Antwoordsleutel open vragen toets moment 1 blok 1.5 2015 voor studenten Deze antwoordsleutel bevat geen volledige uitwerking maar betreft een indicatie van de antwoorden. Vraag 1: totaal 10 punten 1a) 6 punten Voorbeelden van enzymen betrokken bij de afbraak van eiwitten: pepsine, trypsine, chymotrypsine, elastase, carboxypeptidase, enterokinase. In onderstaande tabel zijn 3 voorbeelden als illustratie uitgewerkt. Enzym Celtype (+orgaan) waardoor enzym wordt uitgescheiden hoofdcel maag pepsine Trypsine Carboxypeptidase acinaire cellen pancreas acinaire cellen pancreas Uitgescheiden in actieve of inactieve vorm Activatie door (indien van toepassing) Globale functie inactief als pepsinogeen inactief als trypsinogeen inactief als procarboxypeptidase zuur endopeptidase enterokinase (of enteropeptidase) trypsine endopeptidase exopeptidase 1b) 2 punten Voorbeelden: + - aminozuren via Na -afhankelijk co-transport - aminozuren via gefaciliteerde diffusie + - dipeptiden via H -afhankelijk co-transport + - tripeptiden via H -afhankelijk co-transport 1c) 2 punten Deel eiwitafbraak al in maag door pepsine. Enzym-rijk pancreas secreet uitgescheiden in duodenum en peptidases geproduceerd door enterocyten in duodenum. Een resectie van het ileum heeft geen grote consequenties voor de afbraak en opname van eiwitten daar de meeste enzymen voor eiwitafbraak worden uitgescheiden in het duodenum en het grootste deel van de afbraak en opname van eiwitten plaats vindt in het duodenum en jejunum. Vraag 2: totaal 10 punten 2a 4,5 punt Gastrine Specifieke cel waardoor hormoon wordt uitgescheiden Stimulus voor hormoon secretie Directe functie van hormoon G-cel n. vagus (acetylcholine) of activatie chemoreceptoren of rekking maag (acetylcholine of GRP) zuursecretie door pariëtale cel of histamine secretie door ECl-cel of pepsinogeen secretie door hoofdcel Histamine ECL-cel gastrine of acetylcholine Somatostatine D-cel zuur (H ) in maaglumen + zuursecretie door pariëtale cel remming gastrine secretie door G-cel of remming histamine secretie door ECL-cel 2b 3 punten N. vagus wordt geactiveerd in de cefalische fase door bijv. zien, ruiken, en/of voelen voedsel in de mond, en in gastrische fase door bijv. uitrekking maag. Effect nervus vagus (via acetylcholine) op: G-cellen, ECL-cellen en pariëtale cellen 2c 1 punt Tijdelijke pH-stijging in bloed na een maaltijd 2d 1,5 punt Beschrijving reactie CO2+H2O en dissociatie in H+ en HCO3-. H+ via H+/K+-ATPase uit pariëtale cel gepompt aan luminale zijde. HCO3- in exhange voor Cl- bloed in getransporteerd. NB Mogelijkheid tot inzage van de beoordeling van de open vragen wordt na afloop van het blok bekend gemaakt via EleUM.