Thema 1: Mag ik zijn wie ik ben - vanin

advertisement
Thema 1: Mag ik zijn wie ik ben
Leerplandoelen
De kinderen:
- voelen zich, vanuit welke thuis, cultuur of geloofsovertuiging ze ook komen, voelen
zich elk benaderd, aanvaard, uitgedaagd en bemind als iemand die de moeite waard
is.
- aanvaarden dat er verschillen zijn tussen henzelf en andere kinderen.
- leren Jezus kennen, als iemand die van elke mens houdt.
- zijn bereid om andere kinderen n de klas te waarderen.
Kernlessen
titel
De babbelboom
Ik ben de moeite
waard!
Iedereen is
anders.
Elk gezin is
anders.
Jezus ontmoet
Zacheüs.
Ik krijg nieuwe
kansen, zoals
Zacheüs.
Afspraken en
regels zijn er
nodig.
Elementen van de kern
De kinderen:
- vinden hun plaats in een klas(inrichting) waar zij welkom
zijn.
De kinderen:
- zien elk bij zichzelf de nood om benaderd, aanvaard,
uitgedaagd en bemind te worden als iemand die de moeite
waard is.
- ervaren dat er mensen zijn die hen aanvaarden en hen blij
maken.
De kinderen:
- verkennen via foto’s … dat er soms grote verschillen zijn
tussen kinderen, zowel hier als wereldwijd.
- leren de verschillen tussen henzelf en anderen
aanvaarden.
De kinderen:
- beseffen dat ze allemaal uit verschillende gezinssituaties
komen.
De kinderen:
- ontdekken dat Jezus van mensen houdt, omdat Hij gelooft
dat God van alle mensen houdt.
- zien in het verhaal van Jezus’ ontmoeting met Zacheüs
(Lc 19, 1-10) hoe Jezus bijzondere aandacht had voor
mensen die zich niet bemind voelden, en ontdekken dat
Hij weerstand opriep bij sommige mensen.
De kinderen:
- leren Jezus zien als iemand die mensen uitdaagt om
vanuit hun eigen mogelijkheden verder te groeien.
- ondervinden dat het positieve in hen gewaardeerd wordt
en dat ze ook uitgedaagd worden om te groeien in wat
niet zo goed gaat.
De kinderen:
- waarderen hun medeleerlingen door afspraken en regels
na te leven die het samenleven en samenwerken in de
klas bevorderen.
- beseffen dat kinderen zich soms niet bemind voelen.
1
Evaluatie en
viering
- hebben aandacht voor de afwezigen.
- hebben zorg voor wie niet meekan of iets niet begrijpt.
De kinderen:
- kunnen in een vieringsmoment danken voor het leven dat
hen gegeven is, voor het mysterie van ieder mens en voor
de veelkleurigheid van hun bestaan.
Uitbreidingslessen
Titel
Soms is het
moeilijk mezelf
te zijn
Ik ben
kwetsbaar
Moeder Theresa
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- erkennen dat er aanpassingsproblemen kunnen zijn
wanneer ze in een nieuwe situatie terechtkomen.
De kinderen:
- zien in dat men soms alleen het beste van zichzelf toont,
dit om zijn kwetsbaarheid te verbergen en anderen te
behagen.
- krijgen de kans om angst, aarzeling, onzekerheid, … bij
iemand uit te spreken.
De kinderen:
- leren mensen uit het verleden kennen die zich vanuit hun
geloof in Jezus en in God hebben ingezet voor
medemensen.
Specifiek in verband met Moeder Theresa:
De kinderen:
- leren Moeder Theresa kennen als iemand die zich vanuit
haar geloof in Jezus en God ingezet heeft voor
medemensen.
- zien in dat moeder Theresa een hart vol liefde had en met
een moederlijke zorg omging met zieken en armen.
- leren en ervaren wat ‘zorgen voor’ kan betekenen.
2
Jezusverhaal: Jezus en de kinderen
Leerplandoelen
De kinderen:
- leven zich in in de personages van het verhaal.
- kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal.
- begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat
er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld.
- vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde.
- brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische
expressie, … .
- reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen.
- reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en
denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen
hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen.
- kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod
komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen
- kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband
brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de eerste cyclus gaat
het vooral om actualisering in de eigen concrete bestaanscontext.
Kernlessen
Titel
Gevoelens: blij,
bang, boos
Elementen van de kern
De kinderen:
- leven zich in in de personages van het verhaal ‘Jezus en de
kinderen’ aan de hand van de prenten 3, 5 en 6.
- kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus
en de kinderen’ actualiseren en in verband brengen met
verschillende relatievelden in hun eigen bestaan.
De Jezusfiguur De kinderen:
in mijn verhaal
- vinden in de tekst ‘Jezus en de kinderen’ een oproep tot
geloof, hoop en liefde.
- reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit het
verhaal ‘Jezus en de kinderen’.
- kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus
en de kinderen’ actualiseren en in verband brengen met
verschillende relatievelden in hun eigen bestaan.
Jezus’ houding De kinderen:
t.a.v. de
- kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die
kinderen en van
voorkomen in het verhaal ‘Jezus en de kinderen’
de leerlingen
- begrijpen de tekst ‘Jezus en de kinderen’ als uitdrukking van
geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd
wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens
en wereld.
Wij zijn welkom De kinderen:
bij Jezus
- kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die
voorkomen in het verhaal ‘Jezus en de kinderen’.
- reflecteren op de betekenis van het verhaal ‘Jezus en de
3
-
kinderen’ voor mensen van vroeger en nu en denken erover
na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed
kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en
doen.
kunnen de relatie zien tussen het onderwerp ‘Mag ik zijn wie
ik ben?’ en aspecten ervan die in het verhaal ‘Jezus en de
kinderen’ ter sprake komen.
Uitbreidingslessen
titel
Mijn gevoelens
Elementen van de uitbreiding
Elementen van de kern:
De kinderen:
- brengen hun indrukken over 3 prenten uit het verhaal ‘Jezus
en de kinderen’ tot expressie: in woorden.
- kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus
en de kinderen’ actualiseren en in verband brengen met
verschillende relatievelden in hun eigen bestaan.
4
Kerkelijk Jaar: Allerheiligen - Allerzielen
Leerplandoel
De kinderen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten.
Kernlessen
titel
We denken aan
iemand die er
niet (meer) is.
Een bloem voor
altijd.
Elementen van de kern
De kinderen:
- ontdekken de betekenis van het feest Allerheiligen en
Allerzielen.
- kunnen stil worden bij de verbondenheid met overledenen
uit eigen familie en/of kring.
De kinderen:
- luisteren naar een verhaal over dood en verdriet.
- krijgen de kans om te bidden in verbondenheid met
mensen die gestorven zijn.
Uitbreidingslessen
Titel
Een
kerkhofbezoek
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- brengen met de klas een bezoek aan het kerkhof.
5
Thema 2: Geboorte en groei
Leerplandoelen
De kinderen:
- hebben oog voor het wonder van nieuw leven.
- ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei.
- zijn dankbaar voor het unieke geschenk dat hun eigen leven is.
- zien hun leven als groeien naar zelfstandigheid.
Kernlessen
Titel
Verwondering
om nieuw leven
en de omgang
ermee
Scheppingsverhalen
Geboorte in
verschillende
omstandigheden en culturen
Verwondering
om groeikansen
De twaalfjarige
Jezus in de
tempel
Groeien is
loslaten, kiezen,
meer kunnen en
meer mogen
Kinderen
hebben ook een
Elementen van de kern
De kinderen:
- hebben oog voor het wonder van hun leven.
- staan stil bij hun eigen geboorte.
- gaan koesterend en voorzichtig om met elke vorm van
nieuw leven.
De kinderen:
- ontdekken dat gelovige mensen hun leven zien als een
geschenk van God aan de hand van fragmenten uit de
scheppingsverhalen (Gen 1-2).
- beseffen dat er een opdracht ligt in hun eigen leven.
De kinderen:
- ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden
geboren worden.
- beseffen dat christenen in het doopsel vieren dat het leven
een geschenk van God is en dat voor elke gedoopte iets
nieuw begint.
(element van de uitbreiding)
- ontdekken dat verschillende culturen op hun eigen manier
omgaan met geboorte en leven, waarbij het leven soms als
een geschenk wordt beleefd.
De kinderen:
- staan stil bij belangrijke groeimomenten in hun leven.
- ontdekken dat groeien mogelijk wordt vanuit het ‘nest’ dat
de ouders hen bieden: meer kunnen en meer mogen,
loslaten en kiezen.
De kinderen:
- ontdekken hoe ouders in de verschillende culturen omgaan
met hun kinderen.
- komen in contact met een nieuw aspect van Jezus, met
name dat Hij zijn leven ziet als een opdracht van zijn Vader.
De kinderen:
- ondervinden via verhalen, getuigenissen… hoe mensen uit
hun omgeving in hun leven een opdracht ontdekken.
De kinderen:
- beseffen dat er in hun leven ook een opdracht ligt
6
opdracht in hun
leven
Dankbaar om
het leven:
synthese en
viering
-
geven aan bereid te zijn deze opdracht op te nemen.
ontdekken dat groeien betekent meer kunnen maar ook
keuzes maken.
De kinderen:
- danken tijdens een vieringsmoment samen met de
leerkracht voor hun leven en voor elke vorm van nieuw
leven rondom hen.
Uitbreidingslessen
Titel
Mijn naam
Geboorte en
groei in de
natuur
Geboorte
vroeger en nu
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- hebben aandacht voor de naam die ze gekregen hebben.
De kinderen:
- hebben oog voor geboorte en groei in de natuur.
De kinderen:
- ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden
geboren worden, afhankelijk van de
levensomstandigheden, de cultuur, ... .
7
Kerkelijk Jaar: Advent
Leerplandoel
De kinderen verkennen de betekenis van de Advent en Kerstmis vanuit de verhalen
over de geboorte van Jezus.
Kernlessen
Titel
Wachten en
verwachten
Op weg gaan
Elementen van de kern
De kinderen:
- leren de Advent kennen als de tijd waarin christenen zich
voorbereiden op Kerstmis.
- verkennen de symboliek van de adventskrans: krans, groen,
rood, licht.
De kinderen:
- leren Maria kennen als de moeder van Jezus.
- krijgen de kans om te bidden bij Advent.
Uitbreidingslessen
titel
De kleine spar
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- beleven het contrast tussen licht en donker.
Het adventsspel (kerndoel: herhaling)
De kinderen:
- leren de Advent kennen als voorbereidingstijd op Kerstmis.
8
Kerkelijk Jaar: Kerstmis
Leerplandoel
De kinderen verkennen de betekenis van de Advent en Kerstmis vanuit de verhalen
over de geboorte van Jezus.
Kernlessen
titel
Elementen van de kern
De geboorte van De kinderen:
Jezus
- werken rond het geboorteverhaal van Lucas (Lc 2).
- zingen een eenvoudige kerstlied.
De wijzen uit het De kinderen:
Oosten
- werken rond het verhaal over de Wijzen uit het Oosten (Mt 2).
Uitbreidingslessen
titel
Kerstfeest
Elementen van de uitbreiding
(Elementen van de kern: herhaling)
De kinderen:
- werken rond het geboorteverhaal van Lucas (Lc 2).
- zingen een eenvoudige kerstlied.
- werken rond het verhaal over de Wijzen uit het Oosten (Mt 2).
9
Thema 3: Ik heb een lichaam met vele
mogelijkheden.
Leerplandoelen
De kinderen:
- beleven hun lichaam.
- hanteren lichaamstaal.
- beleven sommige vormen van lichamelijke nabijheid als deugddoend en genezend.
- kennen lichaamstaal bij gebed en meditatie.
Kernlessen
10
Titel
Elementen van de kern
Ik kan zien, horen, De kinderen:
ruiken, proeven en - ontdekken welke mogelijkheden hun zintuigen hen bieden:
voelen.
horen, zien, ruiken, proeven, voelen.
- leren hun lichaam zien als een gave en een wonder en
ervoor danken.
Ik beleef deugd
De kinderen:
aan mijn lichaam - gaan na wanneer zij wel of niet deugd beleven aan hun
en draag er zorg
lichaam.
voor.
- leren spreken over de mogelijkheden en de grenzen van
hun eigen lichaam.
- zijn gemotiveerd om hun eigen lichaam te waarderen door
passende lichaamsverzorging.
Zonder woorden
De kinderen:
kan het ook.
- verkennen verschillende vormen van lichaamstaal:
gebaren, tekens, houdingen, gelaatsuitdrukkingen, ... en
associëren rond de betekenis ervan.
- voelen aan en spreken uit wat er in hen omgaat als zij
bepaalde lichaamshoudingen aannemen.
Met lichaamstaal De kinderen:
toon je hoe je je
- ontdekken hoe ze zich via lichaamstaal door anderen
voelt.
gesteund, getroost, bemoedigd of gekwetst weten.
- ontdekken al doende hoe ze zelf via lichaamstaal anderen
kunnen steunen, troosten, bemoedigen of kwetsen.
- kunnen vertellen over deugddoende vormen van liefdevolle
lichamelijke nabijheid, zoals een knuffel, een kus, een
schouderklopje, een kruisje, ... .
Element van de uitbreiding:
De kinderen:
- beseffen dat nabijheid een bedreiging kan zijn, wanneer ze
niet door liefde gedragen wordt.
Jezus en de
De kinderen:
melaatse: een
- zien in evangelieverhalen (in het evangelieverhaal ‘Jezus
deugddoende
geneest de melaatse’) op welke wijze Jezus bij mensen
ontmoeting.
deugddoend en genezend nabij kon zijn.
Bidden kun je ook De kinderen:
met je lichaam.
- zien hoe gelovige mensen in verschillende godsdiensten
hun verbondenheid met God uitdrukken met hun lichaam:
vertrouwen, nederigheid, eerbied, dankbaarheid, respect, ...
- verkennen lichaamstaal van biddende mensen.
- verkennen lichamelijke rituelen van verschillende culturen
en godsdiensten.
- nemen een passende houding aan bij hun gebed (wanneer
ze zelf gelovig zijn).
Wij bidden naar
De kinderen:
het voorbeeld van - verkennen lichaamstaal van biddende mensen.
Jezus.
- verkennen de lichaamstaal in de eucharistie: rechtstaan,
brood breken en delen, ... .
- zoeken een passende houding, wanneer ze stil worden bij
wat er diep in hen omgaat.
11
Terugblik en
evaluatie.
weten dat Jezus zich vaak terugtrok in de rust en de stilte
(uit het thema ‘Ik voel me vandaag zo’).
De kinderen:
- zoeken een passende houding, wanneer ze stil worden bij
wat er diep in hen omgaat.
Specifieke doelen:
- kijken terug op de lessen van het thema ‘Ik heb een lichaam
met vele mogelijkheden’.
- verwoorden welke nieuwe aspecten zij in dit thema ontdekt
hebben.
Uitbreidingslessen
Titel
Mijn zelfportret.
Mensen
verschillen van
elkaar.
Jij hoort erbij!
Pater Damiaan
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- leren hun lichaam zien als een gave en een wonder en
ervoor danken. (herhaling element van de kern)
De kinderen:
- zien dat mensen verschillen in hun lichamelijke
mogelijkheden en grenzen: meisjes/jongens, lichaamsbouw,
leeftijd.
De kinderen:
- zien dat mensen verschillen in hun lichamelijke
mogelijkheden en grenzen: handicaps.
De kinderen:
- leren mensen uit het verleden kennen die zich vanuit hun
geloof in Jezus en in God hebben ingezet voor
medemensen (uit het thema ‘Mag ik zijn wie ik ben?’).
element van de kern:
De kinderen:
- leren het leven kennen van gelovige mensen, die zich
inzetten voor kleine en zwakke mensen: Pater Damiaan (uit
het thema ‘Maar ik kan niet alles: grenzen en
werkelijkheidsbesef’).
Specifieke doelen:
De kinderen:
- zien op welke wijze pater Damiaan in Jezus’ voetspoor
melaatse mensen deugddoend en genezend nabij probeert
te zijn.
- leren pater Damiaan kennen als iemand die zich vanuit zijn
geloof in Jezus en in God ingezet heeft voor medemensen.
12
Thema 4: Maar ik kan niet alles
Leerplandoelen
De kinderen:
- zien grenzen en beperkingen in hun leven.
- zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn.
- weten hoe gelovige mensen verder kijken dan grenzen.
- beseffen dat liefde grens-overschrijdend is.
13
Kernlessen
Titel
Overal grenzen
Elementen van de kern
De kinderen:
- leren grenzen zien en ervaren op verschillende vlakken: op
het vlak van hun lichaam en territoriale grenzen.
Mijn grens
De kinderen:
- bespreken wat de confrontatie met grenzen bij hen en bij
anderen teweegbrengt: onmacht, ongenoegen, lichamelijk
en/of psychisch lijden.
- bespreken dat grenzen ook veiligheid en vertrouwen kunnen
bieden.
Grenzen en
De kinderen:
mogelijkheden
- beseffen dat inperkingen gen grenzen soms het eerst in het
oog springen.
- zien in verschillende situaties niet enkel grenzen, maar
ontdekken ook mogelijkheden.
Wat ik goed kan
De kinderen:
en niet goed kan
- zien bij elkaar mogelijkheden en kwaliteiten, naast grenzen
en beperkingen.
- beseffen dat waardering voor een ander hem/haar helpt om
zijn/haar mogelijkheden te ontplooien.
- ontdekken hoe mensen mekaar kunnen aanvullen zoals de
verschillende ledematen van een lichaam (aan de hand van
1Kor 12, 12-31).
Mensen helpen
De kinderen:
met grenzen: het - ontdekken dat ook in godsdiensten buiten het christendom
verhaal van de
(het jodendom) mensen in hun geloof kracht en inspiratie
soeka
vinden om ieder medemens als evenwaardig te
beschouwen.
Over de grens van De kinderen:
anderen
- ontdekken in het evangelieverhaal ‘De overspelige vrouw’
(Joh 8, 1-11) hoe Jezus nabij is bij kleine en beperkte
mensen en wat die nabijheid voor die mensen betekent.
Ik zie je graag
De kinderen:
zoals je bent
- ervaren dat mensen die mekaar graag zien, mekaar
aanvaarden met hun mogelijkheden en hun grenzen.
Geloof in onszelf De kinderen:
en in God doet
- vinden mogelijk kracht in het geloof in God om zichzelf
grenzen
graag te zien, met mogelijkheden en beperkingen.
overwinnen
- vinden mogelijk kracht in het geloof in God om van andere
mensen te houden, met hun mogelijkheden en beperkingen
14
Uitbreidingslessen
Titel
Elementen van de uitbreiding
Wat hebben zij
De kinderen:
niet om te kunnen - komen verschillende oorzaken op het spoor, die mensen in
groeien zoals wij?
hun mogelijkheden beperken of in hun groei remmen: buiten
de wil van mensen om(men is zo geboren, natuurrampen,...)
en al dan niet bewust door de mens veroorzaakt
(ongelukken, geweld, uitsluiting, eenzaamheid,...).
Zo reageer ik op
De kinderen:
grenzen.
- leren zien hoe mensen soms heel verschillend reageren op
grenzen en beperkingen: aanvaarden, berusten,
ontmoedigd zijn, opstandig zijn, vechten, er toch iets van
willen maken,... .
Kleine mensen
De kinderen:
ziet Hij graag.
- herkennen in bijbelverhalen de voorkeurliefde van God voor
kleine mensen: het verhaal van de zalving van David (1Sam
16, 1-13) en het verhaal van David en Goliath (1Sam 17).
15
Kerkelijk Jaar: Veertigdagentijd en Palmzondag
Deel 1: Veertigdagentijd
Leerplandoel
De kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus.
Kernlessen
Titel
De
veertigdagentijd,
op weg naar
Pasen
Solidair met
kinderen van de
hele wereld.
Elementen van de kern
De kinderen:
- weten dat vasten voor christenen o.a. betekent zich iets
ontzeggen en soberder leven.
- hebben aandacht voor de campagne van Broederlijk Delen.
De kinderen:
- weten dat vasten voor christenen o.a. betekent: zich iets
ontzeggen en soberder leven.
- hebben aandacht voor de campagne van Broederlijk Delen.
Deel 2: Palmzondag
Leerplandoel
De kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus.
Kernlessen
Titel
De intocht in
Jeruzalem
Elementen van de kern
De kinderen:
- ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten:
Palmzondag.
Specifiek doel in verband met Palmzondag:
- luisteren naar het bijbelverhaal van de intocht in Jeruzalem
Een palmpaasstok De kinderen:
- ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten:
Palmzondag.
Specifiek doel in verband met Palmzondag:
- ontdekken de betekenis van de palmpaasstok.
16
Jezusverhaal: Jezus roept de leerlingen
Leerplandoelen
De kinderen:
- leven zich in in de personages van het verhaal.
- kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal.
- begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat
er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld.
- vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde.
- brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische
expressie, … .
- reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen.
- reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en
denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen
hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen.
- kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod
komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen
- kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband
brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de eerste cyclus gaat
het vooral om actualisering in de eigen concrete bestaanscontext.
Kernlessen
Titel
Met wie ga ik in
zee?
Elementen van de kern
De kinderen:
- leven zich in in de personages van het verhaal aan de hand
van de prenten 3 en 5.
- kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus
roept de leerlingen’ actualiseren en in verband brengen met
verschillende relatievelden in hun eigen bestaan.
- kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop
van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in het
verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’ ter spraken komen.
- kunnen de symbolische betekenis vatten van ‘met iemand in
zee gaan’.
Geroepen om ... te De kinderen:
volgen, mensen te - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde.
vangen, geluk te
- reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat uit dit verhaal
brengen.
spreekt.
- kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus
roept de leerlingen’ actualiseren en in verband brengen met
verschillende relatievelden in hun eigen bestaan.
- brengen hun indrukken over het verhaal tot expressie in
woord en drama.
17
Uitbreidingslessen
Titel
Gevangen in het
net
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- reflecteren op het Jezusbeeld dat spreekt uit het verhaal
‘Jezus roept de leerlingen’.
- begrijpen de tekst ‘Jezus roept de leerlingen’ als uitdrukking
van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd
wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens
en wereld.
18
Kerkelijk jaar: Pasen
Leerplandoel
De kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit
verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus.
Kernlessen
Titel
Jezus’ lijden en
dood
De leerlingen van
Emmaüs
Elementen van de kern
De kinderen:
- beluisteren het verhaal over het lijden en de dood van Jezus
in een sobere en serene vertelling.
De kinderen:
- beluisteren hoe de leerlingen van Emmaüs Christus
herkenden bij het ‘breken van het Brood’ (Lc 24, 13-35)
- krijgen de kans om te bidden en te vieren bij de dood en de
verrijzenis van Jezus.
Uitbreidingslessen
Titel
Een ijzige dwerg
of een lentefee in
je hart.
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- ervaren het verband tussen dood en nieuw leven in de
natuur.
19
Kerkelijk Jaar: Maria en moederdag
Leerplandoel
De kinderen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten.
Kernlessen
Titel
Elementen van de kern
Maria, moeder van De kinderen:
Jezus
- leren Maria kennen als moeder van Jezus (vanuit het
verhaal ‘De bruiloft van Kana’ Joh 2, 1-12).
- ontdekken de betekenis van een religieus feest (de
Mariamaand).
Specifieke doelen in verband met moederdag:
Mariamaand:
moederdag
De kinderen:
- worden zich ervan bewust dat hun mama heel goed voor
hen zorgt, zoals Maria voor Jezus zorgde.
- worden zich bewust van wat mama allemaal voor hen doet.
- tonen dankbaarheid voor wat mama voor hen doet.
Uitbreidingslessen
Titel
Meimaand:
Mariamaand
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- ontdekken de betekenis van een religieus feest (de
Mariamaand).
Specifieke doelen in verband met de Mariamaand:
De kinderen
- maken kennis met het bestaan van Mariakapellen en
bedevaartsoorden.
- luisteren naar het verhaal van mensen die kracht putten uit
hun gebed tot Maria.
- worden uitgenodigd hun gevoelens toe te vertrouwen aan
Maria.
- maken kennis met het ‘Wees Gegroet’ als gebed tot Maria.
eventueel:
- leren het ‘Wees Gegroet’ als gebed tot Maria.
20
Jezusverhaal: Een vader met twee zonen
Leerplandoelen
De kinderen:
- leven zich in in de personages van het verhaal.
- kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal.
- begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat
er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld.
- vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde.
- brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische
expressie, … .
- reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen.
- reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en
denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen
hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen.
- kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod
komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen
- kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband
brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de eerste cyclus gaat
het vooral om actualisering in de eigen concrete bestaanscontext.
Kernlessen
Titel
Thuiskomen
Weggaan en weer
thuiskomen
Elementen van de kern
De kinderen:
- leven zich in in de personages van het verhaal ‘de parabel
van een vader met twee zonen’.
- kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘de
parabel van een vader met twee zonen’ actualiseren en in
verband brengen met verschillende relatievelden in hun
eigen bestaan.
- begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde,
door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie
tussen God en mens en tussen mens en wereld.
- kunnen de relatie zien tussen het thema ‘Mag ik zijn wie ik
ben?’ en aspecten ervan die in het verhaal ‘de parabel van
een vader met twee zonen’ ter sprake komen.
De kinderen:
- reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat uit het verhaal
‘de parabel van een vader met twee zonen’ spreekt.
- vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde.
- brengen hun indrukken over het verhaal ‘de parabel van de
vader met twee zonen’ tot expressie in muziek (en beeld).
Uitbreidingslessen
Titel
God is vader en
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
21
moeder tegelijk.
-
-
-
reflecteren op het gods-en Jezusbeeld dat spreekt uit het
verhaal ‘ de parabel van de vader met twee zonen’.
kunnen het aspect ‘thuiskomen’ uit het verhaal ‘ de parabel
van de vader met twee zonen’ actualiseren en in verband
brengen met relatievelden in hun eigen bestaan.
kunnen via beeld(en muziek) de gevoelens weergeven die
doorheen de prenten bij het verhaal ‘ de parabel van de
vader met twee zonen’ worden opgeroepen.
beseffen dat mensen soms een lange weg moeten afleggen
vooraleer ze echt thuiskomen.
vatten de figuurlijke betekenis van het begrip ‘thuiskomen’.
22
Thema 5: Water
Leerplandoelen
De kinderen:
- ervaren water als deugddoend én bedreigend.
- waarderen water als een kostbaar geschenk.
- ontdekken de betekenis van water in bijbelverhalen.
- ontdekken dat voor vele mensen water iets uitdrukt van hun verbondenheid met God.
- ontdekken de betekenis van het doopsel als ‘uit het water herboren worden’.
Kernlessen
Titel
Water, zalig!
Water, bron van
leven.
Water als dreiging
Water, een
kostbaar
geschenk
De zondvloed: het
verhaal van de ark
van Noach
Uit het water
herboren
Water als symbool
bij de christenen,
de hindoes en de
moslims
Evaluatie en
viering
Elementen van de kern
De kinderen:
- ontdekken hoe ze op vele wijzen van water kunnen
genieten: zich verfrissen, zich wassen, spelen, zwemmen, ...
De kinderen:
- ervaren dat water levensgevend en levensnoodzakelijk is
voor elke mens: voedsel, groeikracht, reinigend, helend, ...
- geven aan waarom water voor hen zo belangrijk is.
- ontdekken dat water leven geeft (in het verhaal van de
Samaritaanse aan de put: Joh 4, 1-45).
De kinderen:
- ervaren dat water ook bedreigend en beangstigend kan zijn:
als ze kopje onder gaan en naar adem snakken en bij de
vernietigende kracht van water (overstromingen).
De kinderen:
- zijn er zich van bewust dat niet ieder kind over voldoende
water kan beschikken.
- ervaren dat water ook bedreigend kan zijn: bij het gevaar
van onzuiver of vervuild water.
- uiten hun waardering voor water.
De kinderen:
- ontdekken in het verhaal van de zondvloed (Gen 6-8) dat
mensen de bedreiging van water overleven.
De kinderen:
- ervaren dat mensen soms ‘kopje onder gaan’ en blij zijn dat
iemand hen uit het water haalt.
- weten dat christenen gedoopt worden door overgieten met
water of door onderdompeling.
De kinderen:
- leren in het christendom en in andere godsdiensten rituele
handelingen kennen waarin water iets zegt over de band
tussen gelovige mensen en God: zegening, besprenkeling,
onderdompeling, ...
De kinderen:
(element van de uitbreiding):
- drukken in een viering hun dankbaarheid voor het water uit.
23
Uitbreidingslessen
Titel
Waterspelletjes,
leuk!
Elementen van de uitbreiding
De kinderen:
- ontdekken hoe ze op vele wijzen van water kunnen
genieten: spelen.
Wij kunnen water De kinderen:
niet missen
- beseffen dat water noodzakelijk is voor elk levend wezen.
- beseffen dat er ook in de eigen omgeving veel water
verontreinigd en verspild wordt.
- zijn bereid om – met hun mogelijkheden - zorg te dragen
voor de kwaliteit van het water.
Jezus wordt
De kinderen:
gedoopt
- beluisteren het verhaal van Jezus’ doopsel (Lc 3, 21-22).
Het doopsel bij de De kinderen:
christenen
- verkennen aan de hand van verhalen, foto’s of video andere
symbolen van het doopsel (zalving, licht, wit kleed,
handoplegging, ...) als levensgevende, helende, zorgende
gebaren.
24
Download