§3: Verkiezingen en kiesstelsels: Deelvraag: Hoe worden verkiezingen gehouden en wat zijn de belangrijkste kiesstelsels? §3: Verkiezingen en kiesstelsels: Eens per 4 jaar stemmen voor: - Tweede kamer - Provinciale Staten - Gemeenteraad - Deelgemeenteraden Eens per 5 jaar stemmen voor: - Europees Parlement §3: Verkiezingen en kiesstelsels: Passief kiesrecht: - Gekozen kunnen worden als lid van de Tweede Kamer en de andere volksvertegen-woordigende lichamen Actief kiesrecht: - Nederlanders van 18 jaar en ouder mogen hun stem uitbrengen Wie mogen in Nederland kiezen? “Volgens de grondwet mag iedere Nederlander kiezen en gekozen worden. Het begrip 'Nederlander' wordt uitgelegd als 'Nederlandse staatsburger'. Kiesrecht is dus gebonden aan staatsburgerschap, in tegenstelling tot veel andere grondrechten”. Toch mogen niet alle Nederlandse staatsburgers stemmen. Want bij wet zijn uitgezonderd de Nederlanders: • die op de dag van stemming jonger dan 18 jaar zijn • die van het kiesrecht zijn ontzet bij een rechterlijke uitspraak • Nederlanders die niet in Nederland wonen hebben wel stemrecht voor de Europese en Tweede Kamerverkiezingen. Kiesrecht voor ‘niet - Nederlanders’ • Bij gemeenteraads- en deelraadverkiezingen komt onder voorwaarden aan niet-Nederlanders het actief en passief kiesrecht toe. Niet-Nederlanders die op de dag van de kandidaatstelling ten minste vijf jaar onafgebroken legaal in Nederland verblijven, hebben onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders kiesrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen. • Niet-Nederlanders die onderdaan zijn van een lidstaat van de Europese Unie hebben onder dezelfde voorwaarden als Nederlanders kiesrecht voor de gemeenteraadsverkiezingen. • Sinds 2009 mogen Nederlanders gevestigd op de Nederlandse Antillen of Aruba stemmen voor het Europees parlement. Zij moeten zich wel laten registeren. §3: Verkiezingen en kiesstelsels: • Evenredige vertegenwoordiging • In het hele land dezelfde kieslijst • Alle stemmen tellen even zwaar • Het % aantal zetels is evenredig aan het % stemmen §3: Verkiezingen en kiesstelsels: Kiesdeler - Aantal geldig uitgebrachte stemmen 150 zetels - Voorbeeld: 10.000.000 geldig uitgebrachte stemmen dan is de kiesdeler: 10.000.000/150 = 66.667 stemmen voor 1 zetel nodig. 1 zetel §3: Verkiezingen en kiesstelsels: Districtenstelsel: - Land verdeeld in districten - Ieder district kiest één afgevaardigde in het parlement - 2 soorten: - met 1 ronde (alleen als absolute meerderheid had) - 2 rondes (de beste 2 gaan door, in de 2e ronde) §3: Verkiezingen en kiesstelsels: