Monniken en ridders 5.4 De opkomst van de Islam

advertisement
Hoofdstuk 5
Monniken en ridders
5.4 De opkomst van de Islam
In deze les leer je over
• Islam
• Moslims
Kenmerkend aspect
• het ontstaan en de verspreiding van de islam
De profeet Mohammed
• In 610 kreeg Mohammed in Mekka de opdracht een profeet
(boodschapper) van God te worden.
• Mohammed leerde mensen dat er net als bij het jodendom en het
christendom maar één God is: Allah (Arabisch voor God). Hij leerde
dat ze Allah moesten gehoorzamen.
De islam
• Mohammed stichtte in het Midden-Oosten een nieuwe
monotheïstische godsdienst, de islam.
• De naam Islam betekent onderwerping
• De aanhangers van de islam heten moslims (mensen die zich
onderwerpen).
• Mohammeds teksten werden na zijn dood (in 632) opgeschreven in
de Koran.
Mekka en Medina
• In 622 trok Mohammed van Mekka naar Medina. Hiermee begint de
islamitische jaartelling.
• In Medina stichtte Mohammed een islamitische staat. Mohammed
was de religieuze en politieke leider. Mohammed bepaalde aan
welke regels de gelovigen zich moesten houden en hij was
aanvoerder van een leger.
• Mekka werd de heiligste plaats van de islam.
Mohammed sprak zijn volgelingen toe op de binnenplaats van zijn huis.
Dat was het eerste gebedshuis van moslims, een moskee.
Het kenmerkend aspect
• Om de islam te verspreiden, veroverden Mohammed en zijn
opvolgers, de kaliefen, een islamitisch wereldrijk.
• Dit kalifaat kwam te liggen in het Midden-Oosten, Noord-Afrika en
grote delen van Spanje en Portugal.
De bloeiende Arabische cultuur
• In het kalifaat was Arabisch de hoofdtaal en de islam de
hoofdgodsdienst.
• Het was een landbouw stedelijke samenleving met een bloeiende
cultuur (kunst, wetenschap en bouwkunst).
• In de Arabische wereld (het hele gebied met Arabische cultuur)
hadden joden en christenen minder rechten. Ze mochten wel hun
geloof uitoefenen.
Handelaren in een stad
(1327).
Vijf zuilen van de islam
De vijf zuilen zijn de volgende:
1. De geloofsbelijdenis: iedere dag
uitspreken dat ze Allah als enige god
erkennen
2. De rituele gebeden 5 keer per dag
3. Het geven van aalmoezen: een
bedelaar iets geven
4. Het vasten tijdens ramadan
5. De pelgrimstocht naar Mekka (hadj)
Hadj
Samenvatting
In 622 verliet Mohammed Mekka en ging in Medina wonen. Daar stichtte hij de
eerste islamitische samenleving. Vanaf dat jaartal begint de islamitische
jaartelling.
De islam kreeg steeds meer volgelingen.  Zij werden moslims genoemd. De
kerken die hierbij hoorden, noemen we moskee.  In moskeeën komen
moslims samen om te bidden, zoals christenen dat doen in kerken.
Mohammed gaf zijn volgelingen de opdracht om de islam te verspreiden. 
Desnoods met geweld. (Heilige oorlog)
Toch waren ze de Arabieren meestal redelijk tolerant tegenover joden en
christenen.  Geloofden tenslotte ook in god.  wel hadden joden en
christenen minder rechten.
Tegenover polytheïstische godsdiensten (geloof in meerdere goden)  waren
zij niet tolerant.
Samenvatting
Soort samenleving: landbouw stedelijk met hoogontwikkelde cultuur
Hoogontwikkelde cultuur: bouwkunst op hoog niveau (Byzantijnse
koepelbouw) Moskeeën kregen minaretten.
Islamitische geestelijken verboden het afbeelden van mensen en dieren.
Teksten van Plato en Aristoteles werden vertaald van Grieks naar Arabisch 
Huis der Wijsheid, universiteit in Bagdad.
Ook Spanje en Portugal werden grotendeels veroverd.
In veroverde gebieden waren de moslims meestal verdraagzaam tegenover
andere godsdiensten, ook tegenover de christenen.
In Zuid – Frankrijk werden de moslims verslagen en zo stopte de opmars van
de islam in Europa.
Download