Nog één stukje Freud De Standaard - zaterdag 17 december 2011 Auteur: Joël De Ceulaer De voorbij weken regende het opiniestukken over de psychoanalyse. Zelfs het Groot Dictee der Nederlandse Taal ging, geheel per toeval, over Freud. Met deze bijdrage sluit JOËL DE CEULAER het debat in deze krant af. Nog een geluk dat Sigmund Freud het zelf allemaal niet meer moet meemaken. De brave man zou ondertussen wellicht psychologische bijstand nodig hebben. Al decennia woedt een strijd om zijn intellectuele en wetenschappelijke erfenis. Of pseudo-wetenschappelijke erfenis? Want dat is dus het punt: is de theorie die Freud ons honderd jaar geleden schonk, wel een deugdelijke theorie? Doorstaat zijn psychoanalytische model, dat ondertussen vele varianten kent, de toets van het voortschrijdend inzicht? Ja, zeggen zijn erfgenamen. Nee, zeggen zijn critici. Dát debat dus, is wereldwijd allang aan de gang. Bij ons, en meer bepaald in deze krant, laaide het de voorbije twee weken flink op. Freud was even alomtegenwoordig. Alsof de duivel ermee gemoeid was, ging zelfs het door Arnon Grunberg geschreven Groot Dictee der Nederlandse Taal afgelopen woensdag helemaal over 'de theoreticus van het oedipuscomplex'. Als door een slang gebeten Hier was het allemaal begonnen met een kritisch opiniestuk over de Sloveense filosoof Slavoj Zizek, die onlangs te gast was in de Brusselse Bozar. Zizek heeft zich onder meer laten inspireren door het werk van wijlen Jacques Lacan, een van de denkers die de inzichten van Freud op hun manier hebben verwerkt en doorgegeven. Helaas, vonden Filip Buekens en Geerdt Magiels op deze pagina's, verkocht Lacan vooral onzin en is ook Zizek eigenlijk niets meer dan 'een intellectuele clown'. Hun opiniestuk werd een dag later meteen tegengesproken door Dominiek Hoens, die vergeefs naar hun argumenten had gezocht (DS 26 en 28 november). Toen ikzelf twee weken geleden, los van die hele Zizek-discussie, nog een ánder verhaal schreef over de psychoanalyse, was het hek helemaal van de dam. In dat verhaal werden - onder het motto: is de psychoanalyse een gevaarlijke pseudo-wetenschap? - twee verschillende kwesties behandeld: de controverse rond een documentaire (Le Mur) waarin Franse psychoanalytici bedenkelijke uitspraken doen over autisme, en de controverse rond het feit dat aan de faculteit psychologie van de Universiteit Gent nog altijd een vakgroep psychoanalyse bestaat, waar binnenkort een nieuwe onderzoeker aan de slag kan. Sindsdien blijven de opiniestukken binnenstromen - niet alleen op deze plek, maar ook op de website van dewereldmorgen.be, onder meer. Ook de ombudsman van De Standaard verdiepte zich in de kwestie en velde vervolgens een streng oordeel: in het bewuste verhaal werd volgens hem niet voldoende hard gemaakt dat het Franse en het Vlaamse verhaal iets met elkaar te maken hebben. Hij vond dat de Universiteit Gent guilty by association leek en schreef: 'Ik blijf achter met de vraag: is er in Gent wel iets aan de hand?' Bij het oordeel van de ombudsman dient men zich uiteraard bereidwillig neer te leggen. Bij deze. Toch is het op z'n minst merkwaardig dat een van de psychologen die in het verhaal opdoken zowel praktijkassistente is aan de UGent als medewerkster van een psychoanalyticus die een hoofdrol speelt in de Franse documentaire. De wereld van de psychoanalyse is een kleine wereld, wat ook mag blijken uit de ledenlijst van de Kring voor Psychoanalyse, waar men het verband tussen het Franse en het Gentse verhaal met het blote oog kan waarnemen. In Gent sloeg de voorbije weken de stoom uit menige academische laptop. Onder filosofen en psychologen is daar bijzonder druk en heftig gemaild. Het debat over de psychoanalyse situeert zich immers niet alleen ter hoogte van de faculteit psychologie, ook de filosofen laten zich niet onbetuigd. En ook zij verschillen onderling grondig van mening. Wetenschap, filosofie en wereldbeeld Dat komt omdat er veel op het spel staat. Onder het debat over de psychoanalyse als psychologische praktijk gaat immers een veel diepere clash schuil. Een clash over wereldbeelden, en over de taak van de filosofie. Moet een wereldbeeld rusten op de fundamenten van het wetenschappelijke inzicht? Of heeft de wetenschap een te smalle blik om de hele wereld te kunnen vatten? En in het verlengde daarvan: moet een filosoof een soort wetenschapper proberen te zijn, of lijkt de filosofie meer op de literatuur? Het antwoord is natuurlijk: allebei, het hangt er maar van af wat je wil bereiken. Twee vragen om af te ronden. Eén: is dit debat een soort gezelschapsspel voor journalisten en academici die niets beters te doen hebben? Een beetje wel, ja. Maar toch niet helemaal. Vandaar de tweede slotvraag: als criminelen zoals Nordine Amrani worden onderzocht door psychiaters en psychologen, om uit te maken hoe gevaarlijk ze zijn en of ze al dan niet voorwaardelijk mogen worden vrijgelaten - willen we dan dat zo'n onderzoek gebeurt op basis van de charmes van een wereldbeeld? Of verkiezen we zo betrouwbaar mogelijke wetenschap? Voor alle duidelijkheid: dat is een vraag, geen beschuldiging. Een vraag waarmee de wetenschappelijke en filosofische gemeenschap nog wel een tijdje zoet zullen zijn. Voorlopig niet in deze kolommen evenwel. Hier komt weer volop ruimte voor die talloze andere debatten waaraan de meerwaardezoeker zich gaarne komt laven. Enkele online reacties: Op 19 december 2011 omstreeks 01:27, zei Jan Hevert, Oostende: Bij de bekritisering van theorieën als psychoanalyse haalt men dikwijls argumenten aan als zou dit onwetenschappelijk zijn. Als fervente voorstander van de wetenschappelijke methode heb ik hier niettemin mijn bedenkingen bij. Voor de wetenschap zijn nog heel wat domeinen onbekend: zeker als het gaat over de werking van de menselijke psyche, staan we quasi nergens omdat veel aspecten ervan moeilijk wetenschappelijk te benaderen zijn. Teveel wetenschappers negeren ze daardoor en beperken zich tot zeer eenzijdige benaderingen, zoals medicatie omdat de 'wetenschappelijke onderbouw' ervan geen kennis vereist van hun exacte werking. Dit lijkt mij een grove nalatigheid omdat de realiteit van psychische problematiek, zelfmoorden,... ons noodzaakt een niet wetenschappelijke theorie te verkiezen is boven geen theorie, of een éénzijdige medecatie-benadering. Op 18 december 2011 omstreeks 08:31, zei Joost Rotty, Beert: Een ikoon als S. Freud wordt door een aantal personen verguisd, maar soms ook geprezen. (Dit wellicht - voor zijn controversiële benadering(-en) van wat mensen drijft én hoe psychologen/psychiaters het gedrag van hun cliënten/patiënten willen of kunnen verklaren ?!...) Deze arts-psychiater was Jood,behandelde -ook- meestal Joodse patiënten én heeft -voor mezelfondanks het feit dat hij atheïstische ideeën had een grote verdienste gehad voor het psychoanalytische denken. C.G. Jung (die één van zijn leerlingen was) was -niet altijd- zijn beste vriend-collega. De Freudiaanse theorie van het Ich,Es én Uber-Ich (waarbij de blauwdruk van een persoonlijkheidsstructuur 'vastgelegd' wordt in de 5 eerste levensjaren) is frappant,merkwaardig én staat/stond (nog steeds ?) ter discussie. Toch lijkt me (door de lange duur van de psychoanalytische therapie) een sterk vertrouwen (lees: geloof) in de therapeut een cruciaal punt. De term 'catharsis' is hier niet imaginair ! Op 17 december 2011 omstreeks 22:52, zei Jaap den Haan, Amsterdam: Freud is niet achterhaald, maar hij is overbevestigd, dat is wellicht het beschamende eraan. Alleen moeten bepaalde begrippen iets ruimer gezien worden dan hij zelf wellicht had gewild. Het blijft spannend.