Rechten Tweede Kamer

advertisement
Geschiedenis Hoofdstuk 6
Staatsinrichting Nederland
Constitutionele (parlementaire) monarchie
Constitutie: Grondwet. Hierin staan alle rechten en plichten van de gehele bevolking. Als er
geen grondwet is, spreekt men van een dictatuur. De grondwet beschermt ons.
Parlement: Volksvertegenwoordiging. Mensen die door het volk gekozen zijn om het land te
besturen.
Monarchie: Koningshuis. Het staatshoofd is de koning(in).
De koning is het staatshoofd van Nederland, maar moet zich aan de grondwet houden.
En moet verantwoording afleggen aan de volksvertegenwoordiging.
Toch is Nederland een democratie (= het volk heerst).
Het volk kies niet het staatshoofd, maar wel het parlement (=volksvertegenwoordiging)
en zij controleren de koning(in) en de ministers (= de regering).
De koning(in) is onschendbaar en de ministers zijn verantwoordelijk.


Onschendbaarheid: koning(in) kan niet op zijn/haar gedrag worden aangesproken.
Ministeriële verantwoordelijkheid: de ministers zijn verantwoordelijk voor de
daden van de regering en dus ook die van de koning(in).
Staatsinrichting
Prinsjesdag


Opening parlementaire jaar op de derde dinsdag van september.
De regering maakt haar plannen voor het komende jaar bekend via de Troonrede.
Troonrede
Koning(in) spreekt namens de regering de Eerste- en Tweede Kamer (Staten Generaal)
toe. (Geschreven door de ministers en zijn ambtenaren.)


Ze leest voor hoe de toestand in Nederland is (bv. hoe hoog de werkloosheid is).
Ze leest de belangrijkste plannen (= wetsvoorstellen) van de regering voor het
komende jaar voor (bv. wat hun wetsvoorstellen zijn, hoe ze de werkloosheid willen
oplossen).
Rijksbegroting
De begrotingen van alle ministeries worden bekend gemaakt.

Wat gaan de ministeries uitgeven en ontvangen het komend jaar om hun plannen (=
wetsvoorstellen) uit te voeren.
Miljoenennota / Miljardennota
Toelichting op de Rijksbegroting, is financiële overzicht van de regering.
Driemaal macht
Kiesrecht (Nederland): Alle burgers van 18 jaar en ouder met een Nederlands paspoort
mogen stemmen.
1. Actief kiesrecht: Het recht om te mogen stemmen.
2. Passief kiesrecht: Het recht om je verkiesbaar te stellen.
Kiesplicht (België): Iedereen die stemgerechtigd is moet gaan stemmen.
In Nederland stemmen we direct voor:




Gemeenteraadsleden.
Leden Provinciale Staten.
Tweede Kamerleden.
Leden Europees parlement.
In Nederland stemmen we indirect voor:

Eerste Kamerleden.
Tweede Kamer



Belangrijkste onderdeel van onze volksvertegenwoordiging.
Rechtstreeks gekozen door het volk.
Het volk stemt op personen die lid zijn van een politieke partij.
> Als deze partij genoeg stemmen heeft, dan krijgen ze één of meer zetels in de
Tweede Kamer.
Hoeveel stemmen heb je nodig voor één zetel?
Totaal uitgebrachte stemmen
_________________________________________
= Kiesdeler
Totaal aantal zetels in de Tweede Kamer (= 150)
De kiesdeler is de hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor één zetel in de
Tweede Kamer.
Behaalde stemmen
________________
=
Zetels per partij.
Kiesdeler
In Nederland gaan er geen stemmen verloren.

Evenredige vertegenwoordiging. Haalt een partij 35% van de stemmen, dan
krijgt die partij 35% van de zetels in de Tweede Kamer.
Formatieperiode
De periode na de Tweede Kamer verkiezingen als er een nieuw kabinet (= ministers en
staatssecretarissen) wordt samengesteld.
Stap 1:
De koning(in) benoemt een informateur:


Onderzoekt welke politieke partijen kunnen samenwerken (hebben ze een
meerderheid in de Tweede Kamer).
Onderzoekt of de politieke partijen wel samen kunnen werken (hebben ze dezelfde
politieke ideeën).
Stap 2:
De koning(in) benoemt een formateur:



Stelt het kabinet samen (benoemt of benadert ministers en staatssecretarissen).
Stelt het regeerakkoord op samen met de fractievoorzitters van de meeregerende
politieke partijen.
Wordt zelf bijna altijd minister president.
De partijen die samenwerken en de ministers leveren noemen we een coalitie. De coalitie
heeft bijna altijd een meerderheid in de Tweede Kamer (= minimaal 76 zetels).
Anders worden altijd alle wetsvoorstellen van de ministers afgekeurd!
Fractie:
Alle leden van een politieke partij die in de Tweede Kamer zitten. Elke fractie heeft zijn
woordvoerder/leider in de Tweede Kamer. Dat is de fractievoorzitter.
Staten Generaal
Onze volksvertegenwoordiging/parlement (= de Staten Generaal) bestaat uit twee
onderdelen: De Eerste en de Tweede Kamer.
Eerste Kamer wordt gekozen door getrapte verkiezingen.
Het volk kiest leden voor de Provinciale Staten, en zij kiezen de leden voor de Eerste Kamer.
Gemeente
Provincie
Rijk
Volksvertegenwoordiging Bestuur
Gemeenteraad
College van
Burgemeester en
Wethouders (B&W)
Provinciale Staten
Gedeputeerde
Staten
Staten-Generaal (Tweede en De regering
Eerste Kamer)
Voorzitter
Burgemeester
Commissaris van
de Koningin
Minister President
Rechten van de Staten-Generaal
De Eerste en Tweede Kamer hebben een wetgevende en controlerende taak.
Hiervoor hebben zij allerlei rechten.
Rechten Eerste en Tweede Kamer
Recht
Uitleg
Soort taak
Budgetrecht
De Eerste en de Tweede Kamer hebben
het recht om de staatsuitgaven (= de
rijksbegroting) en de staatsinkomsten
(= belastingheffing) goed of af te
keuren. Zo bepalen zij samen met de
regering hoeveel geld de overheid zal
uitgeven en waaraan zij dit zal doen.
Controlerende taak
Recht van
Enquête
Als het parlement vindt dat een bepaalde
taak tot op de bodem uitgezocht moet
worden, kan het een zelfstandig
onderzoek instellen – buiten de ministers
om. De zwaarste onderzoeksvorm is de
parlementaire enquête.
Controlerende taak
Vragenrecht
Ieder Kamerlid mag een minister ter
verantwoording roepen en vragen
stellen. Een minister is verplicht om naar
de kamer te komen en de vragen te
beantwoorden.
Controlerende taak
Motierecht
Ieder Kamerlid (met steun van 5 mede
Kamerleden) mag een motie indienen, als
meer dan de helft van de Kamer
toestemt wordt hij ingediend.
Met moties kunnen Kamerleden de
regering vragen om ergens aandacht aan
te besteden, een wetsvoorstel te maken
of een oordeel te geven over het
gevoerde beleid.
Controlerende taak
Recht om over
Eerste en Tweede Kamer stemmen voor
wetsvoorstellen of tegen de wetsvoorstellen.
te stemmen
Wetgevende taak
Rechten Tweede Kamer
Recht
Uitleg
Soort taak
Recht van
Amendement
Het recht van de Tweede Kamer om
wijzigingen aan te brengen in een
wetsvoorstel.
Het recht van de Tweede Kamer om zelf
een wetsvoorstel te maken.
Wetgevende taak
Recht van
Initiatief
Wetgevende taak
Begrippen
Soevereiniteit
‘de hoogste macht’; vroeger had de koning de soevereiniteit, in
een moderne democratie wordt gesproken van
volkssoevereiniteit.
Constitutionele staat
Staat waarvan het bestuur is geregeld in een grondwet.
Liberalen
Politieke stroming uit de negentiende eeuw. Zij gaan uit van de
vrijheid van het individu, de staat moet zich zo weinig mogelijk
met de samenleving bemoeien.
Parlement
Volksvertegenwoordiging. Het parlement heeft als hoofdtaak de
controle van het bestuur.
Cenuskiesrecht
Een verkiezingssysteem waarbij het actief en/of passief
kiesrecht is voorbehouden aan burgers die een bepaald bedrag
aan belasting betalen.
Algemeen kiesrecht
Alle mensen in Nederland mogen hun stem uitbrengen om hun
vertegenwoordigers te kiezen.
Gemeenteraad
De gekozen volksvertegenwoordiging van een gemeente.
Burgemeester
De voorzitter van de gemeenteraad en het dagelijks bestuur
van de gemeente (het College van Burgemeester en
Wethouders).
College van B & W
Het dagelijks bestuur van een gemeente.
Provinciale Staten
De gekozen volksvertegenwoordiging van een provincie.
Gedeputeerde Staten
Het dagelijks bestuur van de provincie.
Commissaris van de Koningin
Staten-Generaal
De voorzitter van de Provinciale Staten en Gedeputeerde
Staten in een provincie.
Sinds de grondwet van 1814 is de Staten-Generaal de
verzamelde volksvertegenwoordiging van het Nederlandse volk
(1e en 2e Kamer).
Confessionelen
Politieke groeperingen die zich verwant voelen met een kerkelijke
stroming. Ze nemen in de politiek de Bijbel als basis voor hun
handelen.
Links
Progressief, vooruitstrevend. Zijn voor een grote overheidsbemoeienis
(uitkeringen, minimum loon). Milieu hoog in het vaandel.
Rechts
Conservatief, behoudend. Beperking uitkeringen, versoepeling
ontslagrecht, niet al te grote overheidsbemoeienis (“discrimineert”;
geloof, afkomst, geslacht).
Referendum
Directe volksraadpleging over belangrijke zaken.
Download