8e Zondag door het jaar – A Jesaja 49:14-15 26 februari 2017 1 Korintiërs 4:1-5 Matteüs 6:24-34 Zoals u misschien gemerkt heeft, zijn de evangelie-lezingen van deze zondagen in dit Matteüs-jaar genomen uit de Bergrede. Helaas gaan we de laatste uit dit rijtje niet horen, want aanstaande woensdag begint de Veertigdagentijd. Pas op 25 juni gaat het verder en wel met de 12e zondag door het jaar. Het thema van de lezing past wel bij het onderwerp van vandaag, dus daar wil ik straks nog even op terugkomen. Vandaag hoorden we Jezus zeggen: “Wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld, hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet. Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen”. Misschien is eind februari niet de beste tijd van het jaar om deze tekst te horen, we kunnen niet even naar buiten lopen om te zien waar Hij het over heeft. Wel veel ‘Salomo’ in de binnenstad van Amsterdam, want aan kledingzaken geen gebrek, maar weinig vers groen of bloemen op dit moment. De bloemenmarkt geeft ons wel veel moois te zien en is zeker ook de moeite waard, maar dat is toch meer menselijke dan goddelijke inspanning. De natuur moet de lente van 2017 nog in de vingers krijgen. In de tijd van Jezus, met een veel minder verstedelijkte samenleving, was het wellicht makkelijker voor de mensen om zich in te leven in zijn verhaal. Jezus vertelt dit verhaal, omdat hij zijn toehoorders wil wijzen op het onderscheid tussen het Rijk van God en het rijk der mensen. De meeste mensen toen, al vele eeuwen na koning Salomo, waren ook sneller onder de indruk van de ‘Salomos’ van hun tijd dan van de schoonheid van de schepping om hen heen. En ook wij nu laten ons makkelijk verblinden door het goud en de glitter van de rijkdom om ons heen en al helemaal in onze moderne consumptiemaatschappij, waar kopen en groei de geloofsbelijdenis lijken te zijn. Niet voor niets begint paus Franciscus zijn ecologische encycliek Laudato Si’ met een opmerking hierover. Hij zegt in paragraaf 2: “Deze zuster [aarde] protesteert om het kwaad dat wij haar hebben aangedaan, vanwege het onverantwoorde gebruik en het misbruik van de goederen die God in haar heeft gelegd. Wij zijn opgegroeid met het idee dat wij haar eigenaar en heer waren, bevoegd om haar te plunderen. […] Wij vergeten dat wij zelf aarde zijn. Ons lichaam zelf wordt gevormd door de elementen van de planeet, haar lucht geeft ons adem en haar water schenkt ons leven en verkwikt ons.” Page 1 of 3 8e Zondag door het jaar – A 26 februari 2017 Met de Zaligsprekingen aan het begin van de Bergrede gooit Jezus zijn leerlingen a.h.w. zonder zwembandjes in het diepe water van het geestelijke leven. Met de overige teksten leert Hij hen zwemmen, namelijk: wat betekent het om te leven als mens, als je dat wilt doen op een manier, zoals God dat bedoelt? Nou, allereerst door te (durven) vertrouwen op de Voorzienigheid. We kunnen ervan uitgaan dat zijn toehoorders de uitspraak van Jesaja kenden uit onze eerste lezing vandaag: “Zal een vrouw haar zuigeling vergeten, een moeder zich niet erbarmen over het kind van haar schoot? En zelfs als die het zouden vergeten; Ik vergeet u nooit!” Joodse gelovigen wisten dat God zijn volk niet vergeet, dat Hij zijn verbond met hen, afgesloten bij de berg Sinaï en vastgelegd in stenen tafelen na hun bevrijding uit Egypte, altijd zal onderhouden. OK, regelmatig wordt dat verbond op de proef gesteld door individuen en door de gemeenschap als geheel, maar leven in de belofte van dat verbond betekent dat herstel altijd mogelijk is. En dat was ook hun ervaring. Ze kenden de barmhartigheid van hun God. Vertrouwen dus, vertrouwen op Gods aanwezigheid, op zijn liefde en zorg én daarmee op de vrijheid van de dwang om alles maar te moeten hebben of zelf te moeten kunnen. Naast vertrouwen, gaat het ook om keuzes maken: in en voor welk koninkrijk wil ik eigenlijk leven? Wie wil ik ten diepste dienen, de Schepper God of het geschapene, het materiële? Waar zoek en verwacht ik mijn heil, d.w.z. in welke context denk ik ten diepste gelukkig te kunnen worden en met wie? En ook: ben ik nederig én moedig genoeg om, als ik struikel, mij weer omhoog te laten helpen door mijn hemelse Vader, die zich als een moeder over mij wil ontfermen? Zoals gezegd gaan we dit jaar de evangelie-lezing missen van de 9e zondag door het jaar. In dat stukje Bergrede uit het 7e hoofdstuk van het Matteüs-evangelie spreekt Jezus ook over keuzen maken; Hij houdt zijn toehoorders het beeld voor van twee mensen. De een bouwt zijn huis op zand en het fundament begeeft het onder de kracht van de storm. De ander bouwt zijn huis op de rots, waar het stevig staat en overeind blijft. Ook Jezus heeft in zijn leven moeten kiezen. Zijn vertrouwen in Gods zorg voor Hem heeft hem uiteindelijk aan het kruis doen sterven én werd in zijn verrijzenis voor heel de wereld en voor alle tijden bevestigd. De Veertigdagentijd geeft ons de mogelijkheid om, in alle rust, over onze keuzes in het leven na denken en over hoe we ons tot God en elkaar willen verhouden. Het is een tijd om na te gaan hoe we bij kruis Page 2 of 3 8e Zondag door het jaar – A 26 februari 2017 en verrijzenis willen aankomen. En misschien een kleine verandering in ons leven al wat in te oefenen. Ik wens u een goede tijd toe en graag tot Aswoensdag; dan kunnen we samen een begin maken aan deze tijd. Page 3 of 3