`raak verandert de zaak!` zorgprogramma psychotische stoornissen

advertisement
06.2011
Mentaal
MAGAZINE VAN VINCENT VAN GOGH
‘RAAK VERANDERT
DE ZAAK!’
ZORGPROGRAMMA
PSYCHOTISCHE
STOORNISSEN
HART VOOR OUDEREN
MET PSYCHISCHE
PROBLEMEN
ZOU JIJ DOOR JEZELF
VERZORGD WILLEN
WORDEN?
inhoud
december 2011
24
‘RAAK verandert
de zaak!’
Vooruitstrevende onderzoeks- en
innovatieprojecten binnen Vincent van Gogh
6
26
Ouderenpsychiatrie laat
het niet bij het oude
Hart hebben voor ouderen met
psychische klachten
Van de redactie
Kerst inspireert ons stil te staan bij wat we belangrijk
vinden. Waar hechten we nou eigenlijk waarde aan?
De medewerkers van de ouderenpsychiatrie hebben
hart voor hun cliënten, ze hechten waarde aan hun
werk en zetten zich iedere dag keihard in voor deze
toch al kwetsbare doelgroep. De ouderenpsychiatrie
staat daarom in deze editie van Mentaal in de schijnwerpers. Niet alleen voor ouderenpsychiatrie, maar
voor de gehele geestelijke gezondheidszorg, geldt dat
de zorg staat of valt met bejegening. Een onderwerp dat
onmiskenbaar ook een plaats verdient in dit kerstnummer. Immers, Kerst is een moment van bezinning. Deze
Mentaal laat u dan ook nadenken over uw eigen bejegening. Zou u door uzelf verzorgd willen worden?
De Bijscholing Alcohol en Drugs (BAD) ontkomt ook
niet aan onze aandacht. Veel cliënten vielen vroeger
door een dubbele diagnose tussen wal en schip.
Door dit groeiende besef zag BAD het levenslicht.
De trainers van BAD zijn sindsdien hard op weg om
Vincent van Gogh dubbel-diagnose-proof te maken.
We zoomen tevens in op het werk van de wijkcoach
Debby Maas, en geven u een bredere kijk op veiligheid
in politiek Nederland en binnen onze instelling.
02 | mentaal
Maar natuurlijk heeft deze kersteditie nog veel meer
voor u in petto. Zo geven we u een kijkje in de keuken
van het project ‘Van PSYGIS Classic naar PSYGIS
Quarant’. In april gaan 1200 medewerkers van de één
op de andere dag over op het nieuwe systeem Quarant.
Quarant is een elektronisch patiëntendossier waarin
informatie van alle cliënten wordt bijgehouden. Ook
gaan we in op het bezoek van de Commissaris van de
Koningin aan onze instelling, belichten we de nieuwbouw op de huidige plek van het Vincentiushuis en doen
we alles uit de doeken over de projecten TWIN en de
WerkVermogensMonitor. Daarnaast kunt u meedelen in
de feestvreugde van de MDFT-teamleden. Zij zijn namelijk onlangs gecertificeerd. Kortom, deze Mentaal biedt
u meer dan genoeg leesplezier om de donkere dagen
door te komen.
Vincent van Gogh wenst u prettige feestdagen en een
gelukkig nieuwjaar! Tot 2012!
De redactie
Zorgprogramma
psychotische
stoornissen
Een sterk streven naar kwaliteit en
continuïteit van zorg
Zou jij door jezelf verzorgd
willen worden?
Zorg valt of staat met
bejegening
Vaste rubrieken
2
3
4
14
16
23
30
31
38
39
40
Van de redactie
Inhoud
Buitenshuis met Tijhuis
De ontmoeting
(On)gegrond
Wetenschap
Juridisch kader
Informatiecentrum
Servaashof en vermaatschappelijking
Colofon
Kleurrijke mensen
36
Verder in dit nummer
5
10
12
15
18
20
22
29
32
34
Van PSYGIS Classic naar PSYGIS Quarant
Dé succesfactor: een nieuw gebouw
Overlast? Out of the question!
Succesvolle bijeenkomst 'Hoe gaat het met ú?'
Dubbel-diagnose-proof na BAD
Start WerkVermogensMonitor
Certificering MDFT-teams
Veranderen: uitdaging maar ook noodzaak!
Bezoek Commissaris van de Koningin
Samen in het TWIN-project
03 | mentaal
Van PSYGIS Classic
naar PSYGIS Quarant
Op 2 april 2012 gaat Vincent van Gogh over op Psygis Quarant, de opvolger van het huidige Psygis Classic. Quarant is een elektronisch patiëntendossier (EPD) waarin informatie
van alle cliënten van Vincent van Gogh wordt bijgehouden; zowel inhoudelijke gegevens
als productie- en administratieve gegevens. Informatie die te bereiken is op ieder gewenst
moment, vanaf iedere willekeurige werkplek.
Buiten shuis met Tijhuis
Jolande Tijhuis, voorzitter
Raad van Bestuur Vincent
van Gogh voor geestelijke
gezondheidszorg, laat regelmatig haar gezicht zien op de
diverse locaties van Vincent
van Gogh. In Buitenshuis met
Tijhuis leest u over haar
bevindingen.
Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidszorg is een organisatie die verspreid
ligt over verschillende locaties. Om feeling te houden met de totale organisatie en de
mensen die er werken vind ik het belangrijk regelmatig mijn gezicht te laten zien en persoonlijk te horen wat er speelt. Niet alleen in Venray, maar ook in Venlo en Roermond.
Dat is altijd belangrijk, maar zeker in woelige tijden als er ingrijpende veranderingen
op stapel staan. En dat er ingrijpende veranderingen aankomen moge duidelijk zijn! Ik
begeef me dan graag een keer extra ‘buitenshuis’.
In de vorige Mentaal, waarin ik ‘Buitenshuis’ verslag deed van mijn bezoek aan de NLW
Groep, haalde ik de aangekondigde overheidsbezuinigingen in de GGZ sector al even
aan. Deze forse bezuinigingen (593 miljoen!) en het voortschrijdend inzicht wat betreft
onze interne structuur en werkwijze, dwingen ons keihard aan de slag te gaan met een
verbeterslag naar een gezonde, slanke en duurzame organisatie.
Bottomline in dit verhaal is dat we meer klantgerichte, kwalitatief hoogwaardige zorg
zullen moeten leveren voor minder geld. Dat betekent concreet dat we onder andere verder gaan met de ontwikkeling en invoering van zorgprogramma’s voor onze cliënten.
Daarnaast zullen we ons oriënteren op het ontwikkelen van samenwerkingsvormen met
de eerste lijn, gaan we werken aan uitbreiding van ons ambulante aanbod en zullen we
ons nog meer moeten onderscheiden wat betreft het aanbod van onze specialistische
expertise op het gebied van complexe psychiatrische problematiek.
De plannen voor dit alles ontwikkelen we samen met onze medewerkers binnen een verandertraject onder de noemer ‘Vertrouwd op Weg’. En zo keer ik terug naar de inleiding
van deze ‘Buitenshuis met Tijhuis’. De introductie van dit ambitieuze traject vormde
de basis voor mijn meest recente ‘Buitenshuisavontuur’ in de vorm van een informatieronde langs de locaties Venlo, Venray en Roermond. Daarin gaf ik, samen met medebestuurder Paul Jansen en de projectleiders van ‘Vertrouwd op Weg’, onze medewerkers
uitleg over de wijze waarop we de veranderingen handen en voeten willen gaan geven: in
nauwe samenwerking met hen en met een vertegenwoordiging van onze cliënten.
Een reis van betekenis dus, waarbij ik opnieuw gesterkt werd in het vertrouwen dat de
opgaven waarvoor VvG zich gesteld ziet, worden gedragen door een gemotiveerde club
professionals met hart voor de cliënt die psychiatrische zorg nodig heeft!
04 | mentaal
“Ik ken niemand die voor een baan in de zorg heeft
gekozen vanwege zijn of haar liefde voor registreren,
maar het hoort erbij. Met een goed hulpmiddel maken
we het voor onze medewerkers eenvoudiger. Vincent
van Gogh zet momenteel alles op alles om het noodzakelijke registreren eenvoudiger te maken”, aldus
Jolande Tijhuis, voorzitter Raad van Bestuur vanVincent van Gogh. Met de implementatie van Quarant
wordt de basis gelegd voor vernieuwing van functionaliteiten. Dit leidt tot een efficiëntere ondersteuning
van de zorgprocessen. Jolande vervolgt, “Het is een
grote stap voor Vincent van Gogh, niet alleen omdat
we met Quarant weer helemaal bij de tijd zijn, maar
ook omdat we gemakkelijker en sneller onze cliënten
kunnen helpen.”
opleiding hebben alle gebruikers kennis van de mogelijkheden van het systeem en kunnen ze op een efficiënte wijze gebruik maken van Quarant. Gebruikers
hebben een autorisatie nodig om met Quarant aan de
slag te kunnen. Iedereen die de E-learning module met
succes afrondt krijgt een autorisatie”, aldus Constant.
Gebruikers die niet slagen voor hun opleiding krijgen
van hun leidinggevende geen toestemming in te loggen in het systeem. “Het is dus van belang dat iedereen
slaagt, sterker nog: niet slagen is geen optie. Natuurlijk
ondersteunen wij onze medewerkers hierin. We bieden
iedereen meer dan voldoende hulp en ondersteuning
bij het succesvol afronden van de opleiding.”
Schouders eronder!
Binnen Vincent van Gogh werkt een projectteam al
enige tijd hard aan de voorbereidingen van de implementatie. Het projectteam bestaat uit medewerkers
uit alle geledingen van Vincent van Gogh en medewerkers van Pink Roccade Healthcare, de leverancier van
Quarant. Op 9 november jongstleden vond voor alle
projectleden de officiële kick-off plaats.
Projectleider Constant Favier: “Met de introductie van
Quarant vergemakkelijken we de administratie. Zo houden we meer tijd over om ons te richten op het primaire
proces, namelijk het behandelen van onze cliënten. De
implementatie van dit omvangrijke project vergt veel
voorbereiding. Tijdens de kick-off werd mij duidelijk
dat iedereen zeer gemotiveerd en enthousiast is. Wij
zetten onze schouders eronder!”
Opleidingstraject
“Een project waarbij ongeveer 1200 medewerkers
van de één op de andere dag overgaan op een nieuw
systeem raakt de hele organisatie”, legt projectleider
Constant Favier uit. “Van behandelaren, zorgadministratie, verpleegkundigen, zorgmanagers, secretariaaten receptiemedewerkers tot en met de ICT-afdeling.”
Om ervoor te zorgen dat de gebruikers met Quarant
kunnen werken, start Vincent van Gogh in maart 2012
met een grootschalig opleidingstraject.
“Wij gaan gebruik maken van E-learning. Dit betekent
dat medewerkers online worden opgeleid. Via internet
leert men met het systeem te werken. Na afloop van de
Constant Favier, projectleider implementatie Quarant
Het moge duidelijk zijn: Vincent van Gogh staat
voor een grote uitdaging met de implementatie van
de vernieuwde versie van Psygis. “Maar”, benadrukt
Constant, “het is een uitdaging die we met beide handen aangrijpen en waar de hele organisatie uiteindelijk
de vruchten van plukt.”
Susanne Wouters
05 | mentaal
Berit Hooghoudt (gezondheidszorgpsycholoog)
Ouderenpsychiatrie
laat het niet bij
het oude
“Ik weet zeker dat er vannacht inbrekers zijn geweest.” “Hoe weet u dat zo zeker?” “Ik zie
dat er een plas is gedaan op mijn wc, dat is van een inbreker.” Een waanbeeld dat bij een
vrouw op leeftijd ontstaan is. Ze was vergeten dat ze zelf naar de wc is geweest en niet
had doorgetrokken. Een dergelijk geheugenhiaat maakt dat ouderenpsychiatrie het niet
bij het oude laat.
Ouderenpsychiatrie: een aparte
tak van sport
“Ouderenpsychiatrie is misschien
geen ‘sexy discipline’”, aldus Berit
Hooghoudt (gezondheidszorgpsycholoog), maar dat het een aparte
tak van sport is, is onmiskenbaar.
Berit: “Alleen al het tempo ligt
anders. Bovendien vraagt het om
groot invoelings- en diplomatiek
vermogen. Soms zeggen dementerende mensen: ‘Ik ben niet gek. Er is
met mij toch niets aan de hand?’ En
als de dochter dan zegt: ‘Je hebt al
diverse keren laten doorschemeren
dat het slecht met je gaat’, hoe ga
je daar dan mee om?” Kenmerkend
voor de 65-plussers (uitzonderingen
daargelaten) is overigens dat ze vaak
te kampen hebben met meerdere
psychische en/of lichamelijke problemen.
Van diagnostiek naar…
Zorgvuldige diagnostiek neemt
06 | mentaal
een prominente plek in binnen de
psychiatrische behandeling. De rol
van de GZ-psycholoog hierbij is het
in kaart brengen van het cognitief
functioneren van de cliënt. Ook
kan er persoonlijkheidsonderzoek
plaatsvinden. De partner, familie of
bijvoorbeeld de thuiszorg, oftewel
het steunsysteem, wordt hier vaak bij
betrokken. De psychiater is uiteindelijk eindverantwoordelijk voor het
stellen van de psychiatrische
diagnose. Deze diagnose strekt zich
uit over vijf dimensies, te weten de
hoofddiagnose, persoonlijkheidsstoornissen, lichamelijke problemen,
sociale contextfactoren en het huidige niveau van functioneren.
Dergelijke uitgebreide inventarisatie is welkom volgens Alphons
van Nispen (psychiater en psychotherapeut); “De oudere mens heeft
ons heel wat te leren en te vertellen
en het is een uitdaging om middels goede diagnostiek samen te
bezien wat aan genezing en kwaliteit
van leven te doen is. Zorgvuldige
diagnostiek zorgt voor een gerichte
behandeling op maat.” Dat de kwaliteit van het behandelplan centraal
staat, is evident. Berit: “We proberen
de kwaliteit van de behandeldoelen
continu te verbeteren. Dan merk je
dat het voor patiënten nog tastbaarder en persoonlijker wordt.”
… cliënten die zelf de stappen
zetten
Medicijnen kunnen de zwaarte van
het ziektebeeld verlichten en mensen de eerste drempel over helpen.
Echter, voor verder herstel is het
belangrijk dat mensen zelf weer in
beweging komen. Berit: “Als psycholoog kun je dan ook de vraag krijgen
om vanuit een cognitief gedragstherapeutische bril mee te kijken
naar wat de functie van het gedrag is
en hoe we dit ten bate van de cliënt
kunnen beïnvloeden.” Voor iemand
07 | mentaal
Ouderenpsychiatrie laat het niet bij het oude
met bijvoorbeeld sterke angstgevoelens is het dan ook noodzakelijk
om diens belevingswereld stapje
voor stapje zo veilig mogelijk te
maken. Berit: “Iemand kan bijvoorbeeld een keer met de verpleging
naar het dorp gaan als diegene dat
alleen nog te spannend vindt. Of de
Goldsteintraining; een praatje leren
maken, hoe doe je dat nou?” Al deze
uitdagingen zijn gekoppeld aan de
doelen in het behandelplan.
Als cliënten eenmaal deze stappen
zetten, is dat ook omdat ze vertrouwen op hun begeleiders. Echter,
vanzelfsprekend komt de hoogste
eer toe aan de cliënten zelf. Berit: “Ik
zeg altijd: ‘uiteindelijk doe je het zelf.
Dat is hartstikke knap.’ Daarmee
probeer je mensen hun zelfvertrouwen weer terug te geven.”
Vanwege de psychische kwetsbaarheid van deze mensen, blijft er altijd
een risico op terugval. Hun sociale
netwerk kan dan een belangrijke rol
in de resocialisatie vervullen. “Je
leert mensen, ook die uit hun netwerk, daar heel goed op voorbereid
te zijn”, aldus Berit.
De mens centraal
Het feit dat oudere psychiatrische
cliënten kwetsbaar zijn, maakt de
verantwoordelijkheid van behandelaren om hun belangen te behartigen, des te belangrijker. Alphons
omschrijft dit als “hart voor de oudere mens met zijn geschiedenis en zijn
wens om gehoord en begrepen te
worden.” Ook Berit draait haar hand
hier niet voor om. “Ik werk liever
twee uur over op een dag, als alle
vragen maar zijn behandeld die er
toe doen. Niet dat iemand naar huis
gaat met de gedachte ‘nou is de tijd
om’. De mens staat centraal.”
Deze mensvisie refereert tevens aan
de vertrouwens- en gelijkwaardigheidsrelatie die doorslaggevend is
binnen de ouderenpsychiatrie. “Het
is heel bijzonder als mensen jou durven te vertrouwen en als het lukt om
die verbinding te maken met mensen”, aldus Berit. “Ik heb het al van
jongs af aan gehad dat mensen heel
gemakkelijk allerlei dingen aan mij
toevertrouwen, dat hoort gewoon bij
08 | mentaal
praktijk. Berit: “Ik heb pas in een
artikel gelezen dat de aandacht voor
het systeem in de algehele GGZ nog
ver achterwege blijft. Dan doen wij
het dus niet slecht.” Ze vervolgt:
“Het systeem is zo belangrijk. Dat
inzicht, daar zijn we ons heel erg
bewust van. Ik denk dat dat ook
maakt dat cliënten het voelen, die
betrokkenheid.”
Deze betrokkenheid is tevens merkbaar bij de medewerkers, net als hun
geestdrift om cliënten het optimale
te bieden. Berit: “We zetten ons zo
maximaal mogelijk in om de kwaliteit van leven weer terug te geven of
te vergroten. En daarbij behoud van
autonomie, het terugkrijgen van grip
op hun eigen leven en het voorkomen van een verdere toename van
afhankelijkheid.” Om deze kwaliteit
te waarborgen houden de medewerkers zich actief bezig met bijscholing, en dat niet zozeer omdat de
noodzakelijke BIG-registratie dit hen
verplicht. “Al waren ze er niet, die
verplichtingen, dan deed ik het nog”,
aldus Berit.
Nienke van der Pas
Deeltijdbehandeling ouderenpsychiatrie: de feiten uitgelicht
Positionering
De deeltijdbehandeling voor ouderen is ondergebracht bij het Regionaal Centrum
Venray en is functioneel gepositioneerd tussen de klinische en poliklinische zorg.
Het is de meest intensieve ambulante behandelvorm die we kennen. In de toekomst gaat deze behandeling onder het zorgprogramma Ouderen vallen.
Alphons van Nispen (psychiater en psychotherapeut)
mij. Maar ik zie het ook bij collega’s.”
Mensen met een psychische
stoornis moeten vanzelfsprekend
een drempel over. Het is aannemelijk dat ze denken van: ‘Ooh, dan
gaat u me zeker vertellen dat ik gek
ben’. “Dan vind ik het heel fijn als
mensen echt voelen dat het authentiek is. Dat je je niet beter voelt dan
hen”, aldus Berit.
Dat laatste vereist respect en de
overtuiging dat iedereen mag zijn
zoals die is. Berit: “Ik vind het echt
mooi als mensen voelen dat het er
allemaal mag zijn. Ieder mens is van
waarde, niet zozeer om wat iemand
allemaal kan, maar omdat hij mens
is.” Ook Alphons is van mening
dat ieder mens de moeite waard is.
Echter, patiënten worden niet bij
elke instelling met deze houding ontvangen. Berit: “Iemand zei verbaasd
van ‘goh, u kijkt mijn moeder echt
aan, u praat gewoon met haar’. Ze
was hierdoor zichtbaar geraakt.”
De kracht van ouderenpsychiatrie
“Een regenboog is mooi door alle
kleuren die er zijn.” Deze woorden
van Berit markeren de holistische
kijk binnen ouderenpsychiatrie, iets
dat ontegenzeggelijk als meerwaarde
bestempeld kan worden. Cliënten
worden namelijk soms zelfs doorverwezen naar een geestelijke. Dit zodat
“mensen zich weer verbonden gaan
voelen met de wereld om hen heen
en weer zin hebben in het leven. Het
is altijd weer heel mooi als dat lukt”,
aldus Berit. Ook is volgens Alphons
het netwerk in de ketenzorg van
groot belang. “Samen met anderen
kunnen we veel meer werk op maat
leveren.”
Dit brede perspectief wordt ook
duidelijk door het multidisciplinaire
karakter van ouderenpsychiatrie.
Volgens Berit is “de krachten bundelen ten behoeve van een hoogwaardige ouderenpsychiatrie” van groot
belang. Binnen de muren is er dan
ook veel contact tussen bijvoorbeeld
psychisch geriaters, psychomotorisch therapeuten, ergo-therapeuten,
muziektherapeuten en logopedisten,
terwijl extern ook diverse lijnen worden uitgezet, zoals naar ziekenhuizen. “Je probeert altijd multidisciplinair te kijken omdat er bij ouderen
op zoveel terreinen iets kan spelen”,
aldus Berit.
De grote rol die het steunsysteem
binnen ouderenpsychiatrie krijgt,
staat tevens garant voor een weloverwogen behandeltraject. Alphons:
“Net zoals in de kinder- en jeugdpsychiatrie is de aandacht voor de
omgeving en de context essentieel.
Je kunt niet zonder die derden.”
Dit is helaas nog niet de dagelijkse
Problematieken
De problematieken die hier het meest aan bod komen zijn stemmings- en angststoornissen. Vaak is er ook sprake van een onderliggende kwetsbaarheid in de
persoonlijkheidsstructuur. Dit is een klacht die op oudere leeftijd naar voren kan
komen en waarbij een beginnend dementieel beeld moet worden uitgesloten.
Marc Doorakkers (psychiater)
Joke Schapendonk (mentor)
Werkwijze behandeling
De behandeling is gericht op stabilisatie, resocialisatie en ondervanging van
levensfaseproblematieken. De basis hiervoor ligt in de individuele behandelplannen, maar de behandeling vindt bij voorkeur groepsgewijs plaats. Hierbij wordt
medisch psychiatrisch en gedragstherapeutisch gewerkt, met veel aandacht
voor het veranderen van vastzittende negatieve gedachtenpatronen die het
moeilijk maken om los te komen van nare gevoelens en ongewenst gedrag.
Naast mentoren en vaktherapeuten, zijn er een psychiater en een psycholoog
aan de deeltijdbehandeling verbonden.
Indeling behandeling
Momenteel bestaat de deeltijdbehandeling uit zes dagdelen. Hierin worden,
naast een vast programma, klachtspecifieke behandelmodules aangeboden.
Vaste onderdelen van het basisaanbod zijn psychomotorische therapie, muziektherapie, dramatherapie, activiteitenbegeleiding, geheugentraining, themagesprekken, gedragstherapeutische training en doelgericht werken. De klachtspecifieke modules omvatten een reeks trainingen, zoals ademhalings- en ontspanningstraining, Goldsteintherapie, mindfullnes, de module ‘Controle krijgen over
piekeren’ en modules over rouwverwerking en levensfaseproblematiek.
Behandelingstraject
Na zes weken deeltijdbehandeling, een periode van observatie en stabilisatie, is
er een bespreking waarin het behandelplan vastgesteld wordt. Daarna volgen
om de zes weken besprekingen waarin het proces geëvalueerd wordt en de
doelen voor de komende periode besproken worden.
Margot van Delft (mentor)
Marc Doorakkers, Joke Schapendonk en Margot van Delft (allen werkzaam bij
ouderenpsychiatrie)
09 | mentaal
Een splinternieuw gebouw voor psychiatrische ouderenzorg
Dé succesfactor
‘‘Met dit soort operaties kun je een nieuw elan geven aan de
zorg en de voorziening. Als het er mooi uitziet, is het toch weer
anders dan wanneer je een oud vervallen huisje hebt.’’
‘‘Wat is nou de waarde van een gebouw? Dat vroeg ik me altijd al af. Inmiddels weet ik
dat een gebouw heel veel kan toevoegen aan de zorg en rust die je wilt bieden. En daarmee is een nieuw gebouw zeker een succesfactor voor het bieden van goede zorg.’’
Met deze woorden onderstreept Wim Smeets (clustermanager divisie Langdurige Zorg)
het belang van de nieuwbouw op de huidige plek van het Vincentiushuis in Venray.
Voorbereidend daaraan coördineerde hij de verhuizing van alle ouderen naar de tijdelijke
woonvoorziening Bloemenhof en D’n Herk 102a en 102b. De hoogste tijd voor een
terug- en vooruitblik met Wim Smeets.
Nieuwbouw, waarom?
Het gedateerde Vincentiushuis voldoet niet meer aan de huidige eisen voor ouderenzorg. ‘‘Je zou het hele gebouw van binnen tot buiten moeten verbouwen om het aan te passen aan
de huidige norm en dat schiet niet op’’, aldus Wim. Doordat
het complex in de jaren ’60 gebouwd is, laat ook de veiligheid
te wensen over. Bovendien is het een gebouw met veel etages.
Cliënten zitten 3 of 4 etages hoog. Voor ouderen is dat natuurlijk niet begerenswaardig. Daarbij komt ook kijken dat mensen niet goed kunnen rondlopen in het gebouw. Velen kunnen
niet eens gebruik maken van de tuin. Wim: ‘‘Dit maakt hen erg
beperkt in hun doen en laten. In een nieuw gebouw zouden
ze minder afhankelijk kunnen zijn en hebben ze veel meer
bewegingsruimte.” Alsof het nog niet genoeg is, blijkt ook de
ruimtelijke indeling ingehaald te zijn door de tijd. Het huidige
Vincentiushuis is namelijk breed opgezet, iets dat lijnrecht op
de hedendaagse visie staat. Wim: ‘‘In die tijd paste dat ook,
maar nu is kleinschaligheid de trend.’’
Ook de woonvoorziening Bernard kent dergelijke tekortkomingen. Wim: ‘‘Het is gewoon een groot en onoverzichtelijk
gebouw. En als je het over dementerende mensen hebt, dan
past dat niet in het plaatje.’’ Maar niet alleen de grootschaligheid steekt ook hier de kop op. Logistieke problemen spelen tevens een rol. In dit gebouw moeten namelijk ’s avonds
alle 36 cliënten met begeleiding door één smalle gang heen
om bij hun slaapkamers op de eerste en tweede etage te
komen. Om dan nog maar niet te spreken over het gebruik
van de lift. Wim belicht dit ongemak: ‘‘De tijd die daarmee
gemoeid is voor zowel medewerkers als cliënten, wil je
gewoon niet weten. Bovendien zien de cliënten hun slaapkamer alleen tijdens het slapen. Dat is natuurlijk een groot
verlies voor die mensen.’’ Niet voor niets dat hij zijn waardering voor de medewerkers niet onbelicht laat. ‘‘Mijn petje af
voor de medewerkers daar. Dat ze toch iedere dag met al die
problemen aan de slag gaan. Ze hebben iedere dag het beste
er van gemaakt, en dat is toch ook wel wat vind ik.’’
Constructieve samenwerking met Zorggroep
Noord- en Midden-Limburg
Om de ongemakken van beide gebouwen te ondervangen,
gaat Vincent van Gogh samen met de Zorggroep Noord- en
10 | mentaal
Midden-Limburg op de huidige plek van het Vincentiushuis
een nieuwe woonvoorziening bouwen voor 84 cliënten van
de Zorggroep en 49 cliënten van het Vincentiushuis. Ook in
de toekomst gaat Vincent van Gogh intensief samenwerken
met de zorggroep. Hierbij is synergetisch voordeel te behalen op het gebied van zorg en vastgoed. Volgens Wim wordt
ouderenzorg hiermee weer op de kaart gezet. ‘‘Met dit soort
operaties kun je een nieuw elan geven aan de zorg en de
voorziening. Als het er mooi uitziet, is het toch weer anders
dan wanneer je een oud vervallen huisje hebt.’’
Nieuw (tijdelijk) onderkomen
De afronding van de nieuwbouw staat in 2014 op de agenda.
Om nu al op de plek van het huidige Vincentiushuis te
kunnen bouwen en tegelijkertijd direct in te spelen op de
ongemakken van de huidige verouderde woonvoorzieningen,
zijn alle cliënten van het Vincentiushuis op 19 december
verhuisd naar een semi-permanente woonvoorziening op
het Servaashof. Twee dagen ervoor stonden de deuren
wijd open voor publiek en werd de Bloemenhof een feit.
Waarom deze naam? Wim: ‘‘De naam is bedacht door een
medewerkster. Als je naar het Vincentuishuis kijkt, hadden
de afdelingen oorspronkelijk allemaal bloemennamen;
Klaproos, Lavendel, Lelie. Dit is een verzamelnaam van
al die bloemen.’’
Voor de oudere te begeleiden cliënten van Bernard en de
Meibloem is er huisvesting gevonden op D’n Herk 102 A en
102 B.
Het nieuwe permanente pand:
kleinschalig en belevingsgericht
Bij de nieuwbouw ligt de focus op kleinschaligheid, een tendens die momenteel door de overheid gestimuleerd wordt.
Wim: ‘‘Nu krijgen we groepjes van acht cliënten met eigen
woonkamers, eigen woonunits. Vergeleken met achttien is
dat een groot verschil. Dus dat straalt veel meer rust uit, het
is veel overzichtelijker.’’ Deze rust is nodig omdat de oudere
psychiatrische cliënten nu meer vrijheid genieten dan voorheen. Immers, fixatievrije zorg, en daarmee het project
‘Ban de band’, is één van de speerpunten in de nieuwe visie.
Kleinschaligheid creëert ook huiselijkheid, een aspect waar
Een impressie van de tijdelijke woonvoorziening Bloemenhof…
Wim veel waarde aan hecht. ‘‘Zodoende kunnen mensen iets
meer terug gaan naar hoe het eigen tijdperk van wonen in
hun eigen huis was.’’ Belevingsgerichte zorg speelt dan ook
een belangrijke rol bij de inrichting van het nieuwe gebouw.
Dit is een benaderingsmethodiek waarbij de zorg zoveel
mogelijk aansluit bij de gedachte en beleving van de cliënt.
Wim legt dit uit: ‘‘Meubels zijn herkenbare dingen die in de
beleving zitten van een cliënt. Als je een hypermoderne stoel
daar neerzet, zegt dat de cliënt niets, maar als je aan komt
zetten met nostalgisch meubilair, dan sluit dat aan bij hun
belevingswereld.’’
Verhuizing: herkenning als cruciale factor
Ook tijdens de verhuizing zelf, een gebeurtenis waar
oudere mensen vaak veel moeite mee hebben, blijkt ‘herkenning’ het toverwoord. Een welkom gegeven voor de clienten is dan ook dat de inrichting zoals in Bloemenhof bij
de verhuizing naar de permanente vestiging in zijn geheel
wordt overgenomen. Wim: ‘‘Oudere mensen kunnen verward raken door een verhuizing, een bekend fenomeen.
Maar het blijkt dat wanneer je met man en muis verhuist,
het uiteindelijk wel meevalt. Alles wat er nu staat, van bed
tot kast, gaat dus gewoon rechtstreeks naar de nieuwe
woonplek.’’
Deze hang naar herkenning maakt ook dat de groepsindelingen zoals op Bloemenhof onveranderd blijven bij
overgang naar de permanente woonvoorziening. Cliënten
drukten al tijdens de totstandkoming van de indelingen
van Bloemenhof de medewerkers op het hart om zo min
mogelijk te sleutelen aan de teams. Ook familieleden
waakten hiervoor. Wim: ‘‘We hebben er dan ook altijd
voor gezorgd dat er herkenningspunten bleven, namelijk
bekend personeel en de directe medecliënten waarmee
iemand al drie jaar in een groep zat.’’
Kortom, de toekomstige bewoners van het nieuwe pand
kunnen dus met een gerust hart uitkijken naar het jaar
2014.
Nienke van der Pas
11 | mentaal
“Laatst had ik een spreekuur waarin ik in één keer twee nieuwe mensen zag.
Toen was ik dolgelukkig. ‘Wat fijn dat jullie naar me toe durven komen en
bedankt dat jullie dit doen’ dacht ik toen.”
Samenwerking met zorg- en
beveiligingsmedewerkers
Om ondersteunend te kunnen zijn aan
de zorg, staat Debby in direct contact
met clustermanagers, coördinatoren,
casemanagers en begeleiders. Zij
weten immers wat er speelt. Ook
maakt ze zich hard voor een betere
communicatie tussen hen en beveiligingsmedewerkers. Debby: “Ik vind
het heel mooi om te zien hoe mensen
elkaars input waarderen en accepteren. Je ziet gewoon dat mensen mee
willen, er is niets mooiers dan dat. En
hoe helderder het beeld wordt, hoe
beter we alles met zijn allen kunnen
aanpakken.”
Belang van meldingen cliënt
Dat cliënten de mogelijkheid hebben
om klachten ergens neer te leggen, is
nog het allerbelangrijkste voor Debby.
“Ik vind het belangrijk dat cliënten
hun problemen durven aan te kaarten,
dat ze ergens met hun verhaal naar toe
kunnen zodat er een oplossing komt.”
Debby spoort mensen dan ook aan om
altijd een melding te maken, ook al is het
achteraf. Immers, het komt vaak voor
dat mensen haar pas kunnen informeren
nadat de overlastgever weg is. Debby:
“Toch ben ik dan ontzettend blij, want
dit wil zeggen dat ze er iets mee willen
gaan doen en dan kan ik er ook echt iets
mee.”
Inloopspreekuur
Debby heeft een vertrouwelijke functie,
waardoor alles binnen vier muren blijft.
Cliënten kunnen dus voor alles omtrent
overlast bij haar terecht tijdens haar
inloopspreekuur. Debby: “Schroom je
niet, kom gewoon naar me toe. Wees
niet bang dat je klacht vervelend is of
dat je tot last bent. Alles moet gehoord
worden en jouw mening geldt zeker.”
Locatie en tijdstippen inloopspreekuur:
Restaurant Le Tambourin,
Oostsingel 1, Venray
Maandag: 11.00-12.00 uur
Woensdag: 10.00-11.00 uur
Donderdag: 18.30-19.30 uur
Activiteitencentrum,
D'n herk 100, Venray
Dinsdag: 10.00-11.00 uur
Natuurlijk kan ook de casemanager
contact opnemen met Debby wanneer
cliënten dit niet zelf durven, maar wel
willen. Het is tevens mogelijk dat deze
toegewijde wijkcoach op aanvraag naar
de cliënt toe komt. Immers, “het gaat
erom dat de cliënten zich veilig voelen,
dat ze hun verhaal durven doen in een
veilige setting”, aldus Debby.
Nienke van der Pas
Debby Maas (wijkcoach)
Overlast?
Out of the question!
“Die jongen hangt daar steeds maar rond. Ik voel me daardoor ’s avonds onveilig”, “Mijn buurman leeft zich altijd op de onmogelijkste tijden op zijn drumstel uit. Nu is het genoeg geweest!”
en “Wie is toch die ellendige vandaal die telkens mijn afvalcontainer omver schopt?!”. Zomaar
een greep uit de meldingen van cliënten die Debby Maas (wijkcoach op de Servaashof) tijdens
haar werk tegen kan komen. Erg? Voor Debby niet. Informatie is namelijk juist het allerbelangrijkste gereedschap voor een wijkcoach.
Even voorstellen…
Debby Maas is sinds 1 augustus jongstleden in dienst bij Vincent van Gogh
als wijkcoach. Een functie die haar
op het lijf geschreven is, gezien de
expertise die ze heeft opgedaan in haar
voormalige baan als integraal toezichthouder bij een gemeente. Toch wil dit
niet zeggen dat iedereen even bekend
is met haar werk. Tijd om eens uit de
doeken te doen wat haar bezig houdt.
12 | mentaal
Overlastinperking
Een wijkcoach legt zich toe op het
terugdringen van overlast en het
bevorderen van de veiligheid. Een
vereiste hierbij is het op de hoogte blijven van wat er speelt binnen de wijk
en het inventariseren van klachten.
Klachten die ook kunnen spelen op het
Servaasterrein, de plek waar Debby
haar voelsprieten uitzet. Debby: “Vaak
betreft het onenigheden die cliënten
onderling hebben. Dat bijvoorbeeld
de één meer geluid produceert dan de
ander.” Dat het ook vaak gaat om een
angstgevoel, is Debby niet onbekend.
“Er zijn ook mensen die zich op het terrein bevinden en bijvoorbeeld zeggen:
‘Ik voel me niet veilig. Ik zie een vreemd
persoon steeds maar naar binnen en
buiten gaan.’ Mensen vinden het dan
moeilijk om er mee om te gaan, omdat
hun eigen veiligheid wordt aangetast.”
Veiligheid in breder perspectief
In de politiek en bij beleidsmakers staat veiligheid in de zorg hoog op de agenda. De aanleiding hiervoor is het onderzoek van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) naar mogelijk vermijdbare schade
en sterfte in Nederlandse ziekenhuizen van april 2007. Uitgangspunt van het onderzoek van NIVEL is dat wat voor de
ziekenhuizen geldt, ook voor de GGZ van toepassing is.
Veiligheidsprogramma GGZ Nederland
Uit het onderzoek van NIVEL is duidelijk geworden dat er binnen de zorg diverse onveilige situaties vermeden kunnen
worden. We hebben het dan over onbedoelde schade. Ondervanging hiervan leidt tot veiligheid zoals omschreven door
de Inspectie voor Gezondheidszorg: ‘het (nagenoeg) ontbreken van (de kans op) aan de cliënt toegebrachte lichamelijke
en/of psychische schade die is ontstaan door het niet volgens de professionele standaard handelen van zorgverleners
en/of door tekortkomingen van het zorgsysteem’.
Als antwoord op de uitkomsten van het onderzoek van Nivel, heeft GGZ Nederland in 2008 een veiligheidsprogramma
ontwikkeld. Hierin zijn de, voor de GGZ, belangrijkste veiligheidsaspecten opgenomen. Zodoende gaat het programma
in op een veiligheidsmanagementsysteem, veilig incidenten melden, agressie in de zorg, psychiatrische en somatische
comorbiditeit, suïcidepreventie, medicatie(-on-)veiligheid en dwang en drang. Brandveiligheid is daar als laatste aan
toegevoegd.
Veiligheidsinitiatieven Vincent van Gogh
In de afgelopen jaren zijn er bij Vincent van Gogh vele goede initiatieven genomen die terug te voeren zijn naar deze
speerpunten. Zo zijn er onder andere de wijkcoach, het project SMAKK, het digitaal melden van incidenten, de projectgroep suïcidepreventie en trainingen voor fysieke en verbale agressiehantering.
Deze plannen krijgen in de praktijk steeds meer vorm en we blijven hierin verbeteren. Onze aandacht wordt hierbij
verlengd van de focus op onze diensten, naar zorg in de keten. Dit betekent onder andere dat we optimalisatie van
onze samenwerkingsprocessen hoog in het vaandel hebben staan. Hierbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan de
samenwerking met ziekenhuizen voor cliënten met psychiatrische én somatische problemen.
Jeanny van Riswick (staflid Kwaliteit)
13 | mentaal
De
ontmoeting
Hassan
“Ik wil een huis van jou.” “Sorry Hassan, ik heb maar één huis en dat krijg jij niet omdat ik daar
zelf wil blijven wonen.” Het begin van een bijzondere relatie met iemand die, zoals je al kunt
raden, dakloos was.
Uiteindelijk was het een woningbouwvereniging die
bereid was hem een woning te verstrekken met een
HOP-overeenkomst. Maar daar zag ik op dat moment
niet zo veel in omdat ik Hassan en zijn verhalen nog
niet kende en zijn manier van uitdrukken ergens lagen
tussen Superman en Sesamstraat. Hij kreeg toch zijn
huis ergens in Noord Limburg, zonder HOP maar met
woonbegeleiding en ik was de gelukkige. In zijn woning,
waar hij echt verguld mee was, ging hij voortvarend aan
de slag en de eerste lekkage had hij al binnen een week
vanwege het doorzagen van een verwarmingsbuis.
Vele malen ging het mis en het meest gebruikte inrichtingsstuk was ondertussen de verbandtrommel. Verder
kwam hij er maar niet achter hoe het mogelijk was dat
na het verwijderen van het onkruid dit na verloop van
tijd weer terug kwam. Maar hij gaf de moed niet op
en begon al vrij snel over de aanschaf van een vrouw.
Waar hij naar eigen zeggen ondertussen wel recht
op had omdat zijn moeder al ruim drieënveertig jaar
voor hem zorgde en het langzamerhand tijd werd dat
iemand anders dat over ging nemen, een schaap kan
nou eenmaal niet koken. Eén van de hordes die ook nog
genomen diende te worden was het kwijtraken van de
bewindvoeder, die volgens Hassan, gezien door de ogen
van zijn toekomstige partner, wel eens een ondermijning
14 | mentaal
van zijn mannelijkheid kon betekenen. In zijn belevingswereld was het ook niet de bewindvoerder kwijt raken,
maar zijn uitkering terug krijgen. In mijn ogen was het
meer het begin van het einde op het financiële vlak.
Maar goed, hij ging naar Marokko om daar de ‘vrouw
van zijn dromen’ te zoeken en na terugkomst had hij die
ook gevonden. Op mijn vraag of hij een foto van haar
had, kreeg ik als antwoord dat zij niet de allermooiste
was. Dus geen foto, maar wel zorg- en behulpzaamheid.
Nu denk ik dat zelfs Marokko niet al te royaal zit in de
mooie, goed uitziende maagden van rond de veertig...
Het volgende probleem was de inburgering. Volgens
Hassan was de grootste fout van deze regering de
inburgering plaats te laten vinden in het eigen land.
Gelijk kreeg ik gebruiksaanwijzingen om deze regels te
‘versimpelen’; iemand anders het examen laten doen,
examinator omkopen, enz. Wat Hassan wel keigoed
vond van onze regering was het feit dat de verblijfsvergunning ieder half jaar door de aanvrager opnieuw
ondertekend dient te worden, vertaald in het Hassans:
‘ik kan doen en laten wat ik wil, ze kan nergens naar toe’.
Volgens mij het begin van een sprookjeshuwelijk, als je
daar tenminste nog in gelooft.
Elk jaar organiseert de werkgroep Landelijke
Dag Psychische Gezondheid (Vincent van Gogh
voor geestelijke gezondheidszorg, RiaggZuid,
Stichting Vorkmeer, Mensana RIBW Noord
en Midden Limburg en GGD Limburg-Noord)
activiteiten in het kader van de Landelijke Dag
Psychische Gezondheid.
Succesvolle themabijeenkomst
‘Hoe gaat het met ú?’
De ervaring leert dat de activiteiten van de werkgroep
Landelijke Dag Psychische Gezondheid met name door
volwassenen worden bezocht. Dit jaar werd daarom
vooral de jeugd er actief bij betrokken en is de samenwerking gezocht met de Gilde Opleidingen in Venray
en Roermond. Dit heeft zich ontwikkeld tot een ware
succesformule! De eerste themabijeenkomst vond
plaats op zaterdag 15 oktober in het schoolgebouw
van Gilde Venray.
Het thema van dit jaar was ‘Naasten van mensen met
psychische problemen’. Een groepje leerlingen van de
Gilde Opleidingen heeft zich in het onderwerp verdiept.
Samen met de dramadocenten studeerden zij enkele
korte theaterstukjes in die bij het thema pasten. Een
volle zaal keek ademloos toe hoe de ene na de andere
scene liet zien wat de gevolgen kunnen zijn van de
psychische problemen van een naaste: kinderen die
voor elkaar zorgen, partners die zich geen raad weten,
gevoelens van pijn en onmacht bij degene met het
probleem maar zeker ook bij de familieleden. Er werd
gebruik gemaakt van fraaie decors, videobeelden,
muziek en zang. Kortom: een indrukwekkend
optreden wat het publiek heeft geraakt.
Na het theater werd er nagepraat en kon men
vragen stellen aan cliënten, naasten en begeleiders.
Aansluitend vonden er workshops plaats met de
thema’s: Schizofrenie, Angststoornissen, KOPP/
KVO, ADHD, Verslaving, Borderline, Dementie,
Stemmingsstoornissen, Autisme en Eetstoornissen.
Daarnaast konden bezoekers deelnemen aan een
schrijf- en een bewegingsworkshop. Een groot aanbod
voor het publiek dat dankzij de positieve inzet van de
workshopbegeleiders ruim aan zijn trekken kwam.
Franca van den Munckhof
15 | mentaal
Ad Burgmans verzorgt deze rubriek in opdracht als jurist van ADJUST juridisch advies.
On gegrond
Bij een bewering van seksuele intimidatie geldt een bijzondere regeling. Daar krijgt de
cliënt het voordeel van de twijfel en moet het protocol ‘Intimiteit en sexuele intimidatie
tussen werknemer en cliënt’ gevolgd worden.
Klacht
De klacht van mevrouw J. is gericht tegen haar behandelend psychiater,
maar indirect ook tegen de leidinggevende en de overige teamleden.
Volgens hen heeft zij een verpleegkundige valselijk beschuldigd van
seksuele intimidatie. Er heeft geen onderzoek plaatsgevonden en haar
klachten zijn volgens haar nooit serieus genomen.
Vincent van Gogh, voor geestelijke
gezondheidszorg (VvG) heeft een
Klachtencommissie voor Cliënten
op grond van de Wet Klachtrecht
Cliënten Zorgsector (WKCZ) en de
Wet Bijzondere Opnemingen
in Psychiatrische Ziekenhuizen
(BOPZ). Een cliënt of degene die
optreedt namens de cliënt kan
een klacht indienen bij deze
commissie als hij of zij bezwaar
heeft tegen een gedraging van
een medewerker of een
handelwijze van de instelling
jegens de cliënt of tegen een
beslissing met betrekking tot de
behandeling of begeleiding die
gevolgen heeft voor de cliënt.
De commissie verklaart de klacht
gegrond of ongegrond en brengt
haar oordeel ter kennis van de
Raad van Bestuur die vervolgens
maatregelen kan treffen.
Relevante feiten
Mevrouw J. was ten tijde van de klacht opgenomen op de afdeling
Intensief van Vincent van Gogh. In november 2010 heeft zij een mannelijke verpleegkundige beschuldigd van seksuele intimidatie. Zij
heeft deze beschuldiging weer ingetrokken na een gesprek met de
verpleegkundige in het bijzijn van een mannelijke collega. De intrekking van de beschuldiging heeft zij schriftelijk bevestigd. Een week
later kreeg haar behandelend psychiater deze schriftelijke verklaring
onder ogen en heeft hij hierover met de cliënt een gesprek gevoerd.
Op grond van dit gesprek en met inachtneming van eerdere ervaringen trok hij de conclusie dat mevrouw J. de verpleegkundige valselijk
heeft beschuldigd. De leidinggevende en de overige teamleden waren
dezelfde mening toegedaan. Mevrouw J. trok later haar verklaring in
en beweerde dat de gebeurtenis wel heeft plaatsgevonden. Terwijl de
psychiater, de leidinggevende en het team er van uitgingen dat het een
valse beschuldiging was, bleef de klaagster volhardend in het verhaal
over het misbruik.
Verweer
Het verweer is gevoerd door de behandelend psychiater. Door de verweerder is aangegeven dat de klaagster met regelmaat beschuldigingen
uit die zij kort daarna weer intrekt. Het is een bekend patroon. Het is
volgens hem moeilijk in te schatten wanneer de klaagster de waarheid
spreekt en wanneer niet. Zijn inschatting over de beschuldiging heeft
hij mede gebaseerd op de ervaringen met mevrouw J. met betrekking
tot de waarheidsgetrouwheid van haar uitlatingen. Daarom heeft hij
geen nader onderzoek ingesteld.
Tegenverweer
Mevrouw J. voelde zich niet serieus genomen. Haar opmerkingen,
dat zij weliswaar de beschuldiging had ingetrokken, maar dat hetgeen
zij vertelde wel echt gebeurd was, werden terzijde geschoven. De verweerder zou officieel aan cliënten en medewerkers gemeld hebben dat
zij de verpleegkundige vals zou hebben beschuldigd, terwijl er geen
onderzoek heeft plaatsgevonden.
van mening dat de klaagster niet altijd duidelijk is over
de reden waarom zij eerder gedane uitlatingen weer
intrekt. Daarom is op zichzelf wel te begrijpen dat de verweerder, de leidinggevende en teamleden vaak twijfelen
aan het waarheidsgehalte van hetgeen beweerd wordt en
er dan verder niet op ingaan. Deze houding kan echter
ook een valkuil zijn.
Bij een bewering van seksuele intimidatie geldt een bijzondere regeling. Daar krijgt de cliënt het voordeel van
de twijfel en moet het protocol ‘Intimiteit en sexuele
intimidatie tussen werknemer en cliënt’ gevolgd worden.
Het protocol geeft ter voorkoming van seksuele intimidatie een aantal gedragsrichtlijnen voor werknemers.
De Commissie heeft vastgesteld dat de verweerder deze
regeling kende, maar de leidinggevende en de teamleden niet. Volgens het protocol moet in het geval van
een beschuldiging zorgvuldig overwogen worden of een
informele procedure gevolgd kan worden. Bij een formele
procedure wordt een onafhankelijk onderzoek ingesteld
met hoor en wederhoor van beide partijen. In dit geval
is er noch een informele, noch een formele procedure
geweest, waardoor naar het oordeel van de Commissie
aan de belangen van de cliënt onvoldoende recht zijn
gedaan.
De Commissie is van mening dat de verweerder te
gemakkelijk de conclusie heeft getrokken dat de cliënt de
verpleegkundige valselijk heeft beschuldigd. Hij heeft wel
met de klaagster gesproken, maar uit de stukken blijkt op
geen enkele wijze dat de verweerder daadwerkelijk een
luisterend oor aan de klaagster heeft verleend. Bovendien
was bij een aantal van die gesprekken de verpleegkundige
tegen wie de beschuldiging was gericht, aanwezig.
Dit staat een open communicatie over de beschuldiging
in de weg. De verweerder had, ook al zou hij een sterk
vermoeden hebben van een valse beschuldiging, de
beschuldiging serieus moeten nemen en een onderzoek
moeten instellen.
Uitspraak
De Commissie verklaart de klacht van mevrouw J. dat
zij door haar behandelend psychiater niet serieus werd
genomen in haar klachten over seksuele intimidatie door
een verpleegkundige en dat hij ten onrechte uitging van
een valse beschuldiging zonder daar onderzoek naar te
doen, gegrond.
Commentaar
De gegronde verklaring van de klacht betekent niet dat
de Commissie daarmee een uitspraak heeft gedaan over
het al dan niet terecht zijn van de beschuldiging van
seksuele intimidatie. De uitspraak heeft alleen betrekking
op de zorgvuldigheid waarmee medewerkers van Vincent
van Gogh zijn omgegaan met een dergelijke beschuldiging.
Zeker nu ten aanzien van seksuele intimidatie tussen medewerker en cliënt een protocol geldt, wordt de
onzorgvuldigheid zwaar aangerekend. Het ligt voor de
hand dat naar aanleiding van deze uitspraak alsnog een
onafhankelijk onderzoek is gedaan naar de beschuldiging.
Beoordeling van de Commissie
Volgens de Commissie blijkt voldoende uit de stukken en uit hetgeen
mondeling is toegelicht, dat de klaagster zeer wisselend is in haar
uitlatingen. Daarom is het moeilijk in te schatten wanneer zij de waarheid spreekt en wanneer niet. Daarmee heeft zij naar het oordeel van
de Commissie zelf ook bijgedragen aan het feit dat hetgeen zij vertelt
niet altijd volledig voor waar wordt aangenomen. Ook is de Commissie
16 | mentaal
17 | mentaal
‘Dubbel-diagnose-proof’
na Bijscholing
Alcohol en Drugs
‘‘Savarine is 23 jaar. Ze heeft een traumatische jeugd gehad en groeide op in psychiatrische
instellingen en internaten. Sinds haar puberteit is ze verslaafd aan drugs. Ze sloot zich voor de
buitenwereld af en begon in zichzelf te snijden. Wat er precies met haar aan de hand was, wist
niemand” (Netwerk, uitzending 14 augustus 2006).
Savarine viel tussen wal en schip. Omdat psychiatrie en verslavingszorg vaak twee gescheiden
werelden zijn, heeft ze niet de zorg gehad die ze moest krijgen. Iets wat bij Vincent van Gogh
minder voor de hand liggend is dankzij de Bijscholing Alcohol en Drugs (BAD).
Dubbeldiagnoses als bakermat
van BAD
Al langere tijd gonsde de term ‘dubbeldiagnose’ door de wandelgangen
van Vincent van Gogh. Niet voor niets,
volgens Bert Vinken (preventiemedewerker en trainer BAD): ‘‘Heel veel
mensen die psychiatrische problemen
hebben, gebruiken alcohol of drugs
en andersom hebben mensen die
middelen gebruiken, vaak een
psychiatrische aandoening.” Deze
cliënten vielen vaak tussen wal en
schip, gezien dat verslavingszorg en
psychiatrie ooit twee afzonderlijke
disciplines waren. ‘‘Er werd regelmatig
gezegd: die cliënt heeft ook psychiatrische problemen, dus die past niet
binnen verslavingszorg. Immers, we
hebben ook psychiatrie. En vice versa,’’
aldus Bert. “Daarbij komt ook nog
eens kijken dat middelengebruik
binnen de psychiatrie vaak gezien
werd als een verstoring van de
behandeling.” Later zijn beide
disciplines naar elkaar toe gegroeid,
maar de kloof bleef merkbaar.
Het besef dat er een antwoord gezocht
18 | mentaal
moest worden voor deze naast elkaar
bestaande tunnelvisies bereikte tijdens
de formulering van het alcohol- en
drugsbeleid in 2009 zijn hoogtepunt.
De gang vulde zich nu met credo’s
als ‘krachten bundelen’, ‘synergie’ en
‘expertise van de ene kant naar de
andere kant’. Kortom, de Kerngroep
Alcohol- en Middelengebruik, en
daarmee BAD, zagen het levenslicht. Sindsdien verzorgen preventiemedewerkers Bert Vinken, Kelly
Sonnenschein, Marleen Cremers,
Nadine Mouchart en behandelmedewerkster Monique Niessen
de trainingen.
De aspiraties van BAD
BAD legt de basis voor een integratie
van psychiatrie en verslavingszorg. “Je
wilt het dichter bij elkaar laten komen,
het is toch dezelfde cliëntenclub”,
aldus Nadine. Echter, dit maakt dat
medewerkers genoodzaakt zijn zich een
andere houding aan te meten. Monique
ziet ‘de mindsetting van mensen veranderen’ dan ook als doel van BAD. “Dat
je de deelnemers anders leert kijken”,
aldus Monique. Ze vindt het daarom
belangrijk dat mensen meer zicht op ‘die
andere kant’ krijgen en zich hiervoor
open stellen. Monique: ‘‘Iemand zei pas:
‘Eerst had ik een beetje weerstand tegen
mensen met een verslaving, en nu denk
ik van hé, dat zullen we eens samen
gaan verkennen’. Dat vind ik geweldig.”
Dat Bert het creëren van begrip voor
mensen die dubbel gediagnosticeerd
zijn tevens als missie bestempelt, is
dan ook niet verwonderlijk. “Er is veel
begrip voor en acceptatie van alcoholgebruik onder de algemene bevolking,
maar niet als iemand ook psychiatrisch
cliënt is.”
Bovendien ervaart Kelly regelmatig dat
het drugs- en alcoholbeleid heel wat
voeten in aarde heeft. Ze streeft naar
verandering op dit vlak. ‘‘Dat we niet
over een jaar of twee exact dezelfde
problemen tegen komen tijdens de
training. Ik hoop dat er op beleidsniveau dus iets mee wordt gedaan.”
De trainingen
Om tegemoet te komen aan bovenstaande intenties, bestaat er zowel een
basistraining als een vervolgprogramma afgestemd op de behoefte van een
specifieke doelgroep. De grondslag van
beide cursussen is nagenoeg hetzelfde.
Kelly: “Op de eerste dag gaat het vooral over middelenkennis, gevolgd door
theorie over verslaving, signaleren,
begeleiden en verwijzen op de tweede
dag. Dag drie gaat in op de stadia van
gedragsverandering en motiverende
gespreksvoering.” Als verdieping kan
tevens een uitgebreide training worden gevolgd op bijvoorbeeld het gebied
van motiverende gespreksvoering. De
aandacht voor deze materie is voor de
meeste cursisten zeker niet overbodig.
“Ik heb jaren gerookt en herken
‘de verslaving’, maar het merendeel
was toch nieuw voor me”, aldus een
voormalig cursiste.
Impact van BAD
Dat BAD zijn vruchten afwerpt, is duidelijk. Monique: “Deelnemers zeggen
vaak dat ze toch meer begrip hebben
voor verslaving. Dat ze er anders naar
kijken. Dat is toch echt wel kicken.”
Ook gaan mensen meer over zichzelf
nadenken volgens Marleen, maar hier
blijft het niet bij. “Vaak zitten ze met
meerderen van één team in de training.
Dit kan dan de aanleiding zijn om
intern actie te ondernemen en het leuke
is dat ze dat ook willen als ze de informatie eenmaal hebben”, aldus Marleen.
Of een afdeling daadwerkelijk ‘dubbeldiagnose-proof’ is, kan men nagaan
met de IDDT-scan. IDDT staat voor
Integrated Dual Disorder Treatment
(zie www.ledd.nl). Dit betekent simpelweg het gezamenlijk aanbieden
van verslavingszorg en psychiatrische
zorg door dezelfde behandelaren en op
dezelfde locatie. Bert: “Er zijn al afdelingen die de scan doorlopen hebben
en het zou natuurlijk heel mooi zijn als
straks, als de trainingen even gelopen
hebben, meerdere afdelingen dat zouden doen.”
Succesvolle deelnemers uit alle
hoeken en windstreken
Iedereen die een zorg- of zorgondersteunende functie binnen Vincent
van Gogh heeft (dus ook horeca- en
huishoudelijke medewerkers), kan zich
voor de training aanmelden. Dat is wat
er op het moment ook gebeurt. Nadine:
“Dit betekent dat ze er blijkbaar op elke
afdeling tegenaan lopen. Niet specifiek
op één afdeling, maar op alle vlakken
binnen Vincent van Gogh kan verslaving
een issue zijn.”
‘Nieuwsgierig’, ‘gemotiveerd’ en ‘onbevangen’, zo omschrijven Kelly, Marleen
en Monique de ruim 100 medewerkers
die de cursus inmiddels al met succes
hebben afgerond. Echter, het behalen
van deze prestatie betekent niet dat de
trainers nu met de armen over elkaar
zitten. Bert: “Wat nog beter kan? Dat er
nog meer mensen gaan deelnemen. Kijk,
het wordt pas effectief als je een bepaald
aantal mensen bereikt. Als bijvoorbeeld
de helft van de medewerkers getraind is,
krijgen zij een stem.”
Zelf deelnemen aan BAD?
Meer informatie en/of aanmelden?
Neem dan contact op met Els
Peeters (praktijkbegeleider) via
[email protected] of 0478-527168.
Nienke van der Pas
19 | mentaal
Vincent van Gogh
gestart met de
WerkVermogensMonitor
Een beetje stress is niet ongezond. Stress is pas ongezond als het te lang duurt en je niet
meer in staat bent je te ontspannen. Het elastiek is bij de één rekbaarder dan bij de ander,
ieder mens is immers anders.
Werkvermogen is iets anders dan gezondheid. Het is - volgens
de officiële definitie - de mate waarin een medewerker op
basis van zijn gezondheid fysiek en mentaal in staat is om te
gaan met de taakeisen van zijn werk. Geen medische diagnose
dus, maar een inschatting van de medewerker zelf.
Vincent van Gogh en PreventNed slaan de handen
ineen
Op 5 december is Vincent van Gogh samen met PreventNed
een onderzoek gestart naar het werkvermogen van haar
medewerkers, de zogenaamde WerkVermogensMonitor. In
Nederland wordt de WerkVermogensMonitor ingezet door
PreventNed, een organisatie die in samenwerking met de Erasmus Universiteit nu ook grootschalig onderzoek verricht
naar de effecten van de aanpak van het werkvermogen. Het
doel van de monitor is inzicht verkrijgen in de fysieke en
mentale gezondheid, leefstijlgedrag, persoonlijk leiderschap
en de arbeidsprestaties van medewerkers. Neemt iemands
werkvermogen af, dan is het goed om dat tijdig te signaleren.
Dan kunnen er namelijk preventieve maatregelen worden
genomen en wordt de medewerker niet arbeidsongeschikt.
Directe terugkoppeling
Met behulp van een vragenlijst wordt het werkvermogen
gemeten van medewerkers van Vincent van Gogh uit het
primaire proces die begeleidende, verpleegkundige of verzorgende beroepen hebben. Medewerkers in overige functies
worden mogelijk in de loop van 2012 nog uitgenodigd om
aan het onderzoek deel te nemen. Het onderzoek kan online
worden ingevuld en loopt tot en met 24 december. Om de
vragen te kunnen beantwoorden dienen medewerkers na te
denken over hun eigen werksituatie en werkvermogen. Na het
invullen van de vragenlijst ontvangen medewerkers direct een
terugkoppeling van de resultaten, in de vorm van een rapport.
Het rapport geeft inzicht in hun werkvermogen, werkfactoren
en leefstijl. Iedere medewerker bepaalt zelf wat hij met de
resultaten doet. De insteek is namelijk: jij bent de baas over je
eigen werkvermogen!
Zelf de touwtjes in handen
Iemand die besluit aan de slag te willen gaan met de aandachtspunten kan zelf acties op touw zetten, maar kan
tevens een gesprek aanvragen met een HR-adviseur,
Ombudsmedewerker of Arbo-coördinator van Vincent van
Gogh. Deze adviseurs zijn specifiek opgeleid om samen met
de medewerker naar de aandachtspunten te kijken en na te
gaan welke mogelijkheden er zijn om hierop actie te ondernemen. Overigens worden medewerkers die ongunstig scoren
in de WerkVermogensMonitor persoonlijk door PreventNed
uitgenodigd om in gesprek te gaan met een interne adviseur.
Deze medewerkers bepalen vervolgens zelf of zij in gaan op
de uitnodiging. De resultaten zijn anoniem en alleen bekend
bij PreventNed. Er worden geen individuele uitkomsten van
PreventNed aan Vincent van Gogh teruggekoppeld, alleen
uitkomsten in algemene zin (per afdeling).
Vincent van Gogh onderstreept belang monitor
Vincent van Gogh hecht veel waarde aan de monitor. Het is
immers een aanleiding voor medewerkers om na te denken
en te discussiëren over de eigen verantwoordelijkheid met
betrekking tot arbeidsvermogen. Medewerkers stellen zich de
vraag of ze in de toekomst hun huidige werk nog wel kunnen
en willen doen. Ze inventariseren wat ze aan ondersteuning
nodig hebben in relatie tot hun loopbaanwensen en hoe het
zit met de balans tussen werk en privé. Daarnaast kan Vincent
van Gogh zich als organisatie afvragen of er een eenduidige
visie en strategie bestaat ten aanzien van duurzaam doorwerken en of er sprake is van samenhang in het beleid. Het mes
snijdt aan twee kanten, daarom onderstreept Vincent van
Gogh het belang van de WerkVermogensMonitor.
Susanne Wouters
20 | mentaal
21 | mentaal
Certificering van de MDFTteams van Vincent van Gogh
Dinsdag 4 oktober jongstleden was een heugelijke dag. De therapeuten en supervisoren
van het MDFT-team Zuid en Noord van Vincent van Gogh kregen die dag hun A-certificaat
uitgereikt. Dit betekent dat ze het eerste deel van de opleiding tot MDFT therapeut cq.
supervisor met goed gevolg hebben afgelegd.
Tussen toen en toekomst,
van idiotie naar volwaardig burgerschap
Het boek is niet alleen een zoektocht naar
de mensen achter de oligofrene, imbeciele
of idiote etiketten die hen opgeplakt werden.
Het is ook niet louter een beschrijving van de
mensen of van de organisaties die de zorg
vorm gaven. De structuren inspireren de
schrijver op meerdere punten zelfs tot een
licht anarchistische stellingname tegen het
‘establishment’.
Bij team Zuid zijn Coen Oudenhoven,
Mieke Kersten, Ellen Symons (die niet
verder zal gaan met het opleidingstraject)
en Bob de Meij (supervisor) gecertificeerd.
Bij team Noord geldt dit voor Johan Cox,
Jolienne Custers, Paul Buddiger en Hans
Vullings (supervisor). Voor het praktijkgedeelte moesten zij opnames van therapiesessies insturen die op therapeutische
vaardigheden werden beoordeeld. Het
behalen van het theoretisch examen met
minimaal een 7,5 was een tweede eis. Bij
de supervisoren werden supervisiesessies
en -rapporten beoordeeld.
Op deze wijze worden de kwaliteiten van
de therapeuten en supervisoren gewaarborgd. De komende twee jaar zal dit proces verder gaan wat leidt tot het uiteindelijke B-certificaat en de afronding van de
opleiding. Het leerproces binnen het team
is echter iets dat voortdurend doorgaat,
door middel van individuele en groepssupervisie alsmede live-supervisies en boosterdagen van de MDFT Academie.
Bovenste rij v.l.n.r: Johan Cox, Mieke Kersten, Jolienne Custers en Coen Oudenhoven
De twee enthousiaste MDFT teams binnen
Onderste rij v.l.n.r.: Paul Buddiger, Bob de Meij en Hans Vullings
Vincent van Gogh zijn in februari 2011
voortvarend van start gegaan. MDFT staat
mogelijk beschermde factoren aan te brengen en te verstervoor Multi Dimensionele Familie Therapie. Het is een
ken, de jongere zich weer op een gezonde wijze kan ontwiksysteemgerichte evidence-based behandeling. Deze therakelen en het probleemgedrag afneemt. MDFT richt zich op
pie biedt een duidelijk kader voor de behandeling, maar
relatieherstel tussen ouder(s) en kind. De therapeut werkt
geeft voldoende ruimte voor verschillende gedragstheraonder andere met ‘enactments’ die ouders en de jongere
peutische interventies en de creativiteit van de therapeut.
nieuwe, positieve ervaringen laten opdoen in de communiSterker nog, dat laatste is onontbeerlijk!
catie met elkaar.
De doelgroep van MDFT van Vincent van Gogh betreft
jongeren tussen 12 en 23 jaar waarbij problemen van
MDFT ontvangt veel aanmeldingen van verwijzende
diverse aard kunnen spelen, zoals verslavingsproblemainstanties en biedt perspectief voor jongeren en hun gezin.
tiek, delinquentie, gedragsproblemen en internaliserende
De teams zullen zich verder ontwikkelen. Recent zijn drie
problemen. MDFT is een intensieve vorm van therapie;
nieuwe MDFT-therapeuten gestart met de opleiding;
het gezin wordt twee tot drie keer per week bezocht,
Marian Halferkamps (team Noord) en Theo Vestjens en
veelal in de thuissituatie. De therapeut werkt altijd op
Babette Kroes (team Zuid).
vier domeinen: de jongere zelf, de ouders, het gezin en het
zogenaamde buitendomein, zoals school, vrienden, werk
Bob de Meij (supervisor) en Hans Vullings (supervisor)
en organisaties voor vrijetijdsinvulling.
De visie is dat door op verschillende domeinen zoveel
22 | mentaal
WetenSchap
Loyaliteit aan mensen met psychische problemen en aan
de medewerkers is ook een kenmerk van dit boek. De
zes pioniers en kartrekkers van Nieuw Spraeland die
elders genoemd worden, vult de schrijver moeiteloos
aan met een lijst van meer dan dertig namen van mensen die even hard meewerkten aan het emanciperen van
mensen met psychische problemen.
Terugkijkend in de tijd verdwijnen de vragen over wie er
centraal staat in de omwikkeling van strategisch beleid
en vervaagde visies, positionering, beheer en systeem.
Wat overblijft zijn mensen die voor mensen zorgen en
dàt beeld blijft de lezer bij na lezing van dit boek. En wat
staan er mooie beschrijvingen in van ‘de jongens’, maar
ook van dr. Lie die je werkelijk ziet schrijden door die
lange gang van paviljoen K. Bijna hoor je er ook nog de
dr. Lie-mars van Ad Haans klinken.
Misschien doe ik het boek nog het meeste recht wanneer
ik het kenschets als het verslag van de zoektocht van de
schrijver gedurende de 43 jaar dat hij werkte voor ‘zijn
jongens’. Daardoor lijkt het soms meer een dagboek dan
een objectief verslag. Afstand nemen van iets dat altijd
zo dichtbij was, is moeilijk en levert beperkingen op,
maar wat staan er mooie persoonlijke beschrijvingen in
het boek van allerhande mensen. Die mensen kon ik in
het boek ontmoeten. Wanneer u dat ook wilt doen, kunt
u het boek kopen. Maar wanneer u daarvoor te laat bent
(want de oplage is beperkt) kan het ook geleend worden
uit onze bibliotheek. Het is maar goed dat de schrijver
bij het begin van zijn carrière van plaats wisselde met
zijn vriend Harrie. Beiden hebben, ieder op hun plek,
veel voor anderen kunnen betekenen.
Schrijver: René van Lieshout
Uitgave onder auspiciën van Dichterbij en Stevig.
ISBN: 978 - 94- 6190-202-3
Aantal pagina’s: 149
Abe
23 | mentaal
Vaktherapieën en zorgprogrammering
‘RAAK verandert de zaak!’
In de vorige editie van Mentaal heeft u kunnen lezen over het RAAK innovatieprogramma
dat tegemoet komt aan de vraag van de vaktherapeuten van Vincent van Gogh. De vraag
van de therapeuten is te onderzoeken op welke plek zij in de nieuwe zorgprogrammering
het beste tot hun recht komen en waar zij wel en niet ingezet kunnen worden. Vincent van
Gogh heeft gekozen voor het werken met zorgprogramma’s. De zorg die wordt geleverd
is opgebouwd uit een aantal stappen: zorgpaden. De zorgpaden die een aantoonbare
bijdrage leveren worden aangeboden aan de cliënt. Dit is een nieuwe aanpak voor de vaktherapeuten van beeldende therapie, dramatherapie, muziektherapie en psychomotorische
therapie omdat voortaan niet meer iedere cliënt als vanzelfsprekend vaktherapie krijgt.
‘Onderzoek brengt ons verder’
“Wij vaktherapeuten zijn geen onderzoekers. Het mooie is
dat wij nu input aan gaan leveren terwijl het onderzoek wordt
gedaan door mensen die daarin gespecialiseerd zijn”, vertelt
Joost de Boer, psychomotorisch therapeut bij Vincent van
Gogh. Hij vervolgt: “Alleen door middel van onderzoek kunnen we verder. Maar onderzoek kost tijd, vooral als je er niet
in bent geschoold. Als vaktherapeut wil je graag je werktijd
besteden aan de dingen waar je goed in bent, namelijk cliënten helpen bij hun herstel. Daarom zijn wij zo verheugd over
het feit dat het RAAK-programma is toegewezen aan Vincent
van Gogh en dat we het noodzakelijke onderzoek uit handen
kunnen geven.” Psychomotorisch therapeut en vakgroepvoorzitter Theo Jaspers vult Joost aan: “Het is niet duidelijk
genoeg wat onze therapieën doen, omdat dit niet eerder is
onderzocht. Dit wil niet zeggen dat ze niet werken, maar er
is nooit aangetoond in hoeverre ze werken. Het is van belang
om te weten welke therapieën werkzaam en waardevol zijn;
voor de vaktherapeuten, voor onze organisatie en vooral voor
onze cliënten.”
Interventies op maat
De vaktherapeuten van Vincent van Gogh zien met het
RAAK-programma een aantal belangrijke vragen beantwoord
worden. Hoe kunnen wij onze huidige ervaringskennis systematisch beschrijven zodat die transparant is voor therapeuten
van andere disciplines, beleidsbepalers en financiers? Hoe
kunnen wij onze ervaringskennis toetsen aan en verrijken met
nieuwe kennis uit theorie en onderzoek zodat interventies
tot stand komen die worden opgenomen in de zorgprogrammering? En tot slot: Hoe kunnen wij deze nieuwe interventies
toepassen, monitoren en evalueren zodat deze zich kunnen
doorontwikkelen tot efficiënte en effectieve best practices?
Theo licht dit toe: “Na afronding van het project weten wij
hoe we aansluiting kunnen vinden bij het werken met zorgprogramma’s, welke vaktherapieën kansrijk zijn en waar onze
producten aan moeten voldoen. Er ontstaan doeltreffende
vaktherapeutische interventies die in de nieuwe praktijk van
zorgprogrammering kunnen worden toegepast. Daarnaast
24 | mentaal
“Het is van belang om te weten welke therapieën
werkzaam en waardevol zijn; voor de vaktherapeuten,
voor onze organisatie en vooral voor onze cliënten.”
wordt duidelijk wat de zorgprogrammering van ons als
vaktherapeuten vraagt.”
Alle vaktherapieën van Vincent van Gogh worden in de
onderzoeksperiode getoetst en in een later stadium doorontwikkeld. “Niet alles hoeft opnieuw te worden bedacht. We
nemen de behandelproducten onder de loep en indien nodig
ontwikkelen we producten door. Als er geen goede bestaande
interventies zijn, wordt er toegewerkt naar nieuwe interventies”, aldus Henk Smeijsters, lector van KenVak (Kenniskring
Kennisontwikkeling Vaktherapieën). Henk is bij het RAAKproject betrokken als algemeen projectleider. Per 1 januari
geeft hij het stokje door aan lector Susan van Hooren. Henk
vervolgt: “We gaan inventariseren wat er binnen Vincent
van Gogh is aan ervaringskennis en kennis uit literatuur.
Vervolgens ontwikkelen we behandelproducten die zowel passen bij een stoornis als bij een fase van het zorgprogramma.”
Gemotiveerd
Binnen het RAAK-project spelen de vaktherapeuten van
Vincent van Gogh uiteraard een beduidende rol. Zij zijn degenen die hun ervaringskennis inbrengen, dit kritisch met elkaar
bespreken en uiteindelijk de nieuwe en verbeterde interventies toe gaan passen en evalueren. Doordat de vaktherapeuten
zelf een grote rol spelen in het onderzoek, ontwikkelt Vincent
van Gogh zich tot een lerende organisatie. Ook als het RAAKprogramma in september 2013 is afgerond, kan de ontwikkeling doorgaan. Theo: “Natuurlijk komt er een mate van
belasting kijken bij dit project. De vaktherapeuten moeten hun
producten beschrijven en bij elkaar komen, dat kost tijd en
moet worden ingepast in de dagelijkse agenda. Maar het besef
dat we er op de lange termijn winst mee behalen en profijt van
hebben, groeit. De betrokkenen zijn gemotiveerd en hebben
er zin in. Dat werd duidelijk tijdens de officiële aftrap van het
project op 26 september. Alle vaktherapeuten en stagiaires
waren aanwezig. Ik merk ook dat inhoudelijk leidinggevenden
enthousiast zijn, ik voel me gesteund.”
Wat is RAAK?
Theo Jaspers en Joost de Boer
Via de RAAK-regeling stelt het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap subsidies beschikbaar voor de stimulering van onderzoeks- en innovatieprojecten. In samenwerking met een hogeschool krijgen organisaties de ruimte om
innovatievragen op te pakken en te beantwoorden. De beoogde looptijd van het innovatieprogramma bij Vincent van
Gogh bedraagt twee jaar, van 1 september 2011 tot 1 september 2013. De vaktherapeuten hebben veel baat bij het
project, maar ook landelijk is het project betekenisvol voor het werkveld. De kennis die voortkomt uit het project wordt
regionaal, landelijk en internationaal verspreid naar GGZ-instellingen, opleidingen en beroepsverenigingen.
Susanne Wouters
25 | mentaal
ZorginLijn
Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidszorg heeft de ambitie om zorg te leveren volgens de
laatste inzichten. Dit leidt tot meer kwaliteit, meer transparantie en meer efficiency. Vincent van Gogh
heeft in 2010 gekozen voor het werken met (negen) zorgprogramma’s. De eerste twee zorgprogramma’s,
angst- en stemmingsstoornissen, worden in 2011 op kleine schaal ingevoerd. Vincent van Gogh gebruikt
de leerpunten voor de organisatiebrede invoering van de zorgprogrammering. Het ontwerp van het zorgprogramma verslavingsstoornissen is in de afrondende fase; de divisie Verslavingszorg voert dit zorgprogramma in. De overige zorgprogramma’s worden de komende maanden ontworpen. De organisatiebrede
implementatie van de zorgprogramma’s maakt onderdeel uit van de nieuwe koers van Vincent van Gogh.
“Herstel en het zelfstandig functioneren verlopen veel sneller en beter als er een
goede relatie is tussen zorgverlener en patiënt. ”
Voor wat betreft het aantal patiënten dat er een plek in vindt en de mogelijke lengte van de
behandelingen is het zorgprogramma psychotische stoornissen het meest omvattende
zorgprogramma van de negen. Frank van der Heijden, medisch manager in de Kortdurende
Zorg, is het boegbeeld van dit zorgprogramma en als zodanig betrokken bij alle fasen van de
invoering ervan.
Inmiddels zijn alle inhoudelijke voorbereidingen gedaan.
De ontwerpfase is daarmee afgerond, op de laatste stap
na: de finale goedkeuring van het conceptontwerp door de
inhoudelijke raad, gevolgd door het Beleidsoverleg. Frank
van der Heijden: “Eén van onze speerpunten op basis waarvan we het zorgprogramma hebben ingevuld, is het streven
naar een kwalitatief hoogwaardig zorgaanbod volgens de
laatste professionele inzichten. Daarnaast staat de patiëntparticipatie centraal: mee kunnen doen in de samenleving
én zelf een bijdrage leveren aan het eigen herstelproces.
Het derde speerpunt is dat de patiënt – en de naaste
betrokkenen - degene is die onze kwaliteit beoordeelt. Dat
gebeurt onder andere doordat we op meer momenten - en
actiever dan we eerder deden - navraag doen naar de
ervaringen van de patiënt met onze zorg en de resultaten
van onze zorg gestructureerd meten.”
Boegbeeld Frank van der Heijden: “Patiënt beoordeelt onze kwaliteit”
Zorgprogramma
psychotische stoornissen
streeft naar kwaliteit en
continuïteit van zorg
26 | mentaal
Aandacht voor relatie tussen patiënt en
zorgverlener
Het streven om drang en dwang zoveel mogelijk terug te
dringen heeft een directe link met het leveren van zorg
volgens de laatste inzichten. Frank: “Herstel en het zelfstandig functioneren verlopen veel sneller en beter als er
een goede relatie is tussen zorgverlener en patiënt. Drang
en dwang leveren daaraan in principe geen bijdrage. Wel
de 40% reductie van separatie-uren die we sinds 2007 hebben weten te bereiken en het ombouwen van separeer- en
vergaderruimtes naar ontspannings- en ontmoetingsplekken. Veilig werken blijft natuurlijk van grootste belang.” De
relatie tussen patiënt en zorgverlener krijgt meer nadruk.
Frank: “Daarmee wordt tevens de, zoals wij dat noemen,
‘therapietrouw’ groter. En dat werkt natuurlijk positief
door in het herstelproces. Voor patiënten die te maken
krijgen met een eerste psychose, maar ook voor patiënten
die al een tiental jaar of langer bij Vincent van Gogh komen
voor behandeling.”
Bouwstenen beschikbaar
Bij het werken met zorgprogramma’s worden nieuwe
manieren van werken geïntroduceerd, zoals ‘samen beslissen’. Die is gebaseerd op de systematiek van Shared
Decision Making (SDM). Daarbij volgt de zorgverlener
nadrukkelijk de wensen en behoeften van de patiënt. Daar
wordt dan ook actief en met vaste regelmaat naar gevraagd.
Frank: “Omdat we ons totaalaanbod als het ware in delen,
in bouwstenen, hebben opgeknipt – de zorgpaden – kunnen we alle zorgpaden die we aanbieden voor de behandeling van elke patiënt gebruiken. Eerder was dat lastig
als dat een ander organisatieonderdeel betrof. Patiënten
met schizofrenie en een psychose hebben er veel baat bij
als we mogelijke ziekmakende factoren, zoals alcohol- en
drugsgebruik, ook behandelen. Daarvoor gaan we nu veel
structureler zorg bieden in samenwerking met andere zorgprogramma’s zoals verslaving.”
Informatie en educatie als vast onderdeel van de
zorg
Een belangrijk onderdeel van het zorgprogramma psychotische stoornissen is de informatievoorziening en educatie.
Frank: “Elke patiënt, en zijn of haar familie, heeft, mede
afhankelijk van de diagnose en de fase van de behandeling,
een andere behoefte. Eigenlijk zou je dat als een doorlopende ontwikkellijn kunnen zien. Het is dan van groot
belang wie op welk moment in welke fase wat vertelt aan de
patiënt en zijn of haar familie. Transparantie en eenduidigheid, maar ook het goed invullen van de verwachtingen en
informatiebehoefte, zijn essentieel. We besteden daarom in
elk zorgpad aandacht en tijd aan het geven van informatie
en aan psycho-educatie.”
Loslaten in vertrouwen
Tenslotte zal het zorgprogramma zich gaan richten op het
verbeteren van de samenwerking in de keten met onder
27 | mentaal
Zorgprogramma psychotische stoornissen streeft naar kwaliteit en
continuïteit van zorg
meer aanbieders van wonen, dagbesteding en arbeid.
Deze domeinen zijn belangrijk voor het welbevinden van
patiënten met schizofrenie en patiënten met een psychose.
De aandacht is namelijk gericht op verbetering van de
kwaliteit van leven. Volgens Frank is het sleutelwoord ‘kiezen’: “Als wij als Vincent van Gogh gericht keuzes maken
om die zorg te bieden waar we goed in zijn en ons daarop
verder ontwikkelen, moeten we andere zorg overlaten aan
ketenpartners die daar beter op ingericht zijn. Dat loslaten vraagt om onderlinge afstemming en vertrouwen. We
laten daarbij niet iets los voordat we zeker weten dat het
voor onze patiënt beschikbaar is en dat het voldoet aan de
gestelde kwaliteitseisen.”
Liesbeth Josiassen
Prima Donna communicatieregisseurs
Uitgelezen kans
In oktober kwam de inhoudelijke werkgroep voor de
invoering van psychotische stoornissen voor het laatst
een hele dag bij elkaar. Lot Kokkelink, GZ-psycholoog en
lid van die werkgroep: “We hebben als inhoudelijke werkgroep het conceptontwerp gereed gemaakt voor toetsing
door de inhoudelijke raad. In de fase daarvoor is het
ontwerp ook bekeken door reviewgroepen van collega’s
en patiënten. Wij hebben hard gewerkt, onder meer aan
de afronding van de module psycho-educatie. Daar was
de hoofdvraag die we wilden beantwoorden hoe we de
groeps- en individuele bijeenkomsten zouden vormgeven en op welke manier we de familie het beste konden
betrekken bij de behandeling.”
Lot werkt sinds 2005 bij Vincent van Gogh. Haar interesse heeft altijd al bij de langdurige behandeling van
patiënten met psychotische stoornissen gelegen. Ze ziet
dan ook veel kansen voor deze groep als Vincent van
Gogh met zorgprogramma’s gaat werken: “Het is een
uitgelezen kans om een aantal kwaliteitsslagen te maken
in ons zorgaanbod.”
Naast Lot zitten er nog zes collega’s in de werkgroep:
een psychiater, klinisch psycholoog, psychomotorisch therapeut en verpleegkundigen. De werkgroep
wordt begeleid door een collega van het projectbuLot Kokkelink, GZ-psycholoog
reau ZorginLijn. Lot is ervan overtuigd dat haar werk
als behandelaar gemakkelijker, duidelijker en daardoor
leuker wordt als Vincent van Gogh eenmaal gewend is te werken met zorgprogramma’s. Maar het is eerst wel flink
aanpoten, zo zegt ze zelf, om het werk anders te organiseren. Het belangrijkste vindt ze dat het voor de patiënt aantoonbare resultaten gaat opleveren.
Betere kwaliteit van leven
De inhoudelijke werkgroep heeft ook de module Diagnostiek verder afgemaakt. “Volgens de opzet van deze module
krijgt iedere nieuwe patiënt in dit zorgprogramma tenminste eenmalig een uitgebreid neuropsychologisch onderzoek aangeboden. Ongeveer de helft van de patiënten met een psychotische stoornis heeft namelijk ook cognitieve
problemen, bijvoorbeeld op het gebied van concentratie, planning en overzicht. De cognitieve problemen zijn zeer
verschillend van aard en de invloed ervan groot op de behandeling, de zelfredzaamheid en de kwaliteit van leven.
Daarom is vroegtijdig onderzoek van belang, dan kun je namelijk de best passende behandeling bieden aangepast
op de capaciteiten van de patiënt. Een extra winstpunt van deze zorglijn is dat we alle bestaande patiënten een
neuropsychologische screening aanbieden waarin we kijken of een uitgebreider onderzoek alsnog nodig is.”
Vincent van Gogh kiest voor het werken met één rehabilitatiemethode binnen het zorgprogramma, de SystematischRehabilitatiegericht-Handelen-methode. Dit is een praktische en begrijpelijke manier van behandelen die de behoeftes en doelen van de patiënt als vertrekpunt heeft, gebaseerd op alle basale levensgebieden. Lot: “Juist omdat een
psychotische stoornis vaak zoveel invloed heeft op alle levensgebieden kun je pas goed behandelen als je die er
allemaal bij betrekt.”
28 | mentaal
Veranderen: uitdaging
maar ook noodzaak!
Vincent van Gogh voor GGZ is nu een financieel gezonde organisatie, levert goede cliëntgerichte
zorg en heeft een centrale positie in de regio waar het gaat om de tweedelijns GGZ. Daarnaast
heeft VvG zorgproducten en activiteiten die ook buiten de regio bekend en gewild zijn. Onze organisatie is bovendien sterk op het gebied van opleiding en onderzoek. Gezien de politieke en maatschappelijke ontwikkelingen is het zaak dat VvG gaat werken aan een essentiële veranderslag onder het
motto: gezond, slank en duurzaam! In de column ‘Buitenshuis met Tijhuis’ las u over deze
plannen onder de noemer ‘Vertrouwd op Weg’.
Met het project ‘Vertrouwd op Weg’ werken we in gezamenlijkheid, dus medewerkers én cliënten, aan realisatie van alle
veranderingen die nodig zijn op het gebied van:
• Strategie en samenwerking (wat en met wie: welke doel
groepen, welke producten, in welke regio’s, etc.)
• Bedrijfsvoering (hoe: hoe krijgen we voldoende inzicht in de relatie tussen activiteiten, opbrengsten en kosten, hoe richten we het zorgproces goed in, welke systemen hebben we daarvoor nodig, hoe borgen we de kwaliteit en veiligheid van zorg, etc.)
•
Inrichting van de organisatie (wie op welke plek: hoe
richten we ons zorgproces in; uitgaande van de invoering van de zorgprogramma’s, wat is de rol van onze profes-
sionals, wat is de rol van de ondersteunende processen, hoe organiseren we een goede, efficiënte en verantwoorde leiding, hoe borgen we de medezeggenschap voor cliënten en medewerkers, etc.
Start invoering plannen
April 2012…
Definitieve plannen klaar
Maart 2012…
Plannen maken en proefprojecten opstarten
Oktober 2011 – januari 2012
Het project en de themagroepen zijn gestart. In het bovenstaande plaatje ziet u welk (tijds-)pad we zullen bewandelen voor het
maken en uitwerken van de plannen. We houden u op de hoogte van de vorderingen!
29 | mentaal
Juridisch kader
Vertegenwoordiging/recht
op inzage en informatie
Informatiecentrum
Geestelijke
Gezondheid
Informatiecentrum Geestelijke
Gezondheid sluit haar deuren
Op 31 december 2011 sluit het Informatiecentrum Geestelijk Gezondheid in Venray en Venlo
definitief haar deuren. De huidige financieringsstromen zijn niet ingericht op het bekostigen
van een informatiecentrum en rekening houdend met alle verdere bezuinigingen binnen de
GGZ is Vincent van Gogh tot deze keuze genoodzaakt.
Een instelling voor kinder- en jeugdpsychiatrie heeft een kind jonger dan 16 jaar in behandeling waarvan vermoed wordt
dat het zwakbegaafd is. Het kind wil niet dat aan haar ouders informatie wordt verstrekt of dat zij inzage krijgen in haar
dossier. De ouders maken zich ongerust over hun kind en willen door de hulpverlener geïnformeerd worden. Mag de
hulpverlener informatie verschaffen en inzage verlenen?
Uitgangspunt is dat de wilsbekwaamheid (het individuele vermogen om zelfstandig beslissing te nemen) wordt
voorondersteld. Op dit moment speelt er nog een vermoeden van zwakbegaafdheid. Indien dit uiteindelijk mocht
komen vast te staan, betekent dit niet dat de patiënte per definitie onbekwaam is om haar belangen te waarderen.
In dit geval heeft de patiënte mogelijk een reden voor haar standpunt. Eerst moet worden achterhaald wat die is en
pas dan kan worden bekeken of en in hoeverre het kind wilsonbekwaam is ter zake van de informatieverschaffing
en de inzage. Tevens moet worden bekeken in hoeverre het voor de verdere behandeling van het kind noodzakelijk
is dat de ouders informatie krijgen. Zeker als het meisje tussen de 12 en de 16 jaar oud is en de wilsbekwaamheid
ter zake van de uitoefening van bepaalde rechten aangenomen kan worden, kan de stem van het meisje zwaarder
wegen dan die van de ouders met gezag. Bij de afweging door de hulpverlener moet het belang van het kind
vooropstaan. Als er geen directe noodzaak is om de ouders te informeren, moet de wil van het kind gerespecteerd
worden.
Bron: Vraagbaak Psychiatrie en recht, GGZ-Nederland, 2007
30 | mentaal
Informatievoorziening vanaf 1 januari 2012
De functie van een centraal informatiepunt en servicecentrum voor in- en externen blijft van belang. Daarom wordt
momenteel bezien op welke manier deze functie geborgd kan worden in de staf/overhead van Vincent van Gogh.
De inloopmogelijkheid zoals u deze nu kent van onze informatiecentra zal hier echter geen onderdeel meer van uitmaken.
In een volgende editie van Mentaal wordt u geïnformeerd over de voortgang.
Afscheid
Het informatiecentrum bestond dit jaar 15 jaar. Het feest maakt nu helaas plaats voor een afscheid. Het belang van
(cliënten-)informatie, voorlichting en u wegwijs maken binnen de GGZ willen wij niet meer benadrukken. Dit hebben wij in
de afgelopen jaren hopelijk duidelijk gemaakt.
Wij, Anita, Franca, Paul en Ans, nemen met pijn in ons hart afscheid van het informatiecentrum. Wij hebben er als voorlichters
en team jaren met enthousiasme, passie en veel plezier gewerkt. Een ieder die, vanuit welke positie of organisatie dan ook,
gebruik heeft gemaakt van onze diensten willen wij via deze weg hartelijk danken voor het in ons gestelde vertrouwen.
Wij wensen u graag alle goeds toe voor de toekomst!
Contactgegevens Informatiecentrum
Centraal telefoonnummer: 0478-527066
E-mail: [email protected]
31 | mentaal
Bezoek van Commissaris
van de Koningin aan
Vincent van Gogh
Op 19 en 20 oktober jongstleden bracht de nieuwe Commissaris van de Koningin van
Limburg, de heer Theo Bovens, een kennismakingsbezoek aan Venray. Op zijn veelzijdige
programma kon een kijkje bij Vincent van Gogh natuurlijk niet ontbreken! Immers, de
geestelijke gezondheidszorg vormt een zeer belangrijk onderdeel van de geschiedenis,
het heden en de toekomst van Venray. De heer Bovens bezocht Vincent van Gogh op
donderdag 20 oktober om met name kennis te maken met het concept van het
gecombineerd wonen van cliënten.
32 | mentaal
Het bezoek van de heer Bovens was een uitgelezen moment om de psychiatrie in
Noord- en Midden-Limburg onder de aandacht te brengen bij de Provinciale Staten.
Ontvangst in het atrium
Langdurige Begeleiding en
Verzorging
De middag begon met een welkomstwoordje van Paul Jansen (Raad
van Bestuur) in het atrium van
Langdurige Begeleiding en Verzorging
op de Servaashof. Annemiek de
Wit (teamcoördinator kliniek LBV)
lichtte daarna de kwetsbaarheid van
de mensen die hier verblijven toe.
Immers, “veel van de mensen die
hier begeleid worden, zijn, met alle
respect, ‘levende geschiedenis’, maar
psychiatrie van 30 à 40 jaar geleden
zag er toch wel anders uit dan nu”,
aldus Annemiek. “Deze mensen staan
al vele jaren buiten de maatschappij.
Van hen kunnen we niet verlangen
dat zij van vandaag op morgen in
staat zijn buiten de muren van onze
instelling te wonen. Echter, veranderende financiering zet druk op onze
24-uurs zorg.” De reactie van de heer
Bovens hierop is Annemiek duidelijk
bijgebleven. “Hij stelde één vraag
aan mij, die ik treffend vond”, aldus
Annemiek. “Hij vroeg zich af of er veel
bezoek voor onze bewoners kwam.
Mijn vrije interpretatie hiervan: ‘Als
zij niet in de maatschappij komen,
komt de maatschappij dan wel hier?’
Ik heb hem toen uit kunnen leggen
dat dit een lastig gegeven is voor onze
kliniek. Veel cliënten hebben al een
hogere leeftijd, familie is veelal niet
(meer) in beeld. Ons huidige zorgstelsel doet steeds meer een beroep op
mantelzorg, vrijwilligers, etc. Zaken
waar onze cliënten juist een gebrek
aan hebben.”
Rondleiding over het Servaashof
Tijdens de daaropvolgende wandeling
over het Servaasterrein deed Maaike
van Lipzig (adviseur huisvesting en
vastgoed) alles uit de doeken over
dit terrein en de visie op wonen van
Vincent van Gogh. Ze benadrukte hierbij trots dat de Servaashof landelijk als
voorbeeld wordt gezien voor de huisvesting van klinische GGZ-cliënten.
Echter, ze hield de heer Bovens ook de
andere kant van de medaille voor; de
problematiek omtrent de ontwikkeling van de Servaashof. Voorgenomen
plannen hebben namelijk nooit volledige doorgang gekregen. Toch nam dit
niet weg dat de Commissaris enthousiast was over het terrein. Maaike:
“Hij was onder de indruk van de wijze
waarop de cliënten gehuisvest zijn en
vond het leuk om een aantal cliënten
te ontmoeten.” Dat later een aantal
bewoners van de Servaashof zich
spontaan aansloot bij het bezoek was
dan ook een welkom gegeven. “Dit gaf
een bijzonder en informeel tintje aan
de bijeenkomst”, aldus Maaike.
De wandeling over de Servaashof
bracht het gezelschap naar Kliniek 2,
waar Ben Nelissen (verpleegkundige)
inging op de manier van werken binnen deze kliniek. Ook ontmoette de
heer Bovens hier Martin Verhaeg,
bewoner en cliënt van Kliniek 2.
Samen bezichtigden ze zijn appartement.
Rondleiding over het
St. Annaterrein
Uiteindelijk vertrok het gehele gezelschap naar het St. Annaterrein. De
Commissaris van de Koningin kreeg
ook hier een korte rondleiding, mede
onder begeleiding van Frans van Ool
(directeur Specialistische Functies)
en Twan van Els (voormalig medewerker). Deze rondgang startte in de
kapel. Beide gidsen stelden zichzelf
ten doel het St. Annaterrein te laten
zien als bijzondere locatie in Venray.
Terwijl Twan al wandelend de historie
van Vincent van Gogh verwoordde,
tekende Frans de toekomst uit voor
de heer Bovens. In deze toekomstvisie
werd tevens even de aandacht gevestigd op de ook hier aanwezige opgave
met betrekking tot vastgoed. Zodoende
wist Frans samen met Maaike bij de
heer Bovens begrip te creëren voor de
problematiek rondom de herbestemming van het St. Annaterrein en de
hoge beheerskosten wegens de monumentale gebouwen. Na vele fraaie
indrukken op te hebben gedaan, volgde
er een afsluitend woordje van de burgemeester. Daarna was het voor de
Commissaris van de Koningin de
hoogste tijd om zijn weg te vervolgen
elders in Venray.
Voortreffelijk visitekaartje
Het bezoek van de heer Bovens was
een uitgelezen moment om de psychiatrie in Noord- en Midden-Limburg
onder de aandacht te brengen bij de
Provinciale Staten. Annemiek: “Altijd
goed om bestuurders te laten zien
wat ons werk inhoudt. Men heeft
er vaak een beeld bij, maar beter is
om ons werk te laten zien.” Frans
benadrukte dat het belangrijk is dat
de Commissaris nu zicht heeft op de
waarde die de psychiatrie in Noorden Midden-Limburg heeft gekregen
door de lange historie van Vincent van
Gogh. “Wij hebben daardoor kwalitatief veel te bieden, nu én in de toekomst”, aldus Frans. Dat Vincent van
Gogh ook veel waarde mag hechten
aan de gebouwen, staat als een huis
volgens Maaike. “Op het prachtige
Servaasterrein staan mooie nieuwe
gebouwen die zeer cliëntvriendelijk
zijn. Daar mogen we trots op zijn! En
waar je trots op bent, wil je graag laten
zien!” Kortom, Vincent van Gogh heeft
deze dag een voortreffelijk visitekaartje
achtergelaten bij zowel de Provincie
Limburg als de gemeente Venray.
Nienke van der Pas
33 | mentaal
De werkgroepleden aan het woord ...
Samen in het TWIN-project
Vincent van Gogh streeft op korte termijn naar een duurzame kwaliteitsverbetering van de
zorg, betere serviceverlening aan cliënten en de optimalisatie van samenwerkingsrelaties
met verwijzers en andere instellingen. Zodoende is in april het project ‘Datawarehouse
TWIN’ gestart, dat zich nu in de afrondende fase bevindt. Momenteel wordt de laatste hand
gelegd aan de modules en de overdracht hiervan. De maand november staat in het teken
van de cursussen voor de gebruikers. Op 15 december 2011 wordt TWIN opgeleverd.
Vanaf dat moment biedt TWIN standaardrapporten die inzage geven op tactisch en
strategisch gebied.
Nu het project ten einde loopt, geven wij graag het woord
aan Gonny Rutten (Functioneel Beheer) en Danny Winters
(Controlling) die, in samenwerking met anderen, de centrale
rol hebben bij de inrichting en data-inhoud van TWIN. Wij
vroegen Gonny en Danny naar hun ervaringen.
Gonny bijt het spits af door allereerst in te gaan op de totstandkoming van TWIN. “Het is een project dat breed binnen
de ondersteunende diensten is opgezet. Zowel de Financiële
Administratie, Zorgsupport, Controlling, Personeels- en
Salarisadministratie als ICT (waaronder Functioneel Beheer)
is hierin betrokken. Dit zijn ook de afdelingen die normaal
gesproken informatie de organisatie in sturen. Vanuit de ontvangende c.q. eindgebruikers verzamelen wij op- en aanmerkingen gedurende de eerste drie maanden van 2012. Hierna
gaan we in het 2e kwartaal de rapportages verbeteren en
uitbreiden. Wat ik heel prettig vond, is dat er een gezamenlijke kick-off was en een gezamenlijke evaluatie. Bij deze twee
gelegenheden waren zowel de medewerkers van PinkRoccade
als van Vincent van Gogh aanwezig. Twee momenten om de
neuzen dezelfde kant op te krijgen. Verder is veel gewerkt in
kleinere groepen waarbij iedereen telkens bereid was om
aan te sluiten als er vragen waren. De medewerking is goed.
Ook de samenwerking met de consultants van de leverancier
verloopt goed. Wat ik wel merk is dat het werken met TWIN
voor het beheer een leercurve heeft.”
Gonny Rutten en Danny Winters
34 | mentaal
“Als organisatie hebben we ook regelmatig positieve waardering van de leverancier gekregen over het op orde hebben
van applicaties en het tempo waarin problemen of fouten
opgepakt werden.”, aldus Gonny. “Ik heb dit intern ook
zo ervaren. Als ik punten zag of kreeg waarvan ik het vermoeden had dat dit problemen kon opleveren of als ik juist
antwoorden nodig had, dan werd er vlot geschakeld.” Danny
bevestigt deze waardering: “Het project verloopt uitstekend.
De bronsystemen (Psygis, AccountView en Beaufort) bij VvG
zien er uitstekend uit. We zijn natuurlijk wel wat foutjes
tegengekomen, maar door een goede samenwerking tussen ICT (Functioneel Beheer), Financiën en PinkRoccade
zijn deze snel opgelost. We zijn dus geen ‘show-stoppers’
tegen gekomen. De implementatie van TWIN loopt dan ook
geheel volgens planning en we gaan de deadline van medio
december halen. Ik ben dan ook erg tevreden over de reeds
voltooide rapportages.”
De vraag welke aspecten nog aandacht verdienen, beantwoordt Danny als volgt: “Momenteel geven we cursussen
aan de eindgebruikers en hopen we dat zij net zo enthousiast
worden over het product als wij inmiddels al zijn.”
Gonny vult aan: “Het beheer van TWIN is ook belangrijk
voor het slagen van het project. Ik denk daarbij aan zaken als
autorisaties en beschikbaarheid, maar ook aan wensen uit de
organisatie voor het aanpassen van rapportages en nieuwe
rapportages. Inmiddels is hier al een richting aan gegeven
zodat de gebruikers hun opbouwende punten kunnen aangeven. Zodoende kan TWIN zich verder verbeteren binnen en
voor de organisatie. Verder is het natuurlijk van belang dat
ook de gebruikers weten wat ze mogen verwachten. Vandaar
dat alle gebruikers een cursus aangeboden hebben gekregen.
In TWIN is heel veel mogelijk. We zullen er voor moeten
waken dat er niet te veel informatie wordt verspreid. Want
hoe meer, hoe onoverzichtelijker.”
Over de nabije toekomst zegt Danny: “Momenteel maken we
in TWIN alleen gebruik van de standaard rapportages. In
2012 zullen we deze rapportages waar nodig gaan verbeteren
en eventueel zelf nieuwe rapportages gaan maken. Uiteraard
hebben we bij het verbeteren en opzetten van nieuwe rapportages de hulp van de eindgebruikers nodig.”
“De standaard rapportages geven een goede basis”, aldus
Gonny. Zij vervolgt: “Het voordeel van TWIN is dat alle rapportages op een soortgelijke manier gepresenteerd worden.
Voor de vrager verhoogt dit de leesbaarheid en ik verwacht
dat dit ook de interpretatie vergemakkelijkt. Als ik naar
Psygis kijk, dan zijn de standaard Psygis rapporten niet
gemaakt met het oog op een goede leesbaarheid en informatie in één oogopslag. Vandaar dat er vaak nog bewerkingen
gedaan werden voordat deze informatie de organisatie
ingestuurd werd. Dat is nu niet meer nodig.”
Jeroen Haffmans (coördinator Functioneel Beheer)
35| mentaal
Als je een ander was,
zou jij dan door jezelf
verzorgd willen worden?
Deze gewetensvraag geeft stof tot nadenken. Het daagt ons uit om eens stil te staan bij onze
eigen bejegening. Maar bejegening, wat is dat nu precies? Het controversiële karakter van
dit in de geestelijke gezondheidszorg veelbesproken onderwerp vormde voor de Vakgroep
Verpleging en Verzorging de aanleiding om de themamiddag ‘Bejegening’ te organiseren.
Op donderdag 3 november jongstleden hielden zodoende diverse zorgprofessionals van
Vincent van Gogh zich bezig met een drietal workshops.
Bejegening, wat is dat nou
eigenlijk?
Dat adequate bejegening één van
de meest belangrijke randvoorwaarden is voor goede zorg- en
dienstverlening, wil de Vakgroep
Verpleging en Verzorging graag
onderstrepen. Marloes Peeters
(verpleegkundige en organisator
van de themamiddag): “Alles valt
of staat met bejegening. Een goede
vertrouwensband en een effectieve
behandelrelatie met de cliënt is dus
cruciaal.” Immers, de term ‘bejegening’ duidt op een respectvolle
wijze van communiceren waarbij de
één zich echt gehoord en begrepen
voelt door de ander en die recht
doet aan beiden. Het gaat over hoe
je je wel en niet hoort te gedragen
tegenover cliënten. Bejegening is
dus iets waar je als hulpverlener
zelf invloed op hebt. “Je hebt altijd
een keuze”, aldus Marloes. “Het is
heel belangrijk om voor jezelf na te
gaan waarom je iemand benadert
op de manier waarop je dat doet.
De echtheid van de bejegening en
de openheid naar de ander, daar
gaat het om.”
Bejegening: een binnen- en
buitenkant
Volgens Guus van Loenen (hoofd
geestelijke verzorging), spreker
tijdens de themamiddag, zit er een
36 | mentaal
binnen- en buitenkant aan bejegening. Hij illustreerde dit met het
zogenaamde ‘Mentos-model’: “Een
mentos is een pepermunt met een
dropsmaak van binnen. Eerst heb je
de smaak van mint, maar even later
kom je bij de dropsmaak terecht.
En die binnenkant, dat is waar het
om gaat.”
Dat volgens het model van Bateson
verschillende factoren van invloed
zijn op deze binnen- en buitenkant laat Guus onbetwist. Deze
elementen vormen een met elkaar
samenhangend geheel waarbij de
focus verschuift van buiten naar binnen. Hierbij betreft het allereerst de
context. Guus: “Je ontmoet mensen
met ernstige problemen. Jij hebt
dan de rol de opvang of hulp voor
die mensen te zijn.” Daarnaast is er
het gedrag dat hij bestempelt als de
zichtbare kant van wat je doet. Bij het
derde element, onze vaardigheden,
gaat het om de vraag of een bepaalde
manier van bejegening onder de knie
te krijgen is. Het niveau daaronder is
de overtuiging. “Als je vindt dat hulp-
De intentie van de themamiddag was om zorgprofessionals zich bewust te maken van de
eigen bejegening en ze vanuit dit besef verder te laten handelen.
verlening een zakelijke dienstverlening is, zal je bejegening er anders
uitzien dan wanneer je vindt dat
hulpverlening vooral over een zorgrelatie gaat”, aldus Guus. Het vijfde
niveau, identiteit, betreft iemands
zwakke en krachtige kanten. Het
laatste element dat zijn weerklank
heeft op onze bejegening is spiritualiteit. Guus: “Dat is waar je je mee
verbonden voelt, waar het echt om
gaat voor jou.” Al deze niveaus schemerden door in de workshops die
deze middag gegeven werden.
Workshop ‘Los van fixatie’
In deze workshop stond een cyclisch
proces centraal dat van invloed is
op iemands bejegening. Deze driehoeksrelatie start vanuit het besef
dat de visie op zorg gestalte krijgt
door onze attitude. Een reflectie op
deze attitude geeft vervolgens het
effect weer van ons handelen op
het welbevinden van de cliënt die
centraal staat in deze visie. Diverse
grondhoudingen die hierbij een
belangrijke rol spelen, kwamen aan
bod. Vervolgens werd er een relatie
gelegd tussen bejegening en het project ‘SMAKK’ (Separeren, Minder,
Anders, Kundiger en Korter).
‘SMAKK’ vormt op haar beurt de
aanleiding voor de start van het
project ‘Los van fixatie’. Hierbij gaat
het onder andere om het terugdringen van het gebruik van de Zweedse
band bij ouderen. Beide projecten
vragen om een attitudeverandering,
waardoor de eerdergenoemde driehoeksrelatie en de daarvan afhankelijke bejegening weer om de hoek
komen kijken.
Workshop ‘Bejegenen doe je
altijd’
‘De ander ben je zelf’ en ‘70% van
onze communicatie is non-verbaal’.
Zomaar een tweetal kreten die deze
workshop kenmerken. Diverse
manieren van bejegening passeerden
hier de revue. Echter, dat dicht bij
jezelf blijven hierbij het belangrijkste was, werd de deelnemers stellig
op het hart gedrukt. Deelneemster
Marlou Meerts (verpleegkundige):
“Dit betekent dat je moet reageren
en handelen vanuit je gevoel. Je verplaatsen in de ander, inclusief het
rekening houden met zijn of haar
rugzakje.”
Voor zowel Marlou als Gerrie Vos
(secretaresse Regionaal Centrum
Venray) was deze workshop geslaagd
omdat ze zich volgens hen nu meer
dan ooit bewust waren van het
belang van bejegening. Victorien
Saämena (teamcoördinator Centrum
voor Adolescenten Psychiatrie) deed
hier nog een schepje bovenop; “een
feest van herkenning”, zo omschreef
ze het. “Het bevestigde dat je, door
het inzetten van jezelf als instrument, jezelf het dichtst bij de ander
brengt.”
Workshop ‘De mat’
Precies weten waar je grens ligt tijdens het contact met een cliënt is
niet voor iedereen vanzelfsprekend.
Door tijdens de workshop op een
mat met een rood (probleemgebied)
en groen (samenwerkingsgebied)
gedeelte te bewegen, konden de
deelnemers in een voorgelegde situatie leren om (zichzelf) duidelijk te
maken waar ze (figuurlijk) staan.
Deelneemster Iris Claassen (verpleegkundige): “De oplossing is niet
altijd voorhanden, maar je gevoel
over de situatie is hierin wel te beïnvloeden. Hierdoor pas je andere
vaardigheden toe en kom je in het
samenwerkingsgebied te staan.”
Tevens werd er gewerkt met ‘de tas’,
waardoor de begrippen ‘kan niet’ en
‘wil niet’ aan de orde kwamen. De tas
stond symbool voor het probleem.
Deelneemster Dorris van Dijk (verpleegkundig specialist in opleiding):
“Het ging er hierbij niet om wat goed
of fout is, maar dat de vraag ‘Wat
gebeurt er?’ wordt beantwoord.”
Het praktijkgerichte karakter van deze
workshop was onmiskenbaar. Volgens
Victorien was deze methode namelijk
zeer bruikbaar bij zowel het werk met
de jongeren en hun ouders als voor
teamintervisie.
Een themamiddag van betekenis
De intentie van de themamiddag was
om zorgprofessionals zich bewust te
maken van de eigen bejegening en ze
vanuit dit besef verder te laten handelen. Zowel deelneemster Lucy Gerrits
(begeleider B) als Léon Kunzler (Pit
verpleegkundige) zien het belang
ervan in. “Als iedereen datgene wat hij
of zij vandaag geleerd heeft toepast,
draagt dat zeker bij aan de tevredenheid van cliënten”, aldus Léon. Dorris
bekrachtigt dit: “Bejegening is zo’n
belangrijk aspect van ons dagelijkse
werk. Daar valt of staat een behandelrelatie mee.”
Marloes is dan ook terecht te spreken
over de middag. “Als organisator vind
ik het prettig dat de deelnemers het
interessant vonden.” Ze hoopt dat
mensen de vakgroep steeds gemakkelijker weten te vinden.
De volgende themamiddag...
De volgende themamiddag van de
Vakgroep Verzorging & Verpleging
vindt plaats op donderdag 10 mei 2012
van 13.00-17.30 uur. Het thema wordt
te zijner tijd bekend gemaakt.
Nienke van der Pas
37 | mentaal
Servaashof en vermaatschappelijking
Algemeen
Binnen onze organisatie betekent vermaatschappelijking zoveel mogelijk ondersteuning en begeleiding bieden aan cliënten bij het
deelnemen aan de maatschappij op het punt van werken, wonen en vrijetijdsbesteding.
Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidszorg
T0478-527527
[email protected]
Iwww.vvgi.nl
Colofon
Kerstmis als hoogtepunt
van kerkkoor St. Servatius
Vanaf dat de broeders zich hier in 1907 vestigden, was het een
kerk die door religieuzen beheerd werd. Zij waren ook de spil
van de kerkzang. Langzamerhand deden leken hun intrede en
mochten ook zij van ‘vader overste’ hun zangstem laten horen.
En toen in het begin zeventiger jaren op Servaas de geestelijkheid tot een minimum beperkt was, werd op 9 mei 1974 het
kerkkoor St. Servatius opgericht. Vóór die tijd mochten zingende
medewerkers nog onder werktijd de begrafenis of huwelijksmissen opluisteren, vanaf 1974 was dit niet meer het geval. Reden
voor de werknemers om in verenigingsvorm door te gaan.
Dit tot op de dag van vandaag. Onder hen ook de dames Ine
Opten en Maria Poels, later gevolgd door nog wat zangeressen.
Woordvoerder Piet Verstegen: “We zijn nu met zo’n vijftien
mensen die iedere woensdagavond repeteren in de kapel. Deze
kapel bezit volgens veel organisten én kenners de mooiste akoestiek van de hele regio.” De Katholieke heilige mis wordt niet
enkel begeleid door de pastoor van Oostkum. Ook pastoraal
medewerkers Guus van Loenen en mevrouw Boon, deze laatste
van de Protestantse gemeenschap, gaan in de weekeinden voor.
Tijdens de nachtmis zal het in stemmig zwart geklede kerkkoor
voor één keer het balkon verlaten en op het fraai aangeklede
altaargedeelte plaats nemen. Frans Lemmens dirigeert sinds jaar
en dag dit koor. En goed, want als je op de wekelijkse repetities
een opkomst van 90 % scoort, mag je meer dan tevreden zijn.
En dat is het koor ook.
Bovenste rij v.l.n.r.: Frans Lemmens (dirigent), Albert Linders, Piet Verstegen, Jo Drabbels, Jac Linders en Jan van Soest
Onderste rij v.l.n.r.: Maria Poels, Ine Opten, Petra van de Hurk, Arnoldine Strijbosch, Piet Arts en Gerrit van Meijel
Op geen enkele kerkelijke feestdag wordt er zo veel naar de kerk gegaan als met Kerstmis.
En dit niet enkel om met de (klein-)kinderen de kerststal te bewonderen. Nee, de nachtmis die
in de loop der jaren verworden is tot avonddienst op 24 december, spreekt nog altijd tot de
verbeelding der gelovigen. Zo ook in onze eigen Servaaskapel. Door het jaar heen is er in de
weekeinden, net zoals elders, plaats genoeg. Met uitzondering van ‘Heiligenabend’, dat door
de Duitsers zo sfeervol genoemd én beleefd wordt.
38 | mentaal
De heer Verstegen, met 55 jaar nipt de jongste zanger, ziet de
toekomst hoopvol tegemoet. “Wat dacht je? We zitten nog boordevol plannen!” “Vertel.” “We willen in de kapel voor na de diensten een koffiepunt realiseren. Er zijn bewoners die de behoefte
voelen hun geloof uit te dragen en dat wordt niet overal gerespecteerd.” Zo hoopt Piet Verstegen, sinds jaar en dag chauffeur
bij ons instituut, vurig: “Deze kerk in al zijn facetten moet als
monumentaal bouwwerk en rustpunt voor ons allen behouden
blijven!”
Ons koor wenst u fijne feestdagen en hoopt u tijdens de
kerstviering, maar ook ná kerstmis, in onze kerk te ontmoeten.
Jan Leijsten
Redactie Mentaal
Eleän Mulder-Verleg, hoofd- en eindredacteur
Susanne Wouters, Bureau Marketing en Communicatie
Nienke van der Pas, Bureau Marketing en Communicatie
Anita Boom, Informatiecentrum Geestelijke Gezondheid
Karin Geerkens, Verslavingszorg
Truus Offermanns, Financiën
Kim Waskowskij, Specialistische functies
Jan Leijsten, Extern
Annemie Rours, HRM
Ted Kilsdonk, Langdurige Zorg
Mentaal is het magazine van Vincent van Gogh
voor (oud-)medewerkers, vrijwilligers en
externe relaties en verschijnt zes keer per jaar.
Mentaal is ook digitaal beschikbaar op www.vvgi.nl.
Uitgave
Bureau Marketing en Communicatie Vincent van Gogh
Oplage
2.600 exemplaren
Vormgeving
Ohho Venray
Fotografie
Hans van der Beele, Sevenum, Bureau Marketing en
Communicatie Vincent van Gogh
Drukkerij
ARS Grafisch Roermond
Redactieadres
Vincent van Gogh voor geestelijke gezondheidszorg,
Bureau Marketing en Communicatie,
t.a.v. E. Mulder-Verleg, postbus 5, 5800 AA Venray,
tel. 0478-527186, [email protected]
Deadline volgende nummer
2 februari 2012. Foto’s gescheiden van tekst – dus als
apart jpg-bestand – aanleveren. Voor meer informatie
zie www.vvgi.nl of het intranet. Indien u besluit uw
abonnement te beëindigen, kunt u dit kenbaar maken
via [email protected] of schriftelijk via het redactieadres.
Huisreglement Vincent van Gogh
Omdat leven, wonen en werken prettig moet zijn!
In januari 2012 wordt bij Vincent van Gogh een
algemeen huisreglement ingevoerd. Het huisreglement wordt gezien als een schriftelijke vastlegging van waarden en normen met als doel een
aangenaam leefklimaat te kunnen handhaven.
Het reglement is van toepassing op alle locaties
en gebouwen van Vincent van Gogh en maakt
samen wonen, leven en werken voor cliënten en
medewerkers prettig. Het huisreglement wordt
gepubliceerd op onze website en voor medewerkers is het reglement te raadplegen via intranet.
39 | mentaal
Ons werk, onze mensen,
zo kleurrijk als Vincent van Gogh
Download