Financiële betrokkenheid en een breder draagvlak voor

advertisement
1
Is er een rol weggelegd voor de
coöperatieve vennootschap
in de zorgsector?
En zo ja, onder welke voorwaarden?
7/6/2011
De Factory, Schaarbeek
Eric Spiessens, Groep ARCO
2
Van waar deze vraag?
Vergrijzing en toenemende zorgbehoeften
Rol en financiële mogelijkheden van de overheid
Rol van het privaat initiatief, de concurrentie en de
marktwerking in de zorg
Betrokkenheid van het individu, de families, de
sociale organisaties bij financiering, organisatie en
beheer van de zorgvoorzieningen
3
Vb: Uitdagingen ouderenzorg
Meer aangepaste huisvesting voor senioren
Rusthuizen, serviceflats
aangepaste (sociale) (huur-)woningen in combinatie met
nabijheid van zorg en diensten
Aangepaste eigen woningen (individueel, collectief)
Meer aangepaste zorgen en hulpmiddelen
zorg op maat (thuisvepleging, gezinszorg, oppas,
boodschappen, vervoer …)
Tussenformules residentiële en ambulante zorg
Aangepaste hulpmiddelen ifv autonomie (personenalarm,
domotica, mobiliteit, zelfzorgmiddelen…)
4
Uitdagingen ouderenzorg (II)
Betaalbaar voor ouderen en overheidsbudget
Eigen middelen, eigen bijdrage
Investeringssubsidies, subsidies voor diensten of prestaties
Autonomie,
Eigen keuze, zelfredzaamheid, onderlinge hulp
relatie met mantelzorg en vrijwilligers (thuisomgeving)
Organiseerbaarheid
Nabijheid, schaalvoordeel, multi-dienstenaanbod, planning,
efficiëntie…
Samenwerking dienst- en zorgverleners, medebewoners,
familie, woningbeheerders
5
“Marktevoluties” in de zorgsector
Rol van de overheid
Terugtrekkende overheid, onvoldoende middelen mobiliseerbaar
Commercialisering/privatisering van de zorg
‘VZW ziekenhuis & Vrije beroepen’, Commerciële rusthuizen, ‘BVBA’
thuisverpleging, ‘NV’ dienstenchequebedrijf
Concurrentiebevorderende en concurrentiële initiatieven
Europese commissie en subsidieregelingen, situatie in buurlanden
(vb. Nederland, Frankrijk)
Cliënt centraal (ifv. autonomie, keuzevrijheid, beheerder van
financiële tussenkomst)
 ‘99 – ‘08: privatiseren, vermarkten ifv. kostenefficiëntie
 ’09 - …: betrekken van privé ifv. financierbaarheid
6
Positie individu versus dienstverleners
Individu versus dienstverlenende instantie
Overheidsinstelling
Familie
VZW
Individu
Commerciëel
bedrijf
Sociale
omgeving
7
Coöperatie als 3de weg
Tussen dienstverlenenden (aanbod) en individu (vraag)
Dienstverleners
Personeel
Cliënten
Gebruikers
Coöperatie
Diensten-vzw’s
Lokale
overheden
Families
Sociale
organisaties
Coöperatieve als:
• Samenwerkingsverband, organisatievorm
• Plaats voor medeverantwoordelijkheid, medezeggenschap
• Financiële betrokkenheid
8
Coöperatie als 3de weg
Tussen organisaties en dienstverleners onderling
Dienstverlener B
Dienstverlener A
Coöperatie
Sociale
organisaties
Client
Coöperatieve als:
• Samenwerkingsverband tussen dienstverleners en derden
• Delen investeringskost, kostendeling, verhoogde efficiëntie, samenaankoop
• Optimalisering aanbod
9
Coöperatie als 3de weg
Tussen publieke/non-profit sector en private commerciële sector
Non-profit
Profit
Vennootschappen
Overheidsinstelling
VZW
CVBA
BVBA
NV
Coöperatieve vennootschap:
Aanvullend op overheids- en VZW-sector
Alternatief voor commerciële sector
Vennootschap efficiënter dan VZW?? (eerder ideologisch debat)
10
Coöperatie als 3de weg
VZW – Not for profit
Handelsactiviteiten = sporadisch
Eigen bijdage
Inrichters
‘Eigen’ vermogen =
Beginvermogen, bestemde fondsen
Reserves, overgedragen resultaat
Kapitaals- en werkingssubsidies
Giften
Leningen, overheidswaarborg
Positief resultaat
Geen venn. Belasting
Toevoeging aan reserves
Reserves van VZW
Vennootschap – For profit
Handelsactiviteiten = regel
Kostprijs + BTW
Investeerders/aandeelhouders
Eigen vermogen =
Kapitaal,
Reserves, Overgedragen resultaat
Geen recurrente subsidies
Geen giften
Lening als financiële hefboom
Winst
Wel venn. Belasting
Deels dividend deels reservering
Reserves van aandeelhouders
11
Coöperatief ondernemen is ondernemen
Nood aan (sociale) ondernemers
Business plan uitwerken (inkomsten en uitgaven,
liquiditeit en solvabiliteit, groeiperspectieven… )
Financiering rond krijgen (coöperateurs zijn
investeerders)
Risico’s nemen en risico’s beheren (geld is van AH’s
en banken)
Governance-structuur uitwerken (management, RVB,
AV)
Vennootschapsbelasting (belastingen, notionele
intrestaftrek, maar ook fiscale hefboom van schuld)
BTW (BTW-plicht, recuperatie van BTW)
12
Businessmodel noodzakelijk
Inkomsten
•
•
•
•
Bijdragen gebruikers (werkelijke kostprijs? marge?)
Tussenkomst van overheid via gebruiker (dienstencheques?, PAB?)
Tussenkomst via derde betaler (Vlaamse OH?, OCMW?, CM?...)
Per prestatie obv. reglementering?
• Personeelssubsidie (enkel voor doelgroepwerknemers?)
• Investeringssteun (voor zorginfrastructuren?)
Uitgaven
• Aankopen van goederen en diensten
• Personeelskost (incl. overhead, administratie, boekhouding…)
• kosten voor energie, mobiliteit, communicatie, werkplek
• Investeringen in materieel vast actief (afschrijvingskost)
• Financiële kosten
13
Financiële knelpunten
Kapitaal als financieringsbron en vergoeding ervan
Sociaal kapitaal van cliënten, hun families, van sociale
organisaties, evt. lokale overheden
• Particulieren: bv. Max. 10 aandelen aan 250 EUR = 2.500 EUR
• Koopkrachtige personen:
bv. 10.000 à 25.000 EUR
• Sociale investeerders:
bv. 10.000 à 250.000 EUR
Beperkte doch correcte vergoeding van het kapitaal
•
•
•
•
minimum bv. 2% (inflatie) - maximum 6% (KB)
Korte termijn (2% - 4%) vs langere termijn (4 – 6%)
Dividendafstand mogelijk (specifieke aandelencategorie of naar zuster-VZW)
Dividendkapitalisatie mogelijk (div. omzetten in nieuwe aandelen)
Niet duurder dan bankfinanciering;
vergelijkbaar met korte- of lange termijnbelegging
14
Financiële knelpunten
Kapitaal, doch geen speculatie of maximalisering winst
Statutaire bepalingen rond coöperatieve aandelen:
•
•
•
•
Nominale waarde als referentie
(Deel van de) reserves blijven van vennootschap
Enkel uittreding mogelijk, geen verkoop aan derden (tenzij vennoot)
Toetreding nieuwe vennoten onder controle Raad van Bestuur
Aandeelhoudersovereenkomst
•
•
•
•
Afspraken over vergoeding van kapitaal/aandelencategorieën
Welke stakeholders worden betrokken in kapitaal
Afspraken over businessmodel & financieel plan
Afspraken over governancemodel (bv. samenstelling Raad van
bestuur)
15
Financiële knelpunten
Financiële knelpunten
Giften niet evident
Mogelijke oplossing:
• Giften verzamelen via VZW
• VZW neemt deel van kapitaal van vennootschap, evt. in
aandelencategorie zonder of met beperkt dividend
• VZW neemt bepaalde taken van CVBA over
Subsidies niet evident
Decretale basis nodig:
• Erkenningsvoorwaarden (vgl. erkende coöperatieve)
• Tussenkomst van de Vlaamse overheid in kostprijs zorgverlening
(via bvb. derde betalersregeling, assistentiebudget,
kapitaalssubsidies bij vastgoed)
16
Financiële knelpunten
Fiscaliteit, bijzondere aandacht
Vennootschapsbelasting: 34 % op winst
Roerende Voorheffing: 15 % op dividenden, 15 % op intresten
Doch:
Dividenden aan particulieren van erkende coöperatieve:
• Dividend tot 180 EUR pp geen RV, geen personenbelasting
• aftrekbaar van belastbare basis in vennootschapsbelasting
• Andere dividenden 15 % RV (na evt. winstbelasting)
Werken met aandeelhoudersleningen:
• aftrekbare financiële kosten (indien marktconform) in venn.bel.
• 15 % RV voor ontvanger van intresten
Notionele intrestaftrek
• Fictieve rente voor risicokapitaal aftrekbaar van belastbare basis
17
Structuur eigen vermogen
Kapitaal
Beperkt startkapitaal mogelijk (min 18.500 EUR) (beperking financiële risico’s)
Deel vast kapitaal – deel variabel kapitaal (voor vennoten die wensen uit te treden)
Steeds kapitaalsverhogingen mogelijk ifv. groei (bijstorting of nieuwe vennoten)
Vennoten kunnen jaarlijks of na x- jaar uittreden (Statuten!)
≠ categorieën, nominale waardes en evt. minimum of maximumbedragen mogelijk
• kleine aandeelhouders - grote aandeelhouders
• langetermijnaandeelhouders – kortetermijnaandeelhouders (statuten!)
Vb: cat A particulieren
max. 2.500 EUR
cat B sociale organisaties min. 25.000 EUR
3%
5%
jaarlijks uitreden
7 jaar blijven
Overgedragen winst/reserves
Vennoten hebben ofwel geen recht hebben op reserves (nominale waarde
Ofwel (een beperkt) recht op reserves (ingehouden winst) ifv. beoogd langetermijnrendement
voor structurele aandeelhouders (statuten!)
18
Coöperatie: maatschappelijk en financieel draagvlak
voor meer en betere zorg
Diverse stakeholders betrekken bij coöperatie via diverse categorieën van
coöperatieve aandelen: coöperateurs investeren mee
Cliënten/zorgbehoevenden en hun families
Personeel
Lokale overheden, sociale organisaties, omwonenden
Grote aantallen aandeelhouders (brede lagen van bevolking)
Diverse financiële engagementen mogelijk
Grote bedragen, kleine (gelimiteerde) bedragen
Kortetermijnengagement – en langetermijnengagement
Verschillende (financiële) rechten mogelijk (dividenden, uitstapmogelijkheden)
Betrokkenheid bij beleid: coöperateurs beslissen mee
Alle aandeelhouders hebben stemrecht op Algemene Vergadering
Grotere en ‘initiatiefnemende’ aandeelhouders leveren bestuurder(s) in Raad van Bestuur
Stemrecht van grote aandeelhouders op AV wordt begrensd
Download