Engels Boekverslag Lees een Engels boek en beantwoord de vragen in het Nederlands (het mag ook in het Engels) en houd altijd rekening met de laatste inleverdatum. Lever het verslag op tijd in bij je docent Engels. Elk verslag bestaat uit een verplicht deel (A en B) en een keuzedeel (de delen C1 en C2) Verplicht Deel (onderdeel A en B) A. Noteer de volgende gegevens van het boek: Titel Schrijver Uitgever Jaar eerste uitgave Jaar van jouw uitgave Aantal bladzijden Genre B. Schrijf een samenvatting van 10 tot 20 regels over het gelezen boek. Keuze Deel C. Dit onderdeel bestaat uit twee blokken. Kies uit elk blok één vraag en beantwoord de vraag zo zorgvuldig mogelijk. Geef steeds duidelijk aan met welk blok je bezig bent en welke vraag je gekozen hebt. Voor je volgende verslag kies je bij het keuzedeel twee andere vragen uit C1 en C2. Zo komen de meeste vragen één keer aan bod. Blok C1: Kies 1 vraag 1. De personages uit het boek reageren soms anders op bepaalde situaties of lossen hun problemen anders op dan jij gedaan zou hebben. Bespreek in een stuk van ongeveer 250 woorden hoe jij gereageerd zou hebben op één of twee situaties die in 2. 3. 4. 5. het boek beschreven worden, of hoe jij de problemen die een personage in het boek tegenkomt zou oplossen. Vergelijk jouw aanpak met die van het figuur uit je boek. Een romanfiguur maakt vaak een ontwikkeling door in de loop van een verhaal. Kies twee personen uit je boek en beschrijf in ongeveer 250 woorden hoe en waardoor zij veranderen in de loop van het verhaal. In een verhaal komen allerlei personages voor. Geef in een stuk van 250 woorden aan welke persoon een held(in) is, op wie je zou willen lijken en waarom. Geef ook aan op welke persoon je absoluut niet zou willen lijken en waarom. Iedereen heeft leefregels: jij ook. Dat zijn regels over dingen die je wel of niet goed vindt, over dingen die je wel of niet zou doen. Ga na wat het verschil (of de overeenkomst) is tussen de leefregels van de personen in het verhaal en je eigen leefregels. Bespreek deze verschillen in een stuk van ongeveer 250 woorden. Houd een interview met de hoofdpersoon of de schrijver van het boek. Bedenk zelf vragen en antwoorden; verwerk in je interview zoveel mogelijk informatie over het boek. Dit stuk moet ongeveer 250 woorden lang zijn. 6. Schrijf een recensie van ongeveer 250 woorden over het boek. Schrijf iets over de inhoud, maar bespreek ook het thema van het boek en de onderlinge relaties van de personages. Een goede recensie is bovendien beoordelend. Beargumenteer waarom het een goed boek is of juist niet. Verwerk bovendien één of twee citaten in je recensie. Blok C2: Kies 1 vraag 1. Kies een passage uit het boek (maximaal 2 bladzijden). Vertel in een stuk van ongeveer 250 woorden wat er hier gebeurt en waarom dit een belangrijke passage is. Doe een kopie van de passage bij het verslag. Je kunt op de kopie belangrijke zaken onderstrepen en markeren. 2. Raad je klasgenoten aan het boek te lezen? Motiveer je antwoord in een alinea van ongeveer 250 woorden. 3. Er zijn verhalen waarin alles gewoon achter elkaar verteld wordt, maar soms worden de gebeurtenissen en de tijd door elkaar gegooid. Beschrijf in 250 woorden hoe het gelezen boek is opgebouwd, welk effect eventuele sprongen in de tijd hebben en wat jij van die opbouw vindt. 4. In sommige boeken zie je alles door de ogen van 1 persoon, in andere door de ogen van verschillende personen. Beschrijf in ongeveer 250 woorden hoe dat in het gelezen boek is en wat voor gevolgen dat heeft. 5. Ga na in hoeverre de gebeurtenissen in het door jou gelezen boek levensecht zijn: wat zou echt gebeurd kunnen zijn en wat niet? Leg uit in ongeveer 250 woorden. 6. Laat twee personen uit het boek met elkaar corresponderen. Schrijf minimaal twee brieven. 7. Schrijf een ingezonden brief van ongeveer 250 woorden aan een krant waarin je je flink boos maakt over het boek of over het gedrag van 1 van de hoofdpersonen. 8. Uit welke gegevens blijkt in welke tijd het boek speelt? Duidelijk toelichten in een stuk van ongeveer 250 woorden met verwijzingen naar feiten en gebeurtenissen uit het boek. 9. Schrijf een ander slot aan het boek (ongeveer 250 woorden). Succes met het maken van je verslagen!