WERKBOEK 3 BLOK 3 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 1 16-02-16 08:15 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 2 16-02-16 08:15 Les 11 Rechte, stompe en scherpe hoeken Dit kan ik al! ■■ Ik kan hoeken controleren met een geodriehoek. ■■ Ik kan scherpe, stompe of rechte hoeken correct benoemen. 1 ■■ Schrijf de nummers van de hoeken in de juiste kolom. rechte hoeken scherpe hoeken stompe hoeken 1–7 2–5–8 3–4–6 MK 3 1 2 5 2 ■■ ■■ ■■ ■■ 3 6 4 7 8 Teken de gevraagde hoek. Teken een boog in elke hoek. Benoem de benen en het hoekpunt van elke hoek. Controleer met een geodriehoek. Scherpe hoek: Rechte hoek: C B I D A E Stompe hoek: F H J 48 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 47 16-02-16 08:15 Scherpe hoek: Rechte hoek: Stompe hoek: O K Q L N R P M S ■■ 11.1 ■■ 11.1 3 ■■ ■■ ■■ 4 ■■ ■■ ■■ ■■ Kleur de driehoeken met één stompe hoek blauw. Kleur de driehoeken met alleen maar scherpe hoeken geel. Kleur de driehoeken met een rechte hoek rood. Zoek op internet een afbeelding van Composition VIII. Dat is een schilderij van de kunstenaar Wassily Kandinsky. Bekijk dit kunstwerk. Neem een tekenblad, stiften en je geodriehoek. Probeer zo’n kunstwerk te maken met enkele scherpe, rechte en stompe hoeken. Dit heb ik vandaag geleerd. ■■ Ik kan scherpe, stompe en rechte hoeken tekenen, benoemen en herkennen in drie­hoeken. 49 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 48 16-02-16 08:15 Les 11 ■■ 11.1 ■■ ■■ Kijk naar de verschillende stappen. Teken een scherpe, een rechte en een stompe hoek. Stap 1: Ik teken een rechte. Stap 2: Ik leg het nulpunt van mijn geodriehoek in het hoekpunt. Ik zorg dat de tekenzijde gelijk ligt met mijn rechte. Scherpe hoek: Stap 3: Ik teken een streep aan de juiste kant. Rechte hoek: Stap 3: Ik teken een streep op de juiste plaats. Stompe hoek: Stap 3: Ik teken een streep aan de juiste kant. Stap 4: Ik verbind het hoekpunt met de streep. Stap 4: Ik verbind het hoekpunt met de streep. Stap 4: Ik verbind het hoekpunt met de streep. 57 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 57 16-02-16 08:15 Teken hier een scherpe, een rechte en een stompe hoek: 58 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 58 16-02-16 08:15 Les 11 ■■ 11.1 Lode kreeg met Kerstmis een basketpaal. De papa van Lode plaatste de paal op het terras. Beantwoord de vragen. ■■ Teken wat gevraagd wordt. Wat deed Lodes papa fout? ■■ Hij plaatste de paal scheef. Welke soort hoek zie je tussen de paal en de terrasvloer? Een scherpe hoek. Welke soort hoek zou er moeten zijn tussen de paal en de terrasvloer? Een rechte hoek. ■■ Maak hieronder een schets van de basketbalpaal en de terrasvloer. Gebruik een geodriehoek. p basketbalpaal p terrasvloer 62 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 61 16-02-16 08:15 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 62 16-02-16 08:15 Les 11 Rechte, stompe en scherpe hoeken DOELEN LEERLIJNEN Op het einde van deze les kunnen de leerlingen: scherpe, stompe en rechte hoeken herkennen, benoemen en tekenen; de drie soorten hoeken herkennen en benoemen in driehoeken. Dit kwam eerder aan bod. 50 Scherpe, stompe en rechte hoeken tekenen en vouwen (blok 2, les 16). Dit komt later aan bod. Eigenschappen van de zijden en de hoeken in driehoeken onderzoeken (blok 4, les 7). Soorten driehoeken naar de hoeken benoemen (blok 5, les 7). LESVERLOOP Aanzet 10 1Kwartet MATERIAAL Kern Werkboek p. 48-49 Bijlage 3.11.1 Onthoudboek p. MK 3 Meetboekje p. 23 Extra materiaal: –een geodriehoek voor elke leerling –een klassikale geodriehoek –een vouwmeter –een rood, een blauw en een geel kleurpotlood voor elke leerling –stiften voor elke leerling –een werkschrift per leerling 35 2 Soorten hoeken herhalen 3Hoekgrootte 4 Scherpe, stompe en rechte hoeken tekenen en benoemen 5 Scherpe, stompe en rechte hoeken in driehoeken 6Oefenen Reflectie 5 7 Dit heb ik vandaag geleerd VOOR DE LES Je kopieert bijlage 3.11.1 in kleur, één per drie leerlingen. Als je geen kleurenkopieën kunt maken, kleur het bolletje op de kaarten met de blauwe hoek dan blauw, het bolletje op de kaarten met de rode hoek rood en het bolletje op de kaarten met de gele hoek geel. Je lamineert eventueel de kaarten en knipt ze uit. 11.1 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 1 16-02-16 08:15 LESVERLOOP AANZET 10 bijlage 3.11.1 TIP Je kunt de leerlingen vertellen dat de soorten hoeken onderling dezelfde kleur hebben, bijvoorbeeld alle stompe hoeken zijn geel. Je kunt dit ook net verzwijgen om het wat moeilijker te maken. 1Kwartet Je verdeelt de leerlingen in groepen van drie. Je geeft elke groep de kaarten van de bijlage. Verdeel de kaarten eerlijk en kies een spelleider. Op elke kaart staat een gekleurde hoek afgebeeld. Elke speler moet proberen om vier kaarten met dezelfde soort hoek te verzamelen. Je kiest een kaart die je niet wilt bijhouden en legt die voor je. Wanneer de spelleider ‘ja’ zegt, schuift iedere speler deze kaart door naar de speler rechts van hem. Heb je vier kaarten met eenzelfde hoek, dan sla je zo snel mogelijk met je hand in het midden van de tafel. De andere twee spelers leggen zo snel mogelijk hun hand op die van de winnaar. De speler van wie hand bovenaan ligt, verzamelt de kaarten, schudt ze en verdeelt ze opnieuw. Je laat de leerlingen het spel een aantal keer spelen. Wanneer de klas niet in groepen van drie leerlingen verdeeld kan worden, maak je enkele groepen van vier leerlingen. In deze groepen is de vierde speler dan de spelleider die zelf niet meedoet, maar de kaarten deelt en het doorschuifsignaal geeft. Na elke ronde wordt een andere leerling spelleider. KERN 35 2 Soorten hoeken herhalen Je verwoordt het lesdoel. Vandaag herhalen we wat scherpe, stompe en rechte hoeken zijn. We gaan ook heel wat hoeken tekenen. Je haalt de kaarten van het spel nog niet op en je laat de leerlingen in de groepen zitten. Je herhaalt op welke manier je kunt controleren of een hoek scherp, stomp of recht is. Met welk instrument controleer je dit? (met een geodriehoek) Hoe doe je dat dan? (Je legt het hoekpunt van de rechte hoek van de geodriehoek gelijk met het hoekpunt van de hoek en je zorgt ervoor dat één zijde van de geodriehoek gelijk loopt met één been van de hoek. Als je het andere been in de geodriehoek ziet, is het een scherpe hoek. Als je het andere been buiten de geodriehoek ziet, is het een stompe hoek. Als het andere been gelijk loopt met de andere zijde van de geodriehoek, is het een rechte hoek.) Je geeft de leerlingen de opdracht om allemaal een kaart van het spel te nemen met daarop een blauwe hoek en deze met de geodriehoek te onderzoeken. (Het is een scherpe hoek.) Daarna laat je de leerlingen de rode (rechte) hoeken en ten slotte de gele (stompe) hoeken onderzoeken. Je laat de leerlingen hun onthoudboek nemen op p. MK3. Je overloopt de delen van de hoek en de verschillende soorten hoeken aan de hand van de onthoudkader. 3Hoekgrootte Je neemt de vouwmeter en maakt hiermee een scherpe hoek. Je vraagt de leerlingen welke soort hoek je gevormd hebt. (een scherpe hoek) Daarna maak je de benen van deze scherpe hoek langer door de benen verder uit te vouwen. Kun je een hoek groter maken door de benen langer te maken? (nee) Daarna doe je hetzelfde met een rechte en een stompe hoek. 11.2 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 2 16-02-16 08:15 Hoe kun je een hoek wel groter maken? (door de benen verder uit elkaar te duwen, verder uit elkaar te tekenen) Welke soort hoek is het grootst? Een scherpe, rechte of stompe hoek? (een stompe hoek) Welke soort hoek is het kleinst? (een scherpe hoek) Wanneer je merkt dat het oplossen van de vragen moeilijk verloopt, ondersteun je dat door verder gebruik te maken van de vouwmeter. Je neemt opnieuw de kaarten van het spel. Je geeft de leerlingen de opdracht om de hoeken per soort te ordenen van klein naar groot. Je gaat rond en controleert hun werkwijze en resultaat. Je wijst de leerlingen hierbij op de benen van de hoeken die niet altijd even lang zijn, maar niks veranderen aan de grootte van de hoek. TIP Je kunt ook een hoek maken met de deur. Je zet de deur open en tekent met krijt de hoek af op de grond. Daarna kun je ook weer de krijtlijnen korter of langer maken. 4 Scherpe, stompe en rechte hoeken tekenen en benoemen Je laat de leerlingen een scherpe hoek tekenen in hun werkschrift en je tekent er zelf ook een op het bord. Dan wisselen ze van schrift met hun buur en controleren ze de getekende hoek met hun geodriehoek. Als dit moeilijk verloopt, laat je hen de werkwijze nog eens verwoorden. Daarna doe je hetzelfde voor een rechte en een stompe hoek. Wanneer alle hoeken getekend zijn, benoem je samen met de leerlingen de drie hoeken (het hoekpunt) met een hoofdletter. Je duidt op elk been een punt aan en geeft deze twee punten ook een naam met een hoofdletter. 5 Scherpe, stompe en rechte hoeken in driehoeken Je tekent een scherphoekige driehoek en een rechthoekige driehoek op het bord. De benamingen van de soorten driehoeken komen later nog aan bod. Het is nu vooral belangrijk dat de leerlingen de drie soorten hoeken in driehoeken herkennen. TIP In het meetboekje vind je op p. 23 ook de referentiemaat voor een rechte hoek. (De corner (hoek) van een voetbalveld.) TIP Voor de leerlingen bij wie het tekenen van hoeken erg moeilijk verloopt, vind je een stappenplan in de weeroefeningen bij deze les. Je vraagt een leerling vooraan om de drie hoeken van de eerste driehoek te onderzoeken met de klassikale geodriehoek. (besluit = drie scherpe hoeken) Daarna vraag je een andere leerling om de drie hoeken van de tweede driehoek te onderzoeken. (besluit = twee scherpe en één rechte hoek) Je laat een leerling naar voren komen om een driehoek met één stompe en twee scherpe hoeken te tekenen. Je bekijkt samen met de leerlingen de drie driehoeken op het bord en je vat samen dat elke driehoek altijd minstens twee scherpe hoeken heeft. De derde hoek is scherp, stomp of recht. 6Oefenen De leerlingen maken de oefeningen. diff.: aanloop Je neemt de leerlingen die het motorisch moeilijker hebben, in een groep bij je en je begeleidt deze leerlingen en stuurt hun handelingen. Je kunt het stappenplan van de weeroefeningen bij deze les gebruiken. werkboek p. 48 oefening 1 werkboek p. 48-49 oefening 2 11.3 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 3 16-02-16 08:15 werkboek p. 49 oefeningen 3-4 REFLECTIE 5 De leerlingen die de kernoefeningen probleemloos oplosten, kunnen daarna verder gaan met de uitdagingsoefeningen. 7 Dit heb ik vandaag geleerd Welke drie soorten hoeken hebben we vandaag getekend? (scherpe, stompe en rechte hoeken) Bestaan er driehoeken met meer dan één stompe hoek? (nee) Bestaan er driehoeken met meer dan één rechte hoek? (nee) 11.4 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 4 16-02-16 08:15 Les 11 Rechte, stompe en scherpe hoeken Scherpe hoek: Dit kan ik al! ■ Ik kan hoeken controleren met een geodriehoek. ■ Ik kan scherpe, stompe of rechte hoeken correct benoemen. Rechte hoek: Stompe hoek: O K Q L N M 1 ■ scherpe hoeken stompe hoeken 1–7 2–5–8 3–4–6 1 2 5 ■ ■ ■ 3 6 3 ■ ■ 4 7 4 ■ ■ ■ ■ Rechte hoek: I D Dit heb ik vandaag geleerd. ■ A E Zoek op internet een afbeelding van Composition VIII. Dat is een schilderij van de kunstenaar Wassily Kandinsky. Bekijk dit kunstwerk. Neem een tekenblad, stiften en je geodriehoek. Probeer zo’n kunstwerk te maken met enkele scherpe, rechte en stompe hoeken. Stompe hoek: C B Kleur de driehoeken met één stompe hoek blauw. Kleur de driehoeken met alleen maar scherpe hoeken geel. Kleur de driehoeken met een rechte hoek rood. 8 Teken de gevraagde hoek. Teken een boog in elke hoek. Benoem de benen en het hoekpunt van elke hoek. Controleer met een geodriehoek. Scherpe hoek: ■ 11.1 ■ 11.1 rechte hoeken ■ ■ S Schrijf de nummers van de hoeken in de juiste kolom. MK 3 2 R P F H J 48 Ik kan scherpe, stompe en rechte hoeken tekenen, benoemen en herkennen in driehoeken. 49 11.5 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 5 16-02-16 08:15 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 6 16-02-16 08:15 © De Wiskanjers 3, Plantyn 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 7 Blok 3 – Les 11 Bijlage 3.11.1 16-02-16 08:15 3-3-11_Wiskanjers_Ljr3.indb 8 16-02-16 08:15