Downloaden

advertisement
Spelling groep 5
Week 3
Week 2
Week 1
ng
de angst
langzaam
de tong
hij brengt
hij vangt
nk
dankbaar
hij bedankt
hij bedenkt
hij drinkt
het stinkt
samenstellingen
de afspraak
de afwas
daarom
erin
de koelkast
omdat
de rookworst
de slagroom
de steelpan
de zondag
net-als-woord: slang,
bank, driehoek
De n en de k zitten samen op
een bank. Er mag niemand
tussen, anders kunnen ze niet
kussen.
ei
klein
de trein
het zeil
hij reist
hij zei
ij
de buikpijn
gelijk
het ontbijt
vijftien
hij bijt
eer/oor/eur
alweer
veertien
de voorkant
de zeurpiet
het gebeurt
uw/eeuw/ieuw
uw
de sneeuwpop
opnieuw
hij geeuwt
hij schreeuwt
fraai
saai
het waait
mooi
nooit
hij strooit
oei
hij bemoeit zich
het bloeit
hij loeit
au
blauw
flauw
gauw
hij snauwt
het gebouw
nou
ik hou
hij vertrouwt
zij zou
net-als-woord: mooi,
blauw, kou
net-als-woord: ei, ijs,
beer, leeuw
Pas op voor de plaagletter r.
De ee, de oo en de eu klinken
er anders door
Hoor je aai, ooi of oei in een
woord?Schrijf dan nooit de j
die je hoort
Ken je de woorden uit het auverhaal? Die schrijf je met auw
allemaal.
Samenstellingen:
luister naar de stukjes in het
woord. En schrijf ze zoals je
eerder geleerd hebt.
Bij uw, eeuw en ieuw, staat
voor de w een.
De andere schrijf je met ou (
w) .
Spelling groep 5
@dvd
Groep 5 blok 1
De toets van deze woorden is op _________
Week 6
Week 5
de baard
het bed
het geld
de hand
de hoed
de hond
het hoofd
het kind
de mond
de vriend
de fout
de kaart
de kast
de kist
de klant
de poot
de snuit
de staart
de straat
blind
de brand
het geluid
goed
hard
kwaad
rood
verliefd
vreemd
wild
het gat
groot
het hart
heet
nat
de sloot
wit
woest
de zeilboot
zwart
net-als-woord: hond, kat
Week 7
de keizer
het eiland
de pleister
het geheim
eigen
hij eist
de meid
het weiland
het eind
de aardbei
altijd
het bedrijf
dichtbij
het gordijn
de leeftijd
de lijst
het ontbijt
wijd
het spijt mij
hij verdwijnt
net-als-woord: hond, kat
net-als-woord: ei, ijs
Hoor je een t aan het eind van
een woord?
Hoor je een t aan het eind van
een woord?
Maak dan het woord langer,
zodat je d of t hoort.
Maak dan het woord langer,
zodat je d of t hoort.
Ken je de woorden uit het eiverhaal?
Die schrijf je met ei allemaal.
Spelling groep 5
@dvd
Groep 5 blok 2
De toets van deze woorden is op _________
Week 10
Week 9
de deksel
de duivel
de heuvel
het meubel
de sleutel
de spiegel
de vleugel
de wortel
de bliksem
stiekem
de ander
donker
de moeder
het monster
onder
verder
vroeger
de winter
de zolder
zonder
de aarde
beste
de derde
kleine
de lente
leuke
sterke
de tante
de verte
zwarte
buiten
de keuken
de morgen
het noorden
het oosten
het westen
het zuiden
buigen
knijpen
snurken
Week 11
net-als-woord: moeder
net-als-woord: leuke
bekend
beroemd
het beroep
beslist
hij beschermt
hij bestaat
hij betaalt
het gebied
het gesprek
het gevaar
het gevoel
het gezin
gezond
hij gelooft
verbaasd
het verkeer
hij verdeelt
hij vergeet
hij verkoopt
hij verzint
net-als-woord: begin
Je hoort een [u] maar je
schrijft een e =
-e -el -em
enen -eren.
-en
-er -elen -
Je hoort een [u] maar je
schrijft een e =
-e -el -em -en
enen -eren.
-er -elen In woorden met be-, ge- en ver, hoor je een u,
maar schrijf je een e.
Spelling groep 5
@dvd
Groep 5 blok 3
De toets van deze woorden is op _________
Week 14
Week 14
Week 13
Week 21
Week 17
alleen
hallo
wakker
wanneer
de herrie
lekker
de letter
bellen
de kikker
de middag
liggen
zitten
de koffer
de koffie
de trommel
stoppen
jullie
het nummer
tussen
zullen
de boeken
bruine
goede
groene
de groepen
ieder
de kleuter
het kuiken
liever
de schoenen
schuine
de woede
zoete
huilen
krijgen
kijken
liegen
roepen
ruilen
zoeken
later
de namen
rare
samen
de tranen
plagen
e
beter
deze
even
de ezel
zeker
o
hoge
open
over
rode
de zomer
u
de buren
de muziek
de ruzie
de uren
net-als-woord: kuiken+
net-als-woord: kikker
net-als-woord: ezel
Als ik aan het eind van een
klankgroep een korte klank
hoor, dan ga ik daarna met twee
medeklinkers door.
Als ik aan het eind van een
klankgroep een lange klank
hoor, dan gebruik ik daar maar
één letter voor.
Je hoort een [u] maar je
schrijft een e =
-e -el -em -en
enen -eren.
-er -elen -
Spelling groep 5
Week 15
@dvd
Groep 5 blok 4
De toets van deze woorden is op _________
Week 17
Week 18
Week 19
Week 15
Week 30
ermee
de landweg
linksaf
naartoe
omlaag
het ontwerp
het onweer
de oorzaak
opeens
de opzet
rechtdoor
de snelweg
het stoomschip
de stoomtrein
het stoplicht
het vliegtuig
het vliegveld
vooraan
voorbij
de voorrang
aardig
bezig
giftig
grappig
handig
lastig
nodig
rustig
twintig
zuinig
eerlijk
gevaarlijk
heerlijk
kwalijk
lelijk
moeilijk
natuurlijk
pijnlijk
sierlijk
vrolijk
de dauw
de auto
miauwt
de wenkbrauw
rauw
grauw
benauwd
de pauze
lauwe
de saus
de buurvrouw
de fouten
de inhoud
de mevrouw
het oerwoud
oud
ouders
de schouder
houden
trouwen
net-als-woord: driehoek
net-als-woord: handig,
vrolijk
net-als-woord: blauw,
kou
Ken je de woorden uit het auverhaal? Die schrijf je met au
allemaal.
De andere schrijf je met ou.
Samenstellingen: luister naar
de stukjes in het woord. En
schrijf ze zoals je eerder
geleerd hebt.
Je hoort [ug en luk] , maar je
schrijft ig en lijk.
@dvd
Groep 5 blok 5
De toets van deze woorden is op _________
Spelling groep 5
Week 23
Week 22
Week 21
Week 13
de kamer
de manier
het water
laten
praten
de hemel
negen
zeven
spelen
boven
de motor
de vogel
komen
stromen
de vuren
zure
duren
sturen
turen
anders
de dokter
eerder
elke
ergens
de groente
de hamster
de laatste
de marmot
de meeste
minder
nergens
paarse
de schilder
sterker
telkens
verse
vreemde
warme
welke
de haai
het lawaai
aaien
draaien
kraaien
zwaaien
de fooi
het hooi
mooiste
de prooi
de rotzooi
gooien
foei
het geknoei
de gloeilamp
de koeien
de moeite
knoeien
snoeien
stoeien
net-als-woord: mooi
net-als-woord: ezel
net-als-woord: marmot+
Als ik aan het eind van een
klankgroep een lange klank
hoor, dan gebruik ik daar maar
één letter voor.
Hoor je aai, ooi of oei in een
woord?Schrijf dan nooit de j
die je hoort.
Je hoort een [u] maar je
schrijft een e =
-e -el -em
enen -eren.
-en
-er -elen -
Spelling groep 5
@dvd
Groep 5 blok 6
De toets van deze woorden is op _________
Week 27
Week 25
Week 26
de beren
de keren
de kleren
de meren
de speren
de veren
leren
smeren
de oren
de sporen
boren
horen
storen
de deuren
de kleuren
de scheuren
sleuren
speuren
treuren
zeuren
net-als-woord: beren
bange
de gangen
de hanger
de hengel
jonge
de jongen
de lengte
de slinger
de vinger
dronken
de enkel
flinke
slanke
de winkel
hinken
janken
de botsing
de koning
de staking
de woning
net-als-woord: slang,
bank
de afstand
de avond
breed
het geluid
koud
het strand
verkeerd
de wind
het zand
de zeehond
geschikt
de hut
kapot
de landkaart
het moment
de plaat
het riet
de rust
de sloot
want
net-als-woord: hond,
kat
De n en de k zitten samen op
een bank.
Hoor je een t aan het eind van
een woord?
Er mag niemand tussen, anders
kunnen ze niet kussen.
Maak dan het woord langer,
zodat je d of t hoort.
Spelling groep 5
@dvd
Groep 5 blok 7
De toets van deze woorden is op _________
Week 29
het
een
het
het
het
een
een
een
een
het
een
het
het
het
het
het
het
het
het
een
eendje
eindje
grapje
kunstje
plekje
poosje
stukje
tijdje
ijsje
visje
beetje
meisje
boompje
geheimpje
raampje
buitje
broertje
diertje
eitje
uurtje
net-als-woord: grapje
Je hoort een [u] maar je
schrijft een e.
aardig
bezig
giftig
grappig
handig
lastig
nodig
rustig
twintig
zuinig
eerlijk
gevaarlijk
heerlijk
kwalijk
lelijk
moeilijk
natuurlijk
pijnlijk
sierlijk
vrolijk
de autopech
het gelach
de kachel
het lichaam
och
juichen
lachen
achter
het bericht
dichtbij
de ochtend
de opdracht
prachtig
rechter
rechtop
slechte
vannacht
vechten
vluchten
wachten
net-als-woord: handig,
vrolijk
net-als-woord: pech,
lucht
Je hoort [ug en luk] , maar je
schrijft ig en lijk.
Hoor je na een korte klank de
[gggt]?
Dan schrijf je cht. Behalve in:
hij ligt, hij legt, hij zegt.
Spelling groep 5
Week 30
Week 31
@dvd
Week 33
Groep 5 blok 8
De toets van deze woorden is op _________
Week 34
de boeven
de brieven
de dieven
lieve
blijven
geven
hoeven
leven
schrijven
verven
boze
grijze
de huizen
de keuze
onze
de prijzen
de rozen
kiezen
lezen
wijzen
net-als-woord: lieve,
boze
de krab
de slab
het web
ik heb
ik krab
de hap
de klap
de knoop
slop
de trap
de held
iemand
het lied
niemand
het woord
apart
onverwacht
het portret
de tekst
het tijdschrift
ruwe
de schaduw
schuwe
sluwe
de zwaluw
duwen
waarschuwen
eeuwenlang
eeuwig
de leeuwen
de sneeuwbal
de sneeuwvlok
de spreeuw
geeuwen
schreeuwen
sneeuwen
benieuwd
nieuwe
de nieuwslezer
het nieuwtje
net-als-woord: leeuw
net-als-woord: web,
hap, hond, kat
Bij uw, eeuw en ieuw, staat
voor de w een u.
Na een lange klank of
tweetekenklank schrijf
ik meestal een v of een z.
Week 35
@dvd
Groep 5 blok 9
De toets van deze woorden is op _________
Download