Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 1 van 19 Dit kwaliteitsstatuut is een 'soort gids' met antwoorden op de meest gestelde vragen over de kwaliteit van ons zorgaanbod. Begrijpt u bepaalde informatie niet? Of is de informatie te algemeen, waardoor onduidelijk is wat die precies voor u betekent? Vraag dan vooral door totdat u antwoord op uw vragen krijgt en de geboden informatie begrijpt. Een goede voorbereiding helpt hierbij. Denk daarom vooraf na wat u in elk geval wilt weten – en zet dat desnoods kort op papier. Dan weet u zeker dat u geen vraag vergeet in het gesprek met uw verwijzer of zorgverlener. Doel van dit kwaliteitsstatuut is dat u de juiste hulp krijgt, op de juiste plaats, door de juiste zorgverlener(s). En dat alles binnen een professionele en kwalitatief verantwoorde omgeving. Als cliënt moet u direct merken of er inderdaad sprake is van 'gepaste zorg’. Doordat u ervaart dat er echt naar u wordt geluisterd. Doordat er met u wordt overlegd welke behandeling het beste aansluit bij uw persoonlijke vragen, mogelijkheden, doelen en behoeften. Doordat uw behandelaar met u bekijkt hoe uw persoonlijk netwerk het beste bij de zorg kan worden betrokken. En doordat u merkt dat het behandelproces soepel verloopt, omdat alles goed wordt gecoördineerd en afgestemd. De zogeheten ‘regiebehandelaar’ (regelmatig tevens 'de behandelcoördinator') voor u bij de Mutsaersstichting, speelt hierbij een belangrijke rol. Dit is degene die er als eindverantwoordelijke op toeziet dat uw behandeling van goede kwaliteit is. De regiebehandelaar borgt de kwaliteit van de diagnose en het behandelplan in het multidisciplinair overleg. De behandelcoördinator is degene bij wie u terecht kunt met de meeste vragen of opmerkingen. Zij of hij neemt de regiebehandelaar veel regelwerk uit handen. Wie regiebehandelaar en behandelcoördinator is, kan per behandelfase verschillen. De Mutsaersstichting wil u hierover duidelijk informeren. De voorkeur heeft zo min mogelijk wisseling van regiebehandelaar en behandelcoördinator. Nog beter is dat de regiebehandelaar tegelijk ook kan optreden als behandelcoördinator, maar waar meerdere hulpverleners en instanties zijn betrokken bij de hulpverlening is dit niet haalbaar vanwege de schaarse uren hoog opgeleide hulpverleners. Het zorgaanbod van Mutsaersstichting biedt - waar van toepassing in combinatie met speciaal onderwijs- hulp als 1 full-service centrum; actief op de gebieden jeugdhulp, GGZ, onderwijs, samen met lokale instanties; aanvullend op wat lokaal kan. Vanuit diverse locaties in Limburg en Oost-Brabant bieden we jeugdhulp en geestelijke gezondheidszorg aan kinderen, jongeren en hun gezinnen, waar nodig in combinatie met speciaal onderwijs, diverse vormen van dagbesteding en/of 'op weg naar werk' projecten. Dit kan vaak in korte trajecten: met ambulante hulp, dagbehandeling- en/of woon-leefgroepen in 1 plan samen met onderwijs en andere instanties. Soms kan het niet anders dan met een langere periode met hulp, dan weer wat intensiever, dan weer heel beperkt, passend bij uw mogelijkheden. De Mutsaersstichting is sterk in specialistische vroeginterventies aanvullend op wat lokale hulpverleners kunnen diagnosticeren en doen. We ondersteunen snelle, pragmatische en oplossingsgerichte hulp, aan kinderen en jongeren met een (dreigende) verstoorde ontwikkeling en aan hun ouders. Maar ook aan gezinnen, slachtoffers en daders van huiselijk geweld. De Mutsaersstichting is gespecialiseerd in hulp na 'geweld in afhankelijkheidsrelaties' en ook in de hulpverlening in geval van gedragsproblematiek bij licht-verstandelijk gehandicapte kinderen en jongeren en hun gezinnen. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 2 van 19 We houden van korte lijnen, één aanspreekpunt, één persoon / behandelcoördinator die op uw aanwijzingen het hele traject coördineert en begeleidt, met een regiebehandelaar op maat betrokken om de juiste hulp te borgen. Vanuit de gedachte 'één kind één plan' wordt in samenspraak met u, eventueel ook uw naasten, en met de lokaal al betrokken hulpverleners (en leerkrachten) een persoonlijk behandel- en begeleidingsplan samengesteld. Een bij uw gezin en situatie passend plan, dat u zelf kan volgen en sturen, en waarin concrete, toetsbare doelstellingen zijn opgenomen. Dit plan vormt de basis voor oplossingen op maat van uw zorgvraag. Dit gebeurt onder de hoede van een regiebehandelaar met een geïntegreerde, multidisciplinaire aanpak. Een aanpak waarin - waar mogelijk - alle betrokkenen, cliënt/familie en hulpverleners, samenwerken en versterken. De aanpak van Mutsaersstichting ondersteunt uw eigen mogelijkheden in uw situatie. Dat wérkt , dat merkt u al snel ! Dit kenmerkt onze werkwijze en maakt de Mutsaersstichting uniek in Nederland. Naast klinische en deeltijd behandeling kunnen vanuit zorgprogramma's de volgende modules worden ingezet: - Ambulante behandeling - Gezinsbehandeling/begeleiding - Gezinsopnames - Logeren - Dagbesteding / begeleiding groep (BGG) - Begeleiding individueel (BGI). - Vrouwenopvang, Zorgprogrammering borgt dat de hulpverlening bij de tijd is qua expertise en wetenschappelijke richtlijnen. Onze zorgprogramma's zijn in overeenstemming met professionele standaard beschreven, waardoor effecten van hulp meetbaar zijn en met de zorgvrager worden besproken. De zorgprogramma's die wij voeren zijn: - ADHD - Affectief-emotionele stoornissen - Autisme spectrum stoornissen - Eetstoornissen - Infant Mental Health - Informatieverwerkingsstoornissen - Orthopedagogische systeembehandeling - Traumabehandeling - Geweld in afhankelijkheidsrelaties De Mutsaersstichting werkt in de directe hulpverlening met vele organisaties en instanties (ketenpartners) binnen de zorg -, onderwijs- en veiligheidssector in de regio samen. Naast deze ketenpartners zoeken we ook actief verbinding met nationale en internationale organisaties en ondernemingen die de full service visie op (jeugd)zorg, onderwijs en hulpverlening tot achter de voordeur delen en/of ondersteunen. Structurele samenwerkingsafspraken met andere zorg- en onderwijsaanbieders maken we in het belang van u en uw gezin wanneer onze samenwerkingspartners dezelfde kernwaarden en expertise willen delen. Onder hoofdstuk 8 van dit kwaliteitsstatuut vindt U welke structurele samenwerkingspartners dit zijn. De belangrijkste om hier te noemen zijn: Onderwijsexpertise de Wijnberg SO / VSO, Aloysius Stichting (VSO De Ortolaan en SO De Spoorzoeker) en Stichting Onderwijs Midden Limburg. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 3 van 19 Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 4 van 19 In Kennis- en ExpertiseCentra (KEC’s) in Roermond (KEC Donderberg), Weert (KEC i.o.), Venlo (KEC locatie Postweg) en Venray (KEC i.o.) biedt de Mutsaersstichting samen met onderwijs en lokale partners maatwerk in speciaal onderwijs en, indien nodig, zorg, voor kinderen met een leer- en ontwikkelingsprofiel. Uitgangspunt is 1 gezin, 1 plan. Dagelijks staat een betrokken team van professionals klaar om kinderen in een specialistische en pedagogisch veilige situatie die vaardigheden te laten verwerven, die hen optimaal in staat zullen stellen om samen met anderen in onze samenleving te leven en werken; op hun manier gelukkig en op hun plaats. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 5 van 19 KEC's waar en voor wie? KEC de Donderberg is er voor kinderen en jeugdigen van 0 tot 23 jaar die een specifieke leer- en/of ontwikkelingsvraag hebben. Dit kan variëren van een jong kind met ernstige psychiatrische ondersteuningsvragen tot een jeugdige die het tijdelijk moeilijk heeft op de middelbare school. Kernwaarden en expertise worden gedeeld in het belang van 1 gezin, 1 plan. (Web)adres: Kasteel Hillenraedtstraat 36, 6043 HK, Roermond; www.kecdedonderberg.nl Regionaal Kennis- en Expertisecentrum Weert (RKEC) is er voor alle kinderen en jeugdigen van 0 tot 23 jaar die een specifieke leer- en/of ontwikkelingsvraag hebben. Dat kan variëren van een jong kind met ernstige psychiatrische ondersteuningsvragen tot een jeugdige die het tijdelijk moeilijk heeft op de middelbare school. Kernwaarden en expertise worden gedeeld in het belang van 1 gezin, 1 plan. Voorlopig (web)adres: Het Kwartet Dr. Kuyperstraat 219, 6004 AK Weert; www.mutsaersstichting.nl/verwijzers/weert en www.kecweert.nl. Onderwijsexpertise de Wijnberg SO / VSO vormt samen met de Mutsaersstichting in Venlo en in Venray een Full Service Centrum voor (sociale) kindergeneeskunde, en biedt steun bij complexe opvoedingsvraagstukken, psychiatrische zorg voor kinderen, jongeren en volwassenen, speciaal onderwijs SO en VSO, aanpak huiselijk geweld, vrouwenopvang, opleidingen en onderzoek. Onderwijsexpertise de Wijnberg biedt passend (V)SO-onderwijs voor kinderen met een ernstig disharmonisch ontwikkelingsprofiel.Kernwaarden en expertise worden gedeeld in het belang van 1 gezin, 1 plan. (Web)adressen: Postweg 88, 5915 HB, Venlo; www.dewijnberg.nl Molenpad 10, 5801 VD, Venray; www.dewijnberg.nl Hoeve De Koalder biedt, in een structureel samenwerkingsverband met de Mutsaersstichting, dagbesteding, begeleiding, training en wonen aan jeugdigen. Kernwaarden en expertise worden gedeeld in het belang van 1 gezin, 1 plan. (Web)adres: Leukerweg 3, 6095 NX, Baexem; www.hoevedekaolder.nl Psychologenpraktijk OOG B.V. biedt, in een structureel samenwerkingsverband met de Mutsaersstichting, geestelijke gezondheidszorg aan jeugdigen en hun gezinnen. Kernwaarden en expertise worden gedeeld in het belang van 1 gezin, 1 plan. Let op Oog heeft meerdere bezoekadressen in Eindhoven en omgeving (Geldrop en Mierlo). (Web)adres: Strijpsestraat 82, 5616 GS, Eindhoven; www.oogpsychologen.nl Regionaal SIR overleg (Seksualiteit en Intimiteit in relaties) Overlegvorm waar diverse ketenpartners aan deelnemen gericht op coordinatie van preventie en hulpverlening inzake grensoverschrijdend gedrag rond seksualiteit en intimiteit. NAW / website: niet aanwezig Federatie Opvang Landsdeeloverleg Zuid Overlegvorm waar diverse ketenpartners aan deelnemen (vrouwenopvang) NAW / website: niet aanwezig Expertiseoverleg ouderenmishandeling Overlegvorm waar diverse ketenpartners aan deelnemen NAW / website: niet aanwezig Screeningsteam Helse Liefde. Meldpunt Loverboyproblematiek NAW: niet aanwezig http://www.meldpuntaanpakloverboyslimburg.nl/ Regionaal PSH(OR) netwerk verantwoordelijk voor psychosociale opvang bij rampen en ongelukken NAW niet aanwezig / www.limburg-veilig.nl/de-veiligheidsregio Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 6 van 19 Alle medewerkers voldoen aan de opleidings- en functie-eisen. Met een toetsbaar opleidingsbeleid borgt de Mutsaersstichting dat medewerkers bekwaam en bevoegd blijven, en zich door kunnen blijven ontwikkelen. Medewerkers worden regelmatig aangesproken op hun verantwoordelijkheid voor (na-)scholing en registratie (BIG/SKJ). Moderne software ondersteunt daarbij. Elke medewerker is nadrukkelijk zelf verantwoordelijk voor het op peil houden van zijn bekwaamheid. Dit is een regelmatig terugkerend onderwerp tijdens periodieke evaluatiemomenten. In de werkoverleggen, bij werkbegeleiding en intervisie wordt het handelen besproken en worden eventuele benodigde verbeteringen vastgesteld. Daarnaast wordt periodiek het professioneel handelen getoetst op basis van de evaluatie van de hulpverlening, de cliëntmetingen en eventuele klachten. Verbetermaatregelen worden door de leidinggevende op navolging en effect bewaakt. In contacten met de opleidingsinstellingen wordt structureel geïnvesteerd door een vaste praktijkopleider. Alle nieuwe medewerkers doorlopen een verplicht opleidingsprogramma in het eerste jaar. De inhoud van de opleidingen wordt regelmatig aangepast aan nieuwe inzichten over hoe hulp te bieden bij hulpvragen van de cliënt. Mutsaersstichting biedt in samenwerking met universiteiten en hogescholen onderzoeks-, stage- en opleidingsplekken aan voor psychiaters, kinderartsen, klinisch psychologen, gezondheidszorgpsychologen, orthopedagogen etc. In de functiebeschrijving is vastgelegd welke medewerkers geregistreerd moeten zijn. Voor indiensttreding wordt door de HR-adviseur het beroepsregister geraadpleegd en een actuele uitdraai hiervan wordt opgenomen in het personeelsdossier. Periodiek (1x per jaar) worden alle geregistreerde medewerkers in het register gecheckt op beperkingen. De afdeling HR stuurt jaarlijks in de maand januari aan alle leidinggevende het actuele overzicht van alle medewerkers met een SKJ / BIG-registratie, zodat zij hierop (indien nodig) actie kunnen ondernemen. Onder strikte voorwaarden (bevoegd en voldoende training / bekwaamheid) mogen medewerkers voorbehouden handelingen verrichten. En ook, volgens de wet, voor zover bekwaam in opdracht van een (kinder-)arts. Het team HRD houdt een actueel overzicht bij van welke medewerkers waarvoor bekwaam en/of bevoegd zijn; dit is het 'Overzicht bekwaamheidsverklaring voorbehouden handelingen en medicatieverstrekking'. Het team HRD stuurt jaarlijks in de maand januari, zowel aan de kinderarts als de leidinggevenden, het actuele 'Overzicht bekwaamheidsverklaring voorbehouden handelingen en medicatieverstrekking', zodat zij hier (indien nodig) actie op kunnen nemen. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 7 van 19 Een overzicht van de belangrijkste wettelijk vastgelegde rechten van cliënten, zoals het recht op informatie over de behandeling en het recht op inzage in uw dossier, vindt u onder andere hier: [https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/patientenrecht-en-clientenrecht]. Hulpverleners kunnen via een intern digitaal kwaliteitshandboek direct alle zorgstandaarden en richtlijnen van toepassing op maatschappelijke ondersteuning, jeugdhulp en ggz raadplegen en desgevraagd aan u een exemplaar mailen. Documenten in het kwaliteitshandboek blijven up-to-date door middel van een vaste beoordelingscyclus. Bij indiensttreding maken nieuwe medewerkers kennis met het kwaliteitshandboek. Eenmaal in dienst worden medewerkers via diverse communicatiemiddelen op de hoogte gebracht van updates van documenten. Bij onvoorziene omstandigheden en na incidenten wordt retrospectief geanalyseerd of de geldende zorgstandaarden en richtlijnen gevolgd zijn. Per periode worden incidenten opgeteld en geanalyseerd of daar verbeteringen uit zijn af te leiden. Dan wordt ook gekeken of eerdere verbetermaatregelen zijn opgevolgd en effect hadden. Hulpverleners overleggen over zorgstandaarden en richtlijnen (voor specifieke doelgroepen met zorgprogrammacoördinatoren) en nemen periodiek deel aan intervisiegroepen; ook in jaargesprekken wordt dit getoetst. Belangrijke thema's zijn opgenomen in de intervisiebijeenkomsten en in de bij- en nascholingsprogramma's (seksualiteit, meldcode, middelengebruik, veiligheid). Hulpverleners wisselen groepsgewijs toetsingsbezoeken uit met andere zorgaanbieders om de kwaliteit van zorg te (laten) toetsen. Daarop volgende verbetermaatregelen worden op navolging en effect bewaakt. BIG-geregistreerde medewerkers borgen hun registratie door jaarlijks een verplicht aantal punten te halen. Hierop wordt gecontroleerd door het team HRD en tijdens het jaargesprek. Eenzelfde eis geldt voor SKJ-geregistreerde medewerkers (dit betreft alle andere medewerkers in het primaire proces). Daarnaast is er een opleidingscarrousel waarin BIG-gerelateerde cursussen en andere cursussen, noodzakelijk voor het op peil houden van de deskundigheid bij medewerkers, belegd zijn. Tenslotte, onze visie op scholing is vastgelegd. Op basis van het meerjarenbeleid, het opleidingsbeleid, het jaarplan en de uitkomsten van jaargesprekken stelt de HRD-adviseur jaarlijks, i.s.m. de teamcoördinatoren een opleidingsjaarplan op. Belangen van medewerker en organisatie worden hierin zo goed mogelijk op elkaar afgestemd. Het opleidingsbeleid wordt jaarlijks op doeltreffendheid geëvalueerd . De afdeling HR voert hiertoe een analyse uit, die met de leiding wordt besproken. Een medewerker kan een aanvraag indienen voor het volgen van een individuele opleiding. Over de kosten van scholing en de te investeren tijd zijn afspraken vastgelegd in het richtlijn opleidingsfaciliteiten. Leidinggevenden, zorgprogrammacoördinatoren zijn verantwoordelijk voor de uitvoering van de scholingsplannen. Medewerkers vullen na afloop van een gevolgde cursus of training een evaluatieformulier in en sturen het behaalde certificaat of diploma naar het team HRD. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 8 van 19 Twee voorbeelden van borging van de deskundigheid onder medewerkers in de leefgroepen: 1. Voor de medewerkers van de gesloten en besloten leefgroepen (in de kliniek) geldt een tweejaarlijkse verplichte bijscholing intramusculair injecteren (dus ook voor groepsleiding). Bijscholing subcutaan injecteren en inbrengen maagsonde vindt enkel op indicatie plaats. Tijdens de (bij)scholing wordt onder de verantwoordelijkheid van de kinderarts een bekwaamheidstoets afgelegd. De bekwaamheidsverklaring wordt door de kinderarts vastgelegd op het registratieformulier voorbehouden handelingen en opgestuurd naar het team HRD, waar het vervolgens gearchiveerd wordt in het personeelsdossier. 2. Er geldt voor alle medewerkers een tweejaarlijkse verplichte bijscholing medicatie verstrekken. Dit zorgt dat alle medewerkers die werkzaam zijn als groepsleiding op de (deeltijd) leefgroepen bevoegd en bekwaam zijn voor het verrichten van de voorbehouden handeling medicatie verstrekken (conform protocol autorisatie medicatieverstrekking). De directe hulpverlening van de Mutsaersstichting is in het document ‘Beschrijving primair proces’ beschreven als één heldere doorlopende proceslijn, een rode draad, die bij elke cliënt van de Mutsaersstichting gevolgd wordt. Dit proces kent periodieke ijkmomenten, enerzijds in overleg met de cliënt, anderzijds in overleg met het multidisciplinaire team. Een behandel(onderzoek)periode wordt afgesloten met een evaluatieoverleg. Het evaluatieoverleg vindt na elke drie maanden (met een maximale uitloop naar 6 maanden) plaats (of zoveel eerder als nodig). Het evaluatieoverleg is multidisciplinair. In het multidisciplinaire team nemen zowel regiebehandelaar (vaak tevens behandelcoördinator) als de andere betrokken behandelaren deel. Wanneer van toepassing neemt ook de leerkracht deel. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 Pagina 9 van 19 Verslaglegging vindt plaats ondersteund door formats voor onder andere het intakeverslag, behandelplan, voortgangsverslag, evaluatieverslag en eindverslag. Verslagen worden ondertekend door de regiebehandelaar en de behandelcoördinator (voor zover dat niet dezelfde persoon is). Zij ondertekenen het intake-, evaluatie- respectievelijk eindverslag als kwaliteitswaarborg dat het multidisciplinaire overleg heeft plaatsgevonden en goed in het verslag is weergegeven. Het behandelplan en de daarin geformuleerde doelen worden op regelmatige basis geëvalueerd zoals beschreven in de Beschrijving primair proces. Zowel binnen het multidisciplinaire team als met het cliëntsysteem. Uitkomsten van deze evaluaties worden verwerkt tot aanpassingen van het behandelplan, inclusief doelen. Ze zijn bepalend voor het op- of afschalen van de intensiteit en de aard van het aanbod van de zorg. Bij de afweging van een op- of afschaling, of een door- of terugverwijzing, wordt na het evaluatieoverleg door de behandelcoördinator de cliënt gesproken in een adviesgesprek. Indien u daar prijs op stelt wordt daarbij de 'vervolg'-hulpverlener uitgenodigd. In ieder geval wordt gestreefd naar een warme overdracht tussen de behandelcoördinator en de hulpverlener die het vervolg gaat verzorgen. Een warme overdracht houdt in dat zij elkaar persoonlijk spreken (dus niet enkel telefonisch). De regiebehandelaar blijft regieverantwoordelijk voor de inhoud van de zorgverlening. Bij essentieel verschil van mening tussen betrokken behandelaren wordt het geschil aan de teamcoördinator voorgelegd. Zijn oordeel wordt opgevolgd (eventueel op geleide van een in- of extern onderzoek). Bij harde verschillen van inzicht tussen bij een zorgtraject betrokken hulpverleners wordt opgeschaald naar de bestuurder. Deze vraagt in geval van BOPZ-hulpverlening de 1e BOPZgeneeskundige, of een onafhankelijk externe mediator/inhoudsdeskundige, om advies of bemiddeling. Bij andere hulpverlening vraagt de bestuurder de zorgcontroller om advies of bemiddeling, tenzij deze aangeeft dat in een bepaalde casus specifieke expertise hiervoor beter om zijn plaats is. Elke beroepsbeoefenaar krijgt de ruimte om vanuit zijn deskundigheid invulling te geven aan zijn of haar professionele verantwoordelijkheid. Concreet houdt dit in dat (het behandelbeleid van) Mutsaersstichting niet van een beroepsbeoefenaar kan eisen dat hij of zij handelt in strijd met zijn/haar professionele standaard. Onder professionele autonomie is inbegrepen de verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaar om verantwoording af te leggen over zijn of haar handelen. De instelling kan aan de wijze van uitoefening van de cliëntenzorg wel regels en richtlijnen stellen. Zo dient een beroepsbeoefenaar zich te houden aan protocollen en richtlijnen die de instelling heeft opgesteld, bijvoorbeeld behandelbeleid voor bepaalde doelgroepen. Als de medewerker in een individuele casus afwijkt van instellingsprotocollen dan dient hij dit gemotiveerd te doen met een vermelding in het dossier. Een cliënt kan bij twijfel of over een teken van ongenoegen in overleg treden met een cliëntenvertrouwens-persoon en/of een hiërarchisch leidinggevende; of een klacht indienen bij de klacht-/geschilleninstantie van de Mutsaersstichting vernoemd in de klachtenregeling. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 10 van In elk geval zal de leidinggevende na een ontvangen klacht de cliënt vrijblijvend een bemiddelingsgesprek aanbieden. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 11 van Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 12 van Geef tijdens de kennismaking duidelijk aan wat uw probleem is en waarvoor u hulp zoekt. Ga ook na of de Mutsaersstichting inderdaad kan voldoen aan uw verwachtingen. Vraag waar nodig door als er zaken onduidelijk zijn. En ga na afloop van het gesprek bij uzelf na of u voldoende vertrouwen heeft gekregen in de Mutsaersstichting. De aanmeldprocedure: 1. Telefonische aanmelding door cliënt of verwijzer bij instroomcoördinator 2. Instroomcoördinator: Plannen kennismakingsgesprek met cliënt (binnen 5 werkdagen na aanmelding) 3. Kennismakingsgesprek: verduidelijking hulpvraag van cliënt in relatie tot passend aanbod en vastleggen van basisgegevens in dossier. Aanwezig: cliënt, instroomcoördinator en zorgsecretaresse. De intake begint met een kennismaking tussen aanbieder en cliënt. De cliënt en eventueel zijn naasten gaan na of de aanbieder voldoet aan zijn verwachtingen. De aanbieder gaat in ieder geval na of hij een effectief en doelmatig aanbod kan formuleren dat aansluit op de zorgbehoefte, wensen en mogelijkheden van de cliënt. Indien de zorgaanbieder geen passend aanbod heeft dat aansluit bij de zorgvraag van de patiënt, verwijst hij de cliënt terug naar de verwijzer. Bij voorkeur met advies voor een beter passend behandelaanbod (bijvoorbeeld een ander echelon of een behandelaar met een andere specifieke deskundigheid). Bij het kennismakingsgesprek legt de hulpverlener vast wie vanaf dat moment verantwoordelijk is voor de cliënt en wie als aanspreekpunt fungeert in de periode tot aanvang van de behandeling. Dit aanspreekpunt is in deze fase de regiebehandelaar. De hulpverlener informeert de cliënt over deze afspraken. Ook bespreken de hulpverlener en cliënt hoe te handelen wanneer in deze periode de toestand van cliënt verergert. 4. Instroomcoördinator koppelt cliënt aan passend zorgprogramma 5. Voeren intakegesprek: Het intakegesprek start tussen de cliënt (systeem) en behandelcoördinator; De behandelcoördinator stelt aan de cliënt de regiebehandelaar voor en informeert de cliënt over de taakverdeling. De behandelcoördinator legt uit dat hij verantwoordelijk is voor het regelwerk in en rond het zorgproces van de cliënt en als direct aanspreekpunt fungeert; hij of zij zal vaak ook een groot van de behandeling zelf uitvoeren als lid van een multidisciplinair team. Waar nodig zal de behandelcoördinator de regiebehandelaar consulteren en/of direct betrekken in de begeleiding en behandeling. De regiebehandelaar regisseert de begeleiding en behandeling voornamelijk via het multidisciplinair overleg. De behandelcoördinator maakt afspraken met de cliënt wat hij kan doen als de situatie in deze fase verergert. 6. Opstellen 1e concept behandelplan: door behandelcoördinator Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 13 van 7. Voeren intakeoverleg De zorgprogrammacoördinator, de behandelcoördinator en de regiebehandelaar voeren intakeoverleg betreffende cliënt. Het concept behandelplan wordt verder uitgewerkt en vastgesteld als advies. 8. Adviesgesprek met cliënt(systeem) en behandelcoördinator. Het concept-behandelplan wordt door de behandelcoördinator aan de cliënt voorgelegd in het adviesgesprek en (en eventueel na bijstelling) samen geaccordeerd. In ieder geval wordt besproken, zo u daar prijs op stelt: a. de diagnose, de prognose en onzekerheden daarbij; b. de zorgopties en het doel, de aard, de kans op succes en de mogelijke risico’s mede aan de hand van eventueel eerdere ervaringen; c. de te verwachten gevolgen van de zorg en de neveneffecten (zoals pijn, hinder of sociale gevolgen); d. de naam van de verantwoordelijke zorgverlener en die van andere betrokken zorgverleners; e. de ervaring van de betrokken zorgverleners; f. overige aspecten, zoals de wachttijd en (aanvullende) kosten. Aanmelding en intake: zie onder punt 14. De behandelcoördinator is naast behandeling verantwoordelijk voor de coördinatie van het hulpproces tijdens de gehele behandeling (inclusief intakefase). De behandelcoördinator kan in persoon tegelijk de regiebehandelaar zijn. Is dit niet het geval, dan is de regiebehandelaar actief betrokken in de momenten intakeoverleg, evaluatieoverleg en eindevaluatie. Waar nodig zal de behandelcoördinator de regiebehandelaar consulteren en/of direct betrekken in het intakegesprek. De diagnose wordt gesteld onder regie dan wel uitvoering van een WO+ geschoolde gedragswetenschapper. U wordt op een voor u begrijpelijke wijze op de hoogte gesteld van de diagnose en wat de diagnose betekent voor de behandeling etc.. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 14 van U krijgt een heldere omschrijving van de relevante zorgopties, het doel, de kans op succes en de mogelijke risico’s en neveneffecten (zoals pijn, hinder of sociale gevolgen) mede aan de hand van eventuele eerdere ervaringen. Mocht u niet direct na diagnostiek in behandeling worden genomen, dan is de regiebehandelaar na de diagnostiekfase de eerstverantwoordelijke voor de zorg aan de cliënt in deze overbruggingsfase. De cliënt heeft te allen tijde de mogelijkheid een andere zorgverlener te consulteren als hij dit wenst of als hier een wettelijke basis voor is (second opinion). In het intakeoverleg na de intake van de cliënt wordt multidisciplinair naar een passend hulpaanbod gezocht. Uitgangspunt is het stepped-care model. Reflectie vindt plaats op basis van door de cliënt ingevulde vragenlijsten. Het intakeoverleg is multidisciplinair van karakter. In dit overleg vindt tegelijk met de bespreking van de mogelijkheden van de cliënt intervisie en interdisciplinaire toetsing plaats. Dit ondersteunt de kwaliteit van uw behandelplan en uw behandelrelatie. Op basis van het intakeoverleg stelt de behandelcoördinator in overeenstemming met de professionele standaard het concept behandelplan op. Dit advies is altijd persoonlijk maatwerk, waarop u de Mutsaersstichting kunt aanspreken. In het adviesgesprek na het intakeoverleg wordt het advies / (concept) behandelplan besproken. In ieder geval wordt besproken, voor zover u daar prijs op stelt: a. de diagnose, de prognose en onzekerheden daarbij; b. de zorgopties en het doel, de aard, de kans op succes en de mogelijke risico’s mede aan de hand van eventueel eerdere ervaringen van u; c. de te verwachten gevolgen van de zorg en de neveneffecten (zoals pijn, hinder of sociale gevolgen); d. de naam van de verantwoordelijke zorgverlener en die van andere betrokken zorgverleners; e. de ervaring van de betrokken zorgverleners; f. overige aspecten, zoals de wachttijd en (aanvullende) kosten. Als u akkoord gaat, wordt het intakeverslag met behandelplan samengevoegd en bij voorkeur kort daarna ondertekend. Indien het advies overeenkomt met uw wensen en spoort met hetgeen in het intakegesprek is voorgesteld wordt het intakeverslag met behandelplan direct voor ondertekening opgestuurd en vindt geen apart adviesgesprek plaats. Dit blijkt in de praktijk vaak het geval zijn. De waardering van de cliënt voor de bejegening en het verloop van de behandeling wordt nagevraagd. Deze waardering wordt in het verslag verwerkt. Indien de cliënt niet akkoord gaat met behandeling (het behandelplan niet wordt ondertekend) wordt dit in het logboek vermeld en met de teamcoördinator besproken. Zodra de cliënt mondeling akkoord is gegaan met het behandelplan worden met het aanvraagformulier 'onderzoek en behandeling' de modulen aangevraagd met vermelding van o.a. doel, wijze van evalueren en het tijdspad. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 15 van De behandelcoördinator is het eerste aanspreekpunt voor cliënt(systeem). Regelmatig is deze tevens de regiebehandelaar. Indien gewenst of noodzakelijk kan in overleg tussen behandelcoördinator en regiebehandelaar, de regiebehandelaar (tijdelijk) de rol van aanspreekpunt overnemen in het geval behandelcoördinator en regiebehandelaar niet dezelfde persoon zijn. De behandelcoördinator ziet toe of het behandelplan passend wordt uitgevoerd, evalueert dit op vaste tijden met het multidisciplinaire team - waar de regiebehandelaar voorzit - en met de cliënt. Indien gewenst of noodzakelijk wordt in overleg met het multidisciplinaire team en cliënt het behandelplan bijgesteld. De regiebehandelaar heeft zo een wezenlijke inbreng. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 16 van De behandelcoördinator bespreekt de voortgang van de behandeling (zowel in het multidisciplinaire team en met de cliënt) en stelt samen met cliënt en de regiebehandelaar vast wanneer behandeldoelen zijn bereikt en de zorg eindigt. De voortgang wordt gemonitord en bijgestuurd, - Met behulp van periodieke evaluatie van het behandelplan (inzet van modulen en de resultaten ervan) zoals beschreven in primair proces Mutsaersstichting; - Bij start en afsluiting afname ROM-lijsten en met zorgprogramma-specifieke effectmetingen. Op vaste tijden tijdens het behandelproces volgt een adviesgesprek met de cliënt waarin het advies van het evaluatieoverleg (multidisciplinair overleg) wordt besproken. Tijdens het adviesgesprek wordt ook de mate van waardering omtrent behandeling én bejegening én de samenwerking met andere instanties met de cliënt besproken. Op deze drie items wordt kort gerapporteerd in het verslag evaluatieoverleg. Indien cliënt akkoord gaat, wordt zo nodig een nieuw behandelplan opgesteld en ondertekend. Afsluitend wordt de tevredenheid van de cliënt m.b.t. bejegening en verloop van de behandeling nagevraagd ter ondersteuning van metingen / evaluaties op locatie en instellingsniveau. Tijdens het behandelproces wordt met de cliënt evaluerend en waarderend teruggekeken naar het verloop van het proces. Het primaire proces Mutsaersstichting geeft richting aan de momenten waarop dit plaatsvindt, gemiddeld om de 3 maanden. De behandeling wordt pas afgesloten indien alle modulen zijn afgesloten. In het eindgesprek wordt de cliënt gevraagd een vragenlijst in te vullen. Tevens worden gegevens verzameld om het resultaat van de behandeling weer te geven. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 17 van Na afloop bespreekt de behandelcoördinator met u wat de behandeling heeft opgeleverd en welke eventuele vervolgstappen er mogelijk zijn. Uw verwijzer wordt hierover geïnformeerd, tenzij u hier bezwaar tegen maakt. Bij de start van de behandeling geeft u toestemming informatie te delen met verwijzers of anderen, betrokken bij de hulpverlening. Als de behandeling afgerond wordt, stelt de behandelcoördinator een eindverslag op. In het eindgesprek tussen de behandelcoördinator en de cliënt accordeert u dit verslag en kunt u tevens toestemming geven om het verslag te delen met verwijzers of anderen betrokken bij de hulpverlening. Gaat u niet akkoord dan wordt het verslag niet verstuurd mits u en uw gezin niet in gevaar zijn. Is dit laatste wel het geval dan wordt in het multidisciplinaire team besloten wat het vervolg gaat zijn. In alle gevallen wordt u hierover zo mogelijk spoedig ingelicht. Over hulp bij een crisis buiten kantooruren kunt u via uw huisarts de regionale crisisdienst bereiken. Hierover hebben ggz-financiers afspraken gemaakt met slechts enkele ggz-aanbieders in de regio om deze voorziening betaalbaar te houden. Binnen kantooruren kunt u de huisarts of de Mutsaersstichting bellen met de vraag om u snel op weg te helpen met uw acute hulpvraag. Heeft u te maken met terugval of heeft u een vraag over de afgesloten hulpverlening, dan kunt u per mail of telefonisch contact opnemen met de Mutsaersstichting. We onderzoeken dan samen of u opnieuw aangemeld moet worden en welke verwijzer daarbij betrokken hoort te worden. Een nieuwe aanmelding, eenmaal voorzien van een verwijzing, wordt door de instroomcoördinator opgepakt. Deze legt zijn advies voor in het aanmeldoverleg. Daar wordt besloten of er een goede reden is dat dezelfde regiebehandelaar en behandelcoördinator als voorheen u begeleiden. Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 18 van Kwaliteitsstatuut Mutsaersstichting GGZ/2017-2018 19 Pagina 19 van