Lees de vragen / instructies aandachtig! Start met de

advertisement
93
Naam:
Nr.:
Studierichting: ASO zonder wetenschappen
Score
Max.
Klas:....................
Graad: 3e
Schooljaar: 2014-2015
Leerjaar: 1
Semester: 2
Dag en datum: dinsdag 16 juni 2015
Leraar: H. Desmet
Handtekening
Pedagogisch begeleider: A.Steegen
Leerplannr.: D/2004/0279/028
Proefwerk: Aardrijkskunde
Aantal blz.: 10
Aantal bijlagen: 0
Je mag gebruiken: atlas (na controle), rekenmachine (GRM enkel na het wissen door de leerkracht)
Editie atlas (jaar):...........................................
 Lees de vragen / instructies aandachtig!
 Start met de vragen waarvan je het antwoord zeker kent.
 Formuleer je antwoorden in een correcte taal.
Schrijf volledige zinnen.Een zin begint met een hoofdletter en
eindigt met een leesteken!
 Gebruik je kladblad bv. indien je twijfelt of om de structuur van je
antwoord voor te bereiden. Noteer je naam op je kladblad.
 Lees je antwoorden kritisch na vooraleer je afgeeft!
Veel succes!
Tabel voor de leerkracht:
Leerplandoel
Vraag
4
7, 8, 9, 11, 13, 14, 17
13
1, 2, 3, 5
14
1, 2, 3, 5
15
4, 5
16
7, 8, 9
17
10, 11
18
12
19
12, 13, 14, 15, 17
20
16
21
16
score
1/10
KOSMOGRAFIE
1
Vul aan:
a
/10
Duizenden kleine steenklompen die een baan om de zon beschrijven
zijn ................................, deze bevinden zich
tussen .......................... en ...................................
b
De kern van een komeet bestaat uit ................................................
De komeet is enkel zichtbaar.................................................. de zon.
De richting van de staart is altijd .....................................................
c
Vallende sterren zijn eigenlijk .................................., een verschijnsel dat
voorkomt in de ......................................... Zij bestaan uit ..........................
De verbranding gebeurt door .....................................................................
Een krater op aarde kan een inslag zijn van een .....................................
2
Structuur van het heelal
/2
De onderstaande symbolen stellen verschillende regionen van de ruimte voor.
Welk van de onderstaande diagrammen stelt de juiste verhouding voor van de 4
structuren? Omcirkel het cijfer.
Indien een symbool geplaatst is binnen een ander betekent het dat het er een onderdeel van is.
2/10
3
4
Afstanden in het heelal
/4
a
Noteer de berekening om 1 lichtjaar om te zetten naar kilometer:
b
De afstand tussen de zon en Jupiter is 5.2 AE. Hoeveel kilometer is dat?
c
Proxima Centauri is 4.3 lichtjaar van ons verwijderd. Hoeveel kilometer is dat?
d
Indien Proxima Centauri uitdooft, wanneer zien wij dat?
Er is aangetoond dat het heelal uitdijt. En de toekomst?
Welke zijn de mogelijke evoluties van het heelal?
Leg uit.
/6
3/10
5
Meerkeuzevragen (slechts 1 mogelijkheid aankruisen):
/9
Op deze foto zien we een hemellichaam, duid aan welk hemellichaam het is:
 Planetoïde
 Terrestrische planeet
 Maan
 Komeet
 Geen van allen
Het oppervlak van de zon
 Is de chromosfeer, bevat zonnevlekken en is 6000°C warm
 Is de chromosfeer en is 16 miljoen °C warm
 Is de fotosfeer, bevat zonnevlekken en is 6000° C warm
 Is de fotosfeer, bevat protuberansen en is 16 miljoen °C warm
Jupiter, de grootste planeet van ons zonnestelsel is:
 Grijs en vol kraters
 Helemaal omhuld door wolkenbanden
 Heeft een duidelijk zichtbaar indrukwekkend ringenstelsel
 Kleurrijk door de gele zwavelmeren en rode lavastromen
 Alles is juist
Een sterrenstelsel is
 Een groep sterren en een voorbeeld is het Zonnestelsel
 Een groep sterren en een voorbeeld is ‘Maagd’
 Een ster, planeten en hun manen en een voorbeeld is het Zonnestelsel
 Geen van allen is juist
Argumenteer dit antwoord:
4/10
Zonnewind
 Elektrisch geladen deeltjes die door het magnetisch veld van de aarde worden
afgebogen
 Elektrisch geladen deeltjes die aan de polen het verschijnsel pooldag veroorzaken
 Deeltjes van een komeet die met een grote snelheid door het heelal razen
 Restjes van de staart van een komeet die bepaalde radiofrequenties kunnen storen
 Geen van allen
Wat is de dichtstbijzijnde ster vanaf de aarde?
 Proxima centauri
 De Zon
 Alpha plutonis
 Geen van allen
De energie in de Zon ontstaat
 Zoals alle sterren door kernsplijting in de kern
 Zoals alle sterren door kernfusie in de kern
 Zoals in sommige gelijkaardige sterren door kernfusie in de kern
 Zoals in sommige gelijkaardige sterren door kernfusie in de stralingszone
De Big Bang
 Werd bewezen door Georges Lemaître met de meting van de CBR
 Werd ontdekt door COBE
 Werd bewezen door de roodverschuiving
 Werd bewezen door de roodverschuiving en de meting van de CBR
6 Leg uit welke eigenschappen de beste plaatsen om een telescoop
op Aarde te bouwen hebben, en waarom?
/3
AARDROTATIE
7
Noteer de coördinaten op de juiste manier voor volgende steden:
/3
Harare
Helsinki
Montevideo
5/10
8
Bereken deze uurverschillen, let op dat je ook de datum vermeldt,
omcirkel je antwoord:
/4
a
In Egypte, Cairo (CAI) op 6 februari is het 22u, hoe laat is het dan in Los
Angeles (LAX)?
b
Je vertrekt op 10 juni 19.45u in Amsterdam (AMS) naar Bangkok (BKK). De
vlucht duurt 10.45u Wanneer land je?
9 Vul het juiste begrip in:
/5
a De kracht of het effect waardoor winden en waterstromen op het noordelijk halfrond
afbuigen naar rechts: ...............................................................................
b Halve cirkels van Pool tot Pool: ................................................................
c De langste parallel: ...................................................................................
d Als de Zonshoogte in de loop van de dag het hoogst is ............................
e De uurgordel die voor ons van toepassing is: ............................................
6/10
AARDREVOLUTIE
10 Duid op onderstaande afbeelding van de aarde de poolcirkels aan en
de Steenbokskeerkring aan, en kleur de belichte helft (in het geel).
Welke dag van het jaar stelt deze tekening voor? ..................................................
11 Vul aan: (geldig voor het Noordelijk halfrond, tenzij anders vermeld)
/5
/10
De eerste dag van de lente komt de zon op in het (windrichting) .................................
Wordt deze eerste lentedag solstice genoemd of is het equinox? ................................
Op 21 juni komt de zon op in het .................................................................................
De zon schijnt op die datum loodrecht in op (waar?) ...................................................
In Brussel is de culminatiehoogte: ...............................................................................
Op de Noordpool is het dan .........................................................................................
De eerste dag van de herfst staat de zon in het zenit op (waar?) ...............................
In Kaapstad is de culminatiehoogte op deze datum: ....................................................
Onze winter begint op (datum) ....................................................................................
Worden de dagen (uren zon) langer in de winter? ........................................................
7/10
ATMOSFEER
12 Vul het juiste begrip in:
/6
 De laag in de atmosfeer die ons beschermt tegen de slechte UV-stralen: .............
 Het fenomeen dat zorgt voor de waarschuwing dat mensen met
ademhalingsproblemen best geen zware inspanningen doen: ..............................
 De terugkaatsing van de inkomende zonnestralen op wolken, ijskappen ed.: ........
 De gewijzigde toestand van de atmosfeer die zorgt voor de opwarming van de
Aarde: ...................................................................................................................
 Synoniem voor ‘lage luchtdrukkern’: ......................................................................
 De richting waarin een luchtmassa zich beweegt rond een lage luchtdrukkern op
het Noordelijk Halfrond: .........................................................................................
13 Noteer in onderstaande tabel de gevraagde maandtemperatuur,
de breedte, en de oorzaak van het temperatuurverschil.
Gander (Canada)
/6
Brest (Frankrijk)
breedteligging
julitemperatuur
Oorzaak temperatuurverschil:
14 Verklaar het ontstaan van de Moessonregens.
/5
8/10
15 Verklaar de temperatuurverschillen in België aan de hand van
het onderstaande kaartje met de weersverwachtingen van juni 2008.
/6
16 De weerkaart. Beantwoord de vragen bij de weerkaart van
6 augustus.
/5
Teken de windrichtig boven Belgie
Windrichting: ...............
Naam van de zwarte
lijnen:...........................
Welk weer zal het bij ons waarschijnlijk zijn op 7 augustus?
9/10
17 Meerkeuzevragen (slechts 1 mogelijkheid aankruisen):
/4
Het drukgebied in de buurt van de keerkringen is




Het dynamisch subtropisch minimum
Het thermisch subtropisch maximum
Het dynamisch subpolair minimum
Het dynamisch subtropisch maximum
Argumenteer dit antwoord:
Welk type van luchtmassa wordt geassocieerd met warme, droge atmosferische
condities?




cP
cT
mP
mT
Argumenteer dit antwoord:
Heb je rustig en logisch nagedacht? Atlas goed gebruikt?
Ik wens jullie een prettige vakantie met een reusachtig stabiel
hogedrukgebied en veel meteoren!
10/10
Download