Schoolgids 2014-2015

advertisement
De Kom……… maakt meer mogelijk
SCHOOLGIDS 2015-2016
De Kom
school voor so en vso, zmlk
afdeling voor mg
Pa Hoeklaan 2, 6651 TG Druten
Tel:
0487-581600
0487-581605
Fax:
0487-581604
Email: [email protected]
Website: www.de-kom.nl
1
INHOUDSOPGAVE
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
3
4
5
6
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
17
24
28
29
30
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
31
44
46
47
Voorwoord
De Kom en haar omgeving
De Kom en haar doelstelling
De Kom, haar leerlingen en de
leerlingenorganisatie
De Kom en de leerlingenzorg
Samenwerkingsrelaties externe partners
De Kom en de verplichte onderwijstijd
De Kom en de financiën
De Kom en de rechten en plichten van ouders,
voogden, verzorgers, leerlingen en bevoegd
gezag
Om verder te weten
Verantwoording over schooljaar 2014/2015
De plannen voor schooljaar 2015/2016
Algemene gegevens
Bijlagen:
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
Pagina
51
53
57
58
60
62
Overzicht personeelsleden De Kom
Intentieverklaring samenwerking
Vakantierooster 2015-2016
Protocol schorsing en verwijdering
Klachtenprocedure
Telefoonnummers De Kom
Voorwoord
Voor u ligt de nieuwe schoolgids met informatie over de visie en over de werkwijze van De
Kom. Daarnaast staat in de schoolgids ook allerlei praktische informatie. We laten u in deze
schoolgids ook zien wat we het afgelopen schooljaar gedaan hebben en beschrijven de
bijzonderheden voor het komende schooljaar.
De gids is voor ouders, wettelijk vertegenwoordigers en verzorgers, maar ook ouders van
nieuwe leerlingen kunnen beschikken over de schoolgids. De informatie in deze gids kan
ouders helpen bij hun besluit hun kind wel of niet op De Kom te plaatsen.
We hopen dat u in deze gids de informatie vindt die u zoekt. Soms vindt u de inhoud van
documenten samengevat weergegeven. Op school zijn de volledige stukken beschikbaar voor
iedereen die meer wil weten. Als u opmerkingen of vragen heeft over de inhoud willen we die
heel graag van u horen.
Elk jaar verschijnt er een nieuwe schoolgids die u ook op onze website kunt vinden.
namens het team van De Kom,
Jos van Summeren
Directeur.
3
Hoofdstuk 1. De Kom en haar omgeving
Onze school staat in Druten, op het terrein van ’s Heeren Loo Zuid, een centrum voor
dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking. Deze instelling ligt vlakbij het
centrum van het dorp Druten.
De school heeft 21 klaslokalen met daarnaast de nodige nevenruimtes zoals twee gymzalen,
een kooklokaal en een lokaal voor het vak techniek. Voor het Paramedisch Team zijn er diverse
behandelruimtes. Twintig nevenruimtes zijn in gebruik als kantoren of als behandel- en
therapieruimtes. Een aantal lokalen heeft een eigen speel- en tuinvoorziening.
Omdat er leerlingen met een meervoudige beperking (mg) op onze school zitten zijn er geen
drempels aanwezig binnen de school. Hierdoor kunnen ook leerlingen in een rolstoel zich zo
zelfstandig mogelijk in en rondom het gebouw bewegen.
In verband met de brandveiligheid zijn de meeste lokalen (m.u.v. de lokalen op de
bovenverdieping) voorzien van een buitendeur. Rondom de school liggen vier speelplaatsen.
Een van deze speelplaatsen doet voor en na schooltijd dienst als taxiparkeerplaats.
Omdat de school op het terrein van ’s Heeren Loo Zuid ligt kunnen de leerlingen van de mgafdeling en een aantal so-groepen gebruik maken van het zwembad en de gymzaal van de
instelling. Regelmatig bezoeken we de kinderboerderij.
Leerlingen van De Kom kunnen gebruik maken van de naschoolse opvang van ’s Heeren Loo
Zuid. Ook zijn er veel leerlingen die gebruik maken van de weekend-, midweek- en
vakantieopvang van ’s Heeren Loo Zuid. Het gebouw van De Kom is tijdens de vakantie
beschikbaar voor de vakantiedagopvang van ’s Heeren Loo Zuid. Deze vakantiedagopvang
wordt geboden tijdens de reguliere vakanties. Leerlingen kunnen ook gebruik maken van de
poli’s die ’s Heeren Loo Zuid kent, bv. de orthopedisch instrumentmaker en de orthopedisch
schoenmaker. In principe geldt dit voor leerlingen met een mg-indicatie, maar de poli’s zijn ook
te bezoeken door andere leerlingen. Eén en ander wordt geregeld door de fysiotherapeuten.
Twee van onze so- groepen hebben een plek in Basisschool De Laak in Wamel. Ze vormen
daar ‘een school binnen een school’. Er is sprake van organisatorische en inhoudelijke
samenwerking. In 2013 verdiende deze samenwerking de Nationale Onderwijsprijs, een teken
dat we vernieuwend bezig zijn.
4
Hoofdstuk 2. De Kom en haar doelstelling
Als algemene doelstelling van de school hanteren we:
"Uitgaande van en rekening houdend met de mogelijkheden en de capaciteiten die ieder
van onze leerlingen heeft, proberen we de leerling op een zinvolle en aangename
manier te brengen tot een zo optimaal mogelijk functioneren in zijn leefwereld.
Tegelijkertijd grijpen we de mogelijkheden aan om de "buitenwereld" meer begrip en
acceptatie bij te brengen voor onze leerlingen".
Deze doelstelling is niet zo maar tot stand gekomen. Ten grondslag aan de doelstelling ligt een
visie op mens en maatschappij, die kort neerkomt op het volgende.
Een mens kan niet zonder een ander.
en:
Elk mens is uniek.
en:
Een mens leeft in een maatschappij. En dat brengt rechten en plichten met zich mee.
Wat betekent dit alles voor onze leerlingen?
Juist vanwege hun beperking zijn onze leerlingen extra afhankelijk van hun begeleiders.
Dat plaatst hen in een afhankelijkheidspositie. Het gevaar is dan aanwezig dat voorbij
gegaan wordt aan hun werkelijke behoefte. Dat mag niet want:
ook elk van onze leerlingen heeft zijn eigen karakter, zijn eigen identiteit.
Ook voor elk van hen geldt: ik ben niet die ander. Opvoeding en onderwijs moeten
duidelijk bijdragen tot persoonlijkheidsvorming, die niet los gezien kan worden van het
opgroeien tot volwassene. Elk individu, dus ook elke leerling groeit op eigen
wijze naar volwassenheid. Deze eigenheid mag niet verdrukt worden, integendeel.
Ieder mens heeft het recht een oorspronkelijk, authentiek mens te worden en iemand
die zichzelf durft te zijn.
De visie op mens en maatschappij is bepalend voor onze omgang met de leerling, maar ook
voor de organisatie en voor de inhoud van het onderwijs op De Kom. We proberen de
doelstelling te bereiken door te zorgen voor een gepast pedagogisch klimaat en door het geven
van goed onderwijs. Hierbij wil de school zowel voor het so als voor het vso de verschillende
onderdelen van het onderwijs zoveel mogelijk in onderlinge samenhang geven.
5
Hoofdstuk 3. De Kom, haar leerlingen en de leerlingenorganisatie.
Op De Kom zitten leerlingen met een verstandelijke beperking en/of een meervoudige
beperking. Onder meervoudige beperking verstaan we een combinatie van een
verstandelijke beperking en een lichamelijke beperking. Ook leerlingen met een IQ tot 35
met bijkomende problematiek vallen onder de categorie meervoudig beperkt. Daarnaast
heeft De Kom veel leerlingen bij wie sprake is van bijkomende psychiatrische problematiek
zoals autisme, ADHD of een hechtingsstoornis. We kennen een afdeling voor speciaal
onderwijs en een afdeling voor voortgezet speciaal onderwijs. Onze leerlingen zijn tussen de
vier en twintig jaar oud.
In het so zitten leerlingen in de leeftijdscategorie van vier tot ongeveer twaalf jaar. Het vso
is bestemd voor leerlingen in de leeftijdscategorie van ongeveer twaalf jaar tot twintig jaar.
Het onderwijs hier is zowel praktisch gericht als theoretisch gericht, met de nadruk op
praktisch onderwijs.
Het onderwijsaanbod voor alle leerlingen is afgestemd op de door SLO (Stichting
LeerplanOntwikkeling) geformuleerde onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk
lerenden. Deze doelen zijn uitgewerkt in de CED-leerlijnen. (CED staat voor Centrum
Educatieve Diensten) In het so wordt gewerkt met thema's. De thema's sluiten aan bij de
taalmethode 'Fototaal'. Door het werken met thema's wordt het onderwijs verrijkt en voor de
leerlingen betekenisvol.
Eind 2012 is het wetsvoorstel ‘kwaliteitsverbetering van het speciaal en voortgezet speciaal
onderwijs’ door de Eerste Kamer aangenomen. Dit wetsvoorstel heeft als doel het
bevorderen van de kwaliteitsontwikkeling van speciaal en voortgezet speciaal onderwijs en
wijzigt daarmee de Wet op de Expertisecentra.
De wijzigingen hebben betrekking op het vergroten van de opbrengstgerichtheid van het
speciaal onderwijs in het algemeen en het inrichten van drie, op de verschillende
doelgroepen afgestemde, uitstroomprofielen in het voortgezet speciaal onderwijs in het
bijzonder. Dit alles met de bedoeling de kansen van leerlingen op maatschappelijke
participatie te vergroten door:
6

leerlingen zodanig op te leiden dat zij terug kunnen keren naar regulier onderwijs of
een succesvolle overstap kunnen maken naar regulier vervolgonderwijs
 leerlingen succesvol toe te leiden naar de arbeidsmarkt, indien mogelijk met een
duurzaam arbeidscontract
 leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op vormen van dagbesteding.
Om leerlingen zo goed mogelijk toe te leiden naar hun volgende stap, te weten dagbesteding,
begeleid werk of vervolgonderwijs, is het verplicht om te werken met een
ontwikkelingsperspectief (OPP) en leerroutes. Iedere leerroute heeft zijn eigen
onderwijsaanbod.
Vaststellen ontwikkelingsperspectief
Als een leerling op De Kom geplaatst wordt, stellen we aan de hand van een aantal
gegevens een instroomniveau vast. Met het vaststellen van dit instroomniveau stellen we
automatisch een ontwikkelingsperspectief vast.
Het ontwikkelingsperspectief is een inschatting van de ontwikkelingsmogelijkheden van een
leerling voor een langere periode, gebaseerd op de verwachte uitstroom. Of korter gezegd,
wat gaat de leerling op onze school leren om op het hoogst haalbare niveau uit te kunnen
stromen.
Instroomniveau
Bij het bepalen van het instroomniveau van een leerling wordt gekeken naar de volgende
aspecten:
 Mogelijkheden op cognitief gebied; IQ of ontwikkelingsleeftijd
 Mogelijkheden op sociaal-emotioneel gebied
 Mogelijkheden op gebied van schoolse vaardigheden; lezen, rekenen, schrijven
 Mogelijkheden op praktisch gebied; adaptieve vaardigheden
 Bevorderende en belemmerende factoren.
Het IQ speelt een belangrijke rol bij het bepalen van het instroomniveau. Toch kunnen er
belemmerende factoren zijn die er mede voor zorgen dat het kind een bepaalde leerroute
niet aan kan en een bepaalde uitstroom niet zal bereiken. Bij belemmerende factoren kan
gedacht worden aan bijkomende problematiek zoals bv autisme, ADHD, maar ook medische
problematiek of een traumatische ervaring. Bij bevorderende factoren kan bv. gedacht
worden aan een goede werkhouding/taakaanpak, een goede motivatie of veel stimulans
vanuit de woonomgeving.
Uitstroomniveau en leerroute
Aan de hand van de bovengenoemde aspecten wordt het verwachte uitstroomniveau
ingeschat. Het verwachte uitstroomniveau is gelijk aan de instroomeisen van de
uitstroombestemming; de plek waar de leerling heen gaat na schoolverlating. Wanneer het
verwachte uitstroomniveau is ingeschat, wordt de leerroute gekozen.
Bij twijfel wordt in eerste instantie de hoogst haalbare leerroute voor een leerling gekozen.
Tijdens de schoolloopbaan van de leerling kan de leerroute, indien nodig, bijgesteld worden.
Het veranderen van leerroute gebeurt niet zomaar. Gedurende het hele schooljaar wordt
door de commissie van begeleiding gevolgd of leerlingen zich nog goed volgens de leerroute
ontwikkelen. Leerlingen die niet voldoende mee dreigen te komen worden besproken in het
zorgteamoverleg dat iedere twee weken gevoerd wordt. In een evaluatie in maart wordt
bepaald voor welke leerlingen extra interventies nodig zijn. In een tweede evaluatie in juni
wordt vervolgens door de commissie van begeleiding bekeken of deze interventies voldoende
7
resultaat opgeleverd hebben om een leerling in de leerroute te houden of dat de leerroute
bijgesteld dient te worden.
Landelijk zijn drie leerroutes bepaald namelijk dagbesteding, beschermde arbeid/arbeid,
vervolgonderwijs. Op De Kom splitsen we dagbesteding verder uit in drie soorten
dagbesteding te weten belevingsgerichte dagbesteding, taakgerichte dagbesteding en
arbeidsmatige dagbesteding.
In totaal komen we op De Kom dus tot vijf leerroutes. Een leerroute leidt naar een
uitstroombestemming:
 Leerroute 1: belevingsgerichte dagbesteding
 Leerroute 2: taakgerichte dagbesteding
 Leerroute 3: arbeidsmatige dagbesteding; vanaf 1 januari 2015 :
“ maatwerkvoorziening” genoemd.
 Leerroute 4: beschermde arbeid/arbeid
 Leerroute 5: vervolgonderwijs
Bij erg jonge leerlingen is het vast stellen van een uitstroomprofiel niet altijd direct mogelijk.
Op basis van het instroomniveau kan wel vanaf aanvang een mogelijke leerroute genoemd
worden.
Uitstroom van een so leerling is het vso. Tevens wordt daarbij een leerroute in het vso
bepaald en wordt bepaald in welke klas deze leerroute gevolgd zal worden. Een enkele keer
stroomt een leerling na het so uit naar het praktijkonderwijs.
Uitstroom naar beschermde arbeid/ arbeid en naar vervolgonderwijs, leerroute 4 en 5, komt
op De Kom slechts zeer weinig voor.
leerroute 1:
IQ tot 20
Ontw.leeftijd 0;0 tot 2;0
jaar
leerroute 2:
IQ 20-35
Ontw.leeftijd 2;0 tot 4;0
jaar
leerroute 3:
IQ 35-50
Ontw.leeftijd 4;0 tot 6;6
jaar
Leerroute 4:
IQ 50-70
Leerroute 5:
IQ >70
Ontw.leeftijd 6;6 tot 12;0
jaar
Ontw.leeftijd > 12;0 jaar
Uitstroom:
Dagbesteding
belevingsgericht
Uitstroom:
Dagbesteding
taakgericht
Uitstroom:
Dagbesteding
arbeidsmatig
Arbeid/Beschermde arbeid
Vervolgonderwijs (=MBO)
Toelichting soorten dagbesteding:
 Belevingsgerichte dagbesteding
Het doel is het opdoen van ervaringen en het aanleren van vaardigheden, die de
maatschappelijke en sociale redzaamheid zo veel mogelijk waarborgen, binnen een zeer
beschermde leefwereld. Er wordt vooral gericht op het welbevinden van de cliënt,
bijvoorbeeld door te snoezelen; lichaamsgebonden ervaren in speciaal ingerichte ruimtes met
muziek. Meebeleven met activiteiten van anderen is ook een optie.
8

Taakgerichte dagbesteding
Het doel is het bereiken van een zo groot mogelijke mate van sociale en praktische
zelfredzaamheid. Cliënten verrichten taken met een behoorlijke mate van begeleiding, naast
die taken is er ook ruimte voor ontspannende werkzaamheden.
Beide vormen van dagbesteding vallen sinds 1 januari 2015 onder de Wet Langdurige Zorg
(WLZ).

Arbeidsmatig gerichte dagbesteding; vanaf 1 januari “ maatwerkvoorziening” .
Deze voorziening wordt sinds 1 januari 2015 bekostigd en toegekend door de
woongemeente van de leerling via de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).
Het doel is het bereiken van een zo groot mogelijke mate van sociale en praktische
zelfredzaamheid. Cliënten verrichten arbeid, maar in een beschermde setting: werkdruk
wordt gereguleerd en er is professionele begeleiding. Cliënten werken in een
dienstverlenende setting, bijvoorbeeld in een winkel, een atelier of een café-restaurant of in
een productgerichte setting, bijvoorbeeld houtatelier, textielatelier, tuinvoorziening.
Vanuit deze setting is doorstroom naar betaald werk mogelijk.
 Beschermde arbeid
Leerlingen die de mogelijkheid hebben, worden begeleid naar arbeid of beschermde arbeid.
Daarbij kan gebruik gemaakt worden van het Boristraject. Voornamelijk is dit voor leerlingen
uit leerroute 4.
Incidenteel stroomt een leerling uit naar vervolgonderwijs bijvoorbeeld ROC. Dit is leerroute
5.
Leerstromen:
De leerlingen op De Kom verschillen onderling dus sterk in ontwikkelingsniveau. Voor iedere
leerling wordt volgens de landelijke richtlijnen een ontwikkelingsperspectief met daaraan
gekoppeld een leerroute bepaald. Binnen De Kom hebben we de verschillende klassen
ingedeeld volgens een aantal leerstromen. In een leerstroom kunnen leerlingen met
verschillende leerroutes zitten.
De Kom kent de volgende leerstromen:
de 1 en 2 stroom:
Doelgroep leerlingen:
De 1 en 2 stroom is bedoeld voor leerlingen met een matig tot licht verstandelijke beperking,
van wie verwacht wordt dat ze schoolse vaardigheden vanaf het aanvankelijk niveau kunnen
gaan beheersen en toe komen aan schoolse vaardigheden als lezen en rekenen. Het verschil
tussen beide stromen is dat in de 2 stroom de leerlingen op sociaal emotioneel gebied minder
weerbaar en daardoor meer kwetsbaar zijn. In de 2 stroom kunnen ook leerlingen met b.v.
autisme, bij wie de stoornis wat minder op de voorgrond staat, met de nodige aanpassingen
functioneren.
Pedagogisch klimaat:
Het pedagogisch klimaat in deze klassen is vooral stimulerend en uitlokkend van aard. In de
pedagogische aanpak wordt ernaar gestreefd de leerlingen te leren om binnen hun
mogelijkheden zo zelfstandig mogelijk te functioneren en verantwoordelijkheden te dragen die
passen bij hun niveau van sociaal-emotionele ontwikkeling. Dit betekent in de praktijk dat de
leerlingen gedurende hun schoolloopbaan leren binnen de bekende omgeving van de school
verantwoordelijk te zijn voor bijvoorbeeld (eigen) materialen, agenda.
9
Dit wordt tenslotte uitgebouwd binnen een passende stage naar een toekomstige, meestal
beschermde, werkomgeving.
De inrichting van de lokalen sluit aan bij het pedagogische klimaat: de klassenleiding is vrij de
ruimte zo in te richten dat deze stimulerend en uitlokkend is voor de sociaal-emotionele en
didactische ontwikkeling van de leerlingen.
Ontwikkelingsverwachting:
Verwacht wordt dat deze leerlingen op didactisch gebied meetbare vorderingen zullen
maken.
Ook wordt verwacht dat deze leerlingen kunnen leren arbeidsmatig te werken in een
beschermde omgeving en een redelijke mate van zelfredzaamheid en sociale redzaamheid
zullen ontwikkelen. De mate van ontwikkeling van redzaamheid en taakgerichtheid is ook
individueel bepaald en met name afhankelijk van overige gedragsfactoren, bijvoorbeeld al dan
niet bijkomende gedrags- of sociaal-emotionele problematiek.
Eindtermen:
Het onderwijsaanbod voor deze leerlingen is afgestemd op de door de SLO (Stichting
Leerplan Ontwikkeling) geformuleerde onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk
lerenden. Deze zijn uitgewerkt in de CED-leerlijnen.(CED staat voor Centrum Educatieve
Diensten). Deze doelen gelden voor het gehele speciale onderwijs en zijn door de minister
vastgesteld.
Verhouding onderwijs-zorg:
De tijd voor zorg is in de 1 stroom over het algemeen beperkt. In de
jongste klassen neemt zorg nog een flinke plaats in: een aantal leerlingen is bijvoorbeeld
(nog) niet zindelijk, kan nog niet zelfstandig eten of zich aan- en uitkleden. Het aanleren van
deze zelfredzaamheidstaken vormt daarom een onderdeel van het onderwijsaanbod. In de
hoogste klassen van het so en in het vso verwachten we dat de meeste kinderen voldoende
zelfredzaam zijn. Verwachte verhouding onderwijs-zorg in deze periode: 80-20
Groepsgrootte:
Gezien de redelijke mate van zelfredzaamheid en zelfstandigheid bij deze leerlingen is de
groepsgrootte binnen de 1 en 2 stroom ongeveer 14 leerlingen.
De 3 stroom:
Doelgroep leerlingen:
De 3 stroom is bedoeld voor leerlingen die op ernstig verstandelijk beperkt niveau functioneren
en/of kinderen bij wie een gedragsstoornis zo belemmerend werkt op de gehele ontwikkeling
dat de cognitieve ontwikkeling beperkt blijft. Verwacht wordt dat deze groep leerlingen beperkt
toekomt aan schoolse vaardigheden.
Pedagogisch klimaat:
Het pedagogisch klimaat in de klassen van de 3 stroom is gericht op het bieden van veiligheid
en structuur op het niveau van de sociaal-emotionele ontwikkeling van deze leerlingen. Alleen
binnen een veilige en zeer gestructureerde omgeving kunnen deze leerlingen zich naar hun
mogelijkheden ontwikkelen. De pedagogische aanpak wordt geheel afgestemd op het lage
sociaal-emotionele ontwikkelingsniveau. Streven naar zelfstandigheid betekent bij deze
leerlingen streven naar vergroting van de zelfredzaamheid en taakgerichtheid.
Deze groep leerlingen zal zelf geen verantwoordelijkheden kunnen dragen, zij blijven ook in de
bekende omgeving grotendeels afhankelijk van sturing en zorg van volwassenen.
10
De inrichting van de lokalen sluit aan bij het pedagogische klimaat: de klassenleiding deelt de
ruimte zo in dat bijvoorbeeld speel- of ontspanningsruimte en werkruimte zichtbaar gescheiden
zijn van elkaar en in de opstelling voldoende structuur naar voren komt. Ook voor de 3 stroom
geldt dat binnen de inrichting aanpassingen worden gemaakt voor leerlingen met autisme, die
dat nodig hebben (zie beschrijving 4 stroom).
Ontwikkelingsverwachting:
Verwacht wordt dat deze leerlingen vorderingen kunnen maken op gebied van zintuiglijke
ontwikkeling, communicatie, zelfredzaamheid, taakgerichtheid en praktische vaardigheden.
Aan het eind van de schoolloopbaan wordt verwacht dat de leerlingen in een beschermde
omgeving zo zelfstandig en gericht mogelijk kunnen werken aan taken op het eigen
ontwikkelingsniveau.
Eindtermen:
Afhankelijk van het niveau van de individuele leerling kan het onderwijsaanbod binnen deze
stroom vooral gericht zijn op ervaringsgerichte doelen, afgestemd op de 5
ontwikkelingsdomeinen van de Vijfwijzer (communicatie, zelfredzaamheid, sociaal-emotionele
ontwikkeling, sensomotorische integratie en spel) of op de door de SLO geformuleerde
onderwijsdoelen voor het onderwijs aan zeer moeilijk lerenden (uitgewerkt in de CEDleerlijnen).
Verhouding onderwijs-zorg:
Zorg neemt in deze groepen, vooral binnen het so, een duidelijke plaats in. De zelfredzaamheid
van de meeste van deze leerlingen is beperkt. Een aantal leerlingen is niet zindelijk, in de
jongste klassen van het so geldt dit voor vrijwel alle leerlingen. Aan- en uitkleden bij vakken als
zwemmen en gymnastiek en het eten vraagt tijd. Het aanleren van zelfredzaamheidvaardigheden vormt een belangrijk onderdeel van het onderwijsaanbod in deze klassen.
In de hoogste klassen van het so en in het vso wordt de tijd die aan zorg wordt besteed
geringer, leerlingen zijn zelfstandiger bij dagelijkse activiteiten. Een aantal kinderen blijft
grotendeels afhankelijk van zorg van de klassenleiding.
Verwachte verhouding onderwijs-zorg: 60-40
Groepsgrootte:
Gezien de geringe mate van zelfredzaamheid en zelfstandigheid bij deze leerlingen is de
groepsgrootte binnen de 3 stroom ongeveer 9 leerlingen.
De 4 stroom:
Doelgroep leerlingen:
De 4 stroom is bedoeld voor leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum (ASS)
die door de ernst van hun autisme niet kunnen functioneren binnen heterogene klassen van de
andere stromen. Het ontwikkelingsniveau van de leerlingen in deze klassen is verschillend: van
ernstig tot licht verstandelijk beperkt.
Pedagogisch klimaat:
In deze klassen staat de gespecialiseerde pedagogische aanpak centraal. Op De Kom werken
we bij de begeleiding van leerlingen met ASS niet volgens één bepaalde methodiek.
We maken gebruik van verschillende methodieken zoals elementen uit Teacch en elementen uit
‘Geef me de 5’. Uitgangspunt in de ontwikkeling van leerlingen met ASS is de ontwikkeling van
persoonsafhankelijk naar structuurafhankelijk met als uiteindelijke doel volledige zelfstandigheid
binnen de mogelijkheden van het kind. Volledige zelfstandigheid is bereikt als structuren
geïnternaliseerd zijn. Het is belangrijk om structuren helder en duidelijk neer te zetten. Daarom
11
is de kern in de begeleiding van leerlingen met ASS op De Kom het verhelderen en
vereenvoudigen van hun omgeving.
De inrichting van de klassen sluit aan bij de pedagogische aanpak. Elke leerling heeft een
afgescheiden plaats met schotten en individuele werkkastjes. De verschillende gedeelten van de
klas, zoals werk- en speelruimte zijn duidelijk van elkaar gescheiden. Een beschrijving van de
pedagogische aanpak is gegeven in de nota ‘Onderwijs aan leerlingen met autisme’ ; januari
2014.
Ontwikkelingsverwachting:
Als de voor het kind belemmerende gedragsproblematiek vermindert of verdwijnt door de sterk
gestructureerde leeromgeving is de ontwikkelingsverwachting vervolgens afhankelijk van het
ontwikkelingsniveau van het kind. De verwachting is dat de leerling zich dan ontwikkelt zoals
een kind van de 1, 2 of 3 stroom.
Eindtermen:
Het onderwijsaanbod wordt individueel bepaald en komt overeen met het aanbod van de 1, 2
of 3 stroom.
Verhouding onderwijs-zorg:
De mate van zelfredzaamheid van de leerlingen verschilt sterk. Afhankelijk van het
zelfredzaamheidniveau van de verschillende leerlingen is er zorgbehoefte. In alle klassen voor
kinderen met autisme vormt het aanleren van zelfredzaamheidvaardigheden en sociale
redzaamheidvaardigheden een onderdeel van het curriculum.
Verwachte verhouding onderwijs-zorg: afhankelijk van de individuele leerlingen,
variërend van 80-20 tot 60-40.
Groepsgrootte:
Gezien het zeer individueel gerichte onderwijs en de ernstige gedragsproblematiek van de
leerlingen is de groepsgrootte ongeveer 9 leerlingen.
De 5 stroom:
Doelgroep leerlingen:
De 5 stroom is bedoeld voor leerlingen met een meervoudige beperking, de mg-stroom.
In deze klassen worden leerlingen geplaatst die door hun motorische beperking of andere
lichamelijke aandoeningen veel verzorging vragen. Het ontwikkelingsniveau van de leerlingen in
deze klassen is verschillend: van ernstig tot licht verstandelijk beperkt.
Pedagogisch klimaat:
Belangrijkste aspecten van het pedagogisch klimaat in deze klassen zijn rust en veiligheid. Er
wordt voldoende tijd ingeroosterd voor specifieke verzorging en extra handelingen.
Voor deze groep leerlingen vormt dit een voorwaarde om tot goed leren te komen.
Het is voor deze leerlingen van belang dat de omgeving voldoende uitlokkend en
stimulerend is.
Er zijn leerlingen die door de motorische beperking slechts zeer beperkt in staat
zijn om tot exploratie te komen. De inrichting van de klassen is daarom een combinatie van de
inrichting zoals beschreven voor de 1, 2 stroom en de 3 stroom.
Ontwikkelingsverwachting:
De ontwikkelingsverwachting is afhankelijk van het ontwikkelingsniveau en de mate van de
motorische beperking van het kind. De verwachting is dat de leerling zich dan ontwikkelt zoals
een kind van de 1, 2 of 3 stroom.
12
Eindtermen:
Het onderwijsaanbod wordt individueel bepaald en varieert afhankelijk van de leermogelijkheden van de leerling en de verwachtingen die men kan stellen in verband met de meervoudige
beperking. Het onderwijsaanbod komt overeen met het aanbod van de 1, 2 of de 3 stroom.
Verhouding onderwijs-zorg:
Zorg vraagt in deze klassen tijd. Een groot aantal leerlingen is geheel zorgafhankelijk, gezien
de ernst van de motorische beperking is voor deze kinderen ook weinig ontwikkelingsgroei op
het gebied van de zelfredzaamheid te verwachten.
De verwachte verhouding onderwijs-zorg: 40-60.
Groepsgrootte:
De groepsgrootte is vastgelegd op ongeveer 9 leerlingen.
Overige groepen
Onderwijs- zorgklassen
De Kom heeft twee onderwijs- zorgklassen. Binnen de 5 stroom hebben we so/vso 5+ en
buiten de leerstromen om hebben we de Kameleon.
So/vso5+:
Bij de groep leerlingen die voor so/vso 5+ in aanmerking komt, is sprake van een extra
intensieve of complexe zorgvraag waarmee zowel het wonen als het onderwijs
geconfronteerd wordt. Veiligheid en fysiek welbevinden staan voorop. Qua leeftijd, niveau
van functioneren en ontwikkelingsperspectief is deze groep heel divers. Het gaat om
leerlingen van zowel het so als het vso. Qua niveau van functioneren en daaraan gekoppeld
ontwikkelingsperspectief gaat het zowel om leerlingen die gebaat zijn bij een
belevingsgericht aanbod als om leerlingen die gebaat zijn bij een taakgericht aanbod.
Daarnaast vragen zij een uitdaging op het juiste niveau zodat zij met dit passende onderwijs
o.a. de zelfstandigheid, zelfredzaamheid, sociale vaardigheden en/of praktische
vaardigheden optimaal kunnen ontwikkelen. Het is van belang dat de aangeboden middelen
en materialen bij hun ontwikkelingsmogelijkheden maar ook bij hun lichamelijk
mogelijkheden aansluiten.
Kameleon:
In de Kameleon zitten leerlingen die qua leeftijd, niveau van functioneren en
ontwikkelingsperspectief zeer divers zijn. Qua leeftijd gaat het om leerlingen van zowel het
so als het vso. Qua niveau van functioneren en daaraan gekoppeld ontwikkelingsperspectief
gaat het zowel om leerlingen die gebaat zijn bij een belevingsgericht aanbod als om
leerlingen die gebaat zijn bij een taakgericht of arbeidsgericht aanbod. Wat hen zo anders
maakt is dat leerlingen van de Kameleon sociaal emotioneel zeer kwetsbaar zijn. Ze kunnen
niet de hele dag in een groep functioneren en zouden niet naar school kunnen als ze in één
van de andere klassen geplaatst zouden moeten worden.
Ze voelen zich onveilig en uiten dat in externaliserende (naar buiten gerichte)
gedragsproblematiek in de vorm van zeer impulsief gedrag, hardnekkig opstandig gedrag of
verbaal en/of fysiek agressief gedrag gericht op zichzelf of anderen. Deze leerlingen voelen
zich niet veilig.
Daarom richten we ons binnen de Kameleon vooral op het herstellen van het gevoel van
veiligheid. We werken aan de basisvoorwaarden die ten grondslag liggen aan dat gevoel van
basisveiligheid. Dat betekent voor ieder kind een basisritme, een basisprogramma, een
basisplek en basiscommunicatie op het individueel niveau van het kind.
13
Voor de meeste kinderen zal het uiteindelijke doel van ‘de Kameleon’ zijn: geheel of
gedeeltelijk instromen binnen de zml schoolsetting. Voor een enkeling zal dit niet haalbaar
blijken. Deze leerlingen blijven in ‘de Kameleon’ onderwijs volgen. Een kind kan enkel in de
Kameleon geplaatst worden als het een mg indicatie heeft en als er vanuit het ciz of vanuit
het samenwerkingsverband extra uren voor begeleiding binnen school beschikbaar zijn.
Samenvattend gaat het om drie typen leerlingen:
 Qua ontwikkelingsniveau zeer jonge leerlingen die nog niet schoolrijp zijn en binnen
‘de Kameleon’ een onderwijs- en ontwikkelingsaanbod krijgen dat voorbereidt op een
schoolplaatsing.
 Leerlingen die uitvallen in de reguliere zml-schoolsetting en die tijdelijk een
onderwijs- of ontwikkelingsaanbod op ‘de Kameleon’ krijgen. Doel is dan een gehele
of gedeeltelijk instroom in een reguliere zml-schoolsetting weer mogelijk maken.
 Leerlingen voor wie instromen in een reguliere zml-schoolsetting niet tot de
mogelijkheden behoort en die onderwijs blijven volgen op ‘de Kameleon’ .
Fijn om te weten:
Omgang met de leerlingen in didactisch opzicht: kijken wat kinderen (aan-)kunnen
Uitgangspunt op De Kom is de gedachte dat elk kind, ongeacht ontwikkelingsniveau,
leermogelijkheden heeft die ontwikkeld moeten worden. Essentieel in de didactische benadering
van de leerlingen is nu het werken in en met de leerroutes: elke leerling kan succes ervaren op
zijn/haar leerniveau. We geven bij de leervakken instructie in kleine groepjes, volgens het direct
instructiemodel, of individueel. De overige leerstofgebieden worden ook klassikaal, groepsgewijs
of individueel onderwezen. Zo sluiten we zo nauwkeurig mogelijk aan bij het instroomniveau.
Leerlingen met een verstandelijke beperking zijn zeer gevoelig voor falen. Vaak ontstaan
gedragsproblemen of emotionele problemen bij overvraging, omdat veel kinderen niet kunnen
zeggen wat er aan de hand is.
Paramedisch team
Onze school heeft een eigen paramedisch team in dienst. Deze bestaat uit een afdeling
fysiotherapie, ergotherapie en logopedie.
De fysiotherapeuten en de ergotherapeuten die aan school verbonden zijn behandelen alleen
leerlingen met een mg-indicatie. Daarnaast ondersteunen en adviseren zij de klassenleiding en
ouders. Leerlingen die geen mg- indicatie hebben maar wel behoefte hebben aan fysiotherapie
of ergotherapie kunnen, bekostigd vanuit de zorgverzekering, behandeld worden door een
extern therapeut met wie de school samenwerkt.
De logopedisten kunnen zowel zml- als mg-leerlingen behandelen. Zij geven individuele- en
groepstherapie aan leerlingen maar worden ook ingezet om de deskundigheid in de klassen op
peil te houden en te vergroten. Overigens worden de adviezen op school ook zoveel mogelijk
doorgesproken met ouders zodat zij thuis in dezelfde lijn aan de slag kunnen.
Therapieën mogen in principe niet tijdens schooltijd gegeven worden, tenzij ze ondersteunend
zijn aan het onderwijsleerproces van de leerling of tenzij er individuele redenen voor de leerling
zijn waarom therapie niet buiten schooltijd kan plaatsvinden. Voor therapie tijdens schooltijd
dient een verzoek ingediend te worden bij de commissie van begeleiding. Deze commissie
besluit of de therapie ondersteunend is aan het onderwijsleerproces van de leerling en of het
verzoek wordt ingewilligd of afgewezen.
14
Sensorische Integratie ( SI)
Leerlingen die problemen ondervinden bij de integratie van hun zintuiglijke waarnemingen
kunnen hiervoor therapie krijgen. De therapie wordt gegeven door de ergotherapeut en de
afdeling fysiotherapie en is alleen toegankelijk voor leerlingen die een mg-indicatie hebben.
Zonder indicatie kunnen leerlingen wel terecht voor onderzoek bij de interne
fysiotherapeuten/ergotherapeut in samenwerking met een externe fysiotherapeut met wie de
school samenwerkt. Als vervolgens blijkt dat behandeling geïndiceerd is, kan deze externe
therapeut via de ziektekostenverzekering wel worden ingeschakeld. Ouders kunnen uiteraard
ook zelf een therapeut zoeken.
Adremo
Fysiotherapeuten geven trainingen aan leerlingen met een ernstige meervoudige beperking en
ze leren hen rijden in een Adremo - elektrische rolstoel. Deze leerlingen zijn fysiek zo ernstig
beperkt dat ze grotendeels afhankelijk zijn van anderen wat betreft voortbewegen,
communicatie, leren en werken. De Adremostoel stelt ze in staat om zich zelfstandig voort te
bewegen en allerlei apparaten te bedienen zoals: communicatieapparatuur, computer,
elektrische apparaten. Dit gebeurt o.a. drie dagdelen per week in een aparte groep en de
training wordt zoveel mogelijk geïntegreerd in het lesprogramma. De ergotherapeut is hier ook
bij betrokken.
De afdeling logopedie begeleidt deze leerlingen hierbij met het leren communiceren via een
communicatieapparaat.
15
Muziektherapie
De muziektherapeute heeft met name een adviserende rol naar klassenleiding. Dit doet zij
o.a. door het geven van periodieke muzieklessen binnen de klassen. Zij ontwikkelt leerlijnen,
werkvormen en/ of methodieken op het gebied van muziek, daar waar bestaand materiaal
ontoereikend of weinig praktisch blijkt voor de specifieke doelgroepen binnen de school.
Daarnaast zorgt de muziektherapeute voor aanschaf en onderhoud van bruikbare en
kwalitatieve muziekinstrumenten en muziekopnames en adviseert klassenleiding over de
mogelijkheden om deze instrumenten optimaal te kunnen gebruiken op de werkvloer.
Advisering vindt plaats in de vorm van individuele coaching van de klassenleiding of d.m.v.
het aanbieden van interne workshops.
Zorgondersteuning
Voor leerlingen die extra zorg of begeleiding nodig hebben om volwaardig deel te nemen aan
het onderwijs kan er op basis van de Jeugdwet of de Wet Langdurige Zorg een indicatie
aangevraagd worden voor ondersteuning op school. Deze zorgondersteuning wordt geleverd
door een zorginstelling. De Kom werkt samen met ’s Heeren Loo en Thuisverpleging
Nijmegen.
Sociale vaardigheidstraining
Voor leerlingen van de midden- en eindgroepen die moeite hebben met het beheersen,
vergroten en richten van de eigen kracht, kennen we de sociale vaardigheidstraining. Dit is een
weerbaarheidstraining die gegeven wordt tijdens schooltijd vanuit de methodiek rots en
watertraining. Leerlingen leren met meer begrip, respect en gevoel omgaan met zichzelf en
anderen. Een zekere mate van reflectie op eigen gedrag en handelen is een voorwaarde voor
deelname.
DTT training
Leerlingen met een autisme spectrum stoornis kunnen op school DTT training krijgen. DTT
staat voor discrete trial teaching. Veel kinderen met ASS en een verstandelijke beperking
ervaren problemen met leren uit de dagelijkse situatie. Waar bijvoorbeeld kinderen zonder ASS
vaardigheden leren door gedrag van ouders of leeftijdsgenootjes na te doen, ontbreekt bij
kinderen met ASS dit vermogen tot spontaan leren. Gestructureerde één-op-één training is dan
noodzakelijk om de ontwikkeling te stimuleren. Hiermee kunnen deze kinderen in een
gestructureerde één op één situatie vaardigheden op verschillende gebieden aanleren,
bijvoorbeeld spel, communicatie, zelfredzaamheid en socialisatie. Kinderen leren vooral op
jonge leeftijd. Vroeg aangeleerde vaardigheden vormen de basis voor de taalontwikkeling en
sociale vaardigheden op latere leeftijd.
De DTT-training bestaat uit meerdere trainingssessies. Tijdens een trainingssessie oefenen we
met het kind alle vaardigheden. Elke vaardigheid bestaat uit deelvaardigheden, die één voor
één worden aangeleerd totdat het kind de vaardigheid volledig beheerst. We belonen het
gewenst gedrag; problematisch gedrag negeren we.
Tijdens de training geven we veel hulp om te voorkomen dat het kind fouten maakt. Hierdoor
neemt de kans op beloning toe en is de training leuk.
De DTT trainingen op De Kom worden verzorgd door de Driestroom. Ouders dienen hun kind
zelf bij de Driestroom aan te melden voor DTT training.
16
Hoofdstuk 4. De Kom en de leerlingenzorg.
De commissie van begeleiding is verantwoordelijk voor de zorg voor de leerlingen. Elk jaar
komen vaste onderdelen aan bod:
4.1
Aanmeld- en intakefase
4.2.
Opstellen eerste ontwikkelingsperspectief (OPP)
Ouders die een eerste oriëntatie op het ZML-onderwijs wensen, hebben eerst een
gesprek met de directeur en een rondleiding door de school. Hierna kunnen ouders
besluiten hun kind aan te melden. Dit kan telefonisch bij de directeur. Zodra de
aanmelding een feit is, wordt het kind op de aanmeldingenlijst geplaatst en wordt er
een toelaatbaarheidsverklaring aangevraagd bij het samenwerkingsverband.
Afhankelijk van hoe de aanmelding tot stand gekomen is, regelt De Kom of de school
van herkomst de aanvraag voor deze toelaatbaarheidsverklaring. De trajectbegeleider
vraagt de benodigde informatie op bij ouders en bij de huidige voorziening. Hiermee
kan de school zich een zo goed mogelijk beeld vormen van uw kind: wat zijn de
mogelijkheden, wat is bijzonder aan uw kind? Wat heeft uw kind nodig om goed
onderwijs te kunnen volgen?
Indien de toelaatbaarheidsverklaring wordt afgegeven, plant de orthopedagoog een
observatie van uw kind op groep/klas van de school of van de instelling waar het kind
op dat moment heen gaat. Er is dan ook een gesprek met de leiding van de groep of
klas. Van dit alles maakt de orthopedagoog een samenvattend observatieverslag.
Daarnaast heeft de schoolmaatschappelijk werker een gesprek met de ouders over de
voorgeschiedenis van het kind en over de verwachtingen van de ouders ten aanzien
van schoolplaatsing. Ook hiervan wordt een verslag gemaakt. De schoolarts heeft
telefonisch een gesprek met ouders over de medische geschiedenis van het kind en
maakt hiervan een verslag. De intern begeleider bekijkt alle beschikbare gegevens
van het kind.
Vervolgens vindt het intakegesprek plaats met ouders / wettelijk vertegenwoordigers
en een deel van de commissie van begeleiding; namelijk de directeur, intern
begeleider, orthopedagoog en schoolmaatschappelijk werker. De schoolarts neemt op
aanvraag deel aan het intakegesprek. Alle verslagen worden besproken. Ouders
geven aanvullende informatie en vertellen wat ze verwachten van de plaatsing op de
school en van de ontwikkeling van hun kind. Zo krijgen we samen een eerste beeld
van het kind en van de verwachtingen van de ontwikkelingsmogelijkheden.
Met alle gegevens vanuit het intakegesprek wordt een leerroute vastgesteld en wordt
het startverslag door de intern begeleider opgesteld. In het startverslag staat o.a. in
welke leerroute het kind geplaatst wordt en in welke klas het deze leerroute gaat
volgen. Ook vermelden we de individuele aandachtspunten van de leerling zoals die zijn
geformuleerd tijdens de intakefase door school en ouders.
Dit startverslag wordt ter ondertekening naar ouders/wettelijk vertegenwoordigers
gestuurd. Voor zeer jonge leerlingen die nieuw op school komen, wordt nog geen
leerroute bepaald. Dat gebeurt na een jaar.
Wanneer het startverslag gereed is, kan het kind op school geplaatst worden. Er zijn
verschillende manieren om de leerling te laten wennen aan zijn/haar nieuwe school.
Een leerling kan een kijkje nemen in de klas of één of meerdere dagdelen mee gaan
draaien. Als het nodig is, wisselen we foto’s uit om de leerling alvast wat te laten
wennen. Of dit inderdaad nodig is, bespreken we natuurlijk met ouders/ wettelijk
vertegenwoordiger/verzorger.
De eerste weken op school gebruiken we om de leerling te laten wennen, hem/haar
te leren kennen, te observeren en de eerste gegevens vast te leggen.
17
De leerkracht scoort de leerling in het leerlingvolgsysteem op de belangrijkste
vakgebieden. De observatieperiode sluiten we na 6 weken af.
Voor iedere leerling wordt binnen 6 weken na plaatsing een eerste
ontwikkelingsperspectief opgesteld en intern besproken. Het ontwikkelingsperspectief
is een inschatting van ontwikkelingsmogelijkheden van een leerling voor een
bepaalde langere periode, gebaseerd op de verwachte uitstroom. Korter gezegd: wat
denken we dat de leerling op onze school gaat leren.
Daarna wordt een OPP bespreking gepland met ouders/wettelijk vertegenwoordigers,
leerkracht en intern begeleider waarin het ontwikkelingsperspectief wordt besproken.
De orthopedagoog is op verzoek bij dit gesprek aanwezig. Naar aanleiding van de
bespreking met ouders/wettelijk vertegenwoordigers kan het OPP nog worden
bijgesteld.
Bij het opstellen van het OPP, kiezen we de meest geschikte leerroute. Zoals u al
hebt kunnen lezen, heeft De Kom vijf leerroutes. Iedere leerroute leidt tot een
uitstroombestemming.
4.3
Bijstellen ontwikkelingsperspectief
4.4
Didactische onderzoeken:
Zo snel mogelijk na de plaatsing van uw kind, maar niet noodzakelijkerwijs binnen 6
weken, doet de logopediste een screeningsonderzoek. De bevindingen worden
vastgelegd in een verslag met een advies voor al dan niet logopedische behandeling.
Per leerling zal bekeken worden of therapie tijdens schooltijd mag plaatsvinden.
De fysiotherapeut neemt bij alle leerlingen met een mg indicatie een
screeningsonderzoek af en bij zml leerlingen op aanvraag van de commissie van
begeleiding. Ook van dit onderzoek worden de bevindingen vastgelegd in een verslag
met een advies voor al dan niet fysiotherapeutische behandeling. Ook hierbij geldt dat
per leerling bekeken zal worden of therapie tijdens schooltijd mag plaatsvinden.
De orthopedagoog doet zo nodig aanvullend onderzoek of observeert de nieuwe
leerling. De intern begeleider doet tenslotte zo nodig aanvullend didactisch onderzoek.
Al deze bevindingen worden meegenomen in het bijstellen van het
ontwikkelingsperspectief.
In november/december worden de vorderingen van alle leerlingen in het
leerlingvolgsysteem bijgewerkt en wordt het ontwikkelingsperspectief voor iedere
leerling, dus ook voor de nieuwe leerlingen, bijgesteld. In januari/februari vinden de
OPP besprekingen met ouders/wettelijk vertegenwoordigers plaats.
Leerlingen van 16 jaar of ouder mogen –als ouders dit ook willen- bij de OPP bespreking
aanwezig zijn. De directeur van de school tekent het OPP namens het bevoegd gezag.
Als ouders akkoord gaan met de inhoud van het OPP bevestigen ze dit met hun
handtekening. In mei worden de vorderingen van alle leerlingen een tweede keer in het
leerlingvolgsysteem bijgewerkt. In juni wordt met ouders een gesprek gepland over de
vorderingen van de leerling. Er wordt momenteel gewerkt aan het ontwikkelen van een
grafische weergave. We bespreken dan met u hoe het komt dat die vooruitgang er wel
of niet is, en waar dit toe zal leiden; het ontwikkelingsperspectief van uw kind. De
vorderingen van de leerlingen worden geregistreerd in het Maatwerk Leerling
Volgsysteem (MLS)
Aan het begin van het schooljaar nemen de intern begeleiders in overleg met de
klassenleiding didactische onderzoeken af. Dit doen we bij alle leerlingen van de
school die werken aan de schoolse vaardigheden, technisch en begrijpend lezen,
rekenen en spelling. Het gaat hierbij om niet methode gebonden toetsen, die een
aanvulling vormen op het leerlingvolgsysteem. De resultaten van de afgenomen toets
dragen bij aan het juist scoren van de leerling in het leerlingvolgsysteem.
18
4.5
Leerling-besprekingen:
Tweemaal per jaar, in het najaar en in het voorjaar, zijn er met iedere klas leerlingbesprekingen om de ontwikkelingsperspectief plannen actueel te houden. Tijdens een
leerlingbespreking bespreken we alle leerlingen van een klas. Hierbij zijn aanwezig de
klassenleiding, intern begeleider en de orthopedagoog. Voor de so klassen uit de 3, 4
en 5 stroom en voor de vso klassen uit de 4 en 5 stroom wordt voor de
leerlingbespreking in het najaar meer tijd gereserveerd en zijn ook de betrokken
therapeuten aanwezig. Op deze manier willen we een meer multi disciplinaire
werkwijze bewerkstelligen.
Van elke leerling:
a. Kijken we of de doelen, die in het OPP zijn geformuleerd nog gelden of moeten
worden bijgesteld.
b. Kijken we hoe we de verschillende therapieën en het onderwijsaanbod het best
op elkaar kunnen afstemmen.
c. Gaan we na of de afspraken die tijdens OPP besprekingen zijn gemaakt over bv.
doorverwijzingen, aanvullende onderzoeken e.d. zijn nagekomen.
d. Als er nieuwe problemen met een leerling zijn, bespreken we dit. Eventueel
kunnen we ervoor kiezen de leerling bij de commissie van begeleiding aan te
melden.
4.6
Groepsplanbesprekingen:
4.7
Werkgroepen:
4.8
Voor iedere klas is er twee keer per jaar een groepsplanbespreking. De
groepsplannen van de klas wordt dan besproken. Hierbij zijn aanwezig de leerkracht
en intern begeleider.
De werkgroepen zijn verdeeld in clusters namelijk so 1 en 2 stroom en so 3, 4 en 5
stroom, vso 1 en 2 stroom en vso 3, 4 en 5 stroom. In de werkgroepen bespreken we
de veranderingen die het OPP met zich meebrengt en de gevolgen die het heeft voor
het leerlingvolgsysteem (MLS).
Signalering en begeleiding van leerlingen met extra problemen.
We kijken zorgvuldig in welke groep de leerling het beste past. Toch verloopt soms
niet alles zoals we dat zouden willen: we signaleren bijvoorbeeld problemen op de
volgende gebieden:
a. Op didactisch gebied: de doelen, zoals geformuleerd in het OPP zijn ondanks
bijstelling niet haalbaar. Uit het leerlingvolgsysteem blijkt dat er gedurende een
periode niet de verwachte vooruitgang te zien is.
b. Op pedagogisch gebied: een leerling vertoont gedragsproblemen, hij profiteert
onvoldoende van het aangepaste pedagogisch klimaat in de klas en de
aanpassingen die de klassenleiding al heeft doorgevoerd.
c. Op lichamelijk/medisch gebied: de lichamelijke problematiek neemt toe en werkt
in toenemende mate belemmerend op de overige ontwikkeling.
d. Op logopedisch gebied: stagnering van de communicatie of
spraaktaalontwikkeling terwijl de logopedist bij de screening en/of behandeling
wel deze verwachting had.
e. Op motorisch gebied: vermoeden van achterliggende sensorische problematiek
vanwege toename of blijvende ernstige concentratieproblemen, hyperactiviteit of
achteruitgang of stagnatie van de motorische ontwikkeling.
19
f.
Een leerling functioneert niet goed in een bepaalde leerstroom. We kijken dan of
een andere leerstroom beter past bij zijn mogelijkheden en hulpvraag.
Deze signalering vindt plaats tijdens de leerling-besprekingen en OPPbesprekingen. Maar ook tussendoor kan er een probleem zijn, dat niet kan
wachten tot een volgende bespreking. Bij elke signalering vult de klassenleiding
het digitale formulier ‘aanmelding bij commissie van begeleiding’ in MLS in.
In de commissie van begeleiding kijken we dan wie de vraag in behandeling
neemt. Dit is afhankelijk van de vraagstelling. Binnen twee weken moet duidelijk
zijn wie hiermee verder gaat. Daarvoor worden concrete afspraken gemaakt.
De intern begeleider richt zich vooral op vragen op gebied van didactiek; het
leren en de leervorderingen. De orthopedagoog op vragen op gebied van gedrag.
Soms speelt de commissie van begeleiding vragen rechtstreeks door naar de arts,
logopedist of de fysiotherapeuten. Bij crisissituaties is het altijd mogelijk om van
deze procedure af te wijken.
4.9
Klassenbesprekingen:
4.10
Twaalfjaarsbesprekingen
Minimaal één keer per jaar is er een klassenbespreking. De eerste bespreking vindt
plaats in de eerste maand van het schooljaar. Hierbij zijn aanwezig de klassenleiding,
intern begeleider en teamleider. De eerste bespreking is altijd gepland, volgende
besprekingen kunnen aangevraagd worden. Doel van de klassenbespreking is om de
stand van zaken in de klassen door te nemen. Samen kijken we dan naar
klassenorganisatie, samenwerking, oudercontacten etc. Tijdens de
klassenbesprekingen spreken we in elk geval niet over individuele leerlingen.
Voor alle leerlingen die in een schooljaar 12 jaar worden is er een bespreking met
ouders/wettelijk vertegenwoordigers. Hierbij zijn de klassenleiding en de intern
begeleider of orthopedagoog aanwezig. Doel van het gesprek is stilstaan bij het
vervolgonderwijs van de leerling op basis van leerresultaten en eventuele
belemmerende en bevorderende factoren. Vervolgonderwijs kan bestaan uit een
vervolgjaar in een so-klas, uitstroom naar een vso-klas binnen De Kom, of uitstroom
naar praktijkonderwijs.
4.11 Zeventienjaarsbesprekingen/toekomstgesprek:
Voor alle leerlingen die in een schooljaar zeventien jaar worden, is er een bespreking
met ouders/wettelijk vertegenwoordigers. Hierbij zijn ook de stagecoördinator /
teamleider vso, klassenleiding en indien gewenst de leerling zelf aanwezig.
Doel van het gesprek is tweeledig:
 oriëntatie op de komende jaren, waarin stage en voorbereiding op de
uitstroombestemming centraal staan.
 we bekijken de regelingen die er zijn op gebied van financiering, aanvullingen,
uitkeringen.
Gezien de huidige ontwikkelingen rond de Participatiewet; is het voor sommige
leerlingen wenselijk om dit gesprek te vervroegen. Op aanvraag van leerling,
ouders/verzorgers of klassenleiding kan dit gesprek eerder plaatsvinden.
4.12
Overdracht leerling-gegevens
Bij doorplaatsing naar een andere klas volgt de klassenleiding het protocol
‘overplaatsingen’. Het leerlingvolgsysteem wordt bijgewerkt en er is een gesprek met de
leerkrachten van de oude en de nieuwe klas. Dit gesprek voeren we aan de hand van
een aantal aandachtspunten die in het protocol staan.
20
De bedoeling van dit gesprek is dat de begeleiding in de nieuwe klas zo goed mogelijk
aansluit bij de benaderingswijze in de oude klas: de doorgaande lijn.
4.13 Transitiedocument (voorheen eindverslag)
De klassenleiding stelt voor schoolverlaters een transitiedocument op aan de hand van
de onderstaande punten. Waar mogelijk hebben leerlingen zelf een inbreng in dit
document.
 Relevante medische gegevens en diagnose
 Sociale en emotionele ontwikkeling
 Communicatie en taalgebruik
 Zelfredzaamheid
 Werkhouding en aanpakgedrag
 (Picto)Lezen
 Schrijven/spelling
 Rekenen/tellen
 Wonen
 Werken
 Vrije tijd
 Burgerschap
 Certificaten
 Stageverloop: door stagecoördinator
 Relevante verslagen.
De begrippen die hier staan, beschrijven we duidelijk in het transitiedocument. In het
stageverloop wordt de uitstroombestemming verder beschreven. Elk aandachtspunt is weer
onderverdeeld in sub-onderwerpen. Relevante verslagen worden wel genoemd maar zijn pas
compleet opvraagbaar als u als ouder/wettelijk vertegenwoordiger toestemming hiervoor geeft.
We geven nooit dossiergegevens aan derden, tenzij u daarvoor schriftelijke toestemming hebt
gegeven. Ook voor het toezenden van het transitiedocument aan de toekomstige werkplek
vragen we u deze toestemming.
Getuigschrift Speciaal Onderwijs: bij het verlaten van De Kom, ontvangt de leerling een
officieel getuigschrift, waarop vermeld staat aan welke vakgebieden gewerkt is gedurende de
vso periode en waar de leerling naar toe gaat.
Dit getuigschrift wordt uitgereikt door de directie.
4.14
Specialisaties De Kom
1. Onderwijs aan leerlingen met een stoornis binnen het autistisch spectrum.
De Kom heeft veel leerlingen met een verstandelijke beperking die tevens een
stoornis binnen het autistisch spectrum hebben (ASS). Deze leerlingen zitten meestal
verspreid in alle klassen. Daarnaast zijn er vier specifieke klassen,
(de ‘auti-klassen’, 4-stroom) waar alleen maar leerlingen met een autisme-spectrumstoornis zitten of leerlingen met een buitengewone behoefte aan structuur. Deze
klassen zijn bedoeld voor die leerlingen die niet kunnen functioneren in onze gewone
heterogene klassen. Op De Kom is de begeleiding van de kinderen met een stoornis
binnen het autistisch spectrum afgestemd op hun dubbele beperking: de autistische
stoornis én de verstandelijke beperking.
21
Op De Kom werken we bij de begeleiding van leerlingen met ASS niet volgens één
bepaalde methodiek. We maken gebruik van verschillende methodieken zoals
elementen uit ‘Teacch’ en elementen uit ‘Geef me de 5’.
Kinderen met ASS zijn vaak persoonsafhankelijk. Als structuren onvoldoende duidelijk
voor hen zijn, zoeken ze hun toevlucht noodgedwongen tot personen. Iedere persoon
is echter anders. Bovendien zijn personen niet onbeperkt beschikbaar en kunnen
personen weer verdwijnen uit het leven van een kind. Structuren kunnen echter door
de tijd heen hetzelfde blijven.
Uitgangspunt in de ontwikkeling van kinderen met ASS is daarom de ontwikkeling van
persoonsafhankelijk naar structuurafhankelijk met als uiteindelijk doel volledige
zelfstandigheid binnen de mogelijkheden van het kind. Volledige zelfstandigheid is
bereikt als structuren geïnternaliseerd zijn. Het is belangrijk om structuren helder en
duidelijk neer te zetten. Daarom is de kern in de begeleiding van leerlingen met ASS
op De Kom het verhelderen en vereenvoudigen van hun omgeving.
Door een leerling met ASS duidelijkheid te geven op de 5 (wie, wat, waar, wanneer
en hoe), bieden we optimale structuur en duidelijkheid. In de wereld buiten school
wordt vaak minder duidelijkheid gegeven. De wereld past zich niet altijd aan onze
leerlingen met ASS aan. Het is onze taak als school om leerlingen zo goed mogelijk
voor te bereiden op een leven in de maatschappij. Ieder op het eigen niveau en met
eigen mogelijkheden. We kunnen bij leerlingen met ASS de problemen in de
informatieverwerking niet wegnemen. Ze zullen in de maatschappij situaties tegen
komen die niet goed afgestemd zijn op hun problematiek. We kunnen het gedrag van
leerlingen met autisme uitleggen aan anderen, maar we kunnen onze leerlingen met
ASS ook leren zo goed mogelijk met situaties in de maatschappij om te gaan. Dit
kunnen ze niet leren als we situaties die moeilijk voor hen zijn van hen weg proberen
te houden. We willen leerlingen met ASS stapje voor stapje leren omgaan met
moeilijke situaties. Het helpt als een leerling een goed basisfundament heeft kunnen
opbouwen. Het helpt ook als we hen helpen moeilijke situaties te benaderen vanuit
de 5. Het is belangrijk moeilijke situaties met de leerling voor te bereiden en te
proberen de leerling te laten wennen door steeds maar één variabele van de 5 te
veranderen.
22
2. Onderwijs aan leerlingen met een meervoudige beperking binnen de mg-afdeling van
De Kom (5-stroom).
De Kom heeft een afdeling voor leerlingen met een meervoudige beperking.
Deze mg-afdeling is er voor leerlingen die naast hun verstandelijke beperking een
fysieke of motorische beperking hebben waardoor zij in meer of mindere mate
afhankelijk zijn van hun omgeving op gebied van ADL-vaardigheden, leerproces,
communicatie en algemene ontwikkeling. Hierdoor vragen deze leerlingen gemiddeld
meer lichamelijke verzorging en ondersteuning dan de leerlingen in de andere
leerstromen van De Kom. Soms wijken we hiervan af. Het gaat dan bijvoorbeeld om
zeer kwetsbare kinderen, bij wie uit observatie en besprekingen gebleken is dat de
veiligheid, ondersteuning en kennis van de mg-klas nodig is om verder tot
ontwikkeling te komen. We bekijken elk jaar of zij de veiligheid, bescherming en
specifieke deskundigheid van de mg-afdeling nog nodig hebben of dat zij in een
gewone (v)so-klas kunnen functioneren. Naast het bieden van verzorging en
ondersteuning vinden we het bieden van rust en veiligheid belangrijk. Dit is een
voorwaarde om te komen tot optimale ontwikkeling van de mogelijkheden van deze
leerlingen. Het pedagogisch klimaat, de wijze van omgaan met de leerlingen en het
aanbod kent wel een opbouw per leeftijdscategorie. In de jongste so-klas ligt de
nadruk op rust, beeldvorming en het organiseren van voorwaarden die nodig zijn om
tot leren te komen. In de hogere klassen van het so en in het vso blijven de veiligheid
en rust van belang, maar staat gericht werken aan de functie- en leerontwikkeling
van de leerlingen meer op de voorgrond. Daarnaast bieden we in het vso de leerling
ook meer uitdaging. Dan komt de nadruk meer te liggen op het ontwikkelen van de
praktische vaardigheden door het aanbod van arbeidsoriënterende activiteiten en
praktijkvakken. In de hoogste klassen resulteert dit in arbeidstoeleiding en stages.
Bij dit alles speelt het paramedische team binnen de mg-afdeling een grote rol.
 ADL-handelingen/paramedische handelingen (bv. in rolstoel zetten,
aankleden, kokers aandoen).
 Leertrajecten waarbij (intensieve) begeleiding van paramedici plaatsvindt (bv.
Adremorijden, alternatieve aansturing, computer).
 Integratie van de voortgang van ondersteunende middelen/hulpmiddelen.
23
Hoofdstuk 5. Samenwerkingsrelaties en externe partners
’s Heeren Loo
Het gebouw van De Kom is gesitueerd in Druten, op het terrein van ’s Heeren Loo Zuid, een
centrum voor dienstverlening aan mensen met een verstandelijke beperking en waar we veel
mee samenwerken. Zo kunnen de leerlingen van De Kom gebruik maken van de naschoolse
opvang die ’s Heeren Loo Zuid biedt. ‘s Heeren Loo Zuid biedt leerlingen tevens
vakantiedagopvang. De Kom stelt haar gebouw tijdens de reguliere vakanties beschikbaar voor
deze opvang.

De orthopedisch instrumentmaker en de orthopedisch schoenmaker. In principe geldt dit
voor leerlingen met een mg-indicatie, maar indien noodzakelijk zijn de poli’s ook te
bezoeken door andere leerlingen. Eén en ander wordt geregeld door de
fysiotherapeuten.

Met leerlingen van de mg-afdeling en een aantal so-groepen maken we gebruik van het
zwembad van ’s Heeren Loo. Een aantal groepen maakt gebruik van de snoezelruimte,
de gymzaal op het terrein, evenals van de activiteitenhal ‘De Wielewaal’ en de
kinderboerderij.

De Kom werkt op een aantal gebieden samen met Advisium. Advisium is het
expertisecentrum van ’s Heeren Loo.
Diagnostiek:
Ouders kunnen bij Advisium terecht voor diagnostisch onderzoek. Omdat De
Kom gelegen is op het terrein van ’s Heeren Loo Druten is het voor de werknemers
van Advisium gemakkelijk om het kind tijdens schooltijd te observeren. De lijnen zijn
kort en informatie is snel over en weer uitgewisseld.
Therapieën:
Leerlingen van De Kom voor wie specifieke behandeling geïndiceerd is, kunnen dit
krijgen bij Advisium. Afhankelijk van de hulpvraag kan Advisium speltherapie,
creatieve therapie, muziektherapie of psychomotore therapie bieden. De therapie bij
Advisium kan tijdens schooltijd gegeven worden mits deze ondersteunend is aan het
onderwijs- leerproces van de leerling. De vraag voor therapie tijdens schooltijd dient
bij de commissie van begeleiding ingediend te worden. Zij nemen het besluit of de
therapie tijdens schooltijd kan plaatsvinden als ze ondersteunend zijn aan het
onderwijs- leerproces.
Zindelijkheidstraining:
Kinderen bij wie het niet lukt om op de gangbare wijze zindelijk te worden kunnen bij
Advisium aangemeld worden voor zindelijkheidstraining . Deze trainingen zijn met
name in de beginfase erg intensief. De trainers van Advisium kunnen tijdens deze
intensieve fase op school starten met de zindelijkheidstraining.
Aandachtfunctionaris seksualiteit:
Voor specifieke vragen over seksualiteit en seksualiteitsbeleving, alsmede voor advies
bij seksuele intimidatie of seksueel misbruik kunnen de orthopedagogen van De Kom
op consultbasis terecht bij de aandachtfunctionaris seksualiteit van Advisium.
24
Diëtiste:
Zij is gespecialiseerd in voedingsadviezen en dieetbegeleiding aan mensen met een
verstandelijke beperking. Zij kan voor de leerlingen benaderd worden hiervoor.
Voor alle diensten van Advisium geldt dat een geldige indicatie bij het ciz
aangevraagd dient te worden. Ouders zijn zelf verantwoordelijk voor het aanvragen
van deze indicatie. De schoolmaatschappelijk werkster van De Kom of de
zorgbemiddelaar van ’s Heeren Loo kunnen hierbij hulp bieden.

MEE: schoolmaatschappelijk werk, consulenten
De Kom maakt gebruik van de expertise van MEE. Een maatschappelijk werkster van
MEE heeft zitting in de commissie van begeleiding van de school. Daarnaast
verwijzen we ouders met eventuele hulpvragen in de thuissituatie door naar het
sociale zorgteam van de gemeente waarin ouders wonen. De Kom heeft contact met
een consulente arbeid van het jongerenloket Nijmegen, zij adviseert en helpt zo
nodig bij stage en uitstroom.

GGD: schoolarts
De GGD biedt jeugdgezondheidszorg op maat. Dat wil zeggen dat zij de zorg
afstemmen op de behoeften van ouders en kind.
Onderzoek op vaste momenten
Bij alle leerlingen van 5, 8, 11 en 14 jaar wordt de lengte en het gewicht gemeten.
Met 5 en 11 jaar worden ook de ogen getest. Tot slot wordt vanaf november 2015 de
bloeddruk gemeten van alle kinderen bij wie overgewicht of obesitas geconstateerd
is. Alle ouders krijgen vooraf bericht over het onderzoek en kunnen aangeven of ze
aanwezig willen zijn. Daarnaast krijgen ouders van de 5- en 11-jarigen een
aandachtspuntenlijst, zodat ze kunnen aangeven waarover ze zorgen hebben en
wellicht met de GGD in gesprek willen. Ouders leveren deze lijst in bij de leerkracht.
Leerlingen van 14 jaar vullen (indien mogelijk) een vragenlijst in in de klas in
aanwezigheid van de verpleegkundige. Het GGD-team gebruikt de
aandachtspuntenlijst / ingevulde vragenlijst om te bepalen of een kind extra zorg
nodig heeft. Ouders krijgen altijd schriftelijk bericht over de resultaten van het
onderzoek.
Nieuw aangemelde leerlingen
De jeugdarts neemt de dossiers van alle nieuw aangemelde leerlingen van de school
door. Daarna neemt zij telefonisch contact op met de ouders van deze kinderen. Zo
nodig nodigt zij op grond van haar bevindingen ouders en leerlingen uit voor een
gesprek.
De jeugdarts licht de school in aangaande de medische toestand van de leerling en
de daaruit voortvloeiende consequenties. De fysiotherapeuten, logopedisten en
ergotherapeuten werken via de commissie van begeleiding onder de
verantwoordelijkheid van de schoolarts.
Zorg op maat
Kinderen die extra aandacht nodig hebben, worden uitgenodigd voor een uitgebreider
onderzoek of een gesprek. Dit wordt gedaan op basis vaneen vraag van de ouders,
de leerling, de school en/of op grond van eerdere bevindingen.
25
Leerkrachten kunnen het team Jeugdgezondheidszorg rechtstreeks laten weten dat
een kind zorg op maat nodig heeft of door een signaleringslijst in te vullen. School
brengt de ouders op de hoogte dat voor een kind zorg op maat aangevraagd wordt
bij de GGD.
Contact met zorgcoördinator / intern zorgoverleg
Het team Jeugdgezondheidszorg sluit (indien mogelijk) aan bij intern zorgoverleg
en/of heeft regelmatig contact met de zorgcoördinator om zorgleerlingen te
bespreken en op grond daarvan eventueel extra zorg te verlenen.
Collectieve preventie
Het team Jeugdgezondheidszorg kan in overleg met school adviseren en meedenken
over collectieve preventie. Er kan ondersteuning verleend worden bij thema’s als:
gezond eten, bewegen, roken, alcohol, relaties en seksuele vorming.
Iedereen kan een afspraak maken
De GGD wil bereikbaar zijn voor (ouders van) alle leerlingen op onze school. Heeft u
als ouder vragen over opvoeding, groei en /of ontwikkeling van uw kind? Dan kunt u
altijd een gesprek aanvragen met een van de medewerkers van de
GGD jeugdgezondheidszorg. Tijdens dit gesprek wordt samen met u gezocht naar
mogelijkheden om de gezondheid en het welzijn van uw kind (verder) te verbeteren.
U kunt bellen met het bedrijfsbureau (088-1447111), bereikbaar op werkdagen
tussen 08.30 uur en 14.00 uur. Zij zullen een medewerker vragen om contact met u
op te nemen.

Actief Maas en Waal: Combinatie Functionaris G-sport
Een vakleerkracht Bewegingsonderwijs van de Kom heeft een aantal uren als
combinatiefunctionaris G-sport. Deze richt zich op de leerlingen van 6 t/m 19 jaar uit
het speciaal onderwijs. Doel hierbij is het vergroten van de sport- en
beweegparticipatie van onze kinderen en jongeren na schooltijd bij een
sportvereniging. Daarvoor worden i.s.m. lokale sportverenigingen diverse sportclinics
aangeboden. Door deze clinics kunnen de leerlingen op school, in een vertrouwde
omgeving, kennis maken met de sport en de trainers.
De combinatiefunctionaris brengt leerlingen en hun ouders in contact met
sportaanbieders die een goed aangepast sportaanbod hebben. Ook heeft zij contact
met sportorganisaties zoals De Gelderse Sportfederatie, NOC-NSF, Special Olympics,
Special Heroes en Uniek sporten. Voor vragen over sportmogelijkheden kunnen
ouders en leerlingen bij de combinatiefunctionaris terecht.

Centrum voor Consultatie en Expertise
Het komt voor dat het met een leerling op school en/of in de thuissituatie niet goed
gaat. Er kan sprake zijn van ernstig probleemgedrag en de situatie dreigt vast te
lopen. Via de reguliere instanties kan onvoldoende hulp geboden worden. In overleg
met ouders kan met zo’n complexe hulpvraag door school of door ouders kosteloos
een beroep gedaan worden op het CCE. Het CCE heeft een uitgebreid netwerk van
deskundigen die advies op maat bieden en kunnen helpen bij de uitvoering daarvan.

Kleur; ambulant autisme team (AAT)
Daar waar specifieke behandeling of begeleiding in de thuissituatie nodig is bij het
opvoeden van een autistisch kind kan school ouders adviseren contact op te nemen
met het ambulant autismeteam van Kleur.
26
De Kom kan ouders adviseren contact op te nemen met het AAT. Ouders dienen zelf
aan te melden. Voor begeleiding vanuit het AAT is een diagnose autisme nodig en
een geldige indicatie. Ouders zijn verantwoordelijk voor het aanvragen van deze
indicatie.

Visio
Visio verzorgt de visusfunctieonderzoeken op school, verzorgt de verslaglegging van
deze onderzoeken en zit de nabesprekingen voor, geeft advies en komt op school
voor observatie.

Maartenskliniek: revalidatiearts
Er zijn contacten met de revalidatiearts van de Maartenskliniek.
Voorheen kwam de revalidatiearts tweemaal per jaar naar school om samen met
ouders en therapeuten de ontwikkeling van de leerling te bekijken en nieuwe
afspraken te maken over de behandeldoelen en/of ondersteuningsmogelijkheden.
Door een verandering van beleid kan hij niet meer naar school komen en houden de
therapeuten telefonisch contact met hem.
Daar waar mogelijk en noodzakelijk gaat de therapeut met de leerling en de ouders
mee naar de Maartenskliniek.

Praktijk voor kinderfysiotherapie Nicole Duijkers
Leerlingen zonder mg-indicatie kunnen onder bepaalde voorwaarden onder schooltijd
door een externe fysiotherapeut, fysiotherapie en/of sensorische integratie therapie
krijgen binnen de school of in de praktijk.
Therapieën mogen in principe niet tijdens schooltijd gegeven worden, tenzij ze
ondersteunend zijn aan het onderwijsleerproces van de leerling of tenzij er individuele
redenen voor de leerling zijn waarom therapie niet buiten schooltijd kan plaatsvinden.
Voor therapie tijdens schooltijd dient een verzoek ingediend te worden bij de commissie
van begeleiding. Deze commissie besluit of de therapie ondersteunend is aan het
onderwijsleerproces van de leerling en of het verzoek wordt ingewilligd of afgewezen.
27
Hoofdstuk 6. De Kom en de verplichte onderwijstijd.
Leerlingen jonger dan 7 jaar volgen 880 uur onderwijs per schooljaar en alle leerlingen die
ouder zijn volgen minimaal 1000 uur onderwijs per schooljaar. Daarmee voldoen we aan de
eisen die de inspectie stelt aan het aantal lesuren. In de bijlage vindt u de schooltijden en
pauzetijden. Als een leerkracht of klassenassistent ziek is zoeken we een goede vervanging. Als
dat niet lukt zorgen we ervoor dat uw kind toch op een goede en verantwoorde manier op
school wordt opgevangen.
Zo gaat er geen onderwijstijd verloren.
Wijziging pauzetijden vso 2015-2016
Wat zegt de wet : VSO: pauzekwartier ochtend telt niet mee als onderwijstijd.
Het voortgezet speciaal onderwijs is sinds de Wet kwaliteit (voortgezet) speciaal onderwijs
meer gebaseerd op het reguliere voortgezet onderwijs.
Leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs moeten zoveel mogelijk worden behandeld
als leerlingen in het reguliere voortgezet onderwijs. Dit heeft consequenties voor de
onderwijstijd in het vso. In het vso werd het kwartier pauze in de ochtend lange tijd
gerekend als onderwijstijd, zoals dat in het primair onderwijs gebruikelijk is. Dit beleid was
niet gebaseerd op de voor het vso geldende wetgeving. In het vervolg mag, net als in het
vo, de pauzetijd van 15 minuten in de ochtend niet als onderwijstijd worden meegerekend.
Dit geldt voor alle uitstroomprofielen van het vso.
In schooljaar 2015-2016 zal de inspectie consequenties verbinden aan het niet-naleven van
de wetgeving voor onderwijstijd.
Hoe gaan we dit oplossen op de Kom:
We kiezen niet voor de optie om de begin en eindtijden van het vso te wijzigen.
Dit heeft grote consequenties voor het ouders / verzorgers en de vervoerders.
Komend schooljaar wordt er gekeken naar een 5 gelijke dagenrooster en dan wordt deze
optie opnieuw bekeken.




Op de vso vergadering kiest men er unaniem voor om niet buiten te eten.
De opties zijn om 2x 15 minuten buiten te spelen of 1x 30 minuten
Voor 2x 15 minuten kiezen de klassen : vsoe1; vsoe2; vsoa1; vsoe3; vsom3; vso4
Voor 1x 30 minuten kiezen de klassen : vsoa4; vsoa5; vsom5; vsoe5; vsoe4; vsoa3.
Vakantierooster
Bij het maken van het vakantierooster volgen we de regionale roosters en de landelijke
voorschriften. We vieren samen Sinterklaas, kerst, carnaval, Pasen en het grote schoolfeest net
voor de vakantie. Dit alles staat op het activiteitenplan in het rooster vermeld. Buiten deze
tijden is het niet mogelijk om vrij te vragen voor uw kind. Als dat problemen oplevert kunt u dit
bespreken met de directie van De Kom.
Afwezigheid
Als kinderen afwezig zijn registreren we dat. Als we vinden dat uw kind vaak of zonder reden
afwezig is, kunnen we besluiten de leerplichtambtenaar in te schakelen. Maar daarvóór hebben
we dan al een gesprek met u gehad.
28
Hoofdstuk 7. De Kom en de financiën.
Het ministerie van O.C. en W betaalt het onderwijs, ook het onderwijs van De Kom. Van dit
geld kunnen we de school, de gebouwen en het onderhoud, lesmateriaal, salarissen etc.
betalen. Maar er zijn ook zaken die de minister niet betaalt: feesten en excursies, bijzondere
leermiddelen bijvoorbeeld. Hiervoor vragen we een ouderbijdrage, die overigens wel vrijwillig is.
Het schoolzwemmen betalen we samen: De Kom betaalt wat en we vragen een bijdrage van u.
Voor schooljaar 2015-2016 ziet het kostenplaatje er als volgt uit:
De bijdrage voor het zwemmen is gesteld op € 50,-- per schooljaar.
Voor de vso-groepen wordt een bijdrage gevraagd in de kosten van het schoolkamp. Deze
bijdrage is gesteld op € 60,-- . Deze bijdrage wordt alleen gevraagd in het jaar dat uw kind
meegaat op kamp. In het jaar dat uw kind niet op kamp gaat wordt er een schoolreisje
georganiseerd. Daarvoor vragen wij een bijdrage van € 25,--.
De so-groepen gaan niet op kamp, maar hebben jaarlijks een schoolreis. De bijdrage die
hiervoor gevraagd wordt is ook € 25,--.
Voor een aantal kleine activiteiten wordt tevens een bijdrage gevraagd aan ouders. Het gaat
dan om bv. een bijdrage voor een gezamenlijke maaltijd ter afsluiting van de kerstviering, een
bijdrage in de vervoerskosten bij een excursie of om deel te nemen aan culturele activiteiten.
Deze kosten bedragen € 13,--.
De geldelijke bijdrage van ouders is geregeld in een overeenkomst. De overeenkomst wordt
jaarlijks vastgesteld door de MR.
Als bijlage bij de informatiekalender die u in het begin van het schooljaar ontvangt, treft u een
factuur aan.
Verder wordt er op school gewerkt met de schoolmelkservice van Campina.
Leerlingen die daarvan gebruik willen maken kunnen dit doen tegen de kostprijs. Folders
hiervoor kunt u aanvragen bij de administratie van school.
De ouderraad van De Kom ondersteunt de school met allerlei activiteiten. Zij doet dit niet alleen
met menskracht maar ook financieel. Om al deze extra activiteiten te betalen vraagt de
ouderraad een vrijwillige bijdrage van € 15,-- per jaar. Hiervoor ontvangt u van de ouderraad
een rekening.
29
Hoofdstuk 8. De Kom en de rechten en plichten van ouders, voogden, verzorgers,
leerlingen en bevoegd gezag.
Vertrouwenspersoon en klachtenprocedure
Wat kunt u doen als u het ergens niet mee eens bent?
We doen ons uiterste best om ervoor te zorgen dat alles in en om de school en uw kind goed
verloopt. Het kan desondanks gebeuren dat u het ergens niet mee eens bent, of dat u
problemen hebt met een van onze medewerkers. Wilt u in dat geval eerst contact opnemen
met de betrokken persoon? Het plezierigste is het natuurlijk als u er samen uitkomt. Als dat
niets oplevert kunt u naar de teamleider en eventueel vervolgens naar de directeur stappen.
Deze zal dan pogen samen met betrokkenen tot een oplossing te komen. Als dat nog niet
het gewenste resultaat heeft is er nog de weg naar het bestuur van de Stichting
Onderwijsgroep Punt Speciaal.
Maar de klacht is nog steeds niet opgelost, wat nu?
Er kan contact opgenomen worden met onze contactpersoon klachten. De contactpersoon
bekijkt of bemiddeling in een kwestie mogelijk is. Als dat niet het geval blijkt, kan deze
vertrouwenspersoon u begeleiden bij de verdere procedure, richting Klachtencommissie.
Voor verdere informatie en namen van functionarissen verwijzen we u naar de
klachtenregeling die is opgenomen in een bijlage.
30
Hoofdstuk 9. Om verder te weten
1. Schorsen en verwijderen
We hopen natuurlijk met u dat we niet te maken krijgen met schorsen of verwijderen. Toch zal
het in een enkel geval de enige oplossing zijn voor dat moment. In een protocol ‘schorsing en
verwijdering’ beschrijven we de hele procedure. Hier vindt u kort de essentie van de regeling:
waar gaat het om?
Er kunnen zich situaties voordoen, waarbij eigenlijk iedereen vindt: dit kan zo niet langer, dit
wordt ondoenlijk of misschien zelfs gevaarlijk voor alle betrokkenen. En dan komt het wellicht
aan de orde: schorsen of verwijderen van school. U begrijpt dat hierbij de directie niet over een
nacht ijs gaat: dan is er al veel gebeurd. Als ouder bent u natuurlijk al ingeseind door de
directie: het gaat niet goed, misschien moeten we harde maatregelen nemen. Schorsen is een
tijdelijke maatregel, verwijderen is een definitieve maatregel. U moet weten dat de school in
beide gevallen wel het recht kan hebben om te schorsen: het is niet onwettig. Maar de school
heeft ook een zorgplicht. Dit betekent dat we alles moeten doen om dit soort maatregelen te
voorkomen. Maar mocht het tot verwijdering komen, dan moeten wij wel samen met u en de
anderen betrokkenen, zorgen voor een alternatief: een andere onderwijsplek. Ook u, de ouders
hebt in deze procedure rechten. Lees meer in het protocol in de bijlage.
2. De leerlingendossiers
In het hoofddossier van een leerling zijn alle gegevens van de leerling te vinden, zoals de
verslagen van de onderzoeken ten behoeve van de indicatie en herindicatie, gezinsgegevens,
etc.
Van elke leerling is er daarnaast een werkdossier. Hierin staan alle gegevens die nodig zijn om
het OPP op de goede manier te kunnen uitvoeren. Het werkdossier is vrij toegankelijk voor
de medewerkers van de school. Dat moet ook, want anders kunnen ze niet doen wat in het
OPP beloofd is.
Tenslotte is er ook van elke leerling een medisch dossier, waarin alle gegevens op medisch en
paramedisch gebied verzameld worden.
U moet weten dat:
 Derden zoals stagiaires en studenten onder geen enkele voorwaarde toegang tot de
dossiers hebben.
 Er geen dossiers mee naar huis genomen mogen worden.
 Pas na schriftelijke toestemming van de ouders gegevens aan derden kunnen worden
gegeven.
 Ouders (wettelijke vertegenwoordigers) altijd het recht hebben het hoofddossier van hun
eigen kind in te zien.
 Binnen De Kom gebruik wordt gemaakt van een digitaal leerlingvolgsysteem. Dit
systeem biedt de mogelijkheid op andere locaties dan school te werken met het
leerlingvolgsysteem. Via internet kunnen betrokkenen bij de leerlingbegeleiding ook
thuis of elders werken aan verslagen, of gegevens opzoeken. U kunt ervan verzekerd
zijn dat zij ook dan heel zorgvuldig en met respect voor de privacy, met deze gegevens
zullen omgaan.
3. Leerlingenvervoer
De gemeente waar de leerling woont moet zorgen voor goed en verantwoord vervoer van de
leerling van en naar school. De regels zijn helaas in elke gemeente verschillend. Maar u kunt
altijd informatie hierover krijgen bij de afdeling leerlingenvervoer van de gemeente waar u
woont.
31
We hebben met alle vervoerders afspraken: de chauffeur moet de leerlingen die hij vervoert 's
morgens begeleiden tot aan de eigen klas. Als de school uit is haalt de chauffeur de leerlingen
bij de klas ook weer op. Als een chauffeur hierbij hulp nodig heeft (tillen bijvoorbeeld) dan
bespreekt hij dit met de directie. Die zorgt er dan voor dat het personeel van De Kom hem
helpt.
Er zijn ook ouders die hun kind zelf brengen en halen. Het spreekt vanzelf dat we ervan uitgaan
dat u dan de begin- en eindtijden respecteert.
4. Ondersteunende werkzaamheden van ouders /Ouderparticipatie
Het geven van onderwijs gebeurt door medewerkers van De Kom. Doorgaans is hierbij de
ondersteuning van ouders niet nodig. Bij feesten en bijzondere activiteiten is het fijn als we
extra ouderhanden kunnen inzetten. Dit gebeurt dan via de ouderraad. En we zijn blij met de
hulp van ouders bij diverse onderhoudswerkzaamheden aan de school. Ook dit coördineert de
ouderraad.
Ouderbetrokkenheid op onze school
Gezamenlijk belang
Wij willen het beste uit onze leerlingen halen. Dat kunnen we niet alleen, daar hebben wij u,
als ouders, bij nodig. Wij delen ook een gezamenlijk belang, namelijk te zorgen dat de
ontwikkeling van de kinderen zo goed mogelijk verloopt en dat zij zich prettig voelen op
school. Daarom is een goede samenwerking met ouders voor ons belangrijk.
32
Zo stellen wij het op prijs om van u te horen hoe u vindt dat de ontwikkeling en het leren
van uw kind verloopt. Van onze kant laten wij u weten hoe wij daar, op basis van onze
ervaringen en eventuele toets gegevens, naar kijken. De klassenleiding zorgt voor de
informatie tijdens dit gesprek.
Daarnaast zijn wij geïnteresseerd in uw mening als het gaat om mogelijke verbeteringen die
wij nog kunnen aanbrengen in ons onderwijs. Wij zijn als school(team) een professionele
organisatie die periodiek bij ouders (en leerlingen) peilt wat zij van het onderwijs en allerlei
andere zaken op school vinden. Dat doen wij met tevredenheidsonderzoeken. Uiteraard
krijgt u ook te horen wat wij met uw mening doen.
Samenwerkingsovereenkomst
Elkaar informeren en samen zaken bespreken zijn kenmerkende begrippen in de
communicatie met ouders. Omdat de samenwerking van school en ouders de basis is voor
een zo goed mogelijk ontwikkeling van de kinderen, hebben wij een aantal afspraken
daarover vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst (intentieverklaring). Daarin staat
zowel wat ouders van de school kunnen verwachten als wat de school van de ouders
verwacht. Het is een verklaring waarin is beschreven dat school én ouders, in het belang van
uw kind, bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen en er kort gezegd ‘samen voor
gaan’.
Vormen van ouderbetrokkenheid
De betrokkenheid en inzet van ouders kan op meerdere manieren vorm krijgen. Dit kan met
activiteiten die te maken hebben met meeleven, meehelpen, meedenken en meebeslissen.
Meeleven
Van ouders mag worden verwacht dat zij meeleven met hun kind, dat zij geïnteresseerd zijn
in zijn of haar prestaties en of hun zoon /dochter zich goed voelt op school. Met andere
woorden: u toont belangstelling voor ‘hoe het gaat op school’ of ‘wat uw kind vandaag heeft
geleerd’. Uit tal van onderzoeken blijkt steeds weer dat de betrokkenheid van ouders bij het
leren van hun kind van grote invloed is op de prestaties van hun kinderen. En als er
bijeenkomsten voor ouders worden georganiseerd, verwachten wij u natuurlijk op school.
Verder vloeit uit deze samenwerking voort dat u de klassenleiding op de hoogte stelt van
eventuele veranderingen in de thuissituatie, die van invloed kunnen zijn op het leren van de
kinderen.
De leerkracht is de spil in het contact tussen de school en de ouders. Zij kennen de
leerlingen en hun ouders en zijn op de hoogte van de thuissituatie. De leerkracht bespreekt
met u de voortgang in de ontwikkeling en de leervorderingen van uw kind. Meeleven
betekent uiteraard ook meedenken hoe het verder moet/kan met uw kind als de
ontwikkeling niet naar wens verloopt. De leerkracht vertelt wat hij/zij doet en kijkt vanuit
zijn/haar professionele invalshoek naar uw kind in de groep. Maar uw kijk op hoe het met uw
kind thuis en op school gaat, telt uiteraard ook mee. Samenspraak in combinatie met respect
voor elkaars verantwoordelijkheden en deskundigheden staat hierbij centraal.
Meehelpen
Ouders helpen op school actief mee bij allerlei activiteiten. Zonder de inzet van ouders
redden wij het niet. De Ouderraad geeft aan het begin van het schooljaar aan, voor welke
activiteiten de school op de ouderraad kan rekenen. U kunt zich voor de ouderraad
aanmelden bij de secretatis van de ouderraad.
33
Meedenken
Samen weet je meer dan alleen. Deze waarheid is ook van toepassing op de school en de
ouders. Wij willen graag gebruik maken van uw denkkracht. Dat is uiteraard eerst van
toepassing als het om uw eigen kind gaat, maar ook als het om de school van uw kind gaat.
Zo kunt u op een structurele manier bijdragen door als ouder zitting te nemen in de
medezeggenschapsraad. Maar het kan ook incidenteel door tijdelijk deel uit te maken van
een werkgroep, bv. bij het tot stand brengen van een samenwerkingsovereenkomst.
Meebeslissen
Wettelijk is geregeld dat elke school een medezeggenschapsraad (MR) moet hebben. De MR
spreekt zich uit over het (voorgenomen) beleid van de school. In de MR zitten ouders en
personeelsleden. Ten aanzien van sommige onderwerpen moet de MR instemmen, over
andere moet ze adviseren. Op die manier hebben ouders rechtstreeks invloed op het
onderwijsbeleid van de school. Bij voor ouders interessante onderwerpen als wijzigingen in
onderwijstijd ligt het voor de hand dat de MR-ouders een bredere raadpleging organiseren
onder de ouders.
Welkom
Aan de hand van deze vormen van ouderbetrokkenheid kunt u zelf bepalen op welke manier
u betrokken wilt zijn bij de school van uw kinderen. Meeleven is een vorm van
betrokkenheid die wij noodzakelijk vinden voor een goede samenwerking met alle ouders.
De andere vormen vinden wij ook belangrijk, maar daarbij kunnen we ons voorstellen dat er
ouders zijn die zich hiervoor minder geschikt vinden of minder mogelijkheden zien om dat te
realiseren. Komt u zich eens oriënteren op wat voor u zinvol en haalbaar is bij de ouders die
reeds actief zijn op onze school. Zij en wij verwelkomen u graag.
5. Stagiaires
De Kom is een mooie plek om kennis te maken met het onderwijs aan onze doelgroep. We
vinden het belangrijk om stagiaires kansen te bieden zich in de praktijk te ontwikkelen tot
een goede professional. Daarom bieden we stagemogelijkheden aan studenten van de Pabo,
Master Special Educational Needs, HBO Pedagogiek, onderwijsassistent, jeugdzorg,
bewegingsonderwijs, logopedie en fysiotherapie.
6. Vrijwilligers
We hebben veel mensen nodig, om onze leerlingen het aanbod te geven wat ze nodig
hebben om goed onderwijs te kunnen volgen.
De middelen worden steeds minder.
In het kader van de Participatiemaatschappij doen wij een beroep op vrijwilligers om zoveel
mogelijk ons aanbod zoveel mogelijk te kunnen handhaven en misschien zelfs uit te breiden.
Dit sluit aan op de visie dat leerlingen van De Kom deel uitmaken van de samenleving en de
samenleving deel uit maakt van onze school.
Vrijwilligers kunnen ondersteunen bij:
 Zwemmen; bewegen
 Festiviteiten
 Onderwijs
Van vrijwilligers verwachten wij dat ze:
 Continuïteit kunnen waarborgen
 Zorgvuldig omgaan met de privacy van leerlingen, hun ouders en personeel van de
Kom (privacyverklaring)
 Een geldige VOG hebben
34
Vrijwilligers kunnen vanuit De Kom het volgende verwachten:
 En veilige en prettige werksfeer
 Vrijwilligerscontract; waardoor ze vallen onder verzekering van de Kom
 Begeleiding : direct bij hun taak
indirect door aandachtfunctionaris vrijwilligers (teamleiders so en vso)
 Attentie met kerst
 Mee mogen doen met scholing, personeelsactiviteiten
 Reiskostenvergoeding
7. Informeren
De schoolkrant verschijnt één keer per jaar (voor de zomervakantie) en is vooral gericht op de
leerlingen van de school. Daarnaast verschijnt één keer per jaar de informatiekalender waarin
info voor het hele jaar is opgenomen. Ook wordt regelmatig een informatiebrief samengesteld.
Alle informatie is bovendien te vinden op onze website en ook op het ouderportaal van De Kom.
Ouderportaal
Op De Kom maken wij gebruik van het informatieportaal Raakpunt (digitale
schoolplein/ouderportaal). Hier kunt u informatie over school en de klas van uw kind vinden.
Ook kunt u er als ouder/ verzorger terecht om te communiceren over uw zoon of dochter.
Het zogenaamde digitale schrift is in de plaats gekomen voor het communicatieschriftje.
Wij vinden het belangrijk dat u weet dat het digitale schriftje van uw zoon of dochter alleen
voor u als ouders/verzorgers zichtbaar is. Dit is met rechten geregeld.
Toegang is als volgt geregeld:
-
-
Ouders kunnen met de bij hen bekende gebruikersnaam en het door hen zelf
ingestelde wachtwoord inloggen op de klassenpagina en persoonlijke pagina van hun
kind. Indien het wachtwoord gereset moet worden, wordt door school een
wachtwoord toegewezen. Dit kan niet meer gewijzigd worden door
ouders/verzorgers.
Ook groepsleiding kan op deze manier inloggen.
Personeel van De Kom kan inloggen op het ouderportaal en heeft in principe toegang
tot alle digitale schriftjes.
Stagiaires, vrijwilligers en invalkrachten (kortdurende inval) hebben geen toegang tot
het ouderportaal / digitale schriftjes.
Zorgondersteuning heeft geen toegang tot het ouderportaal / digitale schriftjes.
8. Kamp
Een keer in de twee jaar gaan de vso-leerlingen op kamp. U hoort tijdig wanneer het kamp is,
en waar we heen gaan. In het jaar dat er geen kamp is organiseren we een schoolreis voor de
leerlingen.
9. Studiedagen personeel
Driemaal per jaar is er een studiedag voor het hele team. Dit is nodig om op de hoogte te
blijven van alle (nieuwe) ontwikkelingen. Scholing en (bij)scholing vinden we belangrijk op
De Kom. Ieder jaar is er een aanbod van interne en externe cursussen. Beleid rondom
scholing van personeel hebben we vastgelegd in het scholingsplan.
10. Vieringen
Projecten sluiten we doorgaans gezamenlijk af met een viering. Maar ook feesten als Kerstmis,
carnaval en Pasen vieren we samen. Het schooljaar sluiten we af met een groot schoolfeest.
Soms nodigen we bij deze feesten ouders uit.
35
11. Schoolfotograaf
Jaarlijks komt de schoolfotograaf om een foto te maken van elke leerling. Dan wordt er ook
altijd een groepsfoto gemaakt.
12. Foto- en filmbeleid
Gebruik van foto’s en video is niet meer weg te denken uit het dagelijks leven. Dat geldt ook
voor onze school. Wij gebruiken foto’s en video om te communiceren met onze leerlingen,
maar ook om samen dingen te kunnen ervaren.
Daarnaast worden video opnames gemaakt tijdens bijvoorbeeld onderzoeken voor
therapieën.
Hiervan wordt in het onderzoekverslag melding gemaakt aan u.
Ook voor u als ouder is het fijn als u d.m.v. foto’s en/of film kunt zien wat uw kind op school
meemaakt. Denkt u even aan foto’s van een kerstviering, carnaval of tijdens schoolreis of
schoolkamp.
Het is voor ons bijna ondoenlijk om van alle foto’s die gemaakt worden te bekijken of er een
leerling herkenbaar op aanwezig is, waarvan ouders ooit hebben aangegeven dat hun kind
niet gefotografeerd mag worden.
Wij hanteren de onderstaande richtlijnen:
1. Wanneer mag u zelf geen foto’s / opnames maken.
Het is niet toegestaan voor ouders / verzorgers om foto’s te maken tijdens
de kijklessen bij het zwemmen.
U kunt zich voorstellen dat het voor zowel leerlingen als personeel niet prettig is dat
er tijdens deze momenten foto’s gemaakt worden.
Dit is ook in de leerlingenraad besproken en ook de leerlingen hebben aangegeven
het niet fijn te vinden als er foto’s van hen gemaakt worden tijdens deze lessen.
2. Wanneer gaan wij uit van uw goedkeuring :
-
Bij gebruik van foto- en videomateriaal binnen onze eigen school gaan wij er van
uit dat dit voor u geen probleem is. De privacy van uw kind is prima gewaarborgd.
Ook voor gebruik van foto’s op het ouderportaal (klas van uw eigen kind ) gaan wij
uit van uw goedkeuring.
-
Bij gebruik van foto’s die voor pr-doeleinden geplaatst worden in bijvoorbeeld dag- of
weekblad (denk aan carnaval) of op de website van De Kom (voor ieder toegankelijk)
gaan wij ook uit van uw toestemming. Voor kinderen die in Wamel naar school gaan,
geldt dat foto’s ook op de website van De Laak geplaatst kunnen worden.
Uiteraard kunt u er op rekenen dat wij integer om zullen gaan met de keuze van foto’s.
3. Wanneer gaan wij uit van uw goedkeuring, maar kunt u wel schriftelijk
bezwaar maken:
- Soms krijgen wij een vraag van scholen die een project t.b.v. onze leerlingen willen
organiseren. Zij willen dan graag op De Kom komen om te zien hoe het bij ons op
school reilt en zeilt. Zij willen van dit bezoek dan graag foto’s maken en dit verwerken
in een presentatie waarmee zij aandacht voor het project vragen.
36
In deze gevallen zullen wij u vragen om het schriftelijk aan ons mee te delen als u
uitdrukkelijk bezwaar heeft tegen het maken van foto’s waar uw kind op staat.
Van belang is wel om te vermelden dat door De Kom mee gekeken wordt welke foto’s
gebruikt worden.
4. Wanneer vragen wij uw toestemming:
- Voor gebruik van video-materiaal voor nascholingsdoeleinden in combinatie met
externe partijen e.d. zullen wij u altijd persoonlijk om toestemming vragen.
5. Wanneer mag u zelf foto’s maken.
Bij algemene activiteiten op school geven wij duidelijk aan of er foto’s gemaakt
mogen worden door u.
Indien u zelf geen foto’s mag maken tijdens een algemene activiteit, zal de
klassenleiding zorg dragen voor het maken van foto’s. Zij zullen deze foto’s dan via
het ouderportaal (of andere met u afgesproken manier) aan u beschikbaar stellen.
13. Telefoneren onder schooltijd
Elke klas heeft telefoon en is daardoor bereikbaar, ook voor u. Telefoneren onder schooltijd kan
heel storend zijn, daarom vragen we u wel om buiten de schooltijden te bellen.
Op woensdagmiddag en in de schoolvakanties is er niemand aanwezig om de telefoon te
beantwoorden.
Tijdens de schoolvakanties maken wij gebruik van een antwoordapparaat. In zeer dringende
gevallen kunt u contact met ons opnemen via het telefoonnummer dat in de boodschap gemeld
wordt.
In de vakanties vindt in een aantal klassen vakantiedagopvang plaats.
De klassen waar vakantiedagopvang plaatsvindt zijn in de vakantieperiode telefonisch gewoon
bereikbaar.
Als u dan toch doorgeschakeld wordt naar het antwoordapparaat is er op dat moment niemand
in de klas aanwezig. U kunt het dan op een later tijdstip nogmaals proberen.
Een telefoonlijst is als bijlage toegevoegd.
14. Schoolveiligheidsplan ‘Een veilig schoolklimaat’
Een leerling die zich veilig voelt komt sneller tot leren. Een medewerker die zich op de school
thuis voelt, doet zijn werk met meer plezier. Daarom doen we ons uiterste best om dat veilige
klimaat te realiseren. Een veiligheidsplan, dat voor heel Onderwijsgroep Punt Speciaal geldt,
levert aan dit alles een grote bijdrage. De plannen zijn aangepast aan de situatie die per school
verschilt. Op de school is dit plan in te zien.
15. Bedrijfshulpverlening
De bedrijfshulpverleners (BHV’ers) van de school zorgen ervoor dat het brandplan, het
ontruimingsplan en het zoekplan steeds actueel zijn en ze zijn verantwoordelijk voor de
uitvoering van de plannen. In het brandplan staat wat we moeten doen als er binnen de school
brand uitbreekt. In het ontruimingsplan staan de vluchtwegen, de verzamelplaatsen, etc.
aangegeven. En in het zoekplan zien we wat we moeten doen als er een leerling vermist
wordt.
De Arbo- commissie maakt elk jaar een jaarverslag. Hierin staan ook de plannen voor het
volgend jaar.
37
16. Medisch handelen en medicijnen toedienen
Regelmatig krijgen we het verzoek van ouders/verzorgers om door een arts voorgeschreven
medicatie tijdens schooltijd toe te dienen. Ook wordt soms medisch handelen gevraagd,
zoals het toedienen van sondevoeding of katheteriseren. Op De Kom werken medewerkers
die hier bevoegd en bekwaam voor zijn. Om goed en zorgvuldig te werken, gebruiken we het
protocol ‘medicijnverstrekking en medisch handelen op school’. De klassenleiding zal u hier
indien nodig verder over informeren. Belangrijk: medicatie en voorschrift wordt altijd aan
volwassenen (bijv. taxichauffeur) meegegeven en nooit in de tas van de leerling gestopt.
17. Incidenten
Als er op school een incident plaatsvindt, er wordt bijvoorbeeld een fout gemaakt met
medicatie, of er gebeurt (bijna) een ongeluk, dan wordt door de betrokkenen een
incidentenregistratieformulier ingevuld. Deze registraties worden geëvalueerd en waar
mogelijk worden er maatregelen genomen om nieuwe incidenten te voorkomen.
18. Zieke leerlingen/ongeval waarbij medische hulp noodzakelijk is
Uitgangspunt is, dat een leerling die ziek is, naar huis gaat en thuis verzorgd wordt. De
klassenleiding neemt dan contact op met de ouders/verzorgers om te overleggen, wanneer
kan het kind gehaald worden, etc. Als er een huisarts bezocht moet worden, zijn de ouders
degenen die bepalen of dat moet gebeuren. Alleen als er acuut gevaar is, schakelt school
direct een arts in of belt 112. Voorbeelden hiervan zijn: een leerling die het plots heel
benauwd krijgt, plots hele hoge koorts krijgt, of bij een ernstig ongeval.
19. Besmettelijke ziekten
Als er bij een leerling sprake is van een besmettelijke ziekte, handelen wij naar voorschrift van
de GGD. Richtlijnen hiervoor worden beschreven op de website van de GGD.
20. Hoofdluis
Hoofdluis kan soms hardnekkig zijn en dient te worden bestreden. We hanteren als school
de richtlijnen van de GGD Nijmegen. In de so-klassen controleren we regelmatig op hoofdluis
door preventief te kammen. Als uw kind hoofdluis heeft, of als er in de klas hoofdluis is
geconstateerd, wordt u geïnformeerd. We vragen u dan maatregelen te nemen om de
hoofdluis te bestrijden. Als u zelf thuis merkt dat uw kind hoofdluis heeft, vragen we u ons
op de hoogte te stellen. Hoofdluis is erg besmettelijk en als we elkaar goed informeren
kunnen we verspreiding zoveel mogelijk beperken.
Voor meer informatie over de richtlijnen hoe we op school omgaan met hoofdluis verwijzen
we naar ons protocol ‘hoofdluis’.
21. Schoolzwemmen en bewegingsonderwijs
De leerlingen van De Kom krijgen zwem- en bewegingsonderwijs. We zwemmen in
twee accommodaties:
1. Het zwembad van ’s Heeren Loo in Druten. Dit zwembad is maximaal 1.40 m diep en
heeft een beweegbare bodem. Het water is 32 graden Celsius.
2. Het zwembad “de Gelenberg” in Druten heeft een diep en een ondiep bad.
Hier zwemmen meerdere klassen tegelijk in niveaugroepen.
De vakleerkrachten bewegingsonderwijs en de zwemassistenten zijn als onderdeel van het
team Bewegingsonderwijs verantwoordelijk voor het zwemmen. In de Gelenberg assisteert
ook het personeel van het zwembad zelf. In het ‘zwemplan’ staan de algemene
doelstellingen van het zwemonderwijs op De Kom.
38
Voor leerlingen met epilepsie geldt een speciaal protocol. Hierin staat bijvoorbeeld dat deze
leerlingen goed herkenbaar zijn door hun rode badkleding. Daarom willen we dat leerlingen
die geen epilepsie hebben een andere kleur badkleding dragen.
Bij het bewegingsonderwijs in de gymzalen werkt de vakleerkracht aan de hand van leerlijnen.
Hierin staan de grondvormen van bewegen en spel. Daarnaast wordt de klassen de
mogelijkheid geboden om een keer extra te gymmen met de eigen klassenleiding.
22. Verzekeringen
De Kom heeft alle verzekeringen afgesloten bij de Bond KBO, een overkoepelende organisatie.
We hebben een aansprakelijkheidsverzekering. Deze verzekering geldt voor alle
personeelsleden die voor het bestuur werken, dus ook stagiaires, vrijwilligers. Ook de
leerlingen die stage lopen zijn verzekerd.
Ook is er een schoolongevallenverzekering afgesloten. Deze verzekering geldt voor het
personeel en de leerlingen tijdens schooluren en evenementen in schoolverband en
gedurende de tijd die nodig is om van huis naar school (of stageplaats) te gaan en
omgekeerd.
De Kom heeft geen verzekering voor:
1. Beschadigingen aan persoonlijke eigendommen, waarbij niet bekend is wie het
gedaan heeft. We vragen u dan ook geen dure dingen mee naar school te geven.
Maar als het nodig is (bijvoorbeeld speciale brillen of hoorapparaten) vragen we u
hiervoor zelf een goede verzekering af te sluiten.
2. Als wel bekend is wie de beschadiging heeft veroorzaakt geven we de ouders van de
gedupeerde leerling het adres van de leerling. Dan kunnen de ouders het verder met
hun eigen verzekering afhandelen.
23. De belangrijkste schoolregels
De leerlingenraad heeft samen met enkele personeelsleden schoolregels opgesteld. Over deze
regels praten we met elkaar in de klas. We proberen via korte teksten en pictogrammen de
regels zo begrijpelijk mogelijk te maken voor alle leerlingen.
1. We pesten of bedreigen elkaar niet.
2. We maken geen spullen van andere leerlingen kapot. Ook met de spullen van school
gaan we voorzichtig om.
3. We blijven van elkaar af. We slaan, schoppen, vechten, schreeuwen en duwen niet.
4. We raken de ander niet op een ongewenste wijze aan en maken geen ongepaste
opmerkingen.
5. We praten op een fatsoenlijke manier met elkaar.
6. We houden ons aan de afspraken voor de speelplaatsen, de gangen en de taxi’s.
7. We houden de school netjes.
8. We gebruiken geen messen of andere voorwerpen om iemand pijn te doen.
9. De mobiele telefoon staat tijdens de lessen uit.
Alleen in noodgevallen mag de telefoon aan, maar dat altijd in overleg met de
klassenleiding.
10. We nemen geen alcohol, energiedrank, wapens en drugs mee naar school.
11. Leerlingen van 18 jaar en ouder mogen roken, alleen op afgesproken momenten en
uit het zicht van de andere leerlingen. Hiervoor vragen we altijd vooraf toestemming
van de ouders.
12. We spreken iedereen die op De Kom werkt aan met ‘juf’ of ‘meneer’.
39
Naast deze algemene schoolregels, staan in het pestprotocol specifieke omgangsregels voor
de leerlingen beschreven. Deze regels zijn opgesteld in de vorm van een pestcontract. In het
begin van het schooljaar besteden we in de klassen aandacht aan deze omgangsregels. De
leerlingen ondertekenen daarna het pestcontract.
24. Regeling gebruik mobiele telefoon en MP3-speler door leerlingen
Mobiele telefoons:
1. Gebruik is alleen toegestaan in speciale situaties en dan altijd in overleg met de
klassenleiding.
2. De mobiel staat uit en wordt zo nodig bewaard in een afgesloten kast.
3. In de vso-klassen, mogen leerlingen in de grote pauze hun mobiele telefoon
gebruiken volgens vaste afspraken. Er worden op school en in de taxi geen foto’s,
filmpjes of geluidsopnames gemaakt.
4. De leerling moet zelf na school vragen of ze hun mobieltje weer mee naar huis
mogen nemen
5. Het meenemen van een mobiele telefoon is voor eigen risico.
Gebruik MP3-spelers:
1. MP3-spelers en game boys mogen tijdens de pauzes wel gebruikt worden.
2. In de klas mogen ze alleen gebruikt worden door leerlingen als dit nodig of wenselijk
is, bijvoorbeeld om even rustig te worden of zich af te zonderen van het
klassengeluid. De klassenleiding beoordeelt dit en legt aan de rest van de klas uit
waarom die uitzondering gemaakt wordt.
3. Het meenemen van een MP3-speler of een game boy is voor eigen risico.
De school kan niet aansprakelijk gesteld worden bij verlies, diefstal of schade van een
mobiele telefoon, MP3-speler of game boy.
25. Agressie
Als school hebben we een groep leerlingen toevertrouwd gekregen waarbij de kans om
geconfronteerd te worden met agressief gedrag reëel is. Om werknemers van school optimaal
voor te bereiden op deze situaties wordt regelmatig aandacht besteed aan het voorkomen van
agressief gedrag in de breedste zin van het woord. Het hele team is daarvoor onder andere
geschoold in de methodiek rots en water. Desondanks kunnen we niet altijd voorkomen dat
agressief gedrag optreedt. Daarom wordt ook aandacht besteed aan beter leren omgaan met
agressief gedrag.
Het hele team is verantwoordelijk voor een goede gang van zaken ten aanzien van alle
leerlingen. In situaties waarin agressief gedrag optreedt zullen we dus allemaal onze
verantwoordelijkheid moeten nemen. Niemand staat ergens alleen voor, samen staan we voor
alle leerlingen. Het hele team wordt daarom regelmatig door een gecertificeerde organisatie bij
geschoold in het hanteren van technieken fysieke agressie. In het protocol ’achterwacht’ staat
beschreven hoe te handelen in geval van fysieke agressie.
26. Arbeidstoeleiding en uitstroom
Toekomstbespreking of 17 jaargesprek.
Leerlingen op De Kom hebben recht op onderwijs tot op de dag dat ze twintig worden.
Rond hun zeventiende jaar houden we een ‘toekomstbespreking’ met leerling, ouders,
verzorgers, klassenleiding en de stage coördinator. Indien mogelijk wordt er vooraf een
arbeidsinteressetest afgenomen.
In dit gesprek kijken we met zijn allen, hoe we samen de leerling gaan voorbereiden op
uitstroom, op de werkplek na onderwijs. De uitstroom kan variëren van verschillende vormen
40
van dagbesteding, beschermde en onbeschermde arbeid. We kijken naar de leerroute en
het uitstroomprofiel van de leerling. Tevens naar de resultaten en ervaringen van de
praktijkvakken en interne stages. Deze gegevens zijn samen met de wensen van leerling,
ouders en klassenleiding bepalend voor de keuze van het stage traject en de externe
stageplek. Er wordt vastgesteld aan welke doelen gewerkt gaat worden op de stage.
De Kom neemt deel aan het ESF project via de gemeente Nijmegen. Via dit project kan er
o.a. een Boristraject ingezet worden voor leerlingen. Op gebied van arbeidstoeleiding wordt
nauw samengewerkt met andere vso scholen , verschillende instanties en gemeentes om de
leerlingen zo goed mogelijk voor te bereiden op hun toekomst.
Tijdens stage blijft de school verantwoordelijk voor de leerling. We zorgen voor de
overdracht naar de begeleiding op de stageplaats en regelen als het nodig is het vervoer via
de gemeente waar de leerling woont.
In een stage overeenkomst leggen we afspraken vast, met de stageplaats en De Kom. De
ervaringen en doelen op de stageplaats worden geëvalueerd. Er wordt gekeken in hoeverre
het onderwijsaanbod kan bijdragen aan de doelen op de stage.
Deze informatie is belangrijk bij een definitieve uitstroomkeuze.
Tevens informeren wij in dit gesprek de ouders/verzorgers over wettelijke regelingen die
belangrijk zijn als een leerling achttien wordt.
Gezien de huidige ontwikkelingen rond de Participatiewet; is het voor sommige leerlingen
wenselijk om dit gesprek te vervroegen.
Dit is mogelijk op verzoek van leerling; ouders/verzorgers of klassenleiding.
Praktijkvakken:
Op De Kom bieden we de volgende praktijkvakken aan:
Koken, huishoudkunde, algemene technieken, tuinonderhoud, dienstverlening, administratie,
magazijnbeheer, multimedia, wasverzorging.
In de praktijkvakken wordt gewerkt volgens CED leerlijnen. Voor de vakken koken en
algemene technieken wordt proefgedraaid met het afnemen van testen, behorende bij een
certificaat.
Externe praktijkvakken: LOL ( Leren Op Locatie)
Een groep leerlingen gaat met begeleiding van school naar een andere locatie en krijgen
daar praktijkles.
- Dierverzorging : Landrust en kinderboerderij ’s Heeren Loo Druten.
De praktijkvakken koken, dienstverlening en wasverzorging worden gezamenlijk ingezet voor
het verzorgen van de catering in de personeelsruimte.
Leerlingen verzorgen de uitgifte en de bediening als interne stage.
Interne stage:
Op De Kom kunnen leerlingen vanaf ongeveer 15 jaar intern stage lopen.
Er wordt een begin gemaakt met het aanleren van werknemersvaardigheden en gewerkt aan
de doelen uit CED leerlijnen Leren, Leren.
Voorbeelden van interne stage op de Kom zijn :
- Catering
- Uitdelen schoolmelk
- Assisteren bij adremoklas
- Hulp bieden bij vervoer van klassen naar zwembad: rolstoel rijden of
jonge leerlingen
- Opbouwen en afbreken toestellen gymzaal
41
De nodige indicaties die voor de plaatsing op dagbesteding nodig zijn, worden door ouders
aangevraagd, eventueel met hulp van MEE. Voor een maatwerkvoorziening via de WMO,
wordt door school contact gelegd met het Werkbedrijf en de woongemeente van de leerling.
Dit gebeurt in samenspraak met ouders, ook de uiteindelijke datum van schoolverlating
wordt in overleg gekozen.
27. Leerplicht
Onze leerlingen kunnen tot hun twintigste bij ons op school blijven De volledige leerplicht
duurt tot en met het schooljaar waarin uw kind zestien jaar wordt. Als uw kind bijvoorbeeld
in februari zestien wordt dan moet uw kind toch het schooljaar afmaken. Een schooljaar
loopt van 1 augustus tot en met 31 juli. Als uw kind tenminste twaalf volledige schooljaren
naar school is geweest, is de termijn van volledige leerplicht afgelopen.
28. Gezonde voeding en trakteren op school
We stimuleren leerlingen op school om gezond te eten. Gezond (leren) eten is de basis voor
gezond leven. Daarom vragen we om leerlingen alleen groente of fruit als tussendoortje mee
te geven.
Wanneer leerlingen jarig zijn, mogen zij trakteren op school. De leerlingen mogen die dag
trakteren op iets dat ze zelf lekker vinden.
29. Rapporten.
Alle leerlingen ontvangen voor de zomervakantie een rapport. Het rapport geeft een korte
impressie van de activiteiten die de leerling het afgelopen schooljaar heeft gehad.
42
30. Instroom en uitstroom leerlingen gedurende schooljaar 2013-2014
INSTROOM GEGEVENS 01-08-2013
60
55
57
50
INSTROOM EXTERN
40
INSTROOM VANUIT EIGEN
SO
30
20
10
6
10
6
3
3
TOTAAL INSTROOM
12
2
2
0
SO ZML
SO MG
VSO ZML
VSO MG
UITSTROOM GEGEVENS 31-7-2014
16
15
14
14
12
12
12
UITSTROOM NAAR
EIGEN VSO
10
10
8
5
6
3
4
2
7
6
1
UITSTROOM NAAR
ANDERE PO SCHOOL
11
2
1
UITSTROOMPROFIEL
ARBEIDSMARKT
GERICHT
UITSTROOMPROFIEL
DAGBESTEDING
OVERIG
0
SO ZML SO MG
VSO
ZML
VSO MG
31. Procedure schoolgids
Bij deze schoolgids hebben we gebruik gemaakt van diverse documenten en protocollen die
binnen De Kom aanwezig zijn. Het concept is vervolgens voorgelegd aan de Leerlingenraad en
aan de MR en is daarna vastgesteld.
43
Hoofdstuk 10. Verantwoording over schooljaar 2014-2015
10.1. Algemeen
Het is onmogelijk om alles te noemen wat er in het schooljaar 2014-2015 heeft
plaatsgevonden. Daarvoor is deze schoolgids ook niet bedoeld. We noemen dus kort een aantal
zaken.










In het kader van handelingsgericht en planmatig werken hebben we scholing gevolgd
om verbetering van leerkrachtvaardigheden te realiseren, met als doel de
opbrengsten te verbeteren.
Communicatie tussen school en ouders verloopt deels via het ouderportaal van Tref ● in
de vorm van een digitaal schriftje.
In het kader van ouderbetrokkenheid zijn we bezig geweest, om te komen tot een
intentieverklaring samenwerking tussen ouders en school. In deze intentieverklaring
wordt beschreven r wat we wederzijds van elkaar kunnen verwachten.
De niveaus van leerlijnen zijn, waar nodig, uitgebreid tot niveau 16.
We werken met de ‘Meldcode huiselijk geweld, mishandeling, verwaarlozing en
seksueel misbruik’.
We werken met een pestprotocol om de kwaliteit van handelen bij pestgedrag te
verbeteren.
Dit schooljaar is voor een aantal leerlingen uit de midden- en eindgroep een sociale
vaardigheidstraining volgens de methode ‘rots en water’ gestart.
Voor de so klassen uit de 3, 4 en 5 stroom en voor de vso klassen uit de 4 en 5
stroom is een meer multi disciplinaire werkwijze bewerkstelligd door voor de
leerlingbespreking in het najaar meer tijd te reserveren en ook de betrokken
therapeuten hiervoor uit te nodigen.
Er is voor meer leerlingen DTT training gerealiseerd.
De ingezette scholing rondom het hanteren technieken fysieke agressie is verder
bestendigd. Het specialistenteam is hiervoor verder opgeleid.
10.2. ICT
Zoals gewoonlijk spelen er op het gebied van ICT allerlei zaken. In dit stukje zullen we er een
aantal noemen.
Samenwerking: binnen de onderwijsgroep PuntSpeciaal is voor een intensievere
samenwerking gekozen door het GMT. De consequentie hiervan is dat het aansturen van ICT
steeds meer op dat niveau zal plaatsvinden. We hopen hierdoor te kunnen komen tot een
efficiëntere werkwijze. In dit schooljaar gaan we dit verder vorm geven.
Raak● voor de communicatie tussen school en ouders: binnen PuntSpeciaal is gekozen
voor ouderportalen. Het ouderportaal van De Kom wordt hiervoor als voorbeeld gebruikt. De
techniek waarin de ouderportalen worden gebouwd is SharePoint en dit wordt in een nieuwe
Office 365 omgeving geplaatst. Uiteindelijk zal ook het ouderportaal van De Kom hier naar over
gaan. Tegen die tijd zullen wij U daar meer informatie over toesturen. Wist U trouwens dat
vragen en opmerkingen geplaatst kunnen worden in het ouderportaal?
Tref ● voor het personeel: in het schooljaar 2014-2015 zijn we druk bezig geweest om alle
bestanden over te plaatsen naar Tref ●. Op die manier kan een personeelslid ook vanuit een
andere locatie werken. Er is tijdens studiedagen ook de nodige tijd besteed aan scholing
hiervoor. In schooljaar 2015-2016 ronden we dit proces verder af.
Tablets: in het schooljaar 2014-2015 is er een commissie gestart met het onderzoeken of en
hoe tablets ingezet kunnen worden in ons onderwijs. Ook dit schooljaar gaat de commissie daar
verder mee aan de slag. Dit verloopt trouwens in samenwerking met andere scholen binnen
PuntSpeciaal.
44
Software: dit schooljaar gaan we weer aan de slag met het softwarepakket Omnidu, voorheen
OpMaat. Kijk eens op www.omnidu.nl ( gebruik hiervoor Google Chrome) want dit pakket heeft
een aantal openbare en dus vrij te gebruiken modules die mogelijk interessant kunnen zijn voor
Uw zoon of dochter.
45
Hoofdstuk 11. De plannen voor het schooljaar 2015-2016
11.1 Algemeen
Alle plannen zijn terug te vinden in het meerjarenbeleidplan van De Kom. We noemen er
enkele:
- In het kader van handelingsgericht werken en planmatig werken zullen we verdere
scholing volgen met als doel het verbeteren van de leerkrachtvaardigheden. Het
accent zal komend schooljaar liggen op het evalueren. Ook zal verdere aandacht
besteed worden aan het verder verbeteren van de groepsplannen.
- We zullen ons komend schooljaar gaan oriënteren op een nieuwe leesmethode met
als doel het leesonderwijs op De Kom te verbeteren.
- We willen inventariseren wat we missen in de rekenmethode om ook het
rekenonderwijs in de toekomst te verbeteren.
- Vanuit het CED is een nieuwe leerlijn seksualiteit ontwikkeld. We gaan met deze
leerlijn werken en bekijken hoe we ons onderwijsaanbod daarop kunnen afstemmen.
- Schooltijden; 5-dagenrooster
- Aanpassen schooltijden vso naar aanleiding van voorschriften inspectie m.b.t.
pauzetijden.
- Pilot Portfolio en Boristraject voor leerlingen uit leerroute 4 en de eindgroepen vso.
46
Hoofdstuk 12. Algemene gegevens
Inspectie
Onze school valt onder het ‘toezichtskader’ van de onderwijsinspectie. Elk jaar kijkt de inspectie
of de school voldoende kwaliteit levert. Afhankelijk van de beoordeling beslist de inspectie of
de school vaker bezocht moet worden, bijvoorbeeld als er een verbetertraject ingezet wordt. De
beoordeling van elke school staat op de website (www.onderwijsinspectie.nl ).
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
vragen over onderwijs: 0800-8051 (gratis)
Vertrouwensinspecteur
Soms gebeuren er op school dingen waar je als medewerker of als betrokken ouder niet
goed raad mee weet. Zaken die niet goed zijn voor kinderen en die op een school niet thuis
horen. Mogelijk kan een vertrouwensinspecteur in dat geval een luisterend oor bieden. De
vertrouwensinspecteur is aanspreekpunt en vraagbaak. Hij kan samen met u de
vervolgroute vaststellen, bijvoorbeeld in het zoeken naar een oplossing of het doen van
aangifte. (Telefoon tijdens kantooruren 0900-1113111, lokaal tarief.)
Onderwijsgroep Punt Speciaal
Onze school vormt samen met vijf andere scholen (brede zorgschool de Cambier in Tiel,
Talita Koemi in Nijmegen, St. Maartenschool in Ubbergen, Werkenrode School in Groesbeek
en SO-VSO Mikado in Gennep) en Partner Passend Onderwijs, het Expertisepunt van
Onderwijsgroep Punt Speciaal, de Holding Onderwijsgroep Punt Speciaal .
De Holding bestaat uit de Stichtingen MeTander en Onderwijscentrum Zuid Gelderland, en is
er voor leerlingen met een lichamelijke, verstandelijke of meervoudige beperking en
leerlingen die langdurig ziek zijn.
Werner Willemsen is bestuurder van de Onderwijsgroep Punt Speciaal. Elke school heeft een
eigen directeur. Voor De Kom is dat Jos van Summeren. Als ouder hebt u hiermee natuurlijk
het meest te maken.
Het bestuur van de school
De Kom valt vanaf augustus 2012 onder de holding die is gevormd uit de Stichtingen MeTander
en Onderwijscentrum Zuid Gelderland. Alle scholen van beide stichtingen zijn zogenaamde
Cluster 3 scholen.
De holding is opgericht om kwalitatief zo goed mogelijk onderwijs voor nu en in de toekomst te
kunnen bieden.
Het College van Bestuur van de holding wordt gevormd door de heer dr. W.L. Willemsen.
In de Raad van Toezicht van de holding zitten de volgende personen:
De heer H. F.A. M. Huijsmans
Voorzitter
De heer J. Lemmen
Lid
De heer P.A.J. van Herpen
Lid
de heer H. Vreeswijk
Lid
Mevrouw W.M.M. Wentink
Lid
Het adres van Onderwijsgroep Punt Speciaal is:
Bezoekadres:
Tarweweg 3
6534 AM Nijmegen
Tel: 024- 3505335
Postadres:
Postbus 6910
6503 GK NIJMEGEN
47
Partner Passend Onderwijs
De zes scholen van Onderwijsgroep Punt Speciaal hebben veel kennis en expertise in huis
met betrekking tot uw kind. De plek waar al deze kennis samenkomt is Partner Passend
Onderwijs, het expertisepunt van Onderwijsgroep Punt Speciaal. Deze kennis verzamelen we
en we zorgen dat deze op de plek terecht komt waar die nodig is: op de scholen voor
speciaal onderwijs als ook voor het reguliere onderwijs. In dat opzicht vervult Partner
Passend Onderwijs een echte brugfunctie en zorgen we er in de samenwerkingsverbanden
voor dat we voor ieder kind de juiste ondersteuning op de juiste plek bieden.
De wet passend onderwijs
Met ingang van augustus 2014 verandert de wetgeving in ons onderwijs. Onze school wordt
dan tevens partner in een of meer samenwerkingsverbanden. Een samenwerkingsverband is
verantwoordelijke voor de zorg voor elke leerling, ook die met een beperking. In het
samenwerkingsverband zoeken we samen naar een veilige en verantwoorde leersituatie voor
elke leerling. Dat betekent dat met ingang van 1 augustus 2014 er geen indicatie voor het
speciaal onderwijs meer wordt afgegeven. De lopende indicaties blijven geldig tot 1 augustus
2016. Vanaf die datum moet voor iedere leerling een toelaatbaarheidsverklaring zijn
aangevraagd. Elke mogelijke verandering gaan we ruimschoots op tijd met u bespreken. Als
ouder hebt u daar recht op. En als school in het samenwerkingsverband hebben wij samen
de zorgplicht voor uw kind. Als de huidige indicatie van uw kind verloopt, kijkt het
samenwerkingsverband of er een toelaatbaarheidsverklaring kan worden afgegeven voor
onze school. Voor meer informatie kunt u de website www.passendonderwijs.nl raadplegen.
Medezeggenschap bij Onderwijsgroep Punt Speciaal
Beide stichtingen hebben een (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraad (GMR) die op
gezette tijden een aantal zaken bespreekt waarvoor wettelijk instemming of advies is vereist.
In de raad zijn zowel het personeel als ouders vertegenwoordigd. Daarnaast komen beide GMRen tweemaal per jaar samen bij elkaar om de begroting en het jaarplan van de Holding te
bespreken. Elke school heeft bovendien een eigen medezeggenschapsraad waarin schoolse
zaken (denk aan begroting, beleidsplannen, projecten, vakantieplanning) besproken worden.
Onderstaand vindt u de namen van de leden van beide raden.
De scholen hebben een leerlingenraad die op gezette tijden met de directie overlegt. Dit overleg
gaat over alle aangelegenheden die de leerlingen aangaan. Vaak zaken die in de MR ook aan
de orde kwamen, maar alles wat leerlingen bezighoudt kan in principe onderwerp zijn van
gesprek.
Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad
De Stichting MeTander kent een Gemeenschappelijke Medezeggenschapsraad (GMR).
Van iedere school is één lid van de personeelsgeleding en één lid van de oudergeleding
afgevaardigd in de GMR.
De volgende personen hebben zitting in de GMR.
Voorzitter
Secretaris
Penningmeester
Leden
Dhr. M. Eggenhuizen
Mevr. M. van der Donk-van Erp
Mevr. M. Nieuwenbroek
Dhr. H. Winters
Mevr. M. Keijzer
Mevr. K. Herold
48
Medezeggenschapsraad
De Kom kent een Medezeggenschapsraad.
In de Medezeggenschapsraad zitten drie vertegenwoordigers namens de ouders, drie
vertegenwoordigers namens het schoolteam en twee leerlingen.
Het gaat om de volgende personen:
Voorzitter (personeel)
Mevr. I. Lemmens
Penningmeester (ouder)
Mevr. M. Klein Kranenbarg
Secretaris (personeel)
Mevr. R. Cöp
Leden:
Mevr. M. Keijzer
Mevr. J. Kuypers
Mevr. I. Lemmens
Dhr. E. Hoogsteder
Mevr. Y. Scholten
Leerlingen
Dhr. N. Wagemans
Dhr. H. Verboort
De ouderraad
Tevens heeft De Kom een ouderraad. De ouderraad ondersteunt o.a. de school bij allerlei
activiteiten.
In de ouderraad hebben de volgende personen zitting:
Voorzitter
Mevr. M der Nederlanden
Secretaris
Mevr. C. Beks
Penningmeester
Dhr. P. Hendriks
Leden
Mevr. M. Tomassen
Mevr. M. Verwoert
Mevr. P. Jans
Dhr. F. van Krevel
Mevr. C. van Aalst
Als contactpersoon vanuit de MR neemt Mevr. M. Keijzer regelmatig deel aan de
Ouderraadvergaderingen.
Vanuit het MT van De Kom is Mevr. M. Hermens aanwezig op de Ouderraadvergaderingen.
De leerlingenraad
De Kom kent een leerlingenraad. In deze leerlingenraad zit, in principe uit bijna elke vso-groep
en dit schooljaar ook uit so e1 een vertegenwoordiger.
49
De leerlingenraad overlegt eens per 6 weken met de teamleider vso. Op de agenda komen de
onderwerpen, die ook in de MR besproken worden. Daarnaast komen algemene schoolzaken
aan de orde. Vanuit de leerlingenraad hebben twee gekozen leerlingen zitting in de MR. Zij
vertegenwoordigen de leerlingen en worden bijgestaan door een coach.
Sponsoring en schenkingen
Sponsoring en schenkingen zijn fenomenen die voorkomen in het onderwijs.
Ook binnen onze stichting en onze school krijgen we hier mee te maken.
Het geld of de middelen kunnen gebruikt worden voor extraatjes of voor zaken die eigenlijk
noodzakelijk zijn, maar waar geen geld voor is.
Via sponsoring en schenkingen zijn deze zaken waar te maken.
Daar staat tegenover dat we zorg dragen voor onze leerlingen. Hen beschermen tegen
ongewenste invloeden van buitenaf en ervoor zorg dragen dat sponsoring op een
verantwoorde manier gebeurt.
Er mogen b.v. geen tegenprestaties gevraagd worden die ten koste van de leerlingen of het
onderwijs gaan.
“We blijven baas in eigen huis.”
Belangrijk is dus om een goed sponsor/ schenkingenbeleid te maken. Stichting MeTander
heeft op basis van het landelijk convenant “Scholen voor primair en voortgezet onderwijs en
sponsoring” een notitie geschreven waarin afspraken worden gemaakt over waar wij als
stichting of als school wel of juist niet aan mee willen werken.
De notitie is op school aanwezig.
Bankrekening- girorekeningen:
Stichting MeTander inzake De Kom/ kas: NL04RABO01127.55.208
50
Bijlage 1. Overzicht personeelsleden De Kom
Directie:
Jos van Summeren
Teamleiders/ coördinatoren:
Lieke van Lith
Monique Hermens
Marijke Huibers
Nicole Krijnen
Helma van Geffen
so
vso
paramedisch team, vakgroep beweging en muziektherapeut
leerlingenzorg
administratieve, technische en huishoudelijke dienst.
Leerkrachten:
Solveig Beerkens
Theo Berben
Anita Bergervoet
Borina Borren
Lonneke ten Boske
Marian van Hees
Ingrid Lemmens
Nolanda Husic
Mieke Janssen
Marjan Krijgsman
Simone Winters
Marieke Wattel
Marij Schoonhoven
Edith Steffens
Sandra Thönissen
Ans Philipsen
Antoinette Bruys
Neeltje Roos van de Burgt
Mieke Dekkers
Minette van der Donk
Hilde van Dreumel
Ank van Elk
Nina Faazen
Jeanne Loeffen
Annemarie van Merwijk
Marian van Oijen
Gerty van der Veen
José Verhey
Anika Verploegen
Marlies Vrolijks
Thea van Heumen
Cecilia van der Ligt
Els Joosten
Lot Kamphuis
Lieve Klok
Janine Kuypers
Anja Kuypers
Marionne Lelivelt
Elly Loeffen
Aafke Marinus
Brenda Nooren
Femke van Oosteren
Wilma Osenbruggen
Janneke van Os
Anita Roelofs
Anne van der Stoep
Pascale Straten
Thea Strik
Jet Theunissen
Mieke van der Vegt
Maria van de Weerden
Dorien de Wildt
Germaine van Woerkom
Marga van de Zwaluw
Klassenassistenten
Marion Baardman
Marion van Beynum
Hetty Bos
Daniëlle Bosman
Renske Coenders
Trees Cuppen
Marian van Dinteren
Mariëlle van Dreumel
Ine van Gelderen
Aiske van Gerven
Retty van den Hatert
Ineke van Heumen
51
Leraarondersteuner
Intern begeleider
Thea Hijmans
Marianne Hoenderop
Ineke Lucassen
Vakleerkrachten beweging
Bewegingsassistente:
Orthopedagogen:
Annemiek Poulissen
Angela Peper
Angela Verhagen
Trudy Verbart
Nicole Krijnen
Desiree Lohman
Psychodiagnostisch
medewerker
Schoolarts
Schoolmaatsch.
deskundige
Bertine van Xanten
Ilse Maas-van Boxtel
Paulie ter Doest
Logopedisten
Fysiotherapeuten
Ergotherapeuten
Riëtte Cöp
Jessie Hofman
Marijke Huibers
Astrid Lamers
Thea Claassen
Geert Cöp
Cleem de Jong
Daniëlle Roksnoer
Charlotte Crum
Marieke Vosveld
Stagecoördinatoren
Begeleider stage
Antoinette Bruys
Mariëlle van Dreumel
Muziektherapeute
Ambulant begeleider
Jacqueline van Koolwijk
Jeanne Loeffen
Ondersteuner praktijkvak
ICT-coördinator
Assistent ICT
Ineke van Heumen
Theo Berben
Rob van den Heuvel
Technisch vakman
Conciërge
Huish. medewerker
Theo van Suilen
Bert Janssen
Bert van der Linden
Administratief medewerkers
Invalkrachten
Helma van Geffen
Ria Kruisbergen
Karin van Teeffelen
De Kom kent een aantal invalkrachten
52
Combinatiefunctionaris
G-sport
Angela Peper
Bijlage 2
Intentieverklaring samenwerking tussen De Kom en ouders/verzorgers
Waarom deze intentieverklaring voor onze samenwerking?
Als school en ouders/verzorgers zijn we samen verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de
leerlingen op school. Die gedeelde verantwoordelijkheid betekent dat we moeten
samenwerken en een wederzijdse betrokkenheid nodig is. Wanneer de wederzijdse
verwachtingen worden uitgesproken en vastgelegd, ontstaat er draagvlak voor een goede
samenwerking. We weten dan van elkaar waar we elkaar op aan kunnen spreken.
Uitgebreidere informatie over de onderstaande afspraken kunt u in onze schoolgids lezen.
In het aanmeldingsformulier van school staat vermeld dat er op school gewerkt wordt met
een intentieverklaring en dat ouders op de hoogte zijn hiervan.
Als er afspraken zijn die vragen of opmerkingen oproepen, dan kunnen ouders/verzorgers
dat bespreken met school.
De medezeggenschapsraad van De Kom heeft haar instemming verleend aan deze
intentieverklaring.
We spreken in deze notitie over ouders en verzorgers, natuurlijk is het ook bedoeld voor
alleenstaande ouders/verzorgers en ook voor wettelijke vertegenwoordigers.
1
2
3
4
School
We zorgen voor kwalitatief goed onderwijs,
zoals beschreven is in de schoolgids en in het
onderwijsconcept van de school (zie website).
Ouder(s)/verzorger(s)
We zijn op de hoogte van de inhoud
van de schoolinformatie (schoolgids/
informatie op de website) en staan
achter het concept van de uitvoering
van het onderwijs.
We maken duidelijk waar we als school voor
staan en hoe we de samenwerking met
ouders daarbij zien. We proberen een goede
invulling te geven aan de verwachtingen en
vragen die ouders hebben. Als die
verwachtingen of vragen onze mogelijkheden
te boven gaan, dan zullen we dat bespreken
met de ouders/verzorgers.
Volgens de afspraken werken we, samen met
de ouders en leerlingen, aan een leefbare en
veilige school. We hanteren daarvoor school
– en klassenregels . Die zijn in de schoolgids
en op de school- site vermeld. De
klassenregels staan op het ouderportaal.
We informeren ouders over allerlei zaken die
de school aangaan, middels de schoolgids,
website, ouderavonden en het ouderportaal.
We ondersteunen ons kind en de
school. Dit komt tot uiting in meeleven
en ook in meedoen, meedenken en
meehelpen. We zullen met school in
gesprek gaan over wat we verwachten
van de school.
We zijn telefonisch bereikbaar voor ouders.
De klas is bereikbaar tussen 08.30 en 09.00
uur en na 15.00 uur.
We zijn telefonisch bereikbaar voor
school.
Er is een recent telefoonnummer
53
We kennen de (omgangs)regels van
de school en onderschrijven deze. We
steunen de school in de toepassing van
die afspraken. Waar dat kan of nodig is,
maken we dat ook duidelijk naar ons
kind.
We zijn zelf verantwoordelijk om op de
hoogte te zijn van de informatie die
vanuit de school wordt verstrekt .
bekend op de administratie en in de
klas
5
6
We informeren ouders over bijzonderheden,
die op de schooldag hebben plaatsgevonden
via telefoon, mail of ouderportaal.
Daar waar nodig nemen we contact op met
ouders over eventuele situaties die spelen bij
hun kind.
We informeren school over
bijzonderheden, die thuis hebben
plaatsgevonden via telefoon, mail of
ouderportaal.
We zorgen ervoor dat uw kind de juiste
verzorging krijgt en dat we op een
zorgvuldige manier met uw spullen omgaan.
We houden ons aan de regels van de
leerplichtwet. We registreren elke dag of
leerlingen wel of niet aanwezig zijn. Bij
overtreding van de wettelijke regels worden
de ouders en de leerplichtambtenaar
ingelicht.
We zorgen er voor dat ons kind
verzorgd, met lunch en met de juiste
spullen op school komt.
We zorgen ervoor dat ons kind iedere
dag op tijd op school is en iedere
schooldag naar school gaat. Als ons
kind ziek is, geven we dat tijdig door.
Afspraken met huisarts, tandarts,
fysiotherapeut, enz. worden zoveel
mogelijk buiten schooltijd gemaakt.
Een verzoek om buitengewoon verlof
dienen we van te voren in bij de
directie.
We houden ons aan de Wet Bescherming
persoonsgegevens. Het leerling-dossier is
strikt vertrouwelijk en we gaan daar
zorgvuldig mee om. We verstrekken in
principe geen gegevens uit het leerlingdossier aan derden, noch laten we die door
anderen inzien zonder dat we daar schriftelijk
toestemming voor hebben van de ouders.
Leerlingen worden niet door externe
deskundigen onderzocht zonder toestemming
van de ouders.
We kunnen gevraagd worden om via
het toestemmingsformulier,
toestemming te verlenen om gegevens
door te sturen aan derden.
Relevante verslagen over ons kind
delen we met school.
Ouders worden ingelicht als er een onderzoek
door de orthopedagoog, fysiotherapeut,
ergotherapeut of logopedist van school wordt
uitgevoerd. De ouders krijgen dit
onderzoeksverslag en het verslag wordt
toegevoegd aan het dossier.
De orthopedagoog, fysiotherapeut,
ergotherapeut of logopedist licht ons
in als er een onderzoek wordt
uitgevoerd. We nemen notitie van het
verslag en kunnen desgewenst uitleg
of toelichting over het verslag vragen
bij de orthopedagoog, fysiotherapeut,
ergotherapeut en logopedist.
Didactische toetsen en logopedische of
fysiotherapeutische onderzoeken maken deel
uit van het onderwijsproces en worden
zonder toestemming van ouders afgenomen.
De resultaten van de didactische toetsen en
54
We kunnen gevraagd worden om via
het toestemmingsformulier ,
toestemming te geven om ons kind
door derden te laten onderzoeken.
de rapportages van de logopedist en
fysiotherapeut zijn verwerkt in het OPP dat
ouders/verzorgers ontvangen.
7
8
Op het ouderportaal staan foto’s van
personeelsleden, die betrokken zijn bij hun
kind.
We hanteren bij het plaatsen van foto’s van
kinderen het foto/filmbeleid van de school. De
school zorgt voor een inlogcode voor ouders
en verzorgenden. Deze code mag niet aan
derden worden afgegeven.
We volgen de vorderingen van de leerling via
de leerlijnen. Zo mogelijk nemen we
didactische toetsen af. We analyseren die
gegevens om leerlingen gerichter te kunnen
ondersteunen. We stemmen ons onderwijs zo
goed mogelijk af op de behoefte en de
mogelijkheden van de leerling. We gaan
daarbij uit van de mogelijkheden die de
school heeft.
We respecteren de privacy van de
personeelsleden en medeleerlingen. We
gebruiken geen foto’s van
personeelsleden of leerlingen voor
andere doeleinden.
We overleggen twee maal per jaar met de
ouders/verzorgers over het OPP: één keer
verplicht en één keer aan het einde van het
schooljaar op verzoek van ouders. Daarbij
wordt overlegd over de ontwikkeling van de
leerling, over hun ontwikkelingsperspectief en
over de behaalde leerresultaten.
De leerlingen krijgen van ons 1x per jaar een
leerling rapport. We organiseren 1x per jaar
een groepsouderavond. Daarnaast
organiseren we informatieavonden waarin
voor ouders relevante thema’s aan de orde
komen.
De uitwisseling van wederzijdse informatie
verzorgen we via het ouderportaal, mail,
telefoon of in een persoonlijk gesprek.
We ontvangen voorafgaande aan de
OPP bespreking van ons kind het OPP
met daarin alle relevante gegevens
(incl. logopedische/
fysiotherapeutische rapportages).
We kunnen een afspraak met de intern
begeleider, teamleider of de directeur
maken om het leerling-dossier van ons
kind in te zien, of om een kopie van het
dossier te krijgen.
We overleggen met de school:
we nemen deel aan de OPP
besprekingen en zijn zoveel mogelijk
aanwezig op informatieavonden.
We overleggen over de inhoud van het
OPP.
We kunnen dan bespreken hoe het met
ons kind gaat, wat ons kind nodig heeft
en in hoeverre de school dat kan
bieden. We kunnen daarbij ook
aangeven wat we daar zelf in kunnen
betekenen.
Als er bijzonderheden zijn dan geven
we dat ook door aan school (via het
ouderportaal, mail, telefoon of in een
gesprek).
We laten ons informeren over de
ontwikkeling van ons kind, over de
leerresultaten en het welbevinden van
ons kind.
55
We volgen de vorderingen van ons
kind en mocht dat nodig zijn, dan
bespreken we met school welke
ondersteuning we als ouders/verzorgers
kunnen bieden.
9
Indien nodig en op verzoek, voeren we extra
gesprekken met ouders/verzorgers.
Desgewenst kunnen we ook een
individueel gesprek hebben, dan maken
we hiervoor een afspraak met school.
Ouders kunnen in overleg met de
klassenleiding in de klas komen kijken om te
ervaren hoe het met hun kind gaat.
We kunnen in overleg met de
klassenleiding in de klas komen kijken
om te ervaren hoe het met ons kind
gaat.
Indien we een( leer- of gedrags)probleem
signaleren, bespreken we dat met ouders en
komen we tot een gezamenlijke afspraak/
aanpak. Indien nodig wordt extra
(diagnostisch) onderzoek gedaan, om tot een
passend ondersteuningsaanbod te komen.
Als er bij ons kind een (leer- of
gedrags)probleem wordt gesignaleerd,
bespreken we met de school wat er
nodig is om dit aan te pakken. Als dat
gewenst is, verlenen we de school
toestemming om ons kind door een
(externe) deskundige te laten
onderzoeken, zodat er een passend
aanbod gedaan kan worden.
Als dat gewenst is, proberen we ons
kind thuis extra te ondersteunen om
het functioneren te verbeteren.
10 Als dat gewenst is, informeren en adviseren
we de ouders hoe zij hun kind thuis het beste
kunnen ondersteunen om daarmee het
functioneren van hun kind te verbeteren. Of
we kunnen advies geven over wie
ouders/verzorgers daarbij kunnen
ondersteunen.
11 Als een leerling onder schooltijd medicatie of
bijzondere handelingen nodig heeft (bijv.
toediening sondevoeding) dan zullen we daar
voor zorgen na toestemming van ouders. We
zorgen ervoor dat personeelsleden bekwaam
en bevoegd zijn in hun handelen. We baseren
ons handelen op wat in het medisch gedeelte
van het OOP is vermeld. We houden ons aan
het medicijnprotocol van de school.
12 Om activiteiten te kunnen organiseren vragen
we de ouders jaarlijks om een ouderbijdrage
en een schoolkamp- of schoolreisbijdrage.
56
Als ons kind medicatie of bijzondere
handelingen nodig heeft, vullen we een
medicijn protocol in en dragen we zorg
voor de benodigde middelen en
eventuele instructies daarbij (en blijven
daarvoor altijd verantwoordelijk). Elke
verandering daarin geven we
onmiddellijk door aan de school en
vullen een nieuw medicijn protocol in.
We zijn bereid om de ouderbijdrage en
de kamp- of schoolreisbijdrage te
betalen.
Bijlage 3. Vakantierooster 2015-2016
1ste schooldag
Studiedag personeel
Herfstvakantie
Kerstvakantie
Studiedag personeel
Voorjaarsvakantie
2e paasdag
Meivakantie
2e Pinksterdag
Studiedag personeel
Zomervakantie
31-08-2015
05-10-2015
26-10 t/m 30-10-2015
21-12 t/m 02-01-2016
29-01-2016
08-02 t/m 12-02-2016
28-03-2016
25-04 t/m 06-05-2016
16-05-2016
20-05-2016
18-07 t/m 26-08-2016
Schooltijden 2014-2015 locatie Druten
maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag
woensdag
09.00 - 15.00 uur
09.00 - 12.45 uur
Schooltijden 2014-2015 locatie Wamel
maandag/dinsdag/donderdag/vrijdag
woensdag
08.45 - 14.45 uur
08.45 - 12.30 uur
ZMLK-school de Kom
Pa Hoeklaan 2
6651 TG Druten
Tel. 0487-581600
email: [email protected]
57
Bijlage 4. Protocol Schorsing en verwijdering
Inhoud
1. Bevoegdheid tot besluitneming
2. Schorsing
3. Verwijdering
1. Bevoegdheid tot besluitneming
De bevoegdheid tot schorsing en verwijdering van leerlingen berust bij het bevoegd gezag
van een school. Vaak is deze bevoegdheid overgedragen aan de schooldirecteur. De meeste
leerlingen krijgen nooit met schorsing of verwijdering te maken. Maar soms ziet het
bevoegd gezag geen andere uitweg dan over te gaan tot schorsing of zelfs verwijdering van
een leerling. Een zorgvuldige uitvoering van de regels en procedures die de onderwijswetten
voorschrijven, is dan in het belang van alle partijen: de leerling, zijn/haar ouders/verzorgers,
het bevoegd gezag en de school.
2. Schorsing
Als school voor speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso) mag je een
kind schorsen. Dit houdt in dat het kind tijdelijk geen toegang heeft tot de school of tot
bepaalde lessen. Het bevoegd gezag (schoolbestuur) van de school kan zelf bepalen
wanneer het uw kind schorst. Er is hierover niets geregeld in de wet.
Bezwaar maken tegen schorsing
Wanneer ouders vinden dat hun kind ten onrechte is geschorst kunnen zij laten weten het
niet eens te zijn met de schorsing. Ouders kunnen bij een schorsing bezwaar aantekenen bij
het bevoegd gezag. Wanneer het bezwaar niet wordt aanvaard, kunnen ouders naar de
bestuursrechter stappen. Als u vindt dat uw kind ten onrechte is geschorst, kunt u laten
weten dat u het hiermee niet eens bent. Welke procedure u moet volgen hangt af van de
school waar uw kind naar toe gaat; een openbare of een bijzondere school. Op het besluit
tot schorsing van een openbare school is de Algemene wet bestuursrecht van toepassing.
Klacht indienen tegen schorsing
Ouders kunnen ook een klacht indienen bij de klachtencommissie over de schorsing. De
klachtenregeling van de school is te vinden in de schoolgids.
3. Verwijdering
Een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs mag een kind verwijderen. Dit
houdt in dat het kind voorgoed geen toegang meer heeft tot de school. Dit kan gebeuren
wanneer een kind zich ernstig heeft misdragen.
De beslissing over de verwijdering van een leerling ligt bij het bevoegd gezag
(schoolbestuur) van een school. Voordat het besluit tot verwijdering genomen kan worden,
dient het bevoegd gezag de leerling (12+), de ouders/verzorgers en de docent(en) te horen.
Zodra het besluit tot verwijdering daadwerkelijk een feit is, informeert het bevoegd gezag
c.q. uitvoerend bestuurder de leerling (en wanneer de leerling nog geen 21 jaar is ook de
ouders/verzorgers) in ieder geval schriftelijk over:
• de verwijdering en de reden daarvan;
• de wijze, waarop bezwaar tegen de verwijdering gemaakt kan worden.
58
Het bevoegd gezag stuurt een kopie van haar brief naar de Inspectie van het Onderwijs en
de leerplichtambtenaar.
Bezwaar maken tegen verwijdering
Een ouder kan bezwaar maken tegen de beslissing het kind te verwijderen. De ouder moet
binnen 6 weken nadat het besluit schriftelijk bekend is gemaakt, bezwaar maken. Het
bezwaar wordt door ouders/verzorgers ingediend bij het bevoegd gezag van de school.
School mag pas op het bezwaar reageren nadat de ouders/verzorgers zijn gehoord en er
overleg heeft plaatsgevonden met de Inspectie van het Onderwijs (Onderwijsinspectie).
Wanneer school vasthoudt aan het besluit het kind te verwijderen, dan kunnen
ouders/verzorgers de zaak voorleggen aan de rechter.
Nieuwe school vinden voor het kind na verwijdering
Bij verwijdering is het bevoegd gezag verplicht een andere school te zoeken die het kind wil
toelaten (inspanningsverplichting). Omdat het kind leerplichtig is, mag de school voor
(voortgezet) speciaal onderwijs een kind pas definitief van school sturen als de nieuwe
school is gevonden.
De school is verplicht ten minste 8 weken haar best te doen een andere school voor het kind
te vinden. Die termijn van 8 weken gaat in vanaf de datum waarop het bevoegd gezag van
de school de ouders/verzorgers informeerde over de definitieve verwijdering van het kind.
Ouders verantwoordelijk voor leerplichtig kind
Als het de school aantoonbaar na 8 weken niet is gelukt een nieuwe school te vinden, mag
de school het kind verwijderen. Omdat uw kind leerplichtig is, zijn ouders/verzorgers zelf
verantwoordelijk voor het vinden van een andere school. De leerplichtambtenaar van de
woongemeente van het kind ziet erop toe dat ouders/verzorgers het kind inschrijven op een
andere school
59
Bijlage 5. Klachtenprocedure
Stroomdiagram eerste fase.
1.
KLACHT
Directe benadering
betrokken
medewerker
2.
Contact opnemen met de
directie
3.
Contact opnemen met het
bestuur
Als de bovenstaande procedure niet tot een bevredigend resultaat heeft geleid en u meent een
gerechtvaardigde klacht te hebben, dan kunt u zich wenden tot de “Contactpersoon klachtenregeling”
op school. Wanneer deze contactpersoon klachtenregeling er niet in slaagt het probleem uit de wereld
te helpen wordt de klager doorverwezen naar de vertrouwenspersonen. Er is een vertrouwenspersoon
voor medewerkers en een vertrouwenspersoon voor ouder. Deze vertrouwenspersonen werken voor
de hele stichting. De vertrouwenspersonen kijken of bemiddeling alsnog tot een oplossing kan leiden.
Lukt dat niet dan zullen de vertrouwenspersoon de klager begeleiden bij verdere procedures, b.v.
richting de Landelijke Klachtencommissie van de Bond KBO.
Stroomdiagram tweede fase
KLACHT
Contactpersoon
klachtenregeling
Vertrouwenspersoon
(voor ouders en/of
medewerkers
Landelijke
klachtencommissie
Bond KBO
De klachtenregeling ligt voor u ter inzage op school.
60
Belangrijke adressen:
Contactpersoon Klachtenregeling:
Riëtte Cöp
Tel: 0487-581600
Vertrouwenspersoon (personeel) MeTander:
Marjon Westerhof (De Ondernemende Coach / Externe Vertrouwenspersonen.nl)
[email protected]
06-11731599
Vertrouwenspersoon (leerlingen en ouders) MeTander:
Piet Geerts (Driestroom)
[email protected]
0481-366000 / 06-52374631
Adres klachtencommissie:
Raamweg 2,
2596 HL Den Haag
Tel: 070- 3925508
Inspectie van het onderwijs
[email protected]
www.onderwijsinspectie.nl
Klachtmeldingen over seksuele intimidatie, seksueel misbruik, ernstig psychisch of fysiek
geweld: meldpunt vertrouwensinspecteurs:
Tel: 0900–1113111 (lokaal tarief)
Landelijke klachtencommissie voor het algemeen bijzonder onderwijs in stand
gehouden door de VBS (Verenigde bijzondere scholen).
Secretariaat
Postbus 95572
2509 CN Den Haag
Ambtelijk secretaris
Mr. Dorine H. C. Dane-Peeters
email: [email protected]
T 070 - 3315244
F 070 - 3315259
61
Bijlage 6. Telefoonlijst De Kom
Receptie
0487-581600
Administratie
0487-581605
Fax
0487-581604
J. van Summeren, Directeur 0487-581600
Commissie Leerlingenzorg 0487-581625
so
Commissie Leerlingenzorg 0487-581626
vso
Stagecoördinatoren
0487-581626
Logopedie
0487-581618/…619/...620 /
…621
Kantoor paramedisch team 0487-581610/…613
Fysiotherapie (niet
0487-581611/...612
rechtstreeks, maar via
0487-581600)
Kantoor team beweging
0487-581615
Gymzalen
0487-581616/…617
ICT
0487-581641
Praktijklokaal techniek
0487-581685
Praktijklokaal koken
0487-581680
so-vso 4
so a (locatie Wamel)
so m1 (locatie Wamel)
so m4
so e1
so e
vso a1
vso a3
so-vso a4
so-vso 5+
so-vso k (Kameleon)
vso a5
vso m3
vso m5
vso e1
vso e2
vso e3
vso e4
vso e5
0487-581660
0487-502690
0487-502690
0487-581657
0487-581666
0487-581655
0487-581661
0487-581658
0487-581656
0487-581667
0487-581654
0487-581653
0487-581663
0487-581669
0487-581665
0487-581662
0487-581664
0487-581659
0487-581670
62
Download