit extensief onderzoek kan komen of al naar voren is gekomen (Swanborn, 1996). Het onderzoek concentreert zich op middelgrote gemeenten. In het onderzoek wordt onder andere aandacht besteed aan sociale interactie en de betekenis die de verschillende medewerkers bij de aanbestedingen aan elkanders handelingen verbinden. 1.7 Leeswijzer In hoofdstuk 1 wordt geschetst op welke wijze aanbestedingen een rol zijn gaan spelen in het publieke domein. Een korte introductie volgt over de ontwikkelingen op dit gebied in Europa en in Nederland. Vervolgens komen knelpunten in beeld die in eerste instantie aanleiding hebben gegeven om aanbestedingen binnen de overheid nader te onderzoeken. Ook de wijze waarop dit onderzoek plaats zal gaan vinden wordt hier nader uiteengezet. In hoofdstuk 2 wordt de rechtvaardiging weergegeven waarom aanbestedingenregels binnen Europa zijn geïntroduceerd en op basis van welke argumenten deze regels zijn vertaald (geïmplementeerd) in Nederlandse regelgeving. Hoofdstuk 3 is de verdieping van de implementatie van voornoemde regelgeving waarbij de Europese regels worden afgewogen ten opzichte van de Nederlandse regelgeving. Ook wordt nader ingegaan op de invloed van marktwerking en in welke mate goederenkarakteristieken een rol kunnen spelen bij aanbestedingen. In hoofdstuk 4 worden de knelpunten benoemd die zijn waargenomen binnen drie middelgrote lokale gemeenten. Deze knelpunten zijn naar voren gekomen tijdens interviews en bij het opvragen van papers, managementletters, accountantsrapporten, rapporten van rekenkamers etc. Ook is gebruik gemaakt van een schema waarbij geprobeerd is om de afwegingen bij aanbestedingen inzichtelijk te maken. In hoofdstuk 5 worden de verklaringen voor de knelpunten gegeven . Hoofdstuk 6 worden de conclusies geformuleerd. 11 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 2. Aanbestedingen en aanbestedingsregels 2.1 Historie Nederland kent een lange historie op het gebied van aanbestedingsregels. Al in 1815 werd openbaar aanbesteden voor de Rijksoverheid verplicht gesteld bij Koninklijk besluit. Het doel van deze regels was “een doelmatig beheer van middelen en het bestrijden van corruptie van ambtenaren”. Aan het nationale aanbestedingsrecht en het Europese aanbestedingsrecht, dat in wezen zijn oorsprong vindt in het EG-verdrag (d.d. 25 maart 1957) liggen de beginselen van het vrije verkeer en de daarmee samenhangende beginselen van het aanbestedingsrecht ten grondslag. De algemene beginselen van aanbestedingsrecht zijn: Gelijke behandeling: gelijke omstandigheden mogen niet verschillend worden behandeld, tenzij dat verschil objectief gerechtvaardigd is. Ook verkapte of indirecte discriminatie is verboden. Transparantie: de gevolgde procedure moet doorzichtig (en dus controleerbaar) zijn. Dit is een logisch uitvloeisel van het beginsel van gelijke behandeling. Normaal zorgvuldige inschrijvers moeten weten waar zij aan toe zijn. Proportionaliteit: de gekozen maatregelen en criteria moeten zowel noodzakelijk als passend zijn met het oog op hetgeen de aanbestedende dienst wil bereiken. De gestelde eisen mogen dus niet te zwaar zijn in verhouding tot de opdracht. Wederzijdse erkenning: lidstaten van de EU moeten goederen en diensten van ondernemingen uit andere lidstaten toelaten voor zover die goederen en diensten op gelijkwaardige wijze beantwoorden aan de legitieme doelstellingen van de lidstaat van bestemming. (kennisportal Europese aanbesteding 2010) De eerste Europese aanbestedingsrichtlijnen dateren uit de jaren ‘70. De gedachte was dat de grote opdrachten die de overheid uitgaf, in het openbaar zouden moeten aanbesteed. De bedoeling was ook dat de opdrachten beschikbaar zouden komen op de Europese markt, dat wil zeggen dat ieder bedrijf in Europa ook in aanmerking zou moeten komen voor opdrachten in een ander Europees land. In de jaren '80 en '90 ontstond een ware lappendeken aan regels, waarin de Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen uit 1993 maar weinig samenhang en transparantie kon brengen. Naar aanleiding van de Parlementaire Enquête Bouwnijverheid in 2001 besloot het kabinet te komen tot het Aanbestedingsreglement Werken. In 2005 werden de Europese richtlijnen verder vereenvoudigd tot één richtlijn voor leveringen, diensten en werken. Begin 2006 heeft de Minister van Economische Zaken (Brinkhorst) het wetsvoorstel voor de nieuwe Aanbestedingswet ingediend bij de Tweede Kamer. 12 1815 1927 ’70: ’80: 1993: 1998: 2001: 2004: 2005: 2006: Koninklijk Besluit stelt openbaar aanbesteden voor Rijksoverheid verplicht Bekrachtiging aanbestedingsregels in Comptabiliteitswet Eerste Europese aanbestedingsregels inzake overheidsopdrachten Liberalisatierichtlijnen worden coördinatierichtlijnen (voor levering, diensten, werken en nutssector) Één nationaal wettelijk kader voor aanbestedingsrecht: Raamwet EEG-voorschriften aanbestedingen Europese Commissie kondigt modernisering richtlijnen aan Parlementaire Enquête Bouwnijverheid Twee vernieuwde Europese aanbestedingsrichtlijnen van kracht (klassieke en sectorspecifieke): de richtlijnen 2004/18/EG en 2004/17/EG. Europese richtlijnen omgezet in Bao en Bass en ARW 2004 vervangen door ARW 2005 Minister dient wetsvoorstel Aanbestedingswet in bij Tweede Kamer Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten De nieuwe Aanbestedingswet is nog steeds niet aangenomen door de Tweede Kamer en is nog aan veel kritiek onderhevig zoals uit een recente publicatie in een bouwkrant blijkt: DEN HAAG - Negen hoogleraren hebben zich georganiseerd in een uitzonderlijk initiatief om de nieuwe aanbestedingswet op wetenschappelijke wijze onder de loep te nemen. Het Academisch Genootschap Aanbesteden bestaat uit vier juridische hoogleraren en vijf economische professoren. De komende maanden wil dit genootschap met wetenschappelijke artikelen duidelijk maken waar de nieuwe Aanbestedingswet tekortschiet. Rode draad "Zoals het wetsvoorstel er nu ligt, gaat het niet goed," zegt hoogleraar Aanbestedingsrecht Elisabetta Manunza (Universiteit Utrecht). Zij is samen met aanbestedingsprofessor Jan Telgen (Universiteit Twente) initiatiefnemer van het genootschap. "Overheidsopdrachten vormen een van de belangrijkste economische sectoren in ons land. Burgers en ondernemers zijn gebaat bij een goede economische ordening. Deze wet moet daar richtlijnen voor geven, maar de rode draad, het achterliggende idee, ontbreekt." Het genootschap hoopt invloed uit te oefenen op de besluitvorming in de Tweede Kamer. "De wet komt in de Tweede Kamer net nu veel parlementariërs met kennis over de aanbestedingswet naar huis zijn. De nieuwe kamerleden moeten zich nog inwerken. Wij proberen ze op een gefundeerde manier te helpen." Publicatie datum Cobouw: 22-07-2010 16:05 De kritiek van het genootschap concentreert zich op de fragmentatie van het systeem. “Het huidig aanbestedingsysteem is op zowel Europees als op nationaal niveau onnodig gefragmenteerd”, daarom wordt gepleit voor een consistent systeem van eerlijke en doelmatige toedeling- en verdeling van overheidstransacties in plaats van de huidige irrationele lappendeken. ( Manunza e.a., 2010). De wetgever laat met het wetsvoorstel ten onrechte de kans liggen om zich uit te spreken over het antwoord op de vraag wanneer uitvoering in eigen beheer valt te prefereren boven uitbesteding aan de markt. Bij het bedenken van de “nieuwe regels omtrent aanbestedingen” had de overheid zich moeten beraden, ten eerste over de invulling van het begrip “diensten van algemeen belang” en ten tweede of de huidige contouren van het aanbestedingsrecht nog wel afdoende zijn voor de oplossing van dit probleem, dat in de naaste toekomst alleen maar zal toenemen. (Manunza e.a., 2010). 2.2 Motieven voor het introduceren van aanbestedingsrichtlijnen Als eerste doet zich hier de vraag voor wat de reden is voor een overheid (in dit geval de Europese Unie) om, door het opstellen van aanbestedingsrichtlijnen, in te grijpen bij het gunnen van werken, diensten dan wel leveringen. Al in 1985 presenteerde de Europese Commissie een document “Witboek inzake de voltooiing van de Interne Markt 1992”. De doelstelling van dit document was het wegnemen van de belemmeringen die er nog steeds in de toenmalige EU-landen bestonden en die een vrij goederen-, diensten-, kapitaal- en personenverkeer binnen de EU in de weg stonden. Per 1 januari 1992 moesten daartoe de belemmeringen op het gebied van regels, verschil in wetgeving en belastingstructuren worden opgeheven, om aldus een interne markt te kunnen krijgen (Somers e.a.2004) . Met de voltooiing van de interne markt in 1992 heeft de Europese Unie onder andere geprobeerd de consumenten te laten profiteren van lagere productiekosten door ondernemingen te dwingen te produceren tegen de objectief laagst mogelijke kosten. Door het wegvallen van de interne grenzen in de Europese Unie werd de uitwisseling van goederen en diensten vrijer dan voorheen het geval was. Deze verruiming van de markt vergroot de concurrentie, waardoor bestaande nationale monopolies en oligopolies worden aangetast en het prijspeil van de consumptiegoederen kan dalen (Dietz e.a.2004) . In werkelijkheid blijkt het marktmechanisme niet in alle opzichten te voldoen. Zoals de bouwfraude hier een voorbeeld van is. Eind 2001 werd het onderzoek van de Parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid openbaar. De commissie constateerde ernstige dwalingen. Ten aanzien van de aard van de onregelmatigheden komt de commissie tot de volgende conclusies: 13 • • • De aanbestedingsfase blijkt in de bouwnijverheid bijzonder gevoelig voor onregelmatigheden. Mededingingsrechtelijke overtredingen als vooroverleg (met name het maken van afspraken over marktverdeling en prijzen) komen structureel voor, soms gepaard gaande met fiscale fraude en valsheid in geschrifte. Deze onregelmatigheden hebben structureel vorm gekregen via afspraken over marktverdeling en prijzen. Deze zijn vastgelegd in extra comptabele administraties. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten • • • • Dit systeem van vooroverleg, prijsafspraken en marktverdeling was al lang in strijd met de Europese wet- en regelgeving, hetgeen in 1992 werd bevestigd door de Europese Commissie. De betrokken bedrijven hebben nagelaten hun eigen verantwoordelijkheid te nemen en te breken met het systeem of bleken althans niet in staat zich eraan te onttrekken. Noch de toezichthoudende overheidsdiensten noch de private brancheorganisaties zijn effectief tegen het wijdverbreide systeem opgetreden. Het systeem heeft een drieledig effect: ontoelaatbare beperking van de mededinging (door prijs- en marktafspraken), met als gevolg daarvan benadeling van de opdrachtgever (en belastingbetaler) en een kans op collusie en corruptie. Ten aanzien van de omvang van de onregelmatigheden stelt de commissie het volgende vast: • Gelet op de schaduwadministraties zijn vele, zo niet alle grote bouwbedrijven,met name in de grond-, weg- en waterbouw, structureel betrokken bij onwettelijke verrekensystemen. • Het is gebleken dat soortgelijke systemen ook gehanteerd zijn in andere delen van de bouwsector en flankerende branches als die van installatie-, beton- en explosievenopruimingsbedrijven. • Dergelijke systemen hebben blijkbaar jarenlang kunnen blijven bestaan. • Het zogeheten pepernotencircuit betreft geen virtuele maar reële, in geld uit te drukken en te verrekenen waarden. • Op basis van de schaduwadministratie van Koop Tjuchem is het niet mogelijk de benadeling van opdrachtgevers in absolute bedragen te becijferen. Aan de hand van 211 mislukte openbare aanbestedingen is voor die aanbestedingen een beoogd ophoogpercentage van 8,8 procent berekend. • Dit is overigens aanzienlijk hoger dan het percentage dat in het verleden, toen horizontale rekenvergoedingen nog niet waren verboden, werd gehanteerd voor de berekening van de onderling te compenseren vergoedingen. • Andere (internationale) onderzoeken en de literatuur over de werking van kartels, wijzen uit dat de genoemde 8,8 procent allerminst illusoir moet worden beschouwd (gemiddeld tien procent). • Het rendement van twee tot drie procent op de omzet geeft een te beperkt inzicht in de rendementen die in de bouwnijverheid worden behaald. Andere indicatoren, zoals het rendement op eigen vermogen, wijzen niet op marginale rendementen. (Uit onderzoek Parlementaire enquêtecommissie Bouwnijverheid) In vervolg op de uitkomsten zijn de aanbestedingsregels flink aangescherpt. Maar dit betreft regels waarbij het aanbestedingsrecht op juridisch vlak wordt dichtgetimmerd. Vanuit economisch perspectief is er nog wel een aantal open einden. De bouwfraude speelt zich, zoals uit het onderzoek blijkt, voornamelijk af tussen de overheid en bouwbedrijven en niet of nauwelijks in de private sector zelf. Een overheid die als aanbestedende dienst, in het nauwe keurslijf van aanbestedingsregels, zich niet aan de onderhandelingstafel kan begeven. Los van voornoemde dwalingen kan men stellen dat marktwerking is gebaseerd op het ideaaltype van de vrije markt en de consument als rationele factor. Zo heeft de concurrentie tussen zorgaanbieders vooralsnog vooral geleid tot een concurrentie op prijs voor bepaalde zorgpakketten en niet op kwaliteit ( Bekkers 2007). 2.3 Doelstelling van het aanbestedingsrecht In de rechtsliteratuur komt onder andere de volgende karakterisering van het aanbestedingsrecht voor: 14 Aanbestedingsrecht is het geheel van geschreven en ongeschreven regels dat de rechtsverhouding tussen de aanbesteder en één of meer inschrijvers of gegadigden en deze onderling normeert, en dit met het oog op de totstandkoming van een overeenkomst betreffende een in de aanbestedingsdocumenten beschreven, en voldoende bepaalde opdracht. Het doel van de richtlijnen voor overheidsopdrachten, het openstellen van overheidsopdrachten voor alle bedrijven gevestigd in de Europese Unie, ongeacht hun nationaliteit. Een nationale overheid (aanbestedende dienst) mag dus geen opdrachten voorbehouden aan ondernemingen uit het eigen land. Om gelijke kansen voor alle bedrijven uit de EU mogelijk te maken is het belangrijk dat opdrachten van aanbestedende diensten uit de lidstaten vooraf bekend zijn bij de bedrijven. Dit is de reden waarom de Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten richtlijnen voor overheidsopdrachten de aanbestedende diensten verplichten een voorgenomen opdrachten bekend te maken in het Supplement op het Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. In de bekendmaking moet de opdracht zodanig worden omschreven dat bedrijven uit alle lidstaten een offerte kunnen indienen. Er mogen hierin dus geen eisen worden gesteld waaraan alleen nationale bedrijven kunnen voldoen. Ook mag er in de opdrachtomschrijving niet worden verwezen naar bepaalde merken, zodat gelijkwaardige producten van andere merken uitgesloten worden. Ten slotte moet de aanbestedende dienst ook bekendmaken dat zij de opdracht heeft gegund, zodat concurrenten kunnen nagaan welk bedrijf de opdracht heeft gekregen. Meer gespecificeerd zijn de doeleinden van de richtlijnen: - - De verdere totstandkoming van de interne markt (het vrije verkeer van goederen, diensten, kapitaal en personen) binnen de EU. Het gelijkschakelen van de wetgeving van de afzonderlijke lidstaten van de EU. De richtlijnen zijn namelijk bindend en de nationale wetgeving dient er op aangepast te zijn. Het stimuleren van de vrije, eerlijke concurrentie binnen de EU door openbare bekendmaking van (voorgenomen) opdrachten en gunningen en daarmee de bevordering van de doorzichtigheid van de markt. Het bewerkstelligen van besparingen voor de opdrachtgevers (aanbestedende diensten). Het verzekeren van publicatie van ca. 20 % van het totale volume aan overheidsopdrachten dat ongeveer overeenkomt met 80 % van de totale waarde van de markt. Uit Kennisportal Europese aanbestedingen (www.europeseaanbestedingen.eu) Overigens is het opvallend dat één van de eerste doelstellingen “het bestrijden van corruptie van ambtenaren” (1815), nergens meer expliciet benoemd wordt. 15 2.4 New Public Management New Public Management (NPM) is een bestuurlijk managementfilosofie die mede onder invloed van de economische recessie in de jaren 1980 (Bovens, 2007) in de Angelsaksische wereld is ontstaan om de publieke sector te moderniseren. De term NPM is niet eenduidig te definiëren. Men kan het zien als een beweging die ervoor gezorgd heeft dat de klantgerichte benadering van burgers en instellingen steeds meer in de belangstelling is komen te staan bij overheidsorganisaties (Hood, 1991, Lips 2005). De meest bekende voorvechters van NPM zijn Osborne en Gaebler met het boek “Reinventing government”(1992). Hierin beschreven zij tien leidende principes waarmee de overheid meer ondernemend haar taken kan vervullen richting de samenleving. Kenmerkend voor NPM is het bedrijfsmatig perspectief (Bekkers, 2007) met de nadruk op de rol van de burger als klant (Bovens, 2007). Dit perspectief dient een overheid te creëren die in de bedrijfsvoering een grote nadruk legt op resultaatgerichtheid, bedrijfsmatig werken, publiek ondernemerschap, concurrentie en klantgerichtheid (Bovens, 2007). Koppenjan en Klijn (2004) melden dat binnen NPM het politieke besluitvormingsproces gescheiden is van de uitvoering. Tevens melden zij dat NPM sterk geënt is op het marktdenken waarbij een duidelijke focus ligt op effectiviteit, efficiency, prestatie-indicatoren en sturing op output. Binnen de overheid is er een focus op, waar mogelijk, privatisering in de toebedeling van publieke diensten en vindt een vervlechting plaats van de publieke en private sector (Politt, 2003). Bekkers (2007) merkt op dat dit een verandering in sturingsrelaties impliceert. De sturing op basis van hiërarchie (command en control) is vervangingen door sturing op grond van contracten. Koppenjan en Klijn (2004) merken op dat NPM kiest voor uitbesteding en contracten omdat dit ook een gebruikelijke wijze van samenwerking met andere partijen is in het bedrijfsleven. Waar in het bedrijfsleven echter ruimte is voor onderhandelingen, is dat bij overheden die contracten sluiten vaak juist niet het geval. De aanbestedingsregels bevestigen dit overigens, aangezien een eenmaal ingezette aanbestedingsprocedure weinig tot geen ruimte voor onderhandelingen biedt en eenmaal aanbestede contracten niet meer onderhandelbaar zijn. Houdt een overheidsinstantie zich niet aan deze regels, dan moet zij de aanbesteding opnieuw uitvoeren. Het horizontale effect van contractering in het bedrijfsleven lijkt daarom bij NMP toch te leiden tot horizontale verhoudingen. De contracten waar Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Bekkers aan refereert en die partijen dus gebruiken in de uitvoering, lijken voor wat betreft NPM daarom het beste aan te sluiten op de klassieke contractvorm. De klassieke contractvorm is een contract waarbij voorgeschreven staat hoe de gecontracteerde partij de diensten met aanbieden conform voortaf opgestelde prestatie-indicatoren en andere prikkels en restricties (Koppenjan&Klijn 2004). De nadruk ligt bij deze contractvorm op juridische regels (bijvoorbeeld aanbestedingsregels en privaatrecht), formele documenten (bestek, de offerte en het contract) en een volledige voorspelbaarheid in de uitvoering van het contract (Williamson 1996). Er is duidelijk sprake van een opdrachtgever/opdrachtnemer en dus verticale relatie. Koppenjan&Klijn (2004) stellen dat een tweetal voorwaarden aanwezig moet zijn om NPM als sturingsinstrument te laten slagen: De noodzaak van een duidelijke productspecificatie. Zonder een duidelijke productspecificatie is het moeilijk om te evalueren of de gecontracteerde partij zin verplichting nakomt; De noodzaak van monitoring. De kwaliteit van de output is afhankelijk van de inspanningen die de gecontracteerde partij levert tijdens de contractperiode. Om dit te garanderen dient er monitoring plaats te vinden op de geleverde diensten om te voorkomen dat een contractpartner verplichtingen niet nakomt. Koppenjan&Klijn (2004) zijn van mening dat NPM vooral werkt bij zogenaamde getemde “wicked problems”. Het is volgens hen namelijk onmogelijk voor alle beleidsproblemen duidelijke productspecificaties af te geven, waardoor ook monitoring van output in feite zinloos is. Uit: Aanbesteden van hulp bij het huishouden, Robbe, Snoeck Kenmerkend voor de NPM-filosofie in relatie tot aanbestedingen is de nadruk op competitie en concurrentie. Wanneer elk alternatief ontbreekt, kunnen organisaties het zich veroorloven de eisen en wensen uit hun omgeving eenvoudig te negeren. Om zo’n oriëntatie bij organisaties in het openbaar bestuur te voorkomen moeten in de filosofie van NPM monopolistische marktsituaties zoveel mogelijk worden doorbroken en, waar mogelijk, elementen van competitie en concurrentie worden geïntroduceerd (Boven e.a.2007). Aanbestedingen past als instrument binnen deze stroming doordat de overheid zich hierbij terugtrekt en de nadruk legt op de ordende en regulerende kracht van de markt. 2.5 Samenvatting aanbestedingen en aanbestedingsregels Aanbestedingen waren het toverwoord voor transparante organisaties en ontwikkelingen waarbij de mogelijkheden tot corruptie geminimaliseerd werden. Later werden daar de laagdrempeligheid voor toetreding van Europese bedrijven (verdere ontwikkeling Europese Unie) aan toegevoegd. Naast deze motieven en doelstellingen voor het introduceren van aanbestedingsrichtlijnen speelt de invloed van marktwerking ook een belangrijke rol bij aanbestedingen. Het New Public Management is ontstaan om de publieke sector te moderniseren. In de praktijk blijkt het marktmechanisme niet in alle opzichten te voldoen (bouwfraude). Hierdoor vindt een (juridische) aanscherping van de aanbestedingsregels plaats. Maar er blijken meerdere factoren een rol te spelen bij de combinatie van marktwerking en overheidstaken 16 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 3. Aanbestedingen en aanbestedingsregels in uitvoering 3.1 Aanbestedingsregels en Europa Zoals eerder aangegeven zijn de Europese aanbestedingsrichtlijnen een middel met als doel bij te dragen aan de vorming van een Europese markt door het stimuleren van vrije mededinging en grensoverschrijdende bedrijvigheid binnen de Europese Unie. Hieraan ten grondslag liggen beginselen op het gebied van transparantie, non-discriminatie en objectiviteit. In 1992 en 1993 zijn de eerste richtlijnen aanbestedingen werken, leveringen, diensten en nutssectoren vastgesteld. Deze zijn in 2004 aangepast waarna implementatie in de Nederlandse wet volgde. In Nederland moeten overheden bij hun aanschaffingen het Besluit aanbestedingsregels voor overheidsopdrachten (Bao) toepassen. Het Bao is de implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen in de Nederlandse wet. Voor de nutssector is dit het Besluit aanbestedingen speciale sectoren (Bass). Het Bao en het Bass is de implementatie van de Europese aanbestedingsrichtlijnen in de Nederlandse wet. Richtlijn werken 93/37 Richtlijn leveringen 93/36 Richtlijn 2004/18 Bao Richtlijn 2004/17 Bass Richtlijn diensten 92/50 Richtlijn nutssector 93/38 De Europese Commissie heeft wetgeving opgesteld voor de aanbesteding van werken, leveringen en diensten boven een bepaald drempelbedrag. Deze zijn neergelegd in de richtlijn Werken, de richtlijn Leveringen en de richtlijn Diensten. Tot het in werking treden van de Aanbestedingswet 2011 waarin niet alleen de richtlijnen worden geïmplementeerd, maar wellicht ook regelingen voor aanbesteding van opdrachten die niet onder de werkingsfeer van de EG-aanbestedingsrichtlijnen vallen (dit is onzeker omdat uit het ontwerp van de Aanbestedingswet 2011 niet blijkt dat die wet ook op nationale aanbestedingen van toepassing is), wordt voor werken als aanbestedingsrichtlijn het Aanbestedingsreglement Werken 2005 (ARW 2005) toegepast. Het ARW 2005 is het juridisch kader waaraan moet worden voldaan bij de aanbesteding van werken door de vier zogenoemde bouwdepartementen (ministeries van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;Verkeer & Waterstaat; Defensie en ministerie van Landbouw, Visserij en Voedselkwaliteit. De gemeenten zijn niet verplicht om het ARW 2005 toe te passen. Het VNG heeft echter de gemeenten positief over dit reglement geadviseerd. Het ARW 2005 omvat de Europese en de nationale procedure. De verschillen tussen de Europese en de nationale procedure zijn minimaal en elke aanbestedingsprocedure wordt stap voor stap uitgeschreven. Enkel in de nationale procedure van de ARW komt de onderhandse procedure voor. Dit is logisch omdat de doelstelling van het Europese aanbestedingsrecht is de mededinging tussen de lidstaten te bevorderen en onderhandse procedures niet openbaar worden gemaakt. 17 In de Europese aanbestedingsrichtlijnen zijn drempelwaarden (drempelbedragen) vastgesteld. Een overheidsopdracht die evenveel of meer bedraagt dan het drempelbedrag, moet verplicht Europees worden aanbesteed. Deze Europese drempelwaarden voor overheidsopdrachten zijn vastgelegd in artikel 7 van de richtlijn 2004/18/EG. Drempelwaarden voor speciale sectoren zijn vastgelegd in richtlijn 2004/17/EG. De Europese Commissie stelt elke twee jaar nieuwe drempelwaarden vast. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Drempelwaarden overheidsopdrachten 2010-2011 (bron PIANO) Richtlijn 2004/18/EG Werken 4.845.000 Leveringen 193.000* Diensten 193.000* Overheidsopdrachten op het gebied van onderzoeksen ontwikkelingsopdrachten en telecommunicatiediensten, en diensten vallend onder bijlage IIB 193.000 Prijsvragen algemeen (artikel 67) 193.000* Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde werken (artikel 8a) 4.845.000 Voor meer dan 50% door aanbestedende diensten gesubsidieerde diensten die verband houden met werken (artikel 8b) 193.000 Concessie voor openbare werken (artikel 56) 4.845.000 Richtlijn 2004/17/EG Opdrachten voor leveringen en diensten in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten 387.000 Opdrachten voor werken in de sectoren water- en energievoorziening, vervoer en postdiensten 4.845.000 *Voor de centrale overheid is dit bedrag 125.000 18 3.2 Aanbestedingsregels en Nederland Zoals in het voorgaande hoofdstuk is aangegeven zijn de Europese aanbestedingsrichtlijnen geïmplementeerd in de Nederlandse wetgeving. De (nieuwe) Aanbestedingswet zoals deze door de Minister van Economische Zaken is ontwikkeld is op 8 juli 2008 door de Eerste Kamer afgewezen. Naar verwachting zal de nieuwe aanbestedingswet binnenkort opnieuw aan de Eerste Kamer worden aangeboden. Dit betekent dat tot het moment van bekrachtiging er geen wetgeving is die bepaalt dat buiten de toepasselijkheid van de Europese aanbestedingsrichtlijnen aanbesteed dient te worden. Wel vormen de Algemene Beginselen Behoorlijk Bestuur zoals onder meer vastgelegd in de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) gedragsregels die ook moeten worden nageleefd wanneer de gemeente een overeenkomst aangaat. Het aanbesteden zelf kan zowel binnen de kaders van het Nederlands recht geschieden als onder andere rechtstelsels. In beginsel dient het Nederlands recht op de aanbesteding van toepassing te worden verklaard. De naleving van de aanbestedingsregels blijft voor verbetering vatbaar. Tijdens de behandeling van de begroting van Economische Zaken voor het jaar 2010 is verzocht om een aanbestedingsambassadeur aan te stellen die de lokale overheden kan begeleiden bij aanbestedingen. In mei 2010 is de aanbestedingsambassadeur (mevrouw professor H.E. Bakker) aangesteld. Zoals door de minister economische zaken in haar brief aan de voorzitter van de Tweede Kamer op 27 mei 2010 verwoord:De aanbestedingsambassadeur zal actief bij bestuurders van overheden het belang van goed aanbesteden onder de aandacht brengen. Dit sluit goed aan bij de maatregelen die ik wil nemen om, in aanvulling op de Aanbestedingswet, de professionaliteit van de aanbestedingspraktijk te vergroten, en kan tevens bijdragen aan verdere verbetering van de naleving van aanbestedingsregels. Daarnaast zal zij Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten oplossingen voor knelpunten aandragen aan overheden en ondernemers in de vorm van best practices uit binnen- en buitenland of in de vorm van elders opgebouwde expertise. Verder zijn, om de naleving te verbeteren, een aantal maatregelen genomen zoals; 1. stimulering van inkoopsamenwerking tussen kleinere gemeenten. Doordat kleinere gemeenten vaak minder aanbesteden is het lastig een goede routine op te bouwen. Door inkoopsamenwerking kunnen gemeenten toch beschikken over inkopers die geregeld aanbesteden. 2. Inkopers voorzien van duidelijke en actuele informatie over aanbesteden en inkopen. 3. Het organiseren van marktontmoetingen tussen opdrachtgevers en opdrachtnemers uit specifieke branches. Door het met elkaar in contact brengen van de betrokken partijen wordt meer begrip voor elkaars positie gecreëerd tussen aanbestedende diensten en ondernemers voor en tijdens de aanbestedingsprocedure. Inkopers krijgen hierdoor beter inzicht in ontwikkelingen op de markt en ondernemers in de behoeften van de aanbestedende diensten. 4. In 2004 is de naleving van de aanbestedingsregels onderdeel van de accountantsverklaring geworden. De interne controle van de accountant is een belangrijk middel om de naleving van de aanbestedingsregels te stimuleren. Ook de vertaling van de Europese aanbestedingsrichtlijnen naar de praktijk blijkt niet altijd even gemakkelijk. Onlangs was de verplichting van de aanbesteding van de WMO onderwerp van discussie waarbij de Europese Commissie verzocht is om opheldering. De Europese Commissie heeft hierbij aangegeven dat de door de gemeenten in te kopen hulp bij het huishouden onder de aanbestedingsrichtlijn valt (en daarmee onder het Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten) en daarom door de gemeente aanbesteed moet worden. De gemeente dient als aanbestedende dienst zelf aan de hand van objectieve maatstaven te bepalen of zij een 2A- of een 2B-dienst aanbesteedt. Voor hulp bij het huishouden betekent dit dat de gemeente dient te kijken welke onderdelen van schoonmaak en zorg of andere producten, hulp bij het huishouden bevat. De Commissie verwijst hiervoor naar bijlage II bij de aanbestedingsrichtlijn, waarin per categorie diensten worden omschreven in CVC- en CPC-codes. Als de aan te besteden dienst elementen bevat die elk onder verschillende CVC- en CPC-codes vallen moet aan de hand van de geldelijke waarde van de onderscheidenlijke elementen worden bepaald welke procedure gevolgd moet worden. Het element met de hoogste waarde is bepalend. In haar brief merkt de Commissie op dat hulp bij het huishouden, hoewel mogelijk verschillend per gemeente, in de praktijk gemeenschappelijke kenmerken lijkt te hebben en dat in de visie van de Commissie het overgrote deel van het product hulp bij het huishouden, op basis van voornoemde codes als 2A-dienst dient te worden aangemerkt. De Commissie merkt daarbij op, dat als het voor een gemeente objectief onmogelijk is om vast te stellen of het 2A- of het 2B-deel van de totale opdracht voor hulp bij het huishouden een hogere waarde heeft, dat dan het 2A-regime bij het aanbesteden door de gemeente moet worden toegepast. Een gemeente heeft nog steeds de vrijheid om bijvoorbeeld bij nieuwe innovatieve producten te kijken onder welke omschrijving of productcodes dit valt. Wel dient een gemeente zich als publiekrechtelijke instelling zich te houden aan hetgeen is geregeld in de aanbestedingsrichtlijn. 19 Als een gemeente na een objectieve analyse concludeert dat het 2B-deel overheerst, dan dient gekeken te worden of sprake is van grensoverschrijdend belang. Dat wil zeggen, zou een buitenlandse contractpartij geïnteresseerd kunnen zijn in de opdracht. In vaste jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie zijn de eisen ontwikkeld aan de hand waarvan een grensoverschrijdend belang kan worden vastgesteld. De gemeente dient dan onder meer na te gaan waar de hulp wordt verricht en hoe groot de waarde van het contract is. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Het lijkt de Commissie aannemelijk dat in veel gevallen sprake zal zijn van grensoverschrijdend belang en dat de gemeente de opdracht op passende wijze transparant en niet-discriminatoir bekend moet maken. Ook geeft de Commissie aan, dat indien aanbesteden niet verplicht is op grond van de Richtlijn dan wel op grond van het Verdrag, aanbestedende diensten kunnen besluiten een transparante en non-discriminatoire procedure uit te schrijven om zich op die manier van een goede prijs-kwaliteit verhouding van de te verlenen diensten te verzekeren en ondernemers op gelijke en transparante wijze te behandelen. Ik merk hierbij op dat gemeenten in dit geval gebonden zijn aan het nationale recht en dat de Algemene wet bestuursrecht gemeenten verplicht de benodigde zorgvuldigheid in acht te nemen bij het nemen van de beslissing wie de aanbesteding gegund krijgt. Deze zorgvuldigheid verplicht de gemeente een transparante en objectieve afweging te maken tussen de belangen van de betrokken belanghebbenden. (http://www.rijksoverheid.nl) Omdat de marktwerking in de thuiszorg in de praktijk negatieve gevolgen opleverde, is door de SP (Kant) een initiatiefvoorstel ingediend. De indiener vindt dat de concurrentie en marktwerking in de zorg ten koste gaat van de kwaliteit, scholing en arbeidsomstandigheden van het personeel. Daarnaast leidt aanbesteding tot concurrentie op prijs en niet tot verbetering van de prijs-kwaliteitverhouding. Gemeenten krijgen de plicht om te zorgen voor de continuïteit van de huishoudelijke zorg van een kwalitatief hoog niveau, de zogenaamde zorgplicht (http://www.eerstekamer.nl). In het initiatiefvoorstel wordt voorgesteld de bekostiging van het gemeentelijk beleid op het terrein van de huishoudelijke verzorging door middel van speciale uitkeringen te laten plaatsvinden. Hierdoor kan de door de Europese Commissie gewenste aanbesteding ontlopen worden. Huishoudelijke zorg binnen de thuiszorg wordt dan gezien als een business-to-businessdienst waarvoor geen aanbestedingsplicht geldt. Gemeenten kunnen dan zelf beslissen of ze willen aanbesteden. Het wetsvoorstel is op 20 mei 2010 aangenomen door de Tweede Kamer en is in voorbereiding bij de Kamercommissie voor behandeling in de Eerste Kamer. Uit het voorgaande voorbeeld mag duidelijk zijn dat er ruimte is om de aanbestedingsrichtlijnen anders te interpreteren en dat heldere aanbestedingsregels essentieel zijn wanneer men naleving van de aanbestedingsregels wil bevorderen. 3.3 Aanbestedingsregels en de praktijk De Europese aanbestedingsvoorschriften worden in Nederland over het algemeen niet erg goed nageleefd; er worden fouten gemaakt in de aanbestedingsprocedure zelf, of er wordt in het geheel niet aanbesteed. Onder andere uit onderzoek van Significant B.V. in opdracht van het Ministerie van Economische Zaken blijkt dat in 2004 het gemiddelde nalevingpercentage van het aanbestedingsplichtige inkoopvolume ongeveer 30% bedroeg. Dit lage percentage wordt vooral veroorzaakt door gemeenten (25%), waterschappen (25%), hogescholen (15%) en rijksmusea (15%),(Significant B.V. 2005). Ook de nalevingsmeting Europees aanbesteden 2008 geeft aan dat het naleefgedrag aandacht behoeft. Om de professionaliteit van de aanbestedingspraktijk te vergroten heeft de Minister van Economische Zaken aangekondigd om naast het wetsvoorstel Aanbestedingswet een aantal aanvullende maatregelen te nemen. Een van de maatregelen is het opstellen van richtsnoeren waarin de aanbestedingsprocedures voor leveringen en diensten worden uitgeschreven. De richtsnoeren dienen ter ondersteuning van inkopers tijdens het aanbestedingsproces, zodat zij de aanbestedingsregels eenvoudiger, beter en meer uniform kunnen toepassen. Een andere maatregel is de aanstelling van een aanbestedingsambassadeur. 20 3.4 Aanbestedingen en lokale overheden De lokale overheden worstelen met de hoeveelheid, en complexiteit, van aanbestedingsregels. De regels voor Europese aanbestedingen worden door een groot aantal arresten voortdurend aangepast aan gewijzigde inzichten. Vaak worden externe partijen ingehuurd om de (lastige) aanbesteding op de markt te zetten. Toch is er een beweging merkbaar. In 2006 heeft de VNG een landelijk onderzoek laten verrichten naar de stand van zaken rond inkopen en aanbesteden bij gemeenten. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Iets meer dan de helft van alle gemeenten heeft aan dit onderzoek meegedaan. In het onderzoeksrapport komen onder meer aan de orde: - het belang van doordacht inkopen en aanbesteden; - procedures; - gezamenlijk inkoop en aanbesteding; - vereiste deskundigheid; - betrokkenheid van het bestuur bij inkopen en aanbesteden. Uit het onderzoek blijkt dat gemeenten en hun bestuurders voortvarend bezig zijn met een professionaliseringsslag. Dit is ook merkbaar bij de accountantsverklaringen die toegevoegd moeten worden (wettelijke verplichting) bij de jaarrekening. Toch gaat deze professionaliseringsslag langzaam. Uit de verschillende accountantsverklaringen blijkt dat wanneer er verbeteringsslagen bij lokale overheden worden ingezet de accountantsverklaring wordt afgegeven. Ook worden (acceptabele) foutpercentages gehanteerd. Verder lijkt bij de lokale overheden een zekere verstarring te ontstaan. Het proces tot het moment waarop producten op de markt worden gezet duurt lang. In een interview in Binnenlands Bestuur van 31 januari 2011 merkt de aanbestedingsambassadeur het volgende op: “‘Wat ik vooral heb gemerkt, is dat gemeenten enorm worstelen met aanbestedingen voor bouw en infrastructuur. Vooral kleinere gemeenten. Wethouders zijn vaak bang dat het gevolgen heeft voor hun loopbaan als er iets misgaat. Zij worden geadviseerd door medewerkers die ook niet dagelijks met aanbesteden bezig zijn. Het gevolg is dat men zich gaat uitputten in allerlei regels en voorschriften. Zekerheden worden op zekerheden gestapeld om uitglijders te voorkomen. Daardoor krijg je gedrochten van aanbestedingsopdrachten, waar de markt niets mee kan”. 3.5 Aanbestedingen en marktwerking Zoals eerder aangegeven, blijkt marktwerking niet altijd in alle opzichten te voldoen. Waar tot rond 2000 de marktgedachte aan populariteit won, worden momenteel de motiveringen tot privatiseringen, uitbestedingen en aanbestedingen ter discussie gesteld (zie hoofdstuk 3.2). Belangrijke vraag bij het op te markt zetten van goederen zijn de condities waaraan goederen moeten voldoen om deze op de markt te kunnen zetten. Voor de vormgeving en de verdeling van de maatschappelijke welvaart staan ons in principe twee coördinatiemechanismen ter beschikking: de markt en de publieke sector (Wolfson 1988). Wanneer je de eisen “doelmatig beheer en het bestrijden van corruptie” loslaat en je je focust op de markt, welke voorwaarden zou je dan stellen om wanneer het marktmechanisme faalt, je als overheid gaat interveniëren. Centrale gedachte hierbij is dat het hele takenpakket van de overheid zich laat analyseren in termen van de goederenkarakteristieken; exclusiviteit en rivaliteit. Wolfson categoriseert economische goederen met behulp van de kenmerken van exclusiviteit en rivaliteit. (Non-)exclusiviteit staat voor de eigenschap of derden wel of niet kunnen worden uitgesloten van de voorziening. Een non-exclusief goed levert dus uitsluitend externe effecten op. Non-rivaliteit (als tegenovergestelde van rivaliteit) komt voort uit ondeelbaarheid. Het rivaliteitskenmerk stelt de vraag of de aanspraken van de één ten koste gaan van die van de ander. Volgens Wolfson vormen het onderscheid tussen exclusiviteit en rivaliteit tezamen de toetssteen voor de beoordeling van de taakverdeling tussen overheid en markt. Goederen in de categorieën (2) en (3) zijn tussenvormen. Rivaliteit Niet Wel (1) Collectieve goederen (overheidstaak) (3) (2) Exclusiviteit 21 Niet Wel (4) Individuele goederen (geen overheidstaak) Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Tabel 1: Indeling collectieve en individuele goederen (Wolfson 1987) Het onderscheid tussen exclusiviteit en rivaliteit: De toewijzing van de goederen in ons economisch stelsel kan plaatsvinden via het marktmechanisme. In de praktijk blijkt het marktmechanisme niet in alle opzichten te voldoen. De omvang van de goederen die door de particuliere sector wordt geleverd bedraagt bijna 80% (Somers e.a. 2004). Toch is de invloed die de overheid ook op dit aandeel uitoefent best groot. Denk hierbij bijvoorbeeld aan belastingmaatregelen en subsidies. Motieven die de bemoeienis zouden rechtvaardigen zijn onder andere het kostenmotief, Het individueel in rekening brengen van sommige goederen of diensten zou met hoge kosten gepaard gaan, denk hierbij aan het wegennet. Ook het optreden van externe effecten kan een argument zijn om de markt te beïnvloeden. Verder zijn paternalistische motieven (accijnzen op tabak), redenen van inkomenspolitieke aard (bijdrage gezinsverzorging), en motieven om te voorkomen dat er particuliere monopolieposities ontstaan. Collectieve goederen zijn goederen die niet geschikt zijn om via de markt verhandeld te worden. Collectieve goederen (onder 1 genoemd in het schema van Wolfson) zijn goederen waarvan niemand van het gebruik uitgesloten kan worden (dijken, handhaving van de rechtsorde en openbaar bestuur). Omdat de kosten van deze goederen moeilijk individueel in rekening gebracht kunnen worden, loopt de financiering hiervan via de budgetsector (algemene middelen) (Somers, Van Sinderen en Verlaak 2004). Om deze reden worden deze goederen niet verder meegenomen in dit onderzoek. Individuele goederen zijn goederen en diensten waarvan de eigendom exclusief is en het gebruik rivaliserend. Zij komen tot stand op grond van individuele initiatieven (Wolfson 1988) . De voortbrenging van deze goederen geschiedt via de markt en niet via de publieke sector. Toch zien we een groot aantal goederen die naar aard exclusief zijn en in het gebruik rivaliserend die ook via de publieke sector op de markt worden gezet. Het kan dan gaan om privaatrechtelijke handelingen, zoals de aanschaf van kantoorartikelen, maar ook om goederen die naar functie een collectief goed zijn maar in de uitvoering de karakteristiek van een individueel goed kennen. Een dijk bijvoorbeeld is naar functie een collectief goed. Het realiseren van een dijk is een individueel goed. Een dijk als waterbescherming wordt niet op de markt gezet. Het realiseren van de dijk als individueel goed kan via de markt voortgebracht worden. In dit onderzoek gaat het conform voornoemd schema niet alleen om goederen die rivaliserend zijn en niet exclusief en om goederen die niet rivaliserend zijn en wel exclusief (cellen 2 en 3 van de tabel van Wolfson) maar ook om individuele goederen (cel 4 van de tabel van Wolfson). Immers wanneer de overheid goederen moet voortbrengen die vanuit de functie collectief zijn zal zij ook initiatief nemen om de realisering hiervan op de markt te zetten. Rivaliserende goederen die niet exclusief zijn( 2). Van rivaliteit is sprake als de aanspraken van de één op een bepaald goed of dienst de aanspraken van de ander uitsluiten (Somers, Van Sinderen en Verlaak 2004). “Niet exclusief” in dit verband wil zeggen dat individuen een bepaalde voorziening kunnen afwijzen. We hebben het dan over gemengde goederen, voorbeelden hiervan zijn sigaretten, onderwijs en zorg. 22 Niet rivaliserende goederen die wel exclusief zijn (3). Exclusiviteit houdt in dat niet betalers (free riders) kunnen worden uitgesloten en dat er geen (positieve of negatieve) externe effecten zijn voor anderen dan de direct betrokken marktpartijen. Voorbeelden zijn autowegen en medische kennis. Rivaliserende, exclusieve (Individuele) goederen (4). Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Zoals eerder aangegeven heeft een individueel goed de eigenschap dat het uitsluitend aan één economisch subject tegelijk ter beschikking staat en alleen voor hem of haar van betekenis is. In voorbeelden van de publieke sector te blijven; wanneer een aannemer een dijk aanlegt kan deze niet meer door een andere aannemer worden aangelegd. Consumptie van een individueel goed door de één maakt consumptie van datzelfde goed door de ander onmogelijk. (Dietz e.a. 2004). Toewijzing van deze goederen kan via de markt tot stand komen. Goederenkarakteristieken spelen een belangrijke rol bij aanbestedingen. Zoals aangegeven zijn collectieve goederen niet geschikt om via de markt te verhandelen omdat de kosten moeilijk individueel in rekening te brengen zijn. Om deze reden worden ze ook niet verder meegenomen in onderzoek. Dit in tegenstelling tot individuele goederen die zich heel goed lenen om op de markt te zetten. In principe is de voortbrenging hiervan geen overheidstaak. In de praktijk zien we dat deze goederen ook door de publieke sector op de markt worden gezet (inkoop kantoorbenodigdheden, bouwen van wegen en dijken). Het gaat dan vaak om privaatrechtelijke handelingen. Gemengde goederen lijken minder geschikt om deze op de markt te brengen. Dit vanwege het ontbreken van de homogeniteit. Bij aanbestedingen is het belang van sturen en verantwoorden op output groot. Maar dan moeten er van te voren duidelijk productspecificaties kunnen worden afgegeven. 3.6 Aanbestedingsvormen Zoals eerder aangegeven kent het aanbestedingsrecht een lange historie. Uitgangspunt van een gelijke kans voor eenieder was in het begin van de 19e eeuw hoofdregel in de Nederlandse aanbestedingsregelgeving. Aannemingen van werken en leveranties dienden boven een bepaalde drempel openbaar te worden aanbesteed. In de jaren na 1927 heeft de praktijk afstand genomen van het principe van openbare aanbesteding van overheidsopdrachten voor werken en leveringen. De voorkeursbehandeling van enkelen –de onderhandse aanbesteding- kreeg de overhand (Hebly e.a. 2010). De volgende aanbestedingsvormen zijn actueel (Essers 2009): 1. De openbare procedure (openbare aanbesteding en elektronische veiling). De openbare procedure is een aanbesteding die algemeen bekend wordt gemaakt en waarbij alle ondernemers mogen inschrijven. Bij de elektronische veiling kan de aanbesteder zijn besluit tot opdrachtverstrekking vooraf laten gaan door een elektronische veiling, indien: hij dit heeft gemeld in de aankondiging hij in de aanbestedingsstukken de informatie heeft opgenomen met betrekking tot de elektronische veiling nauwkeurige specificaties voor de overheidsopdracht kunnen worden opgesteld. Een elektronische veiling (e-veiling) is onderdeel van een normaal aanbestedingstraject en volgt dezelfde fases. Het verschil met een standaard aanbestedingstraject is dat inschrijvers via internet een bod uitbrengen. Een elektronische veiling is niet toegelaten bij aanbesteding van werken of diensten voor intellectuele prestaties. Onder een elektronische veiling wordt verstaan een zich herhalend elektronisch proces voor de presentatie van nieuwe, verlaagde prijzen of van nieuwe waarden voor bepaalde elementen van de inschrijvingen, dat plaatsvindt na de eerste volledige beoordeling van de inschrijvingen dat klassering op basis van elektronische verwerking mogelijk maakt. 23 2. Niet-openbare procedure (aanbesteding met voorafgaande selectie) Een aanbesteding volgens de niet-openbare procedure is een aanbesteding die algemeen bekend wordt gemaakt, waaraan ondernemers mogen verzoeken deel te nemen, maar waarbij alleen de door de aanbesteder geselecteerde ondernemers mogen inschrijven. De niet- openbare procedure is de aanbestedingsprocedure waarbij aan het indienen van een inschrijving een selectie voorafgaat. Alleen de deelnemende marktpartijen die aan de hand van de criteria voor selectie (uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen) zijn uitgekozen, worden door de aanbesteder uitgenodigd om in te schrijven. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Met name wanneer aan de voorbereiding en/of beoordeling van offertes veel tijd en kosten verbonden zijn en wanneer een groot aantal deelnemende marktpartijen verwacht wordt, kan het volgen van een niet-openbare procedure de voorkeur verdienen boven het volgen van een openbare procedure. De selectie kan immers door een beperking van het aantal inschrijvers zowel voor de potentieel deelnemende marktpartijen als voor de aanbesteder kosten sparen. Wel dient de aanbesteder zich te realiseren bij zijn keuze voor de niet-openbare procedure, dat deze procedure een langere doorlooptijd heeft dan de openbare procedure, omdat bij de nietopenbare procedure aan de eigenlijke aanbestedingsprocedure een selectiefase voorafgaat. Bovendien wordt door de selectie het aantal inschrijvers en daarmee de concurrentie beperkt. Daarom dient het aantal, dat wordt uitgenodigd om in te schrijven voldoende groot te zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen. Ten minste vijf, op voorwaarde dat er een voldoende aantal geschikte kandidaten is. Voor het overige vertoont de niet-openbare procedure veel gelijkenis met de openbare procedure. 3. Concurrentiegerichte dialoog Indien naar het oordeel van de aanbesteder het niet mogelijk is door toepassing van de openbare procedure of de niet-openbare procedure een bijzonder complexe overheidsopdracht te plaatsen, dan kan de aanbesteder de procedure van de concurrentiegerichte dialoog toepassen. Een overheidsopdracht is bijzonder complex indien de aanbesteder objectief gezien niet in staat is: de technische middelen te bepalen, waarmee aan de behoeften of het doel kan worden tegemoet gekomen de juridische of financiële voorwaarden van een project te specificeren Kortom aan een concurrentiegerichte dialoog met marktpartijen bestaat met name behoefte wanneer de technische, financiële en juridische kennis van marktpartijen een wezenlijke bijdrage kan leveren aan de totstandkoming van een adequaat bestek. Een dergelijk dialoog gaat aan het verzoek van de aanbesteder tot de indiening van inschrijvingen vooraf. Doel van de dialoog is om één of meer oplossingen te zoeken die aan de behoeften van de aanbesteder beantwoorden. Op grond van deze oplossingen zullen de geselecteerde deelnemende marktpartijen worden uitgenodigd om in te schrijven. Een concurrentiegerichte diaoog zou uitkomst kunnen bieden ingeval van omvangrijke geïntegreerde vervoersinfrastructuurprojecten, grote computernetwerken of projecten met complexe en gestructureerde financiering, zoals projecten van publiekprivate samenwerking, waarvan de financiële en juridische onderbouwing niet vooraf kan worden voorgeschreven. De concurrentiegerichte dialoog heeft bepaalde kenmerken van de prijsvraag. Net als bij de prijsvraag moeten de deelnemende marktpartijen oplossingen, die aan de behoeften van de aanbesteder voldoen, presenteren en de aanbesteder kan vervolgens uit de gepresenteerde oplossingen zijn keuze maken. De procedure van de concurrentiegerichte dialoog lijkt ook op de procedure via onderhandelingen met voorafgaande bekendmaking, in de zin dat met geselecteerde deelnemers wordt gesproken over een oplossing die aan de behoeften van de aanbesteder beantwoordt. Het voeren van een concurrentiegerichte dialoog brengt risico’s met zich mee ten aanzien van de transparantie, gelijke behandeling en mededinging. De aanbesteder zal daarom de keuze voor een concurrentiegerichte dialoog moeten kunnen motiveren aan de hand van de aard van de opdracht. Bovendien mag deze procedure niet zodanig worden aangewend dat de concurrentie wordt beperkt of verstoord, waarbij met name kan worden gedacht aan het wijzigen van de basiselementen van de inschrijvingen, het opleggen van inhoudelijke elementen aan de gekozen inschrijver of het betrekken van een andere deelnemende marktpartij dan degene, die een economisch meest voordelige inschrijving heeft gedaan, in de procedure. 24 4. Onderhandelingen met voorafgaande aankondiging Een aanbesteding volgens de onderhandelingsprocedure met voorafgaande aankondiging is een aanbesteding die algemeen bekend wordt gemaakt en waaraan ondernemers mogen verzoeken deel te nemen , waarna de aanbesteder met de door hem gekozen aannemers overleg pleegt en door onderhandelingen met één of meer van hen de voorwaarden van de opdracht vaststelt. De aanbesteder kan het aantal geschikte gegadigden dat hij Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten zal uitnodigen tot deelneming aan de onderhandelingen beperken. Het aantal tot deelneming uit te nodigen gegadigden moet in ieder geval groot genoeg zijn om een daadwerkelijke mededinging te waarborgen en dient ten minste drie te bedragen op voorwaarde dat er een voldoende aantal geschikte kandidaten is. 5. Onderhandelingen zonder voorafgaande aankondiging; onderhandse aanbesteding (enkel bij nationale aanbesteding) Een aanbesteding volgens de onderhandelingsprocedure zonder voorafgaande aankondiging is een aanbesteding die niet algemeen bekend wordt gemaakt en waaraan de door de aanbesteder gekozen ondernemers mogen deelnemen, waarna de aanbesteder met deze overleg pleegt en door onderhandelingen met één of meer van deze gekozen ondernemers de voorwaarden van de opdracht vaststelt. Een onderhandelingsprocedure zonder aankondiging kan enkel worden toegepast op leveringen van specifieke producten, verrichtingen van specifieke diensten en uitvoering van specifieke werken. De procedure van gunning via onderhandelingen zonder voorafgaande aankondiging verloopt overeenkomstig de procedure van gunning via onderhandelingen met voorafgaande aankondiging met dien verstande dat de stappen tot de uitnodiging tot inschrijving worden overgeslagen. 6. gunning van een concessieovereenkomst Een concessieovereenkomst voor werken is een overeenkomst met dezelfde kenmerken als een opdracht voor werken, waarbij de tegenprestatie voor de uit te voeren werken in ieder geval bestaat uit het recht het werk te exploiteren, al dan niet gecombineerd met een prijs. 7. Gunning van opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst met een enkele ondernemer. Een raamovereenkomst met een enkele ondernemer is een overeenkomst tussen een of meer aanbesteders en één ondernemer met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake de te verstrekken opdrachten vast te leggen. Een raamovereenkomst moet niet verward worden met de begrippen raamcontract of overheidsopdracht, omdat bij een raamovereenkomst geen sprake is van een opdracht, noch van een afnameverplichting , noch van een specifiek werk, een specifieke levering van bepaalde producten en een specifiek verrichten van bepaalde diensten bekend zijn. Een raamovereenkomst regelt namelijk alleen de voorwaarden, waaronder de aanbesteder aan de winnende inschrijver een overheidsopdracht kan verstrekken. De maximale looptijd van de raamovereenkomst is vier jaar. De aanbesteder mag de raamovereenkomst niet gebruiken om de mededinging te hinderen, te beperken of te vervalsen en hij mag geen oneigenlijk gebruik van een raamovereenkomst maken. De opdracht op basis van een raamovereenkomst met een enkele ondernemer wordt verstrekt volgens de in de raamovereenkomst gestelde voorwaarden. De opdracht wordt verstrekt door de ondernemer schriftelijk te raadplegen en hem indien nodig te verzoeken zijn inschrijving aan te vullen. Ook hier is de aanbesteder niet verplicht om de opdracht te verstrekken. Geschillen worden voorgelegd aan de gewone rechter. 25 8. Gunning van opdrachten gebaseerd op een raamovereenkomst met meerdere ondernemers. Een raamovereenkomst met meerdere ondernemers is een overeenkomst tussen één of meer aanbesteders en meerdere ondernemers met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake te verstrekken opdrachten vast te leggen. Een raamovereenkomst met meerdere ondernemers wordt met ten minste drie ondernemers gesloten. De opdracht op basis van een raamovereenkomst met meerdere ondernemers wordt verstrekt: a. door toepassing van de in de raamovereenkomst bepaalde voorwaarden, zonder de partijen opnieuw tot mededinging op te roepen of; b. wanneer niet alle voorwaarden in de raamovereenkomst zijn bepaald, door partijen opnieuw tot mededinging op te roepen: op basis van dezelfde voorwaarden die indien nodig worden gepreciseerd, en, zonodig, op basis van andere voorwaarden waarvan in het bestek van de raamovereenkomst een indicatie is gegeven volgens de onderstaande procedure: Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 1. 2. 3. 4. de aanbesteder nodigt gelijktijdig schriftelijk de ondernemers uit die in staat zijn de opdracht uit te voeren; de aanbesteder stelt een voldoende lange termijn vast voor de indiening van inschrijvingen waarbij hij rekening houdt met elementen, zoals de complexiteit van het onderwerp van de opdracht en de benodigde tijd voor de toezending van de inschrijvingen; de inschrijvingen worden schriftelijk ingediend en de inhoud ervan blijft vertrouwelijk totdat de vastgestelde indieningstermijn is verstreken; de aanbesteder verstrekt de opdracht aan de inschrijver, die op grond van de in het bestek van de raamovereenkomst vastgestelde nadere criteria de beste inschrijving heeft ingediend. Ook in deze procedure worden de algemene beginselen van gelijke behandeling en transparantie geëerbiedigd. 9. Experimentele procedure Een aanbesteder kan met het oogmerk om doelmatiger aan te besteden bij wijze van experiment afwijken van de in het ARW 2005 omschreven procedures. De wettelijke voorschriften en de algemene beginselen van het aanbestedingsrecht moeten echter wel in acht worden genomen. De aanbesteder beschrijft de experimentele procedure in de aankondiging en motiveert het beoogde doel en de wijze, waarop hij dit doel verwacht te bereiken. Nadat het experiment voltooid is, publiceert de aanbesteder een evaluatie en stelt die beschikbaar aan alle gegadigden en inschrijvers. 10. Benchmarking Bij benchmarking wordt geselecteerd op basis van prestaties in het verleden. Wanneer een aanbieder in het verleden goed heeft gepresteerd, krijgen ze zonder verdere selectie een mogelijkheid aan te bieden. Goed presteren wil zeggen relatief beter presteren dan andere aanbieders. Benchmarks zijn over het algemeen niet eenvoudig. Een goede benchmark is namelijk gebaseerd op een econometrisch model dat ontwikkelings- en onderhoudskosten met zich meebrengt, en waarvoor veel informatie nodig is om het up to date te houden. Er is sprake van grotere administratieve lastendruk, voor zowel aanbesteder als aannemer van het werk. 3.7 Aanbestedingsmotivaties We hebben in paragraaf 3.5 een onderscheid gemaakt naar de karakteristieken van de goederen, diensten en werken die een overheid op de markt kan zetten. In deze paragraaf kijken we naar de over- en afwegingen die een overheid kan maken wil deze de producten op de markt zetten en welke factoren hierbij een rol kunnen spelen. Binnen de overheid worden producten op verschillende wijzen voortgebracht. 1. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit 2. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. 3. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten 4. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling) 26 Bovengenoemde factoren zijn van belang waarbij het gaat over de verenigbaarheid van de marktwerking met de inrichting van de publieke voorzieningen. Wanneer uitvoering van zaken in eigen beheer valt te prefereren boven uitbesteding aan de markt zal dit invloed hebben op de wijze waarop wordt aanbesteed. Belangrijk aandachtspunt hierbij is de verandering gebaseerd op de introductie van het New Public Management (NPM). Kenmerkend voor NPM is dat vanuit een meer bedrijfskundig perspectief op de overheid aandacht wordt gevraagd voor het transparant maken en verbeteren van de prestaties van de overheid (Bekkers 2007). Ook is er een aantal factoren die een (grote) rol kunnen spelen bij de over- en afwegingen om tot aanbesteding over te gaan zoals de prijs, flexibiliteit, loyaliteit, communicatie, deskundigheid, transactiekosten, Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten betrokkenheid en beïnvloedbaarheid. Deze factoren zijn niet zomaar willekeurig gekozen, maar worden genoemd in relevante literatuur. Zij worden dan ook verder uitgewerkt, waarbij uit de te houden interviews moet blijken of deze inderdaad relevant zijn bij de over- en afwegingen van een overheid om producten al dan niet op de markt te zetten. Prijs Hoewel de belangrijkste doelstelling van de Europese aanbestedingen het wegnemen van belemmeringen was die een vrij goederen- , diensten- , kapitaal- en personenverkeer binnen de Europese Unie in de weg stonden blijkt in de praktijk de prijs een belangrijk argument om tot aanbesteding over te gaan. 1. 2. 3. 4. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Uit een recent onderzoek van Berenschot blijkt dat een derde van het personeel bij een gemeente bestaat uit ondersteunende diensten. Dat is veel meer dan in welke sector dan ook. Hierdoor zijn de overheadkosten hoog. Wanneer een gemeente de werkzaamheden in eigen beheer uitvoert, wordt dit verrekend tegen de tarieven inclusief de hoge overheadkosten. Wanneer uitsluitend getoetst wordt op de prijs ten opzichte van de andere varianten dan zal het uitvoeren in eigen beheer hierdoor altijd nadelig zijn, ook al wordt er in alle opzichten efficiënt gewerkt om de kosten te drukken. Het in eigen beheer uitvoeren van goederen, diensten en werken scoort op grond van de prijs hierdoor negatief in tabel 2. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Door het afsluiten van meerjarige contracten voor het leveren van goederen, diensten en producten, die herhaaldelijk worden gebruikt, kunnen er scherpe condities met de betreffende leveranciers worden bedongen. Door voor een bepaalde periode een vaste afzet te garanderen kan de leverancier een scherpe prijs neerzetten. Met een leverancier waarmee een contract is afgesloten zijn afspraken te maken over de te leveren kwaliteit, levertijden en te leveren hoeveelheden. De afgesproken targets kunnen na een bepaalde tijd worden geëvalueerd en indien nodig worden bijgesteld. Er kan dan een langdurige relatie ontstaan die uiteindelijk leidt tot een “win win” situatie. Op grond van de prijs scoort deze vorm positief. Aangezien argumenten als kwaliteit en levertijd hierbij ook betrokken worden zal de prijs enigszins inboeten op de variant waarbij de gemeente het op de markt zet en de prijs hierin leidend is. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten In veel gevallen kiezen overheden om opdrachten tegen de laagste prijs aan te besteden. Hierbij is men verzekerd dat de goederen, werken en diensten tegen de laagste prijs weggezet worden. Andere criteria worden dan buiten beschouwing gelaten. De prijs zal bij deze variant gunstiger zijn dan bij de variant met de vaste leveranciers. Dit wordt schematisch weergegeven in tabel 2 met een dubbele plus. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit. (gemeenschappelijke regeling). Argument voor een gemeenschappelijke regeling gerelateerd aan de prijs, is het volume. Hoe groter het volume, hoe lager de prijs. Ook bij deze variant zal de prijs gunstiger zijn dan bij de eerste twee varianten. Flexibiliteit In hoeverre is er sprake van flexibiliteit bij de realisering van goederen en bij de uitvoering van de werkzaamheden en is maatwerk mogelijk. 27 1. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Bij het in eigen beheer uitvoeren van werken, diensten en goederen kan de gemeente naar eigen inzicht de zaken bijsturen. Tussentijds kunnen prioriteiten bijgesteld worden. De Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 2. 3. 4. medewerkers dragen de kernwaarden van de organisatie uit en handelen hiernaar. Op basis van flexibiliteit scoort deze variant positief. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Een vaste leverancier zal vanwege de duurzame contacten zich tot op zekere hoogte flexibel opstellen. Wanneer deze flexibiliteit te veel inspanningen vergt zal hij wijzigingen in de prijs doorvoeren. Deze variant scoort dan ook positief op het gebied van flexibiliteit maar minder positief dan de eerdere variant. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. Wanneer er bij deze variant bijgestuurd moet worden zal dit altijd betekenen dat er een prijskaartje aanhangt. Ook bij het bijstellen van prioriteiten zal er een prijscorrectie doorgevoerd worden. Deze variant scoort op dit onderdeel in vergelijking met de andere varianten negatief. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). Bij een gemeenschappelijke regeling wordt geprobeerd zoveel als mogelijk alles vast te leggen in regelingen. Toch is er altijd nog wel ruimte voor enige bijsturing. Op grond hiervan scoort flexibiliteit op dit onderdeel positief maar minder dan de variant waarbij alles in eigen beheer is. Loyaliteit Voor een overheid is loyaliteit een kerncompetentie. Je kent de visie van de organisatie en weet dit ook uit te dragen. Als overheid moet je de afspraken nakomen, je bent betrouwbaar. Hoe borg je dat de waarden, gedragsregels en normen van de organisatie ook uitgedragen worden door derden? 1. 2. 3. 4. 28 De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Als je loyaal bent aan je bedrijf of organisatie, stem je je eigen gedrag af op de behoeften, prioriteiten en doelen daarvan. In Nederland zijn er verschillende typen ambtenaren te onderscheiden zoals de professionals die voor alles de samenleving en de burger willen dienen. Dat doen ze door loyaal te zijn aan het eigen vakgebied en aan professionele regels. Ook zijn er de neutrale dienaren die er vooral op gespitst zijn dat de eigen politieke voorkeuren geen rol mogen spelen, en je hebt de de privé- georiënteerden bij wie het eigen privéleven en het eigen geweten een doorslaggevende rol spelen, en open en principiële zelfstandigen, wier loyaliteit bovenal ligt bij de wet- en regelgeving. De loyaliteits-` opvattingen van ambtenaren laten verschillen zien in accenten van objecten van loyaliteit en verschillen in hoe botsende loyaliteiten worden afgewogen. (Volkskrant 19-1-2011) De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Het voordeel van vaste leveranciers is dat de behoeften , prioriteiten en doelen van de opdrachtgever bekend zijn. Vanwege het belang van de leveranciers bij de continuering van een contract zullen zij zich hieraan conformeren en daarom loyaal zijn. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. Loyaliteit moet verankerd worden in een bestek. Dit is lastig, want dit betekent dat subjectieve normen en waarden vertaald moeten worden in (objectieve) marktconforme randvoorwaarden. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). Ook hier geldt dat van de leverancier verwacht wordt dat deze op de hoogte is van behoeften, prioriteiten en doelen van de organisatie. Omdat de leverancier met verschillende overheden te maken heeft wordt de loyaliteit gedeeld met meerdere partijen (gemeenten) Communicatie Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Communicatie is voor een overheid een essentiële factor geworden. Met de Wet Openbaarheid van Bestuur (1968) krijgt de burger informatierecht en de overheid een informatieplicht. Openbaarheid van informatie wordt beschouwd als een belangrijke voorwaarde om burgerparticipatie bij beleid een plek te geven. Hiermee worden eerste stappen gezet voor gedragsbeïnvloedende voorlichting uitsluitend als het gaat om aanvaard beleid (Deventer e.a. 2010). Laagdrempeligheid, betrokkenheid, wederkerigheid en verantwoordelijkheid zijn sleutelwoorden in collegeprogramma’s. Deze speerpunten zullen bij de overwegingen om een product al dan niet op de markt te zetten een rol kunnen meespelen. 1. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Voor ambtenaren zijn binnen de organisatie regels opgesteld hoe om te gaan met de communicatie, dit zowel intern als extern georiënteerd. Om deze reden is de communicatie en de hieruit voortvloeiende speerpunten geborgd. 2. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Bij het aangaan van contracten/overeenkomsten of gebruik maken van vaste leveranciers worden in de regel geen afspraken gemaakt over de wijze van communiceren. Toch zijn vaste leveranciers door hun veelvuldig contact met de publieke organisatie meestal op de hoogte van de cultuur van zo’n organisatie. Als zij zelf de communicatie niet voor hun rekening nemen dat hebben zij een netwerk waarbij zij de communicatie kunnen neerleggen bij de betreffende overheidsorganisatie. 3. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. Zoals eerder aangegeven wordt communicatie meestal niet geborgd bij het aangaan van contracten/overeenkomsten etc. met derden. Vanwege de onbekendheid met de cultuur van een organisatie en verschillende belangen is de communicatie en de speerpunten van het beleid met betrekking tot de communicatie minder goed geborgd dan bij de eerdere varianten. 4. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). Bij een gemeenschappelijke regeling wordt er vaak ruime aandacht besteed aan het borgen van de verschillende belangen van de organisaties die participeren in een gemeenschappelijke regeling. Doordat er binnen het grote geheel wel concessies gedaan moeten worden zal de communicatie weliswaar geborgd worden maar minder prominent dan bij de eerste variant. Deskundigheid Deskundigheid is van oorsprong een vaardigheid die voor ambtenaren een vereiste is. Hoewel door sommigen deze deskundigheid in twijfel wordt getrokken. ” Door marktwerking is de deskundigheid van de ambtenaren de laatste decennia flink teruggelopen”. Dat betoogt Herman Tjeenk Willink in het jaarverslag van de Raad van State. “Marktwerking heeft er voor gezorgd dat de professionaliteit binnen het openbaar bestuur onder druk is komen staan, zegt Tjeenk Willink in de Algemene Beschouwingen van het jaarverslag. De staat is de afgelopen decennia volgens de principes van de markt ingericht, met het openbaar bestuur als bedrijf en de burger als klant.” Willink geeft hierbij aan dat de huidige bezuinigingen niet vergezeld mag gaan met besparingen op de verdere professionalisering van ambtenaren. Binnen deze context wordt er vooralsnog van uitgegaan dat deskundigheid onderdeel is van één van de tien standaarden voor ambtenaren (Karssing en Niessen 2008) 29 1. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Bjj deskundigheid binnen een overheidsorganisatie gaat het naast de vakinhoudelijke deskundigheid ook om de deskundigheid om het algemeen belang te waarborgen boven het individueel belang. Er is wel een tendens om als overheid te sturen op regie waardoor er wordt ingeboet op de vakinhoudelijke deskundigheid. Toch wordt van een overheid verlangt Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 2. 3. 4. dat deze deskundig opereert. Er wordt daarom van uitgegaan dat de deskundigheid bij een overheid in ruime mate aanwezig is. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Deskundigheid bij vaste leveranciers is vaak een argument om de werkzaamheden, goederen, diensten uit te besteden. De afweging algemeen belang versus individueel belang ontbreekt wanneer er uitbesteed wordt. De overheid zelf zal deze belangenafweging moeten waarborgen. Vandaar dat deskundigheid positief scoort maar minder positief dan wanneer de overheid de producten zelf uitvoert. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. Een overheid gaat aanbesteden om de zo laagst mogelijke prijs te betalen voor de goederen, werken of diensten. De deskundigheid wordt meestal niet apart omschreven wanneer het product op de markt wordt gezet. Kwantitatieve bepalingen winnen het hierbij van de kwalitatieve bepalingen omdat deze subjectief zijn en moeilijk omschreven kunnen worden. Wanneer deskundigheid ontbreekt kan op basis van sancties opgetreden worden maar dat is achteraf. Om deze reden zal deskundigheid bij aanbesteding negatiever scoren dan bij vaste leveranciers waarbij bij het ontbreken van deskundigheid onmiddellijk uitsluiting volgt. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). De noodzaak om een gemeenschappelijke regeling in te voeren is meestal het bundelen van deskundigheid. Een gemeenschappelijke regeling zal bij een overheid niet ingevoerd worden wanneer deskundigheid niet als voorwaarde is opgenomen. Transactiekosten Transacties komen niet zomaar tot stand. Aan transacties zijn kosten verbonden. Het gaat daarbij om alle kosten die noodzakelijk zijn om het “contract”in ruime zin tussen partijen vollediger te maken (Hazeu 2007). Voorbeelden van transactiekosten zijn: toezicht houden, inspecties, voorzieningen om geschillen te treffen, onderhandelingskosten, coördinatiekosten, organisatiekosten, kosten voor omschakeling naar nieuwe systemen dan wel verschillend materiaalgebruik, etc. De omvang van de transactiekosten moeten in relatie gezien worden tot de gewone productiekosten. De hoogte van de transactiekosten kunnen bepalend zijn bij de afweging of een overheid de taken zelf moet uitvoeren of dit beter kan uitbesteden. We hebben het dan over het vraagstuk van de transactiebenadering. De transactiebenadering stelt de economische transactie centraal: welke additionele kosten boven de reguliere productiekosten moeten worden gemaakt om een economische goed in deze of gene vorm – bijvoorbeeld via de markt of via een hiërarchie- te realiseren? (Hazeu 2007). 1. 2. 30 3. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Wanneer we uitgaan van voornoemde omschrijving van transactiekosten zijn transactiekosten bij het in eigen beheer uitvoeren lager dan bij andere uitvoeringsvormen. Het gaat immers om alle kosten die noodzakelijk zijn om het “contract tussen partijen vollediger te maken”. En bij het in eigen beheer uitvoeren zijn er (bijna) geen transactiekosten. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. De omvang van bijkomende kosten wanneer de gemeente een contract heeft met vaste leveranciers zal groter zijn dan wanneer de gemeente de werkzaamheden in eigen beheer uitvoert maar nog relatief beperkt zijn. Doordat het werken met vaste leveranciers gebeurt op basis van wederzijds vertrouwen zullen de kosten voor het toezicht houden, kosten voor geschillen etc. minimaal zijn. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. Bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken zijn er meerdere kosten verbonden om het uitbesteden hiervan mogelijk te maken. Denk hierbij aan de kosten voor Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 4. het opstellen van bestek, werkomschrijving, toezicht houden etc. Voor complexe producten kunnen deze kosten zeer omvangrijk zijn. Ook bij het ontstaan van geschillen kunnen deze kosten hoog oplopen. Op het onderdeel transactiekosten zal deze uitvoeringsvorm negatiever scoren dan bij het in eigen beheer uitvoeren of bij een vaste leverancier. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). Wanneer goederen, diensten of werken binnen een gemeenschappelijke regeling worden voortgebracht zijn de transactiekosten hoog. Om de onderlinge afspraken te kunnen waarborgen wordt gebruik gemaakt van een overeenkomst. Het tot stand komen van een dergelijke overeenkomst is arbeidsintensief en moet regelmatig worden bijgesteld. Iedere betrokkene wil binnen een gemeenschappelijke regeling zoveel mogelijk waarborgen dat het eigen beleid uitgedragen wordt. Bij het opstellen van een overeenkomst om een gemeenschappelijk regeling aan te gaan zijn hoge (arbeids) kosten gemoeid. Wanneer er uitvoering wordt gegeven aan de gemeenschappelijke regeling zijn ook de kosten voor regie, toezicht etc. groot en vergelijkbaar met het aanbesteden van de producten. Voordeel bij een gemeenschappelijke regeling is dat je deze kosten kunt delen. Veelal vallen deze in het niet bij de verschillende randvoorwaarden die de diverse participerende gemeenten hebben om hun eigen beleid te kunnen borgen. Betrokkenheid Werken voor, bij of in het publieke domein vraagt een andere rol. Het gaat niet alleen om het belang van meetbare geleverde prestaties. Kwaliteit, zorg en aandacht waarbij oog is voor de omgeving. Vooral bij lokale overheden speelt vanwege de (kleine) schaal, het belang om bij te dragen aan de sociale kwaliteit van de samenleving. 1. 2. 3. 4. 31 De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Van een ambtenaar mag verwacht worden dat deze betrokken is bij de werkzaamheden en het bedrijf waar deze werkt. In visies van een overheidsorganisatie is betrokkenheid vaak als competentie opgenomen. Een ambtenaar weet dat de organisatie betrokkenheid bij het algemeen belang voor ogen heeft. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Ook bij de vaste leverancier zal betrokkenheid een rol spelen. Immers deze is afhankelijk van werk van de opdrachtgever (overheid). Toch zal in eerste instantie de betrokkenheid gericht zijn op het eigen bedrijf en in tweede instantie pas op betrokkenheid bij de werkzaamheden van zijn opdrachtgever. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. Bij aanbestedingen zal betrokkenheid een minder grote rol spelen. Bij aanbestedingen wordt vaak geen onderscheid gemaakt voor het werken in een publieke domein. Bij aanbestedingen is de prijs meestal bepalend en spelen kwalitatieve voorwaarden, zoals betrokkenheid, een minder grote rol. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). Bij een gemeenschappelijke regeling wordt vaak geprobeerd de betrokkenheid te waarborgen. Dit blijft moeilijk omdat men hier te maken heeft met verschillende opdrachtgevers. De betrokkenheid bij het publieke domein is er wel maar door de verschillende partijen is deze verbrokkeld. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Beïnvloedbaar (beheersingsmogelijkheden) Wanneer we goederen op de markt zetten zijn we dan ook in staat om invloed uit te oefenen op het proces om onze doelstellingen te kunnen realiseren. 1. 2. 3. 4. De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit. Bij het in eigen beheer uitvoeren van de producten zijn de beheersingsmogelijkheden groot. Tussentijds kan bij het verschuiven van prioriteiten zonder hoge kosten bijgesteld worden. De beïnvloedbaarheid op de output van het product is groot. De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers. Bij het onderbrengen van producten bij een vaste leverancier zal er binnen redelijke marges bijsturing zonder al te veel bijkomende kosten mogelijk zijn. De vaste leverancier heeft door zijn werkzaamheden veelvuldig contact met zijn opdrachtgever en zal in veel gevallen mee willen werken wanneer er bijstelling van beleid, uitvoering aan de orde is. De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten. De beïnvloedbaarheid bij aanbestedingen is groot maar heeft een prijskaartje. Vaak zijn in bestekken de verrekenprijzen bij bijstellingen (meerwerk) al meegenomen. Deze zijn hoger dan de prijzen opgenomen in bestekken. Wanneer de bijstellingen meer dan 10% bedragen dan moet er een ander bestek/overeenkomst worden aangegaan. De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling). Bij een gemeenschappelijke regeling is er vaak ruimte opgenomen op prioriteiten aan te passen. Vaak zijn er binnen gemeenschappelijke regelingen jaarprogramma’s opgenomen waarbij jaarlijks het beleid aangepast kan worden. Beïnvloeding is mogelijk door te schuiven met prioriteiten. Ook zijn er beheersingsmogelijkheden (randvoorwaarden) opgenomen binnen een gemeenschappelijke regeling. Wanneer we de verschillende aannames op een rij zetten kunnen we dit vertalen in een schema. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Tabel 2 32 Gemeente eigen beheer ++ ++ ++ ++ ++ ++ ++ Vaste leverancier + + + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden ++ --- Gemeenschappelijke regeling ++ + + + ++ -+ + De theorie die hiervoor wordt beschreven en in het vorenstaande schema is verwerkt, vormt de basis voor het formuleren van een aantal werkhypothesen over de motieven waarom iets wordt aanbesteed. Deze hypothesen worden getoetst aan het verzamelde empirische materiaal. Voor de toetsing van hypothesen bestaan er in beginsel twee mogelijkheden: verifiëren of falsifiëren. Verifiëren wil zeggen dat gezocht wordt naar bevestiging van de in een hypothese beschreven veronderstelling. Falsifiëren houdt in dat niet naar bevestiging, maar juist naar weerlegging van de hypothese wordt gezocht (A.van Rooij, maart 2009). 3.8 Samenvatting aanbestedingen en aanbestedingsregels in uitvoering In 1992 en 1993 zijn de eerste Europese richtlijnen aanbestedingen werken, leveringen, diensten en nutssectoren vastgesteld. Deze zijn in 2004 aangepast waarna implementatie in de Nederlandse wet volgde Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten (Bao en Bass). De Aanbestedingswet zoals deze door de Minister van Economische Zaken is ontwikkeld, is op 8 juli 2008 door de Eerste Kamer afgewezen. Diverse onderzoeken wijzen uit dat het naleefgedrag van de aanbestedingsregels aandacht behoeft. Om de professionaliteit van de aanbestedingspraktijk te vergroten worden naast het wetsvoorstel Aanbestedingswet een aantal aanvullende maatregelen genomen. Eén van die maatregelen is het opstellen van richtsnoeren om de aanbestedingsregels eenvoudiger, beter en meer uniform toe te passen. Ook is in mei 2010 een aanbestedingsambassadeur aangesteld. Inmiddels zijn er in Nederland een groot aantal aanbestedingsvarianten actueel. Deze zijn in dit hoofdstuk verder toegelicht. In hoeverre deze een rol spelen bij het naleefgedrag zal uit het gehouden onderzoek (uitwerking hoofdstuk 4) moeten blijken. Een verdere onderscheid wordt gemaakt naar over- en afwegingen die een rol spelen bij het door een overheid op de markt zetten van producten. Het gaat dan over het onderscheid die er is bij het voortbrengen van de producten; in eigen beheer uitvoeren, een contract met vaste leveranciers, op de markt zetten, en het voortbrengen samen met andere gemeenten. Ook blijken er nog andere aspecten een rol te spelen bij het op de markt zetten van goederen. Het gaat dan met name over de soort goederen die je op te markt wil zetten. Het gaat dan om goederenkarakteristieken en wat de rol van de overheid is bij deze goederen. Collectieve goederen (dijken, handhaving van de rechtsorde, openbaar bestuur) zijn niet geschikt om via de markt verhandeld te worden omdat niemand van het gebruik kan worden uitgesloten. Deze goederen worden dan ook niet verder in het onderzoek meegenomen. De manier van het op de markt zetten wordt in dit hoofdstuk afgezet ten opzichte van de overwegingen van het op de markt zetten. Hierbij worden een aantal aannames (hypotheses) gedaan die niet helemaal objectief te verantwoorden zijn. Op grond van een schematische interpretatie wordt (theoretisch) verwacht dat de positie eigen beheer hoog scoort bij de afwegingen om aan te besteden( zie tabel 2) en de motivaties om aan te besteden ten opzichte van het in eigen beheer hebben van producten lager scoren. Deze aannames worden gereconstrueerd in hoofdstuk 4 waarbij de theorie in hoofdstuk 3 een belangrijke rol speelt. 33 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 4. Knelpunten in de uitvoering bij aanbestedingen 4.1 Inleiding De knelpunten in de uitvoering van aanbestedingsprocedures worden in dit hoofdstuk gereconstrueerd aan de hand van interviews gehouden bij een drietal middelgrote gemeentes ( ca. 75.000 inwoners). Qua inkoopbeleid is er nog een vierde gemeente betrokken (gemeenschappelijk regeling). Deze vierde gemeente met 40.000 inwoners is voor wat betreft de uitvoering van aanbestedingsregels buiten beschouwing gelaten. Het onderzoek concentreert zich immers op de middelgrote lokale overheden. De drie gemeenten zijn geselecteerd op grond van het inwonersaantal, en op grond van redelijk dynamische ontwikkelingen binnen de gemeente op het gebied van bouwen, herstructureringen etc. waardoor er een groot aantal transacties plaatsvindt. Naast de interviews is aan de deelnemers gevraagd het schema in te vullen die als aanname in hoofdstuk 2 is opgenomen. Waar het interview een half gestructureerde opzet kent is het schema zodanig opgezet dat de invuller een verwachting (op basis van zijn ervaringen/perceptie ) moet concretiseren. Het interview moest inzicht geven hoe de aanbestedingsregels binnen de organisatie worden nageleefd. Waarbij het interview startte als een open interview hanteerde de interviewer een vragenlijst als leidraad die in bijlage 2 is opgenomen. Het was belangrijk dat er in ieder geval antwoord geven werd op een aantal vragen op het gebied van: - - - De omgeving waarin de aanbestedingen plaatsvinden. Hoe is het binnen de organisatie georganiseerd en heeft men te maken met een regieorganisatie, is alles uitbesteed of wordt alles nog uitgevoerd in eigen beheer? Het proces waarbinnen de aanbestedingen plaatsvinden. Dan gaat het met name om het beleid en de verantwoordelijkheid. Ook interne en externe onderzoeken zijn hierbij van belang. Hoe de uitvoering is geregeld. De wijze waarop wordt aanbesteed en welke rol de verantwoordelijke wethouder in het geheel speelt. Ook moest binnen dit geheel over de aspecten die opgenomen zijn in het later in te vullen schema een mening te worden gegeven. Cultuur van de organisatie. Hoe wordt de integriteit geborgd en de waarden, gedragsregels en normen van de organisatie? Wanneer er tijdens het interview geen uitspraak was gedaan over de eigen mening ten aanzien van aanbestedingen binnen de organisatie was de laatste vraag: Hoe kijkt u aan tegen aanbestedingen zoals dit binnen uw gemeente functioneert. De interviews zijn binnen de gemeenten gehouden met inkopers, medewerkers van de uitvoering, wethouders en medewerkers van het ingenieursbureau. Dit laatste omdat in alle geïnterviewde gemeenten de inkopers belast waren met de (Europese) aanbestedingen van leveringen en diensten maar de begeleiding van werken bij een ingenieursbureau waren neergelegd. 4.2 Gemeente 1 Uit de ter beschikking staande documenten zoals managementpaper,verslagen strategische middagen college en raad zet deze gemeente met de bezuiniging in op een regieorganisatie. Door de werkzaamheden uit te besteden verwacht de gemeente een groot deel van haar bezuiniging te kunnen invullen. Op het aspect prijs scoort het in eigen beheer uitvoeren van de werkzaamheden daarom laag. Door te verwachten dat een groot deel van de bezuiniging ingevuld kan worden door uitbesteding, scoort het aspect prijs bij uitbesteding hoog. 34 Bij de gemeenschappelijke regeling is voordeel te behalen door het volume volgens twee van de respondenten. Ook wordt er binnen de gemeente discussie gevoerd over het regionaal oppakken van taken waardoor er een bezuiniging gerealiseerd kan worden. Op het aspect prijs scoort de gemeenschappelijke regeling daardoor hoog. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten In de geraadpleegde documenten worden door deze gemeente bij het aanbesteden/uitbesteden van werkzaamheden de volgende risico’s en knelpunten benoemd: - - Het van te voren niet goed definiëren van de rol van opdrachtgever en opdrachtnemer waardoor je de regie verliest De flexibiliteit is slecht ontwikkeld en veroorzaakt vertraging in de uitvoering Hoe kunnen we ervoor zorgen dat ook wanneer er uitbesteed (aanbesteed) wordt de organisatie omgevingsgericht blijft handelen Er moet op flexibiliteit gestuurd gaan worden Er wordt veel waarde gehecht aan medewerkers die zich erg betrokken voelen bij de organisatie. De organisatie moet niet alleen bestaan uit externen. Er moeten ook mensen zijn die ervoor gaan en er graag bij willen horen Er is binnen de huidige aanbestedingsregels geen ruimte voor het borgen van waarden, gedragsregels, en normen. Binnen de aanbestedingsregels zijn er goedkeurmomenten maar de beïnvloedbaarheid tussentijds is beperkt Bij aanbestedingen wordt alleen naar de prijs gekeken. In een klein aantal gevallen wordt de kwaliteit meegenomen. Wanneer gebruik werd gemaakt van een vaste leverancier benoemde deze gemeente de volgende aspecten: - - Bij een vaste leverancier kun je randvoorwaarden stellen. Je hebt dan gelijk een aanspreekpersoon waarmee je afspraken kunt maken. Hij levert dan goed werk ook al is hij wat duurder dan wanneer je aanbesteedt. Dat neem ik dan op de koop toe. Voor standaardmateriaal maken we gebruik van vaste leveranciers. Dan heb je uniform materiaal in de buitenruimte. Vaak is zo’n aannemer al aan het werk binnen de gemeente, dan kan je werk met werk maken Ten aanzien van de gemeenschappelijke regeling werden door deze gemeente de volgende aspecten van belang gevonden: - Samenwerking met andere overheden biedt mogelijkheden. Het rendement dat hierdoor gehaald kan worden is enorm, en niet alleen op financieel gebied. Het biedt de mogelijkheid de professionaliteit van de inkoopfunctie op een hoger niveau te tillen, de inkoopschaal te vergroten en hierdoor ook de kwaliteit van de ingekochte producten of diensten. Een bundeling van inkoopkracht en capaciteit vergt wel een organisatorische ingreep en een investering in samenwerking ( Inkoop- en Aanbestedingsbeleid 2010). Gezien dit laatste scoort de gemeenschappelijke regeling negatief op het aspect transactiekosten. Samenvattend kan op basis van de ter beschikking staande documenten zoals managementpaper,verslagen strategische middagen college en raad het schema zoals vermeld in hoofdstuk 3.7 ingevuld worden. Aspecten 35 Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Gemeente eigen beheer -++ ++ ++ ++ ++ Vaste leverancier + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden ++ ---- Gemeenschappelijke regeling ++ + + + ++ - Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Betrokkenheid Beïnvloedbaar ++ ++ + + - + + Na het verwerken van de gedocumenteerde gegevens in de tabel zijn er in de betreffende gemeente vervolgens interviews gehouden waarbij de in dit schema genoemde aspecten aan de orde zijn gesteld. De volgende knelpunten zijn door de geïnterviewden genoemd: 36 Bij aanbestedingen wordt vooral gekeken naar prijs. Er zal wel een bepaalde kwaliteitsnorm plaatsvinden maar die is niet doorslaggevend. Het is ook wel lastig aan de voorkant moet je meegeven dat het een bepaalde kwaliteit moet hebben maar het moet wel tegen een zo laagst mogelijke prijs. Wanneer we het hebben over borgen van waarden, gedragsregels en normen van een organisatie verwacht ik niet dat aannemers zich hiermee bezighouden. De opzichter van de gemeente is verantwoordelijk voor de communicatie bijvoorbeeld. Wanneer je aan het werk bent in de buitenruimte moet je flexibel zijn. Maar daar moet je niet alles voor opzij zetten. Aanpassingen moeten mogelijk zijn. Wanneer er een slechte aannemer is, wil ik hem niet meer binnen mijn gemeente aan het werk zien. Via het normale aanbestedingsbeleid kan ik zo’n aannemer nooit uitsluiten. Ik heb het er zeker voor over om de normale regelgeving zo toe te passen dat zo’n aannemer uitgesloten wordt van deelname. Dan zal ik de prijs minder bepalend laten zijn. Met de bezuinigingen hebben we het uitbestedingsverhaal opgevoerd. Wanneer je uitbesteedt, ben je goedkoper uit. We denken hier een forse bezuinigingsslag te kunnen maken. Wanneer je de werkzaamheden in eigen beheer hebt dan heb je wel de volledige regie en invloed op wat de mensen doen. Transactiekosten moet beter naar gekeken worden. Je moet aan de voorkant sturen. Zonder dat je het weet wordt er iets anders (grootser) op tekening gezet. Dat wil je helemaal niet. Je moet kunnen sturen. Ondanks dat we wel regelmatig de aanbestedingsregels volgen, zijn er wel steeds drie á vier dezelfde leveranciers die meedoen met de aanbestedingen en daarbij de goedkoopste zijn binnen de gestelde normering. Daarna wordt regelmatig deze bedrijven opdrachten gegund zonder de aanbestedingsregels te volgen. Vaak zijn ze al in de gemeente met een ander werk actief, werk met werk maken. Wel wordt gekeken of de nieuw gehanteerde prijzen overeenkomen met de prijzen die gehanteerd zijn in eerdere aanbestedingen. Er zijn op kleine schaal gemeenschappelijke regelingen. Voor fysieke werken zijn de gemeenschappelijke regelingen beperkt. Dit komt voornamelijk doordat het aan te besteden volume van onze gemeente vrij groot is. Wanneer ik bij een kleine gemeente zou werken, zou ik veel meer de aansluiting zoeken bij een andere gemeente . Dan is er meer voordeel te behalen. Het bestuur is heel erg ingesteld op het wel en wee van zijn/haar plaatselijke ondernemers. Deze belangen worden soms boven de aanbestedingsregels gesteld. Wanneer het een plaatselijke ondernemer is, is er de voorkeur om het werk/dienst /levering aan hem/haar te gunnen. Het aanbestedingsbeleid is te vrijblijvend. Het is veel te veel gedelegeerd naar de vakafdeling. Daarom ben je afhankelijk van de kwaliteit van de betreffende persoon, die soms naar “eigen goed kunnen opereert”. Je kan je dan afvragen of de randvoorwaarden en de toezicht daarop afdoende is: Vakafdeling draait de procedure en inkoop kijkt mee. En eigenlijk moet dit omgedraaid zijn. Afstemming tussen verschillende afdelingen; civieltechnische werkzaamheden worden door het ingenieursbureau weggezet, de andere werken, leveringen en diensten worden door een afdeling inkoop weggezet. Maar soms lopen deze zaken door elkaar. Voor de levering van straatstenen bijvoorbeeld is (door inkoop) een afzonderlijk raamovereenkomst met een leverancier opgesteld. Soms leveren deze niet op tijd, maar de volgende keer moet je vanwege de raamovereenkomst toch weer met ze in zee gaan. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 37 Er zijn interne onderzoeken geweest naar het aanbestedingsbeleid. Er is daarom een nieuw aanbestedingsbeleid ontwikkeld. Vanuit het ingenieursbureau is er de vraag wie nu voor wat verantwoordelijk is. Wij zijn met name een uitvoerend bureau en hebben behoefte aan juridische kennis. Wij besteden als ingenieursbureau zelf aan, maar wanneer er bezwaren komen, hebben wij niet de kennis om een juridische procedure te starten. In een bestek mag je geen specifiek product met een merk opnemen. Wanneer we een specifiek merk of soort willen hebben, dan bestellen we dit zelf en stellen we het ter beschikking aan de aannemer. Hoe je aanbesteedt, kan je wel beïnvloeden. Door onderhands aan te besteden kan je invloed uitoefenen. Knelpunt bij aanbestedingen is meestal tijdsdruk. Vaak wordt op bestuurlijk niveau besloten tot een werk waarbij er een startdatum wordt opgelegd. Dan kan door tijdsdruk de procedure niet meer doorlopen worden. De drempelbedragen bepalen of je openbaar moet. Je kan als organisatie de drempelbedragen aanpassen zodat je minder snel moet aanbesteden. Dit is nu nog niet het geval. Je kan bij openbare aanbestedingen bepaalde aannemers waarover je niet tevreden bent, weigeren van deelname. De ruimte die hierin is, is nog niet meegenomen binnen het nieuwe aanbestedingsbeleid. Wanneer er met specifieke materialen gewerkt is, dan willen we (wethouder) de aannemer die al eerder goed werk heeft geleverd. Dan is er discussie. Zet je het op de markt of niet. Wij hebben dan een adviserende rol. De projectleider besluit dan. De directie geeft zijn goedkeuring. Deze goedkeuring is afhankelijk van hoe vaak we de afgelopen periode afgeweken zijn van de regelgeving. De organisatie, vooral op bestuurlijk niveau, heeft moeite met het aanbestedingsbeleid. Er wordt, op aandringen van hen, vrij veel werk weggegeven. Ook denken ze dat aanbestedingen heel veel geld opleveren wat niet altijd zo is. Citaat interview “bijvoorbeeld wij hebben klantvriendelijkheid hoog in het vaandel als organisatie. Maar in het bestek staat dat er op de bouwplaats ten minste 1 persoon aanwezig is die Nederlands moet spreken. Het is dus heel moeilijk dit verder uit te dragen”. Citaat interview; “In Europese aanbestedingstrajecten bijvoorbeeld zitten 240 arbeidsuren alleen al van de afdeling inkoop, bij het huidige doorbelaste tarief is dat 24.000 euro en dat is een hoop geld. We zitten nu bijvoorbeeld met een Europese aanbesteding van kantoorartikelen. Aan kantoorartikelen nemen we zo’n 60.000 euro per jaar af. Zo’n contract sluiten we voor drie jaar af. Dat betekent dat we zo om en nabij de Europese grens zitten. We gaan hier zorgvuldig mee om en besteden het dan ook Europees aan. Ja, en 24.000 euro aan voorbereidingstijd voor 60.000 euro per jaar is dan een hoop geld. Dat verdien je ook niet terug”. Je moet veel deskundigheid in huis hebben bijvoorbeeld op grond van de aanbestedingsregels is er een bestek gemaakt. Dit bestek vormt de basis voor het houden van toezicht. De opzichter (toezichthouder) dient dus ook een goede kennis te bezitten van de inhoud van een bestek. Ook bij de bepaling van meer- en minderwerk moet er een gedegen kennis zijn. Een knelpunt is wanneer je een meerwerk hebt van meer dan 10% van de totale aanneemsom geldt volgens het Aanbestedingsreglement Werken 2005 dat er geen sprake meer van meerwerk. Je dient dan deze opdracht afhankelijk van het bedrag aan te besteden. Wanneer een andere aannemer dit werk pakt heb je twee aannemers op een werk lopen. Een afwijking van 10% wordt soms veroorzaakt door een foutief bestek en soms door onverwachte omstandigheden. Na afloop van de interviews is vervolgens aan de verantwoordelijke vakspecialisten, bestuurders en politici gevraagd hetzelfde schema in te vullen die hiervoor al op basis van de geraadpleegde documenten was ingevuld. Daar waar verzuimd werd de tabel in te vullen is deze ingevuld op basis van het gehouden interview. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Opgemerkt wordt dat met het invullen van de tabellen zij geen andere verklarende omschrijvingen hebben meegekregen behoudens de volgende: Het gaat hierbij om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken. Met transactiekosten in dit staatje wordt bedoeld alle kosten die noodzakelijk zijn om een contract af te sluiten, zoals onderzoekkosten, aanpassen softwareprogramma's, kosten van onderhandelen, toezicht, geschillen etc.). ++ = zeer gunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen (++ betekent bij transactiekosten dat er geen tot zeer weinig kosten zijn) + = gunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen -- = zeer ongunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen = ongunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een wethouder van deze gemeente de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer +/++ ++ ++ + ++ ++ ++ Vaste leverancier + ++ ++ + + + + ++ Gemeente gaat aanbesteden ++ ---+/+/+/- Gemeenschappelijke regeling + +/++ + + + Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een manager openbare ruimte de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer ++ ++ ++ +/++ ++ ++ Vaste leverancier +/+ + + ++ + + Gemeente gaat aanbesteden ++ -+/-- Gemeenschappelijke regeling +/+ +/+ +/- Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een inkoper de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Aspecten 38 Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Gemeente eigen beheer + ++ ++ + ++ Vaste leverancier ++ ++ + + -- Gemeente gaat aanbesteden ++ ++ ++ + ++ Gemeenschappelijke regeling ++ ++ ++ + + Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar + ++ ++ ++ + + ++ ++ ++ + + + Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een medewerker van het ingenieursbureau de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + ++ +/+ +/+/++ + Vaste leverancier Gemeente gaat aanbesteden + ++ ++ ++ +/+ + ++ + +/- Gemeenschappelijke regeling + ++ +/- Vervolgens is er een totaaltelling gemaakt waar het volgende overall beeld uitkomt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer +/++ ++ + + + ++ ++ Vaste leverancier Gemeente gaat aanbesteden + ++ + + + + + + ++ +/+/+/- Gemeenschappelijke regeling + + +/+ + +/+/- Op basis van de ter beschikking staande documenten en de gehouden interviews vertoont deze gemeente op vrijwel alle aspecten een overeenkomstig beeld als bij de aanname in hoofdstuk 2. Alleen op het aspect flexibiliteit bij aanbestedingen is de score iets minder negatief omdat door de gemeente verwacht wordt dat er door een verdere professionalisering op sturing, bijstelling op dit onderdeel kan plaatsvinden. Voornaamste knelpunten die deze gemeente worden genoemd zijn: - 39 - Het niet goed definiëren van de rol van opdrachtgever en opdrachtnemer De prestatiemeetcultuur (NPM) is niet één op één over te nemen voor wat betreft de waarden, normen en gedragsregels van deze gemeente, Regelgeving is complex, nodigt uit tot meer regelgeving of tot creatieve oplossingen gericht op ontwijking van de aanbestedingsregels, Producten bij de gemeente zijn niet homogeen waardoor output lastig te beschrijven is, De focus bij deze gemeente ligt op het proces van de aanbestedingen. Op uitvoerend niveau wordt dit zichtbaar door (verhoogde) kostentoewijzing en vertraging van het op de markt zetten van producten. In hoofdstuk 5.2 wordt nader ingegaan op de gesignaleerde knelpunten. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 4.3 Gemeente 2 Uit de gehouden interviews en de ter beschikking staande documenten zoals managementpaper, verslagen, managementletter accountant komen de volgende beelden naar voren. Ten aanzien van de gehouden aanbestedingen geeft de managementletter van de accountant van deze gemeente aan dat het beeld van de processen aangeeft dat er vooruitgang is maar dat er nog veel te doen blijft( Deloitte d.d. 14 januari 2010). Uit de interim-controle is gebleken dat bij de processen van de EUaanbestedingen nog belangrijke rechtmatigheidsrisico’s aanwezig zijn. Wanneer de geconstateerde rechtmatigheidsrisico’s meer dan 3,5 miljoen beslaan, zal dit consequenties hebben voor het accountantsoordeel. Vooralsnog concludeert de accountant dat het geconstateerde bedrag aan fouten deze drempel niet overschrijdt. Dit betrof overigens een tussentijdse controle (tot september van dat jaar) omdat de procedures in voorgaande jaren aanleiding gaven om goedkeuring te onthouden. In de vorige managementletter was geconstateerd dat in 16 van de 23 gecontroleerde aanbestedingen ofwel niet gewerkt werd volgens de procedure (9 waarnemingen) of er waren geen stukken overgelegd (7 aanbestedingen). Dit sluit aan bij de opmerking in hoofdstuk 3 paragraaf 4, waarin aangegeven wordt dat bij gemeenten de accountantsverklaring een bepaald percentage van fouten acceptabel vindt. Weergave van de getraceerde documenten van deze gemeente: Het collegeprogramma 2010-2014 kent geen items voor wat betreft aanbestedingen. Wel wordt als regieorganisatie, ingezet op gemeenschappelijke regelingen. In de papers zijn geen aanbevelingen opgenomen ten aanzien van aanbestedingen. In het beleid zijn de volgende relevante items genoteerd: Het doel van de nota inkoop en aanbesteden is een kader te scheppen waarbinnen de inkopen en aanbestedingen van de gemeente geregeld worden. De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het opstellen van dit beleid zijn: Effectief en efficiënt inkopen; Kwalitatief en voordelig inkopen; Rechtmatig inkopen; dat wil zeggen het volledig voldoen aan de relevante regelgeving; Op een transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze overheidsgelden besteden; Het minimaliseren van de kans op fraude en het bewaken van integriteit; Het hanteren van een eenduidige, transparante werkwijze binnen de gemeente. 40 De inkooporganisatie wordt als volgt weergegeven: Het inkoopbureau heeft de volgende centrale doelstellingen: het - op maat - leveren van inkoopdiensten (informatie, advies, ondersteuning, uitvoering, beheer) op strategisch, tactisch en operationeel niveau aan de deelnemende gemeenten; het bundelen en verder ontwikkelen van expertise, waardoor: - kwaliteit van de inkoopfunctie voor de deelnemende gemeenten wordt verhoogd; - de rechtmatigheid van inkoopprocedures wordt gewaarborgd; stroomlijning van externe inhuur mogelijk is; een krachtige organisatie ontstaat, die in staat is slim in te kopen en aan te besteden. het bundelen van capaciteit waardoor continuïteit van dienstverlening is gegarandeerd; door bundeling van krachten een groter inkoopvolume realiseren waardoor prijsvoordelen ontstaan; het leveren van een kwalitatieve periodieke rapportage, waarin de deelnemende gemeenten individueel geïnformeerd worden over de dienstverlening van het bureau en waarin adviezen ter verbetering van de inkoopfunctie bij de betreffende gemeente zijn opgenomen. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten In de raadstukken worden de volgende overwegingen genoteerd: Overeenkomstig de uitgangspunten van het begrip regiegemeente is er voor gekozen om het beleid en de regie van het beheer van de openbare ruimte bij de gemeente te positioneren en te versterken. Dit betekent dat hieraan gekoppelde taken die zijn geprivatiseerd terugkomen naar de gemeente (weergave verzameling raadstukken 2007). dit laat zich vertalen in onderstaand schema: Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + + + + + + + Vaste leverancier + + + + - Gemeente gaat aanbesteden + + + + - Gemeenschappelijke regeling ++ ++ + + ++ ++ - Na het verwerken van de gedocumenteerde gegevens in de tabel zijn er in de betreffende gemeente vervolgens interviews gehouden waarbij de in dit schema genoemde aspecten aan de orde zijn gesteld. De volgende knelpunten zijn door de geïnterviewden genoemd: 41 Aan communicatie wordt veel aandacht besteed. Ten aanzien van communicatie geeft respondent aan niets van aannemers te verwachten. Wordt ook niet bij de voorwaarden voor aanbestedingen opgenomen. Het inkoopbeleid betreft een gemeenschappelijke regeling. Deze inkoopvoorwaarden kent wel een aantal bepalingen omtrent communicatie. Vaste leveranciers weten wat je wilt, kennen de stad, zo’n proces gaat dan veel sneller dan wanneer je het moet aanbesteden. Ze weten wat ze moeten doen “van de ondergrondse infrastructuur weten zo ook veel af” dat is handig. Vrijheid is snelheid, bekende aannemer, weinig woorden nodig voor opdrachten. Loyaliteit; er is vertrouwen bij een bekende aannemers dat hij het werk goed doet. Bij andere aannemers moet je het weer opbouwen. (tekst overgenomen uit interview) Gemeenschappelijke regelingen besteden we regelmatig uit. Het voordeel is de massa, de kennis die er is bij de materiedeskundigen. Daar kun je je voordeel mee doen. Het kost veel energie om al die partijen op één lijn te krijgen. Het werkt vertragend. Pas achteraf krijg je een goed gevoel als we een goede deal hebben gemaakt. Kernwaarden zoals integriteit bij externen, daar hebben we niet veel mee te maken. Van de wettelijke regelingen mogen de afdelingen niet afwijken, van andere regelingen wel. Er moet dan een goede onderbouwing komen. Ze beginnen dan met de bekende argumenten; bekende afnemer, vertrouwd, snel, geld etc. Wanneer het een leverancier is die bekend is met het werk, of wanneer het specialistische goederen betreffen dan willen we wel akkoord gaan. De keuze voor het inzetten van het lokale bedrijf was dat zij altijd klaar stonden. Logisch dat deze vaste bedrijven altijd klaar stonden want je betaald de hoofdprijs. Transactiekosten daar houden we ons niet mee bezig. Misschien moeten we dat we doen maar aan de andere kant je moet het toch volgens de regels uitvoeren. Bij het aanbesteden waar aannemers in het spel zijn weet ik niet of daar speciale voorwaarden neer worden gelegd om bijvoorbeeld de waarden en de normen van de organisatie te borgen. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Het inkoop- en aanbestedingsbeleid is via een gemeenschappelijke regeling vastgelegd. Hoe je de verschillende processen controleert is aan iedere gemeente voor zich. Vervolgens is aan de verantwoordelijke vakspecialisten, bestuurders en politici gevraagd hetzelfde schema in te vullen die hiervoor al op basis van de geraadpleegde documenten was ingevuld. Daar waar verzuimd werd de tabel in te vullen is deze ingevuld op basis van het gehouden interview. Door de verantwoordelijke vakspecialisten, bestuurders en politici zijn de volgende tabellen ingevuld. Hierbij opgemerkt dat zij geen andere verklarende omschrijvingen hebben meegekregen behoudens de volgende: Het gaat hierbij om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken. Met transactiekosten in dit staatje wordt bedoeld alle kosten die noodzakelijk zijn om een contract af te sluiten, zoals onderzoekkosten, aanpassen softwareprogramma's, kosten van onderhandelen, toezicht, geschillen etc.). ++ = zeer gunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen (++ betekent bij transactiekosten dat er geen tot zeer weinig kosten zijn) + = gunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen -- = zeer ongunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen = ongunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen Wanneer het gaat om welke afwegingen bij deze gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een manager openbare ruimte de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer neutraal + + ++ + + + + Vaste leverancier neutraal + + -+ + + + Gemeente gaat aanbesteden neutraal -+ - Gemeenschappelijke regeling neutraal neutraal neutraal + + neutraal - Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een inkoper de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Bij het niet van toepassing verklaren van het aspect van transactiekosten heeft de geïnterviewde de volgende uitleg gegeven; “Transactiekosten tellen niet mee in mijn afweging om openbaar of onderhands te gaan. Hier heb ik niets mee te maken. Eigenlijk moet je het meewegen en in je bestek meenemen en bij je uiteindelijke beoordelingen dit betrekken.” 42 Aspecten Gemeente eigen beheer Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar + + + + + Niet van toepassing + + Vaste leverancier -+ + + + + + Gemeente gaat aanbesteden + + Niet van toepassing - Gemeenschappelijke regeling + + + + + Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft een wethouder en een manager de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + + - Vaste leverancier Gemeente gaat aanbesteden + + + + + + + Gemeenschappelijke regeling + + + + - Vervolgens is er een totaaltelling gemaakt waar het volgende overall beeld uitkomt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + + + + + + + Vaste leverancier Gemeente gaat aanbesteden + + + + + + + + + - Gemeenschappelijke regeling + +/+ + + + - Op basis van de ter beschikking staande documenten en de gehouden interviews vertoont deze gemeente een iets afwijkend beeld ten opzichte van de aanname in het schema opgenomen in hoofdstuk 3. Toch geniet ook hier het in eigen beheer uitvoeren van de werkzaamheden de voorkeur. En ook bij deze gemeente is de prijsmotivatie de enige reden om aan te besteden, hoewel flexibiliteit en deskundigheid ook genoemd worden. Voornaamste knelpunten die deze gemeente worden genoemd zijn: - - Het niet goed definiëren van de rol van opdrachtgever en opdrachtnemer in relatie tot kwaliteit, De deskundigheid bij het op de markt zetten van Europese aanbestedingen is via een gemeenschappelijke regeling gewaarborgd. Bij de overige (nationale) aanbestedingen is de vakafdeling verantwoordelijk. De deskundigheid van de vakafdelingen bij deze gemeente wordt betwijfeld maar het eigen beleid maakt afwijkingen (niet naleven) van de aanbestedingsregels mogelijk, De focus bij deze gemeente ligt op het proces van de aanbestedingen. Inzet van zowel management als accountant ligt op rechtmatigheid. Op uitvoerend niveau wordt dit zichtbaar door (verhoogde) kostentoewijzing en vertraging van het op de markt zetten van producten. In hoofdstuk 5.3 wordt nader ingegaan op de gesignaleerde knelpunten. 43 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 4.4 Gemeente 3 Uit de gehouden interviews en de ter beschikking staande documenten zoals. Voorjaarsnota, managementpaper,verslagen, managementletter accountant komen de volgende beelden naar voren. In het coalitieakkoord 2010-2014 van deze gemeente is het volgende opgenomen : Samenwerking met andere gemeenten wordt geïntensiveerd. Ingezet wordt op nauwe samenwerking op uitvoerende taken als deze daardoor effectiever en efficiënter kunnen worden uitgevoerd Gemeenschappelijke regelingen worden doorgelicht en heroverwogen. Verder is in de voorjaarsnota 2010 opgenomen dat de effectiviteit van het gemeentelijke parkeerbeleid getoetst wordt. Daarbij is het afstoten van de gemeentelijke parkeergarages aan de orde. Voor wat betreft de organisatie wordt gestreefd naar een platte en smalle organisatie. Als doelstelling is in de begroting van deze gemeente het voornemen vanuit het regeerakkoord VVD en CDA overgenomen; “het MKB verdient meer kansen bij aanbestedingen door de overheid. Cluster- en raamcontracten worden teruggedrongen; de omzeteis gaat omlaag. Als een bedrijf met succes een aanbestedingsprocedure heeft doorstaan moet de erkenning voor meerdere jaren zijn geregeld.” In het kader van de lokale aanpak van de economische recessie zijn de drempelwaarden voor de enkelvoudige en meervoudige onderhandse aanbestedingsprocedure voor werken structureel verhoogd. Het aanbestedingsbeleid van de gemeente dient minder risicomijdend te worden. Er wordt momenteel in het algemeen behoudend aanbesteed door deze gemeente. De (Europese) regels worden strak gevolgd terwijl de regels wel degelijk ruimte laten voor lokale economische stimulering. Het is voor de lokale economie van groot belang dat relatief kleine ondernemingen ook voor de gemeente als leverancier in aanmerking komen. Er zijn geen wettelijke beperkingen om voor kleine ondernemers dit soort regelingen en maatregelen binnen een aanbesteding in te stellen en daarmee te experimenteren. Binnen de onderhandse aanbestedingen kan de gemeente op beperkte schaal rekening houden met de kansen van (op basis van objectieve eisen en criteria geschikt bevonden) lokale en/of regionale ondernemers. De gemeente streeft ernaar om bij een meervoudige onderhandse aanbesteding (dus niet bij Europese en openbare aanbestedingen) minimaal één van het aantal uit te nodigen kandidaten buiten de gemeente afkomstig te laten zijn. Uiteraard moet dit bedrijf voldoen aan de gestelde selectie-eisen. Dit houdt in dat andere kandidaten uit de gemeente afkomstig kunnen zijn. De gemeente besteedt aan op basis van de EMVI (economische meest voordelige inschrijving). Voor wat betreft het inkoop- en aanbestedingbeleid kent deze gemeente een gelijke afweging als gemeente 2. Het doel van de nota inkoop en aanbesteden is een kader te scheppen waarbinnen de inkopen en aanbestedingen van de gemeente geregeld worden. De uitgangspunten die ten grondslag liggen aan het opstellen van dit beleid zijn: 44 - Effectief en efficiënt inkopen; Kwalitatief en voordelig inkopen; Rechtmatig inkopen; dat wil zeggen het volledig voldoen aan de relevante regelgeving; Op een transparante, objectieve en niet-discriminerende wijze overheidsgelden besteden; Het minimaliseren van de kans op fraude en het bewaken van integriteit; Het hanteren van een eenduidige, transparante werkwijze binnen de gemeente. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Het inkoopbureau heeft de volgende centrale doelstellingen: het - op maat - leveren van inkoopdiensten (informatie, advies, ondersteuning, uitvoering, beheer) op strategisch, tactisch en operationeel niveau aan de deelnemende gemeenten; het bundelen en verder ontwikkelen van expertise, waardoor: kwaliteit van de inkoopfunctie voor de deelnemende gemeenten wordt verhoogd; de rechtmatigheid van inkoopprocedures wordt gewaarborgd; stroomlijning van externe inhuur mogelijk is; een krachtige organisatie ontstaat, die in staat is slim in te kopen en aan te besteden. het bundelen van capaciteit waardoor continuïteit van dienstverlening is gegarandeerd; door bundeling van krachten een groter inkoopvolume realiseren waardoor prijsvoordelen ontstaan; het leveren van een kwalitatieve periodieke rapportage, waarin de deelnemende gemeenten individueel geïnformeerd worden over de dienstverlening van het bureau en waarin adviezen ter verbetering van de inkoopfunctie bij de betreffende gemeente zijn opgenomen. Dit laat zich vertalen in onderstaand schema. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + - Vaste leverancier + + + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden + + + + + + + Gemeenschappelijke regeling + + - Na het verwerken van de gedocumenteerde gegevens in de tabel zijn er in de betreffende gemeente vervolgens interviews gehouden waarbij de in dit schema genoemde aspecten aan de orde zijn gesteld. De volgende knelpunten zijn door de geïnterviewden genoemd: Over het proces van aanbesteden werd tijdens de gehouden interviews in deze gemeente de volgende knelpunten opgemerkt: 45 Er zijn vaak discussies over aanbestedingen . We hebben bijvoorbeeld jarenlang één leverancier gehad voor een bepaald product. Iedereen was daar tevreden over. We hebben in samenwerking met deze leverancier jarenlang innovaties ontwikkeld. Maar volgens juristen moesten we het contract toch openbaar op de markt zetten. We hebben nu een contract met een ander leverancier en concessies moeten doen op de (beeld) kwaliteit. Afweging transactiekosten: “dit betreft een aannemer die al voorwerk had gedaan dus het was beter dat hij ook het vervolg zou doen”. Afwijken van de aanbestedingsregels door tijdsdruk komt het meeste voor. Vooral bij openbare en Europese aanbestedingen. Er is ook nog een keer afgeweken van de regels omdat er vooraf afspraken waren gemaakt. De betreffende aannemer had al veel werk vooraf gedaan dus was het beter dat hij ook de overige werkzaamheden zou uitvoeren. Er is binnen de gemeente een voorkeur voor lokale aannemers. Zogezegd stimuleren van de lokale economie. Het drempelbedrag voor werken is vorig jaar verhoogd naar € 100.000,00. Dit met als reden dat het door de recessie het beter is enkelvoudig of meervoudig onderhands aan te besteden. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Er is een knelpunt bij het aanbesteden bij productafhankelijkheid. Voor één product waren er voorheen een zestal leveranciers. Die zijn allemaal opgekocht door één bedrijf. De opdrachten worden nu één op één gegund. Het is lastig om voorwaarden op te nemen waardoor er gelijke materialen voor de buitenruimte geleverd worden. Projectleiders willen bekende aannemers uitnodigen en zo hun werken kenbaar maken zonder ingewikkelde bestekken. Deskundigheid is ook een knelpunt. Er komen steeds nieuwe randvoorwaarden bij het inkoopbeleid bij, zoals bijvoorbeeld duurzaamheid. Soms is er vertrouwen in een bepaald bedrijf dat die ene speciale klus door dat bedrijf goed kan worden uitgevoerd. Dan moet er toch worden aanbesteed. Van te voren heb je geen garanties dat dit bedrijf de speciale klus ook kan uitvoeren. Voor diensten is er eigenlijk geen beleid. Bij raamcontracten wordt de kwaliteit van het te leveren product al snel minder. De drempelwaarden van € 100.000 bij werken wordt als hoog ervaren. Er kunnen hierdoor veel projecten enkelvoudig onderhands (één op één) weggezet worden. Dit komt de transparantie niet ten goede. Er worden een aantal voorwaarden in bestekken of inkoopvoorwaarden opgenomen waardoor kleinere bedrijven de werken niet kunnen uitvoeren of dienst niet kunnen leveren. Denk hierbij aan (te hoge) bankgaranties of een aansprakelijkheidsstelling die zij niet kunnen aangaan. Je komt dan onmiddellijk terecht bij de grote bedrijven. Door de verantwoordelijke vakspecialisten, bestuurders en politici zijn de volgende tabellen ingevuld. Hierbij opgemerkt dat zij geen andere verklarende omschrijvingen hebben meegekregen behoudens de volgende: Het gaat hierbij om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken. Met transactiekosten in dit staatje wordt bedoeld alle kosten die noodzakelijk zijn om een contract af te sluiten, zoals onderzoekkosten, aanpassen softwareprogramma's, kosten van onderhandelen, toezicht, geschillen etc.). ++ = tot zeer + = -- = = zeer gunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen (++ betekent bij transactiekosten dat er geen weinig kosten zijn) gunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen zeer ongunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen ongunstig ten opzichte van andere uitvoeringsvormen Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft de betreffende inkoper de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Ingevuld door Inkoop. Aspecten 46 Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer --+ + + Vaste leverancier + + + + Gemeente gaat aanbesteden ++ ++ + + + + + ++ Gemeenschappelijke regeling + + + + + - Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Wanneer het gaat om welke afwegingen bij een gemeente een rol spelen bij het op de markt zetten van goederen, diensten en werken heeft de betreffende uitvoerder de volgende prioriteitsstelling gemaakt. Ingevuld door Uitvoering beheer Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer neutraal + + neutraal neutraal + + + Vaste leverancier + neutraal neutraal + neutraal neutraal - Gemeente gaat aanbesteden + neutraal + ++ - Gemeenschappelijke regeling + + neutraal neutraal + - Naar aanleiding van de diverse uitspraken geuit tijdens de discussies over het inkoop- en aanbestedingsbeleid van de wethouder wordt het volgende beeld verkregen. Aspecten Gemeente eigen beheer Vaste leverancier Gemeente gaat aanbesteden Prijs + + Flexibiliteit + Loyaliteit + Communicatie + Deskundigheid + Transactiekosten + + Betrokkenheid + Beïnvloedbaar + Vervolgens is er een totaaltelling gemaakt waar het volgende overall beeld uitkomt. Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar 47 Gemeente eigen beheer -/+ + -/+ Vaste leverancier + -/+ + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden + + -/+ + + -/+ + Gemeenschappelijke regeling + + - Gemeenschappelijke regeling + -/+ + -/+ - Op basis van de ter beschikking staande documenten en de gehouden interviews vertoont deze gemeente een afwijkend beeld ten opzichte van de aanname in het schema opgenomen in hoofdstuk 3. Voor het uitvoeren van de werkzaamheden geniet een vaste leverancier de voorkeur. Opvallend bij deze gemeente is dat de privatisering van de uitvoerende diensten die een aantal jaren geleden heeft plaatsgevonden niet als geslaagd wordt beschouwd. Een aantal onderdelen wordt weer ondergebracht binnen de eigen (gemeentelijke) organisatie. Dit terwijl de voordelen van het in eigen beheer hebben van de werkzaamheden door deze gemeente als negatief ervaren wordt. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Voornaamste knelpunten die deze gemeente worden genoemd zijn: - - Er is een sterke voorkeur voor lokale ondernemers. (Europese) aanbestedingsregels zijn gericht op transparantie en toetreding op de markt. De deskundigheid bij het op de markt zetten van Europese aanbestedingen is via een gemeenschappelijke regeling gewaarborgd. Bij de overige (nationale) aanbestedingen is de vakafdeling verantwoordelijk. Hierbij worden de hoge kosten genoemd van het zorgvuldig vormgeven van aanbestedingen. Genoemd wordt de steeds wijzigende en complexe regelgeving zoals de toevoeging van het element duurzaamheid. Focus op het proces, in plaats van maatwerk. Het product dat op de markt wordt gezet is van belang bij de afwegingen die hieraan voorafgaan. Het inkoopbeleid biedt hiervoor ruimte. In hoofdstuk 5.4 wordt ingegaan op de verklaringen voor de door deze gemeente genoemde knelpunten. 4.5 Samenvatting van de knelpunten bij aanbestedingen In dit hoofdstuk is nader ingegaan op de knelpunten die spelen bij de uitvoering van de aanbestedingsregels. Gebruik is gemaakt van de verschillende documenten zoals management paper, verslagen, website, accountantsverklaringen, begrotingen etc. Aanvullend is geprobeerd inzicht te verkrijgen door het houden van interviews. Ook is gevraagd om een schema in te vullen wat in hoofdstuk 3 als een aanname is ingevuld over mogelijke aanbestedingsargumenten. Een aantal geïnterviewden heeft het schema niet ingevuld. Er is op basis van de antwoorden in het daadwerkelijke interview alsnog een schema ingevuld. De wethouder van gemeente 3 heeft aangegeven geen tijd te hebben voor het interview en voor het invullen van het schema. Dit schema is ingevuld op basis van notulen van de verschillende (raads)vergaderingen en uitspraken in de media en op de website. De interviews werden gehouden als open interview. De interviewer hanteerde als leidraad aan aantal vragen op het gebied van: De omgeving waarin de aanbestedingen plaatsvonden Het proces van de aanbestedingen De uitvoering van de aanbestedingen De cultuur van de organisatie waarbinnen de aanbestedingen plaatsvonden. De verschillende ingevulde schema’s zijn per gemeente vertaald naar een overall schema. Hierbij zijn de verschillende plussen en minnen tegen elkaar weggestreept om tot een eindschema te komen. Wanneer we deze afsluitende schema’s van de drie verschillende gemeenten op een rij zetten krijgen we het volgende beeld. Gemeente 1 Aspecten 48 Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer +/++ ++ + + + ++ ++ Vaste leverancier + ++ + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden ++ +/+/+/- Gemeenschappelijke regeling + + +/+ + +/+/- Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Gemeente 2 Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente 3 Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + + + + + + + Gemeente eigen beheer -/+ + -/+ Vaste leverancier + + + + + + Vaste leverancier + -/+ + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden Gemeenschappelijke regeling + + + - Gemeente gaat aanbesteden + +/+ + + + - Gemeenschappelijke regeling + + -/+ + + -/+ + + -/+ + -/+ - In het overall beeld vertoont gemeente 1 een grote mate van gelijkenis met de aanname in hoofdstuk 3. Alleen op het aspect flexibiliteit bij aanbestedingen is de score iets minder negatief, omdat verwacht wordt dat er door sturing bijstelling kan plaatsvinden. Gemeente 2 daarentegen vertoont in het overall beeld een enigszins afwijkend beeld in vergelijking met de aanname in hoofdstuk 2. Toch geeft het overall beeld overeenkomstig de aanname in hoofdstuk 2 aan dat wanneer men overgaat tot aanbestedingen dit meer nadelen oplevert dan wanneer de werken, diensten of goederen op een andere wijze worden voortgebracht. In hoofdstuk 5 zullen de motiveringen die hieraan ten grondslag liggen nader beschouwd worden. Op basis van de ter beschikking staande documenten vertoont gemeente 3 een afwijkend beeld in vergelijking met de aanname in hoofdstuk 3. Er is een voorkeur voor een vaste leverancier waarbij alleen op het aspect transactiekosten dit in mindere mate geldt voor een aanbestedingsprocedure. In het volgende hoofdstuk worden de schema’s van de drie gemeenten gebruikt om verklaringen te geven voor de knelpunten in de uitvoering van de aanbestedingsregels. In het geheel kan gesteld worden dat de knelpunten zich manifesteren op de volgende onderdelen: - 49 - De uitvoering, het proces en de cultuur is ingegeven door de New Public management gedachte, bedrijfsmatig werken, efficiency etc.. De (Europese) aanbestedingsregels zijn primair gericht op transparantie en de belangen van marktdeelnemers(doel) met als uitgangspunt dat marktwerking de corrigerende factor is (gevolg). Regelgeving is complex en nodigt uit tot creatieve oplossingen. Regelgeving biedt de ruimte om beargumenteert hiervan af te wijken Bij middelgrote gemeenten biedt de drempelwaarden voor werken veel ruimte om zich een grote gunningsvrijheid te veroorloven. Het proces is leidend, voor de output (doeltreffendheid) is bij (Europese) aanbestedingen weinig aandacht. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten - - - 50 Knelpunten worden ervaren in de uitvoering. Uitvoeringsgerichte afdelingen handelen hiernaar. Transactiekosten worden door de inkoopafdelingen niet ervaren vanwege de doorvertaling in de overhead. Bij de vakafdelingen worden deze kosten rechtstreeks op het product geboekt waardoor er bij deze afdelingen een financiële afweging gemaakt wordt. Goederenkarakteristieken spelen een belangrijke rol bij aanbestedingen maar worden beleidsmatig nog niet als zodanig onderscheiden. Politiek is hier wel een statement gemaakt. (Agnes Kant, business to business). Aanbestedingsvormen worden creatief (mis) gebruikt. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 5. Verklaringen voor de knelpunten bij aanbestedingen 5.1 Inleiding De schema’s in hoofdstuk 4 worden gebruikt om de motieven te achterhalen waarom de aanbestedingsregels op grote schaal niet worden nageleefd. In de voorgaande hoofdstukken is er een aantal aspecten weergegeven aan de hand waarvan deze motieven gereconstrueerd worden. We hebben gezien dat goederenkarakteristieken een rol (kunnen) spelen. Aan de hand van interviews is gekeken of de omgeving waarin de aanbestedingen plaatsvinden, het proces van de aanbestedingen, de uitvoering van de aanbestedingen en de cultuur van de organisatie waarbinnen de aanbestedingen plaatsvinden een rol hierin spelen. 5.2 Gemeente 1 Conform de optellingen in hoofdstuk 4 levert het overall beeld van deze gemeente het volgende schema op. Gemeente 1 overall beeld Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer +/++ ++ + + + ++ ++ Vaste leverancier + ++ + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden ++ +/+/+/- Gemeenschappelijke regeling + + +/+ + +/+/- Algemeen Op basis van de ter beschikking staande documenten vertoont deze gemeente op vrijwel alle aspecten een overeenkomstig beeld als bij de aanname in hoofdstuk 3. Alleen op het aspect flexibiliteit bij aanbestedingen is de score iets minder negatief omdat door de gemeente verwacht wordt dat er door sturing bijstelling op dit onderdeel kan plaatsvinden. Op basis van de documenten geeft deze gemeente aan dat het uitvoeren in eigen beheer of het gebruik van een vaste leverancier veel meer voordelen biedt dan wanneer het de werkzaamheden moet gaan aanbesteden. Ook de gemeenschappelijke regeling biedt meer voordelen dan wanneer tot aanbesteding moet worden overgegaan. De geïnterviewden geven op een aantal onderdelen een gewijzigde score maar bij allen scoort het onderdeel aanbesteden alleen goed op het aspect prijs. Alleen de inkoper geeft met het invullen van het schema een afwijkend beeld. Als reden hiervoor kan worden gegeven dat de inkoper bij deze gemeente alleen het proces van de aanbesteding begeleidt en niet betrokken is bij de daadwerkelijke uitvoering van de werken, goederen of diensten. Opvallend is wel dat de inkoper, wanneer de gemeente gaat aanbesteden, in het schema het aspect transactiekosten als positief beoordeelt waarbij in het interview door de inkoper wordt aangegeven dat er 24.000 euro aan voorbereidingstijd zit in een Europese aanbesteding met een volume van 60.000 euro per jaar (contract voor drie jaar). Het gebruik van aanbestedingen als instrument lijkt hierbij vervangen door aanbestedingen te stellen als een doel. 51 Uit het schema blijkt dat deze gemeente alleen uit prijsoverwegingen een motivatie kent om aan te besteden. Andere aspecten die door deze gemeente als verklaringen voor het niet naleven van de inkoop- en aanbestedingsregels zijn benoemd en niet zijn opgenomen in het schema zijn: - Het moeilijk kunnen waarborgen van de kwaliteit van de geleverde producten Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten - Het ontbreken van deskundigheid voor wat betreft de regels van aanbestedingen - De lange proceduretijd - Voorkeur voor lokale ondernemers De gemeente kent een splitsing in aanbestedingen voor civiele werken die door het Ingenieursbureau worden begeleid en alle andere aanbestedingen welke door de afdeling Inkoop worden begeleid. Europese aanbestedingen voor het onderdeel werken worden door deze gemeente niet verricht omdat de drempelwaarde (ruim 4,8 miljoen) te hoog is. Wanneer er sprake is van projecten met een hogere waarde dan wordt dit bij een projectontwikkelaar ondergebracht welke niet aanbestedingsplichtig is. De (Europese) aanbestedingsregels gelden namelijk alleen voor overheden. Zoals uit het schema blijkt, is er in deze gemeente op voorhand een zekere weerstand om werken, diensten of leveringen aan te besteden. De nadelen van aanbestedingen worden door deze gemeente op alle aspecten ervaren op het aspect prijs na. Wanneer de afdeling Inkoop leidend is bij het wegzetten van werken, diensten en leveringen worden de aanbestedingsregels nageleefd. Deze afdeling geeft aan dat de wet- en regelgeving nageleefd moet worden, ook al brengt dit nadelen met zich mee. De afdeling Inkoop wordt niet geconfronteerd met de nadelige aspecten van de aanbestedingen die zijn immers pas merkbaar bij de uitvoering, dus bij de vakafdelingen. Het voorbeeld over de transactiekosten die ten opzichte van het aan te besteden bedrag buitenproportioneel zijn, is hier een voorbeeld van. Ook dient hierbij opgemerkt te worden dat de voorbereidingskosten van de afdeling Inkoop bij deze gemeente versleuteld is in de overhead. Deze kosten worden dus niet omgeslagen naar het product dat op de markt wordt gezet. Dit is anders bij de civiele werken die door het Ingenieursbureau worden begeleid. De voorbereidingskosten worden direct belast naar het product. Dit betekent dat door de betreffende vakafdelingen ook het aspect transactiekosten meegewogen gaat worden wanneer er aanbesteed wordt. In documenten van deze gemeente zijn schriftelijke motivaties aangetroffen om af te wijken van het inkoop- en aanbestedingenbeleid van de gemeente om redenen van te hoge voorbereidingskosten in relatie tot het te verwachtten aanbestedingsvoordeel. Het betreft dan civieltechnische werken die door het Ingenieursbureau worden voorbereid. Samengevat kan worden gesteld dat de Europese aanbestedingen dan wel openbare aanbestedingen die bij deze gemeente door de afdeling Inkoop worden begeleid op correcte wijze geschiedt. De focus ligt hierbij op het proces. Bij andere opdrachten heeft deze afdeling een adviserende rol en ligt de verantwoordelijkheid bij de betreffende vakafdeling. Wanneer de aanbestedingen door de vakafdelingen worden begeleid spelen de genoemde aspecten in het schema een rol. Afhankelijk van de weging die de verantwoordelijke ambtenaren en bestuurders aan het betreffende aspect in het schema geven (maatwerk) wordt het aanbestedingsbeleid nageleefd. De cultuur en organisatie van deze gemeente biedt hiertoe ruimte omdat volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid gemotiveerd afgeweken mag worden van de gestelde regels. De rechtmatigheid die bij accountantscontroles in het geding is, heeft betrekking op het ontbreken van (schriftelijke) motivaties. Omgeving 52 Deze gemeente zet in op het zo veel mogelijk uitbesteden van werkzaamheden. Een groot deel van de bezuiniging moet hiermee ingevuld worden. Ook ziet deze gemeente kansen in gemeenschappelijke regelingen. Prijsmotivatie ligt hieraan ten grondslag. Toch ziet men hier ook een in zichzelf gekeerde organisatie. Gemeenschappelijke regelingen worden positief ervaren om louter alleen prijsmotivatie. Kennisdeling wordt nergens genoemd. Dit zou te maken kunnen hebben met een oriëntatie op kleinere gemeenten in de omgeving. Een toenadering naar grotere gemeenten in de omgeving is niet waarneembaar. Als middelgrote gemeente ziet men bij deze gemeente blijkbaar geen rendement in aansluiting bij een andere (grotere) gemeente. (citaat: wanneer ik bij een kleine gemeente zou werken zou ik veel meer aansluiting zoeken bij een andere gemeente). Proces Het proces is in deze gemeente lijkt in eerste instantie goed geregeld. Het heeft een inkoop- en aanbestedingsbeleid vastgesteld. Er is een verantwoordelijke wethouder benoemd en er is een afdeling Inkoop die verantwoordelijk is voor het inkoop- en aanbestedingsbeleid. In de praktijk blijkt dit wat onduidelijker. Er Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten zijn vijf onderzoeken op het gebied van inkoop en aanbestedingen uitgevoerd. Alleen het hoofd inkoop blijkt hiervan op de hoogte. Bij de verdeling van de verantwoordelijkheid voor aanbestedingen blijkt hier de goederenkarakteristieken een rol te spelen. Gemengde goederen (rivaliserend en niet exclusief zoals zorg) worden geheel door de afdeling Inkoop (meestal begeleid door een extern bureau) op de markt gezet. Civieltechnische werken (individuele goederen) worden door het ingenieursbureau op de markt gebracht. Bij het op de markt brengen van gemengde goederen (afdeling inkoop) is het proces leidend. De consequenties bij de uitvoering is van ondergeschikt belang. De afdeling Inkoop is gefocust op het juridisch goed begeleiden van aanbestedingen en is ook op de hoogte (gebracht) van de verschillende rapporten. Transactiekosten spelen bij deze afdeling een marginale rol door de motivatie “wet is wet dus we hebben het zo uit te voeren”. Het ingenieursbureau (onbekend met de inhoud van de vijf rapporten) geeft aan voornamelijk een uitvoerend bureau te zijn en behoefte te hebben aan juridische kennis. Standaardvoorwaarden voor civieltechnische projecten sluiten niet goed aan bij de juridisering van aanbestedingsregels. Om deze kennisachterstand te overbruggen heeft deze afdeling samenwerking gezocht bij een grotere gemeente. Hierin is deze afdeling binnen de gemeente uniek en de afdeling Inkoop is hiervan niet op de hoogte. Uitvoering In de uitvoering blijken bij deze gemeente knelpunten op het gebied van deskundigheid van aanbestedingsregels en het niet kunnen borgen van de kwaliteit van de te leveren producten. Het management geeft aan dat flexibiliteit slecht ontwikkeld is en vertraging veroorzaakt. Sturing op flexibiliteit zijn aandachtspunten. Het proces is belangrijker dan de output. Doordat men bij de uitvoering onvoldoende sturing heeft op de uitkomsten van aanbestedingen en het management flexibiliteit belangrijk vindt, gaan de uitvoerende afdelingen creatieve oplossingen bedenken (waarbij zij zich gesteund denken door het management) om onder de aanbestedingsregels uit te komen. Cultuur Zoals eerder aangegeven zet gemeente 1 in op het zo veel mogelijk uitbesteden van de werkzaamheden, regieorganisatie en bedrijfsmatig werken. Haaks hierop staat de inspanningen van het management van deze gemeente op het betrokken voelen van medewerkers bij de organisatie (citaat managementpaper; ”er moeten ook mensen zijn die ervoor gaan en er graag bij willen horen”). Ook geeft het management aan zich in te willen zetten om te zorgen dat ook wanneer er uitbesteed (aanbesteed) wordt te willen zorgen dat de organisatie omgevingsgericht blijft handelen. De houding en de visie van de top van de onderneming heeft zeer veel invloed op de motivatie en het zingevingsysteem van de gehele organisatie ( Morgan 1986 p. 122). Cultuur binnen een organisatie kan niet zonder meer worden bepaald, maar ontwikkelt zich geleidelijk. Niet iedereen is altijd even betrokken bij de organisatie waar hij of zij voor werkt. Het specifiek sturen door het management op loyaliteit kan de organisatie verdelen waardoor er subculturen kunnen ontstaan die in het uiterste geval tot tegenculturen kunnen leiden. In de interviews ziet men dit terug in opmerkingen als: - 53 vriendjespolitiek komt heel vaak voor er zijn mensen die in het geweer komen, maar dit blijft beperkt tot het roddelcircuit er wordt op aandringen van het bestuur vrij veel werk weggeven binnen de aanbestedingsregels is er geen ruimte voor het borgen van waarden, gedragsregels en normen. Voor wat betreft de cultuur van deze gemeente lijkt het zich in te zetten op transparantie en professionalisering maar, lijken de gedragingen zich niet evenredig te ontwikkelen. Samenvatting verklaringen voor de knelpunten gemeente 1 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Op basis van de ter beschikking staande documenten vertoont deze gemeente op vrijwel alle aspecten een overeenkomstig beeld als bij de aanname in hoofdstuk 3. De nadelen van aanbestedingen worden door deze gemeente op alle aspecten, behoudens de prijs, ervaren van het schema. Zoals uit het schema blijkt, is er in deze gemeente op voorhand een zekere weerstand om werken, diensten of leveringen aan te besteden, eenvoudig weg, omdat de voordelen (op de prijs na) niet opwegen tegen de nadelen. Als middelgrote gemeente ziet men geen rendement in aansluiting bij een andere (grotere) gemeente. Immers bij aanbestedingen is het volume van deze gemeente bepalend en bijdragen van andere (kleinere) gemeenten zijn te verwaarlozen. Het initiatief moet komen van de kleinere gemeenten omdat zij bij aansluiting voordeel hebben. Gemeente 1 is hierdoor sterk lokaal georiënteerd. Voor wat betreft de uitvoering is het proces bij deze gemeente leidend. Het sluit echter niet aan bij de uitvoering. Hierdoor gaan de uitvoerende onderdelen van deze organisatie op zoek naar creatieve oplossingen. Efficiency is binnen deze gemeente op het gebied van aanbestedingen niet verankerd. De cultuur van deze gemeente lijkt zich in een spagaat te bevinden tussen enerzijds loyaliteit (voorkeur voor lokale ondernemers, goede afspraken tussen vaste leveranciers, betrokkenheid van medewerkers etc.) en bedrijfsmatig (marktgericht) werken anderzijds waarbij men aanzienlijke bezuinigingen wenst te realiseren. Het oorspronkelijke doel van aanbestedingen”transparantie voor marktdeelnemers” wordt nergens (uit)gedragen. 54 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 5.3 Gemeente 2 Conform de optellingen in hoofdstuk 4 levert het overall beeld van deze gemeente het volgende schema op. Gemeente 2 overall beeld Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer + + + + + + + Vaste leverancier + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden + + + - Gemeenschappelijke regeling + +/+ + + + - Algemeen Deze gemeente vertoont weliswaar een iets afwijkend beeld ten opzichte van de aanname in het schema opgenomen in hoofdstuk 3. Toch geniet ook hier het in eigen beheer uitvoeren van de werkzaamheden de voorkeur. Dit is ook in overeenstemming met het beleid waarbij het geprivatiseerde onderdeel van de gemeente “ beheer van de openbare ruimte” teruggaat naar de gemeente. Verder heeft ook de vaste leverancier de voorkeur boven de aanbestedingsvariant. Het inkoopbeleid voor de gemeente twee is zorgvuldig uitgewerkt. Uit het schema blijkt dat deze gemeente alleen uit prijs-, flexibiliteit en deskundigheidsoverwegingen een motivatie kent om aan te besteden. Andere aspecten die door deze gemeente als verklaringen voor het niet naleven van de inkoop- en aanbestedingsregels zijn benoemd en niet zijn opgenomen in het schema zijn: - Het moeilijk kunnen waarborgen van de kwaliteit van de geleverde producten Het ontbreken van deskundigheid bij vakafdelingen voor wat betreft de regels van aanbestedingen De lange proceduretijd Voorkeur voor lokale ondernemers Volgens het inkoop- en aanbestedingenbeleid mag van Europese regelgeving niet worden afgeweken. Van de eigen regelingen mag wel worden afgeweken. De vakafdelingen zijn bij deze gemeente verantwoordelijk voor de aanbestedingen. Alleen wanneer het Europese- of openbare aanbestedingen betreffen neemt de afdeling Inkoop het proces over. De afdeling inkoop is onderdeel van een gemeenschappelijke regeling. Gelijk aan gemeente 1 worden Europese aanbestedingen voor het onderdeel werken door deze gemeente niet verricht omdat de drempelwaarde (ruim 4,8 miljoen) te hoog is. Wanneer er sprake is van projecten met een hogere waarde dan wordt dit bij een projectontwikkelaar ondergebracht. 55 Zoals uit het schema blijkt is er in deze gemeente op voorhand een zekere weerstand om werken, diensten of leveringen aan te besteden. Hoewel in mindere mate dan gemeente 1 worden de nadelen van aanbestedingen door deze gemeente op meer aspecten ervaren dan bij de overige varianten. Wanneer de afdeling Inkoop leidend is bij het wegzetten van werken, diensten en leveringen (Europese- en openbare aanbestedingen) worden de aanbestedingsregels nageleefd. Ook hierbij geldt dat de afdeling Inkoop alleen verantwoordelijk is voor het proces en niet geconfronteerd wordt met de nadelige aspecten van de aanbestedingen die pas merkbaar zijn bij de uitvoering, dus bij de vakafdelingen. Evenals bij gemeente 1 worden de voorbereidingskosten van de afdeling Inkoop versleuteld in de overhead. Deze kosten worden dus niet Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten omgeslagen naar het product dat op de markt wordt gezet. Gelijk aan gemeente 1 worden de voorbereidingskosten van de vakafdelingen direct belast naar het product. Dit betekent dat door de betreffende vakafdelingen ook het aspect transactiekosten bij aanbestedingen meegewogen wordt. Er kan worden gesteld dat Europese aanbestedingen dan wel openbare aanbestedingen die bij deze gemeente door de afdeling Inkoop worden begeleid correct zijn. Evenals bij gemeente 1 ligt de focus van deze afdeling op het proces. Bij andere opdrachten heeft deze afdeling een adviserende rol en ligt de verantwoordelijkheid bij de betreffende vakafdeling. Wanneer de aanbestedingen door de vakafdelingen worden begeleid spelen evenals bij gemeente 1 de genoemde aspecten in het schema een rol. Afhankelijk van de weging die de verantwoordelijke ambtenaren en bestuurders aan het betreffende aspect in het schema geven (maatwerk) wordt het aanbestedingsbeleid nageleefd. De invloed hierbij van lokale ondernemers lijkt bij deze gemeente minder groot dan bij gemeente 1. Het netwerk waarbij maatwerk toegepast wordt is gemeenteoverstijgend. Een reden kan zijn dat de verantwoordelijke wethouder van deze gemeente lid is van een landelijke partij, waarbij het bestuur van gemeente 1 gedomineerd wordt door een lokale partij. Bij beide gemeenten geldt dat de cultuur en organisatie ruimte biedt omdat volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid, gemotiveerd, afgeweken mag worden van de gestelde regels. De rechtmatigheid die bij accountantscontroles in het geding is heeft uitsluitend betrekking op het ontbreken van de (schriftelijke) motivaties om af te wijken van het inkoop- en aanbestedingenbeleid. Omgeving Deze gemeente heeft het inkoop- en aanbestedingsbeleid georganiseerd via een gemeenschappelijke regeling. In de papers wordt aangegeven dat men zich als regieorganisatie inzet op gemeenschappelijke regelingen. Er is echter sprake van een heroverweging ten aanzien van een aantal geprivatiseerde taken. Er is gekozen om het beleid en de regie van het beheer van de openbare ruimte bij de gemeente te positioneren en te versterken. Dit betekent dat hieraan gekoppelde taken die zijn geprivatiseerd terugkomen naar de gemeente. Bij deze gemeente was een tussentijdse controle van de accountant noodzakelijk om een dreigende onthouding van de goedkeuring van een accountantsverklaring te voorkomen. Er waren bij een vorige controle te veel waarnemingen voor wat betreft aanbestedingen geweest die niet correct waren. Accountant zit hierbij formeel op de lijn van toetsing op rechtmatigheid en heeft de aanbeveling gedaan om conform het beleid te sturen op dossiervorming (schriftelijke motivatie van afwijking). De accountant toetst niet op naleefgedrag van aanbestedingsregels. Proces Het beleid en de verantwoordelijkheid voor aanbestedingen is bij deze gemeente via het inkoop- en aanbestedingenbeleid geregeld. De managementletter van de accountant van deze gemeente geeft aan dat het beeld van de processen aangeeft dat er vooruitgang is maar dat er nog veel te doen blijft. Ook blijken er nog belangrijke rechtmatigheidrisico’s te zijn. Het proces voor Europese aanbestedingen binnen deze organisatie is op een zorgvuldige wijze ingebed binnen de organisatie. Het zet zich in voor een verdere bundeling van expertise op dit gebied. Ook het leveren van een rapportage (monitoring) is opgenomen als centrale doelstelling van het bureau. Het is opmerkelijk te constateren dat deze inspanningen niet van toepassing zijn op de nationale aanbestedingen. Het inkoop- en aanbestedingenbeleid is via een gemeenschappelijke regeling vastgelegd maar de controle is opgedragen aan iedere gemeente voor zich. Er lijkt bij deze gemeente sprake te zijn van organisatorische fragmentatie op het gebied van Europese- en nationale aanbestedingen. Niemand voelt zich verantwoordelijk voor het geheel. Uitvoering 56 De verschillende vakafdelingen hebben een sterke voorkeur voor een vaste leverancier of het in eigen beheer hebben voor de verschillende activiteiten. Geprivatiseerde onderdelen worden weer teruggenomen. Het beleid biedt ook ruimte om met vaste leveranciers te werken. Drempelbedragen voor aanbestedingen zijn onlangs verhoogd. Er is beleidsmatig een sterke focus op lokale ondernemers. Bij onderhandse aanbestedingen moet Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten volgens het beleid tenminste één lokale ondernemer worden uitgenodigd. In de uitvoering zie je dit niet direct terug. Het inkoopbureau ziet prijstechnisch nog wel voordelen om gemeenschappelijk activiteiten te ontplooien maar geeft aan dat het heel veel energie kost om de partijen op één lijn te krijgen. Het inkoop- en aanbestedingenbeleid heeft bij de vakafdelingen weinig draagvlak. Het inkoopbureau geeft aan dat de verschillende vakafdelingen vaak niet op de hoogte zijn van de verschillende regels. Van de aanbestedingsregels mag (met uitzondering van de Europese regelgeving) gemotiveerd worden afgeweken. Wanneer het een leverancier is die bekend is met het werk of als het specialistisch werk betreft wordt vrijwel altijd afgeweken van de regelgeving. Genoemd wordt hierbij onder andere bekendheid met de ondergrondse infrastructuur. Dit zou betekenen dat heel veel fysieke werken één op één of onderhands wordt weggezet. Dit is ook mogelijk doordat de drempelbedragen voor werken pas bij ca. 4,8 miljoen euro Europees weggezet moet worden. Bij middelgrote gemeenten zijn er weinig werken die deze drempel te boven gaan. Cultuur Door het inkoopbureau rechtstreeks onder de verantwoording van de secretaris te laten vallen is geprobeerd het inkoop- en aanbestedingenbeleid een legitimiteit binnen de organisatie mee te geven. Afgevraagd moet worden wie zich nu verantwoordelijk voelt voor het geheel. Het inkoopbureau geeft aan niet toe te zien op nationale aanbestedingen. De betreffende vakafdelingen zijn verantwoordelijk. Zij kunnen indien zij dat wensen gebruik maken van de expertise van het inkoopbureau. Het inkoopbureau heeft het inkoop- en aanbestedingenbeleid op de website gezet waarmee de actieve bemoeienis ophoudt. Tenzij expliciet om advies wordt gevraagd. Het uitvoeringsproces wordt in deze gemeente niet verder georganiseerd en gemanaged. In het collegeprogramma en papers zijn geen items opgenomen voor wat betreft aanbestedingen. Wel ziet deze gemeente zichzelf als een regieorganisatie die er voor gekozen heeft de regie van het beheer van de openbare ruimte te positioneren en te versterken. Die hieraan gekoppelde taken die zijn geprivatiseerd komen terug naar de gemeente. Deze gemeente ziet enerzijds het bedrijfsmatig werken als uitdaging en wil de regiegedachte versterken, anderzijds moeten geprivatiseerde onderdelen terug naar de gemeente. Zowel een regieorganisatie als een organisatie met geprivatiseerde onderdelen die veelal samengaan hebben een duidelijke focus op sturing op output. Samenvatting verklaringen voor de knelpunten gemeente 2 In het overall beeld vertoont deze gemeente op vrijwel alle aspecten een iets afwijkend beeld als bij de aanname in hoofdstuk 3. De nadelen van aanbestedingen worden door deze gemeente op de aspecten loyaliteit, communicatie, transactiekosten, betrokkenheid en beïnvloedbaarheid, ervaren van het schema. Zoals uit het schema blijkt is er in ook voor deze gemeente op voorhand een zekere weerstand om werken, diensten of leveringen aan te besteden, eenvoudig weg omdat de voordelen niet opwegen tegen de nadelen. Alleen de afdeling Inkoop ziet in de praktijk rendement in samenwerking met andere gemeenten, maar geeft hierbij tegelijkertijd aan dat dit veel inspanning vergt. Ook bij deze gemeente worden de uren van de afdeling inkoop versleuteld in de overhead. Er is dus geen zicht of de transactiekosten opwegen tegen de voordelen van een gemeenschappelijke regeling. Voor wat betreft de uitvoering bij aanbestedingen is het proces bij deze gemeente leidend. Het sluit echter niet aan bij de uitvoering. Evenals bij gemeente 1 gaan de uitvoerende onderdelen van deze organisatie (vakafdelingen) op zoek naar creatieve oplossingen. Efficiency is binnen deze gemeente op het gebied van aanbestedingen niet verankerd. De cultuur van deze gemeente is voor wat betreft aanbestedingen, gericht op rechtmatigheid door de accountant. Europese aanbestedingen worden vrijwel uitsluitend verricht voor goederen en diensten. Het proces is dan leidend. Hier is verder alles ondergeschikt aan. Controle op output bij Europese aanbestedingen wordt niet vermeld. Het oorspronkelijke doel van aanbestedingen”transparantie voor marktdeelenemers” wordt nergens (uit)gedragen. 57 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 5.4 Gemeente 3 Conform de optelling in hoofdstuk 4 levert het overall beeld van deze gemeente het volgende schema op. Gemeente 3 overall beeld Aspecten Prijs Flexibiliteit Loyaliteit Communicatie Deskundigheid Transactiekosten Betrokkenheid Beïnvloedbaar Gemeente eigen beheer -/+ + -/+ Vaste leverancier + -/+ + + + + + + Gemeente gaat aanbesteden + + -/+ + + -/+ + Gemeenschappelijke regeling + -/+ + -/+ - Algemeen Op basis van de ter beschikking staande documenten vertoont deze gemeente een afwijkend beeld in vergelijking met de aanname in hoofdstuk 3. Er is een voorkeur voor een vaste leverancier. Het in eigen beheer uitvoeren van goederen, diensten en werken wordt als negatief ervaren evenals het uitvoeren binnen een gemeenschappelijk regeling. De respondenten geven op een aantal onderdelen een gewijzigde score. Met name de afdeling Inkoop geeft een afwijkend beeld. De aanbestedingen en de gemeenschappelijke regeling worden door deze afdeling als positief ervaren. De reden hiervan kan zijn dat de afdeling Inkoop bij deze gemeente, primair verantwoordelijk is voor de aanbestedingen. Ook is bij deze gemeente de afdeling inkoop onderdeel van een gemeenschappelijke regeling. Verder is opmerkelijk dat deze gemeente een negatieve score kent voor het onderdeel “gemeente in eigen beheer”. Dit kan te maken hebben met de discussies binnen deze gemeente over de privatiseringen van een aantal onderdelen van deze gemeente. De privatisering van de onderdelen inzameling, groenonderhoud etc. is niet helemaal geslaagd waardoor deze onderdelen opnieuw ter discussie staan; hetzij terugnemen in eigen beheer, hetzij afstoten. Het overall beeld geeft alleen een overeenkomstig beeld met de aanname in hoofdstuk 2 op het onderdeel “vaste leverancier”. Dit is overeenkomstig de doelstelling zoals in de begroting van deze gemeente is opgenomen dat het voornemen vanuit het regeerakkoord VVD en CDA wordt overgenomen “het MKB verdient meer kansen bij aanbestedingen door de overheid. Cluster- en raamovereenkomsten worden teruggedrongen; de omzeteis gaat omlaag. Als een bedrijf met succes een aanbestedingsprocedure heeft doorstaan moet de erkenning voor meerdere jaren zijn geregeld”. Evenals bij gemeente 1 en 2 neemt de afdeling inkoop alleen de Europese- en openbare aanbestedingen voor haar rekening. De overige aanbestedingen worden door de vakafdelingen zelf ter hand genomen. 58 Het inkoopbeleid voor de gemeente drie is zorgvuldig uitgewerkt en gelijk aan die van gemeente 2. Deze gemeente kennen voor wat betreft de inkoop een gemeenschappelijke regeling. Uit het schema blijkt dat deze gemeente de voorkeur heeft voor een vaste leverancier. Het in eigen beheer hebben van werken, diensten en goederen wordt door deze gemeente als negatief ervaren. Dit is een belangrijke afwijking van de aanname in hoofdstuk 2. Reden hiervoor kan zijn dat deze gemeente ontevreden is over de privatisering van de reinigingsdienst en onderhoudsdienst die een aantal jaren eerder heeft plaatsgevonden. Deze privatisering is mislukt en deze gemeente heeft geprobeerd zo min mogelijk gebruik te maken van de diensten van deze geprivatiseerde ondernemingen. Uit de interviews en documenten van deze gemeente wordt melding gemaakt van innovaties die samen met een leverancier zijn ontwikkeld en waarbij door de (Europese) aanbestedingsregels een einde moest worden gemaakt. Verder wordt door deze gemeente aangegeven dat de Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten transactiekosten bij aanbestedingen en gemeenschappelijke regelingen hoog zijn. De recessie is voor deze gemeente aanleiding om het lokale ondernemerschap te stimuleren. Het drempelbedrag werken (inkoop- en aanbestedingsbeleid van de gemeente zelf) is verhoogd naar € 100.000. Dit met als reden dat het beter is enkelvoudig of meervoudig onderhands aan te besteden. Andere aspecten die door deze gemeente als verklaringen voor het niet naleven van de inkoop- en aanbestedingsregels zijn benoemd en niet zijn opgenomen in het schema zijn: - Het moeilijk kunnen waarborgen van gelijkwaardige kwaliteit/uniformiteit van de geleverde producten Almaar nieuwe regels waardoor deskundigheid een steeds belangrijker rol gaat spelen: juridisering in plaats van maatwerk. De lange proceduretijd met name bij openbare- en Europese aanbestedingen Voorkeur voor lokale ondernemers De vakafdelingen zijn bij deze gemeente (evenals bij de andere onderzochte gemeenten) verantwoordelijk voor de aanbestedingen. Alleen wanneer het Europese- of openbare aanbestedingen betreffen neemt de afdeling Inkoop het proces over. De afdeling inkoop is evenals gemeente 2 onderdeel van een gemeenschappelijke regeling. Gelijk aan gemeente 1 en 2 worden Europese aanbestedingen voor het onderdeel werken door deze gemeente niet verricht omdat de drempelwaarde (ruim 4,8 miljoen) te hoog is. Wanneer er sprake is van projecten met een hogere waarde dan wordt dit bij een projectontwikkelaar ondergebracht. Zoals uit het schema blijkt is er in deze gemeente op voorhand een zekere weerstand om werken, diensten of leveringen aan te besteden. Bij deze gemeente is er een voorkeur om de werken, goederen of diensten te gunnen aan een vaste leverancier. Wanneer de afdeling Inkoop leidend is bij het wegzetten van werken, diensten en leveringen (Europese- en openbare aanbestedingen) worden de aanbestedingsregels nageleefd. Ook hierbij geldt dat de afdeling Inkoop alleen verantwoordelijk is voor het proces en niet geconfronteerd wordt met de nadelige aspecten van de aanbestedingen die pas merkbaar zijn bij de uitvoering, dus bij de vakafdelingen. Er is bij deze gemeente een sterke voorkeur voor lokale ondernemers. De verantwoordelijke wethouder voor het onderdeel aanbestedingen is lid van een lokale partij en heeft zich ook uitgesproken voor stimulering van lokale ondernemers. Evenals bij gemeente 1 en 2 worden de voorbereidingskosten van de afdeling Inkoop versleuteld in de overhead. Deze kosten worden dus niet omgeslagen naar het product dat op de markt wordt gezet. Gelijk aan gemeente 1 worden de voorbereidingskosten van de vakafdelingen direct belast naar het product. Dit betekent dat door de betreffende vakafdelingen ook het aspect transactiekosten bij aanbestedingen meegewogen wordt. Uit de interviews en papers van deze gemeente worden hierover geen opmerkingen gemaakt. Het is dan ook niet duidelijk in hoeverre deze kostenomslag een rol speelt bij de afwegingen. 59 Samengevat kan worden gesteld dat Europese aanbestedingen dan wel openbare aanbestedingen die bij deze gemeente door de afdeling Inkoop worden begeleid correct zijn. Evenals bij gemeente 1 en 2 ligt de focus van deze afdeling op het proces. Bij andere opdrachten heeft deze afdeling een adviserende rol en ligt de verantwoordelijkheid bij de betreffende vakafdeling. Wanneer de aanbestedingen door de vakafdelingen worden begeleid spelen evenals bij gemeente 1 de genoemde aspecten in het schema een rol. Afhankelijk van de weging die de verantwoordelijke ambtenaren en bestuurders aan het betreffende aspect in het schema geven (maatwerk) wordt het aanbestedingsbeleid nageleefd. De invloed hierbij van lokale ondernemers lijkt bij deze gemeente een zwaarwegend argument. Het netwerk waarbij maatwerk toegepast wordt is geconcentreerd op vaste leveranciers. Een reden kan zijn dat de verantwoordelijke wethouder lokaal georiënteerd is en aangegeven heeft “van boven opgelegde regels” naast zich neer te leggen wanneer hij dit zelf niet kan verdedigen. Ook bij deze gemeente geldt dat de cultuur en organisatie ruimte biedt omdat volgens het inkoop- en aanbestedingsbeleid, gemotiveerd, afgeweken mag worden van de gestelde regels. Ook hier heeft de rechtmatigheid die bij accountantscontroles in het geding is uitsluitend betrekking op het ontbreken van de (schriftelijke) motivaties. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Omgeving Deze gemeente heeft evenals gemeente 2, het inkoop- en aanbestedingenbeleid georganiseerd via een gemeenschappelijke regeling, maar geeft aan de gemeenschappelijke regeling door te willen lichten en opnieuw te heroverwegen. Gestreefd wordt naar een platte en smalle organisatie. Deze gemeente heeft het voornemen vanuit het regeerakkoord VVD en CDA overgenomen waarbij met MKB meer kansen krijgt bij aanbestedingen door de overheid. Cluster- en raamcontracten worden teruggedrongen en de omzeteis gaat omlaag. Het betreft hier een politiek/bestuurlijk lokaal georiënteerde gemeente. Proces Het inkoop- en aanbestedingenbeleid is evenals bij gemeente 2 verankerd in een gemeenschappelijke regeling. De inkoopafdeling is rechtstreeks onder de verantwoordelijkheid van de secretaris geplaatst om zo de legitimiteit te waarborgen. Ook hier geldt dat de afdeling inkoop verantwoordelijk is voor de Europese aanbestedingen maar dat de nationale aanbestedingen onder de verantwoordelijkheid vallen van de betreffende vakafdelingen. De verantwoordelijkheid voor naleving van de aanbestedingsregels wordt nergens uitgedragen. Focus ligt op afgeven van goedkeuring door accountant die alleen op rechtmatigheid toetst. Afwijking van nationale aanbestedingsregels is (gemotiveerd) toegestaan en daarom geen reden om de goedkeuring door de accountant te onthouden. Afwijken van de aanbestedingsregels door tijdsdruk komt het meeste voor. Uitvoering Ook in de uitvoering is men zich bewust van de politiek/bestuurlijke voorkeur voor lokale ondernemers. Er is sprake van veelvuldige discussie over aanbestedingen. Als voorbeeld wordt gegeven de jarenlange samenwerking met een leverancier waarmee innovatieve ontwikkelingen zijn gerealiseerd. Op grond van juridische argumenten is het contract op de markt gezet. In de uitvoering is dit ervaren als het doen van concessies op de kwaliteit. De betreffende vakafdelingen ervaren het verhogen van de drempelwaarden bij werken van € 100.000,00 als te hoog. Zij kunnen hierdoor veel projecten enkelvoudig onderhands (één op één) wegzetten. Zij geven aan dat dit ten koste gaat van de transparantie. Uit de interviews blijkt dat de werkelijke reden de druk op integriteit is. Er zijn veel belangen gemoeid bij het wegzetten van projecten met een dergelijk volume. De betreffende vakafdelingen hebben de intentie om voor zichzelf nieuwe regels hiervoor te bedenken. Cultuur Er is enerzijds een tendens bij deze gemeente om onderdelen te privatiseren (parkeerbedrijf) anderzijds worden gemeenschappelijke regelingen doorgelicht en heroverwogen. Verder is opgenomen in het collegeprogramma dat het aanbestedingsbeleid van de gemeente minder risicomijdend dient te worden. Er wordt te behoudend aanbesteed terwijl de regels wel degelijk ruimte laten voor lokale economische sturing. Dit sluit aan bij de bevindingen van de aanbestedingsambassadeur die spreekt van een verstarring bij gemeenten. Het proces tot aan het moment dat het product op de markt wordt gezet duurt lang. De drempelbedragen zijn verhoogd met als reden dat het door de recessie beter is enkelvoudig of meervoudig aan te besteden. Zo wordt het mogelijk gemaakt snel het product weg te zetten. Opvallend is dat deze gemeente propagandeert zich te willen inzetten voor bedrijven vanuit het midden en kleinbedrijf, maar wel een aantal aanvullende voorwaarden in bestekken of inkoopvoorwaarden heeft opgenomen waardoor kleinere bedrijven de werken niet kunnen uitvoeren of de dienst niet kunnen leveren. 60 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 5.5 Samenvatting verklaringen van de knelpunten bij aanbestedingen Bij middelgrote lokale overheden blijkt bij Europese aanbestedingen een scheiding tussen werken enerzijds en goederen en diensten anderzijds van belang. De drempel voor werken ligt bij Europese aanbestedingen namelijk op ruim 4,8 miljoen. Bij lokale overheden liggen de te aanbesteden werken veelal onder deze drempel. Wanneer er bij lokale overheden projecten gerealiseerd moeten worden die boven de drempel uitkomen zijn deze vrijwel altijd ondergebracht bij projectontwikkelaars. De Europese aanbestedingsregels zijn alleen van toepassing voor overheden. Europese aanbestedingen bij middelgrote lokale overheden hebben vrijwel altijd betrekking op de onderdelen goederen en diensten. Deze conclusie wordt onderbouwd door de aanbestedingskalender waar geen Europese aanbestedingen zijn waar te nemen die zijn aangemeld door middelgrote lokale overheden voor het onderdeel “werken”. De knelpunten die binnen de drie onderzochte gemeenten op het gebied van werken zijn waargenomen hebben allen betrekking op de inkoop- en aanbestedingsregels die door de betreffende gemeenten zelf zijn vastgesteld . Bij alle drie de onderzochte gemeenten geven diezelfde inkoop- en aanbestedingsregels de mogelijkheid om met (schriftelijke) motivering af te wijken van de vastgestelde regels. De dreigende onthoudingen van goedkeuring door de accountant of de geconstateerde onrechtmatigheden door rekenkamers of andere onderzoekers hebben in het geval van “werken” betrekking op het ontbreken van de (schriftelijke) motivering tot afwijking. Het Europees drempelbedrag voor werken ligt op ruim 4,8 miljoen. Voor goederen en diensten ligt de drempel voor Europese aanbestedingen veel lager, namelijk 193.000 Euro. Het zijn juist met name deze producten die van oudsher geen aanbestedingscultuur kennen (op een klein aantal goederen na) die voor complicaties bij aanbestedingen zorgen. Het gaat dan vooral om de beoordeling van de output. Bij aanbestedingen blijkt het lastig om de aspecten flexibiliteit, loyaliteit, communicatie, deskundigheid, transactiekosten, betrokkenheid en beïnvloedbaarheid op een goede wijze te regelen. De civieltechnische werken, door Wolfson gekenmerkt als individuele goederen, lijken geschikt om aan te besteden maar zijn desondanks debet aan onthouding van goedkeuring door de accountant. Dit heeft niet zozeer te maken met een onjuiste aanbesteding maar met het ontbreken van een (schriftelijke) motivatie om op een andere wijze dan voorgeschreven tot gunning over te gaan. Het ontbreken van kennis van de (interne) regels is hier de oorzaak van. Gemeenten 1 en 3 zijn (politiek) zeer lokaal georiënteerd. Stimulering van lokale ondernemers wordt breed uitgedragen. Bij beide gemeenten wordt (gemotiveerd) direct gegund of onderhands aanbesteed aan/onder lokale ondernemers. Bij beide gemeenten zijn de verantwoordelijke wethouders lid van een lokale politieke partij en hebben geen landelijk netwerk. Bij gemeente 2 is de voorkeur voor lokale ondernemers minder aanwezig. Hier is de aandacht meer gericht op kennis, kwaliteit, loyaliteit en expertise, hetgeen dan ook argumenten zijn om (gemotiveerd) onderhands te gunnen of meervoudig onderhands aan te besteden. Verantwoordelijke wethouder is lid van een landelijke partij en heeft ook een landelijk netwerk. 61 De aspecten flexibiliteit, loyaliteit, communicatie, deskundigheid, transactiekosten, betrokkenheid en beïnvloedbaarheid zijn met name van belang bij het wegzetten van gemengde goederen(Wolfson) zoals de zorgtaken. Zowel de gemeente 1, 2 en 3 hebben deze aanbestedingen, conform het inkoop- en aanbestedingenbeleid laten verzorgen door de afdeling Inkoop. Het volume maakt dat deze goederen/diensten Europees moeten worden gegund. De afdeling Inkoop is hiermee belast. Het proces verloopt dan in de bij dit onderzoek betrokken situaties correct. Alleen spelen de genoemde aspecten in het schema juist bij deze goederen/diensten een grote rol. In de uitvoering worden juist bij deze goederen/diensten de knelpunten gevoeld. De waardering van deze aspecten moeten gewogen worden en in evenredigheid meegenomen worden in de gunning bij aanbestedingen. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Als algemene opmerking wordt door alle drie de gemeenten aangeven dat de regelgeving op het gebied van aanbestedingen steeds wijzigt. Jurisprudentie volgt elkaar in sneltempo op. In de praktijk blijken accountants hier praktisch mee om te gaan. Op onderdelen blijkt het aanbestedingsrecht een lastige materie. Ter illustratie is in bijlage 4 een vraag aan Europadecentraal (site met kennis en expertise over Europees recht en de juiste toepassing ervan voor decentrale overheden) opgenomen. Het antwoord lijkt alleen voor juristen begrijpelijk en gaan voorbij aan de uitvoeringsgerichte vakafdelingen die bij de betreffende drie middelgrote gemeenten voor het grootste deel van de (nationale) aanbestedingen verantwoordelijk zijn. Het oorspronkelijke doel van (Europese) aanbestedingen: “openstelling van de markt voor alle marktdeelnemers”, heeft bij middelgrote overheden geen draagvlak. De verschillende inkoopafdelingen zijn gefocust op het proces maar de knelpunten worden juist bij de uitvoering ondervonden. Efficiency en doelmatigheid worden ondergeschikt aan het proces. Niemand voelt zich verantwoordelijk om de kosten van het aanbestedingsproces inzichtelijk te maken onder het mom van regels zijn regels. Voor de betreffende inkoopafdelingen waarvan de kosten zijn verwerkt in de overhead is dit begrijpelijk. Bij de uitvoerende (vak)afdelingen waarbij de kosten direct worden verrekend in het product zien we een zekere weerstand. Dit uit zich in creatieve oplossingen om de (Europese) regelgeving te ontwijken. Dit wordt nog verder versterkt door de huidige bezuinigingen. Immers de (uitvoerende) vakafdelingen gaan hierbij de verschillende prioriteiten afwegen. De Europeanisering van beleid en bestuur leidt ertoe dat steeds meer beleid een Europese oorsprong heeft, terwijl de effecten vooral nationaal zichtbaar en merkbaar zijn (Bekkers 2007). Ook hier lijkt op te gaan dat het zeker waar het gaat om effecten die ingaan tegen gevestigde belangen en praktijken, zichtbaar bij de uitvoering, er geen vertrouwen is dat de Europese regelgeving correct is. Integendeel een gelijke kloof die men ziet bij burgers ten opzichte van de overheid (onbegrip), ziet men ook bij de uitvoerende afdelingen van deze gemeenten ten opzichte van de (implementatie van) Europese regelgeving. Maatregelen die in eerste instantie bedoeld waren om aan de relatie met de samenleving een nieuwe betekenis te geven (marktwerking); hebben juist de afstand vergroot. 62 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 6. Samenvatting en conclusies Het doel van Europees aanbesteden door de overheid is het openstellen van de markt voor alle bedrijven in Europese Unie, ongeacht het land waar ze zijn gevestigd. De New Public Management gedachte heeft hierbij een grote rol gespeeld. De verwachting was dat het openstellen van de markt zou leiden tot meer concurrentie met als gevolg lagere prijzen. Doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid werden de criteria waarop beleid binnen de (lokale) overheden werd ontwikkeld. Uit onderzoek bleek dat de nieuwe regelgeving op het gebied van aanbestedingen niet overal omarmd werd en creatieve oplossingen, om de regelgeving te ontwijken, in de uitvoering werden gesignaleerd. De diverse onderzoeken op dit gebied lieten een hoog scoringspercentage zien op het niet naleven van de regels. In het onderliggende rapport is onderzocht hoe gemeenten binnen de regelgeving op het gebied van aanbesteden acteren en welke verklaringen te vinden zijn voor het niet naleven van deze regels. Aan de hand van de vraagstelling en de beantwoording van de deelvragen zoals in hoofdstuk 1 is geformuleerd en in de hoofdstukken 3 t/m 5 nader is uitgewerkt wordt in dit hoofdstuk het geheel samengevat. 6.1 Welke verklaringen zijn er voor het deviant gedrag van lokale overheden De aanleiding en vraagstelling van dit onderzoek was; welke verklaringen zijn er voor het deviant gedrag van lokale overheden als het gaat om aanbestedingsregels en wat zijn de mogelijkheden om deze kloof te dichten? Aan de hand van de deelvragen zoals in de volgende paragrafen geformuleerd wordt geprobeerd hierop een antwoord gegeven. In hoofdstuk 1 is aangegeven dat er eind jaren zeventig binnen de overheid een tendens is om zich steeds meer te richten op de kerntaken. Anderzijds worden taken verzelfstandigd of zoveel mogelijk uitbesteed aan specialisten. De introductie van het model van New Public Management (NPM) heeft daarbij een grote rol gespeeld. Deze visie heeft invloed gehad op de ontwikkeling van de regelgeving binnen Europa. De eerste Europese regels over aanbesteden ontstonden begin jaren ’70 met als doel te komen tot vrije, eerlijke concurrentie binnen de Europese Gemeenschap. In de daaropvolgende jaren zijn de Europese aanbestedingsregels geïmplementeerd binnen de Nederlandse regelgeving. De voordelen die de aanbestedingsmarkt moest bieden zijn niet voor iedereen vanzelfsprekend. Redenen die hiervoor werden genoemd zijn onvoldoende deskundigheid, complexe regelgeving en de ruimte die de complexe regels bieden voor eigen interpretatie of productafhankelijkheid. 63 6.2 Wat is de logica van het aanbestedingsrecht en hoe is dit vormgegeven? Het doel van het Europees aanbestedingsbeleid is het openstellen van de markt voor alle marktpartijen. De aanbestedingsregels zijn gericht op de bescherming van de marktpartijen. Met het hervormen van de overheid gaat de invloed van marktwerking een belangrijke rol spelen. Dit paste bij de New Public Management gedachte die in de jaren tachtig in populariteit toeneemt. De verwachting was dat een geïntegreerde markt zou leiden tot lagere prijzen als gevolg van de toenemende concurrentie. Vanuit Europa zou door een grotere markt, schaalvergroting mogelijk zijn. De nadruk ligt op resultaatgerichtheid, bedrijfsmatig werken, publiek ondernemerschap, concurrentie en klantgerichtheid. De private sector wordt als voorbeeld gezien. Voor gemeenten betekent dit een wijziging waarbij de burger als klant wordt gezien. De (Europese) regelgeving wordt ontwikkeld conform deze modernisering binnen de publieke overheid. Het marktmechanisme blijkt niet in alle opzichten te voldoen. Voor gemeenten die dicht bij de uitvoering zitten wordt deze verandering zichtbaar door de aanscherping van de (juridische) aanbestedingsregels. De focus ligt op effectiviteit, efficiency, prestatie-indicatoren en sturing op output. De verantwoording kent een zelfde ombuiging in prioriteit. Bij de uitvoering en verantwoording wordt voor gemeenten zichtbaar in welke spagaat ze zich bevinden want de nieuwe Europese aanbestedingsregels zijn niet in de eerste plaats gericht op de belangen van de overheid, maar op de belangen van de marktdeelnemers. Zij moeten tot de markt kunnen toetreden. Doelmatigheid is geen doelstelling op zichzelf, maar veeleer een gevolg. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten De nieuwe Aanbestedingswet is nog steeds niet aangenomen dor de Tweede Kamer. Dit betekent dat gemeenten een eigen nota inkoop en aanbesteden (kunnen) opnemen. De meeste gemeenten volgen het advies van de Vereniging Nederlandse Gemeenten en nemen het model nota inkoop en aanbestreden over en implementeren dit in binnen hun eigen beleid. Zo ook de drie onderzochte gemeenten. Het onderzoek naar de bouwfraude eind 2001 bracht ernstige dwalingen aan het licht. In vervolg hierop zijn de aanbestedingsregels op juridische vlak flink aangescherpt. Voor gemeenten betekent dit dat de regels zo zijn opgesteld dat er weinig ruimte is om als aanbestedende dienst te onderhandelen en eenmaal aanbesteedde contracten niet meer onderhandelbaar zijn. Er mogen geen eisen worden gesteld waaraan alleen nationale of lokale bedrijven kunnen voldoen en er mag in de opdrachtomschrijving niet worden verwezen naar bepaalde merken, zodat gelijkwaardige producten van andere merken uitgesloten worden. Houdt een gemeente zich hier niet aan dan moet de aanbesteding opnieuw uitgevoerd worden. Door de strakke aanbestedingsregels is er nauwelijks ruimte voor innovaties. De nadruk ligt op aanbestedingsregels, privaatrecht en formele documenten (bestek, offerte en contract). Voor gemeenten betekent dit dat er een duidelijk rol gevraagd wordt als opdrachtgever richting opdrachtnemer. Een duidelijke productspecificatie is noodzakelijk om te controleren of de gecontracteerde partij zijn verplichting nakomt. Ook bleek de noodzaak van monitoring om de kwaliteit tijdens de contractperiode te waarborgen. Maar binnen gemeenten is de diversiteit aan producten groot en vaak niet eenduidig en homogeen waardoor het lastig is duidelijke productspecificaties af te geven en waardoor ook monitoring achteraf in feite zinloos is. 6.3 Hoe verhouden de aanbestedingsregels (wet) zich tot de aanbestedingen in de praktijk? De aanbestedingsregels kent een scheiding in werken, diensten en leveringen. De implementatie van de Europese regelgeving is vooralsnog vastgelegd in richtlijnen. De nieuwe aanbestedingswet is nog steeds niet aangenomen door de Tweede Kamer en is nog veel aan kritiek onderhevig. In vervolg op de uitkomsten van de bouwfraude zijn de aanbestedingsregels flink aangescherpt. De focus is hierbij gelegd op de juridische regelgeving. Vanuit economisch perspectief zijn er nog wel een aantal open einden. Eén van de eerste doelstellingen van het aanbestedingsrecht “het bestrijden van corruptie van ambtenaren”wordt nergens meer expliciet genoemd. De combinatie marktwerking en overheidstaken vraagt een andere rol. De focus ligt op eigen verantwoordelijkheid. De prestatiecultuur vraagt een professionaliseringsslag van de gemeenten. Omdat bij middelgrote gemeenten niet zo vaak wordt aanbesteed is het lastig om routine op te bouwen. Ook de vertaling van de Europese aanbestedingsregels naar de praktijk blijkt niet altijd even gemakkelijk. Zo leidde de uitspraak van de Europese commissie dat de door de gemeenten in ter kopen hulp bij het huishouden onder de aanbestedingsrichtlijn valt en daardoor door de gemeente aanbesteed moet worden tot (landelijk)politieke discussie. Het resultaat was dat door het indienen van een initiatiefvoorstel er een creatieve oplossing is bedacht om de door de Europese Commissie gewenste aanbesteding te ontlopen. Dit gedrag staat haaks op de andere inspanningen van de Minister van Economische zaken om naleefgedrag te generen door het nemen van aanvullende maatregelen. Een van de maatregelen is het opstellen van richtsnoeren (stapelen van regels). De focus is hierbij gericht op de regels maar niet op het oorspronkelijk doel. Ook goederenkarakteristieken spelen een belangrijke rol bij aanbestedingen. Niet alle goederen lijken zich in eerste instantie te lenen voor verhandeling via de markt. Collectieve goederen zijn niet geschikt omdat deze moeilijk individueel in rekening kunnen worden gebracht. Individuele goederen zijn naar hun aard goed op de markt te brengen. Het gaat dan vaak om privaatrechtelijke handelingen. Gemengde goederen lijken minder geschikt om deze op de markt te brengen. Dit vanwege het ontbreken van de homogeniteit. Bij aanbestedingen is het belang van sturen en verantwoorden op output groot. Maar dan moeten er van te voren duidelijk productspecificaties kunnen worden afgegeven. 64 Voor de uitvoering zijn een groot aantal aanbestedingsvormen ontwikkeld. Deze aanbestedingsvormen zijn ontwikkeld als compensatie voor het onderhandelingskeurslijf waarin gemeenten zich bevinden als gevolg van de aanbestedingsregels. Deze vormen worden met wisselend succes toegepast. De aanbestedingsvormen Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten worden veelal op basis van juridische regels verder doorontwikkeld omdat deze tijdens het proces foutgevoelig blijken. Als gevolg van de hervormingen bij de overheid waarbij de opdrachtgever/opdrachtnemer rol bij de gemeenten in de jaren negentig een steeds belangrijker werd stonden gemeenten voor een aantal keuzes over de wijze van voortbrenging van goederen. - De gemeente voert de goederen, diensten, werken in eigen beheer uit De gemeente heeft een contract met vaste leveranciers De gemeente kan de goederen, diensten, werken op de markt zetten De gemeente voert de goederen, diensten, werken samen met andere gemeenten uit. Deze wijzen van voortbrenging speelt een belangrijke rol bij de afwegingen die gemeenten maken bij aanbestedingen. Wanneer een groot deel van de goederen in eigen beheer wordt voortgebracht zullen aanbestedingen minder frequent voorkomen. Ook zal bij het kiezen voor de wijze waarop goederen worden voortgebracht een rol spelen in hoeverre aanbestedingen succesvol zijn. Verondersteld is dat in de praktijk bij gemeenten de volgende aspecten daarbij een rol spelen: prijs, flexibiliteit, loyaliteit, communicatie deskundigheid, transactiekosten, betrokkenheid beïnvloedbaarheid. De wijze van voortbrenging en de aspecten die een rol spelen bij aanbestedingen zijn in een schema verwerkt waarbij de aannames zijn gedaan dat er bij gemeenten een voorkeur is om de goederen in eigen beheer uit te voeren omdat de voordelen van aanbestedingen hiertegen niet opwegen. Alleen de (lage) prijs zou een argument zijn om aan te besteden. 6.4 Welke knelpunten zijn te onderkennen in de uitvoering van aanbestedingsprocedures. Bij drie gemeenten is aan de hand van papers, raadsstukken en interviews ingegaan op de knelpunten die gesignaleerd werden. Vervolgens is gevraagd het schema die in hoofdstuk 3 als aanname is gereconstrueerd in te vullen. De leidraad is: De omgeving waarin de aanbestedingen plaatsvonden Het proces van de aanbestedingen De uitvoering van de aanbestedingen De cultuur van de organisatie waarbinnen de aanbestedingen plaatvonden De (politieke)verwachtingen zijn hoog bij de onderzochte gemeenten. Deze gemeenten verwachten qua prijs aanzienlijk te kunnen besparen. De te verwachtte prijsreductie bij aanbesteden scoort bij al de drie onderzochte gemeenten hoog. De (politieke) verwachtingen waren zonder uitzondering gericht op de te verwachten (financiële) voordelen. Ruimte voor innovatieve ontwikkelingen zijn ondergeschikt aan de prijs. Kwaliteit wordt nergens genoemd. Bij de onderzochte gemeenten werd de politieke verwachting uitgesproken een groot deel van de besparingen te vinden in het aanbestedingsvoordeel. Hierdoor zou een groot deel van de bezuinigingen, als gevolg van de recessie, kunnen worden ingevuld. 65 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten De volgende knelpunten en risico’s die bij al de drie onderzochte gemeenten genoemd zijn betreffen: Omgeving De marktwerking scoort onvoldoende als corrigerende factor. De uitvoering, het proces en de cultuur is ingegeven door de New Public Management gedachte. Dit betekent dat binnen de organisatie er een duidelijke focus is op effectiviteit, efficiency, prestatie-indicatoren en sturing op output (par. 2.4). De (politieke) organisatie wil aan het stuur zitten en keuzes maken. De (Europese) aanbestedingsregels zijn primair gericht op transparantie en de belangen van marktdeelnemers (doel) met als uitgangspunt dat de marktwerking de corrigerende factor is. Proces De regelgeving is complex en nodigt uit tot creatieve oplossingen die niet gericht zijn op het product maar op het ontwijken van de aanbestedingsregels. De regelgeving biedt ruimte om hiervan beargumenteert af te wijken. Bij middelgrote gemeenten biedt de drempelwaarden voor werken (4,8 miljoen) veel ruimte om zich een grote gunningsvrijheid te veroorloven. Het merendeel van de werken bevinden zich onder deze drempelwaarde. Motivaties op grond van effectiviteit en efficiency staan in de uitvoering haaks op de regelgeving die bescherming van marktpartijen voorstaat. Dit leidt tot veel discussies en wantrouwen. Het proces is leidend, voor de output is weinig aandacht. Uitvoering Het toedelen van indirecte kosten aan het product vindt onvoldoende en buiten het zichtveld van de uitvoerende diensten plaats. Dit is vooral zichtbaar bij de ” leveringen en diensten” die op de markt worden gezet. Werken, welk product al van “oudsher”op de markt wordt gezet, kent een directe toebedeling van uren op het product. Bij het op de markt zetten van werken vindt al een afweging plaats van de hoogte van de voorbereidingskosten in relatie tot het product. Deze afweging vindt bij al de drie onderzochte gemeenten in het geheel niet plaats bij de leveringen en diensten waarbij de voorbereidingskosten van “oudsher” opgenomen zijn in de overhead. De inspanningen worden wel ervaren(zeker bij de uitvoering) maar zijn niet inzichtelijk. Een ander knelpunt die bij de uitvoering wordt geconstateerd betreft de diversiteit aan producten die naar aard (goederenkarakteristiek) moeilijk specificeerbaar zijn. Hierbij voldoet de output en outcome niet aan de verwachtingen. De output van deze goederen is bij aanbestedingen moeilijk te beschrijven. Bij de drie onderzochte gemeenten is geconstateerd dat de aanbestedingsvormen creatief gebruikt en misbruikt worden. Dit betekent niet dat er sprake is van corruptie. Tegengaan van corruptie was ooit het ultieme doel waarvoor aanbestedingsregels zijn bedacht. Maar bij de onderzochte gemeenten, waren de achterliggende gedachten bij de uitvoeringsgerichte onderdelen van de organisatie, voor wat betreft het niet naleven van de aanbestedingsregels, steeds gericht op het behalen van een maximale output/outcome. De weg er naar toe (proces/regelgeving, ) worden bij de uitvoerende afdelingen als een knelpunt ervaren. 66 Cultuur Bij de drie onderzochte gemeenten worden de aanbestedingsvormen creatief gebruikt. Op het gebied van aanbestedingen spelen de goederenkarakteristieken een grote rol. Niet ieder product leent zich goed om op de markt te zetten. Overheidstaken kennen vaak een subjectieve grondslag. Wanneer de Europese Commissie besluit dat op basis van deze goederenkarakteristieken de thuiszorg boven de drempelwaarde valt en Europees aanbesteed moet worden komt er een reactie vanuit de landelijke politiek. Door het indienen van een motie welke ook wordt aangenomen, wordt er een creatieve oplossing bedacht voor de (perverse) effecten van de (starre) aanbestedingsregels. Op gemeentelijk niveau is dit gedrag overgenomen. Eigen subjectieve normen worden afgezet tegen de “opgelegde” (Europa) aanbestedingsregels. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 6.5 Welke verklaringen zijn te geven voor het niet naleven van de aanbestedingsregels. Voor het niet naleven van de aanbestedingsregels zijn de volgende verklaringen gevonden: 1. Het proces van aanbesteden wordt steeds complexer (juridisering). Regelgeving stapelt zich op. De drie onderzochte gemeenten hebben in vervolg hierop een afdeling inkoop opgetuigd die zich richten op het proces (rechtmatigheid) en niet op het product (output-outcome). Het New Public Management heeft als uitgangspunt politieke controle op de output en vrijheid binnen het management hoe daar te geraken (proces). Door de hoeveelheid aan regels is er voor het management steeds minder vrijheid. De regels gaan boven het product. De politiek kan vooraf definiëren wat zij wil maar door de juridisering valt er niet meer bij te sturen. Onderhandelingen zijn niet meer mogelijk. Er is door het steeds verder gaande specificeren van output weinig ruimte voor innovaties. Bij de aanbestedingvorm veiling ziet men zelfs dat de marktpartij zich het proces gaat toe-eigenen. 2. De focus bij de aanbestedingsregels is gericht op de marktpartijen; bescherming belangen van de marktpartijen, transparantie. De focus van een gemeente is gericht op de eigen organisatie en hun klanten. De organisatie van de onderzochte gemeenten is ingericht volgens de hervormingen van de jaren tachtig, de New Public Management gedachte. Effectiviteit, efficiency, prestatie-indicatoren en sturing op output zijn hierin de sleutelwoorden. Het oorspronkelijke doel van (Europese) aanbestedingen:”openstelling van de markt voor alle marktdeelnemers” heeft bij middelgrote gemeenten geen draagvlak. Gemeenten zijn lokaal georiënteerd waarbij de aspecten flexibiliteit, loyaliteit, deskundigheid, betrokkenheid, communicatie en beïnvloedbaarheid mee wegen in het oordeel over het product. Ook hier lijkt op te gaan dat het zeker waar het gaat om effecten die ingaan tegen de gevestigde belangen en praktijken, zichtbaar bij de uitvoering, er geen vertrouwen is dat de Europese regelgeving correct is. 3. De drempel voor werken ligt bij Europese aanbestedingen op 4,8 miljoen. Bij lokale overheden liggen de te aanbesteden werken veelal onder deze drempel. Om deze reden ligt bij aanbestedingen bij deze gemeenten de focus op de Europese aanbesteding van goederen en diensten. De drempel hiervan ligt op ca. 190.000 euro. Gemeenten zijn van oudsher gewend aan het aanbesteden van werken. De verantwoordelijkheid hiervan ligt vaak bij het ingenieursbureau (ook bij de onderzochte gemeenten). De producten zijn te specificeren (bestek). De Europese aanbestedingen bij middelgrote gemeenten hebben vrijwel altijd betrekking op goederen en diensten. Juist bij deze categorie hebben we vaak te maken met gemengde goederen waarvan de output niet goed specificeerbaar is. Bij al de drie gemeenten zijn deze aanbestedingen bij de afdeling inkoop neergelegd. Deze zijn voor de productspecificatie en monitoring afhankelijk van de vakafdelingen. De afdeling inkoop voelt zich alleen verantwoordelijk voor het proces en niet voor de outcome onder het mom van regels zijn regels. De verschillende inkoopafdelingen zijn gefocust op het proces maar de knelpunten worden juist bij de uitvoering ondervonden. De vakafdelingen zien zich geconfronteerd met een product die niet aan de wens voldoet en het draagvlak voor monitoring is daar minimaal, niemand voelt zich verantwoordelijk voor het gehele proces. 67 4. De transactiekosten worden bij het uitbesteden van goederen en diensten bij geen van de drie gemeenten inzichtelijk gebracht, om maar niet te spreken van het doorberekenen hiervan. Maar bij al de drie gemeenten werd in de interviews opgemerkt dat de regelgeving op het gebied van aanbestedingen steeds wijzigt. Jurisprudentie volgt elkaar in sneltempo op. Dit stapelen (van controle) brengt hoge kosten met zich mee. Dit wordt ook geconstateerd tijdens de interviews. Efficiency en doelmatigheid worden ondergeschikt aan het proces. Niemand voelt zich verantwoordelijk om de kosten van het aanbestedingsproces (bij goederen en diensten) inzichtelijk te maken. De kosten voor de inkoopafdelingen worden verwerkt in de overhead dus zij hebben geen belang bij het inzichtelijk maken hiervan. Dit in tegenstelling tot de vakafdelingen waarbij de directe en indirecte kosten toegedeeld worden aan het product (bij werken). Hier ontstaat de scepsis voor wat betreft de aanbestedingsregels. Dit uit zich in creatieve oplossingen om de aanbestedingsregels te ontwijken. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 6.6 Conclusie Bij gemeenten is een zekere weerstand waarneembaar om werken, diensten of goederen op de markt te zetten. De nadelen van aanbestedingen worden door de onderzochte gemeenten op alle aspecten ervaren behalve op het aspect prijs. De verwachtingen van de Europese regelgeving op de weg naar een geïntegreerde markt was dat als gevolg van een grotere markt er schaalvergroting zou optreden en meer concurrentie, hetgeen tot gevolg zou hebben dat er lagere prijzen tot stand zouden komen. Deze verwachting past bij de hervormingen die in de jaren tachtig als gevolg van de New Public Managementgedachte werd voorgestaan. In de jaren negentig werden deze hervormingen binnen de gemeenten vorm gegeven door het uitbesteden en aanbesteden van een groot deel van hun taken. De uitkomsten van dit onderzoek binnen drie middelgrote gemeenten laat een aarzeling zien over de mogelijkheden (voordelen) van het bedrijfsmatig werken. De werking van een prestatie- meetcultuur zoals die binnen de private sector gebruikelijk is, zijn voor deze gemeenten zeker geen blauwdruk. Door juridisering en de focus die gericht is op het proces (in plaats van dat de focus is gericht op de outcome), lijkt er door deze overvloed aan regelgeving een kloof te ontstaan in de uitvoering bij lokale overheden ten opzichte van de (implementatie) Europese regelgeving. Maatregelen die in eerste instantie bedoeld waren om aan de relatie met de samenleving een nieuwe betekenis te geven (marktwerking), hebben juist de afstand vergroot. Er is nauwelijks ruimte voor innovaties bij producten. Het proces is belangrijker dan het uiteindelijk product. De opstapeling van regels gaat in de praktijk hun doel voorbij. In de praktijk wordt de stapeling van regels (controle) merkbaar door onder andere de hoge kosten die dit met zich meebrengt. Ook treedt een zekere starheid op bij de uitvoering vanwege de angst de regelgeving niet goed toe te passen. Dit zie je terug in het proces waarbij het steeds langer duurt voor het product daadwerkelijk op de markt wordt gezet. De lagere prijs bij aanbestedingen, die enige motivatie van de onderzochte drie gemeenten om aan te besteden, compenseert deze nadelen niet. Binnen de onderzochte gemeenten is er een beweging op gang die eigenlijk haaks staat op de inspanningen van Europa en het Rijk die “een betere borging van de aanbestedingsregels” nastreven. Het verder doorvoeren van regelgeving lijkt een averechtse uitwerking te hebben. De veronderstelling dat de overheid op één centraal punt alle kennis bezit om voor iedere situatie de juiste regel op te stellen, gaat steeds minder op. Veiligheid, gezondheid, de kwaliteit van financiële producten of een goede leefomgeving laten zich niet volledig in dergelijke regels vangen. Om deze reden past een verschuiving van het aanbesteden op basis van gedetailleerdheid in regelgeving naar een aanbesteding waarop de wederpartij kan worden aangesproken op zijn eigen professionaliteit, eigen creativiteit en daarmee ook op zijn eigen verantwoordelijkheid (Scheltema in Hebly e.a. 2010) 68 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Bijlage 1 Literatuurlijst Bekkers, V.J.J.M., Beleid in beweging, Lemma, Den Haag, 2007 Bovens, M e.a. (2007), Openbaar bestuur, Kluwer, Alphen aan den Rijn Breeman, G.E., Van Noort, W.J., Rutgers, M.R., De bestuurlijke kaart van Nederland, het openbaar bestuur en zijn omgeving in nationaal en internationaal perspectief. Coutinho 2008 Essers, M.J.J.M., Aanbestedingsrecht voor overheden, Naar aan verantwoord aanbestedingsbeleid, Reed Business 2009. Karssing en Niessen, Geroepen om het algemeen belang te dienen: ambtenaren, integriteit en beroepstrots, Den Haag: CAOP 2008 Deventer, P, Ebbelaar, B, Terpstra, S, Zalm, C. Worsteling tussen lust en Last, NSOB, mei 2010. Dietz, Heijman, Marks, Toegepaste micro-economie, Coutinho 2004 Hakvoort J.L.M. en Klaassen H.L., Bedrijfsvoeringstechnieken voor overheid en non-profitorganisaties 2008, SDU uitgevers Hazeu C.A., Institutionele economie, Een optiek op organisatie- en sturingsvraagstukken Coutinho 2007 Hebly, Manunza, Scheltema, Beschouwingen naar aanleiding van het wetsvoorstel Aanbestedingswet 2010, Publicatie van de Vereniging voor Bouwrecht nr. 38. Karssing Edgar, en Niessen, standaarden voor ambtenaren Koppenjan, J., Klijn, E.H. (2004), Managing Uncertainties in Networks, Routledge, London and New York, ISBN 04-415-36941-X Lips,M., Bekkers, V. & Zuurmond, A. (2005), ICT en openbaar bestuur, Lemma, Utrecht Morgan G. Images of organization, Sage Publication 1986 Osborne, D., Gaebler, T. (1992), Reinventing Government, Reading: Addison Wesley Robbe, T.H.G., Snoeck, A.A.J., Scriptie Aanbesteden van hulp bij het huishouden 2011 Rooij A. van, De echte prikkel tot uitbesteden, Een case-study naar de overwegingen bij de gemeenten Haarlem en Zoetermeer rond het inbesteden en uitbesteden van publieke taken 2009 69 Significant B.V., Nalevingsmeting Aanbesteden 2004, een onderzoek naar de naleving van de Europese aanbestedingsrichtlijnen in Nederland, december 2005 Somers, Van Sinderen, Verlaak, Economie van het overheidsbeleid, Wolters-Noordhoff 2004. Swanborn, Peter G., Case-study´s, Wat, wanneer en hoe? Boom onderwijs 1996 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Yin, Robert K., Case study research, design and methods, Sage Publication 2009 Wedekind W.G.P.E., Afscheidsoratie gehouden op 28 oktober 2005 te Amsterdam Willink, Herman, Tjeenk, jaarverslag Raad van State 2010 Williamson, O.E. (1996), Transaction-Cos Economics: the Governance of Contractuel Relations. In: P.J. Buckley and J. Michie (eds), Firms, Organizations and Contracts, Oxford UP, pp. 168-185; 190-192 Wolfson, D.J.,Publieke sector en Economische orde, Wolters-Noordhoff 1988. http://www.europeseaanbestedingen.eu/europeseaanbestedingen/europese_aanbesteding/historie_eu_aanb esteding http://www.rijksoverheid.nl/documenten-en-publicaties/kamerstukken/2010/05/07/aanbesteden-en-de-wetmaatschappelijke-ondersteuning-wmo.html http://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/31353_initiatiefvoorstel_leijten http://www.pianoo.nl/regelgeving/visiedocumenten http://www.europadecentraal.nl/menu/325/Publicaties.html Artikelen: Binnenlands Bestuur: Ambassadeur wil eind aan “geworstel”bij aanbestedingen ( 31 januari 2011) Volkskrant: Ambtenaren dienen meerdere meesters, 19 januari 2011 (Gjalt de Graaf) 70 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Bijlage 2 Format Interview 1. Doel van het onderzoek is inzicht te verkrijgen waarom aanbestedingsregels, op een zo grote schaal, niet worden nageleefd. Uitleg geven dat uit onderzoeken door onder andere de Rekenkamer en het MKB Nederland blijkt dat de aanbestedingsregels op grote schaal niet worden nageleefd. Aandacht besteden aan de eventuele dreiging die uitgaat wanneer toegegeven moet worden dat aanbestedingsregels in de betreffende gemeente niet nageleefd worden (anonimiteit respondent waarborgen). 2. Vanwege het gering aantal respondenten wordt gebruik gemaakt van een (semi)open interview waarbij in ieder geval de antwoorden op de volgende vragen gegeven moeten worden: 2.1 Hoe zijn goederen, diensten en werken binnen de gemeente georganiseerd? (omgeving) 2.1.1 Voert de gemeente de goederen, diensten en werken in eigen beheer uit? 2.1.2 Werkt de gemeente veel met vaste leveranciers? 2.1.3 Voert de gemeente de goederen, diensten en werken samen met andere gemeenten uit (gemeenschappelijke regeling)? 2.2 Hoe is het aanbestedingsbeleid binnen de gemeente vormgegeven? (proces) 2.2.1 Is er een nota aanbestedingen? 2.2.2 Wie is politiek verantwoordelijk voor aanbestedingen? 2.2.3 Welke afdeling is verantwoordelijk voor de aanbestedingen? 2.2.4 Zijn er onderzoeken gedaan naar het aanbestedingsbeleid? 2.2.5 Zijn er onderzoeken gedaan naar de uitvoering van het aanbestedingsbeleid (accountantsverklaring)? 2.3 Hoe wordt er aanbesteed? (uitvoering) 2.3.1 Hoe wordt omgegaan met de (complexe) regelgeving? 2.3.2 Hoe wordt omgegaan bij product-afhankelijkheid? 2.3.3 Welke rol heeft de verantwoordelijke portefeuillehouder binnen het aanbestedingenbeleid en hoe geeft hij hier vorm aan? 2.3.4 Hoe is de deskundigheid gewaarborgd? (zijn er netwerken) 2.3.5 Op welke criteria wordt aanbesteed? (prijs, kwaliteit, levertijd) 2.3.6 Welke beheersingsmogelijkheden worden binnen de gemeente bij aanbestedingen toegepast (invloed op het proces) 2.3.7 Wordt de interactie met de samenleving in het proces benoemd? 2.3.8 Kent u knelpunten in de uitvoering van aanbestedingsprocedures? 2.4 Is integriteit een issue binnen de gemeente? (cultuur) 2.4.1 Wanneer is er een discussie over het aanbesteden van goederen, diensten, werken? 2.4.2 Hoe borg je bij aanbestedingen de waarden, gedragsregels, en normen van de organisatie? (loyaliteit) 2.4.3 Hoe gaat de gemeente om met de communicatie naar burgers? 2.4.4 Hoe waarborgt de gemeente dat bij het aanbesteden deze visie uitgedragen wordt? 2.4.5 Is er van leverancier gewisseld? 2.4.6 Wat vond men daar in de eigen organisatie van? 2.4.7 Wat vond de vaste leverancier er van? 2.4.8 Is er nog geprobeerd te beïnvloeden? 2.4.9 Wanneer men van aanbieder wisselt wordt het dan weer zo geplooid dat het de vaste aannemer is? 2.4.10 Zijn er andere aannemers in overweging genomen? 2.4.11 Zijn er mensen in geweer gekomen hiertegen? 2.5 71 2.6 Hoe kijkt de organisatie aan tegen aanbestedingen zoals dit binnen de gemeente functioneert? Hoe kijkt u aan tegen aanbestedingen zoals dit binnen de gemeente functioneert. 3. Afsluiting. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 72 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Bijlage 3 Inkoopbeleid gemeente 2 en 3 73 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 74 Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten De begrippenlijst: 75 Aanbesteden: het proces dat voorafgaat aan het verstrekken van een opdracht aan een derde voor de uitvoering van een werk of de levering van diensten of producten. Aanbesteder: degene die voornemens is een opdracht te verstrekken Aanbestedende dienst: de gemeente , die ter zake van de opdracht wordt vertegenwoordigd door daartoe door Burgemeester en Wethouders gemandateerde directieleden en afdelingshoofden. ARW: Aanbestedingsreglement Werken BAO: Besluit Aanbesteding voor Overheidopdrachten, In dit besluit staan regels voor het verstrekken van opdrachten door de overheid Bestek: de beschrijving van de opdracht met de daarbij behorende tekeningen en de voor dat werk geldende voorwaarden Diensten:Een opdracht die zowel op diensten als op producten betrekking heeft, wordt als een opdracht voor diensten beschouwd, indien de waarde van de betreffende diensten hoger is dan die van de in de opdracht opgenomen producten. Diensten kunnen onder andere zijn: Onderhoud, reparatie, accountancy, adviesbureaus, schoonmaak, etc. Drempelbedragen: de waarde van een aan te besteden werk, dienst of levering, waarboven Europees moet worden aanbesteed. Inkoop: Alle werken, diensten en leveringen waar een factuur tegenover staat. Inkoopproces: De route vanaf het bewust worden van de noodzaak tot aanschaf tot de evaluatie na het sluiten van een contract of betalingsfactuur. Inkoopvoorwaarden: Inkoopvoorwaarden zijn de regels die standaard gelden bij inkoopovereenkomsten. Hierdoor hoeft dan niet voor iedere overeenkomst onderhandeld te worden over algemene zaken als betalingstermijnen, garantiebepalingen, incassobedingen en dergelijke. Inkoopvoorwaarden helpen conflicten te voorkomen, omdat de wederzijdse rechten en verplichtingen zo volledig en duidelijk mogelijk worden vastgelegd. Wel is het van belang, dat degene met wie zaken gedaan wordt, de inkoopvoorwaarden accepteert. Inschrijver: de natuurlijke persoon of rechtspersoon die door middel van een inschrijving aanbiedt een werk uit te voeren, een dienst te verrichten dan wel een levering te doen. Leverancier: Een natuurlijk- of rechtspersoon die aan de opdrachtgever goederen en/of diensten levert, dan wel degene met welke opdrachtgever overweegt om een overeenkomst ter zake daarvan aan te gaan. Leveringen: Opdrachten die betrekking hebben op aankoop, leasing, huur of huurkoop, met of zonderkoopoptie van producten. Een opdracht die betrekking heeft op de levering van producten en in bijkomende orde op werkzaamheden voor het aanbrengen en installeren wordt beschouwd als een opdracht voor leveringen. Leveringen kunnen onder andere zijn: De aankoop, leasing, huur (koop) van producten. (uitsluitend roerende zaken) MKB: Midden- en klein bedrijf Non-discriminatoir; Alle leveranciers moeten dezelfde kansen krijgen Objectief: Alle leveranciers moeten op dezelfde manier beoordeeld worden Transparant; Duidelijkheid met betrekking tot welke stappen in een aanbestedingsprocedure worden gevolgd en wat het resultaat van die stappen zijn. Werken: Een product van een geheel van bouwkundige of civieltechnische werken dat ertoe bestemd is als zodanig een economische of technische functie te vervullen. Uit te voeren werk, eventueel met inbegrip van het ontwerp en de ten behoeve van dat werk te verrichten leveringen. In het algemeen worden onder werken alle overeenkomsten verstaan op het gebied van de bouwnijverheid, zoals gebouwen, bruggen, baggerwerkzaamheden, wegen en tunnels. Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten Bijlage 4 een vraag aan Europadecentraal http://www.europadecentraal.nl/menu/501/CPV.html Europa decentraal aanvaardt geen enkele aansprakelijkheid voor eventuele schade die ontstaat door gebruik van de geleverde informatie. Het antwoord op uw vraag is persoonsgebonden en van toepassing in de door u aangebrachte specifieke situatie en voor dit moment. Mede vanuit dit oogpunt is het niet toegestaan het antwoord te verveelvoudigen, op te slaan in een geautomatiseerd gegevensbestand Praktijkvraag 42 Reacties en disclaimer: Van de informatie in dit document mag onbeperkt gebruik worden gemaakt, mits de bron wordt vermeld. Opmerkingen over de inhoud en suggesties voor aanvullingen zijn van harte welkom op [email protected]. Aan dit document is de grootst mogelijke zorg besteed, maar Europa decentraal kan niet instaan voor de juistheid van de informatie en aanvaardt geen aansprakelijkheid voor mogelijke vervolgschade door het gebruik ervan. Wat is het toepasselijke aanbestedingsregime bij IIB-diensten? Maart 2009 Vraag Graag zou ik van u informatie ontvangen over de vereisten waaraan voldaan moet worden bij opdrachten voor IIB-diensten waarvan de waarde het drempelbedrag overschrijdt. Ingevolge het Bao is er sprake van een verplichting om de technische specificaties op te nemen in de aanbestedingsstukken en een publicatie van aankondiging. De Europese Commissie stelt zich op het standpunt dat transparantieregels ook van toepassing zijn op (onder meer) overeenkomsten voor IIB-diensten (zie de Interpretatieve mededeling van de Europese Commissie van 23 juni 2006). Moeten de diverse uitspraken van het Hof van Justitie van de EG aldus worden geïnterpreteerd dat het Hof van Justitie de Interpretatieve mededeling onderschrijft? Is er nu sprake van een openbare aanbestedingsplicht voor IIB-diensten? 76 Antwoord Afhankelijk van het grensoverschrijdend belang van een opdracht voor IIB-diensten kan er sprake zijn van een transparantieverplichting en een daaruit voortvloeiende aanbestedingsprocedure. Voor een beter begrip van de aanbestedingsverplichtingen bij IIB-diensten is onder meer nadere uitleg van het Bao, Europese en nationale jurisprudentie en de zg. Interpretatieve Mededeling (2006) over transparantieverplichtingen bij overheidsopdrachten van belang. Het BAO In uw vraagstelling geeft u zelf al aan dat voor IIB-diensten een lichte aanbestedingsplicht geldt. Op IIB-diensten zijn bij overschrijding van het drempelbedrag slechts de artikelen 23 en 35 twaalfde tot en met zestiende lid Bao (Besluit aanbestedingsregels overheidsopdrachten) van toepassing. Artikel 23 BAO ziet op de verplichting tot het maken van een bestek met de ‘technische specificaties’, waarbij deze specificaties niet mogen leiden tot ongerechtvaardigde belemmeringen in de mededinging. Artikel 35 leden 12 t/m 16 Bao hebben betrekking op de melding van de opdrachtverlening achteraf aan de Commissie. Daarbij moet worden aangegeven of al dan niet ingestemd wordt met publicatie van het gunningbericht. Vanouds werden de verplichtingen die aan de IIB-diensten verbonden waren inderdaad strikt geïnterpreteerd in de zin van: publicatieverplichting achteraf (aan wie is gegund) en inachtname van de non-discriminatieverplichtingen (weergegeven in het artikel van de technische specificaties). Dit werd in de praktijk uitgelegd als de mogelijkheid om IIB diensten onderhands te kunnen gunnen. Deze interpretatie is – ingevolge de Interpretatieve mededeling van de Commissie (zie later)- aan verandering onderhevig. Europese jurisprudentie Ook u wijst al op de ontwikkeling dat ingevolge diverse jurisprudentie van het Europese Hof van Justitie en uitingen van de Europese Commissie steeds duidelijker wordt dat ook voor opdrachten die niet onder de Europese aanbestedingsrichtlijnen vallen en IIB diensten de algemene Verdragsbeginselen van het EG-Verdrag van toepassing zijn en dientengevolge enigerlei aanbestedingsregime zou moeten gelden. Dit zou voortvloeien uit het EG-verdrag en de beginselen inzake het vrije verkeer van goederen en diensten, de vrijheid van vestiging en de algemene beginselen van non-discriminatie, transparantie en gelijke behandeling. Zie voor deze jurisprudentie ook onze website: http://prototype.europadecentraal.nl/menu/342/Transparantie.html Deze uitspraken wijzen erop dat de EG-beginselen van non-discriminatie, transparantie en objectiviteit ook moeten worden toegepast bij aanbestedingen die niet onder de werking van de richtlijn vallen. Dit wordt wel zodanig geïnterpreteerd, dat bij iedere overheidsopdracht enige mate van transparantie dan wel concurrentiestelling zou moeten gelden. Dit zou specifiek voor de Nederlandse situatie niet alleen betekenen dat ook voor nationale aanbestedingen en IIB diensten een bepaalde aanbestedingsprocedure zou dienen te Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten 77 worden toegepast, maar ook dat de ruimte tot onderhandse één op één gunning (enkelvoudig onderhandse gunning) niet meer zou bestaan. Voor nationale aanbestedingen en IIB-diensten onder de drempelwaarde is hierbij mede van belang wat de toekomstige Aanbestedingswet voor een mogelijk aanbestedingsregime zal gaan vastleggen. Zie voor meer informatie ook http://www.europadecentraal.nl/menu/498/Aanbestedingswet.html Daarnaast dient rekening te worden gehouden met de diverse uitspraken van het Hof van Justitie EG. Onder meer in de definitieve uitspraken van het Hof in de zaken Europese Commissie tegen Ierland (C 532/03), de zaak An Post (C-507/03) en de zaak Commissie tegen Italië (C-119/06) wordt nader ingegaan op het transparantiebeginsel en IIB-diensten. Deze uitspraken bieden ook nadere duidelijkheid over de mening van het Hof ten aanzien van IIB-diensten en het toepasselijke aanbestedingsregime. Hieruit blijkt in elk geval dat het Hof het grensoverschrijdend belang van een opdracht koppelt aan de transparantieverplichting. De Interpretatieve Mededeling uit 2006 over toepassing van het transparantiebeginsel bij overheidsopdrachten gaf hiertoe al een aanzet. De Interpretatieve mededeling onder de drempel/ IIB-diensten De Interpretatieve Mededeling over de gemeenschapswetgeving die van toepassing is op het plaatsen van opdrachten die niet of slecht gedeeltelijk onder de richtlijnen inzake overheidsopdrachten vallen (2006/C 179/02) van de Europese Commissie die in juli 2006 verscheen aangaande opdrachten onder de drempel of voor IIB diensten, wordt wel uitgelegd in die zin dat onderhandse enkelvoudige gunning niet langer toegestaan is. Zie voor de mededeling onze website http://prototype.europadecentraal.nl/menu/360/Interpretatieve_documenten_Commissie.html De mededeling geeft aan dat ‘als basisnorm voor het plaatsen van opdrachten de beginselen van gelijkheid en non discriminatie leiden tot een verplichting tot transparantie die inhoudt dat aan iedere potentiële inschrijver een passende mate van openbaarheid wordt gegarandeerd zodat de dienstenmarkt voor mededinging wordt geopend’. Hieruit wordt dus wel opgemaakt dat enige verplichte mate van concurrentiestelling zou gelden. De enige beperking die in de Interpretatieve Mededeling wordt gesteld is ‘dat de aan het EG-Verdrag ontleende normen alleen gelden voor opdrachten die voldoende verband houden met de werking van de interne markt en dat het dientengevolge de verantwoordelijkheid van de aanbestedende dienst is om te beslissen of ondernemingen uit andere lidstaten mogelijk geïnteresseerd kunnen zijn in een beoogde opdracht. Derhalve zal de aanbestedende dienst de relevantie van de opdracht voor de interne markt in het licht van de individuele omstandigheden van het geval in kwestie dienen te beoordelen’. Voor de wijze waarop dat dient te geschieden geeft paragraaf 1.3 van de mededeling enige handvatten. Indien de aanbestedende dienst concludeert dat de opdracht relevant is voor de interne markt, moet deze worden gegund volgens de aan het EG-recht ontleende basisnormen. Op het moment dat de opdracht relevant voor de interne markt is geeft paragraaf 2 van de mededeling een aantal handvatten voor wijze van-, het medium waarbij-, alsmede de inhoud van de bekendmaking. Indien een aanbestedende dienst derhalve tot de conclusie komt dat de opdracht in het specifieke geval van belang zou kunnen zijn voor de interne markt, dient deze derhalve ook de ondernemingen uit andere lidstaten kansen te bieden ingevolge de Mededeling. Indien de aanbestedende dienst tot de conclusie komt dat dit niet het geval zou zijn, geldt ingevolge de Mededeling dat beginselen van transparantie, non-discriminatie en objectiviteit in acht moeten worden genomen, ook ten aanzien van aanbestedingen die niet onder de werking van de richtlijn vallen. Dit betekent niet per definitie dat IIB-diensten voortaan altijd verplicht via een Europese openbare aanbestedingsprocedure moeten worden vergeven, maar wel dat bij IIB-diensten dient te worden afgewogen of de betreffende opdracht van belang zou kunnen zijn voor de interne markt en zo ja, de opdracht gegund dient te worden volgens de aan het EG-recht ontleende basisnormen. Hoe groter het belang voor de interne markt, hoe meer aansluiting bij een Europese aanbestedingsprocedure is dat geval voor de hand ligt. Nationale jurisprudentie Tot slot wijzen wij ook nog op een aantal nationale uitspraken waarin het gaat om verplichtingen die aanbesteders bij de aanbesteding van IIB-diensten in acht dienen te nemen, waarbij het ook om bredere verplichtingen dan louter de transparantieverplichting gaat. Zie bijvoorbeeld de uitspraken van de Voorzieningenrechters van de rechtbank Den Haag (21 januari 2008, Compass/Nederlandse Staat, LJN.nr. BC3144) en 14 februari 2007, Clingendael/Nederlandse Staat-ROI, LJN-nr. BA0220), Arnhem (26 februari 2007, van der Linden/ Arnhem-Kanters, LJN.nr. BA 1484) en Breda (6 juni 2007, Stichting ROC/Breda), LJN.nr BA8381) en de uitspraak van rechtbank Rotterdam (kort geding, zaaknr. 273207/ KG ZA 06-1069, Adriaanse (& van der Weel) tegen gemeente Capelle aan den IJssel, 12 december 2006). Deze zaak geeft nadere invulling aan (geschiktheids- en gunnings-)eisen die gelden bij een Europese aanbesteding van een IIB-dienst. In rechtsoverweging 4.2 geeft de rechtbank aan dat uit artikel 54 lid 1 Bao volgt dat, indien als gunningscriterium de economisch meest voordelige inschrijving geldt, de aanbestedende dienst een overheidsopdracht gunt op grond van criteria die verband houden met het voorwerp van de overheidsopdracht. Uit deze bepaling kan worden afgeleid dat een geschiktheidseis niet als gunningscriterium kan worden gehanteerd. Nu het hier echter, zoals de gemeente ook onweersproken heeft gesteld, gaat om rechtskundige diensten als bedoeld in Aanbestedingen bij middelgrote gemeenten bijlage 2 onderdeel B van het Bao, geldt dat de aanbestedende dienst- de gemeente- ingevolge artikel 21 van het Bao bij het gunnen van de opdracht slechts gehouden is tot toepassing van artikel 23 en 35, 12e tot en met het 16e lid Bao. In deze bepalingen zijn geen voorschriften opgenomen die inhouden dat bij de gunning geen geschiktheidseisen mogen worden gehanteerd. De stelling van Adriaanse dat uit de opbouw van het aanbestedingsdocument zou volgen dat de algemene aanbestedingssystematiek wordt gevolgd (waarmee zij kennelijk wil aangeven dat de gemeente de toepasselijkheid van (ook) artikel 54 Bao over zich heeft afgeroepen)- wat daar ook van zij – gaat niet op, nu er gelet op de in overweging 2.2 geciteerde passage (de gemeente had duidelijk aangegeven dat het om IIB-aanbestedingsprocedure ingevolge artikel 21 Bao ging ) geen misverstand over kan bestaan dat de gemeente slechts de beperkte procedure van artikel 21 Bao wenste toe te passen. Indien al juist is dat de gemeente bij de gunning geschiktheidseisen heeft gehanteerd, staat het Bao daaraan niet aan in de weg. In rechtsoverweging 4.3 en 4.4. gaat de rechtbank nog nader in op de stelling van Adriaanse dat er in onderhavige aanbesteding sprake zou zijn van strijdigheid met het nondiscriminatiebeginsel. De rechtbank stelt- onder verwijzing naar de uitwerking van de beginselen uit de Interpretatieve mededeling 2006/C 179/02- dat er geen sprake is van disproportionele, discriminatoire eisen van de gemeente (het ging om de beoordeling van gevraagde expertise op bepaalde rechtsgebieden). Tot slot heeft Adriaanse nog aangevoerd dat het gunningsbesluit ondeugdelijk is omdat de beoordeling van bepaalde gunningcriteria niet transparant en objectief is. De rechtbank volgt Adriaanse niet. In rechtsoverweging 4.6 stelt de rechtbank dat het gunningscriterium ‘de economisch meest voordelige aanbieding’ de aanbestedende dienst in beginsel een ruime beoordelingsvrijheid biedt, mits daarbij objectieve criteria worden gehanteerd en aan de eisen van transparantie en duidelijkheid is voldaan. Aan die voorwaarden is voldaan. 78