Informatiebrief voor (huis)artsen Invoering nieuwe meldingsplichtige ziekten groep C: tularemie en zikavirusinfectie Geachte collega, In dit bericht wordt u geïnformeerd over de ziektebeelden en redenen voor het invoeren van de meldingsplicht voor deze ziekten. • • Per 1-11-2016 zijn tularemie en zikavirusinfectie (tijdens de zwangerschap en gecompliceerde infectie) als meldingsplichtige ziekten groep C in de Wet publieke gezondheid opgenomen. Alle personen die voldoen aan de meldingscriteria voor deze ziekten moeten binnen één werkdag na vaststelling aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD in zijn/haar werkgebied worden gemeld door het hoofd van het laboratorium en de behandelende arts. TULAREMIE Wat is tularemie Tularemie is een bacteriële zoönose. In Europa is de verwekker van tularemie de bacterie Francisella (F.) tularensis (subspecies (ssp). holartica, type B). De belangrijkste reservoirs van F. tularensis spp. holartica zijn hazen en daarnaast andere zoogdieren zoals konijnen en knaagdieren. Transmissie naar de mens kan optreden via direct contact met besmette dieren en via stekende insecten en mogelijk teken. Ook kan transmissie plaatsvinden via inhalatie en via besmet voedsel. Tularemie heeft verschillende klinische verschijningsvormen waarvan de ulceroglandulaire en glandulaire vormen in Europa verreweg het meest voorkomen. De met bioterrorisme geassocieerde F. tularensis (ssp. tularensis, type A) komt in Europa niet endemisch voor. Ziekteverschijnselen en diagnostiek Op de plaats van de primaire percutane besmetting ontstaat een typische huidlaesie, een ulcus waarbij er een verheven rode huidafwijking is met een centrale zwarte delle (zogenoemde eschar). Bijna altijd is er bijkomende koorts. Na spontane genezing van het ulcus blijft de lymfadenopathie bestaan die kan abcederen (2 tot 13 % van de gevallen). Bij de glandulaire vorm is er lymfadenopathie en koorts zonder een primaire huidlaesie. Bij blootstelling via besmet voedsel kan oro-pharyngeale tularemie optreden met cervicale lymfadenopathie. Bij inhalatie kan een luchtweginfectie ontstaan. Klinische situaties waarbij verder onderzoek naar tularemie te overwegen is: 1. Vergrote lymfeklier(en), mogelijk geabcedeerd, met koorts en eventueel een typische huidlaesie, waarbij de banale kweek geen verwekker heeft opgeleverd. Advies: punctaat van de lymfklier en eventueel uitstrijk van de huidlaesie insturen voor PCR 2. Koorts en regionale lymfadenopathie al dan niet met een typische huidlaesie, waarbij geen materiaal beschikbaar is voor PCR en na uitsluiting van meer voorkomende verwekkers zoals Bartonella henselae, Toxoplasma en eventueel EBV en CMV. Advies: tularemie-serologie Neem contact op met de arts-microbioloog voor advies over diagnostiek. Bovenstaande klinische situaties gelden in het bijzonder als de kliniek 3 tot 6 dagen na hanteren van hazen (konijnen/knaagdieren) is ontstaan, dan wel na insecten- en/of Bron: RIVM-LCI | Invoering meldingsplicht tularemie en zikavirusinfectie per 01-11-2016 1 tekenbeten. Wees ook bedacht op tularemie in geval van andere ziekteverschijnselen na contact met zieke of dode hazen. Doel meldingsplicht tularemie Na decennialange afwezigheid in Nederland wordt tularemie vanaf 2011 incidenteel aangetoond bij mensen en hazen. In totaal is de ziekte bij 10 patiënten vastgesteld. Omdat nog veel onbekend is over hoe de huidige transmissie in Nederland verloopt, wat de reservoir(s) zijn en welke vectoren een rol spelen, wordt de meldingsplicht ingevoerd. Bronopsporing is nodig om inzicht te krijgen in de infectiebronnen in Nederland om gerichte bestrijding van bronnen mogelijk te maken en te beoordelen voor wie of voor welke risicogroepen aanvullende preventiemaatregelen relevant zijn. De meldingsplicht is gepubliceerd in het Staatsblad op 23 augustus 2016 en gaat per 1 november 2016 in. Alle personen die voldoen aan de meldingscriteria moeten binnen één werkdag na vaststelling aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD in zijn/haar werkgebied worden gemeld door het hoofd van het laboratorium en de behandelende arts. Meldingscriteria tularemie Elke persoon met ten minste één van de hieronder genoemde klinische presentaties: huidulcer met regionale lymfadenopathie (ulceroglandulaire tularemie) vergrote en pijnlijke lymfeklieren zonder zichtbaar ulcer (glandulaire tularemie) vergrote en pijnlijke lymfeklieren met stomatitis en/of faryngitis en/of tonsillitis (oropharyngeael tularemie) conjunctivitis met regionale lymfadenopathie (oculoglandulaire tularemie) gastro-intestinale klachten (buikpijn, overgeven, diarree) (intestinale tularemie) longontsteking (met aanwijzingen op een longfoto) (pulmonale tularemie) sepsis of koorts zonder focus (tyfoidale tularemie) in combinatie met: 1 van de 3 genoemde laboratoriumcriteria: Isolatie van Francisella tularensis subspecies, uit patiëntenmateriaal of Detectie van Francisella tularensis nucleinezuur uit patiëntenmateriaal of Een voor Francisella tularensis specifieke antistofrespons De GGD zal met behulp van een vragenlijst de bron proberen vast te stellen. Contactonderzoek is niet geïndiceerd, tenzij andere personen aan dezelfde bron zijn blootgesteld. LCI-richtlijn Tularemie herzien Uitgebreide informatie over het ziektebeeld, de epidemiologie en te nemen maatregelen naar aanleiding van een geval zijn beschreven in de LCI-richtlijn Tularemie. Bron: RIVM-LCI | Invoering meldingsplicht tularemie en zikavirusinfectie per 01-11-2016 2 ZIKAVIRUSINFECTIE Wat is zikavirusinfectie Zikavirus is een flavivirus dat vooral wordt overgedragen door exotische muggensoorten van het geslacht Aedes, vooral Aedes aegypti (gelekoortsmug). Zikavirus is daarnaast tijdens de zwangerschap van moeder op kind, seksueel en via bloedproducten overdraagbaar. Het virus was al geruime tijd endemisch in Afrika en Zuidoost-Azië, toen begin 2015 de eerste zikavirusinfecties vanuit Zuid-Amerika gemeld werden. Sindsdien heeft het virus zich snel over Zuid- en Midden-Amerika verspreid. Inmiddels is duidelijk dat zikavirusinfectie tijdens de zwangerschap een verhoogd risico geeft op congenitale afwijkingen (‘ congenitaal zikavirus-syndroom’ waaronder microcefalie). Ook andere neurologische complicaties kunnen zich voordoen, waaronder het syndroom van GuillainBarré. De WHO heeft op 1 februari 2016 het voorkomen van clusters van microcefalie en neurologische afwijkingen in Latijns Amerika tot ‘Public Health Emergency of International concern’ (PHEIC) verklaard met als voornaamste doel wetenschappelijk onderzoek te stimuleren en publicatie hiervan te faciliteren. In Europa wordt het risico op lokale transmissie als laag ingeschat omdat Aedes aegypti, de belangrijkste vector, behalve op Madeira en de oostelijke Zwartezeekust (Turkije), hier niet is gevestigd. Op de eilanden Bonaire, Saba en Sint Eustatius vindt wel lokale transmissie plaats, evenals in de andere landen binnen het Koninkrijk: Aruba, Curaçao en St. Maarten. In continentaal Nederland zijn tot eind oktober 2016 ongeveer 100 geïmporteerde gevallen vanuit met name Midden- en Zuid-Amerika bekend. Doel meldingsplicht zikavirusinfectie Het is van belang om goede gegevens over de ziektelast van zikavirusinfectie te verzamelen vanwege hun relevantie voor beleid en bestrijding van het zikavirus, zowel in de Caribische regio als in continentaal Nederland. Daarbij is informatie over zikavirusinfectie in de zwangerschap, en gecompliceerde infecties, een prioriteit. De huidige gegevensverzameling over zikavirusinfecties is gebaseerd op vrijwillige melding door laboratoria en/of clinici. Deze is waarschijnlijk onvolledig en daardoor niet betrouwbaar genoeg. De nieuwe meldingsplicht voorkomt deze onbetrouwbaarheid en waarborgt zorgvuldige gegevensverzameling van privacygevoelige aspecten (zoals zwangerschap). De meldingsplicht betreft alleen infecties tijdens de zwangerschap en gecompliceerde infectie en heeft tot doel kennis te verwerven over complicaties bij zwangeren en pasgeborenen en over het risico op ernstig ziektebeloop zoals het syndroom van GuillainBarré. Follow-upregister zikavirusinfecties in de zwangerschap Om de ziektelast door zikavirusinfectie in de zwangerschap in Nederland vast te leggen en bij te dragen aan de kennisontwikkeling is een follow-upregister voor zwangeren en hun pasgeborenen (tot een leeftijd van twee jaar) opgezet. Omdat het niet in alle gevallen mogelijk blijkt om zikavirusinfecties serologisch te bewijzen dan wel uit te sluiten (vanwege kruisreactiviteit met andere flavivirussen), worden ook gevallen van waarschijnlijke zikavirusinfecties bij zwangere vrouwen en hun pasgeborenen opgenomen in het register. Voor deze gegevensverzameling wordt informed consent van de zwangere vrouw / ouders gevraagd. GGD’en wordt gevraagd de gegevensverzameling voor dit register bij een melding te coördineren. De meldingsplicht is gepubliceerd in het Staatsblad op 23 augustus 2016 en gaat per 1 november 2016 in. Alle personen die voldoen aan de meldingscriteria moeten binnen één werkdag na vaststelling aan de arts infectieziektebestrijding van de GGD in zijn/haar Bron: RIVM-LCI | Invoering meldingsplicht tularemie en zikavirusinfectie per 01-11-2016 3 werkgebied worden gemeld door het hoofd van het laboratorium en de behandelende arts. Meldingscriteria zikavirusinfectie Alle waarschijnlijke en bevestigde zikavirusinfecties bij de volgende personen: een zwangere; een vrouw die een spontane miskraam of abortus heeft ondergaan; pasgeborenen met congenitale aandoeningen; personen opgenomen in het ziekenhuis binnen 4 weken na het begin van de zikavirusinfectie; personen die overleden zijn binnen 4 weken na het begin van de zikavirusinfectie; personen met het syndroom van Guillain-Barré, ontstaan binnen 4 weken na het begin van de zikavirusinfectie. Waarschijnlijke zikavirusinfectie: een positieve zikavirus geïnduceerde IgM in een enkel serummonster*, en/of seroconversie of 4-voudige stijging van zikavirusspecifieke antilichamen in gepaarde serummonsters* en aanwezigheid van zikavirusneutraliserende antilichamen. * mits uitgevoerd met een gevalideerde serologische test Bevestigde zikavirusinfectie: Een positieve uitslag van één of meerdere van de onderstaande laboratoriumtesten detectie van zikavirus genetisch materiaal m.b.v. een NAT (RT-PCR); detectie van zikavirus antigen; isolatie van zikavirus uit een klinisch monster. Neem contact met de arts-microbioloog op voor advies over de diagnostiek. LCI-richtlijn Zikavirusinfectie Uitgebreide informatie over het ziektebeeld, de epidemiologie, de diagnostiek en te nemen maatregelen naar aanleiding van een geval zijn te vinden in de LCI-richtlijn Zikavirusinfectie. Infectieziekten kunt u melden bij de GGD xxx, bereikbaar via xxx Heeft u vragen over de meldingsplicht, dan kunt u contact opnemen met de GGD XXXX Vriendelijke groet, Bron: RIVM-LCI | Invoering meldingsplicht tularemie en zikavirusinfectie per 01-11-2016 4