Gezond denken, gezond doen

advertisement
Gezond denken,
gezond doen
Interventiemix die invulling geeft aan psycho-educatie door moa medewerkers
Maart 2006
MOA/GGD’en Noord Holland/Flevoland.
Wilma Pronk
Alice Valk
Inhoudsopgave
1. Inleiding
3
2. Leeswijzer
4
Deel I Onderbouwing interventiemix
3. Randvoorwaarden en haalbaarheid
3.1 Inleiding
3.2 Beschikbare tijd, budget en menskracht
3.3 Overige voorwaarden
6
6
7
7
4. Probleemanalyse
4.1 Aard en omvang probleem
4.2 Gedragsdeterminanten
4.3..Bijdrage gedragdeterminanten aan het probleem
4.4 Beïnvloedbaarheid van de (gedrags)determinanten
9
9
9
10
11
5..Doelgroep
5.1 Algemene kenmerken van de doelgroep
5.2 Inventarisatie van de wensen, behoeften, mogelijkheden
5.3..Bereikbaarheid van de doelgroep
11
11
12
12
6..Doelen
13
7..Interventieontwikkeling
14
8. Evaluatie
14
9..Conclusie en aanbevelingen
17
..Literatuurlijst
18
Deel II Interventiemix
Landelijke inventarisatie van MOA interventies ter preventie van psychosociale
problematiek
20-36
2
1. Inleiding
In het kader van landelijke werkontwikkelingsprojecten zijn sinds 2000 de MOA regio’s,
Brabant-Zeeland en Noord-Holland / Flevoland, verantwoordelijk voor het project “gezond
denken en gezond doen” in opdracht van de landelijke werkgroep GVo. In de nieuwe
landelijke structuur is de eindverantwoordelijkheid bij de regio Noord-Holland/Flevoland
belegd.
Uit verschillende onderzoeken komt naar voren dat veel asielzoekers psychische
problemen ervaren en mogelijkheden zien deze problematiek te verminderen(hfdst.4).
Alhoewel het om een groot probleem gaat, wat tevens onderkend wordt binnen MOA,
GGZ, AMW etc. zijn tot op heden weinig interventies ontwikkeld en zijn de handen niet
ineengeslagen door de verschillende organisaties om een gezamenlijke aanpak te
ontwikkelen.
Doel van het projectopdracht zoals in 2000 werd geformuleerd omtrent ‘Gezond denken
en doen’ is,
te komen tot een methodiek voor groepsbijeenkomsten.
Later werd dit doel volgens het MOA Werkplan 2004-2005 (punt 5.4.1b GVO ontwikkeling
Psycho-educatie):
Psycho-educatie, samen met AGZ (interventies uitwerken: folders,
groepsbijeenkomsten, empowerment, vaststellen van benodigde
randvoorwaarden)
Onduidelijkheid ten aanzien van het doel van dit project ontstond doordat bovenstaande
doelen op meerdere manieren te interpreteren zijn. Bovendien werden gaandeweg, naast
de interventies die voortvloeiden uit de eerste opdracht vanuit de LwGVO, door andere
organisaties verscheidene andere (groeps-) interventies en folders ontwikkeld. De
interventies en folders zijn onvoldoende bekend onder MOA medewerkers en door GGZ
ontwikkelde interventies worden zelden breed uitgezet.
Hierdoor verschoof het doel van het project en ontstonden andere verwachtingen.
Alhoewel het project zich in z’n eindfase bevond, werd medio 2005 besloten om
nogmaals een projectbeschrijving in te dienen om overeenstemming, en daardoor
landelijk draagvlak, te krijgen ten aanzien van het eindresultaat. Het RMO heeft op 28
juni 2005 een positief oordeel gegeven over het voorgestelde eindresultaat van het
project “Gezond Denken Gezond Doen” te weten:
Een interventiemix die invulling geeft aan pscycho-educatieve
preventieprogrammering en te gebruiken is door alle MOA medewerkers.
De in de interventiemix opgenomen programma’s passen binnen de in het Programmaen productenboek MOA (GGD Nederland, 2005) genoemde dienstverlening. De
onderbouwing is geschreven op basis van Preffi 1.
Met deze inventarisatie van preventie programma’s willen we MOA medewerkers een
handvat bieden om gericht op de specifieke problematiek interventies in te zetten.
Voorafgaand aan de schematische weergave van de interventies(Deel II) wordt DeeI I
volgens Preffi onderbouwd waarom (een mix van) interventies noodzakelijk zijn.
3
2. LEESWIJZER
Dit werkdocument is opgedeeld in twee delen en kan als zodanig apart gebruikt worden
Deel I: Onderbouwing interventiemix
Deel II: Schema interventiemix
Deel I bestaat uit een onderbouwing van de Landelijke interventiemix volgens PREFFI
De onderbouwing is gebaseerd op algemene gegevens en niet gericht op een specifieke
doelgroep binnen de risicogroep asielzoekers. Deze onderbouwing maakt duidelijk dat
MOA preventie t.a.v. psycho-educatie landelijk nadere uitwerking behoeft en prioriteit
dient te krijgen. Hoofdstuk 1 beschrijft het kader en de geschiedenis van deze
werkontwikkeling. Hoofdstuk 2 geeft de indeling weer. Hoofdstuk 3 gaat in op
noodzakelijke randvoorwaarden en haalbaarheid van de uit te voeren interventies. Hieruit
mag duidelijk zijn dat het belangrijk is om te komen tot samenwerkingsafspraken met
externe organisaties welke de doelgroep asielzoekers ook tot hun aandachtsgebied
rekenen. Dit ter bevordering van de effecten van de verschillende interventies. Hoofdstuk
4 geeft een beschrijving van de problematiek en hieruit komt naar voren dat
psychosociale problematiek als grootste bedreiging van de gezondheid wordt ervaren.
Hoofdstuk 5 benoemt de doelgroep en mogelijkheden ter preventie van psychosociale
problematiek . Hoofdstuk 6 gaat in op doelen die gebruikt kunnen worden om interventies
te onderbouwen. Hoofdstuk 7 Beschrijft kort dat de gekozen interventies afhangen van
de voorkeurkanalen die de doelgroep heeft om informatie op te nemen. Het uiteindelijke
doel is empowerment van de asielzoeker.
Hoofdstuk 8 gaat uitgebreid in op manieren van evalueren. Dit is belangrijk om tot goede
landelijke interventies te komen. In hoofdstuk 9 staan de belangrijkste conclusies en aanbevelingen beschreven
Deel 2 Is een schematische inventarisatie van verschillende landelijke interventies. De
interventies zijn gericht op micro-, meso- en macroniveau. De interventies kunnen soms
door alleen MOA uitgevoerd worden, maar meestal blijkt samenwerking met andere
organisaties noodzakelijk.
4
Deel I Onderbouwing
interventiemix
5
3. Randvoorwaarden en haalbaarheid.
3.1 Inleiding
Eén van de kernfuncties van OGGZ is preventie inclusief bescherming en bevordering
van gezondheid (bron: LVGGD, openbare gezondheidszorg vitaal voor een gezonde
samenleving 1999).
Op basis hiervan is in 2000 een landelijke visie ontwikkeld van waaruit GVo interventies
plaatsvinden
Visie MOA-GVO (2000)
GVo-programma’s dragen bij aan het herstel of behoud van de balans in de gezondheidssituatie van de
asielzoeker.
Doelstelling
Het bereiken van empowerment bij de asielzoeker, waardoor hij/zij in staat is de balans in zijn/haar
gezondheidssituatie te behouden of te herstellen.
Empowerment is een proces waarin mensen hun noodzakelijke competenties ontwikkelen om (weer)
sturing te geven aan hun eigen leven. Centraal hierbij is het opsporen, aanboren en versterken van de
eigen kwaliteiten. De ervaring die mensen overal opdoen vormen de bouwstenen voor empowerment.
Ervaring leidt tot bewustwording, tot veranderen van houding en tot het vergroten van kennis en
vaardigheden.
Missie
Het ontwikkelen van persoonlijke vaardigheden van de asielzoekers, zodat zij hun leven meer in eigen
hand kunnen nemen (bijvoorbeeld middels GVo de kennis en vaardigheden van asielzoekers vergroten.
Het versterken van activiteiten vanuit de gemeenschap (verschillende vormen van bewonersparticipatie.
Het creëren van een ondersteunende omgeving (bijvoorbeeld toegankelijk maken van voorzieningen
binnen en buiten het centrum).
Het aanpassen van de voorzieningen van gezondheidszorg (bijvoorbeeld maken van afspraken met
plaatselijke instellingen, garanderen van bereikbaarheid externe voorzieningen).
Een bijdrage leveren aan een gezond centrumbeleid.
Waarom samenwerken?
Samenwerking met asielzoekers, GGZ-instellingen, AMW en andere organisaties is
noodzakelijk omdat:







participatie van asielzoekers van belang is voor het ontwikkelen van passende
interventies
medewerkers GGZ en AMW ervaring hebben in het begeleiden van mensen met
psychische klachten.
preventie ten aanzien van problematiek bij asielzoekers mede door de samenwerking
bij genoemde instellingen aandacht krijgt.
preventie ten aanzien van psychische problematiek zo een gezamenlijke
verantwoordelijkheid van de betrokken instellingen wordt.
preventie ten aanzien van lichamelijke klachten ten gevolge van psychische
problematiek, verbaal en non-verbaal middels professionele begeleiding ondersteund
wordt
preventie ten aanzien van psychische problematiek centrumbreed opgepakt kan
worden in samenwerking met COA.
preventie betere resultaten oplevert als er op micro, meso en macro niveau
interventies plaatsvinden..
6
Hoe samenwerken?
Binnen de samenwerkende organisaties moeten uitspraken gedaan worden over de vorm
en het niveau van samenwerking ten aanzien van preventieve activiteiten gericht op
asielzoekers. Dit gaat buiten de beslissingsmogelijkheden van de MOA om. MOA kan wel
de trekker zijn om draagvlak te creëren. Het lijkt nu een goed moment om tot heldere
afspraken te komen met externe samenwerkende organisaties Het aantal
opvangmodaliteiten is beperkt en er komt zicht op blijvende opvangmodaliteiten. MOA
wordt inhoudelijk en professioneel aangestuurd door GGD’en. Dit betekent dat er binnen
regio’s lange termijn afspraken gemaakt kunnen worden met de verschillende partijen
omtrent financiën, het opzetten en uitvoeren van gezamenlijke interventies.
Welke financiële kaders zijn van belang?
 COA koopt GVo producten in op basis van het Programma- en producten boek MOA
 GGZ-instellingen krijgen van de ZRA (Ziektekosten Regeling Asielzoekers) budget
voor preventieve activiteiten voor asielzoekers. Door de GGZ-instellingen wordt op
diverse wijzen invulling gegeven aan de uitvoering van de preventie activiteiten.
Momenteel staan er grote veranderingen op stapel vanwege de verwachte
overheveling van OGGZ-gelden van AWBZ naar de WMO. Dit kan financiële
gevolgen hebben voor preventieactiviteiten die GGZ-instellingen leveren.
 Het COA koopt een aantal uren hulpverlening door het AMW in. Daarbij is geen
specifieke afspraak over preventieve activiteiten.
 In de interventies worden meerdere organisaties genoemd, bijvoorbeeld
fysiotherapeuten, creatieftherapeuten, VETC. De financiële mogelijkheden om
dergelijke organisaties te betrekken zijn niet helder.
3.2 Beschikbare tijd, budget en menskracht
Dit is afhankelijk van de gekozen interventie en kan hier niet specifiek uitgewerkt worden.
Het is aan de organisatie om te bepalen voor welke interventie gekozen wordt en wat
hierbinnen de uitgangspunten zijn.
Het is aan de organisatie om te bepalen voor welke interventie gekozen wordt. Hierbij
kunnen beschikbare tijd, budget en menskracht een rolspelen en uitgangspunt zijn. Ook
kan als uitgangspunt eerst voor de interventie gekozen worden waarna tijd, budget en
menskracht georganiseerd wordt.
3.3 Overige voorwaarden.
Om de interventies zoveel mogelijk aan het doel te laten beantwoorden en de
empowerment van de asielzoekers te vergroten is het nodig uit te gaan van de behoeften
van de asielzoeker en de interventies te ondersteunen met activiteiten en maatregelen
van de diverse organisaties. In onderzoeken komen de volgende aanbevelingen telkens
weer naar voren.(o.a.Jongh&EE, Kramer, MOA NN)





Stimuleren van sport binnen en buiten het centrum.
Stimuleren van betaald/vrijwilligerswerk binnen en buiten het centrum.
Stimuleren van sociale netwerken binnen en buiten het centrum.
Stimuleren van het volgen van (Nederlandse) lesprogramma’s.
Stimuleren om activiteiten te organiseren op het centrum.
7




Bewoners weten bij wie ze terecht kunnen met vragen over het lid worden van clubs
en (vrijwilligers)werk binnen en buiten het centrum.
Bewoners hebben een reëel beeld wanneer het gaat om scholingsmogelijkheden.
Bewoners weten bij wie ze terecht kunnen voor zelf te organiseren activiteiten.
Het is wenselijk dat de MOA, het COA, de huisarts, het AMW en de GGZ hun
werkzaamheden (individuele- en groepsvoorlichting, doorverwijzing en behandeling)
op elkaar afstemmen.
8
4. Probleemanalyse
Resultaten van verschillende onderzoeken laten duidelijk zien dat de ervaren gezondheid
van de asielzoekers slechter is dan die van elke groep in de samenleving.Hierbij wordt
psychosociale problematiek als belangrijkste probleem ervaren. Het verschil is zo evident
dat de asielzoeker als een aparte doelgroep dient te worden beschouwd.
Veel lichamelijke klachten geven geen duidelijke aanwijzing voor een ziektebeeld. Men
spreekt dan ook van psychosomatische klachten. De medische opvang asielzoekers
heeft vanuit haar verantwoordelijkheid ten aanzien van individuele en collectieve
preventie hierin bij uitstek een taak n.l.:het versterken van de aanwezige beschermende
factoren, inzicht geven in de bestaande bedreigende factoren en het minimaliseren van
de bedreigende factoren. Het uiteindelijk doel is empowerment van de asielzoeker.
4.1 Aard en omvang van het probleem.
a. Mate waarin het probleem voorkomt en spreiding.
b. Ernst van het probleem.
c. Materiële en immateriële kosten als gevolg van het probleem.
d. Het probleem bezien vanuit de verschillende betrokkenen.
Asielzoekers vertonen in meer dan gemiddelde mate symptomen van stress, hebben in
meer dan gemiddelde mate last van psychosomatische klachten en lopen een groter
risico om tijdens of na de afronding van hun procedure en tijdens hun inburgering in
Nederland psychiatrische klachten zoals PTSS, depressie en angststoornissen te
ontwikkelen (Brok,1997; Willigen e.a.,1995). Asielzoekers zelf ervaren hun situatie als
zeer belastend voor hun (psychische) gezondheid (Jongh & Ee, 2002; MOA NoordNederland, 2004). Psychische klachten van volwassenen zijn vooral slaapproblemen,
angst, spanningsklachten en depressieve gevoelens. Daarnaast wordt melding gemaakt
van heimwee, nervositeit, geheugen- en concentratiestoornissen, emotionele labiliteit,
paniekstoornissen, paranoïde gedachten, verlies van zelfwaardering en vertrouwen, en
symptomen van herbeleving (Hondius en van Willigen, 1992; Meis, 1992; Mosterd 1996).
De gevolgen zijn: extra medische consumptie, een groter risico op overlast op en buiten
het AZC, meer problemen bij eventuele inburgering (bv. werkloosheid) en meer leed voor
reeds getraumatiseerde mensen.
Ook op verschillende betrokkenen bij asielzoekers heeft het probleem invloed. Het COA
ervaart problemen op het terrein van de beheersbaarheid op het AZC. Vanuit de politiek
is het COA gehouden aan een ontmoedigingsbeleid, waardoor er op het AZC zo weinig
mogelijk activiteiten worden aangeboden t.b.v. zinvolle dagbesteding. De MOA
(medische opvang asielzoekers) ervaart beperkte mogelijkheden om hulp te bieden bij
psychische problematiek terwijl de 2e lijns GGZ vaak pas behandelt als de situatie van
een patiënt stabiel is, hetgeen bij asielzoekers niet het geval is. Taal- en
cultuurverschillen bemoeilijken bovendien de hulpverlening, evenals de wijze waarop de
problematiek wordt gepresenteerd door asielzoekers. Ook instanties als AMW en VVN
ervaren bij de uitvoering van hun werk de negatieve invloed op het psychisch
welbevinden van asielzoekers.
9
4.2 Gedragsdeterminanten
Verschillende risicofactoren zijn van invloed op het ontstaan van de hierboven
beschreven klachten, met name fase van vluchtperiode, persoonlijke context en
copingsstrategie van de individuele asielzoeker. Slechts een deel van deze
determinanten is te beïnvloeden.
4.3 Bijdrage van (gedrags)determinanten aan het probleem
Fase van vluchtperiode
De risicofactoren voor de geestelijke gezondheid kunnen onderscheiden worden aan de
hand van de fasen van vluchtperiode die men doormaakt (Schell, 2000).



Periode voor de vlucht (verliezen, instabiliteit, georganiseerd geweld,
onbereikbaarheid van voorzieningen, armoede en slechte infrastructuur)
De vlucht (gedwongen karakter, soort geweld waar men voor op de vlucht is,
tijdsduur, leefomstandigheden, afhankelijkheid, gevaar, scheiding van familie en
vrienden)
Eerste opvang in Nederland (onzekerheid, geen toekomstplannen,
levensomstandigheden, slechte economische situatie, gebrek aan basisveiligheid,
afhankelijkheid)
Asielzoekers hebben hierdoor vrijwel altijd te maken met een rouwproces. Verlies van
familie/vrienden door overlijden of verblijf op grote afstand, verlies van de vertrouwde
omgeving, verlies van werk/status etc.
Binnen het rouwproces worden de volgende fases doorlopen:
 Schok, verdoving, verbijstering en ongeloof (ontkenning)
 Heftige emoties, veel met gebeurtenis bezig zijn
 Herstel en reorganisatie
Persoonlijke context
De manier waarop asielzoekers met dit gevoel van verlies, verdriet en kwaadheid
omgaan heeft grote invloed op het wel of niet ontstaan van psychische klachten.
Overeenkomstige situaties zullen bij verschillende mensen niet tot een zelfde
klachtenpatroon leiden. Dit komt doordat ieder mens op zijn eigen manier met klachten
omgaat. Ieder mens reageert met een voor hem/haar specifiek gedrag
(copingstrategieën). De volgende punten spelen daarbij een rol (Hondius en Willigen,
1992; Brok, 1997):










Persoonlijk karakter
Opvoeding
Opleiding
Ervaring (een eerdere verlieservaring die op een bevredigende wijze verwerkt is)
Kenmerken van de traumatische ervaring (zoals de ervaren hulpeloosheid)
Normen en waarden
Cultuur
Ervaren sociale steun
Religie
Lichamelijke gezondheid
10




Psychische gezondheid
Kennis en houding m.b.t. psychosomatiek, PTSS-klachten, taak en werkwijze van
RIAGG en AMW
Eigen verantwoordelijkheid/activiteiten m.b.t. psychische klachten
Vaardigheden in het kader van ontspanning (bij hyperventilatie, slaapproblemen,
hoofdpijn)
Copingsstrategieën
Asielzoekers zijn gevlucht en hebben veel achter moeten laten, maar niet altijd het
persoonlijk vermogen om met problemen om te gaan. Dat dragen ze nog steeds met zich
mee. Daarbij is het belangrijk dat asielzoekers zich realiseren op welke wijze zij in het
thuisland omgingen met problemen. Waarschijnlijk is dat de manier die op dit moment
ook het beste past.
Er zijn adequate en inadequate copingstrategieën te onderscheiden:


Adequate copingstrategieën: hulp zoeken bij anderen; anderen deelgenoot maken
van de problemen, er van uitgaan dat er iets te leren valt van de situatie; opkomen
voor de eigen rechten.
Inadequate copingstrategieën: overmatig alcoholgebruik; overmatig gebruik van
tranquillizers; zelfbeschadiging; agressief gedrag.
Asielzoekers hebben een enorme kracht bij zich wanneer ze aankomen. Door de situatie
van wachten en procedure, het veilig voelen en de mate van regelgeving van COA en
IND in woon- en leefsituatie verliest een groot deel van de asielzoekers deze kracht. De
bijeenkomsten dienen er dan op gericht te zijn een bijdrage te leveren aan
empowerment van deze asielzoekers.
4.4 Beïnvloedbaarheid van de (gedrags) determinanten
Het is van belang om preventie activiteiten, ook op het gebied van psycho-educatie, te
richten op determinanten die potentieel te veranderen zijn, te weten:






Aanpassen aan een nieuwe cultuur (taal, gebruikelijke wijze van omgang met
psychische problematiek)
Sociale steun
Kennis m.b.t. psychische klachten, psychosomatiek, PTSS.
Kennis m.b.t. taak en werkwijze van GGZ en AMW
Eigen verantwoordelijkheid/activiteiten m.b.t. psychische klachten
Vaardigheden in het kader van ontspanning
5. Doelgroep
Uitgangspunt is asielzoekers als algemene doelgroep. Iedere interventie heeft echter een
bepaalde doelgroep voor ogen waarbij rekening gehouden moet worden met de
verschillen en overeenkomsten per specifieke doelgroep. Participatie van de doelgroep is
hierbij van groot belang.
11
5.1 Algemene kenmerken van de doelgroep
Ten aanzien van de doelgroep asielzoekers is er sprake van een grote heterogeniteit wat
betreft:
 Nationaliteit
 Taal
 Leeftijd
 Geweldsachtergrond
 Traumagerelateerde klachten
 Spanningsklachten
 PTSS
 Inzicht in het ontstaan van de klachten, (hoe benoemt de asielzoeker de klacht zelf)
 Wantrouwen ten opzichte van anderen
 Vragen over de identiteit en toekomst
 Verklaring van oorzaak van klachten (focus op structurele factoren)
 Kennis over GGZ en AMW, er zullen mensen bij zijn die nog nooit van deze instanties
gehoord hebben anderen zijn daar cliënt.
 Scholing (analfabetisme)
 Sociale situatie (alleen - met gezin, volledig/onvolledig gezin)
 Stand van zaken in de asielprocedure
 dagstructuur
Over het algemeen zijn er overeenkomsten ten aanzien van:




Een (gedwongen) migratie, ambivalentie ten opzichte van Nederland
Verwachtingen (teleurstelling, boosheid, onzekerheid)
Zich zorgen maken over achtergebleven familie en vrienden.
Afwachtende houding
5.2 Inventarisatie van de wensen, behoeften, mogelijkheden van de doelgroep
Op basis van onderzoeksgegevens over problematiek van asielzoekers komen we tot de
volgende wensen, behoeften en mogelijkheden van de doelgroep (Schell, 2000):








Participatie van de doelgroep bij het zoeken naar oplossingen.
Psycho-educatie
Zinvolle bezigheden of werkgelegenheid.
Informatie en voorlichting
Zelfhulpgroepen.
Informatie over Nederlandse wijze van opvoeden en het onderwijssysteem.
Vergroten van deskundigheid van hulpverleners en begeleiders.
Deskundigheidsbevordering bij organisaties op maatschappelijk terrein.
Hierbij dient vermeld te worden dat de huidige mogelijkheden van de doelgroep beperkt
zijn omdat de voorzieningen sober zijn, aangezien ervan uitgegaan wordt dat bewoners
gebruik maken van alle reguliere voorzieningen in de omgeving (gezondheidszorg,
recreatie, etc.). Daarnaast ontbreekt het de doelgroep vaak aan kennis en vaardigheden
om de reguliere instanties te benaderen. Gerichte interventies om deze kennis en
12
vaardigheden te vergroten zijn noodzakelijk om empowerment van de doelgroep te
bevorderen
5.3 Bereikbaarheid van de doelgroep
Zoals bekend binnen de MOA is de bereikbaarheid van de doelgroep betreffende GVo en
preventie een probleem. Extra aandacht moet er zijn voor de werving. De interesse voor
groepsgerichte activiteiten is bijvoorbeeld zeer wisselend. Aandacht voor voorlichting
wordt door veel externe factoren beïnvloed. De persoonlijke aanpak bij werving lijkt tot nu
nog het beste te werken. Daarnaast is het belangrijk om zoveel mogelijk aan te sluiten bij
reeds bestaande activiteiten/netwerken van de asielzoekers.
Bij voorbereiding van activiteiten moet rekening gehouden worden met het feit dat de
keuze voor (groeps)voorlichting in het kader van psychische klachten vaak een keuze
van professionals is. Het zou kunnen dat de asielzoeker het nut van voorlichting niet ziet
en in eerste instantie zou kiezen voor andere interventies die meer direct invloed hebben
op de leefsituatie zoals hygiëne en veiligheid in het centrum,
ontspanningsmogelijkheden, geluidsoverlast etc.
6.Doel
a.
b.
c.
d.
Doelen zijn meetbaar.
Doelen zijn praktisch haalbaar.
Doelen zijn reëel gezien de randvoorwaarden.
Het is duidelijk welk deel van het probleem wel en welk deel niet aangepakt
wordt.
De doelen zijn te verdelen in doelen behorende bij wat de MOA-GVo wil bereiken t.a.v.
preventie van psychosociale problematiek en specifieke doelen behorende bij de diverse
interventies. Deze doelen moeten dan wel afgeleid zijn vanuit de operationele doelen.
Kijkend naar de beïnvloedbare determinanten in combinatie met de doelgroep is als
voorbeeld onderstaande doelenboom gemaakt, met 5 operationele doelen:
Doelenboom
Ernstige psychische problemen als gevolg van sequentiële traumatisering voorkomen
Versterken sociale steun, versterken eigen competenties, beperken invloed belastende
omstandigheden
Ervaren van eigen regelmogelijkheden, inzetten
van eigen competenties
Activiteiten ontplooien samen met anderen,
zelfstandig de organisatie op zich nemen
Inzicht verkrijgen in de mogelijkheden om
welzijnbevorderende activiteiten te organiseren
Ervaren van zinvolle tijdsbesteding, ervaren van
vergroting van welzijn en gezondheidsbeleving
Deelname aan activiteiten
Ervaren van steun bij initiatieven, opbouwen van
zelfvertrouwen, erkennen van grenzen
13
Kennis opdoen over gezondheidsrisico’s door
Eigen culturele gewoontes om stress te
inactiviteit envan
sequentiële
traumatisering
Voorbeeld
specifiek
doel bij interventie is het
verminderen
doel bijvertalen
de interventie
naar mogelijkheden
gezondom hier
toe
te
passen
denken/gezond doen:
De deelnemende vrouwen hebben inzicht in de rol die spanningen kunnen spelen bij het
ontstaan van hun (spannings) klachten, hoe zij zelf met de spanningen kunnen omgaan
en hoe zij de klachten kunnen voorkomen of verminderen.
Dit doel is een afgeleide van het doel kennis opdoen over gezondheidsrisico’s door
inactiviteit en sequentiële traumatisering en de eigen culturele gewoontes om stress te
verminderen vertalen naar mogelijkheden om hier toe te passen.
Voor de uitwerking van de specifieke doelstellingen behorende bij de diverse interventies
verwijzen we naar de interventiemix die empowerment van de asielzoeker nastreeft
7. Interventieontwikkeling
Iedereen heeft een eigen voorkeurskanaal voor informatieverwerking. Dit gelegd naast
de visie van de MOA vakgroep GVo dat participatie van de doelgroep belangrijk is, is het
noodzakelijk meerdere interventies te ontwikkelen of reeds bestaande interventies te
gebruiken. Dit kunnen zowel individueel-, groeps- en locatie gerichte interventies zijn.
Deel II bevat een korte schematische beschrijving van interventies die landelijk binnen- of
in samenwerking met MOA uitgevoerd worden of uitgevoerd zijn.
Deze interventiemix is geen statisch product. Onderhoud ervan moet op landelijk niveau
plaatsvinden.
8. Evaluatie
Velen denken dat evaluatieonderzoek altijd uitgebreid en moeilijk is. Dat hoeft echter niet
zo te zijn. Het belangrijkste bij evaluatieonderzoek is dat men duidelijk voor ogen heeft
welke vragen men wil beantwoorden en dat men nagaat hoe men die vragen het beste
kan beantwoorden. De meest geschikte manier van evalueren verschilt per situatie en
hangt onder andere af van: de vragen die men wil beantwoorden, de financiële en
organisatorische mogelijkheden, de gewenste 'wetenschappelijke hardheid' van de
gegevens, de aard van de interventie en de mogelijkheden en beperkingen hiervan voor
de evaluatie.
Naast de bijdrage van evaluatieonderzoek aan leren en verbeteren (en dus aan
effectiviteit), kan evaluatieonderzoek ook andere motieven dienen. Zo kan het zorgen
voor legitimering en verantwoording van de interventie. Opdrachtgevers/financiers willen
doorgaans weten of hun geld goed wordt besteed en iets oplevert. Ook kan het zijn dat
een opdrachtgever weer verantwoording wil of moet afleggen aan anderen, zoals de
overheid haar activiteiten moet verantwoorden tegenover de algemene bevolking.
Tenslotte kan evaluatieonderzoek ook voortkomen uit ethische overwegingen: mogelijk
heeft een interventie een negatief effect of schadelijke neveneffecten zodat de interventie
beter niet meer kan worden uitgevoerd.
14
Evaluatieonderzoek kan betrekking hebben op diverse aspecten en kan in diverse fasen
plaatsvinden. Een gangbaar onderscheid is het onderscheid tussen effectevaluatie en
procesevaluatie
Effect- en procesevaluatie
Met een effectevaluatie gaat men na welke effecten of resultaten de interventie heeft
gehad: betekenen de resultaten dat de vooropgestelde doelen zijn bereikt? Bijvoorbeeld:
Heeft de interventie geleid tot verwachte veranderingen in gedragsdeterminanten,
risicogedragingen of welbevinden? Hebben de activiteiten ertoe bijgedragen dat het
beleid is gewijzigd, dat voorzieningen zijn gecreëerd? Een belangrijke voorwaarde voor
effectevaluatie is dus dat de doelen duidelijk zijn.
Een procesevaluatie wordt doorgaans uitgevoerd om de 'uitvoeringspraktijk' van een
interventie en de kwaliteit van de uitvoering in kaart te brengen; dit gebeurt meestal
tijdens en vlak na de uitvoering van de interventie.
De vragen in een procesevaluatie kunnen ook worden gebruikt om de resultaten van een
effectevaluatie te interpreteren. Een effectevaluatie geeft alleen antwoord op de vraag in
hoeverre bepaalde effecten zijn bereikt, niet op de vraag waarom dat zo is of welke
activiteiten het meest effectief zijn. Bij beslissingen op basis van uitkomsten van de
effectevaluatie (bijv. stoppen? doorgaan? breder verspreiden?) moet men dus ook altijd
de resultaten van de procesevaluatie in acht nemen.
Met behulp van (effect- en proces-)evaluatie wordt de effectiviteit van een interventie
nagegaan. Evaluatie kan ook de effectiviteit van een interventie bevorderen doordat het
informatie oplevert op basis waarvan de interventie kan worden bijgesteld en
geoptimaliseerd. Soms kan bijstelling al gebeuren in de fase van interventieontwikkeling
(op basis van een pretest, of tijdens de fase van uitvoering. Echter, in de meeste gevallen
komen de resultaten van evaluatieonderzoek pas beschikbaar als de interventie al is
uitgevoerd: dat geldt in ieder geval altijd voor effectevaluaties (behalve tussentijdse
effectevaluaties) en vaak voor procesevaluaties. De afgeronde interventie kan in die
gevallen natuurlijk niet meer worden veranderd. Wel kan de informatie uit het
evaluatieonderzoek worden gebruikt om beslissingen te nemen voor de toekomst,
bijvoorbeeld:
 Zijn de evaluatiegegevens zodanig dat het zin heeft om de interventie nogmaals uit te
voeren of misschien zelfs op grotere schaal in te zetten?
 Moet de interventie dan worden aangepast, en hoe dan?
 Kunnen we uit het evaluatieonderzoek ook iets leren dat relevant is voor andere
interventies, of voor andere problemen, of voor de theorie die we hebben gebruikt?
Evaluatieonderzoek zorgt dus voor een leerervaring, en die leerervaring kan gebruikt
worden om toekomstige interventies effectiever te maken. Daarnaast sterken positieve
resultaten ook de motivatie om door te gaan.
Doelen/vragen van betrokkenen
Voordat men gaat evalueren, dienen de volgende uitgangspunten duidelijk te zijn of te
worden:
1) Op welke vragen dient de evaluatie een antwoord te geven?
2) Wat betekent dit voor de gewenste vorm(en) van de evaluatie?
3) Hoe hard en wetenschappelijk moet de evaluatie zijn? welke opzet en methoden wil
men gebruiken?
15
4) Is er overeenstemming tussen betrokkenen over bovenstaande zaken?
Diverse actoren kunnen verschillende doelen nastreven met de interventie of
geïnteresseerd zijn in verschillende aspecten. Dit kan betekenen dat zij willen dat de
evaluatie antwoord geeft op verschillende vragen. Zo kan een financier vooral
geïnteresseerd zijn in de effecten van een lespakket bij de leerlingen, terwijl docenten
vooral willen weten of de leerlingen het lespakket leuk vinden. Als doelen (en dus
evaluatievragen) van belangrijke betrokkenen niet worden meegenomen in de evaluatie,
is het mogelijk dat zij de aard van de evaluatie in twijfel trekken of de evaluatie als niet
relevant beschouwen en de resultaten ervan naast zich neer leggen. Dit kan gevolgen
hebben voor de manier waarop de interventie wordt beoordeeld, voor het al of niet
voortzetten van samenwerking aangaande de interventie en voor beslissingen over
voortzetting, stopzetting of bijstelling. Het verdient dus aanbeveling om zoveel mogelijk te
streven naar consensus over doelen en evaluatievragen; hierbij kan de gedachte
behulpzaam zijn dat een hoofddoel voor de één best een nevendoel voor een ander kan
zijn, en vice versa. Het kan echter voorkomen dat doelen of belangen van betrokkenen
tegenstrijdig zijn: dit is een lastige situatie waarvoor niet een kant-en-klare oplossing is te
geven.
De betrokkenen kunnen ook verschillend denken over de evaluatiemethoden waarmee
de evaluatievragen worden beantwoord. Zo kunnen sommigen de wetenschappelijke
hardheid van de antwoorden belangrijk vinden en aandringen op een uitgebreide en
'wetenschappelijke' evaluatie. Anderen vinden dat misschien overbodig, te kostbaar of
onhaalbaar en kunnen aandringen op het gebruiken van beperkte of alternatieve
evaluatiemethoden. Als de betrokkenen het niet eens zijn met de te gebruiken
evaluatiemethoden, zullen ze geneigd zijn de geldigheid van de resultaten en conclusies
in twijfel te trekken. En ook dat kan gevolgen hebben voor de beoordeling van de
interventie en beslissingen over het voortzetten van (de samenwerking in het kader van)
de interventie.
16
9.Conclusies en aanbevelingen
Conclusies:



Veel beschikbare recente onderzoeken met betrekking tot GGZ problematiek tonen aan
dat psychosociale problematiek als grootste gezondheidsbedreigende factor geldt.
Er zijn verschillende programma’s ontwikkeld, maar implementatie vindt nauwelijks plaats.
Het blijft bij kort lopende projecten en pilots.
Resultaten van deze projecten zijn soms zeer positief en worden ook als zodanig
genoemd.(bv. Vrije Vogelproject) Verdere acties om dit op andere plekken te
implementeren blijven uit.
Aanbevelingen:






Preventie van psychosociale problematiek moet prioriteit krijgen omdat uit onderzoek blijkt
dat psychosociale problematiek de grootste gezondheidsbedreigende factor is.
Implementeren van onderzoeksresultaten. (zie hfdts. 3.3)
Afspraken maken over samenwerking en financiëringsstromen met derden, waarbij MOA
de trekker moet zijn.
Implementeren van de interventiemix.
Evaluatie van interventies moet meer aandacht krijgen
Onderhoud van de interventiemix wordt opgenomen in de onderhoudsprocedure van
Landelijke producten.
17
Literatuurlijst
Broecheler C en Raadgers F (2001) Paracetamol en veel drinken (GVo behoefte peiling
onder jonge asielzoekers in regio Utrecht)
Brok den B(1997) De gezondheidstoestand van vluchtelingen, asielzoekers en illegalen,
pag. 225-240, RIVM VTV deel B
GGD Nederland (2003) Eindresultaten Project Gezond AZC
Hondius A.J.K & van Willigen L.H.M.(1992) Vluchtelingen en gezondheid
Jongh de D & Ee van M (2002) Onderzoek naar gezondheidsbeïnvloedende factoren
ervaren door asielzoekers in een asielzoekerscentrum
Jozefzoon L.M.E (1999) Scriptie gezondheidservaringen van asielzoekers en hun verblijf
in het asielzoekerscentrum
Kleijkers J & Corven J van (concept 2001) Inventarisatie activiteiten op het terrein van de
OGGZ en toegeleiding naar de geestelijke gezondheidszorg GGD Eindhoven, GGD
Zuidoost Brabant, MOA Brabant Zeeland
Kramer R (1999) Wat asielzoekers beweegt
Lock M (2005) Onderzoeksverslag de asielzoeker zieker door gepieker
LVGGD (1999) Openbare gezondheidszorg vitaal voor een gezonde samenleving
Meis (1992)
MOA Noord Nederland artsen(2004) Geestelijke gezondheid bij asielzoekers in Noord
Nederland (epidemiologisch onderzoek)
Mooren (e.a. !993)
Mosterd (1996)
Schell, P. (2000) Analyse vluchtelingensituatie tbv project gezond denken. Pharos,
Utrecht
Werner M.I.S.L e.a (?) Alleen of met het gezin gevlucht: gevolgen voor het psychisch
welzijn? (dossieronderzoek)
Willigen L.H.M., van (ea ) (1995)
Valk A (2000) Dossieronderzoek pscycho sociale contactmomenten, AZC Dronten
18
Deel II interventiemix
19
Landelijke Inventarisatie van MOA interventies ter preventie van
psychosociale problematiek
Beschrijving inhoud aanbod interventies:
De beschreven interventies zijn op een zelfde manier beschreven volgens een vast
format.
Niet altijd zijn alle velden beschreven. In de meeste gevallen is de informatie niet van
toepassing, in sommige gevallen is de informatie niet te achterhalen. Opvallend is dat er
geen duidelijk aanbod voor kinderen en jongeren is. Het kan zijn dat hier tijdens de
inventarisatie onvoldoende aandacht aan besteed is.
De aangeboden interventies zijn ingedeeld van weinig naar veel tijdsinvestering.
Tevens van alleen uit te voeren door MOA naar in samenwerking met andere
organisaties.
Het blijkt dat er veel overeenkomsten zijn in verschillende programma’s die landelijk
uitgevoerd worden in samenwerking met de GGZ-instellingen. Deze programma’s zijn te
vinden op de website www.lsp-preventie.nl “Preventieprojecten vluchtelingen en
asielzoekers in Nederland 2002” Hierin worden ook interventies voor kinderen en
jongeren benoemd.
20
Naam
product/project/
interventiemethode
Probleemverhelderingsgesprekken
Doelstelling
Meer inzicht krijgen in spelende psychosomatische
problematiek Doelgroep(en)
Vorm
Asielzoekers met spanningsgerelateerde
gezondheidsklachten
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Individueel gesprek, P016
Beschrijving
Bijzonderheden en
ervaringen
Tijdsduur en
Max. 4 gesprekken
randvoorwaarden
Kosten
Instelling
MOA praktijkverpleegkundigen
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail
contactpersoon
Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adressen van organisaties die ermee gewerkt hebben:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
Moa Stichtingen
21
Naam
Handleiding verpleegkundige interventie
product/project/
‘stop het getob’
interventiemethode
Doelstelling
Asielzoeker concrete handvatten bieden als hulpmiddel
tegen piekeren, voordat piekeren een gewoonte wordt en
leidt tot ernstigere spanningklachten
Doelgroep(en)
Asielzoekers vanaf 18 jaar
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Tijdens 4 gesprekken de asielzoeker theoretisch inzicht
geven in piekeren Uitgaande van de 4
copingvaardigheden; Aanpakken van het probleem,
vermijden van het probleem, steun zoeken, afleiding
zoeken. Praktische oefeningen en tips gericht op de
behoefte van de asielzoeker meegeven om hiermee aan
de slag te gaan
Bijzonderheden en Het aansluiten bij de behoefte/kennis van de asielzoeker.
ervaringen
Oefeningen goed uitleggen, soms begrijpen asielzoekers
de bedoeling niet helemaal.
Tijdsduur en
4 gesprekken.
randvoorwaarden
Kosten
Kopieën, schriftjes, pennen
Instelling
MOA
Contactpersoon
M. Lock
Telefoonnummer
0572-347064
E-mail
[email protected]
contactpersoon
Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
22
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
MOA Oost Nederland
Eusebius Buitensingel 43
0263-775511
Ggd-kennisnet
Naam
COCA-oefeningen, lichaamsgerichte oefeningen.
product/project
interventiemethode
Doelstelling
Het intact houden van de psychische balans, dan wel niet
verder af te glijden in problematisch gedrag.
Doelgroep(en)
Asielzoekers met stressgerelateerde klachten. Het zijn
oefeningen die betere controle, ontspanning, concentratie
en afleiding beogen
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Individueel en groepsactiviteit waarin oefeningen gericht
op controle, ontspanning, concentratie en afleiding
centraal staan kan een goede aanvulling zijn bij de vorige
genoemde interventie: handleiding verpleegkundige
interventie ‘stop het getob’ en groepsvoorlichtingen over
spanningsklachten.
Bijzonderheden en COCA oefeningen zijn te downloaden
ervaringen
Methodiek is verder uitontwikkeld door Pharos en gericht
op lichaamsgericht werken. Uitgevoerd door een
psychomotorisch therapeut. (Uit lijfsbehoud, zie pag 31))
Tijdsduur en
Oefeningen uitleggen en evt. voordoen individueel in
randvoorwaarden groepsverband samen uitvoeren
Kosten
Geen
Instelling
MOA
Contactpersoon
A. Valk/W. Pronk
Telefoonnummer
0321-387500
E-mail
[email protected]
contactpersoon
[email protected]
Actoren
vakgroep GVO
23
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adressen organisaties die informatie hebben:
Instelling
Adres
MOA GGD’en Noord/Holland Flevoland
Postbus 1120, 8200 BC Lelystad
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
0320-276345
GGD.kennisnet
Naam
Thee-themamiddag slaapproblemen
product/project/
interventiemethode
Doelstelling
 De vrouwen kunnen aangeven welke verschillende
soorten slaapproblemen er zijn
 De vrouwen kunnen aangeven wat mogelijke oorzaken
zijn van slaapproblemen
 De vrouwen kunnen vertellen welke zelfzorgmiddelen
tegen slaapproblemen gebruikelijk zijn in het land van
herkomst en in hoeverre deze toepasbaar en bruikbaar
zijn in Nederland
 De vrouwen nemen kennis van de in Nederland
gebruikelijke zelfzorgmiddelen bij slaapproblemen
Doelgroep(en)
Vrouwen vanaf 18 jaar
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
24
Beschrijving
anders
Bijeenkomst op vraag van doelgroep omtrent slaapproblemen waarbij gekeken werd naar toepasbaarheid
culturele zelfzorgmiddelen bv. kruidengebruik in
Nederland
Bijzonderheden en
ervaringen
Tijdsduur en
Eenmalig
randvoorwaarden
Kosten
Foldermateriaal, koffie, thee
Instelling
MOA voorbereiding door GVO
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail
contactpersoon
Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
Naam
Omgaan met spanningen
product/project/
interventiemethode
Doelstelling
 asielzoeker inzicht geven in hun psychische balans
 asielzoeker inzicht geven in de relatie tussen
lichamelijke klachten en psychische klachten
 asielzoeker zelf actief laten nadenken wat bij
hem/haar het meest past om te leren omgaan met
25
spanningen. Het versterken van adequaat
probleemoplossend vermogen.
 handvatten aanreiken om te leren omgaan met
spanningen
 het versterken van gezonde
persoonlijkheidskenmerken
 het doorbreken van apathie en versterken van
autonomie
Doelgroep(en)
Asielzoekers van 18 jaar en ouder die verblijven in de
verschillende opvangmodaliteiten
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Draaiboek voor 3 bijeenkomsten rond thema omgaan met
spanning. Onderwerpen zijn: draaglast-draagkracht,
spanning-ontspanning, ontspanningsoefeningen
Bijzonderheden en Doelen niet te hoog stellen. Het bespreken en
ervaringen
inventariseren van problemen of obstakels kan voor veel
mensen verhelderend zijn. Ze krijgen niet zo vaak de
gelegenheid om in hun eigen taal dit eens goed op een
rijtje te zetten. Mensen verwachten vaak oplossingen.
Bewoners willen zelf graag initiatieven nemen. Hierbij
proberen aan te
Sluiten middels aanbieden breder pakket.
Tijdsduur en
3 bijeenkomsten
randvoorwaarden
Kosten
Foldermateriaal
Instelling
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail
contactpersoon
Actoren
MOA GGD’en Noord/Holland Flevoland
M. Karels
072-5662759
[email protected]
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
26
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
MOA GGD’en Noord/Holland Flevoland
Postbus1120
0320-276345
ggd.kennisnet.nl
Naam
Coping en veerkracht
product/project/
interventiemethode
Doelstelling
Behouden of vergroten van persoonlijke veerkracht van
asielzoekers en bevorderen van sociale contacten
Subdoelstellingen:
 Asielzoekers die met spanningsgerelateerde
klachten op spreekuur van
praktijkverpleegkundigen komen en niet in
aanmerking komen voor GGZ behandeling een
alternatief aanbieden
 Verminderen van gevoelens van machteloosheid bij
Praktijkverpleegkundigen
 Toepassen van theorieën over coping en
veerkracht in psychosociale gesprekken en in
preventieve interventies
(deskundigheidsbevordering)
Doelgroep(en)
Asielzoekers die met spanningsgerelateerde klachten op
het inloopspreekuur komen en niet in aanmerking komen
voor behandeling van het RIAGG/ GGZ
Praktijkverpleegkundigen, (evt. huisartsen, fysiotherapeut,
Maatschappelijkwerk)
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Training van de toegeleidingsgesprekken en intervisie
voor de praktijkverpleegkundigen.
Daarnaast voor de bewoners 8-10
27
groepsbijeenkomstenvoor 8-10 personen, geselecteerd
via spreekuren, dus mensen die hier niet komen zijn niet
in beeld.
Bijzonderheden en Het kost tijd om vertrouwen binnen de groep te creëren,
ervaringen
noodzakelijk aandacht te geven aan pijn. Dan pas ruimte
om aan kracht te werken. Bij ontspanningsoefeningen
alert zijn op ernstige belevingen. Kleine doelen stellen en
vrouwen kunnen van elkaar leren. Wisselende opkomst.
Stimuleren activiteiten te ondernemen via COA
Vluchtelingenwerk.
Tijdsduur en
8 a 10 bijeenkomsten van 1,5 uur. Ruimte en toestemming
randvoorwaarden tijdsinvestering praktijkverpleegkundigen.
Kosten
Materiaal wat je wilt gebruiken, koffie en thee.
Instelling
Symfora en MOA GGD’en Noord-Holland Flevoland
Contactpersoon
S.Gerlach/ W. Pronk
Telefoonnummer
035-6557555/0321-387500
E-mail contactper- [email protected]
soon
Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijk werk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
MOA GGD’en Noord/Holland Flevoland
Postbus1120
0320-276345
ggd.kennisnet.nl
Naam
product/project
interventiemethode
Doelstelling
Gezond denken, gezond doen
Methodiek voor psychosociale groepsvoorlichting aan
asielzoekers
Groepsactiviteit gericht op spanningsreductie. Deelnemers
krijgen inzicht in de relatie tussen de omstandigheden
waarin zij leven, de wijze waarop ze met die
28
Doelgroep(en)
omstandigheden omgaan en hun spanningsklachten
Asielzoekers met spanningsklachten
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Methodiek van minimaal 6 groepsbijeenkomsten voor
asielzoekers met spanningsklachten. Belangrijk is dat
rekening wordt gehouden met de specifieke situatie en
Klachtenbeleving binnen de groep.
Publicatie: Gezond denken en gezond doen. Uitgegeven
bij Pharos (2005)
Bijzonderheden en De methodiek is alleen nog toegepast op
ervaringen
vrouwengroepen>18 jaar. De vrouwen zijn zich meer
bewust geworden van hun lichamelijke en psychische
klachten en hebben inzicht gekregen wat ze ermee
kunnen doen. Ontdekken dat je op andere wijze naar
problemen kunt kijken en dit samen met anderen mag
delen. Toch zijn de spanningen in hun leven zo groot dat
het buiten de groep om moeilijk zelfstandig is toe te
passen.
Tijdsduur en
Minimaal 6 bijeenkomsten van 2 uur, met terugkommiddag
randvoorwaarden na twee maanden.
Het is wenselijk dat het COA, AMW. Huisarts en GGZ
worden ingelicht. Daardoor kan er onderlinge
doorverwijzing plaatsvinden als dat nodig is. De
deelnemers moeten in een groep kunnen functioneren.
Probeer het groepsaanbod in te bedden in een groter
geheel van activiteiten.
Kosten
€ 100,00 excl. personele kosten
Instelling
MOA GGD’en Noord/Holland Flevoland
Contactpersoon
A. Valk/ W. Pronk
Telefoonnummer
0321-387500 of centraal 0320-276345
E-mail
[email protected]: [email protected]
contactpersoon
Mogelijke Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
29
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
huisarts
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
MOA GGD’en Noord-Holland/Flevoland
Postbus 1120, 8200 BC, Lelystad
0320-276345
ggdkennisnet.nl
www.pharos.nl
Naam
Folders Pharos(2005)
product/project/
1. Als u last heeft van concentratieproblemen,
interventiemethode
nachtmerries, somberheid, angst.
2. Waar kunt u hulp vinden voor uw klachten>
3. Stressklachten en wat u eraan kunt doen.
Doelstelling
Informeren, stimuleren tot zelfzorg, kennisvermeerdering
Doelgroep(en)
Informatie voor vluchtelingen in verschillende talen
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Folders GGZ Pharos
Bijzonderheden en Geschikt voor wachtkamer, gesprek, groepsvoorlichting
ervaringen
Tijdsduur en
randvoorwaarden
Kosten
€ 0,50 per stuk
Instelling
Pharos
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail
contactpersoon
Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
30
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Pharos
Herenstraat 35
3507 LH Utrecht
030-2349800
Internet site organisatie
www.Pharos.nl
Naam
product/project/
interventiemethode
Doelstelling
Uit lijfsbehoud
Lichaamsgericht werken met vluchtelingen in de ggz
( publicatie Pharos 2005)
Door betere copingmechanismen te ontwikkelen en met
een pijnlijk lichaam leren omgaan kunnen cliënten een
belangrijke stap zetten naar herstel.
Vluchtelingen en asielzoekers met o.a onbegrepen
lichamelijke klachten
Doelgroep(en)
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Vluchtelingen en asielzoekers met stress- en
traumagerelateerde klachten worden zowel individueel als
groepsgewijs behandeld. Groepen kunnen opgezet
worden op taal maar ook rond een thema: traumatisering,
coping, geweld
Bijzonderheden en Therapeut biedt cliënt de oefeningen aan om gevoelens,
ervaringen
sensaties en veranderingen die zich voordoen in het
31
Tijdsduur en
randvoorwaarden
Kosten
Instelling
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail
contactpersoon
Actoren
lichaam tijdens het oefenen te ervaren. Daarna kan ruimte
gegeven worden aan de inhoud van de gevoelens.
Veiligheid in de groep is hierbij een vereiste.
Groepen worden in principe geleid door twee
behandelaars. Het aanbieden van lichaamsgerichte
oefeningen is vaak een onderdeel van het zorgaanbod
van een ggz-instelling. Oefeningen duren gemiddeld 15-20
minuten.
Bepalen welke oefeningen, hoe worden de oefeningen
aangeboden en kan er samengewerkt worden met een
psychomotorisch therapeut.
Simpele materialen als ballen, touwen, ballonnen etc
Pharos
E.Vloeberghs/E Bloemen
030-2349800
www.pharos.nl
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Pharos
Adres
Herenstraat 35
3507 LH Utrecht
Telefoonnummer
030-2349800
Internetsite
www.Pharos.nl
organisatie
Naam
Mindspring
product/project/interventiemethode
Doelstelling
Psycho-educatie voor en door opgeleide
(ex) asielzoekers. Het ondersteunen van
asielzoekers in hun leefsituatie.
Vaardigheden en kennis aanleren zodat
32
Doelgroep(en)
Vorm
Beschrijving
men beter instaat is om problemen te
herkennen en weten wat er aan te doen is.
Onderlinge steun door lotgenoten
Asielzoekers en vluchtelingen
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Een aantal asielzoekers wordt opgeleid tot
“gesprekgroepsleider”psycho-educatie”.
In samenwerking met een ervaren GGZ
medewerker worden de 8 bijeenkomsten
uitgevoerd. Daarnaast kunnen er ook
individuele gesprekken plaatsvinden.
Steun door lotgenoten
Bijzonderheden en ervaringen
Deelnemers oordelen over het algemeen
positief over de psycho-educatie in eigen
taal en cultuur die zij van een getrainde
asielzoeker of vluchteling hebben
gekregen. Het actieve karakter en de
cognitieve benadering sluit goed aan bij de
behoefte. Mind-spring is een soort
community.
Tijdsduur en randvoorwaarden
8 wekelijkse bijeenkomsten van 2 uur,
beschikbaarheid opgeleide trainer van
juiste etnische komaf. Mogelijkheid om een
taalgroep van 8-14 personen samen te
stellen
GGZ kan projectgelden aanvragen.
Project is landelijk door MOA geaccepteerd
GGZ Dijk en Duin
Kosten
Instelling
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail contactpersoon
Actoren
075-6814450
www.mindspring.org
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
33
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
Project is landelijk door MOA geaccepteerd.
Implementatie i.s.m. regionale GGZ instelling
www.mindspring.org
Naam prodProject Vrije Vogel
uct/project/
interventiemethode
Doelstelling
Ernstige psychische problemen als gevolg van sequentiële
traumatisering voorkomen
Doelgroep(en)
Asielzoekers> 5 jaar en woonachtig op AZC
Vorm
project
training
themapakket
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Voor- en doormethode. Interventies gericht op het
versterken van sociale netwerk en –steun. Het kunnen
doen van zinvolle en ontspannende activiteiten
(vermindering van een belastende omstandigheid. Het
vergroten van vaardigheden om in de Nederlandse
situatie initiatieven te ontplooien die bijdragen aan welzijn
en gezondheid Het adequaat omgaan met de
omstandigheden (coping)
Tevens een activiteitenbudget voor bewoners om tot
maximaal € 22,00 per maand te ondersteunen bij
activiteiten
Bijzonderheden en Eén van de grootste succesfactoren was de financiële
ervaringen
ondersteuning en informatieverstrekking. Daarnaast heeft
de projectgroep van bewoners veel bekendheid gegeven
34
Tijdsduur en
randvoorwaarden
Kosten
Instelling
Contactpersoon
Telefoonnummer
E-mail contactpersoon
Actoren
aan het project middels initiëren van activiteiten.
Publicatie: Vrije Vogel, de voor en door methode
toegepast in een preventieproject voor asielzoekers.
Uitgegeven bij Pharos (2005)
Doorlopend, fondsverstrekking noodzakelijk,
samenwerking verschillende organisaties
€ 20.000 per jaar excl. personele kosten
MOA GGD’en Noord/Holland Flevoland
W. Pronk
0321-387500
[email protected]
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijk werk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
MOA GGD’en Noord-Holland/Flevoland
Postbus 1120, 8200 BC, Lelystad
0320-276345
ggd.kennisnet.nl
Naam
Project “Gezond zijn en blijven in het AZC”
product/project/
interventiemethode
Doelstelling
Psychische klachten bij de bewoners van AZC’s
voorkomen en de geestelijke gezondheid bevorderen.
Doelgroep(en)
Asielzoekers en hun sociale en fysieke omgeving
COA, MOA en GGZ medewerkers
Vorm
project
training
themapakket
35
gesprek(ken) individueel
groepsvoorlichting
themabijeenkomst
folders
spelvorm
boek, publicatie
anders
Beschrijving
Het project is opgezet in samenwerking met de MOA. De
uitvoering werd verzorgd door asielzoekers, GGZ
Groningen, MOA en COA. Een belangrijke
aangrijpingspunt voor preventieve interventies ligt in de
wisselwerking tussen individu en zijn omgeving.
Empowerment, veiligheid, continuïteit en ondersteuning
Uitgaande van die voorwaarden zijn tal van deelprojecten
ontwikkeld en tot uitvoer gebracht. De uitvoer vond plaats
vanuit netwerken per COA-cluster, bestaande uit
bovengenoemde partijen.
Bijzonderheden en Ontwikkelde deelprojecten: een informatiepunt,
ervaringen
inventarisatie van onveilige plekken, preventie van
geweld, kenniscentrum PTSS, opvoedingsondersteuning.
Tal van projecten vanuit de GGz alsook vanuit de COA
werden naar “Gezond zijn en blijven“ toegeschoven
Tijdsduur en
Project heeft 3,5 jaar geduurd en midden 2004 waren de
randvoorwaarden meeste deelprojecten klaar voor implementatie.
Financiering en constructieve samenwerking tussen
genoemde partners is een voorwaarde
Kosten
Deelprojecten hebben eigen financiering
Instelling
GGZ Groningen
Contactpersoon
J. de Feber
Telefoonnummer
050-5223298
E-mail
[email protected]
contactpersoon
Actoren
vakgroep GVO
vakgroep AGZ
vakgroep praktijk
vakgroep jeugd
functiegroep administratie
COA medewerkers
GGD
GGZ
bewoners AZC
welzijnswerk
scholen
maatschappelijkwerk
tolk
anders
Adres van organisatie die informatie heeft:
Instelling
Centrum preventieve ggz, GGz Groningen
36
Adres
Telefoonnummer
Internetsite
organisatie
Postbus 86
9700 AB GRONINGEN
Bezoekadres
Hereweg 76
050-5223298
www.ggzgroningen.nl/preventie
37
Download