SEMINAR WELBEVINDEN De opbrengst van de brainstorm Hieronder al deze woorden op een rij aanpassingen&hulpmiddelen acticviteiten afasie (motorisch, sensor) algemene kwaliteitskaders allergieën autonomie behoeften/wensen belang van ouders Cliënt (IQ, SEO, persoonlijkheid, handicaps, etc.) cliënt centraal cliëntsysteem communicatie communicatie (kenmerken, belemmeringen, hulpmiddelen) communicatie (pictosystemen, lichaamstaal, non-verbale-pre-communicatie) Communicatiegespreksvaardigheid, actief luisteren, begeleiden coachen communicatietechnieken complementaire zorg dialoog voeren discrepantie IQ-sociaal-EMO niveau diversiteit domeinen schalock eigen waarden&normen emotionele ontwikkeling van de mens ergonomische aanpassingen fysieke beperkingen fysieke ontwikkeling gedrag gedrag onderzoeken gezondheidsbevordering hermeneutische^cirkel(kunnen invullen/toepassen/omzetten tot behandeld) hoe bieden van veiligheid interesses cliënt jobcoaching leren observeren mascon (woord staat in driehoek) mogelijkheden communicatie mogelijkheden mobiliteit need (UN) en concrete specifieke wants cliënt normen waarden normensystemen(sublectiviteit, proportionaliteit) observeren <=> interpreteren ondersteuning behoefte bij ADL ontwikkelingspsychologie P.D.C.A. cyclus / P.O.P. reactiepatronen, afweermechanismen rol ouders -> 'ouders op hun plek' Chiel Egberts rouwproces schaal emotionele ontwikkeling (SEO) prof. Dôsen sociale kaart sociale kaart soorten activiteiten stoornissen (diverse) Totale communicatie culturen levensgeschiedenis cliënt (ouders, scholing, werk, familie, echtgenoot?, kinderen) rechten cliënt normen&waarden cliënt wie is cliënt? wie zijn voor cliënt belangrijk? activiteiten plan maken Hulpmiddel groepsdynamica DE UITGEWERKTE POSTERS: 1. CLIËNTDOMEINEN wat moet je weten van cliënt? kennis van de diverse domeinen (wonen, werk, vrije tijd) <--> ontwikkeling van levensfase individu context welbevinden wat moet je weten om te weten wie de cliënt is? kennis over zijn perspectief: domeinen kwaliteit van het bestaan - AAIDD: ondersteuningsgebieden levensgeschiedenis: (verwanten)- het belang en persoonlijke waardering hiervan door cliënt relevante aspecten/gebeurtenissen door cliënt - bronnen, relaties (wie/wat) (seksualiteit) algemeen functioneren - kennis over lichamelijke status en behoefte (psychisch) - emotionele status en behoefte - materiële (economische) status en behoefte omstandigheden, invloed op materieel welwijn - sociale status en behoefte maatschappelijke context - mensvisie - kennis over interactie persoonlijk welbevinden en omgeving - cultuur, religie, rechtstaat, UN 2. METAKADERS Je moet weten: 'gehandicapten' zelfde rechten als andere burgers, wat zijn die burgerrechten nu precies (zie internationale rechten, VN-rechten) Wettelijke kaders WGBO, WMO, BOPZ, BIG, enz. waar kunnen vinden? MISSIE: Burgerschap, kwaliteit van leven - waarden normen - kennis van domeinen van Schalock en kwaliteitskader Ondersteuningsmethodieken - kennis Palet van ondersteuningsmethodieken kennen, weten bestaan methodieken eigen regio/autonomie, de wensen menselijk functioneren - welke mogelijkheden, onmogelijkheden bij functioneren, denk: ICF Weten dat sociale kaart bestaat en waar te vinden en waarvoor te gebruiken en in beeld kunnen brengen begeleidingsplannen schrijven, vanuit welke visie, met welke focus, cliëntgericht?, terminologie in begeleidingsplan klachtenrecht medezeggenschap (cliëntenraad/participatieraad, etc.) weten dat er protocollen en richtlijnen zijn binnen organisaties en waar te vinden waarom je methodisch moet/kunt werken waarden en normen: zit spanning tussen cliënt/cliëntsysteem en professional (religie, cultuur, sociaal economisch niveau jong-oud) 3. COMMUNICATIE-DIALOOG visie op communicatie - belang, betekenis wat is communicatie? Bijvoorbeeld zender-ontvanger, ruis, etc welke beperkingen kunnen er zijn? Bijvoorbeeld: doof/slechthorend, autisme, sensorisch, verstandelijk beperkt, afasie, taalkennis (gebrek), linguïstiek, cultuurgebonden, non-verbaal, blindheid, begripkennis, abstract taalniveau, hier en nu/toekomst etc., verwoorden, verschil taalbegrip en taaluiting welke hulpmiddelen zijn er - gehoorapparaat, computers, taalzakboek, etc. welke ondersteunende communicatiemiddelen zijn er: - picto's, foto,s taalcomputer/spraakcomputer, voorwerpen, etc, rol omgeving bij verbeteren communicatie (cocp-vg) methodieken m.b.t. communicatie, b.v. Weerklankmethode (totale communicatie) communicatieplannen etc. voor ontwikkeling en profiel. Hoe profiel (persoonlijk) in kaart brengen proces daarbij. aanleren en uitlokken van communicatie bij de cliënt gespreksvaardigheden soorten gesprekken: - slecht nieuws gesprek - voorlichting - intake/kennismaking - anamnese begeleidingsgesprek - gesprek met collega's MDO, ouders, derden - klachtengesprek Attitude eigen taalkennis/woordenschat/taalgebruik geDuld, tempo, ritme, vormen van zinnen, direct/indirect hoe communiceer ik zelf, non-verbaal en verbaal, lichaamstaal en toon (inhouds en relatieaspect) wanneer zeg je wat wel/niet - > aanpassen aan situatie, doel feedback kunnen geven en ontvangen johari venster rapporteren (doelgericht, objectief, duidelijk(aan wie, welk doel, over wie, anoniem of niet)) schriftelijk taalgebruik verschil spreektaal/schrijftaal nederlandse taalkennis kennis over rol van de ouders, wat comminuceer je met hen, waarover, hoe, etc. Welke plaats nemen zij in? regelgeving, privacy dialoog voeren kunnen scheiden van hoofd- en bijzaken wat mag je zeggen, waarover en tegen wie (positief, functie, beroepsgeheim) kennis vergaren hierover en vaardigheden opdoen reactiepatronen herkennen bij degene met wie je communiceert en van jezelf afweermechanismen (her)kennen en op kunnen reageren scheiden persoon en situatie (niet persoonlijk aantrekken) eigen problemen bespreekbaar kunnen maken intervisie en supervisie - > kennis hierover zeggen wat je doet (aankondigen etc.) doen wat je zegt (niet zomaar wat zeggen) -> vertrouwen juiste vragen kunnen stellen en doorvragen (L.S.D.) integriteit reflecteren op jezelf en op anderen eigen fouten en beperkingen noemen sorry zeggen relatie herstellen na ruzie of iets dergelijks weten wanneer je moet praten en wanneer je je mond moet houden (wat wil de cliënt?) 4. PROFESSIONELE KENNIS kennis van beroepsvereniging(en), beroepsregister(s), tuchtrecht, beroepscode/instellingscode, vakliteratuur organisatiekennis - visie, missie, etc. - beleid - protocollen - (kwalificatieprofiel?) kennis functie inhoud! leer kijken - vragen binnen organisatie, wie is de cliënt, wie doet wat (rollen) gevolgen handelen, samenwerken/de weg in de organisatie, relatie met andere professionals, zelfreflectie methodische cycles cirkels van invloed eigen beroepsverantwoordelijkheid - autonomie - openheid - bespreekbaar durven maken beroepsgeheim kennis van totale leefwereld van cliënt (levenssferen) - wonen - vrije tijd - werken/dagbesteding besef dat je bij de cliënt 'maar langs komt' (een gemiddelde cliënt heeft in zijn leven te maken met meer dan 100 medewerkers) autonomie cliënt blijft verantwoordelijk voor eigen leven cao ARBO 5. KLIMAAT Wat moet je weten om een veilig klimaat te kunnen bieden wat wordt nu gemist: kennis wat doet ruimte met cliënt, indeling van de ruimte, samenstelling van de groep bijzondere mede cliënten), hoe je met iemand loopt (hoe ga je van A naar B bij specifieke cliënt), mobiliteit/mogelijkheden, eigen plek van cliënt Overzicht: wat is grondhouding cliënt? Groepsprocessen tussen individuele cliënten structuur om klimaat te bevorderen (welke zaken kan je aanpassen) BOPZ: wat mag wel of niet, hoe pak je het aan, wat zijn gevolgen voor klimaat wat past bij…. omgeving/prikkel informatieverwerking wat betekent het leven in een groep? (t.o.v. normaal leven) 6. DAGELIJKSE VERZORGING ADL BDL (wat is het?) weten wat mogelijkheden zijn wat zijn deeltaken?, transfer?, wat wassen/hoe douchen/ hoe tillen/ hoe drogen wat wil/kan cliënt zelf - wensen cliënt over verzorging wat maakt verzorging goed? - gezondheid - zelf doen - eigenwaarde - eigen keuzes - privacy signaleren als het niet goed is? Waarop letten? Wanneer naar wie doorverwijzen? Contact behoefte bewust zijn protocollen en richtlijnen kennen (risico's) risico's verzorging organisatie gebonden zaken risico's verzorging bij cliënt specifieke zaken Leren kijken naar persoon - eigen regie - centrale waarde: regie op eigen leven, kwaliteit van bestaan wisselwerking contextgerelateerd leren, manier van leren voeding/eten drinken, kleding, zelfzorg, naar tand/mond, scheren, hulpmiddelen bij verzorging, sexe specifiek Prof. In gehandicaptenzorg. Ze kunnen niet: koken, wassen, strijken, naaien, goed kijken, verbinding leggen kennis over koken, gezonde voeding. Heel simpel: hoe lang moet je aardappels koken etc. lekker en gezond eten ADL HDL Arbeid/bezigheden/ADL kennis van het uiteenhalen van handelingen in deeltaken in relatie tot: