PR - Europa EU

advertisement
C/99/195
Luxemburg, 21 juni 1999
9005/99 (Presse 195)
ONDERTEKENING VAN DE ZEVEN SECTORIËLE
OVEREENKOMSTEN TUSSEN DE EUROPESE GEMEENSCHAP
EN HAAR LIDSTATEN ENERZIJDS EN DE ZWITSERSE
BONDSSTAAT ANDERZIJDS
Tijdens een plechtigheid op 21 juni 1999 in Luxemburg hebben de Europese Gemeenschap en haar
lidstaten enerzijds en de Zwitserse Bondsstaat anderzijds de volgende zeven sectoriële
overeenkomsten met bijbehorende slotakten ondertekend: vrij verkeer van personen, luchtvervoer,
spoorweg- en wegvervoer, overheidsopdrachten, wetenschappelijke en technologische
samenwerking, wederzijdse erkenning van overeenstemmingsbeoordeling en landbouw. Deze
overeenkomsten vormden bij de onderhandelingen één pakket en zullen daarom op een en dezelfde
datum gesloten worden, respectievelijk in werking treden.
De ondertekening van dit pakket van zeven sectoriële overeenkomsten is een belangrijke stap in de
verdere ontwikkeling van de betrekkingen tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten en
Zwitserland. Zij betekent het begin van een nieuw tijdperk in de betrekkingen die beide partijen
sinds jaren onderhouden. Zodra zij in werking treden, zullen de zeven overeenkomsten naar verwachting een duidelijke meerwaarde geven aan de bilaterale handelsbetrekkingen en de bevolking
van Zwitserland en die van de Europese Unie dichter bij elkaar brengen.
De volgende personen hebben de overeenkomst over het vrije verkeer van personen ondertekend
namens Zwitserland:
de heer Pascal COUCHEPIN
Lid van de Bondsraad, Hoofd van het departement van Economische
Zaken
de heer Joseph DEISS
Lid van de Bondsraad, Hoofd van het departement van Buitenlandse
Zaken
namens de Gemeenschap:
de heer Joschka FISCHER
Minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervangend Bondskanselier
van de Bondsrepubliek Duitsland, fungerend voorzitter van de Raad
de heer Hans van den BROEK
Lid van de Europese Commissie
namens de lidstaten van de Gemeenschap:
België:
de heer Frans VAN DAELE
Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger
Denemarken:
de heer Niels HELVEG-PETERSEN
Minister van Buitenlandse Zaken
Duitsland:
de heer Joschka FISCHER
Minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervangend Bondskanselier
Griekenland:
de heer Giorgios PAPANDREOU
Minister van Buitenlandse Zaken
Spanje:
de heer Abel MATUTES
Minister van Buitenlandse Zaken
Frankrijk:
de heer Hubert VEDRINE
Minister van Buitenlandse Zaken
Ierland:
de heer Denis O'LEARY
Ambassadeur, Permanent Vertegenwoordiger
Italië:
de heer Lamberto DINI
Minister van Buitenlandse Zaken
Luxemburg:
de heer Jacques POOS
Minister van Buitenlandse Zaken
Nederland:
de heer Jozias van AARTSEN
Minister van Buitenlandse Zaken
Oostenrijk:
de heer Wolfgang SCHÜSSEL
Minister van Buitenlandse Zaken
Portugal:
de heer Jaime GAMA
Minister van Buitenlandse Zaken
Finland:
mevrouw Tarja HALONEN
Minister van Buitenlandse Zaken
Zweden:
mevrouw Anne LINDH
Minister van Buitenlandse Zaken
Verenigd Koninkrijk:
de heer Robin COOK
Minister van Buitenlandse Zaken en Gemenebestzaken
De overeenkomsten inzake luchtvervoer, spoorweg- en wegvervoer, overheidsopdrachten,
wetenschappelijke
en
technologische
samenwerking,
wederzijdse
erkenning
van
overeenstemmingsbeoordeling en landbouw werden door de volgende personen ondertekend:
namens Zwitserland:
de heer Pascal COUCHEPIN
Lid van de Bondsraad, Hoofd van het departement van Economische
Zaken
de heer Joseph DEISS
Lid van de Bondsraad, Hoofd van het departement van Buitenlandse
Zaken
namens de Gemeenschap:
de heer Joschka FISCHER
Minister van Buitenlandse Zaken en plaatsvervangend Bondskanselier
van de Bondsrepubliek Duitsland, fungerend voorzitter van de Raad
de heer Hans van den BROEK
Lid van de Europese Commissie
De hoofdlijnen van de overeenkomsten staan in de bijlage.
BIJLAGE
ZEVEN SECTORIËLE OVEREENKOMSTEN MET ZWITSERLAND
Beknopte samenvatting
Overeenkomst vrij verkeer van personen
Deze overeenkomst stelt het vrije verkeer van personen in tussen de EU en Zwitserland, volgens
regels die overeenstemmen met de wet- en regelgeving van de Gemeenschap. De aan Zwitserland
toegekende overgangsperiodes zullen de liberalisering van de arbeidsmarkt van dit land
vergemakkelijken.
De overeenkomst kent aan onderdanen van de andere partij dezelfde levensomstandigheden,
arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden toe als aan de eigen onderdanen. De overeenkomst
heeft betrekking op fundamentele rechten als het recht op toegang tot het grondgebied, en het recht
op verblijf en het recht op werk in loondienst, het recht om zich als zelfstandige te vestigen, het
recht om te studeren en het recht op sociale zekerheid. Al deze rechten berusten op het verbod op
discriminatie op grond van nationaliteit en op het beginsel van gelijke behandeling. Het specifieke
doel van de overeenkomst is het waarborgen van de rechten van burgers die reeds op het
grondgebied van de andere partij verblijven.
Overeenkomst luchtvervoer
De overeenkomst berust op de volgende beginselen:
-
wederzijdse liberalisering, met de communautaire wet- en regelgeving als uitgangspunt, van
de luchtvaartrechten van in de partijen geregistreerde luchtvaartmaatschappijen voor vluchten
tussen een punt in de Gemeenschap en een punt in Zwitserland;
-
wederzijdse vrijheid van vestiging;
-
overleg en vrijwaringsmaatregelen met betrekking tot overeenkomsten met derde landen en
internationale organisaties;
-
er wordt een Gemengd Comité ingesteld dat wordt belast met het beheer en de toepassing van
de overeenkomst.
Het Gemengd Comité heeft het recht te beslissen of door Zwitserland uit milieuoverwegingen
genomen maatregelen verenigbaar zijn met de overeenkomst 1.
1
Overeenkomstig artikel 8, lid 2, en artikel 9 van Verordening (EEG) nr. 2408/92 van de Raad.
Wat de luchtvaartrechten betreft, heeft Zwitserland een beperkte aanvullende concessie gekregen.
Er is namelijk overeengekomen dat, zodra de overeenkomst twee jaar in werking is, de Zwitserse
luchtvaartmaatschappijen vrij zijn om vluchten uit te voeren tussen punten in verschillende
lidstaten. Er is geen vaste verbintenis aangegaan om de overeenkomst uit te breiden tot vluchten
binnen Zwitserland en binnen EG-lidstaten. Beide partijen hebben zich er echter toe verbonden deze
mogelijkheid vijf jaar na de inwerkingtreding te onderzoeken.
De overeenkomst omvat ook de zogenaamde vijfde en zevende vrijheid, als compromis in de
richting van volledige integratie.
Overeenkomst vervoer per spoor en over de weg
Deze overeenkomst houdt met name het volgende in:
-
handhaving van de vrijheid van doorvoer door Zwitserland voor wegvoertuigen tegen een
redelijke vergoeding, die gebaseerd is op de interne en externe kosten en waarin de heffingen
voor de doortocht door de Alpen in de buurlanden zijn ingecalculeerd;
-
invoering in Zwitserland van nieuwe tarificatiesystemen voor het weggebruik volgens een
overeengekomen tijdschema, dat gekoppeld is aan de beschikbaarheid van extra
spoorcapaciteit en aan de invoering van de communautaire normen voor het gewicht van
voertuigen;
-
het voorkomen van verplaatsing van het verkeer van Zwitserland naar de buurlanden;
-
wederzijdse liberalisering van het bilaterale en transitowegvervoer;
-
onmiddellijke toegang voor voertuigen van 40 ton tot de belangrijkste economische centra
van Zwitserland, en geleidelijke vermindering van de duur van het nachtelijk rijverbod voor
zware voertuigen;
-
wederzijdse uitbreiding van de toegang tot het spoorwegnet, op basis van de communautaire
wet- en regelgeving;
-
vaststelling door Zwitserland van wetgeving die gelijkwaardig is aan een aantal onderdelen
van de communautaire wet- en regelgeving inzake weg- en spoorwegvervoer, en geleidelijke
overneming van de communautaire voorschriften voor gewicht en afmetingen van voertuigen
volgens een bepaald tijdschema;
-
overneming door Zwitserland van de communautaire voorschriften voor overheidssteun voor
het wegvervoer.
Dankzij de overeenkomst zullen het spoorwegvervoer en het gecombineerd vervoer voldoende
kunnen concurreren met het transalpine wegvervoer. Voorts moet de overeenkomst leiden tot een
aanzienlijke reductie van het wegverkeer, dat thans, door de gewichtsbeperking in Zwitserland,
gedwongen is de Alpen in de Gemeenschap over te steken.
Overeenkomst wetenschappelijke en technologische samenwerking
Door de overeenkomst wordt Zwitserland geassocieerd met het vijfde kaderprogramma van de
Europese Gemeenschap voor onderzoek en technologische ontwikkeling (OTO) (1998-2002) en
met het corresponderende vijfde kaderprogramma van Euratom (1998-2002).
Onderzoeksinstellingen in Zwitserland mogen deelnemen aan de specifieke programma's van de
twee kaderprogramma's, terwijl in de Europese Gemeenschap gevestigde onderzoeksinstellingen
mogen deelnemen aan onderzoeksprogramma's en -projecten in Zwitserland, waarmee de
wederkerigheid, zoals de onderhandelingsrichtsnoeren die vereisen, gegarandeerd is.
De financiële bijdrage van Zwitserland aan de budgetten van de onderzoeksprogramma's is
gebaseerd op de verhouding van het BBP van Zwitserland tot het BBP van de lidstaten van de
Europese Unie.
Overeenkomst overheidsopdrachten
Doel van de Overeenkomst betreffende sommige aspecten van overheidsopdrachten is de harmonisering
van de regels voor overheidsopdrachten van de EG en Zwitserland en de verdere wederzijdse
uitbreiding van de openstelling van de markt voor overheidsopdrachten. De overeenkomst bestaat wat
dit betreft uit twee onderdelen. Enerzijds betreft het een reactie op de WTO-overeenkomst inzake
overheidsopdrachten van 1994 (GPA), waarbij de EG en Zwitserland beide partij zijn, die de partijen
ertoe opriep de toegang tot elkaars markten via bilaterale onderhandelingen te verbeteren. De
overeenkomst gaat echter veel verder dan de mate van openstelling die de GPA verlangt, en heeft als
doel een hoge mate van liberalisering van de handel, vergelijkbaar met het niveau binnen de EG. Wel
richt de overeenkomst zich uitsluitend op bepaalde aspecten van overheidsopdrachten, aangezien
rekening is gehouden met de reeds bestaande WTO-GPA. Kortom, over en weer worden de markten
voor overheidsopdrachten vrijwel volledig opengesteld.
Van de onder de overeenkomst vallende organisaties vallen de Zwitserse gemeenten onder de GPA, en
als tegenprestatie schaft de EG de restricties af voor Zwitserse inschrijvers op opdrachten in
EG-gemeenten. Verder wordt de bilaterale overeenkomst toegepast op alle organisaties die niet onder de
GPA vallen, maar waarop wel de richtlijnen van de Gemeenschap van toepassing zijn. Het gaat om
openbare nutsbedrijven op het gebied van telecommunicatie, energie (met uitzondering van elektriciteit)
en spoorvervoer, alsmede particuliere exploitanten (met exclusieve of speciale rechten) in alle sectoren
waarvoor de Richtlijn "Nutsbedrijven" geldt.
De drempelwaarden waarboven wederzijds nationale behandeling wordt toegepast zijn die van de
EG-richtlijnen. Onder deze drempelwaarden wordt naar beste vermogen gestreefd naar vermijding van
discriminatie tussen onderdanen van de partijen. De overeenkomst voorziet in evaluatie van dit aspect
vijf jaar na de inwerkingtreding.
Naast de traditionele mogelijkheden om de gunning van contracten in rechte aan te vechten, komen de
partijen overeen een onafhankelijke autoriteit in te stellen, indien deze nog niet bestaat, die zelf zaken
voor de bevoegde rechtbank kan brengen. In de EG wordt deze taak vervuld door de Europese
Commissie.
Overeenkomst handel in landbouwproducten
Verwacht wordt dat de overeenkomst de toegang voor landbouwproducten tot de markt van beide
partijen aanzienlijk zal verbeteren en tevens conform het wederkerigheidsbeginsel de tarifaire en
non-tarifaire handelsbelemmeringen zal elimineren.
Overeenkomstig het mandaat zijn ook de regelingen die bij de onderhandelingen over de Europese
Economische Ruimte tot stand waren gekomen, in de overeenkomst overgenomen.
In de overeenkomst wordt rekening gehouden met de rechten en verplichtingen van beide partijen
volgens de Overeenkomst tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie en de bijlagen daarbij.
Ter verbetering van de markttoegang voor beide partijen wordt wederzijds een groot aantal
tariefconcessies toegekend: voor bloemen en planten, verse en verwerkte groenten en fruit, kaas en
andere zuivelproducten, vleesproducten en bepaalde wijnspecialiteiten en zoete wijnen. Voor kaas
voorziet de overeenkomst in volledige wederzijdse liberalisering van de handel in alle kaassoorten, vijf
jaar na de inwerkingtreding van de overeenkomst.
Een onderdeel van de landbouwovereenkomst betreft de sector wijn. De partijen erkennen elkaars
wetgeving, waardoor de handel in deze sector wordt bevorderd. Dit onderdeel van de overeenkomst
heeft tevens betrekking op bepaalde aspecten van de intellectuele eigendom, aangezien wordt
voorzien in wederzijdse erkenning en bescherming van geografische aanduidingen en traditionele
benamingen van wijnproducten. Ook wordt in wederzijdse erkenning en bescherming voorzien voor
de benamingen van alcoholhoudende dranken en gearomatiseerde dranken op basis van wijn. De
landbouwovereenkomst vereenvoudigt verder de handel tussen de partijen door wederzijdse
erkenning van wetgeving in de volgende sectoren: fytosanitaire maatregelen, diervoeding, zaden en
biologische landbouw.
Tenslotte bevat de overeenkomst bepalingen inzake de veterinaire sector, die de handel in levende
dieren en dierlijke producten vereenvoudigen. Voor levende dieren worden de wetgevingen van de
partijen als gelijkwaardig erkend. De handel in dierlijke producten geschiedt volgens het bepaalde
in de communautaire wetgeving. Bovendien bepaalt de overeenkomst dat Zwitserland op de invoer
uit derde landen dezelfde bepalingen toepast als de Gemeenschap.
Overeenkomst wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling
De overeenkomst voorziet in wederzijdse aanvaarding van keuring, certificatie en goedkeuring door
de ene partij volgens de regelgeving van de andere partij of volgens haar eigen regelgeving, indien
deze gelijkwaardig wordt geacht. Producten kunnen dan worden gecertificeerd door erkende
conformiteitsbeoordelingsinstanties in de Europese Unie en zonder verdere goedkeuringsprocedures
op de Zwitserse markt worden gebracht, en vice versa. De overeenkomst maakt dus snellere en
goedkopere productgoedkeuring mogelijk en vergemakkelijkt de toegang tot de markt.
Onder de overeenkomst vallen de volgende sectoren: machines, persoonlijke
beschermingsmiddelen,
speelgoed,
medische
hulpmiddelen,
gasgestookte
apparaten,
drukapparatuur, eindapparatuur voor telecommunicatie, apparaten en systemen bestemd voor
gebruik in een explosieve omgeving, elektrisch materieel en elektromagnetische compatibiliteit,
bouwterreinmachines
en
bouwterreinmaterieel,
meetinstrumenten,
motorvoertuigen,
landbouwtrekkers en bosbouwtrekkers, goede laboratoriumpraktijken (GLP), geneesmiddelen,
GMP-inspectie en certificering van charges.
Op grond van de overeenkomst wordt een Gemengd Comité met de uitvoering en het beheer belast.
Inwerkingtreding
De Overeenkomst over het vrije verkeer van personen, ten aanzien waarvan de bevoegdheid
gedeeld is, zal namens de Europese Unie worden bekrachtigd door het Europees Parlement en de
parlementen van de lidstaten. De overige overeenkomsten, namelijk die betreffende luchtvervoer,
spoorweg- en wegvervoer, overheidsopdrachten, wetenschappelijke en technologische samenwerking, wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling en landbouw, vallen onder
de bevoegdheid van de Gemeenschap en zullen door het Europees Parlement worden bekrachtigd.
Aangezien echter alle overeenkomsten deel uitmaakten van één onderhandelingspakket, zullen zij
op een en dezelfde datum gesloten worden en in werking treden. Aan de inwerkingtreding van de
overeenkomsten hoeven dan ook geen voorlopige maatregelen vooraf te gaan.
Download