Thema 1: Mag ik zijn wie ik ben Leerplandoelen De kinderen: - voelen zich, vanuit welke thuis, cultuur of geloofsovertuiging ze ook komen, voelen zich elk benaderd, aanvaard, uitgedaagd en bemind als iemand die de moeite waard is. - aanvaarden dat er verschillen zijn tussen henzelf en andere kinderen. - leren Jezus kennen, als iemand die van elke mens houdt. - zijn bereid om andere kinderen n de klas te waarderen. Kernlessen titel De babbelboom Ik ben de moeite waard! Iedereen is anders. Elk gezin is anders. Jezus ontmoet Zacheüs. Ik krijg nieuwe kansen, zoals Zacheüs. Afspraken en regels zijn er nodig. Elementen van de kern De kinderen: - vinden hun plaats in een klas(inrichting) waar zij welkom zijn. De kinderen: - zien elk bij zichzelf de nood om benaderd, aanvaard, uitgedaagd en bemind te worden als iemand die de moeite waard is. - ervaren dat er mensen zijn die hen aanvaarden en hen blij maken. De kinderen: - verkennen via foto’s … dat er soms grote verschillen zijn tussen kinderen, zowel hier als wereldwijd. - leren de verschillen tussen henzelf en anderen aanvaarden. De kinderen: - beseffen dat ze allemaal uit verschillende gezinssituaties komen. De kinderen: - ontdekken dat Jezus van mensen houdt, omdat Hij gelooft dat God van alle mensen houdt. - zien in het verhaal van Jezus’ ontmoeting met Zacheüs (Lc 19, 1-10) hoe Jezus bijzondere aandacht had voor mensen die zich niet bemind voelden, en ontdekken dat Hij weerstand opriep bij sommige mensen. De kinderen: - leren Jezus zien als iemand die mensen uitdaagt om vanuit hun eigen mogelijkheden verder te groeien. - ondervinden dat het positieve in hen gewaardeerd wordt en dat ze ook uitgedaagd worden om te groeien in wat niet zo goed gaat. De kinderen: - waarderen hun medeleerlingen door afspraken en regels na te leven die het samenleven en samenwerken in de klas bevorderen. - beseffen dat kinderen zich soms niet bemind voelen. 1 Evaluatie en viering - hebben aandacht voor de afwezigen. - hebben zorg voor wie niet meekan of iets niet begrijpt. De kinderen: - kunnen in een vieringsmoment danken voor het leven dat hen gegeven is, voor het mysterie van ieder mens en voor de veelkleurigheid van hun bestaan. Uitbreidingslessen Titel Soms is het moeilijk mezelf te zijn Ik ben kwetsbaar Moeder Theresa Elementen van de uitbreiding De kinderen: - erkennen dat er aanpassingsproblemen kunnen zijn wanneer ze in een nieuwe situatie terechtkomen. De kinderen: - zien in dat men soms alleen het beste van zichzelf toont, dit om zijn kwetsbaarheid te verbergen en anderen te behagen. - krijgen de kans om angst, aarzeling, onzekerheid, … bij iemand uit te spreken. De kinderen: - leren mensen uit het verleden kennen die zich vanuit hun geloof in Jezus en in God hebben ingezet voor medemensen. Specifiek in verband met Moeder Theresa: De kinderen: - leren Moeder Theresa kennen als iemand die zich vanuit haar geloof in Jezus en God ingezet heeft voor medemensen. - zien in dat moeder Theresa een hart vol liefde had en met een moederlijke zorg omging met zieken en armen. - leren en ervaren wat ‘zorgen voor’ kan betekenen. 2 Jezusverhaal: Jezus en de kinderen Leerplandoelen De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal. - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal. - begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde. - brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische expressie, … . - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen. - reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. - kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de eerste cyclus gaat het vooral om actualisering in de eigen concrete bestaanscontext. Kernlessen Titel Gevoelens: blij, bang, boos Elementen van de kern De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ aan de hand van de prenten 3, 5 en 6. - kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. De Jezusfiguur De kinderen: in mijn verhaal - vinden in de tekst ‘Jezus en de kinderen’ een oproep tot geloof, hoop en liefde. - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘Jezus en de kinderen’. - kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. Jezus’ houding De kinderen: t.a.v. de - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die kinderen en van voorkomen in het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ de leerlingen - begrijpen de tekst ‘Jezus en de kinderen’ als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. Wij zijn welkom De kinderen: bij Jezus - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal ‘Jezus en de kinderen’. - reflecteren op de betekenis van het verhaal ‘Jezus en de 3 - kinderen’ voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. kunnen de relatie zien tussen het onderwerp ‘Mag ik zijn wie ik ben?’ en aspecten ervan die in het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ ter sprake komen. Uitbreidingslessen titel Mijn gevoelens Elementen van de uitbreiding Elementen van de kern: De kinderen: - brengen hun indrukken over 3 prenten uit het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ tot expressie: in woorden. - kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus en de kinderen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. 4 Kerkelijk Jaar: Allerheiligen - Allerzielen Leerplandoel De kinderen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Kernlessen titel We denken aan iemand die er niet (meer) is. Een bloem voor altijd. Elementen van de kern De kinderen: - ontdekken de betekenis van het feest Allerheiligen en Allerzielen. - kunnen stil worden bij de verbondenheid met overledenen uit eigen familie en/of kring. De kinderen: - luisteren naar een verhaal over dood en verdriet. - krijgen de kans om te bidden in verbondenheid met mensen die gestorven zijn. Uitbreidingslessen Titel Een kerkhofbezoek Elementen van de uitbreiding De kinderen: - brengen met de klas een bezoek aan het kerkhof. 5 Thema 2: Geboorte en groei Leerplandoelen De kinderen: - hebben oog voor het wonder van nieuw leven. - ontdekken verscheidenheid in verband met geboorte en groei. - zijn dankbaar voor het unieke geschenk dat hun eigen leven is. - zien hun leven als groeien naar zelfstandigheid. Kernlessen Titel Verwondering om nieuw leven en de omgang ermee Scheppingsverhalen Geboorte in verschillende omstandigheden en culturen Verwondering om groeikansen De twaalfjarige Jezus in de tempel Groeien is loslaten, kiezen, meer kunnen en meer mogen Kinderen hebben ook een Elementen van de kern De kinderen: - hebben oog voor het wonder van hun leven. - staan stil bij hun eigen geboorte. - gaan koesterend en voorzichtig om met elke vorm van nieuw leven. De kinderen: - ontdekken dat gelovige mensen hun leven zien als een geschenk van God aan de hand van fragmenten uit de scheppingsverhalen (Gen 1-2). - beseffen dat er een opdracht ligt in hun eigen leven. De kinderen: - ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden. - beseffen dat christenen in het doopsel vieren dat het leven een geschenk van God is en dat voor elke gedoopte iets nieuw begint. (element van de uitbreiding) - ontdekken dat verschillende culturen op hun eigen manier omgaan met geboorte en leven, waarbij het leven soms als een geschenk wordt beleefd. De kinderen: - staan stil bij belangrijke groeimomenten in hun leven. - ontdekken dat groeien mogelijk wordt vanuit het ‘nest’ dat de ouders hen bieden: meer kunnen en meer mogen, loslaten en kiezen. De kinderen: - ontdekken hoe ouders in de verschillende culturen omgaan met hun kinderen. - komen in contact met een nieuw aspect van Jezus, met name dat Hij zijn leven ziet als een opdracht van zijn Vader. De kinderen: - ondervinden via verhalen, getuigenissen… hoe mensen uit hun omgeving in hun leven een opdracht ontdekken. De kinderen: - beseffen dat er in hun leven ook een opdracht ligt 6 opdracht in hun leven Dankbaar om het leven: synthese en viering - geven aan bereid te zijn deze opdracht op te nemen. ontdekken dat groeien betekent meer kunnen maar ook keuzes maken. De kinderen: - danken tijdens een vieringsmoment samen met de leerkracht voor hun leven en voor elke vorm van nieuw leven rondom hen. Uitbreidingslessen Titel Mijn naam Geboorte en groei in de natuur Geboorte vroeger en nu Elementen van de uitbreiding De kinderen: - hebben aandacht voor de naam die ze gekregen hebben. De kinderen: - hebben oog voor geboorte en groei in de natuur. De kinderen: - ontdekken dat kinderen in verschillende omstandigheden geboren worden, afhankelijk van de levensomstandigheden, de cultuur, ... . 7 Kerkelijk Jaar: Advent Leerplandoel De kinderen verkennen de betekenis van de Advent en Kerstmis vanuit de verhalen over de geboorte van Jezus. Kernlessen Titel Wachten en verwachten Op weg gaan Elementen van de kern De kinderen: - leren de Advent kennen als de tijd waarin christenen zich voorbereiden op Kerstmis. - verkennen de symboliek van de adventskrans: krans, groen, rood, licht. De kinderen: - leren Maria kennen als de moeder van Jezus. - krijgen de kans om te bidden bij Advent. Uitbreidingslessen titel De kleine spar Elementen van de uitbreiding De kinderen: - beleven het contrast tussen licht en donker. Het adventsspel (kerndoel: herhaling) De kinderen: - leren de Advent kennen als voorbereidingstijd op Kerstmis. 8 Kerkelijk Jaar: Kerstmis Leerplandoel De kinderen verkennen de betekenis van de Advent en Kerstmis vanuit de verhalen over de geboorte van Jezus. Kernlessen titel Elementen van de kern De geboorte van De kinderen: Jezus - werken rond het geboorteverhaal van Lucas (Lc 2). - zingen een eenvoudige kerstlied. De wijzen uit het De kinderen: Oosten - werken rond het verhaal over de Wijzen uit het Oosten (Mt 2). Uitbreidingslessen titel Kerstfeest Elementen van de uitbreiding (Elementen van de kern: herhaling) De kinderen: - werken rond het geboorteverhaal van Lucas (Lc 2). - zingen een eenvoudige kerstlied. - werken rond het verhaal over de Wijzen uit het Oosten (Mt 2). 9 Thema 3: Ik heb een lichaam met vele mogelijkheden. Leerplandoelen De kinderen: - beleven hun lichaam. - hanteren lichaamstaal. - beleven sommige vormen van lichamelijke nabijheid als deugddoend en genezend. - kennen lichaamstaal bij gebed en meditatie. Kernlessen 10 Titel Elementen van de kern Ik kan zien, horen, De kinderen: ruiken, proeven en - ontdekken welke mogelijkheden hun zintuigen hen bieden: voelen. horen, zien, ruiken, proeven, voelen. - leren hun lichaam zien als een gave en een wonder en ervoor danken. Ik beleef deugd De kinderen: aan mijn lichaam - gaan na wanneer zij wel of niet deugd beleven aan hun en draag er zorg lichaam. voor. - leren spreken over de mogelijkheden en de grenzen van hun eigen lichaam. - zijn gemotiveerd om hun eigen lichaam te waarderen door passende lichaamsverzorging. Zonder woorden De kinderen: kan het ook. - verkennen verschillende vormen van lichaamstaal: gebaren, tekens, houdingen, gelaatsuitdrukkingen, ... en associëren rond de betekenis ervan. - voelen aan en spreken uit wat er in hen omgaat als zij bepaalde lichaamshoudingen aannemen. Met lichaamstaal De kinderen: toon je hoe je je - ontdekken hoe ze zich via lichaamstaal door anderen voelt. gesteund, getroost, bemoedigd of gekwetst weten. - ontdekken al doende hoe ze zelf via lichaamstaal anderen kunnen steunen, troosten, bemoedigen of kwetsen. - kunnen vertellen over deugddoende vormen van liefdevolle lichamelijke nabijheid, zoals een knuffel, een kus, een schouderklopje, een kruisje, ... . Element van de uitbreiding: De kinderen: - beseffen dat nabijheid een bedreiging kan zijn, wanneer ze niet door liefde gedragen wordt. Jezus en de De kinderen: melaatse: een - zien in evangelieverhalen (in het evangelieverhaal ‘Jezus deugddoende geneest de melaatse’) op welke wijze Jezus bij mensen ontmoeting. deugddoend en genezend nabij kon zijn. Bidden kun je ook De kinderen: met je lichaam. - zien hoe gelovige mensen in verschillende godsdiensten hun verbondenheid met God uitdrukken met hun lichaam: vertrouwen, nederigheid, eerbied, dankbaarheid, respect, ... - verkennen lichaamstaal van biddende mensen. - verkennen lichamelijke rituelen van verschillende culturen en godsdiensten. - nemen een passende houding aan bij hun gebed (wanneer ze zelf gelovig zijn). Wij bidden naar De kinderen: het voorbeeld van - verkennen lichaamstaal van biddende mensen. Jezus. - verkennen de lichaamstaal in de eucharistie: rechtstaan, brood breken en delen, ... . - zoeken een passende houding, wanneer ze stil worden bij wat er diep in hen omgaat. 11 Terugblik en evaluatie. weten dat Jezus zich vaak terugtrok in de rust en de stilte (uit het thema ‘Ik voel me vandaag zo’). De kinderen: - zoeken een passende houding, wanneer ze stil worden bij wat er diep in hen omgaat. Specifieke doelen: - kijken terug op de lessen van het thema ‘Ik heb een lichaam met vele mogelijkheden’. - verwoorden welke nieuwe aspecten zij in dit thema ontdekt hebben. Uitbreidingslessen Titel Mijn zelfportret. Mensen verschillen van elkaar. Jij hoort erbij! Pater Damiaan Elementen van de uitbreiding De kinderen: - leren hun lichaam zien als een gave en een wonder en ervoor danken. (herhaling element van de kern) De kinderen: - zien dat mensen verschillen in hun lichamelijke mogelijkheden en grenzen: meisjes/jongens, lichaamsbouw, leeftijd. De kinderen: - zien dat mensen verschillen in hun lichamelijke mogelijkheden en grenzen: handicaps. De kinderen: - leren mensen uit het verleden kennen die zich vanuit hun geloof in Jezus en in God hebben ingezet voor medemensen (uit het thema ‘Mag ik zijn wie ik ben?’). element van de kern: De kinderen: - leren het leven kennen van gelovige mensen, die zich inzetten voor kleine en zwakke mensen: Pater Damiaan (uit het thema ‘Maar ik kan niet alles: grenzen en werkelijkheidsbesef’). Specifieke doelen: De kinderen: - zien op welke wijze pater Damiaan in Jezus’ voetspoor melaatse mensen deugddoend en genezend nabij probeert te zijn. - leren pater Damiaan kennen als iemand die zich vanuit zijn geloof in Jezus en in God ingezet heeft voor medemensen. 12 Thema 4: Maar ik kan niet alles Leerplandoelen De kinderen: - zien grenzen en beperkingen in hun leven. - zien dat er naast beperkingen ook mogelijkheden zijn. - weten hoe gelovige mensen verder kijken dan grenzen. - beseffen dat liefde grens-overschrijdend is. 13 Kernlessen Titel Overal grenzen Elementen van de kern De kinderen: - leren grenzen zien en ervaren op verschillende vlakken: op het vlak van hun lichaam en territoriale grenzen. Mijn grens De kinderen: - bespreken wat de confrontatie met grenzen bij hen en bij anderen teweegbrengt: onmacht, ongenoegen, lichamelijk en/of psychisch lijden. - bespreken dat grenzen ook veiligheid en vertrouwen kunnen bieden. Grenzen en De kinderen: mogelijkheden - beseffen dat inperkingen gen grenzen soms het eerst in het oog springen. - zien in verschillende situaties niet enkel grenzen, maar ontdekken ook mogelijkheden. Wat ik goed kan De kinderen: en niet goed kan - zien bij elkaar mogelijkheden en kwaliteiten, naast grenzen en beperkingen. - beseffen dat waardering voor een ander hem/haar helpt om zijn/haar mogelijkheden te ontplooien. - ontdekken hoe mensen mekaar kunnen aanvullen zoals de verschillende ledematen van een lichaam (aan de hand van 1Kor 12, 12-31). Mensen helpen De kinderen: met grenzen: het - ontdekken dat ook in godsdiensten buiten het christendom verhaal van de (het jodendom) mensen in hun geloof kracht en inspiratie soeka vinden om ieder medemens als evenwaardig te beschouwen. Over de grens van De kinderen: anderen - ontdekken in het evangelieverhaal ‘De overspelige vrouw’ (Joh 8, 1-11) hoe Jezus nabij is bij kleine en beperkte mensen en wat die nabijheid voor die mensen betekent. Ik zie je graag De kinderen: zoals je bent - ervaren dat mensen die mekaar graag zien, mekaar aanvaarden met hun mogelijkheden en hun grenzen. Geloof in onszelf De kinderen: en in God doet - vinden mogelijk kracht in het geloof in God om zichzelf grenzen graag te zien, met mogelijkheden en beperkingen. overwinnen - vinden mogelijk kracht in het geloof in God om van andere mensen te houden, met hun mogelijkheden en beperkingen 14 Uitbreidingslessen Titel Elementen van de uitbreiding Wat hebben zij De kinderen: niet om te kunnen - komen verschillende oorzaken op het spoor, die mensen in groeien zoals wij? hun mogelijkheden beperken of in hun groei remmen: buiten de wil van mensen om(men is zo geboren, natuurrampen,...) en al dan niet bewust door de mens veroorzaakt (ongelukken, geweld, uitsluiting, eenzaamheid,...). Zo reageer ik op De kinderen: grenzen. - leren zien hoe mensen soms heel verschillend reageren op grenzen en beperkingen: aanvaarden, berusten, ontmoedigd zijn, opstandig zijn, vechten, er toch iets van willen maken,... . Kleine mensen De kinderen: ziet Hij graag. - herkennen in bijbelverhalen de voorkeurliefde van God voor kleine mensen: het verhaal van de zalving van David (1Sam 16, 1-13) en het verhaal van David en Goliath (1Sam 17). 15 Kerkelijk Jaar: Veertigdagentijd en Palmzondag Deel 1: Veertigdagentijd Leerplandoel De kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Kernlessen Titel De veertigdagentijd, op weg naar Pasen Solidair met kinderen van de hele wereld. Elementen van de kern De kinderen: - weten dat vasten voor christenen o.a. betekent zich iets ontzeggen en soberder leven. - hebben aandacht voor de campagne van Broederlijk Delen. De kinderen: - weten dat vasten voor christenen o.a. betekent: zich iets ontzeggen en soberder leven. - hebben aandacht voor de campagne van Broederlijk Delen. Deel 2: Palmzondag Leerplandoel De kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Kernlessen Titel De intocht in Jeruzalem Elementen van de kern De kinderen: - ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten: Palmzondag. Specifiek doel in verband met Palmzondag: - luisteren naar het bijbelverhaal van de intocht in Jeruzalem Een palmpaasstok De kinderen: - ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten: Palmzondag. Specifiek doel in verband met Palmzondag: - ontdekken de betekenis van de palmpaasstok. 16 Jezusverhaal: Jezus roept de leerlingen Leerplandoelen De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal. - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal. - begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde. - brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische expressie, … . - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen. - reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. - kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de eerste cyclus gaat het vooral om actualisering in de eigen concrete bestaanscontext. Kernlessen Titel Met wie ga ik in zee? Elementen van de kern De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal aan de hand van de prenten 3 en 5. - kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. - kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’ ter spraken komen. - kunnen de symbolische betekenis vatten van ‘met iemand in zee gaan’. Geroepen om ... te De kinderen: volgen, mensen te - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde. vangen, geluk te - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat uit dit verhaal brengen. spreekt. - kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. - brengen hun indrukken over het verhaal tot expressie in woord en drama. 17 Uitbreidingslessen Titel Gevangen in het net Elementen van de uitbreiding De kinderen: - reflecteren op het Jezusbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘Jezus roept de leerlingen’. - begrijpen de tekst ‘Jezus roept de leerlingen’ als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. 18 Kerkelijk jaar: Pasen Leerplandoel De kinderen verkennen de betekenis van de Veertigdagentijd en Pasen vanuit verhalen over het lijden, de dood en de verrijzenis van Jezus. Kernlessen Titel Jezus’ lijden en dood De leerlingen van Emmaüs Elementen van de kern De kinderen: - beluisteren het verhaal over het lijden en de dood van Jezus in een sobere en serene vertelling. De kinderen: - beluisteren hoe de leerlingen van Emmaüs Christus herkenden bij het ‘breken van het Brood’ (Lc 24, 13-35) - krijgen de kans om te bidden en te vieren bij de dood en de verrijzenis van Jezus. Uitbreidingslessen Titel Een ijzige dwerg of een lentefee in je hart. Elementen van de uitbreiding De kinderen: - ervaren het verband tussen dood en nieuw leven in de natuur. 19 Kerkelijk Jaar: Maria en moederdag Leerplandoel De kinderen ontdekken de betekenis van enkele religieuze feesten. Kernlessen Titel Elementen van de kern Maria, moeder van De kinderen: Jezus - leren Maria kennen als moeder van Jezus (vanuit het verhaal ‘De bruiloft van Kana’ Joh 2, 1-12). - ontdekken de betekenis van een religieus feest (de Mariamaand). Specifieke doelen in verband met moederdag: Mariamaand: moederdag De kinderen: - worden zich ervan bewust dat hun mama heel goed voor hen zorgt, zoals Maria voor Jezus zorgde. - worden zich bewust van wat mama allemaal voor hen doet. - tonen dankbaarheid voor wat mama voor hen doet. Uitbreidingslessen Titel Meimaand: Mariamaand Elementen van de uitbreiding De kinderen: - ontdekken de betekenis van een religieus feest (de Mariamaand). Specifieke doelen in verband met de Mariamaand: De kinderen - maken kennis met het bestaan van Mariakapellen en bedevaartsoorden. - luisteren naar het verhaal van mensen die kracht putten uit hun gebed tot Maria. - worden uitgenodigd hun gevoelens toe te vertrouwen aan Maria. - maken kennis met het ‘Wees Gegroet’ als gebed tot Maria. eventueel: - leren het ‘Wees Gegroet’ als gebed tot Maria. 20 Jezusverhaal: Een vader met twee zonen Leerplandoelen De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal. - kunnen de symbolische betekenis vatten van situaties die voorkomen in het verhaal. - begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde. - brengen hun indrukken over een verhaal tot expressie: in woord, drama, muzische expressie, … . - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat spreekt uit de verhalen. - reflecteren op de betekenis van het verhaal voor mensen van vroeger en nu en denken erover na hoe aspecten van de bijbelse boodschap een invloed kunnen hebben op hun eigen manier van denken, zijn en doen. - kunnen de relatie zien tussen de onderwerpen die in de loop van het jaar aan bod komen en aspecten ervan die in de verhalenreeks ter sprake komen - kunnen aspecten van de boodschap van een verhaal actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. In de eerste cyclus gaat het vooral om actualisering in de eigen concrete bestaanscontext. Kernlessen Titel Thuiskomen Weggaan en weer thuiskomen Elementen van de kern De kinderen: - leven zich in in de personages van het verhaal ‘de parabel van een vader met twee zonen’. - kunnen aspecten van de boodschap van het verhaal ‘de parabel van een vader met twee zonen’ actualiseren en in verband brengen met verschillende relatievelden in hun eigen bestaan. - begrijpen de tekst als uitdrukking van geloof, hoop en liefde, door te ontdekken wat er gezegd wordt over de relatie tussen God en mens en tussen mens en wereld. - kunnen de relatie zien tussen het thema ‘Mag ik zijn wie ik ben?’ en aspecten ervan die in het verhaal ‘de parabel van een vader met twee zonen’ ter sprake komen. De kinderen: - reflecteren op het gods- en Jezusbeeld dat uit het verhaal ‘de parabel van een vader met twee zonen’ spreekt. - vinden in de tekst een oproep tot geloof, hoop en liefde. - brengen hun indrukken over het verhaal ‘de parabel van de vader met twee zonen’ tot expressie in muziek (en beeld). Uitbreidingslessen Titel God is vader en Elementen van de uitbreiding De kinderen: 21 moeder tegelijk. - - - reflecteren op het gods-en Jezusbeeld dat spreekt uit het verhaal ‘ de parabel van de vader met twee zonen’. kunnen het aspect ‘thuiskomen’ uit het verhaal ‘ de parabel van de vader met twee zonen’ actualiseren en in verband brengen met relatievelden in hun eigen bestaan. kunnen via beeld(en muziek) de gevoelens weergeven die doorheen de prenten bij het verhaal ‘ de parabel van de vader met twee zonen’ worden opgeroepen. beseffen dat mensen soms een lange weg moeten afleggen vooraleer ze echt thuiskomen. vatten de figuurlijke betekenis van het begrip ‘thuiskomen’. 22 Thema 5: Water Leerplandoelen De kinderen: - ervaren water als deugddoend én bedreigend. - waarderen water als een kostbaar geschenk. - ontdekken de betekenis van water in bijbelverhalen. - ontdekken dat voor vele mensen water iets uitdrukt van hun verbondenheid met God. - ontdekken de betekenis van het doopsel als ‘uit het water herboren worden’. Kernlessen Titel Water, zalig! Water, bron van leven. Water als dreiging Water, een kostbaar geschenk De zondvloed: het verhaal van de ark van Noach Uit het water herboren Water als symbool bij de christenen, de hindoes en de moslims Evaluatie en viering Elementen van de kern De kinderen: - ontdekken hoe ze op vele wijzen van water kunnen genieten: zich verfrissen, zich wassen, spelen, zwemmen, ... De kinderen: - ervaren dat water levensgevend en levensnoodzakelijk is voor elke mens: voedsel, groeikracht, reinigend, helend, ... - geven aan waarom water voor hen zo belangrijk is. - ontdekken dat water leven geeft (in het verhaal van de Samaritaanse aan de put: Joh 4, 1-45). De kinderen: - ervaren dat water ook bedreigend en beangstigend kan zijn: als ze kopje onder gaan en naar adem snakken en bij de vernietigende kracht van water (overstromingen). De kinderen: - zijn er zich van bewust dat niet ieder kind over voldoende water kan beschikken. - ervaren dat water ook bedreigend kan zijn: bij het gevaar van onzuiver of vervuild water. - uiten hun waardering voor water. De kinderen: - ontdekken in het verhaal van de zondvloed (Gen 6-8) dat mensen de bedreiging van water overleven. De kinderen: - ervaren dat mensen soms ‘kopje onder gaan’ en blij zijn dat iemand hen uit het water haalt. - weten dat christenen gedoopt worden door overgieten met water of door onderdompeling. De kinderen: - leren in het christendom en in andere godsdiensten rituele handelingen kennen waarin water iets zegt over de band tussen gelovige mensen en God: zegening, besprenkeling, onderdompeling, ... De kinderen: (element van de uitbreiding): - drukken in een viering hun dankbaarheid voor het water uit. 23 Uitbreidingslessen Titel Waterspelletjes, leuk! Elementen van de uitbreiding De kinderen: - ontdekken hoe ze op vele wijzen van water kunnen genieten: spelen. Wij kunnen water De kinderen: niet missen - beseffen dat water noodzakelijk is voor elk levend wezen. - beseffen dat er ook in de eigen omgeving veel water verontreinigd en verspild wordt. - zijn bereid om – met hun mogelijkheden - zorg te dragen voor de kwaliteit van het water. Jezus wordt De kinderen: gedoopt - beluisteren het verhaal van Jezus’ doopsel (Lc 3, 21-22). Het doopsel bij de De kinderen: christenen - verkennen aan de hand van verhalen, foto’s of video andere symbolen van het doopsel (zalving, licht, wit kleed, handoplegging, ...) als levensgevende, helende, zorgende gebaren. 24