Column Veiligheid is een onbewuste keuze Als risicoadviseur begeleid ik regelmatig bedrijven en organisaties met de implementatie van, en het nadenken over, risicomanagement. Hoewel de connotatie van dit woord niet positief is en relaties daarom soms over het managen van kansen willen spreken, is de basisgedachte, ongeacht het raamwerk (bijvoorbeeld COSO of ISO 31000), goed. Denk na over potentiële risico’s die de doestellingen van de organisatie bedreigen, probeer deze zo goed als dat gaat te kwantificeren en beperk de impact of de kans van optreden. Simpel. In de meeste gevallen zijn risico’s ook goed; ze dragen, volgens de economisch ingegeven portefeuilletheorie, bij aan een hoger rendement of de optimalisatie van middelen. Bewuste aanhangers van het werk van Markowitz zullen risicomanagement daarom ook zien als normaal management. Managers moeten immers continue afwegingen maken in het speelveld tussen opbrengsten en kosten. Niet geschoten is altijd mis. Wie niet waagt, wie niet wint. Hier ontstaat echter een probleem. De mate waarin wij risico’s accepteren of bewust nemen, is een deels onbewust proces. Zo kan het gebeuren dat het voor de ene vastgoedbeheerder volstrekt onacceptabel zal zijn brandgevaarlijke werkzaamheden te laten uitvoeren zonder het werken met een vuurvergunning. Een andere beheerder zal hiermee minder of geen moeite hebben. Deze verschillende meningen en uitvoeringsbesluiten komen regelmatig binnen één organisatie voor. Het blijft immers een persoonlijke inschatting. Dat geeft echter weinig voldoening. Hoe hierop te sturen? Een goed gesprek tussen directeur/ manager/ondergeschikte zou weleens de goedkoopste investering in veiligheid kunnen zijn. Uit de psychologie weten we dat jonge, blanke, mannen bereid zijn om meer risico’s te nemen. Dit verklaart voor een deel waarom deze groep wordt aangetrokken tot de financiële sector. Een sector die zoekt en zeker zocht naar risico’s. De achtergrond van deze eigenschap (risicobereidheid) ligt in een stabiele en vaak welvarende opgroei. waardoor de negatieve ervaring met risico’s vaak beperkt is gebleven. Alles is eigenlijk altijd goed gegaan. De risicobereidheid is ook hoger in bepaalde functies (sales en consultancy) en lager bij bijvoorbeeld (HR en Finance). Ook dit heeft een logische verklaring. Persoonlijkheidskenmerken als extraversie en emotionele stabiliteit dragen bij aan risicozoekend gedrag en bij deze functies hoort een bepaalde persoonlijkheid. Organisaties die op zoek gaan naar een voorman voor een magazijn met gevaarlijke stoffen doen er dus verstandig aan duidelijk te kijken naar wie zij voor zich hebben. Papieren zeggen niet alles. In de corporatiesector en overige delen van de publieke sector hebben we voorbeelden gezien van te grote risico’s met negatieve gevolgen en maatschappelijke verontwaardiging tot gevolg. Deze incidenten zijn onder andere goed onderzocht door de Advies Commissie Behoorlijk Bestuur (2013). Het rapport onder leiding van Femke Halsema is aantrekkelijk, omdat het een oplossing geeft. Deze is zowel eenvoudig als doeltreffend: het voeren van een goed gesprek. Halsema stelt in het rapport met de naam ‘Een lastig gesprek’ voor dat toezichthouder en bestuurder een goed gesprek hebben, maar waarom niet ook directeur en manager of manager en ondergeschikte. In dit gesprek moeten zaken open besproken kunnen worden. Een gesprek geeft de mogelijkheid om dieper te graven als het aankomt op de beleving van de veiligheidsorganisatie. Is het in dat gesprek raar als nadrukkelijk wordt gevraagd, hoe men denkt over risico’s en veiligheid? Ik denk het niet. Een goed gesprek zou echter weleens de goedkoopste investering in veiligheid kunnen zijn. Drs. B.W. (Bas) van der Tuyn, Industry Director bij verzekeringsmakelaar en risicoadviseur Aon. 19 926013-01_019_28-May-15_11:25:13_joke