De Kom……… maakt meer mogelijk SCHOOLGIDS 2015-2016 De Kom school voor so en vso, zmlk afdeling voor mg Pa Hoeklaan 2, 6651 TG Druten Tel: 0487-581600 0487-581605 Fax: 0487-581604 Email: [email protected] Website: www.de-kom.nl 1 INHOUDSOPGAVE Pagina Pagina Pagina Pagina 3 4 5 6 Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina 17 24 28 29 30 Pagina Pagina Pagina Pagina 31 44 46 47 Voorwoord De Kom en haar omgeving De Kom en haar doelstelling De Kom, haar leerlingen en de leerlingenorganisatie De Kom en de leerlingenzorg Samenwerkingsrelaties externe partners De Kom en de verplichte onderwijstijd De Kom en de financiën De Kom en de rechten en plichten van ouders, voogden, verzorgers, leerlingen en bevoegd gezag Om verder te weten Verantwoording over schooljaar 2014/2015 De plannen voor schooljaar 2015/2016 Algemene gegevens Bijlagen: Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina Pagina 51 53 57 58 60 62 Overzicht personeelsleden De Kom Intentieverklaring samenwerking Vakantierooster 2015-2016 Protocol schorsing en verwijdering Klachtenprocedure Telefoonnummers De Kom Voorwoord Voor u ligt de nieuwe schoolgids met informatie over de visie en over de werkwijze van De Kom. Daarnaast staat in de schoolgids ook allerlei praktische informatie. We laten u in deze schoolgids ook zien wat we het afgelopen schooljaar gedaan hebben en beschrijven de bijzonderheden voor het komende schooljaar. De gids is voor ouders, wettelijk vertegenwoordigers en verzorgers, maar ook ouders van nieuwe leerlingen kunnen beschikken over de schoolgids. De informatie in deze gids kan ouders helpen bij hun besluit hun kind wel of niet op De Kom te plaatsen. We hopen dat u in deze gids de informatie vindt die u zoekt. Soms vindt u de inhoud van documenten samengevat weergegeven. Op school zijn de volledige stukken beschikbaar voor iedereen die meer wil weten. Als u opmerkingen of vragen heeft over de inhoud willen we die heel graag van u horen. Elk jaar verschijnt er een nieuwe schoolgids die u ook op onze website kunt vinden. namens het team van De Kom, Jos van Summeren Directeur. 3 Hoofdstuk 1. De Kom en haar omgeving Onze school staat in Druten, op het terrein van ’s Heeren Loo Zuid, een centrum voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking. Deze instelling ligt vlakbij het centrum van het dorp Druten. De school heeft 21 klaslokalen met daarnaast de nodige nevenruimtes zoals twee gymzalen, een kooklokaal en een lokaal voor het vak techniek. Voor het Paramedisch Team zijn er diverse behandelruimtes. Twintig nevenruimtes zijn in gebruik als kantoren of als behandel- en therapieruimtes. Een aantal lokalen heeft een eigen speel- en tuinvoorziening. Omdat er leerlingen met een meervoudige beperking (mg) op onze school zitten zijn er geen drempels aanwezig binnen de school. Hierdoor kunnen ook leerlingen in een rolstoel zich zo zelfstandig mogelijk in en rondom het gebouw bewegen. In verband met de brandveiligheid zijn de meeste lokalen (m.u.v. de lokalen op de bovenverdieping) voorzien van een buitendeur. Rondom de school liggen vier speelplaatsen. Een van deze speelplaatsen doet voor en na schooltijd dienst als taxiparkeerplaats. Omdat de school op het terrein van ’s Heeren Loo Zuid ligt kunnen de leerlingen van de mgafdeling en een aantal so-groepen gebruik maken van het zwembad en de gymzaal van de instelling. Regelmatig bezoeken we de kinderboerderij. Leerlingen van De Kom kunnen gebruik maken van de naschoolse opvang van ’s Heeren Loo Zuid. Ook zijn er veel leerlingen die gebruik maken van de weekend-, midweek- en vakantieopvang van ’s Heeren Loo Zuid. Het gebouw van De Kom is tijdens de vakantie beschikbaar voor de vakantiedagopvang van ’s Heeren Loo Zuid. Deze vakantiedagopvang wordt geboden tijdens de reguliere vakanties. Leerlingen kunnen ook gebruik maken van de poli’s die ’s Heeren Loo Zuid kent, bv. de orthopedisch instrumentmaker en de orthopedisch schoenmaker. In principe geldt dit voor leerlingen met een mg-indicatie, maar de poli’s zijn ook te bezoeken door andere leerlingen. Eén en ander wordt geregeld door de fysiotherapeuten. Twee van onze so- groepen hebben een plek in Basisschool De Laak in Wamel. Ze vormen daar ‘een school binnen een school’. Er is sprake van organisatorische en inhoudelijke samenwerking. In 2013 verdiende deze samenwerking de Nationale Onderwijsprijs, een teken dat we vernieuwend bezig zijn. 4 Hoofdstuk 2. De Kom en haar doelstelling Als algemene doelstelling van de school hanteren we: "Uitgaande van en rekening houdend met de mogelijkheden en de capaciteiten die ieder van onze leerlingen heeft, proberen we de leerling op een zinvolle en aangename manier te brengen tot een zo optimaal mogelijk functioneren in zijn leefwereld. Tegelijkertijd grijpen we de mogelijkheden aan om de "buitenwereld" meer begrip en acceptatie bij te brengen voor onze leerlingen". Deze doelstelling is niet zo maar tot stand gekomen. Ten grondslag aan de doelstelling ligt een visie op mens en maatschappij, die kort neerkomt op het volgende. Een mens kan niet zonder een ander. en: Elk mens is uniek. en: Een mens leeft in een maatschappij. En dat brengt rechten en plichten met zich mee. Wat betekent dit alles voor onze leerlingen? Juist vanwege hun beperking zijn onze leerlingen extra afhankelijk van hun begeleiders. Dat plaatst hen in een afhankelijkheidspositie. Het gevaar is dan aanwezig dat voorbij gegaan wordt aan hun werkelijke behoefte. Dat mag niet want: ook elk van onze leerlingen heeft zijn eigen karakter, zijn eigen identiteit. Ook voor elk van hen geldt: ik ben niet die ander. Opvoeding en onderwijs moeten duidelijk bijdragen tot persoonlijkheidsvorming, die niet los gezien kan worden van het opgroeien tot volwassene. Elk individu, dus ook elke leerling groeit op eigen wijze naar volwassenheid. Deze eigenheid mag niet verdrukt worden, integendeel. Ieder mens heeft het recht een oorspronkelijk, authentiek mens te worden en iemand die zichzelf durft te zijn. De visie op mens en maatschappij is bepalend voor onze omgang met de leerling, maar ook voor de organisatie en voor de inhoud van het onderwijs op De Kom. We proberen de doelstelling te bereiken door te zorgen voor een gepast pedagogisch klimaat en door het geven van goed onderwijs. Hierbij wil de school zowel voor het so als voor het vso de verschillende onderdelen van het onderwijs zoveel mogelijk in onderlinge samenhang geven. 5 Hoofdstuk 3. De Kom, haar leerlingen en de leerlingenorganisatie. Op De Kom zitten leerlingen met een verstandelijke beperking en/of een meervoudige beperking. Onder meervoudige beperking verstaan we een combinatie van een verstandelijke beperking en een lichamelijke beperking. Ook leerlingen met een IQ tot 35 met bijkomende problematiek vallen onder de categorie meervoudig beperkt. Daarnaast heeft De Kom veel leerlingen bij wie sprake is van bijkomende psychiatrische problematiek zoals autisme, ADHD of een hechtingsstoornis. We kennen een afdeling voor speciaal onderwijs en een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs. Onze leerlingen zijn tussen de vier en twintig jaar oud. In het so zitten leerlingen in de leeftijdscategorie van vier tot ongeveer twaalf jaar. Het vso is bestemd voor leerlingen in de leeftijdscategorie van ongeveer twaalf jaar tot twintig jaar. Het onderwijs hier is zowel praktisch gericht als theoretisch gericht, met de nadruk op praktisch onderwijs. Het onderwijsaanbod voor alle leerlingen is afgestemd op de door SLO (Stichting LeerplanOntwikkeling) geformuleerde onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden. Deze doelen zijn uitgewerkt in de CED-leerlijnen. (CED staat voor Centrum Educatieve Diensten) In het so wordt gewerkt met thema's. De thema's sluiten aan bij de taalmethode 'Fototaal'. Door het werken met thema's wordt het onderwijs verrijkt en voor de leerlingen betekenisvol. Eind 2012 is het wetsvoorstel ‘kwaliteitsverbetering van het speciaal en voortgezet speciaal onderwijs’ door de Eerste Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel heeft als doel het bevorderen van de kwaliteitsontwikkeling van speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en wijzigt daarmee de Wet op de Expertisecentra. De wijzigingen hebben betrekking op het vergroten van de opbrengstgerichtheid van het speciaal onderwijs in het algemeen en het inrichten van drie, op de verschillende doelgroepen afgestemde, uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs in het bijzonder. Dit alles met de bedoeling de kansen van leerlingen op maatschappelijke participatie te vergroten door: 6 leerlingen zodanig op te leiden dat zij terug kunnen keren naar regulier onderwijs of een succesvolle overstap kunnen maken naar regulier vervolgonderwijs leerlingen succesvol toe te leiden naar de arbeidsmarkt, indien mogelijk met een duurzaam arbeidscontract leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op vormen van dagbesteding. Om leerlingen zo goed mogelijk toe te leiden naar hun volgende stap, te weten dagbesteding, begeleid werk of vervolgonderwijs, is het verplicht om te werken met een ontwikkelingsperspectief (OPP) en leerroutes. Iedere leerroute heeft zijn eigen onderwijsaanbod. Vaststellen ontwikkelingsperspectief Als een leerling op De Kom geplaatst wordt, stellen we aan de hand van een aantal gegevens een instroomniveau vast. Met het vaststellen van dit instroomniveau stellen we automatisch een ontwikkelingsperspectief vast. Het ontwikkelingsperspectief is een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een langere periode, gebaseerd op de verwachte uitstroom. Of korter gezegd, wat gaat de leerling op onze school leren om op het hoogst haalbare niveau uit te kunnen stromen. Instroomniveau Bij het bepalen van het instroomniveau van een leerling wordt gekeken naar de volgende aspecten: Mogelijkheden op cognitief gebied; IQ of ontwikkelingsleeftijd Mogelijkheden op sociaal-emotioneel gebied Mogelijkheden op gebied van schoolse vaardigheden; lezen, rekenen, schrijven Mogelijkheden op praktisch gebied; adaptieve vaardigheden Bevorderende en belemmerende factoren. Het IQ speelt een belangrijke rol bij het bepalen van het instroomniveau. Toch kunnen er belemmerende factoren zijn die er mede voor zorgen dat het kind een bepaalde leerroute niet aan kan en een bepaalde uitstroom niet zal bereiken. Bij belemmerende factoren kan gedacht worden aan bijkomende problematiek zoals bv autisme, ADHD, maar ook medische problematiek of een traumatische ervaring. Bij bevorderende factoren kan bv. gedacht worden aan een goede werkhouding/taakaanpak, een goede motivatie of veel stimulans vanuit de woonomgeving. Uitstroomniveau en leerroute Aan de hand van de bovengenoemde aspecten wordt het verwachte uitstroomniveau ingeschat. Het verwachte uitstroomniveau is gelijk aan de instroomeisen van de uitstroombestemming; de plek waar de leerling heen gaat na schoolverlating. Wanneer het verwachte uitstroomniveau is ingeschat, wordt de leerroute gekozen. Bij twijfel wordt in eerste instantie de hoogst haalbare leerroute voor een leerling gekozen. Tijdens de schoolloopbaan van de leerling kan de leerroute, indien nodig, bijgesteld worden. Het veranderen van leerroute gebeurt niet zomaar. Gedurende het hele schooljaar wordt door de commissie van begeleiding gevolgd of leerlingen zich nog goed volgens de leerroute ontwikkelen. Leerlingen die niet voldoende mee dreigen te komen worden besproken in het zorgteamoverleg dat iedere twee weken gevoerd wordt. In een evaluatie in maart wordt bepaald voor welke leerlingen extra interventies nodig zijn. In een tweede evaluatie in juni wordt vervolgens door de commissie van begeleiding bekeken of deze interventies voldoende 7 resultaat opgeleverd hebben om een leerling in de leerroute te houden of dat de leerroute bijgesteld dient te worden. Landelijk zijn drie leerroutes bepaald namelijk dagbesteding, beschermde arbeid/arbeid, vervolgonderwijs. Op De Kom splitsen we dagbesteding verder uit in drie soorten dagbesteding te weten belevingsgerichte dagbesteding, taakgerichte dagbesteding en arbeidsmatige dagbesteding. In totaal komen we op De Kom dus tot vijf leerroutes. Een leerroute leidt naar een uitstroombestemming: Leerroute 1: belevingsgerichte dagbesteding Leerroute 2: taakgerichte dagbesteding Leerroute 3: arbeidsmatige dagbesteding; vanaf 1 januari 2015 : “ maatwerkvoorziening” genoemd. Leerroute 4: beschermde arbeid/arbeid Leerroute 5: vervolgonderwijs Bij erg jonge leerlingen is het vast stellen van een uitstroomprofiel niet altijd direct mogelijk. Op basis van het instroomniveau kan wel vanaf aanvang een mogelijke leerroute genoemd worden. Uitstroom van een so leerling is het vso. Tevens wordt daarbij een leerroute in het vso bepaald en wordt bepaald in welke klas deze leerroute gevolgd zal worden. Een enkele keer stroomt een leerling na het so uit naar het praktijkonderwijs. Uitstroom naar beschermde arbeid/ arbeid en naar vervolgonderwijs, leerroute 4 en 5, komt op De Kom slechts zeer weinig voor. leerroute 1: IQ tot 20 Ontw.leeftijd 0;0 tot 2;0 jaar leerroute 2: IQ 20-35 Ontw.leeftijd 2;0 tot 4;0 jaar leerroute 3: IQ 35-50 Ontw.leeftijd 4;0 tot 6;6 jaar Leerroute 4: IQ 50-70 Leerroute 5: IQ >70 Ontw.leeftijd 6;6 tot 12;0 jaar Ontw.leeftijd > 12;0 jaar Uitstroom: Dagbesteding belevingsgericht Uitstroom: Dagbesteding taakgericht Uitstroom: Dagbesteding arbeidsmatig Arbeid/Beschermde arbeid Vervolgonderwijs (=MBO) Toelichting soorten dagbesteding: Belevingsgerichte dagbesteding Het doel is het opdoen van ervaringen en het aanleren van vaardigheden, die de maatschappelijke en sociale redzaamheid zo veel mogelijk waarborgen, binnen een zeer beschermde leefwereld. Er wordt vooral gericht op het welbevinden van de cliënt, bijvoorbeeld door te snoezelen; lichaamsgebonden ervaren in speciaal ingerichte ruimtes met muziek. Meebeleven met activiteiten van anderen is ook een optie. 8 Taakgerichte dagbesteding Het doel is het bereiken van een zo groot mogelijke mate van sociale en praktische zelfredzaamheid. Cliënten verrichten taken met een behoorlijke mate van begeleiding, naast die taken is er ook ruimte voor ontspannende werkzaamheden. Beide vormen van dagbesteding vallen sinds 1 januari 2015 onder de Wet Langdurige Zorg (WLZ). Arbeidsmatig gerichte dagbesteding; vanaf 1 januari “ maatwerkvoorziening” . Deze voorziening wordt sinds 1 januari 2015 bekostigd en toegekend door de woongemeente van de leerling via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Het doel is het bereiken van een zo groot mogelijke mate van sociale en praktische zelfredzaamheid. Cliënten verrichten arbeid, maar in een beschermde setting: werkdruk wordt gereguleerd en er is professionele begeleiding. Cliënten werken in een dienstverlenende setting, bijvoorbeeld in een winkel, een atelier of een café-restaurant of in een productgerichte setting, bijvoorbeeld houtatelier, textielatelier, tuinvoorziening. Vanuit deze setting is doorstroom naar betaald werk mogelijk. Beschermde arbeid Leerlingen die de mogelijkheid hebben, worden begeleid naar arbeid of beschermde arbeid. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van het Boristraject. Voornamelijk is dit voor leerlingen uit leerroute 4. Incidenteel stroomt een leerling uit naar vervolgonderwijs bijvoorbeeld ROC. Dit is leerroute 5. Leerstromen: De leerlingen op De Kom verschillen onderling dus sterk in ontwikkelingsniveau. Voor iedere leerling wordt volgens de landelijke richtlijnen een ontwikkelingsperspectief met daaraan gekoppeld een leerroute bepaald. Binnen De Kom hebben we de verschillende klassen ingedeeld volgens een aantal leerstromen. In een leerstroom kunnen leerlingen met verschillende leerroutes zitten. De Kom kent de volgende leerstromen: de 1 en 2 stroom: Doelgroep leerlingen: De 1 en 2 stroom is bedoeld voor leerlingen met een matig tot licht verstandelijke beperking, van wie verwacht wordt dat ze schoolse vaardigheden vanaf het aanvankelijk niveau kunnen gaan beheersen en toe komen aan schoolse vaardigheden als lezen en rekenen. Het verschil tussen beide stromen is dat in de 2 stroom de leerlingen op sociaal emotioneel gebied minder weerbaar en daardoor meer kwetsbaar zijn. In de 2 stroom kunnen ook leerlingen met b.v. autisme, bij wie de stoornis wat minder op de voorgrond staat, met de nodige aanpassingen functioneren. Pedagogisch klimaat: Het pedagogisch klimaat in deze klassen is vooral stimulerend en uitlokkend van aard. In de pedagogische aanpak wordt ernaar gestreefd de leerlingen te leren om binnen hun mogelijkheden zo zelfstandig mogelijk te functioneren en verantwoordelijkheden te dragen die passen bij hun niveau van sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit betekent in de praktijk dat de leerlingen gedurende hun schoolloopbaan leren binnen de bekende omgeving van de school verantwoordelijk te zijn voor bijvoorbeeld (eigen) materialen, agenda. 9 Dit wordt tenslotte uitgebouwd binnen een passende stage naar een toekomstige, meestal beschermde, werkomgeving. De inrichting van de lokalen sluit aan bij het pedagogische klimaat: de klassenleiding is vrij de ruimte zo in te richten dat deze stimulerend en uitlokkend is voor de sociaal-emotionele en didactische ontwikkeling van de leerlingen. Ontwikkelingsverwachting: Verwacht wordt dat deze leerlingen op didactisch gebied meetbare vorderingen zullen maken. Ook wordt verwacht dat deze leerlingen kunnen leren arbeidsmatig te werken in een beschermde omgeving en een redelijke mate van zelfredzaamheid en sociale redzaamheid zullen ontwikkelen. De mate van ontwikkeling van redzaamheid en taakgerichtheid is ook individueel bepaald en met name afhankelijk van overige gedragsfactoren, bijvoorbeeld al dan niet bijkomende gedrags- of sociaal-emotionele problematiek. Eindtermen: Het onderwijsaanbod voor deze leerlingen is afgestemd op de door de SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) geformuleerde onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden. Deze zijn uitgewerkt in de CED-leerlijnen.(CED staat voor Centrum Educatieve Diensten). Deze doelen gelden voor het gehele speciale onderwijs en zijn door de minister vastgesteld. Verhouding onderwijs-zorg: De tijd voor zorg is in de 1 stroom over het algemeen beperkt. In de jongste klassen neemt zorg nog een flinke plaats in: een aantal leerlingen is bijvoorbeeld (nog) niet zindelijk, kan nog niet zelfstandig eten of zich aan- en uitkleden. Het aanleren van deze zelfredzaamheidstaken vormt daarom een onderdeel van het onderwijsaanbod. In de hoogste klassen van het so en in het vso verwachten we dat de meeste kinderen voldoende zelfredzaam zijn. Verwachte verhouding onderwijs-zorg in deze periode: 80-20 Groepsgrootte: Gezien de redelijke mate van zelfredzaamheid en zelfstandigheid bij deze leerlingen is de groepsgrootte binnen de 1 en 2 stroom ongeveer 14 leerlingen. De 3 stroom: Doelgroep leerlingen: De 3 stroom is bedoeld voor leerlingen die op ernstig verstandelijk beperkt niveau functioneren en/of kinderen bij wie een gedragsstoornis zo belemmerend werkt op de gehele ontwikkeling dat de cognitieve ontwikkeling beperkt blijft. Verwacht wordt dat deze groep leerlingen beperkt toekomt aan schoolse vaardigheden. Pedagogisch klimaat: Het pedagogisch klimaat in de klassen van de 3 stroom is gericht op het bieden van veiligheid en structuur op het niveau van de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze leerlingen. Alleen binnen een veilige en zeer gestructureerde omgeving kunnen deze leerlingen zich naar hun mogelijkheden ontwikkelen. De pedagogische aanpak wordt geheel afgestemd op het lage sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau. Streven naar zelfstandigheid betekent bij deze leerlingen streven naar vergroting van de zelfredzaamheid en taakgerichtheid. Deze groep leerlingen zal zelf geen verantwoordelijkheden kunnen dragen, zij blijven ook in de bekende omgeving grotendeels afhankelijk van sturing en zorg van volwassenen. 10 De inrichting van de lokalen sluit aan bij het pedagogische klimaat: de klassenleiding deelt de ruimte zo in dat bijvoorbeeld speel- of ontspanningsruimte en werkruimte zichtbaar gescheiden zijn van elkaar en in de opstelling voldoende structuur naar voren komt. Ook voor de 3 stroom geldt dat binnen de inrichting aanpassingen worden gemaakt voor leerlingen met autisme, die dat nodig hebben (zie beschrijving 4 stroom). Ontwikkelingsverwachting: Verwacht wordt dat deze leerlingen vorderingen kunnen maken op gebied van zintuiglijke ontwikkeling, communicatie, zelfredzaamheid, taakgerichtheid en praktische vaardigheden. Aan het eind van de schoolloopbaan wordt verwacht dat de leerlingen in een beschermde omgeving zo zelfstandig en gericht mogelijk kunnen werken aan taken op het eigen ontwikkelingsniveau. Eindtermen: Afhankelijk van het niveau van de individuele leerling kan het onderwijsaanbod binnen deze stroom vooral gericht zijn op ervaringsgerichte doelen, afgestemd op de 5 ontwikkelingsdomeinen van de Vijfwijzer (communicatie, zelfredzaamheid, sociaal-emotionele ontwikkeling, sensomotorische integratie en spel) of op de door de SLO geformuleerde onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden (uitgewerkt in de CEDleerlijnen). Verhouding onderwijs-zorg: Zorg neemt in deze groepen, vooral binnen het so, een duidelijke plaats in. De zelfredzaamheid van de meeste van deze leerlingen is beperkt. Een aantal leerlingen is niet zindelijk, in de jongste klassen van het so geldt dit voor vrijwel alle leerlingen. Aan- en uitkleden bij vakken als zwemmen en gymnastiek en het eten vraagt tijd. Het aanleren van zelfredzaamheidvaardigheden vormt een belangrijk onderdeel van het onderwijsaanbod in deze klassen. In de hoogste klassen van het so en in het vso wordt de tijd die aan zorg wordt besteed geringer, leerlingen zijn zelfstandiger bij dagelijkse activiteiten. Een aantal kinderen blijft grotendeels afhankelijk van zorg van de klassenleiding. Verwachte verhouding onderwijs-zorg: 60-40 Groepsgrootte: Gezien de geringe mate van zelfredzaamheid en zelfstandigheid bij deze leerlingen is de groepsgrootte binnen de 3 stroom ongeveer 9 leerlingen. De 4 stroom: Doelgroep leerlingen: De 4 stroom is bedoeld voor leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum (ASS) die door de ernst van hun autisme niet kunnen functioneren binnen heterogene klassen van de andere stromen. Het ontwikkelingsniveau van de leerlingen in deze klassen is verschillend: van ernstig tot licht verstandelijk beperkt. Pedagogisch klimaat: In deze klassen staat de gespecialiseerde pedagogische aanpak centraal. Op De Kom werken we bij de begeleiding van leerlingen met ASS niet volgens één bepaalde methodiek. We maken gebruik van verschillende methodieken zoals elementen uit Teacch en elementen uit ‘Geef me de 5’. Uitgangspunt in de ontwikkeling van leerlingen met ASS is de ontwikkeling van persoonsafhankelijk naar structuurafhankelijk met als uiteindelijke doel volledige zelfstandigheid binnen de mogelijkheden van het kind. Volledige zelfstandigheid is bereikt als structuren geïnternaliseerd zijn. Het is belangrijk om structuren helder en duidelijk neer te zetten. Daarom 11 is de kern in de begeleiding van leerlingen met ASS op De Kom het verhelderen en vereenvoudigen van hun omgeving. De inrichting van de klassen sluit aan bij de pedagogische aanpak. Elke leerling heeft een afgescheiden plaats met schotten en individuele werkkastjes. De verschillende gedeelten van de klas, zoals werk- en speelruimte zijn duidelijk van elkaar gescheiden. Een beschrijving van de pedagogische aanpak is gegeven in de nota ‘Onderwijs aan leerlingen met autisme’ ; januari 2014. Ontwikkelingsverwachting: Als de voor het kind belemmerende gedragsproblematiek vermindert of verdwijnt door de sterk gestructureerde leeromgeving is de ontwikkelingsverwachting vervolgens afhankelijk van het ontwikkelingsniveau van het kind. De verwachting is dat de leerling zich dan ontwikkelt zoals een kind van de 1, 2 of 3 stroom. Eindtermen: Het onderwijsaanbod wordt individueel bepaald en komt overeen met het aanbod van de 1, 2 of 3 stroom. Verhouding onderwijs-zorg: De mate van zelfredzaamheid van de leerlingen verschilt sterk. Afhankelijk van het zelfredzaamheidniveau van de verschillende leerlingen is er zorgbehoefte. In alle klassen voor kinderen met autisme vormt het aanleren van zelfredzaamheidvaardigheden en sociale redzaamheidvaardigheden een onderdeel van het curriculum. Verwachte verhouding onderwijs-zorg: afhankelijk van de individuele leerlingen, variërend van 80-20 tot 60-40. Groepsgrootte: Gezien het zeer individueel gerichte onderwijs en de ernstige gedragsproblematiek van de leerlingen is de groepsgrootte ongeveer 9 leerlingen. De 5 stroom: Doelgroep leerlingen: De 5 stroom is bedoeld voor leerlingen met een meervoudige beperking, de mg-stroom. In deze klassen worden leerlingen geplaatst die door hun motorische beperking of andere lichamelijke aandoeningen veel verzorging vragen. Het ontwikkelingsniveau van de leerlingen in deze klassen is verschillend: van ernstig tot licht verstandelijk beperkt. Pedagogisch klimaat: Belangrijkste aspecten van het pedagogisch klimaat in deze klassen zijn rust en veiligheid. Er wordt voldoende tijd ingeroosterd voor specifieke verzorging en extra handelingen. Voor deze groep leerlingen vormt dit een voorwaarde om tot goed leren te komen. Het is voor deze leerlingen van belang dat de omgeving voldoende uitlokkend en stimulerend is. Er zijn leerlingen die door de motorische beperking slechts zeer beperkt in staat zijn om tot exploratie te komen. De inrichting van de klassen is daarom een combinatie van de inrichting zoals beschreven voor de 1, 2 stroom en de 3 stroom. Ontwikkelingsverwachting: De ontwikkelingsverwachting is afhankelijk van het ontwikkelingsniveau en de mate van de motorische beperking van het kind. De verwachting is dat de leerling zich dan ontwikkelt zoals een kind van de 1, 2 of 3 stroom. 12 Eindtermen: Het onderwijsaanbod wordt individueel bepaald en varieert afhankelijk van de leermogelijkheden van de leerling en de verwachtingen die men kan stellen in verband met de meervoudige beperking. Het onderwijsaanbod komt overeen met het aanbod van de 1, 2 of de 3 stroom. Verhouding onderwijs-zorg: Zorg vraagt in deze klassen tijd. Een groot aantal leerlingen is geheel zorgafhankelijk, gezien de ernst van de motorische beperking is voor deze kinderen ook weinig ontwikkelingsgroei op het gebied van de zelfredzaamheid te verwachten. De verwachte verhouding onderwijs-zorg: 40-60. Groepsgrootte: De groepsgrootte is vastgelegd op ongeveer 9 leerlingen. Overige groepen Onderwijs- zorgklassen De Kom heeft twee onderwijs- zorgklassen. Binnen de 5 stroom hebben we so/vso 5+ en buiten de leerstromen om hebben we de Kameleon. So/vso5+: Bij de groep leerlingen die voor so/vso 5+ in aanmerking komt, is sprake van een extra intensieve of complexe zorgvraag waarmee zowel het wonen als het onderwijs geconfronteerd wordt. Veiligheid en fysiek welbevinden staan voorop. Qua leeftijd, niveau van functioneren en ontwikkelingsperspectief is deze groep heel divers. Het gaat om leerlingen van zowel het so als het vso. Qua niveau van functioneren en daaraan gekoppeld ontwikkelingsperspectief gaat het zowel om leerlingen die gebaat zijn bij een belevingsgericht aanbod als om leerlingen die gebaat zijn bij een taakgericht aanbod. Daarnaast vragen zij een uitdaging op het juiste niveau zodat zij met dit passende onderwijs o.a. de zelfstandigheid, zelfredzaamheid, sociale vaardigheden en/of praktische vaardigheden optimaal kunnen ontwikkelen. Het is van belang dat de aangeboden middelen en materialen bij hun ontwikkelingsmogelijkheden maar ook bij hun lichamelijk mogelijkheden aansluiten. Kameleon: In de Kameleon zitten leerlingen die qua leeftijd, niveau van functioneren en ontwikkelingsperspectief zeer divers zijn. Qua leeftijd gaat het om leerlingen van zowel het so als het vso. Qua niveau van functioneren en daaraan gekoppeld ontwikkelingsperspectief gaat het zowel om leerlingen die gebaat zijn bij een belevingsgericht aanbod als om leerlingen die gebaat zijn bij een taakgericht of arbeidsgericht aanbod. Wat hen zo anders maakt is dat leerlingen van de Kameleon sociaal emotioneel zeer kwetsbaar zijn. Ze kunnen niet de hele dag in een groep functioneren en zouden niet naar school kunnen als ze in één van de andere klassen geplaatst zouden moeten worden. Ze voelen zich onveilig en uiten dat in externaliserende (naar buiten gerichte) gedragsproblematiek in de vorm van zeer impulsief gedrag, hardnekkig opstandig gedrag of verbaal en/of fysiek agressief gedrag gericht op zichzelf of anderen. Deze leerlingen voelen zich niet veilig. Daarom richten we ons binnen de Kameleon vooral op het herstellen van het gevoel van veiligheid. We werken aan de basisvoorwaarden die ten grondslag liggen aan dat gevoel van basisveiligheid. Dat betekent voor ieder kind een basisritme, een basisprogramma, een basisplek en basiscommunicatie op het individueel niveau van het kind. 13 Voor de meeste kinderen zal het uiteindelijke doel van ‘de Kameleon’ zijn: geheel of gedeeltelijk instromen binnen de zml schoolsetting. Voor een enkeling zal dit niet haalbaar blijken. Deze leerlingen blijven in ‘de Kameleon’ onderwijs volgen. Een kind kan enkel in de Kameleon geplaatst worden als het een mg indicatie heeft en als er vanuit het ciz of vanuit het samenwerkingsverband extra uren voor begeleiding binnen school beschikbaar zijn. Samenvattend gaat het om drie typen leerlingen: Qua ontwikkelingsniveau zeer jonge leerlingen die nog niet schoolrijp zijn en binnen ‘de Kameleon’ een onderwijs- en ontwikkelingsaanbod krijgen dat voorbereidt op een schoolplaatsing. Leerlingen die uitvallen in de reguliere zml-schoolsetting en die tijdelijk een onderwijs- of ontwikkelingsaanbod op ‘de Kameleon’ krijgen. Doel is dan een gehele of gedeeltelijk instroom in een reguliere zml-schoolsetting weer mogelijk maken. Leerlingen voor wie instromen in een reguliere zml-schoolsetting niet tot de mogelijkheden behoort en die onderwijs blijven volgen op ‘de Kameleon’ . Fijn om te weten: Omgang met de leerlingen in didactisch opzicht: kijken wat kinderen (aan-)kunnen Uitgangspunt op De Kom is de gedachte dat elk kind, ongeacht ontwikkelingsniveau, leermogelijkheden heeft die ontwikkeld moeten worden. Essentieel in de didactische benadering van de leerlingen is nu het werken in en met de leerroutes: elke leerling kan succes ervaren op zijn/haar leerniveau. We geven bij de leervakken instructie in kleine groepjes, volgens het direct instructiemodel, of individueel. De overige leerstofgebieden worden ook klassikaal, groepsgewijs of individueel onderwezen. Zo sluiten we zo nauwkeurig mogelijk aan bij het instroomniveau. Leerlingen met een verstandelijke beperking zijn zeer gevoelig voor falen. Vaak ontstaan gedragsproblemen of emotionele problemen bij overvraging, omdat veel kinderen niet kunnen zeggen wat er aan de hand is. Paramedisch team Onze school heeft een eigen paramedisch team in dienst. Deze bestaat uit een afdeling fysiotherapie, ergotherapie en logopedie. De fysiotherapeuten en de ergotherapeuten die aan school verbonden zijn behandelen alleen leerlingen met een mg-indicatie. Daarnaast ondersteunen en adviseren zij de klassenleiding en ouders. Leerlingen die geen mg- indicatie hebben maar wel behoefte hebben aan fysiotherapie of ergotherapie kunnen, bekostigd vanuit de zorgverzekering, behandeld worden door een extern therapeut met wie de school samenwerkt. De logopedisten kunnen zowel zml- als mg-leerlingen behandelen. Zij geven individuele- en groepstherapie aan leerlingen maar worden ook ingezet om de deskundigheid in de klassen op peil te houden en te vergroten. Overigens worden de adviezen op school ook zoveel mogelijk doorgesproken met ouders zodat zij thuis in dezelfde lijn aan de slag kunnen. Therapieën mogen in principe niet tijdens schooltijd gegeven worden, tenzij ze ondersteunend zijn aan het onderwijsleerproces van de leerling of tenzij er individuele redenen voor de leerling zijn waarom therapie niet buiten schooltijd kan plaatsvinden. Voor therapie tijdens schooltijd dient een verzoek ingediend te worden bij de commissie van begeleiding. Deze commissie besluit of de therapie ondersteunend is aan het onderwijsleerproces van de leerling en of het verzoek wordt ingewilligd of afgewezen. 14 Sensorische Integratie ( SI) Leerlingen die problemen ondervinden bij de integratie van hun zintuiglijke waarnemingen kunnen hiervoor therapie krijgen. De therapie wordt gegeven door de ergotherapeut en de afdeling fysiotherapie en is alleen toegankelijk voor leerlingen die een mg-indicatie hebben. Zonder indicatie kunnen leerlingen wel terecht voor onderzoek bij de interne fysiotherapeuten/ergotherapeut in samenwerking met een externe fysiotherapeut met wie de school samenwerkt. Als vervolgens blijkt dat behandeling geïndiceerd is, kan deze externe therapeut via de ziektekostenverzekering wel worden ingeschakeld. Ouders kunnen uiteraard ook zelf een therapeut zoeken. Adremo Fysiotherapeuten geven trainingen aan leerlingen met een ernstige meervoudige beperking en ze leren hen rijden in een Adremo - elektrische rolstoel. Deze leerlingen zijn fysiek zo ernstig beperkt dat ze grotendeels afhankelijk zijn van anderen wat betreft voortbewegen, communicatie, leren en werken. De Adremostoel stelt ze in staat om zich zelfstandig voort te bewegen en allerlei apparaten te bedienen zoals: communicatieapparatuur, computer, elektrische apparaten. Dit gebeurt o.a. drie dagdelen per week in een aparte groep en de training wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in het lesprogramma. De ergotherapeut is hier ook bij betrokken. De afdeling logopedie begeleidt deze leerlingen hierbij met het leren communiceren via een communicatieapparaat. 15 Muziektherapie De muziektherapeute heeft met name een adviserende rol naar klassenleiding. Dit doet zij o.a. door het geven van periodieke muzieklessen binnen de klassen. Zij ontwikkelt leerlijnen, werkvormen en/ of methodieken op het gebied van muziek, daar waar bestaand materiaal ontoereikend of weinig praktisch blijkt voor de specifieke doelgroepen binnen de school. Daarnaast zorgt de muziektherapeute voor aanschaf en onderhoud van bruikbare en kwalitatieve muziekinstrumenten en muziekopnames en adviseert klassenleiding over de mogelijkheden om deze instrumenten optimaal te kunnen gebruiken op de werkvloer. Advisering vindt plaats in de vorm van individuele coaching van de klassenleiding of d.m.v. het aanbieden van interne workshops. Zorgondersteuning Voor leerlingen die extra zorg of begeleiding nodig hebben om volwaardig deel te nemen aan het onderwijs kan er op basis van de Jeugdwet of de Wet Langdurige Zorg een indicatie aangevraagd worden voor ondersteuning op school. Deze zorgondersteuning wordt geleverd door een zorginstelling. De Kom werkt samen met ’s Heeren Loo en Thuisverpleging Nijmegen. Sociale vaardigheidstraining Voor leerlingen van de midden- en eindgroepen die moeite hebben met het beheersen, vergroten en richten van de eigen kracht, kennen we de sociale vaardigheidstraining. Dit is een weerbaarheidstraining die gegeven wordt tijdens schooltijd vanuit de methodiek rots en watertraining. Leerlingen leren met meer begrip, respect en gevoel omgaan met zichzelf en anderen. Een zekere mate van reflectie op eigen gedrag en handelen is een voorwaarde voor deelname. DTT training Leerlingen met een autisme spectrum stoornis kunnen op school DTT training krijgen. DTT staat voor discrete trial teaching. Veel kinderen met ASS en een verstandelijke beperking ervaren problemen met leren uit de dagelijkse situatie. Waar bijvoorbeeld kinderen zonder ASS vaardigheden leren door gedrag van ouders of leeftijdsgenootjes na te doen, ontbreekt bij kinderen met ASS dit vermogen tot spontaan leren. Gestructureerde één-op-één training is dan noodzakelijk om de ontwikkeling te stimuleren. Hiermee kunnen deze kinderen in een gestructureerde één op één situatie vaardigheden op verschillende gebieden aanleren, bijvoorbeeld spel, communicatie, zelfredzaamheid en socialisatie. Kinderen leren vooral op jonge leeftijd. Vroeg aangeleerde vaardigheden vormen de basis voor de taalontwikkeling en sociale vaardigheden op latere leeftijd. De DTT-training bestaat uit meerdere trainingssessies. Tijdens een trainingssessie oefenen we met het kind alle vaardigheden. Elke vaardigheid bestaat uit deelvaardigheden, die één voor één worden aangeleerd totdat het kind de vaardigheid volledig beheerst. We belonen het gewenst gedrag; problematisch gedrag negeren we. Tijdens de training geven we veel hulp om te voorkomen dat het kind fouten maakt. Hierdoor neemt de kans op beloning toe en is de training leuk. De DTT trainingen op De Kom worden verzorgd door de Driestroom. Ouders dienen hun kind zelf bij de Driestroom aan te melden voor DTT training. 16 Hoofdstuk 4. De Kom en de leerlingenzorg. De commissie van begeleiding is verantwoordelijk voor de zorg voor de leerlingen. Elk jaar komen vaste onderdelen aan bod: 4.1 Aanmeld- en intakefase 4.2. Opstellen eerste ontwikkelingsperspectief (OPP) Ouders die een eerste oriëntatie op het ZML-onderwijs wensen, hebben eerst een gesprek met de directeur en een rondleiding door de school. Hierna kunnen ouders besluiten hun kind aan te melden. Dit kan telefonisch bij de directeur. Zodra de aanmelding een feit is, wordt het kind op de aanmeldingenlijst geplaatst en wordt er een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd bij het samenwerkingsverband. Afhankelijk van hoe de aanmelding tot stand gekomen is, regelt De Kom of de school van herkomst de aanvraag voor deze toelaatbaarheidsverklaring. De trajectbegeleider vraagt de benodigde informatie op bij ouders en bij de huidige voorziening. Hiermee kan de school zich een zo goed mogelijk beeld vormen van uw kind: wat zijn de mogelijkheden, wat is bijzonder aan uw kind? Wat heeft uw kind nodig om goed onderwijs te kunnen volgen? Indien de toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven, plant de orthopedagoog een observatie van uw kind op groep/klas van de school of van de instelling waar het kind op dat moment heen gaat. Er is dan ook een gesprek met de leiding van de groep of klas. Van dit alles maakt de orthopedagoog een samenvattend observatieverslag. Daarnaast heeft de schoolmaatschappelijk werker een gesprek met de ouders over de voorgeschiedenis van het kind en over de verwachtingen van de ouders ten aanzien van schoolplaatsing. Ook hiervan wordt een verslag gemaakt. De schoolarts heeft telefonisch een gesprek met ouders over de medische geschiedenis van het kind en maakt hiervan een verslag. De intern begeleider bekijkt alle beschikbare gegevens van het kind. Vervolgens vindt het intakegesprek plaats met ouders / wettelijk vertegenwoordigers en een deel van de commissie van begeleiding; namelijk de directeur, intern begeleider, orthopedagoog en schoolmaatschappelijk werker. De schoolarts neemt op aanvraag deel aan het intakegesprek. Alle verslagen worden besproken. Ouders geven aanvullende informatie en vertellen wat ze verwachten van de plaatsing op de school en van de ontwikkeling van hun kind. Zo krijgen we samen een eerste beeld van het kind en van de verwachtingen van de ontwikkelingsmogelijkheden. Met alle gegevens vanuit het intakegesprek wordt een leerroute vastgesteld en wordt het startverslag door de intern begeleider opgesteld. In het startverslag staat o.a. in welke leerroute het kind geplaatst wordt en in welke klas het deze leerroute gaat volgen. Ook vermelden we de individuele aandachtspunten van de leerling zoals die zijn geformuleerd tijdens de intakefase door school en ouders. Dit startverslag wordt ter ondertekening naar ouders/wettelijk vertegenwoordigers gestuurd. Voor zeer jonge leerlingen die nieuw op school komen, wordt nog geen leerroute bepaald. Dat gebeurt na een jaar. Wanneer het startverslag gereed is, kan het kind op school geplaatst worden. Er zijn verschillende manieren om de leerling te laten wennen aan zijn/haar nieuwe school. Een leerling kan een kijkje nemen in de klas of één of meerdere dagdelen mee gaan draaien. Als het nodig is, wisselen we foto’s uit om de leerling alvast wat te laten wennen. Of dit inderdaad nodig is, bespreken we natuurlijk met ouders/ wettelijk vertegenwoordiger/verzorger. De eerste weken op school gebruiken we om de leerling te laten wennen, hem/haar te leren kennen, te observeren en de eerste gegevens vast te leggen. 17 De leerkracht scoort de leerling in het leerlingvolgsysteem op de belangrijkste vakgebieden. De observatieperiode sluiten we na 6 weken af. Voor iedere leerling wordt binnen 6 weken na plaatsing een eerste ontwikkelingsperspectief opgesteld en intern besproken. Het ontwikkelingsperspectief is een inschatting van ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een bepaalde langere periode, gebaseerd op de verwachte uitstroom. Korter gezegd: wat denken we dat de leerling op onze school gaat leren. Daarna wordt een OPP bespreking gepland met ouders/wettelijk vertegenwoordigers, leerkracht en intern begeleider waarin het ontwikkelingsperspectief wordt besproken. De orthopedagoog is op verzoek bij dit gesprek aanwezig. Naar aanleiding van de bespreking met ouders/wettelijk vertegenwoordigers kan het OPP nog worden bijgesteld. Bij het opstellen van het OPP, kiezen we de meest geschikte leerroute. Zoals u al hebt kunnen lezen, heeft De Kom vijf leerroutes. Iedere leerroute leidt tot een uitstroombestemming. 4.3 Bijstellen ontwikkelingsperspectief 4.4 Didactische onderzoeken: Zo snel mogelijk na de plaatsing van uw kind, maar niet noodzakelijkerwijs binnen 6 weken, doet de logopediste een screeningsonderzoek. De bevindingen worden vastgelegd in een verslag met een advies voor al dan niet logopedische behandeling. Per leerling zal bekeken worden of therapie tijdens schooltijd mag plaatsvinden. De fysiotherapeut neemt bij alle leerlingen met een mg indicatie een screeningsonderzoek af en bij zml leerlingen op aanvraag van de commissie van begeleiding. Ook van dit onderzoek worden de bevindingen vastgelegd in een verslag met een advies voor al dan niet fysiotherapeutische behandeling. Ook hierbij geldt dat per leerling bekeken zal worden of therapie tijdens schooltijd mag plaatsvinden. De orthopedagoog doet zo nodig aanvullend onderzoek of observeert de nieuwe leerling. De intern begeleider doet tenslotte zo nodig aanvullend didactisch onderzoek. Al deze bevindingen worden meegenomen in het bijstellen van het ontwikkelingsperspectief. In november/december worden de vorderingen van alle leerlingen in het leerlingvolgsysteem bijgewerkt en wordt het ontwikkelingsperspectief voor iedere leerling, dus ook voor de nieuwe leerlingen, bijgesteld. In januari/februari vinden de OPP besprekingen met ouders/wettelijk vertegenwoordigers plaats. Leerlingen van 16 jaar of ouder mogen –als ouders dit ook willen- bij de OPP bespreking aanwezig zijn. De directeur van de school tekent het OPP namens het bevoegd gezag. Als ouders akkoord gaan met de inhoud van het OPP bevestigen ze dit met hun handtekening. In mei worden de vorderingen van alle leerlingen een tweede keer in het leerlingvolgsysteem bijgewerkt. In juni wordt met ouders een gesprek gepland over de vorderingen van de leerling. Er wordt momenteel gewerkt aan het ontwikkelen van een grafische weergave. We bespreken dan met u hoe het komt dat die vooruitgang er wel of niet is, en waar dit toe zal leiden; het ontwikkelingsperspectief van uw kind. De vorderingen van de leerlingen worden geregistreerd in het Maatwerk Leerling Volgsysteem (MLS) Aan het begin van het schooljaar nemen de intern begeleiders in overleg met de klassenleiding didactische onderzoeken af. Dit doen we bij alle leerlingen van de school die werken aan de schoolse vaardigheden, technisch en begrijpend lezen, rekenen en spelling. Het gaat hierbij om niet methode gebonden toetsen, die een aanvulling vormen op het leerlingvolgsysteem. De resultaten van de afgenomen toets dragen bij aan het juist scoren van de leerling in het leerlingvolgsysteem. 18 4.5 Leerling-besprekingen: Tweemaal per jaar, in het najaar en in het voorjaar, zijn er met iedere klas leerlingbesprekingen om de ontwikkelingsperspectief plannen actueel te houden. Tijdens een leerlingbespreking bespreken we alle leerlingen van een klas. Hierbij zijn aanwezig de klassenleiding, intern begeleider en de orthopedagoog. Voor de so klassen uit de 3, 4 en 5 stroom en voor de vso klassen uit de 4 en 5 stroom wordt voor de leerlingbespreking in het najaar meer tijd gereserveerd en zijn ook de betrokken therapeuten aanwezig. Op deze manier willen we een meer multi disciplinaire werkwijze bewerkstelligen. Van elke leerling: a. Kijken we of de doelen, die in het OPP zijn geformuleerd nog gelden of moeten worden bijgesteld. b. Kijken we hoe we de verschillende therapieën en het onderwijsaanbod het best op elkaar kunnen afstemmen. c. Gaan we na of de afspraken die tijdens OPP besprekingen zijn gemaakt over bv. doorverwijzingen, aanvullende onderzoeken e.d. zijn nagekomen. d. Als er nieuwe problemen met een leerling zijn, bespreken we dit. Eventueel kunnen we ervoor kiezen de leerling bij de commissie van begeleiding aan te melden. 4.6 Groepsplanbesprekingen: 4.7 Werkgroepen: 4.8 Voor iedere klas is er twee keer per jaar een groepsplanbespreking. De groepsplannen van de klas wordt dan besproken. Hierbij zijn aanwezig de leerkracht en intern begeleider. De werkgroepen zijn verdeeld in clusters namelijk so 1 en 2 stroom en so 3, 4 en 5 stroom, vso 1 en 2 stroom en vso 3, 4 en 5 stroom. In de werkgroepen bespreken we de veranderingen die het OPP met zich meebrengt en de gevolgen die het heeft voor het leerlingvolgsysteem (MLS). Signalering en begeleiding van leerlingen met extra problemen. We kijken zorgvuldig in welke groep de leerling het beste past. Toch verloopt soms niet alles zoals we dat zouden willen: we signaleren bijvoorbeeld problemen op de volgende gebieden: a. Op didactisch gebied: de doelen, zoals geformuleerd in het OPP zijn ondanks bijstelling niet haalbaar. Uit het leerlingvolgsysteem blijkt dat er gedurende een periode niet de verwachte vooruitgang te zien is. b. Op pedagogisch gebied: een leerling vertoont gedragsproblemen, hij profiteert onvoldoende van het aangepaste pedagogisch klimaat in de klas en de aanpassingen die de klassenleiding al heeft doorgevoerd. c. Op lichamelijk/medisch gebied: de lichamelijke problematiek neemt toe en werkt in toenemende mate belemmerend op de overige ontwikkeling. d. Op logopedisch gebied: stagnering van de communicatie of spraaktaalontwikkeling terwijl de logopedist bij de screening en/of behandeling wel deze verwachting had. e. Op motorisch gebied: vermoeden van achterliggende sensorische problematiek vanwege toename of blijvende ernstige concentratieproblemen, hyperactiviteit of achteruitgang of stagnatie van de motorische ontwikkeling. 19 f. Een leerling functioneert niet goed in een bepaalde leerstroom. We kijken dan of een andere leerstroom beter past bij zijn mogelijkheden en hulpvraag. Deze signalering vindt plaats tijdens de leerling-besprekingen en OPPbesprekingen. Maar ook tussendoor kan er een probleem zijn, dat niet kan wachten tot een volgende bespreking. Bij elke signalering vult de klassenleiding het digitale formulier ‘aanmelding bij commissie van begeleiding’ in MLS in. In de commissie van begeleiding kijken we dan wie de vraag in behandeling neemt. Dit is afhankelijk van de vraagstelling. Binnen twee weken moet duidelijk zijn wie hiermee verder gaat. Daarvoor worden concrete afspraken gemaakt. De intern begeleider richt zich vooral op vragen op gebied van didactiek; het leren en de leervorderingen. De orthopedagoog op vragen op gebied van gedrag. Soms speelt de commissie van begeleiding vragen rechtstreeks door naar de arts, logopedist of de fysiotherapeuten. Bij crisissituaties is het altijd mogelijk om van deze procedure af te wijken. 4.9 Klassenbesprekingen: 4.10 Twaalfjaarsbesprekingen Minimaal één keer per jaar is er een klassenbespreking. De eerste bespreking vindt plaats in de eerste maand van het schooljaar. Hierbij zijn aanwezig de klassenleiding, intern begeleider en teamleider. De eerste bespreking is altijd gepland, volgende besprekingen kunnen aangevraagd worden. Doel van de klassenbespreking is om de stand van zaken in de klassen door te nemen. Samen kijken we dan naar klassenorganisatie, samenwerking, oudercontacten etc. Tijdens de klassenbesprekingen spreken we in elk geval niet over individuele leerlingen. Voor alle leerlingen die in een schooljaar 12 jaar worden is er een bespreking met ouders/wettelijk vertegenwoordigers. Hierbij zijn de klassenleiding en de intern begeleider of orthopedagoog aanwezig. Doel van het gesprek is stilstaan bij het vervolgonderwijs van de leerling op basis van leerresultaten en eventuele belemmerende en bevorderende factoren. Vervolgonderwijs kan bestaan uit een vervolgjaar in een so-klas, uitstroom naar een vso-klas binnen De Kom, of uitstroom naar praktijkonderwijs. 4.11 Zeventienjaarsbesprekingen/toekomstgesprek: Voor alle leerlingen die in een schooljaar zeventien jaar worden, is er een bespreking met ouders/wettelijk vertegenwoordigers. Hierbij zijn ook de stagecoördinator / teamleider vso, klassenleiding en indien gewenst de leerling zelf aanwezig. Doel van het gesprek is tweeledig: oriëntatie op de komende jaren, waarin stage en voorbereiding op de uitstroombestemming centraal staan. we bekijken de regelingen die er zijn op gebied van financiering, aanvullingen, uitkeringen. Gezien de huidige ontwikkelingen rond de Participatiewet; is het voor sommige leerlingen wenselijk om dit gesprek te vervroegen. Op aanvraag van leerling, ouders/verzorgers of klassenleiding kan dit gesprek eerder plaatsvinden. 4.12 Overdracht leerling-gegevens Bij doorplaatsing naar een andere klas volgt de klassenleiding het protocol ‘overplaatsingen’. Het leerlingvolgsysteem wordt bijgewerkt en er is een gesprek met de leerkrachten van de oude en de nieuwe klas. Dit gesprek voeren we aan de hand van een aantal aandachtspunten die in het protocol staan. 20 De bedoeling van dit gesprek is dat de begeleiding in de nieuwe klas zo goed mogelijk aansluit bij de benaderingswijze in de oude klas: de doorgaande lijn. 4.13 Transitiedocument (voorheen eindverslag) De klassenleiding stelt voor schoolverlaters een transitiedocument op aan de hand van de onderstaande punten. Waar mogelijk hebben leerlingen zelf een inbreng in dit document. Relevante medische gegevens en diagnose Sociale en emotionele ontwikkeling Communicatie en taalgebruik Zelfredzaamheid Werkhouding en aanpakgedrag (Picto)Lezen Schrijven/spelling Rekenen/tellen Wonen Werken Vrije tijd Burgerschap Certificaten Stageverloop: door stagecoördinator Relevante verslagen. De begrippen die hier staan, beschrijven we duidelijk in het transitiedocument. In het stageverloop wordt de uitstroombestemming verder beschreven. Elk aandachtspunt is weer onderverdeeld in sub-onderwerpen. Relevante verslagen worden wel genoemd maar zijn pas compleet opvraagbaar als u als ouder/wettelijk vertegenwoordiger toestemming hiervoor geeft. We geven nooit dossiergegevens aan derden, tenzij u daarvoor schriftelijke toestemming hebt gegeven. Ook voor het toezenden van het transitiedocument aan de toekomstige werkplek vragen we u deze toestemming. Getuigschrift Speciaal Onderwijs: bij het verlaten van De Kom, ontvangt de leerling een officieel getuigschrift, waarop vermeld staat aan welke vakgebieden gewerkt is gedurende de vso periode en waar de leerling naar toe gaat. Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de directie. 4.14 Specialisaties De Kom 1. Onderwijs aan leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum. De Kom heeft veel leerlingen met een verstandelijke beperking die tevens een stoornis binnen het autistisch spectrum hebben (ASS). Deze leerlingen zitten meestal verspreid in alle klassen. Daarnaast zijn er vier specifieke klassen, (de ‘auti-klassen’, 4-stroom) waar alleen maar leerlingen met een autisme-spectrumstoornis zitten of leerlingen met een buitengewone behoefte aan structuur. Deze klassen zijn bedoeld voor die leerlingen die niet kunnen functioneren in onze gewone heterogene klassen. Op De Kom is de begeleiding van de kinderen met een stoornis binnen het autistisch spectrum afgestemd op hun dubbele beperking: de autistische stoornis én de verstandelijke beperking. 21 Op De Kom werken we bij de begeleiding van leerlingen met ASS niet volgens één bepaalde methodiek. We maken gebruik van verschillende methodieken zoals elementen uit ‘Teacch’ en elementen uit ‘Geef me de 5’. Kinderen met ASS zijn vaak persoonsafhankelijk. Als structuren onvoldoende duidelijk voor hen zijn, zoeken ze hun toevlucht noodgedwongen tot personen. Iedere persoon is echter anders. Bovendien zijn personen niet onbeperkt beschikbaar en kunnen personen weer verdwijnen uit het leven van een kind. Structuren kunnen echter door de tijd heen hetzelfde blijven. Uitgangspunt in de ontwikkeling van kinderen met ASS is daarom de ontwikkeling van persoonsafhankelijk naar structuurafhankelijk met als uiteindelijk doel volledige zelfstandigheid binnen de mogelijkheden van het kind. Volledige zelfstandigheid is bereikt als structuren geïnternaliseerd zijn. Het is belangrijk om structuren helder en duidelijk neer te zetten. Daarom is de kern in de begeleiding van leerlingen met ASS op De Kom het verhelderen en vereenvoudigen van hun omgeving. Door een leerling met ASS duidelijkheid te geven op de 5 (wie, wat, waar, wanneer en hoe), bieden we optimale structuur en duidelijkheid. In de wereld buiten school wordt vaak minder duidelijkheid gegeven. De wereld past zich niet altijd aan onze leerlingen met ASS aan. Het is onze taak als school om leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op een leven in de maatschappij. Ieder op het eigen niveau en met eigen mogelijkheden. We kunnen bij leerlingen met ASS de problemen in de informatieverwerking niet wegnemen. Ze zullen in de maatschappij situaties tegen komen die niet goed afgestemd zijn op hun problematiek. We kunnen het gedrag van leerlingen met autisme uitleggen aan anderen, maar we kunnen onze leerlingen met ASS ook leren zo goed mogelijk met situaties in de maatschappij om te gaan. Dit kunnen ze niet leren als we situaties die moeilijk voor hen zijn van hen weg proberen te houden. We willen leerlingen met ASS stapje voor stapje leren omgaan met moeilijke situaties. Het helpt als een leerling een goed basisfundament heeft kunnen opbouwen. Het helpt ook als we hen helpen moeilijke situaties te benaderen vanuit de 5. Het is belangrijk moeilijke situaties met de leerling voor te bereiden en te proberen de leerling te laten wennen door steeds maar één variabele van de 5 te veranderen. 22 2. Onderwijs aan leerlingen met een meervoudige beperking binnen de mg-afdeling van De Kom (5-stroom). De Kom heeft een afdeling voor leerlingen met een meervoudige beperking. Deze mg-afdeling is er voor leerlingen die naast hun verstandelijke beperking een fysieke of motorische beperking hebben waardoor zij in meer of mindere mate afhankelijk zijn van hun omgeving op gebied van ADL-vaardigheden, leerproces, communicatie en algemene ontwikkeling. Hierdoor vragen deze leerlingen gemiddeld meer lichamelijke verzorging en ondersteuning dan de leerlingen in de andere leerstromen van De Kom. Soms wijken we hiervan af. Het gaat dan bijvoorbeeld om zeer kwetsbare kinderen, bij wie uit observatie en besprekingen gebleken is dat de veiligheid, ondersteuning en kennis van de mg-klas nodig is om verder tot ontwikkeling te komen. We bekijken elk jaar of zij de veiligheid, bescherming en specifieke deskundigheid van de mg-afdeling nog nodig hebben of dat zij in een gewone (v)so-klas kunnen functioneren. Naast het bieden van verzorging en ondersteuning vinden we het bieden van rust en veiligheid belangrijk. Dit is een voorwaarde om te komen tot optimale ontwikkeling van de mogelijkheden van deze leerlingen. Het pedagogisch klimaat, de wijze van omgaan met de leerlingen en het aanbod kent wel een opbouw per leeftijdscategorie. In de jongste so-klas ligt de nadruk op rust, beeldvorming en het organiseren van voorwaarden die nodig zijn om tot leren te komen. In de hogere klassen van het so en in het vso blijven de veiligheid en rust van belang, maar staat gericht werken aan de functie- en leerontwikkeling van de leerlingen meer op de voorgrond. Daarnaast bieden we in het vso de leerling ook meer uitdaging. Dan komt de nadruk meer te liggen op het ontwikkelen van de praktische vaardigheden door het aanbod van arbeidsoriënterende activiteiten en praktijkvakken. In de hoogste klassen resulteert dit in arbeidstoeleiding en stages. Bij dit alles speelt het paramedische team binnen de mg-afdeling een grote rol. ADL-handelingen/paramedische handelingen (bv. in rolstoel zetten, aankleden, kokers aandoen). Leertrajecten waarbij (intensieve) begeleiding van paramedici plaatsvindt (bv. Adremorijden, alternatieve aansturing, computer). Integratie van de voortgang van ondersteunende middelen/hulpmiddelen. 23 Hoofdstuk 5. Samenwerkingsrelaties en externe partners ’s Heeren Loo Het gebouw van De Kom is gesitueerd in Druten, op het terrein van ’s Heeren Loo Zuid, een centrum voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking en waar we veel mee samenwerken. Zo kunnen de leerlingen van De Kom gebruik maken van de naschoolse opvang die ’s Heeren Loo Zuid biedt. ‘s Heeren Loo Zuid biedt leerlingen tevens vakantiedagopvang. De Kom stelt haar gebouw tijdens de reguliere vakanties beschikbaar voor deze opvang. De orthopedisch instrumentmaker en de orthopedisch schoenmaker. In principe geldt dit voor leerlingen met een mg-indicatie, maar indien noodzakelijk zijn de poli’s ook te bezoeken door andere leerlingen. Eén en ander wordt geregeld door de fysiotherapeuten. Met leerlingen van de mg-afdeling en een aantal so-groepen maken we gebruik van het zwembad van ’s Heeren Loo. Een aantal groepen maakt gebruik van de snoezelruimte, de gymzaal op het terrein, evenals van de activiteitenhal ‘De Wielewaal’ en de kinderboerderij. De Kom werkt op een aantal gebieden samen met Advisium. Advisium is het expertisecentrum van ’s Heeren Loo. Diagnostiek: Ouders kunnen bij Advisium terecht voor diagnostisch onderzoek. Omdat De Kom gelegen is op het terrein van ’s Heeren Loo Druten is het voor de werknemers van Advisium gemakkelijk om het kind tijdens schooltijd te observeren. De lijnen zijn kort en informatie is snel over en weer uitgewisseld. Therapieën: Leerlingen van De Kom voor wie specifieke behandeling geïndiceerd is, kunnen dit krijgen bij Advisium. Afhankelijk van de hulpvraag kan Advisium speltherapie, creatieve therapie, muziektherapie of psychomotore therapie bieden. De therapie bij Advisium kan tijdens schooltijd gegeven worden mits deze ondersteunend is aan het onderwijs- leerproces van de leerling. De vraag voor therapie tijdens schooltijd dient bij de commissie van begeleiding ingediend te worden. Zij nemen het besluit of de therapie tijdens schooltijd kan plaatsvinden als ze ondersteunend zijn aan het onderwijs- leerproces. Zindelijkheidstraining: Kinderen bij wie het niet lukt om op de gangbare wijze zindelijk te worden kunnen bij Advisium aangemeld worden voor zindelijkheidstraining . Deze trainingen zijn met name in de beginfase erg intensief. De trainers van Advisium kunnen tijdens deze intensieve fase op school starten met de zindelijkheidstraining. Aandachtfunctionaris seksualiteit: Voor specifieke vragen over seksualiteit en seksualiteitsbeleving, alsmede voor advies bij seksuele intimidatie of seksueel misbruik kunnen de orthopedagogen van De Kom op consultbasis terecht bij de aandachtfunctionaris seksualiteit van Advisium. 24 Diëtiste: Zij is gespecialiseerd in voedingsadviezen en dieetbegeleiding aan mensen met een verstandelijke beperking. Zij kan voor de leerlingen benaderd worden hiervoor. Voor alle diensten van Advisium geldt dat een geldige indicatie bij het ciz aangevraagd dient te worden. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen van deze indicatie. De schoolmaatschappelijk werkster van De Kom of de zorgbemiddelaar van ’s Heeren Loo kunnen hierbij hulp bieden. MEE: schoolmaatschappelijk werk, consulenten De Kom maakt gebruik van de expertise van MEE. Een maatschappelijk werkster van MEE heeft zitting in de commissie van begeleiding van de school. Daarnaast verwijzen we ouders met eventuele hulpvragen in de thuissituatie door naar het sociale zorgteam van de gemeente waarin ouders wonen. De Kom heeft contact met een consulente arbeid van het jongerenloket Nijmegen, zij adviseert en helpt zo nodig bij stage en uitstroom. GGD: schoolarts De GGD biedt jeugdgezondheidszorg op maat. Dat wil zeggen dat zij de zorg afstemmen op de behoeften van ouders en kind. Onderzoek op vaste momenten Bij alle leerlingen van 5, 8, 11 en 14 jaar wordt de lengte en het gewicht gemeten. Met 5 en 11 jaar worden ook de ogen getest. Tot slot wordt vanaf november 2015 de bloeddruk gemeten van alle kinderen bij wie overgewicht of obesitas geconstateerd is. Alle ouders krijgen vooraf bericht over het onderzoek en kunnen aangeven of ze aanwezig willen zijn. Daarnaast krijgen ouders van de 5- en 11-jarigen een aandachtspuntenlijst, zodat ze kunnen aangeven waarover ze zorgen hebben en wellicht met de GGD in gesprek willen. Ouders leveren deze lijst in bij de leerkracht. Leerlingen van 14 jaar vullen (indien mogelijk) een vragenlijst in in de klas in aanwezigheid van de verpleegkundige. Het GGD-team gebruikt de aandachtspuntenlijst / ingevulde vragenlijst om te bepalen of een kind extra zorg nodig heeft. Ouders krijgen altijd schriftelijk bericht over de resultaten van het onderzoek. Nieuw aangemelde leerlingen De jeugdarts neemt de dossiers van alle nieuw aangemelde leerlingen van de school door. Daarna neemt zij telefonisch contact op met de ouders van deze kinderen. Zo nodig nodigt zij op grond van haar bevindingen ouders en leerlingen uit voor een gesprek. De jeugdarts licht de school in aangaande de medische toestand van de leerling en de daaruit voortvloeiende consequenties. De fysiotherapeuten, logopedisten en ergotherapeuten werken via de commissie van begeleiding onder de verantwoordelijkheid van de schoolarts. Zorg op maat Kinderen die extra aandacht nodig hebben, worden uitgenodigd voor een uitgebreider onderzoek of een gesprek. Dit wordt gedaan op basis vaneen vraag van de ouders, de leerling, de school en/of op grond van eerdere bevindingen. 25 Leerkrachten kunnen het team Jeugdgezondheidszorg rechtstreeks laten weten dat een kind zorg op maat nodig heeft of door een signaleringslijst in te vullen. School brengt de ouders op de hoogte dat voor een kind zorg op maat aangevraagd wordt bij de GGD. Contact met zorgcoördinator / intern zorgoverleg Het team Jeugdgezondheidszorg sluit (indien mogelijk) aan bij intern zorgoverleg en/of heeft regelmatig contact met de zorgcoördinator om zorgleerlingen te bespreken en op grond daarvan eventueel extra zorg te verlenen. Collectieve preventie Het team Jeugdgezondheidszorg kan in overleg met school adviseren en meedenken over collectieve preventie. Er kan ondersteuning verleend worden bij thema’s als: gezond eten, bewegen, roken, alcohol, relaties en seksuele vorming. Iedereen kan een afspraak maken De GGD wil bereikbaar zijn voor (ouders van) alle leerlingen op onze school. Heeft u als ouder vragen over opvoeding, groei en /of ontwikkeling van uw kind? Dan kunt u altijd een gesprek aanvragen met een van de medewerkers van de GGD jeugdgezondheidszorg. Tijdens dit gesprek wordt samen met u gezocht naar mogelijkheden om de gezondheid en het welzijn van uw kind (verder) te verbeteren. U kunt bellen met het bedrijfsbureau (088-1447111), bereikbaar op werkdagen tussen 08.30 uur en 14.00 uur. Zij zullen een medewerker vragen om contact met u op te nemen. Actief Maas en Waal: Combinatie Functionaris G-sport Een vakleerkracht Bewegingsonderwijs van de Kom heeft een aantal uren als combinatiefunctionaris G-sport. Deze richt zich op de leerlingen van 6 t/m 19 jaar uit het speciaal onderwijs. Doel hierbij is het vergroten van de sport- en beweegparticipatie van onze kinderen en jongeren na schooltijd bij een sportvereniging. Daarvoor worden i.s.m. lokale sportverenigingen diverse sportclinics aangeboden. Door deze clinics kunnen de leerlingen op school, in een vertrouwde omgeving, kennis maken met de sport en de trainers. De combinatiefunctionaris brengt leerlingen en hun ouders in contact met sportaanbieders die een goed aangepast sportaanbod hebben. Ook heeft zij contact met sportorganisaties zoals De Gelderse Sportfederatie, NOC-NSF, Special Olympics, Special Heroes en Uniek sporten. Voor vragen over sportmogelijkheden kunnen ouders en leerlingen bij de combinatiefunctionaris terecht. Centrum voor Consultatie en Expertise Het komt voor dat het met een leerling op school en/of in de thuissituatie niet goed gaat. Er kan sprake zijn van ernstig probleemgedrag en de situatie dreigt vast te lopen. Via de reguliere instanties kan onvoldoende hulp geboden worden. In overleg met ouders kan met zo’n complexe hulpvraag door school of door ouders kosteloos een beroep gedaan worden op het CCE. Het CCE heeft een uitgebreid netwerk van deskundigen die advies op maat bieden en kunnen helpen bij de uitvoering daarvan. Kleur; ambulant autisme team (AAT) Daar waar specifieke behandeling of begeleiding in de thuissituatie nodig is bij het opvoeden van een autistisch kind kan school ouders adviseren contact op te nemen met het ambulant autismeteam van Kleur. 26 De Kom kan ouders adviseren contact op te nemen met het AAT. Ouders dienen zelf aan te melden. Voor begeleiding vanuit het AAT is een diagnose autisme nodig en een geldige indicatie. Ouders zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van deze indicatie. Visio Visio verzorgt de visusfunctieonderzoeken op school, verzorgt de verslaglegging van deze onderzoeken en zit de nabesprekingen voor, geeft advies en komt op school voor observatie. Maartenskliniek: revalidatiearts Er zijn contacten met de revalidatiearts van de Maartenskliniek. Voorheen kwam de revalidatiearts tweemaal per jaar naar school om samen met ouders en therapeuten de ontwikkeling van de leerling te bekijken en nieuwe afspraken te maken over de behandeldoelen en/of ondersteuningsmogelijkheden. Door een verandering van beleid kan hij niet meer naar school komen en houden de therapeuten telefonisch contact met hem. Daar waar mogelijk en noodzakelijk gaat de therapeut met de leerling en de ouders mee naar de Maartenskliniek. Praktijk voor kinderfysiotherapie Nicole Duijkers Leerlingen zonder mg-indicatie kunnen onder bepaalde voorwaarden onder schooltijd door een externe fysiotherapeut, fysiotherapie en/of sensorische integratie therapie krijgen binnen de school of in de praktijk. Therapieën mogen in principe niet tijdens schooltijd gegeven worden, tenzij ze ondersteunend zijn aan het onderwijsleerproces van de leerling of tenzij er individuele redenen voor de leerling zijn waarom therapie niet buiten schooltijd kan plaatsvinden. Voor therapie tijdens schooltijd dient een verzoek ingediend te worden bij de commissie van begeleiding. Deze commissie besluit of de therapie ondersteunend is aan het onderwijsleerproces van de leerling en of het verzoek wordt ingewilligd of afgewezen. 27 Hoofdstuk 6. De Kom en de verplichte onderwijstijd. Leerlingen jonger dan 7 jaar volgen 880 uur onderwijs per schooljaar en alle leerlingen die ouder zijn volgen minimaal 1000 uur onderwijs per schooljaar. Daarmee voldoen we aan de eisen die de inspectie stelt aan het aantal lesuren. In de bijlage vindt u de schooltijden en pauzetijden. Als een leerkracht of klassenassistent ziek is zoeken we een goede vervanging. Als dat niet lukt zorgen we ervoor dat uw kind toch op een goede en verantwoorde manier op school wordt opgevangen. Zo gaat er geen onderwijstijd verloren. Wijziging pauzetijden vso 2015-2016 Wat zegt de wet : VSO: pauzekwartier ochtend telt niet mee als onderwijstijd. Het voortgezet speciaal onderwijs is sinds de Wet kwaliteit (voortgezet) speciaal onderwijs meer gebaseerd op het reguliere voortgezet onderwijs. Leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs moeten zoveel mogelijk worden behandeld als leerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs. Dit heeft consequenties voor de onderwijstijd in het vso. In het vso werd het kwartier pauze in de ochtend lange tijd gerekend als onderwijstijd, zoals dat in het primair onderwijs gebruikelijk is. Dit beleid was niet gebaseerd op de voor het vso geldende wetgeving. In het vervolg mag, net als in het vo, de pauzetijd van 15 minuten in de ochtend niet als onderwijstijd worden meegerekend. Dit geldt voor alle uitstroomprofielen van het vso. In schooljaar 2015-2016 zal de inspectie consequenties verbinden aan het niet-naleven van de wetgeving voor onderwijstijd. Hoe gaan we dit oplossen op de Kom: We kiezen niet voor de optie om de begin en eindtijden van het vso te wijzigen. Dit heeft grote consequenties voor het ouders / verzorgers en de vervoerders. Komend schooljaar wordt er gekeken naar een 5 gelijke dagenrooster en dan wordt deze optie opnieuw bekeken. Op de vso vergadering kiest men er unaniem voor om niet buiten te eten. De opties zijn om 2x 15 minuten buiten te spelen of 1x 30 minuten Voor 2x 15 minuten kiezen de klassen : vsoe1; vsoe2; vsoa1; vsoe3; vsom3; vso4 Voor 1x 30 minuten kiezen de klassen : vsoa4; vsoa5; vsom5; vsoe5; vsoe4; vsoa3. Vakantierooster Bij het maken van het vakantierooster volgen we de regionale roosters en de landelijke voorschriften. We vieren samen Sinterklaas, kerst, carnaval, Pasen en het grote schoolfeest net voor de vakantie. Dit alles staat op het activiteitenplan in het rooster vermeld. Buiten deze tijden is het niet mogelijk om vrij te vragen voor uw kind. Als dat problemen oplevert kunt u dit bespreken met de directie van De Kom. Afwezigheid Als kinderen afwezig zijn registreren we dat. Als we vinden dat uw kind vaak of zonder reden afwezig is, kunnen we besluiten de leerplichtambtenaar in te schakelen. Maar daarvóór hebben we dan al een gesprek met u gehad. 28 Hoofdstuk 7. De Kom en de financiën. Het ministerie van O.C. en W betaalt het onderwijs, ook het onderwijs van De Kom. Van dit geld kunnen we de school, de gebouwen en het onderhoud, lesmateriaal, salarissen etc. betalen. Maar er zijn ook zaken die de minister niet betaalt: feesten en excursies, bijzondere leermiddelen bijvoorbeeld. Hiervoor vragen we een ouderbijdrage, die overigens wel vrijwillig is. Het schoolzwemmen betalen we samen: De Kom betaalt wat en we vragen een bijdrage van u. Voor schooljaar 2015-2016 ziet het kostenplaatje er als volgt uit: De bijdrage voor het zwemmen is gesteld op € 50,-- per schooljaar. Voor de vso-groepen wordt een bijdrage gevraagd in de kosten van het schoolkamp. Deze bijdrage is gesteld op € 60,-- . Deze bijdrage wordt alleen gevraagd in het jaar dat uw kind meegaat op kamp. In het jaar dat uw kind niet op kamp gaat wordt er een schoolreisje georganiseerd. Daarvoor vragen wij een bijdrage van € 25,--. De so-groepen gaan niet op kamp, maar hebben jaarlijks een schoolreis. De bijdrage die hiervoor gevraagd wordt is ook € 25,--. Voor een aantal kleine activiteiten wordt tevens een bijdrage gevraagd aan ouders. Het gaat dan om bv. een bijdrage voor een gezamenlijke maaltijd ter afsluiting van de kerstviering, een bijdrage in de vervoerskosten bij een excursie of om deel te nemen aan culturele activiteiten. Deze kosten bedragen € 13,--. De geldelijke bijdrage van ouders is geregeld in een overeenkomst. De overeenkomst wordt jaarlijks vastgesteld door de MR. Als bijlage bij de informatiekalender die u in het begin van het schooljaar ontvangt, treft u een factuur aan. Verder wordt er op school gewerkt met de schoolmelkservice van Campina. Leerlingen die daarvan gebruik willen maken kunnen dit doen tegen de kostprijs. Folders hiervoor kunt u aanvragen bij de administratie van school. De ouderraad van De Kom ondersteunt de school met allerlei activiteiten. Zij doet dit niet alleen met menskracht maar ook financieel. Om al deze extra activiteiten te betalen vraagt de ouderraad een vrijwillige bijdrage van € 15,-- per jaar. Hiervoor ontvangt u van de ouderraad een rekening. 29 Hoofdstuk 8. De Kom en de rechten en plichten van ouders, voogden, verzorgers, leerlingen en bevoegd gezag. Vertrouwenspersoon en klachtenprocedure Wat kunt u doen als u het ergens niet mee eens bent? We doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat alles in en om de school en uw kind goed verloopt. Het kan desondanks gebeuren dat u het ergens niet mee eens bent, of dat u problemen hebt met een van onze medewerkers. Wilt u in dat geval eerst contact opnemen met de betrokken persoon? Het plezierigste is het natuurlijk als u er samen uitkomt. Als dat niets oplevert kunt u naar de teamleider en eventueel vervolgens naar de directeur stappen. Deze zal dan pogen samen met betrokkenen tot een oplossing te komen. Als dat nog niet het gewenste resultaat heeft is er nog de weg naar het bestuur van de Stichting Onderwijsgroep Punt Speciaal. Maar de klacht is nog steeds niet opgelost, wat nu? Er kan contact opgenomen worden met onze contactpersoon klachten. De contactpersoon bekijkt of bemiddeling in een kwestie mogelijk is. Als dat niet het geval blijkt, kan deze vertrouwenspersoon u begeleiden bij de verdere procedure, richting Klachtencommissie. Voor verdere informatie en namen van functionarissen verwijzen we u naar de klachtenregeling die is opgenomen in een bijlage. 30 Hoofdstuk 9. Om verder te weten 1. Schorsen en verwijderen We hopen natuurlijk met u dat we niet te maken krijgen met schorsen of verwijderen. Toch zal het in een enkel geval de enige oplossing zijn voor dat moment. In een protocol ‘schorsing en verwijdering’ beschrijven we de hele procedure. Hier vindt u kort de essentie van de regeling: waar gaat het om? Er kunnen zich situaties voordoen, waarbij eigenlijk iedereen vindt: dit kan zo niet langer, dit wordt ondoenlijk of misschien zelfs gevaarlijk voor alle betrokkenen. En dan komt het wellicht aan de orde: schorsen of verwijderen van school. U begrijpt dat hierbij de directie niet over een nacht ijs gaat: dan is er al veel gebeurd. Als ouder bent u natuurlijk al ingeseind door de directie: het gaat niet goed, misschien moeten we harde maatregelen nemen. Schorsen is een tijdelijke maatregel, verwijderen is een definitieve maatregel. U moet weten dat de school in beide gevallen wel het recht kan hebben om te schorsen: het is niet onwettig. Maar de school heeft ook een zorgplicht. Dit betekent dat we alles moeten doen om dit soort maatregelen te voorkomen. Maar mocht het tot verwijdering komen, dan moeten wij wel samen met u en de anderen betrokkenen, zorgen voor een alternatief: een andere onderwijsplek. Ook u, de ouders hebt in deze procedure rechten. Lees meer in het protocol in de bijlage. 2. De leerlingendossiers In het hoofddossier van een leerling zijn alle gegevens van de leerling te vinden, zoals de verslagen van de onderzoeken ten behoeve van de indicatie en herindicatie, gezinsgegevens, etc. Van elke leerling is er daarnaast een werkdossier. Hierin staan alle gegevens die nodig zijn om het OPP op de goede manier te kunnen uitvoeren. Het werkdossier is vrij toegankelijk voor de medewerkers van de school. Dat moet ook, want anders kunnen ze niet doen wat in het OPP beloofd is. Tenslotte is er ook van elke leerling een medisch dossier, waarin alle gegevens op medisch en paramedisch gebied verzameld worden. U moet weten dat: Derden zoals stagiaires en studenten onder geen enkele voorwaarde toegang tot de dossiers hebben. Er geen dossiers mee naar huis genomen mogen worden. Pas na schriftelijke toestemming van de ouders gegevens aan derden kunnen worden gegeven. Ouders (wettelijke vertegenwoordigers) altijd het recht hebben het hoofddossier van hun eigen kind in te zien. Binnen De Kom gebruik wordt gemaakt van een digitaal leerlingvolgsysteem. Dit systeem biedt de mogelijkheid op andere locaties dan school te werken met het leerlingvolgsysteem. Via internet kunnen betrokkenen bij de leerlingbegeleiding ook thuis of elders werken aan verslagen, of gegevens opzoeken. U kunt ervan verzekerd zijn dat zij ook dan heel zorgvuldig en met respect voor de privacy, met deze gegevens zullen omgaan. 3. Leerlingenvervoer De gemeente waar de leerling woont moet zorgen voor goed en verantwoord vervoer van de leerling van en naar school. De regels zijn helaas in elke gemeente verschillend. Maar u kunt altijd informatie hierover krijgen bij de afdeling leerlingenvervoer van de gemeente waar u woont. 31 We hebben met alle vervoerders afspraken: de chauffeur moet de leerlingen die hij vervoert 's morgens begeleiden tot aan de eigen klas. Als de school uit is haalt de chauffeur de leerlingen bij de klas ook weer op. Als een chauffeur hierbij hulp nodig heeft (tillen bijvoorbeeld) dan bespreekt hij dit met de directie. Die zorgt er dan voor dat het personeel van De Kom hem helpt. Er zijn ook ouders die hun kind zelf brengen en halen. Het spreekt vanzelf dat we ervan uitgaan dat u dan de begin- en eindtijden respecteert. 4. Ondersteunende werkzaamheden van ouders /Ouderparticipatie Het geven van onderwijs gebeurt door medewerkers van De Kom. Doorgaans is hierbij de ondersteuning van ouders niet nodig. Bij feesten en bijzondere activiteiten is het fijn als we extra ouderhanden kunnen inzetten. Dit gebeurt dan via de ouderraad. En we zijn blij met de hulp van ouders bij diverse onderhoudswerkzaamheden aan de school. Ook dit coördineert de ouderraad. Ouderbetrokkenheid op onze school Gezamenlijk belang Wij willen het beste uit onze leerlingen halen. Dat kunnen we niet alleen, daar hebben wij u, als ouders, bij nodig. Wij delen ook een gezamenlijk belang, namelijk te zorgen dat de ontwikkeling van de kinderen zo goed mogelijk verloopt en dat zij zich prettig voelen op school. Daarom is een goede samenwerking met ouders voor ons belangrijk. 32 Zo stellen wij het op prijs om van u te horen hoe u vindt dat de ontwikkeling en het leren van uw kind verloopt. Van onze kant laten wij u weten hoe wij daar, op basis van onze ervaringen en eventuele toets gegevens, naar kijken. De klassenleiding zorgt voor de informatie tijdens dit gesprek. Daarnaast zijn wij geïnteresseerd in uw mening als het gaat om mogelijke verbeteringen die wij nog kunnen aanbrengen in ons onderwijs. Wij zijn als school(team) een professionele organisatie die periodiek bij ouders (en leerlingen) peilt wat zij van het onderwijs en allerlei andere zaken op school vinden. Dat doen wij met tevredenheidsonderzoeken. Uiteraard krijgt u ook te horen wat wij met uw mening doen. Samenwerkingsovereenkomst Elkaar informeren en samen zaken bespreken zijn kenmerkende begrippen in de communicatie met ouders. Omdat de samenwerking van school en ouders de basis is voor een zo goed mogelijk ontwikkeling van de kinderen, hebben wij een aantal afspraken daarover vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst (intentieverklaring). Daarin staat zowel wat ouders van de school kunnen verwachten als wat de school van de ouders verwacht. Het is een verklaring waarin is beschreven dat school én ouders, in het belang van uw kind, bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen en er kort gezegd ‘samen voor gaan’. Vormen van ouderbetrokkenheid De betrokkenheid en inzet van ouders kan op meerdere manieren vorm krijgen. Dit kan met activiteiten die te maken hebben met meeleven, meehelpen, meedenken en meebeslissen. Meeleven Van ouders mag worden verwacht dat zij meeleven met hun kind, dat zij geïnteresseerd zijn in zijn of haar prestaties en of hun zoon /dochter zich goed voelt op school. Met andere woorden: u toont belangstelling voor ‘hoe het gaat op school’ of ‘wat uw kind vandaag heeft geleerd’. Uit tal van onderzoeken blijkt steeds weer dat de betrokkenheid van ouders bij het leren van hun kind van grote invloed is op de prestaties van hun kinderen. En als er bijeenkomsten voor ouders worden georganiseerd, verwachten wij u natuurlijk op school. Verder vloeit uit deze samenwerking voort dat u de klassenleiding op de hoogte stelt van eventuele veranderingen in de thuissituatie, die van invloed kunnen zijn op het leren van de kinderen. De leerkracht is de spil in het contact tussen de school en de ouders. Zij kennen de leerlingen en hun ouders en zijn op de hoogte van de thuissituatie. De leerkracht bespreekt met u de voortgang in de ontwikkeling en de leervorderingen van uw kind. Meeleven betekent uiteraard ook meedenken hoe het verder moet/kan met uw kind als de ontwikkeling niet naar wens verloopt. De leerkracht vertelt wat hij/zij doet en kijkt vanuit zijn/haar professionele invalshoek naar uw kind in de groep. Maar uw kijk op hoe het met uw kind thuis en op school gaat, telt uiteraard ook mee. Samenspraak in combinatie met respect voor elkaars verantwoordelijkheden en deskundigheden staat hierbij centraal. Meehelpen Ouders helpen op school actief mee bij allerlei activiteiten. Zonder de inzet van ouders redden wij het niet. De Ouderraad geeft aan het begin van het schooljaar aan, voor welke activiteiten de school op de ouderraad kan rekenen. U kunt zich voor de ouderraad aanmelden bij de secretatis van de ouderraad. 33 Meedenken Samen weet je meer dan alleen. Deze waarheid is ook van toepassing op de school en de ouders. Wij willen graag gebruik maken van uw denkkracht. Dat is uiteraard eerst van toepassing als het om uw eigen kind gaat, maar ook als het om de school van uw kind gaat. Zo kunt u op een structurele manier bijdragen door als ouder zitting te nemen in de medezeggenschapsraad. Maar het kan ook incidenteel door tijdelijk deel uit te maken van een werkgroep, bv. bij het tot stand brengen van een samenwerkingsovereenkomst. Meebeslissen Wettelijk is geregeld dat elke school een medezeggenschapsraad (MR) moet hebben. De MR spreekt zich uit over het (voorgenomen) beleid van de school. In de MR zitten ouders en personeelsleden. Ten aanzien van sommige onderwerpen moet de MR instemmen, over andere moet ze adviseren. Op die manier hebben ouders rechtstreeks invloed op het onderwijsbeleid van de school. Bij voor ouders interessante onderwerpen als wijzigingen in onderwijstijd ligt het voor de hand dat de MR-ouders een bredere raadpleging organiseren onder de ouders. Welkom Aan de hand van deze vormen van ouderbetrokkenheid kunt u zelf bepalen op welke manier u betrokken wilt zijn bij de school van uw kinderen. Meeleven is een vorm van betrokkenheid die wij noodzakelijk vinden voor een goede samenwerking met alle ouders. De andere vormen vinden wij ook belangrijk, maar daarbij kunnen we ons voorstellen dat er ouders zijn die zich hiervoor minder geschikt vinden of minder mogelijkheden zien om dat te realiseren. Komt u zich eens oriënteren op wat voor u zinvol en haalbaar is bij de ouders die reeds actief zijn op onze school. Zij en wij verwelkomen u graag. 5. Stagiaires De Kom is een mooie plek om kennis te maken met het onderwijs aan onze doelgroep. We vinden het belangrijk om stagiaires kansen te bieden zich in de praktijk te ontwikkelen tot een goede professional. Daarom bieden we stagemogelijkheden aan studenten van de Pabo, Master Special Educational Needs, HBO Pedagogiek, onderwijsassistent, jeugdzorg, bewegingsonderwijs, logopedie en fysiotherapie. 6. Vrijwilligers We hebben veel mensen nodig, om onze leerlingen het aanbod te geven wat ze nodig hebben om goed onderwijs te kunnen volgen. De middelen worden steeds minder. In het kader van de Participatiemaatschappij doen wij een beroep op vrijwilligers om zoveel mogelijk ons aanbod zoveel mogelijk te kunnen handhaven en misschien zelfs uit te breiden. Dit sluit aan op de visie dat leerlingen van De Kom deel uitmaken van de samenleving en de samenleving deel uit maakt van onze school. Vrijwilligers kunnen ondersteunen bij: Zwemmen; bewegen Festiviteiten Onderwijs Van vrijwilligers verwachten wij dat ze: Continuïteit kunnen waarborgen Zorgvuldig omgaan met de privacy van leerlingen, hun ouders en personeel van de Kom (privacyverklaring) Een geldige VOG hebben 34 Vrijwilligers kunnen vanuit De Kom het volgende verwachten: En veilige en prettige werksfeer Vrijwilligerscontract; waardoor ze vallen onder verzekering van de Kom Begeleiding : direct bij hun taak indirect door aandachtfunctionaris vrijwilligers (teamleiders so en vso) Attentie met kerst Mee mogen doen met scholing, personeelsactiviteiten Reiskostenvergoeding 7. Informeren De schoolkrant verschijnt één keer per jaar (voor de zomervakantie) en is vooral gericht op de leerlingen van de school. Daarnaast verschijnt één keer per jaar de informatiekalender waarin info voor het hele jaar is opgenomen. Ook wordt regelmatig een informatiebrief samengesteld. Alle informatie is bovendien te vinden op onze website en ook op het ouderportaal van De Kom. Ouderportaal Op De Kom maken wij gebruik van het informatieportaal Raakpunt (digitale schoolplein/ouderportaal). Hier kunt u informatie over school en de klas van uw kind vinden. Ook kunt u er als ouder/ verzorger terecht om te communiceren over uw zoon of dochter. Het zogenaamde digitale schrift is in de plaats gekomen voor het communicatieschriftje. Wij vinden het belangrijk dat u weet dat het digitale schriftje van uw zoon of dochter alleen voor u als ouders/verzorgers zichtbaar is. Dit is met rechten geregeld. Toegang is als volgt geregeld: - - Ouders kunnen met de bij hen bekende gebruikersnaam en het door hen zelf ingestelde wachtwoord inloggen op de klassenpagina en persoonlijke pagina van hun kind. Indien het wachtwoord gereset moet worden, wordt door school een wachtwoord toegewezen. Dit kan niet meer gewijzigd worden door ouders/verzorgers. Ook groepsleiding kan op deze manier inloggen. Personeel van De Kom kan inloggen op het ouderportaal en heeft in principe toegang tot alle digitale schriftjes. Stagiaires, vrijwilligers en invalkrachten (kortdurende inval) hebben geen toegang tot het ouderportaal / digitale schriftjes. Zorgondersteuning heeft geen toegang tot het ouderportaal / digitale schriftjes. 8. Kamp Een keer in de twee jaar gaan de vso-leerlingen op kamp. U hoort tijdig wanneer het kamp is, en waar we heen gaan. In het jaar dat er geen kamp is organiseren we een schoolreis voor de leerlingen. 9. Studiedagen personeel Driemaal per jaar is er een studiedag voor het hele team. Dit is nodig om op de hoogte te blijven van alle (nieuwe) ontwikkelingen. Scholing en (bij)scholing vinden we belangrijk op De Kom. Ieder jaar is er een aanbod van interne en externe cursussen. Beleid rondom scholing van personeel hebben we vastgelegd in het scholingsplan. 10. Vieringen Projecten sluiten we doorgaans gezamenlijk af met een viering. Maar ook feesten als Kerstmis, carnaval en Pasen vieren we samen. Het schooljaar sluiten we af met een groot schoolfeest. Soms nodigen we bij deze feesten ouders uit. 35 11. Schoolfotograaf Jaarlijks komt de schoolfotograaf om een foto te maken van elke leerling. Dan wordt er ook altijd een groepsfoto gemaakt. 12. Foto- en filmbeleid Gebruik van foto’s en video is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Dat geldt ook voor onze school. Wij gebruiken foto’s en video om te communiceren met onze leerlingen, maar ook om samen dingen te kunnen ervaren. Daarnaast worden video opnames gemaakt tijdens bijvoorbeeld onderzoeken voor therapieën. Hiervan wordt in het onderzoekverslag melding gemaakt aan u. Ook voor u als ouder is het fijn als u d.m.v. foto’s en/of film kunt zien wat uw kind op school meemaakt. Denkt u even aan foto’s van een kerstviering, carnaval of tijdens schoolreis of schoolkamp. Het is voor ons bijna ondoenlijk om van alle foto’s die gemaakt worden te bekijken of er een leerling herkenbaar op aanwezig is, waarvan ouders ooit hebben aangegeven dat hun kind niet gefotografeerd mag worden. Wij hanteren de onderstaande richtlijnen: 1. Wanneer mag u zelf geen foto’s / opnames maken. Het is niet toegestaan voor ouders / verzorgers om foto’s te maken tijdens de kijklessen bij het zwemmen. U kunt zich voorstellen dat het voor zowel leerlingen als personeel niet prettig is dat er tijdens deze momenten foto’s gemaakt worden. Dit is ook in de leerlingenraad besproken en ook de leerlingen hebben aangegeven het niet fijn te vinden als er foto’s van hen gemaakt worden tijdens deze lessen. 2. Wanneer gaan wij uit van uw goedkeuring : - Bij gebruik van foto- en videomateriaal binnen onze eigen school gaan wij er van uit dat dit voor u geen probleem is. De privacy van uw kind is prima gewaarborgd. Ook voor gebruik van foto’s op het ouderportaal (klas van uw eigen kind ) gaan wij uit van uw goedkeuring. - Bij gebruik van foto’s die voor pr-doeleinden geplaatst worden in bijvoorbeeld dag- of weekblad (denk aan carnaval) of op de website van De Kom (voor ieder toegankelijk) gaan wij ook uit van uw toestemming. Voor kinderen die in Wamel naar school gaan, geldt dat foto’s ook op de website van De Laak geplaatst kunnen worden. Uiteraard kunt u er op rekenen dat wij integer om zullen gaan met de keuze van foto’s. 3. Wanneer gaan wij uit van uw goedkeuring, maar kunt u wel schriftelijk bezwaar maken: - Soms krijgen wij een vraag van scholen die een project t.b.v. onze leerlingen willen organiseren. Zij willen dan graag op De Kom komen om te zien hoe het bij ons op school reilt en zeilt. Zij willen van dit bezoek dan graag foto’s maken en dit verwerken in een presentatie waarmee zij aandacht voor het project vragen. 36 In deze gevallen zullen wij u vragen om het schriftelijk aan ons mee te delen als u uitdrukkelijk bezwaar heeft tegen het maken van foto’s waar uw kind op staat. Van belang is wel om te vermelden dat door De Kom mee gekeken wordt welke foto’s gebruikt worden. 4. Wanneer vragen wij uw toestemming: - Voor gebruik van video-materiaal voor nascholingsdoeleinden in combinatie met externe partijen e.d. zullen wij u altijd persoonlijk om toestemming vragen. 5. Wanneer mag u zelf foto’s maken. Bij algemene activiteiten op school geven wij duidelijk aan of er foto’s gemaakt mogen worden door u. Indien u zelf geen foto’s mag maken tijdens een algemene activiteit, zal de klassenleiding zorg dragen voor het maken van foto’s. Zij zullen deze foto’s dan via het ouderportaal (of andere met u afgesproken manier) aan u beschikbaar stellen. 13. Telefoneren onder schooltijd Elke klas heeft telefoon en is daardoor bereikbaar, ook voor u. Telefoneren onder schooltijd kan heel storend zijn, daarom vragen we u wel om buiten de schooltijden te bellen. Op woensdagmiddag en in de schoolvakanties is er niemand aanwezig om de telefoon te beantwoorden. Tijdens de schoolvakanties maken wij gebruik van een antwoordapparaat. In zeer dringende gevallen kunt u contact met ons opnemen via het telefoonnummer dat in de boodschap gemeld wordt. In de vakanties vindt in een aantal klassen vakantiedagopvang plaats. De klassen waar vakantiedagopvang plaatsvindt zijn in de vakantieperiode telefonisch gewoon bereikbaar. Als u dan toch doorgeschakeld wordt naar het antwoordapparaat is er op dat moment niemand in de klas aanwezig. U kunt het dan op een later tijdstip nogmaals proberen. Een telefoonlijst is als bijlage toegevoegd. 14. Schoolveiligheidsplan ‘Een veilig schoolklimaat’ Een leerling die zich veilig voelt komt sneller tot leren. Een medewerker die zich op de school thuis voelt, doet zijn werk met meer plezier. Daarom doen we ons uiterste best om dat veilige klimaat te realiseren. Een veiligheidsplan, dat voor heel Onderwijsgroep Punt Speciaal geldt, levert aan dit alles een grote bijdrage. De plannen zijn aangepast aan de situatie die per school verschilt. Op de school is dit plan in te zien. 15. Bedrijfshulpverlening De bedrijfshulpverleners (BHV’ers) van de school zorgen ervoor dat het brandplan, het ontruimingsplan en het zoekplan steeds actueel zijn en ze zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de plannen. In het brandplan staat wat we moeten doen als er binnen de school brand uitbreekt. In het ontruimingsplan staan de vluchtwegen, de verzamelplaatsen, etc. aangegeven. En in het zoekplan zien we wat we moeten doen als er een leerling vermist wordt. De Arbo- commissie maakt elk jaar een jaarverslag. Hierin staan ook de plannen voor het volgend jaar. 37 16. Medisch handelen en medicijnen toedienen Regelmatig krijgen we het verzoek van ouders/verzorgers om door een arts voorgeschreven medicatie tijdens schooltijd toe te dienen. Ook wordt soms medisch handelen gevraagd, zoals het toedienen van sondevoeding of katheteriseren. Op De Kom werken medewerkers die hier bevoegd en bekwaam voor zijn. Om goed en zorgvuldig te werken, gebruiken we het protocol ‘medicijnverstrekking en medisch handelen op school’. De klassenleiding zal u hier indien nodig verder over informeren. Belangrijk: medicatie en voorschrift wordt altijd aan volwassenen (bijv. taxichauffeur) meegegeven en nooit in de tas van de leerling gestopt. 17. Incidenten Als er op school een incident plaatsvindt, er wordt bijvoorbeeld een fout gemaakt met medicatie, of er gebeurt (bijna) een ongeluk, dan wordt door de betrokkenen een incidentenregistratieformulier ingevuld. Deze registraties worden geëvalueerd en waar mogelijk worden er maatregelen genomen om nieuwe incidenten te voorkomen. 18. Zieke leerlingen/ongeval waarbij medische hulp noodzakelijk is Uitgangspunt is, dat een leerling die ziek is, naar huis gaat en thuis verzorgd wordt. De klassenleiding neemt dan contact op met de ouders/verzorgers om te overleggen, wanneer kan het kind gehaald worden, etc. Als er een huisarts bezocht moet worden, zijn de ouders degenen die bepalen of dat moet gebeuren. Alleen als er acuut gevaar is, schakelt school direct een arts in of belt 112. Voorbeelden hiervan zijn: een leerling die het plots heel benauwd krijgt, plots hele hoge koorts krijgt, of bij een ernstig ongeval. 19. Besmettelijke ziekten Als er bij een leerling sprake is van een besmettelijke ziekte, handelen wij naar voorschrift van de GGD. Richtlijnen hiervoor worden beschreven op de website van de GGD. 20. Hoofdluis Hoofdluis kan soms hardnekkig zijn en dient te worden bestreden. We hanteren als school de richtlijnen van de GGD Nijmegen. In de so-klassen controleren we regelmatig op hoofdluis door preventief te kammen. Als uw kind hoofdluis heeft, of als er in de klas hoofdluis is geconstateerd, wordt u geïnformeerd. We vragen u dan maatregelen te nemen om de hoofdluis te bestrijden. Als u zelf thuis merkt dat uw kind hoofdluis heeft, vragen we u ons op de hoogte te stellen. Hoofdluis is erg besmettelijk en als we elkaar goed informeren kunnen we verspreiding zoveel mogelijk beperken. Voor meer informatie over de richtlijnen hoe we op school omgaan met hoofdluis verwijzen we naar ons protocol ‘hoofdluis’. 21. Schoolzwemmen en bewegingsonderwijs De leerlingen van De Kom krijgen zwem- en bewegingsonderwijs. We zwemmen in twee accommodaties: 1. Het zwembad van ’s Heeren Loo in Druten. Dit zwembad is maximaal 1.40 m diep en heeft een beweegbare bodem. Het water is 32 graden Celsius. 2. Het zwembad “de Gelenberg” in Druten heeft een diep en een ondiep bad. Hier zwemmen meerdere klassen tegelijk in niveaugroepen. De vakleerkrachten bewegingsonderwijs en de zwemassistenten zijn als onderdeel van het team Bewegingsonderwijs verantwoordelijk voor het zwemmen. In de Gelenberg assisteert ook het personeel van het zwembad zelf. In het ‘zwemplan’ staan de algemene doelstellingen van het zwemonderwijs op De Kom. 38 Voor leerlingen met epilepsie geldt een speciaal protocol. Hierin staat bijvoorbeeld dat deze leerlingen goed herkenbaar zijn door hun rode badkleding. Daarom willen we dat leerlingen die geen epilepsie hebben een andere kleur badkleding dragen. Bij het bewegingsonderwijs in de gymzalen werkt de vakleerkracht aan de hand van leerlijnen. Hierin staan de grondvormen van bewegen en spel. Daarnaast wordt de klassen de mogelijkheid geboden om een keer extra te gymmen met de eigen klassenleiding. 22. Verzekeringen De Kom heeft alle verzekeringen afgesloten bij de Bond KBO, een overkoepelende organisatie. We hebben een aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering geldt voor alle personeelsleden die voor het bestuur werken, dus ook stagiaires, vrijwilligers. Ook de leerlingen die stage lopen zijn verzekerd. Ook is er een schoolongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt voor het personeel en de leerlingen tijdens schooluren en evenementen in schoolverband en gedurende de tijd die nodig is om van huis naar school (of stageplaats) te gaan en omgekeerd. De Kom heeft geen verzekering voor: 1. Beschadigingen aan persoonlijke eigendommen, waarbij niet bekend is wie het gedaan heeft. We vragen u dan ook geen dure dingen mee naar school te geven. Maar als het nodig is (bijvoorbeeld speciale brillen of hoorapparaten) vragen we u hiervoor zelf een goede verzekering af te sluiten. 2. Als wel bekend is wie de beschadiging heeft veroorzaakt geven we de ouders van de gedupeerde leerling het adres van de leerling. Dan kunnen de ouders het verder met hun eigen verzekering afhandelen. 23. De belangrijkste schoolregels De leerlingenraad heeft samen met enkele personeelsleden schoolregels opgesteld. Over deze regels praten we met elkaar in de klas. We proberen via korte teksten en pictogrammen de regels zo begrijpelijk mogelijk te maken voor alle leerlingen. 1. We pesten of bedreigen elkaar niet. 2. We maken geen spullen van andere leerlingen kapot. Ook met de spullen van school gaan we voorzichtig om. 3. We blijven van elkaar af. We slaan, schoppen, vechten, schreeuwen en duwen niet. 4. We raken de ander niet op een ongewenste wijze aan en maken geen ongepaste opmerkingen. 5. We praten op een fatsoenlijke manier met elkaar. 6. We houden ons aan de afspraken voor de speelplaatsen, de gangen en de taxi’s. 7. We houden de school netjes. 8. We gebruiken geen messen of andere voorwerpen om iemand pijn te doen. 9. De mobiele telefoon staat tijdens de lessen uit. Alleen in noodgevallen mag de telefoon aan, maar dat altijd in overleg met de klassenleiding. 10. We nemen geen alcohol, energiedrank, wapens en drugs mee naar school. 11. Leerlingen van 18 jaar en ouder mogen roken, alleen op afgesproken momenten en uit het zicht van de andere leerlingen. Hiervoor vragen we altijd vooraf toestemming van de ouders. 12. We spreken iedereen die op De Kom werkt aan met ‘juf’ of ‘meneer’. 39 Naast deze algemene schoolregels, staan in het pestprotocol specifieke omgangsregels voor de leerlingen beschreven. Deze regels zijn opgesteld in de vorm van een pestcontract. In het begin van het schooljaar besteden we in de klassen aandacht aan deze omgangsregels. De leerlingen ondertekenen daarna het pestcontract. 24. Regeling gebruik mobiele telefoon en MP3-speler door leerlingen Mobiele telefoons: 1. Gebruik is alleen toegestaan in speciale situaties en dan altijd in overleg met de klassenleiding. 2. De mobiel staat uit en wordt zo nodig bewaard in een afgesloten kast. 3. In de vso-klassen, mogen leerlingen in de grote pauze hun mobiele telefoon gebruiken volgens vaste afspraken. Er worden op school en in de taxi geen foto’s, filmpjes of geluidsopnames gemaakt. 4. De leerling moet zelf na school vragen of ze hun mobieltje weer mee naar huis mogen nemen 5. Het meenemen van een mobiele telefoon is voor eigen risico. Gebruik MP3-spelers: 1. MP3-spelers en game boys mogen tijdens de pauzes wel gebruikt worden. 2. In de klas mogen ze alleen gebruikt worden door leerlingen als dit nodig of wenselijk is, bijvoorbeeld om even rustig te worden of zich af te zonderen van het klassengeluid. De klassenleiding beoordeelt dit en legt aan de rest van de klas uit waarom die uitzondering gemaakt wordt. 3. Het meenemen van een MP3-speler of een game boy is voor eigen risico. De school kan niet aansprakelijk gesteld worden bij verlies, diefstal of schade van een mobiele telefoon, MP3-speler of game boy. 25. Agressie Als school hebben we een groep leerlingen toevertrouwd gekregen waarbij de kans om geconfronteerd te worden met agressief gedrag reëel is. Om werknemers van school optimaal voor te bereiden op deze situaties wordt regelmatig aandacht besteed aan het voorkomen van agressief gedrag in de breedste zin van het woord. Het hele team is daarvoor onder andere geschoold in de methodiek rots en water. Desondanks kunnen we niet altijd voorkomen dat agressief gedrag optreedt. Daarom wordt ook aandacht besteed aan beter leren omgaan met agressief gedrag. Het hele team is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken ten aanzien van alle leerlingen. In situaties waarin agressief gedrag optreedt zullen we dus allemaal onze verantwoordelijkheid moeten nemen. Niemand staat ergens alleen voor, samen staan we voor alle leerlingen. Het hele team wordt daarom regelmatig door een gecertificeerde organisatie bij geschoold in het hanteren van technieken fysieke agressie. In het protocol ’achterwacht’ staat beschreven hoe te handelen in geval van fysieke agressie. 26. Arbeidstoeleiding en uitstroom Toekomstbespreking of 17 jaargesprek. Leerlingen op De Kom hebben recht op onderwijs tot op de dag dat ze twintig worden. Rond hun zeventiende jaar houden we een ‘toekomstbespreking’ met leerling, ouders, verzorgers, klassenleiding en de stage coördinator. Indien mogelijk wordt er vooraf een arbeidsinteressetest afgenomen. In dit gesprek kijken we met zijn allen, hoe we samen de leerling gaan voorbereiden op uitstroom, op de werkplek na onderwijs. De uitstroom kan variëren van verschillende vormen 40 van dagbesteding, beschermde en onbeschermde arbeid. We kijken naar de leerroute en het uitstroomprofiel van de leerling. Tevens naar de resultaten en ervaringen van de praktijkvakken en interne stages. Deze gegevens zijn samen met de wensen van leerling, ouders en klassenleiding bepalend voor de keuze van het stage traject en de externe stageplek. Er wordt vastgesteld aan welke doelen gewerkt gaat worden op de stage. De Kom neemt deel aan het ESF project via de gemeente Nijmegen. Via dit project kan er o.a. een Boristraject ingezet worden voor leerlingen. Op gebied van arbeidstoeleiding wordt nauw samengewerkt met andere vso scholen , verschillende instanties en gemeentes om de leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst. Tijdens stage blijft de school verantwoordelijk voor de leerling. We zorgen voor de overdracht naar de begeleiding op de stageplaats en regelen als het nodig is het vervoer via de gemeente waar de leerling woont. In een stage overeenkomst leggen we afspraken vast, met de stageplaats en De Kom. De ervaringen en doelen op de stageplaats worden geëvalueerd. Er wordt gekeken in hoeverre het onderwijsaanbod kan bijdragen aan de doelen op de stage. Deze informatie is belangrijk bij een definitieve uitstroomkeuze. Tevens informeren wij in dit gesprek de ouders/verzorgers over wettelijke regelingen die belangrijk zijn als een leerling achttien wordt. Gezien de huidige ontwikkelingen rond de Participatiewet; is het voor sommige leerlingen wenselijk om dit gesprek te vervroegen. Dit is mogelijk op verzoek van leerling; ouders/verzorgers of klassenleiding. Praktijkvakken: Op De Kom bieden we de volgende praktijkvakken aan: Koken, huishoudkunde, algemene technieken, tuinonderhoud, dienstverlening, administratie, magazijnbeheer, multimedia, wasverzorging. In de praktijkvakken wordt gewerkt volgens CED leerlijnen. Voor de vakken koken en algemene technieken wordt proefgedraaid met het afnemen van testen, behorende bij een certificaat. Externe praktijkvakken: LOL ( Leren Op Locatie) Een groep leerlingen gaat met begeleiding van school naar een andere locatie en krijgen daar praktijkles. - Dierverzorging : Landrust en kinderboerderij ’s Heeren Loo Druten. De praktijkvakken koken, dienstverlening en wasverzorging worden gezamenlijk ingezet voor het verzorgen van de catering in de personeelsruimte. Leerlingen verzorgen de uitgifte en de bediening als interne stage. Interne stage: Op De Kom kunnen leerlingen vanaf ongeveer 15 jaar intern stage lopen. Er wordt een begin gemaakt met het aanleren van werknemersvaardigheden en gewerkt aan de doelen uit CED leerlijnen Leren, Leren. Voorbeelden van interne stage op de Kom zijn : - Catering - Uitdelen schoolmelk - Assisteren bij adremoklas - Hulp bieden bij vervoer van klassen naar zwembad: rolstoel rijden of jonge leerlingen - Opbouwen en afbreken toestellen gymzaal 41 De nodige indicaties die voor de plaatsing op dagbesteding nodig zijn, worden door ouders aangevraagd, eventueel met hulp van MEE. Voor een maatwerkvoorziening via de WMO, wordt door school contact gelegd met het Werkbedrijf en de woongemeente van de leerling. Dit gebeurt in samenspraak met ouders, ook de uiteindelijke datum van schoolverlating wordt in overleg gekozen. 27. Leerplicht Onze leerlingen kunnen tot hun twintigste bij ons op school blijven De volledige leerplicht duurt tot en met het schooljaar waarin uw kind zestien jaar wordt. Als uw kind bijvoorbeeld in februari zestien wordt dan moet uw kind toch het schooljaar afmaken. Een schooljaar loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. Als uw kind tenminste twaalf volledige schooljaren naar school is geweest, is de termijn van volledige leerplicht afgelopen. 28. Gezonde voeding en trakteren op school We stimuleren leerlingen op school om gezond te eten. Gezond (leren) eten is de basis voor gezond leven. Daarom vragen we om leerlingen alleen groente of fruit als tussendoortje mee te geven. Wanneer leerlingen jarig zijn, mogen zij trakteren op school. De leerlingen mogen die dag trakteren op iets dat ze zelf lekker vinden. 29. Rapporten. Alle leerlingen ontvangen voor de zomervakantie een rapport. Het rapport geeft een korte impressie van de activiteiten die de leerling het afgelopen schooljaar heeft gehad. 42 30. Instroom en uitstroom leerlingen gedurende schooljaar 2013-2014 INSTROOM GEGEVENS 01-08-2013 60 55 57 50 INSTROOM EXTERN 40 INSTROOM VANUIT EIGEN SO 30 20 10 6 10 6 3 3 TOTAAL INSTROOM 12 2 2 0 SO ZML SO MG VSO ZML VSO MG UITSTROOM GEGEVENS 31-7-2014 16 15 14 14 12 12 12 UITSTROOM NAAR EIGEN VSO 10 10 8 5 6 3 4 2 7 6 1 UITSTROOM NAAR ANDERE PO SCHOOL 11 2 1 UITSTROOMPROFIEL ARBEIDSMARKT GERICHT UITSTROOMPROFIEL DAGBESTEDING OVERIG 0 SO ZML SO MG VSO ZML VSO MG 31. Procedure schoolgids Bij deze schoolgids hebben we gebruik gemaakt van diverse documenten en protocollen die binnen De Kom aanwezig zijn. Het concept is vervolgens voorgelegd aan de Leerlingenraad en aan de MR en is daarna vastgesteld. 43 Hoofdstuk 10. Verantwoording over schooljaar 2014-2015 10.1. Algemeen Het is onmogelijk om alles te noemen wat er in het schooljaar 2014-2015 heeft plaatsgevonden. Daarvoor is deze schoolgids ook niet bedoeld. We noemen dus kort een aantal zaken. In het kader van handelingsgericht en planmatig werken hebben we scholing gevolgd om verbetering van leerkrachtvaardigheden te realiseren, met als doel de opbrengsten te verbeteren. Communicatie tussen school en ouders verloopt deels via het ouderportaal van Tref ● in de vorm van een digitaal schriftje. In het kader van ouderbetrokkenheid zijn we bezig geweest, om te komen tot een intentieverklaring samenwerking tussen ouders en school. In deze intentieverklaring wordt beschreven r wat we wederzijds van elkaar kunnen verwachten. De niveaus van leerlijnen zijn, waar nodig, uitgebreid tot niveau 16. We werken met de ‘Meldcode huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en seksueel misbruik’. We werken met een pestprotocol om de kwaliteit van handelen bij pestgedrag te verbeteren. Dit schooljaar is voor een aantal leerlingen uit de midden- en eindgroep een sociale vaardigheidstraining volgens de methode ‘rots en water’ gestart. Voor de so klassen uit de 3, 4 en 5 stroom en voor de vso klassen uit de 4 en 5 stroom is een meer multi disciplinaire werkwijze bewerkstelligd door voor de leerlingbespreking in het najaar meer tijd te reserveren en ook de betrokken therapeuten hiervoor uit te nodigen. Er is voor meer leerlingen DTT training gerealiseerd. De ingezette scholing rondom het hanteren technieken fysieke agressie is verder bestendigd. Het specialistenteam is hiervoor verder opgeleid. 10.2. ICT Zoals gewoonlijk spelen er op het gebied van ICT allerlei zaken. In dit stukje zullen we er een aantal noemen. Samenwerking: binnen de onderwijsgroep PuntSpeciaal is voor een intensievere samenwerking gekozen door het GMT. De consequentie hiervan is dat het aansturen van ICT steeds meer op dat niveau zal plaatsvinden. We hopen hierdoor te kunnen komen tot een efficiëntere werkwijze. In dit schooljaar gaan we dit verder vorm geven. Raak● voor de communicatie tussen school en ouders: binnen PuntSpeciaal is gekozen voor ouderportalen. Het ouderportaal van De Kom wordt hiervoor als voorbeeld gebruikt. De techniek waarin de ouderportalen worden gebouwd is SharePoint en dit wordt in een nieuwe Office 365 omgeving geplaatst. Uiteindelijk zal ook het ouderportaal van De Kom hier naar over gaan. Tegen die tijd zullen wij U daar meer informatie over toesturen. Wist U trouwens dat vragen en opmerkingen geplaatst kunnen worden in het ouderportaal? Tref ● voor het personeel: in het schooljaar 2014-2015 zijn we druk bezig geweest om alle bestanden over te plaatsen naar Tref ●. Op die manier kan een personeelslid ook vanuit een andere locatie werken. Er is tijdens studiedagen ook de nodige tijd besteed aan scholing hiervoor. In schooljaar 2015-2016 ronden we dit proces verder af. Tablets: in het schooljaar 2014-2015 is er een commissie gestart met het onderzoeken of en hoe tablets ingezet kunnen worden in ons onderwijs. Ook dit schooljaar gaat de commissie daar verder mee aan de slag. Dit verloopt trouwens in samenwerking met andere scholen binnen PuntSpeciaal. 44 Software: dit schooljaar gaan we weer aan de slag met het softwarepakket Omnidu, voorheen OpMaat. Kijk eens op www.omnidu.nl ( gebruik hiervoor Google Chrome) want dit pakket heeft een aantal openbare en dus vrij te gebruiken modules die mogelijk interessant kunnen zijn voor Uw zoon of dochter. 45 Hoofdstuk 11. De plannen voor het schooljaar 2015-2016 11.1 Algemeen Alle plannen zijn terug te vinden in het meerjarenbeleidplan van De Kom. We noemen er enkele: - In het kader van handelingsgericht werken en planmatig werken zullen we verdere scholing volgen met als doel het verbeteren van de leerkrachtvaardigheden. Het accent zal komend schooljaar liggen op het evalueren. Ook zal verdere aandacht besteed worden aan het verder verbeteren van de groepsplannen. - We zullen ons komend schooljaar gaan oriënteren op een nieuwe leesmethode met als doel het leesonderwijs op De Kom te verbeteren. - We willen inventariseren wat we missen in de rekenmethode om ook het rekenonderwijs in de toekomst te verbeteren. - Vanuit het CED is een nieuwe leerlijn seksualiteit ontwikkeld. We gaan met deze leerlijn werken en bekijken hoe we ons onderwijsaanbod daarop kunnen afstemmen. - Schooltijden; 5-dagenrooster - Aanpassen schooltijden vso naar aanleiding van voorschriften inspectie m.b.t. pauzetijden. - Pilot Portfolio en Boristraject voor leerlingen uit leerroute 4 en de eindgroepen vso. 46 Hoofdstuk 12. Algemene gegevens Inspectie Onze school valt onder het ‘toezichtskader’ van de onderwijsinspectie. Elk jaar kijkt de inspectie of de school voldoende kwaliteit levert. Afhankelijk van de beoordeling beslist de inspectie of de school vaker bezocht moet worden, bijvoorbeeld als er een verbetertraject ingezet wordt. De beoordeling van elke school staat op de website (www.onderwijsinspectie.nl ). [email protected] www.onderwijsinspectie.nl vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis) Vertrouwensinspecteur Soms gebeuren er op school dingen waar je als medewerker of als betrokken ouder niet goed raad mee weet. Zaken die niet goed zijn voor kinderen en die op een school niet thuis horen. Mogelijk kan een vertrouwensinspecteur in dat geval een luisterend oor bieden. De vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt en vraagbaak. Hij kan samen met u de vervolgroute vaststellen, bijvoorbeeld in het zoeken naar een oplossing of het doen van aangifte. (Telefoon tijdens kantooruren 0900-1113111, lokaal tarief.) Onderwijsgroep Punt Speciaal Onze school vormt samen met vijf andere scholen (brede zorgschool de Cambier in Tiel, Talita Koemi in Nijmegen, St. Maartenschool in Ubbergen, Werkenrode School in Groesbeek en SO-VSO Mikado in Gennep) en Partner Passend Onderwijs, het Expertisepunt van Onderwijsgroep Punt Speciaal, de Holding Onderwijsgroep Punt Speciaal . De Holding bestaat uit de Stichtingen MeTander en Onderwijscentrum Zuid Gelderland, en is er voor leerlingen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking en leerlingen die langdurig ziek zijn. Werner Willemsen is bestuurder van de Onderwijsgroep Punt Speciaal. Elke school heeft een eigen directeur. Voor De Kom is dat Jos van Summeren. Als ouder hebt u hiermee natuurlijk het meest te maken. Het bestuur van de school De Kom valt vanaf augustus 2012 onder de holding die is gevormd uit de Stichtingen MeTander en Onderwijscentrum Zuid Gelderland. Alle scholen van beide stichtingen zijn zogenaamde Cluster 3 scholen. De holding is opgericht om kwalitatief zo goed mogelijk onderwijs voor nu en in de toekomst te kunnen bieden. Het College van Bestuur van de holding wordt gevormd door de heer dr. W.L. Willemsen. In de Raad van Toezicht van de holding zitten de volgende personen: De heer H. F.A. M. Huijsmans Voorzitter De heer J. Lemmen Lid De heer P.A.J. van Herpen Lid de heer H. Vreeswijk Lid Mevrouw W.M.M. Wentink Lid Het adres van Onderwijsgroep Punt Speciaal is: Bezoekadres: Tarweweg 3 6534 AM Nijmegen Tel: 024- 3505335 Postadres: Postbus 6910 6503 GK NIJMEGEN 47 Partner Passend Onderwijs De zes scholen van Onderwijsgroep Punt Speciaal hebben veel kennis en expertise in huis met betrekking tot uw kind. De plek waar al deze kennis samenkomt is Partner Passend Onderwijs, het expertisepunt van Onderwijsgroep Punt Speciaal. Deze kennis verzamelen we en we zorgen dat deze op de plek terecht komt waar die nodig is: op de scholen voor speciaal onderwijs als ook voor het reguliere onderwijs. In dat opzicht vervult Partner Passend Onderwijs een echte brugfunctie en zorgen we er in de samenwerkingsverbanden voor dat we voor ieder kind de juiste ondersteuning op de juiste plek bieden. De wet passend onderwijs Met ingang van augustus 2014 verandert de wetgeving in ons onderwijs. Onze school wordt dan tevens partner in een of meer samenwerkingsverbanden. Een samenwerkingsverband is verantwoordelijke voor de zorg voor elke leerling, ook die met een beperking. In het samenwerkingsverband zoeken we samen naar een veilige en verantwoorde leersituatie voor elke leerling. Dat betekent dat met ingang van 1 augustus 2014 er geen indicatie voor het speciaal onderwijs meer wordt afgegeven. De lopende indicaties blijven geldig tot 1 augustus 2016. Vanaf die datum moet voor iedere leerling een toelaatbaarheidsverklaring zijn aangevraagd. Elke mogelijke verandering gaan we ruimschoots op tijd met u bespreken. Als ouder hebt u daar recht op. En als school in het samenwerkingsverband hebben wij samen de zorgplicht voor uw kind. Als de huidige indicatie van uw kind verloopt, kijkt het samenwerkingsverband of er een toelaatbaarheidsverklaring kan worden afgegeven voor onze school. Voor meer informatie kunt u de website www.passendonderwijs.nl raadplegen. Medezeggenschap bij Onderwijsgroep Punt Speciaal Beide stichtingen hebben een (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad (GMR) die op gezette tijden een aantal zaken bespreekt waarvoor wettelijk instemming of advies is vereist. In de raad zijn zowel het personeel als ouders vertegenwoordigd. Daarnaast komen beide GMRen tweemaal per jaar samen bij elkaar om de begroting en het jaarplan van de Holding te bespreken. Elke school heeft bovendien een eigen medezeggenschapsraad waarin schoolse zaken (denk aan begroting, beleidsplannen, projecten, vakantieplanning) besproken worden. Onderstaand vindt u de namen van de leden van beide raden. De scholen hebben een leerlingenraad die op gezette tijden met de directie overlegt. Dit overleg gaat over alle aangelegenheden die de leerlingen aangaan. Vaak zaken die in de MR ook aan de orde kwamen, maar alles wat leerlingen bezighoudt kan in principe onderwerp zijn van gesprek. Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad De Stichting MeTander kent een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR). Van iedere school is één lid van de personeelsgeleding en één lid van de oudergeleding afgevaardigd in de GMR. De volgende personen hebben zitting in de GMR. Voorzitter Secretaris Penningmeester Leden Dhr. M. Eggenhuizen Mevr. M. van der Donk-van Erp Mevr. M. Nieuwenbroek Dhr. H. Winters Mevr. M. Keijzer Mevr. K. Herold 48 Medezeggenschapsraad De Kom kent een Medezeggenschapsraad. In de Medezeggenschapsraad zitten drie vertegenwoordigers namens de ouders, drie vertegenwoordigers namens het schoolteam en twee leerlingen. Het gaat om de volgende personen: Voorzitter (personeel) Mevr. I. Lemmens Penningmeester (ouder) Mevr. M. Klein Kranenbarg Secretaris (personeel) Mevr. R. Cöp Leden: Mevr. M. Keijzer Mevr. J. Kuypers Mevr. I. Lemmens Dhr. E. Hoogsteder Mevr. Y. Scholten Leerlingen Dhr. N. Wagemans Dhr. H. Verboort De ouderraad Tevens heeft De Kom een ouderraad. De ouderraad ondersteunt o.a. de school bij allerlei activiteiten. In de ouderraad hebben de volgende personen zitting: Voorzitter Mevr. M der Nederlanden Secretaris Mevr. C. Beks Penningmeester Dhr. P. Hendriks Leden Mevr. M. Tomassen Mevr. M. Verwoert Mevr. P. Jans Dhr. F. van Krevel Mevr. C. van Aalst Als contactpersoon vanuit de MR neemt Mevr. M. Keijzer regelmatig deel aan de Ouderraadvergaderingen. Vanuit het MT van De Kom is Mevr. M. Hermens aanwezig op de Ouderraadvergaderingen. De leerlingenraad De Kom kent een leerlingenraad. In deze leerlingenraad zit, in principe uit bijna elke vso-groep en dit schooljaar ook uit so e1 een vertegenwoordiger. 49 De leerlingenraad overlegt eens per 6 weken met de teamleider vso. Op de agenda komen de onderwerpen, die ook in de MR besproken worden. Daarnaast komen algemene schoolzaken aan de orde. Vanuit de leerlingenraad hebben twee gekozen leerlingen zitting in de MR. Zij vertegenwoordigen de leerlingen en worden bijgestaan door een coach. Sponsoring en schenkingen Sponsoring en schenkingen zijn fenomenen die voorkomen in het onderwijs. Ook binnen onze stichting en onze school krijgen we hier mee te maken. Het geld of de middelen kunnen gebruikt worden voor extraatjes of voor zaken die eigenlijk noodzakelijk zijn, maar waar geen geld voor is. Via sponsoring en schenkingen zijn deze zaken waar te maken. Daar staat tegenover dat we zorg dragen voor onze leerlingen. Hen beschermen tegen ongewenste invloeden van buitenaf en ervoor zorg dragen dat sponsoring op een verantwoorde manier gebeurt. Er mogen b.v. geen tegenprestaties gevraagd worden die ten koste van de leerlingen of het onderwijs gaan. “We blijven baas in eigen huis.” Belangrijk is dus om een goed sponsor/ schenkingenbeleid te maken. Stichting MeTander heeft op basis van het landelijk convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en sponsoring” een notitie geschreven waarin afspraken worden gemaakt over waar wij als stichting of als school wel of juist niet aan mee willen werken. De notitie is op school aanwezig. Bankrekening- girorekeningen: Stichting MeTander inzake De Kom/ kas: NL04RABO01127.55.208 50 Bijlage 1. Overzicht personeelsleden De Kom Directie: Jos van Summeren Teamleiders/ coördinatoren: Lieke van Lith Monique Hermens Marijke Huibers Nicole Krijnen Helma van Geffen so vso paramedisch team, vakgroep beweging en muziektherapeut leerlingenzorg administratieve, technische en huishoudelijke dienst. Leerkrachten: Solveig Beerkens Theo Berben Anita Bergervoet Borina Borren Lonneke ten Boske Marian van Hees Ingrid Lemmens Nolanda Husic Mieke Janssen Marjan Krijgsman Simone Winters Marieke Wattel Marij Schoonhoven Edith Steffens Sandra Thönissen Ans Philipsen Antoinette Bruys Neeltje Roos van de Burgt Mieke Dekkers Minette van der Donk Hilde van Dreumel Ank van Elk Nina Faazen Jeanne Loeffen Annemarie van Merwijk Marian van Oijen Gerty van der Veen José Verhey Anika Verploegen Marlies Vrolijks Thea van Heumen Cecilia van der Ligt Els Joosten Lot Kamphuis Lieve Klok Janine Kuypers Anja Kuypers Marionne Lelivelt Elly Loeffen Aafke Marinus Brenda Nooren Femke van Oosteren Wilma Osenbruggen Janneke van Os Anita Roelofs Anne van der Stoep Pascale Straten Thea Strik Jet Theunissen Mieke van der Vegt Maria van de Weerden Dorien de Wildt Germaine van Woerkom Marga van de Zwaluw Klassenassistenten Marion Baardman Marion van Beynum Hetty Bos Daniëlle Bosman Renske Coenders Trees Cuppen Marian van Dinteren Mariëlle van Dreumel Ine van Gelderen Aiske van Gerven Retty van den Hatert Ineke van Heumen 51 Leraarondersteuner Intern begeleider Thea Hijmans Marianne Hoenderop Ineke Lucassen Vakleerkrachten beweging Bewegingsassistente: Orthopedagogen: Annemiek Poulissen Angela Peper Angela Verhagen Trudy Verbart Nicole Krijnen Desiree Lohman Psychodiagnostisch medewerker Schoolarts Schoolmaatsch. deskundige Bertine van Xanten Ilse Maas-van Boxtel Paulie ter Doest Logopedisten Fysiotherapeuten Ergotherapeuten Riëtte Cöp Jessie Hofman Marijke Huibers Astrid Lamers Thea Claassen Geert Cöp Cleem de Jong Daniëlle Roksnoer Charlotte Crum Marieke Vosveld Stagecoördinatoren Begeleider stage Antoinette Bruys Mariëlle van Dreumel Muziektherapeute Ambulant begeleider Jacqueline van Koolwijk Jeanne Loeffen Ondersteuner praktijkvak ICT-coördinator Assistent ICT Ineke van Heumen Theo Berben Rob van den Heuvel Technisch vakman Conciërge Huish. medewerker Theo van Suilen Bert Janssen Bert van der Linden Administratief medewerkers Invalkrachten Helma van Geffen Ria Kruisbergen Karin van Teeffelen De Kom kent een aantal invalkrachten 52 Combinatiefunctionaris G-sport Angela Peper Bijlage 2 Intentieverklaring samenwerking tussen De Kom en ouders/verzorgers Waarom deze intentieverklaring voor onze samenwerking? Als school en ouders/verzorgers zijn we samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de leerlingen op school. Die gedeelde verantwoordelijkheid betekent dat we moeten samenwerken en een wederzijdse betrokkenheid nodig is. Wanneer de wederzijdse verwachtingen worden uitgesproken en vastgelegd, ontstaat er draagvlak voor een goede samenwerking. We weten dan van elkaar waar we elkaar op aan kunnen spreken. Uitgebreidere informatie over de onderstaande afspraken kunt u in onze schoolgids lezen. In het aanmeldingsformulier van school staat vermeld dat er op school gewerkt wordt met een intentieverklaring en dat ouders op de hoogte zijn hiervan. Als er afspraken zijn die vragen of opmerkingen oproepen, dan kunnen ouders/verzorgers dat bespreken met school. De medezeggenschapsraad van De Kom heeft haar instemming verleend aan deze intentieverklaring. We spreken in deze notitie over ouders en verzorgers, natuurlijk is het ook bedoeld voor alleenstaande ouders/verzorgers en ook voor wettelijke vertegenwoordigers. 1 2 3 4 School We zorgen voor kwalitatief goed onderwijs, zoals beschreven is in de schoolgids en in het onderwijsconcept van de school (zie website). Ouder(s)/verzorger(s) We zijn op de hoogte van de inhoud van de schoolinformatie (schoolgids/ informatie op de website) en staan achter het concept van de uitvoering van het onderwijs. We maken duidelijk waar we als school voor staan en hoe we de samenwerking met ouders daarbij zien. We proberen een goede invulling te geven aan de verwachtingen en vragen die ouders hebben. Als die verwachtingen of vragen onze mogelijkheden te boven gaan, dan zullen we dat bespreken met de ouders/verzorgers. Volgens de afspraken werken we, samen met de ouders en leerlingen, aan een leefbare en veilige school. We hanteren daarvoor school – en klassenregels . Die zijn in de schoolgids en op de school- site vermeld. De klassenregels staan op het ouderportaal. We informeren ouders over allerlei zaken die de school aangaan, middels de schoolgids, website, ouderavonden en het ouderportaal. We ondersteunen ons kind en de school. Dit komt tot uiting in meeleven en ook in meedoen, meedenken en meehelpen. We zullen met school in gesprek gaan over wat we verwachten van de school. We zijn telefonisch bereikbaar voor ouders. De klas is bereikbaar tussen 08.30 en 09.00 uur en na 15.00 uur. We zijn telefonisch bereikbaar voor school. Er is een recent telefoonnummer 53 We kennen de (omgangs)regels van de school en onderschrijven deze. We steunen de school in de toepassing van die afspraken. Waar dat kan of nodig is, maken we dat ook duidelijk naar ons kind. We zijn zelf verantwoordelijk om op de hoogte te zijn van de informatie die vanuit de school wordt verstrekt . bekend op de administratie en in de klas 5 6 We informeren ouders over bijzonderheden, die op de schooldag hebben plaatsgevonden via telefoon, mail of ouderportaal. Daar waar nodig nemen we contact op met ouders over eventuele situaties die spelen bij hun kind. We informeren school over bijzonderheden, die thuis hebben plaatsgevonden via telefoon, mail of ouderportaal. We zorgen ervoor dat uw kind de juiste verzorging krijgt en dat we op een zorgvuldige manier met uw spullen omgaan. We houden ons aan de regels van de leerplichtwet. We registreren elke dag of leerlingen wel of niet aanwezig zijn. Bij overtreding van de wettelijke regels worden de ouders en de leerplichtambtenaar ingelicht. We zorgen er voor dat ons kind verzorgd, met lunch en met de juiste spullen op school komt. We zorgen ervoor dat ons kind iedere dag op tijd op school is en iedere schooldag naar school gaat. Als ons kind ziek is, geven we dat tijdig door. Afspraken met huisarts, tandarts, fysiotherapeut, enz. worden zoveel mogelijk buiten schooltijd gemaakt. Een verzoek om buitengewoon verlof dienen we van te voren in bij de directie. We houden ons aan de Wet Bescherming persoonsgegevens. Het leerling-dossier is strikt vertrouwelijk en we gaan daar zorgvuldig mee om. We verstrekken in principe geen gegevens uit het leerlingdossier aan derden, noch laten we die door anderen inzien zonder dat we daar schriftelijk toestemming voor hebben van de ouders. Leerlingen worden niet door externe deskundigen onderzocht zonder toestemming van de ouders. We kunnen gevraagd worden om via het toestemmingsformulier, toestemming te verlenen om gegevens door te sturen aan derden. Relevante verslagen over ons kind delen we met school. Ouders worden ingelicht als er een onderzoek door de orthopedagoog, fysiotherapeut, ergotherapeut of logopedist van school wordt uitgevoerd. De ouders krijgen dit onderzoeksverslag en het verslag wordt toegevoegd aan het dossier. De orthopedagoog, fysiotherapeut, ergotherapeut of logopedist licht ons in als er een onderzoek wordt uitgevoerd. We nemen notitie van het verslag en kunnen desgewenst uitleg of toelichting over het verslag vragen bij de orthopedagoog, fysiotherapeut, ergotherapeut en logopedist. Didactische toetsen en logopedische of fysiotherapeutische onderzoeken maken deel uit van het onderwijsproces en worden zonder toestemming van ouders afgenomen. De resultaten van de didactische toetsen en 54 We kunnen gevraagd worden om via het toestemmingsformulier , toestemming te geven om ons kind door derden te laten onderzoeken. de rapportages van de logopedist en fysiotherapeut zijn verwerkt in het OPP dat ouders/verzorgers ontvangen. 7 8 Op het ouderportaal staan foto’s van personeelsleden, die betrokken zijn bij hun kind. We hanteren bij het plaatsen van foto’s van kinderen het foto/filmbeleid van de school. De school zorgt voor een inlogcode voor ouders en verzorgenden. Deze code mag niet aan derden worden afgegeven. We volgen de vorderingen van de leerling via de leerlijnen. Zo mogelijk nemen we didactische toetsen af. We analyseren die gegevens om leerlingen gerichter te kunnen ondersteunen. We stemmen ons onderwijs zo goed mogelijk af op de behoefte en de mogelijkheden van de leerling. We gaan daarbij uit van de mogelijkheden die de school heeft. We respecteren de privacy van de personeelsleden en medeleerlingen. We gebruiken geen foto’s van personeelsleden of leerlingen voor andere doeleinden. We overleggen twee maal per jaar met de ouders/verzorgers over het OPP: één keer verplicht en één keer aan het einde van het schooljaar op verzoek van ouders. Daarbij wordt overlegd over de ontwikkeling van de leerling, over hun ontwikkelingsperspectief en over de behaalde leerresultaten. De leerlingen krijgen van ons 1x per jaar een leerling rapport. We organiseren 1x per jaar een groepsouderavond. Daarnaast organiseren we informatieavonden waarin voor ouders relevante thema’s aan de orde komen. De uitwisseling van wederzijdse informatie verzorgen we via het ouderportaal, mail, telefoon of in een persoonlijk gesprek. We ontvangen voorafgaande aan de OPP bespreking van ons kind het OPP met daarin alle relevante gegevens (incl. logopedische/ fysiotherapeutische rapportages). We kunnen een afspraak met de intern begeleider, teamleider of de directeur maken om het leerling-dossier van ons kind in te zien, of om een kopie van het dossier te krijgen. We overleggen met de school: we nemen deel aan de OPP besprekingen en zijn zoveel mogelijk aanwezig op informatieavonden. We overleggen over de inhoud van het OPP. We kunnen dan bespreken hoe het met ons kind gaat, wat ons kind nodig heeft en in hoeverre de school dat kan bieden. We kunnen daarbij ook aangeven wat we daar zelf in kunnen betekenen. Als er bijzonderheden zijn dan geven we dat ook door aan school (via het ouderportaal, mail, telefoon of in een gesprek). We laten ons informeren over de ontwikkeling van ons kind, over de leerresultaten en het welbevinden van ons kind. 55 We volgen de vorderingen van ons kind en mocht dat nodig zijn, dan bespreken we met school welke ondersteuning we als ouders/verzorgers kunnen bieden. 9 Indien nodig en op verzoek, voeren we extra gesprekken met ouders/verzorgers. Desgewenst kunnen we ook een individueel gesprek hebben, dan maken we hiervoor een afspraak met school. Ouders kunnen in overleg met de klassenleiding in de klas komen kijken om te ervaren hoe het met hun kind gaat. We kunnen in overleg met de klassenleiding in de klas komen kijken om te ervaren hoe het met ons kind gaat. Indien we een( leer- of gedrags)probleem signaleren, bespreken we dat met ouders en komen we tot een gezamenlijke afspraak/ aanpak. Indien nodig wordt extra (diagnostisch) onderzoek gedaan, om tot een passend ondersteuningsaanbod te komen. Als er bij ons kind een (leer- of gedrags)probleem wordt gesignaleerd, bespreken we met de school wat er nodig is om dit aan te pakken. Als dat gewenst is, verlenen we de school toestemming om ons kind door een (externe) deskundige te laten onderzoeken, zodat er een passend aanbod gedaan kan worden. Als dat gewenst is, proberen we ons kind thuis extra te ondersteunen om het functioneren te verbeteren. 10 Als dat gewenst is, informeren en adviseren we de ouders hoe zij hun kind thuis het beste kunnen ondersteunen om daarmee het functioneren van hun kind te verbeteren. Of we kunnen advies geven over wie ouders/verzorgers daarbij kunnen ondersteunen. 11 Als een leerling onder schooltijd medicatie of bijzondere handelingen nodig heeft (bijv. toediening sondevoeding) dan zullen we daar voor zorgen na toestemming van ouders. We zorgen ervoor dat personeelsleden bekwaam en bevoegd zijn in hun handelen. We baseren ons handelen op wat in het medisch gedeelte van het OOP is vermeld. We houden ons aan het medicijnprotocol van de school. 12 Om activiteiten te kunnen organiseren vragen we de ouders jaarlijks om een ouderbijdrage en een schoolkamp- of schoolreisbijdrage. 56 Als ons kind medicatie of bijzondere handelingen nodig heeft, vullen we een medicijn protocol in en dragen we zorg voor de benodigde middelen en eventuele instructies daarbij (en blijven daarvoor altijd verantwoordelijk). Elke verandering daarin geven we onmiddellijk door aan de school en vullen een nieuw medicijn protocol in. We zijn bereid om de ouderbijdrage en de kamp- of schoolreisbijdrage te betalen. Bijlage 3. Vakantierooster 2015-2016 1ste schooldag Studiedag personeel Herfstvakantie Kerstvakantie Studiedag personeel Voorjaarsvakantie 2e paasdag Meivakantie 2e Pinksterdag Studiedag personeel Zomervakantie 31-08-2015 05-10-2015 26-10 t/m 30-10-2015 21-12 t/m 02-01-2016 29-01-2016 08-02 t/m 12-02-2016 28-03-2016 25-04 t/m 06-05-2016 16-05-2016 20-05-2016 18-07 t/m 26-08-2016 Schooltijden 2014-2015 locatie Druten maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag woensdag 09.00 - 15.00 uur 09.00 - 12.45 uur Schooltijden 2014-2015 locatie Wamel maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag woensdag 08.45 - 14.45 uur 08.45 - 12.30 uur ZMLK-school de Kom Pa Hoeklaan 2 6651 TG Druten Tel. 0487-581600 email: [email protected] 57 Bijlage 4. Protocol Schorsing en verwijdering Inhoud 1. Bevoegdheid tot besluitneming 2. Schorsing 3. Verwijdering 1. Bevoegdheid tot besluitneming De bevoegdheid tot schorsing en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag van een school. Vaak is deze bevoegdheid overgedragen aan de schooldirecteur. De meeste leerlingen krijgen nooit met schorsing of verwijdering te maken. Maar soms ziet het bevoegd gezag geen andere uitweg dan over te gaan tot schorsing of zelfs verwijdering van een leerling. Een zorgvuldige uitvoering van de regels en procedures die de onderwijswetten voorschrijven, is dan in het belang van alle partijen: de leerling, zijn/haar ouders/verzorgers, het bevoegd gezag en de school. 2. Schorsing Als school voor speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) mag je een kind schorsen. Dit houdt in dat het kind tijdelijk geen toegang heeft tot de school of tot bepaalde lessen. Het bevoegd gezag (schoolbestuur) van de school kan zelf bepalen wanneer het uw kind schorst. Er is hierover niets geregeld in de wet. Bezwaar maken tegen schorsing Wanneer ouders vinden dat hun kind ten onrechte is geschorst kunnen zij laten weten het niet eens te zijn met de schorsing. Ouders kunnen bij een schorsing bezwaar aantekenen bij het bevoegd gezag. Wanneer het bezwaar niet wordt aanvaard, kunnen ouders naar de bestuursrechter stappen. Als u vindt dat uw kind ten onrechte is geschorst, kunt u laten weten dat u het hiermee niet eens bent. Welke procedure u moet volgen hangt af van de school waar uw kind naar toe gaat; een openbare of een bijzondere school. Op het besluit tot schorsing van een openbare school is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing. Klacht indienen tegen schorsing Ouders kunnen ook een klacht indienen bij de klachtencommissie over de schorsing. De klachtenregeling van de school is te vinden in de schoolgids. 3. Verwijdering Een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs mag een kind verwijderen. Dit houdt in dat het kind voorgoed geen toegang meer heeft tot de school. Dit kan gebeuren wanneer een kind zich ernstig heeft misdragen. De beslissing over de verwijdering van een leerling ligt bij het bevoegd gezag (schoolbestuur) van een school. Voordat het besluit tot verwijdering genomen kan worden, dient het bevoegd gezag de leerling (12+), de ouders/verzorgers en de docent(en) te horen. Zodra het besluit tot verwijdering daadwerkelijk een feit is, informeert het bevoegd gezag c.q. uitvoerend bestuurder de leerling (en wanneer de leerling nog geen 21 jaar is ook de ouders/verzorgers) in ieder geval schriftelijk over: • de verwijdering en de reden daarvan; • de wijze, waarop bezwaar tegen de verwijdering gemaakt kan worden. 58 Het bevoegd gezag stuurt een kopie van haar brief naar de Inspectie van het Onderwijs en de leerplichtambtenaar. Bezwaar maken tegen verwijdering Een ouder kan bezwaar maken tegen de beslissing het kind te verwijderen. De ouder moet binnen 6 weken nadat het besluit schriftelijk bekend is gemaakt, bezwaar maken. Het bezwaar wordt door ouders/verzorgers ingediend bij het bevoegd gezag van de school. School mag pas op het bezwaar reageren nadat de ouders/verzorgers zijn gehoord en er overleg heeft plaatsgevonden met de Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie). Wanneer school vasthoudt aan het besluit het kind te verwijderen, dan kunnen ouders/verzorgers de zaak voorleggen aan de rechter. Nieuwe school vinden voor het kind na verwijdering Bij verwijdering is het bevoegd gezag verplicht een andere school te zoeken die het kind wil toelaten (inspanningsverplichting). Omdat het kind leerplichtig is, mag de school voor (voortgezet) speciaal onderwijs een kind pas definitief van school sturen als de nieuwe school is gevonden. De school is verplicht ten minste 8 weken haar best te doen een andere school voor het kind te vinden. Die termijn van 8 weken gaat in vanaf de datum waarop het bevoegd gezag van de school de ouders/verzorgers informeerde over de definitieve verwijdering van het kind. Ouders verantwoordelijk voor leerplichtig kind Als het de school aantoonbaar na 8 weken niet is gelukt een nieuwe school te vinden, mag de school het kind verwijderen. Omdat uw kind leerplichtig is, zijn ouders/verzorgers zelf verantwoordelijk voor het vinden van een andere school. De leerplichtambtenaar van de woongemeente van het kind ziet erop toe dat ouders/verzorgers het kind inschrijven op een andere school 59 Bijlage 5. Klachtenprocedure Stroomdiagram eerste fase. 1. KLACHT Directe benadering betrokken medewerker 2. Contact opnemen met de directie 3. Contact opnemen met het bestuur Als de bovenstaande procedure niet tot een bevredigend resultaat heeft geleid en u meent een gerechtvaardigde klacht te hebben, dan kunt u zich wenden tot de “Contactpersoon klachtenregeling” op school. Wanneer deze contactpersoon klachtenregeling er niet in slaagt het probleem uit de wereld te helpen wordt de klager doorverwezen naar de vertrouwenspersonen. Er is een vertrouwenspersoon voor medewerkers en een vertrouwenspersoon voor ouder. Deze vertrouwenspersonen werken voor de hele stichting. De vertrouwenspersonen kijken of bemiddeling alsnog tot een oplossing kan leiden. Lukt dat niet dan zullen de vertrouwenspersoon de klager begeleiden bij verdere procedures, b.v. richting de Landelijke Klachtencommissie van de Bond KBO. Stroomdiagram tweede fase KLACHT Contactpersoon klachtenregeling Vertrouwenspersoon (voor ouders en/of medewerkers Landelijke klachtencommissie Bond KBO De klachtenregeling ligt voor u ter inzage op school. 60 Belangrijke adressen: Contactpersoon Klachtenregeling: Riëtte Cöp Tel: 0487-581600 Vertrouwenspersoon (personeel) MeTander: Marjon Westerhof (De Ondernemende Coach / Externe Vertrouwenspersonen.nl) [email protected] 06-11731599 Vertrouwenspersoon (leerlingen en ouders) MeTander: Piet Geerts (Driestroom) [email protected] 0481-366000 / 06-52374631 Adres klachtencommissie: Raamweg 2, 2596 HL Den Haag Tel: 070- 3925508 Inspectie van het onderwijs [email protected] www.onderwijsinspectie.nl Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs: Tel: 0900–1113111 (lokaal tarief) Landelijke klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs in stand gehouden door de VBS (Verenigde bijzondere scholen). Secretariaat Postbus 95572 2509 CN Den Haag Ambtelijk secretaris Mr. Dorine H. C. Dane-Peeters email: [email protected] T 070 - 3315244 F 070 - 3315259 61 Bijlage 6. Telefoonlijst De Kom Receptie 0487-581600 Administratie 0487-581605 Fax 0487-581604 J. van Summeren, Directeur 0487-581600 Commissie Leerlingenzorg 0487-581625 so Commissie Leerlingenzorg 0487-581626 vso Stagecoördinatoren 0487-581626 Logopedie 0487-581618/…619/...620 / …621 Kantoor paramedisch team 0487-581610/…613 Fysiotherapie (niet 0487-581611/...612 rechtstreeks, maar via 0487-581600) Kantoor team beweging 0487-581615 Gymzalen 0487-581616/…617 ICT 0487-581641 Praktijklokaal techniek 0487-581685 Praktijklokaal koken 0487-581680 so-vso 4 so a (locatie Wamel) so m1 (locatie Wamel) so m4 so e1 so e vso a1 vso a3 so-vso a4 so-vso 5+ so-vso k (Kameleon) vso a5 vso m3 vso m5 vso e1 vso e2 vso e3 vso e4 vso e5 0487-581660 0487-502690 0487-502690 0487-581657 0487-581666 0487-581655 0487-581661 0487-581658 0487-581656 0487-581667 0487-581654 0487-581653 0487-581663 0487-581669 0487-581665 0487-581662 0487-581664 0487-581659 0487-581670 62