Gods plan voor Egypte in de eindtijd. A: Introductie: Vijf profetische proclamaties over Egypte. Jes.19:16-25 Op die dag zullen de Egyptenaren op vrouwen lijken: ze sidderen van angst voor de dreigende hand die de HEER van de hemelse machten tegen hen opheft. Telkens als Juda ter sprake komt, zal Egypte door schrik worden bevangen; wat de HEER van de hemelse machten over Egypte besloten heeft, vervult hen met angst. Op die dag zullen er in Egypte vijf steden zijn waar men de taal van Kanaän spreekt en de HEER van de hemelse machten erkent; één ervan zal Stad van de zon genoemd worden. Op die dag zal er midden in Egypte een altaar voor de HEER staan en aan de grens een aan Hem gewijde steen, die als teken zullen dienen om de HEER van de hemelse machten aan Egypte te herinneren. Wanneer de Egyptenaren de HEER aanroepen omdat ze onderdrukt worden, zal Hij hun een bevrijder sturen, die voor hen opkomt en hen zal bevrijden. Zo zal de HEER Zich aan Egypte laten kennen. Op die dag zullen de Egyptenaren de HEER erkennen, Hem dienen met vredeoffers en graanoffers, Hem geloften doen en die inlossen. De HEER zal hen slaan en hen helen; zij zullen naar Hem terugkeren, Hij zal hun gebeden verhoren en hen genezen. Op die dag zal er een weg lopen van Egypte naar Assyrië. Dan zullen de Assyriërs naar Egypte komen en de Egyptenaren naar Assyrië, en samen zullen zij de HEER dienen. Op die dag zal Israël zich als derde bij Egypte en Assyrië voegen, tot zegen voor de hele wereld. Want de HEER van de hemelse machten zal hen zegenen met de woorden: Gezegend is Egypte, Mijn volk, en Assyrië, werk van Mijn handen, en Israël, Mijn bezit. Dit gedeelte uit Jesaja 19 beschrijft Gods plannen met Egypte en haar relatie met Israël en het oude Assyrië, maar deze profetie is in de geschiedenis nog nooit in vervulling gegaan; de zesvoudige opmerking op die dag maakt duidelijk dat deze profetie in de eindtijd vervuld zal worden. Het moderne Egypte ligt nog steeds op de plaats van het oude Egypte, maar het oude Assyrië lag op het gebied waar het moderne Irak ligt inclusief stukken gebied van Syrië, Iran, Jordanië, Saudi-Arabië en Turkije. In de Bijbelse profetieën over de eindtijd is er meer informatie over Egypte en Irak dan over enig ander heidens land, want de koning van het noorden en de koning van het zuiden spelen een belangrijke rol (Dan.11:40). Ook zullen er koningen uit het oosten een belangrijke rol in de eindtijd spelen (Dan.11:44, Openb.16:12). Wij moeten leren begrijpen dat het geestelijke conflict van de eindtijd zich zal afspelen in de geestelijke ofwel bovennatuurlijke wereld (Openb.12:7-12), maar dat het politieke drama van de eindtijd zich hoofdzakelijk zal afspelen in het Midden-Oosten met het land Israël in het centrum van het militaire conflict. Dit politieke drama zal op gang gebracht worden door de antichrist en zal zich voornamelijk richten op het land Israël, maar Egypte en Irak zullen sterk beïnvloed worden door de militaire agressie van de antichrist (Jes.19:4). Bovendien zal het optreden van de antichrist alle naties op de aarde beïnvloeden op een politieke, militaire, economische en geestelijke manier. Daarnaast heeft God deze drie landen Israël, Egypte en Irak gemaakt tot een prototype van Zijn genade voor alle volken en alle individuen, zodat wij begrip kunnen ontwikkelen in de genade die Hij wil geven aan hen die zich tot Hem bekeren. B: Bijbels-historische achtergrond van het Midden-Oosten. Gen.17:1-6 Toen Abram negenennegentig jaar was, verscheen de HEER aan hem en zei: Ik ben God, de Ontzagwekkende. Leef in verbondenheid met Mij, leid een onberispelijk leven. Ik wil met jou een verbond aangaan en Ik zal je veel, heel veel nakomelingen geven. Abram boog zich diep neer en God sprak: Ik doe jou deze belofte: je zult de stamvader worden van een menigte volken. Je zult voortaan niet meer Abram heten maar Abraham, want Ik maak je de vader van vele volken. Ik zal je bijzonder vruchtbaar maken. Er zullen veel volken uit je voortkomen en onder je nazaten zullen koningen zijn. De naam Abram betekent ‘verheven vader’, maar bij deze vijfde ontmoeting veranderde God zijn naam in Abraham, en deze naam betekent ‘vader van een menigte’. Abram was van oorsprong een Arabier uit het gebied van Irak, en na zijn roeping door God trok hij via de toenmalige hoofdweg vanuit Ur der Chaldeeën via Assyrië (Gen.11:31) naar het beloofde land Israël (Gen.12:4-6). Maar vanwege een hongersnood trok hij verder naar Egypte waar 1 hij een korte tijd bleef (Gen.12:10-20). Abraham heeft in totaal drie vrouwen gehad, namelijk Sara, Hagar en Ketura; bij Hagar verwekte hij zijn oudste zoon Ismaël (Gen.16:1-4), maar bij Sara verwekte hij zijn door God beloofde zoon en erfgenaam Isaäk (Gen.21:1-5). Na het overlijden van Sara nam Abraham nog een andere vrouw genaamd Ketura bij wie hij nog zes zonen verwekte (Gen.25:2). Sara werd de moeder van de door God beloofde nakomelingen van Abraham (Gen.12:2, 15:4, 17:15-16+19), maar Abraham is niet alleen de stamvader van één volk, namelijk Israël, maar hij is de stamvader van vele volken. En in zijn afstammeling Jezus als nakomeling van Abraham zullen alle volken op aarde gezegend worden (Gen.12:3, Gal.3:8-9+16). Het eerste contact van Israël met Egypte ontstond toen Abram naar Egypte trok vanwege een hongersnood in het land Kanaän (Gen.12:10), en Egypte verwelkomde hem en bood hem onderdak. Dit was de eerste daad van zegen van Egypte aan Israël, want in plaats van zijn leven te verliezen in hongersnood werd Abraham rijk gezegend in Egypte (Gen.12:16, 13:2). Er bestaat een beroemde uitspraak over Egypte en dat is Masr Om El Donia, wat betekent dat Egypte de moeder van de wereld is; Egypte heeft gefunctioneerd als een moeder die geboorte heeft gegeven aan vele stammen. Abraham en zijn Egyptische slavin Hagar gaven geboorte aan Ismaël, die net als Jakob de stamvader werd van 12 stammen (Gen.16:3, 17:20, 25:16). Ismaël trouwde ook met een Egyptische vrouw (Gen.21:21), en later trouwde Jozef, de elfde zoon van Jakob, ook met een Egyptische vrouw (Gen.41:45), bij wie hij twee zonen verwekte, namelijk Manasse en Efraïm die de stamvaders werden van twee stammen van het volk Israël. Egypte heeft dus een belangrijke rol gespeeld in het totstandkomen van de 12 stammen van het volk Israël. Jacob trok vanwege een hongersnood in het land Kanaän met zijn familie van 70 personen naar Egypte (Gen.46:27), en zij kregen een zeer vruchtbaar stuk land toegewezen, het land Gosen (Gen.47:5-6, 11-12). Het volk Israël trok als een klein volk van 70 personen naar Egypte, maar 430 jaar later trok een zeer groot volk het land Egypte weer uit; het volk Israël bestond toen uit 600.000 volwassen mensen (Ex.12:37, Num.11:21, Hos.11:1). Wel was het volk op dat moment nog niet groot genoeg om het beloofde land volledig in bezit te kunnen nemen (Ex.23:30, Deut.6:3), en werd dit volk wat aantal betreft nog als een klein volk beschouwd (Deut.7:7). Egypte verwelkomde en beschermde ook het kind Jezus voor een periode van ongeveer twee tot drie jaar tegen de moordaanslag van Herodes; Jozef en Maria vonden een veilige schuilplaats in Egypte (Matt.2:13-15, 19-20, Hos.11:1). Ongeveer 65 jaar geleden gaf Egypte geboorte aan de Liga van Arabische staten met zijn belangrijkste bases in Egypte. Gamal Abd El Nasser, de eerste president van Egypte, verenigde de Arabieren in zijn land onder één banier en veranderde de naam Egypte in de Arabische Republiek van Egypte. De roeping van de christelijke kerk in Egypte is een verlossende roeping als moeder door geboorte te geven aan een natie, maar dit zal niet werken zonder een vader. Egypte kan bij wijze van spreken geen Ismaël baren zonder gehuwd te zijn met een Abraham. Hagar, de moeder van Ismaël vluchtte voor Sara (Gen.16:5-6), maar zij luisterde naar de stem van de engel van God, gehoorzaamde en keerde weer terug naar het huis van Abraham (Gen.16:9). Zo wordt ook Egypte opgeroepen om in geestelijke eenheid met Israël en Syrië te komen en zo een zegen te worden voor de hele wereld, maar wanneer Egypte gehoor geeft aan de plannen van de vijand, zullen zij het plan van God met het Midden-Oosten dwarsbomen. En wanneer Egypte Jezus alle eer geeft zoals dit volk destijds Jozef, de zoon van Jakob, heeft gezegend, zal Egypte tot een zegen worden voor Gods volk en de hele wereld in de honger die de hele wereld in de eindtijd zal bedreigen. Egypte gaf geboorte aan Gods eerstgeboren volk Israël, en de verlossende bediening van Egypte zal opnieuw geactiveerd worden wanneer Egypte een schuilplaats biedt aan Gods volk in de eindtijd. De gemeente van Jezus in Egypte moet in eenheid gaan bidden met de gemeente van Jezus in Israël om de wijsheid van Jozef te kunnen ontvangen voor de eindtijd. C: Het Arabische DNA en de erfenis van de Arabieren. Gen.16:15 Hagar bracht een zoon ter wereld, en Abram noemde de zoon die zij hem gebaard had Ismaël. 2 Gen.25:13-16 Hier volgen de namen van de zonen van Ismaël, in volgorde van geboorte: Nebajot, Ismaëls oudste zoon, Kedar, Adbeël, Mibsam, Misma, Duma, Massa, Chadad, Tema, Jetur, Nafis en Kedema. Dit waren de zonen van Ismaël, dit waren hun namen–twaalf stamvorsten, elk met hun eigen nederzetting en hun eigen tentenkamp. God beloofde aan Abraham dat Hij ook voor Ismaël en diens nakomelingen zou zorgen door hen een erfdeel te geven (Gen.17:20, 21:13); tot twee keer toe had Hagar, de moeder van Ismaël, een ontmoeting met de engel van de Heer (Gen.16:7-14, 21:14-21). Zo is ook Jezus op zoek naar Hagar in de eindtijd totdat Hij haar gevonden heeft, want God riep Hagar bij haar naam en gaf haar werk en een positie. God was degene die haar de naam Ismaël voor haar zoon gaf (Gen.16:11), want deze naam betekent ‘God zal horen’. Daarmee zegt de Heer dat Hij zal luisteren naar Ismaël en al zijn nakomelingen, want Ismaël is geschapen op een manier waarop hij zijn stem tot God kan verheffen, waarna God zal horen. (Gen.21:17). Ismaël zal bekend worden vanwege de gebedsverhoringen door God, en Ismaël behoort ook tot de schapen uit een andere schaapskooi (Joh.10:16). De Egyptische Hagar, moeder van Ismaël, had een ontmoeting met God, waarbij God Zichzelf aan haar openbaarde met een nieuwe naam, namelijk Lachaï-Roï (Gen.16:14). Deze naam betekent ‘zie degene die naar mij ziet’ (Gen.16:13), want God opende haar ogen zodat zij Hem kon zien, en zij was er zeker van dat Hij ook haar zag. Dit alles geeft een profetisch DNA aan de Arabieren, want God roept hen bij hun naam ofwel opent hun oren; God hoort hun gebeden en Hij opent hun ogen om Hem te kunnen zien, want Hij ziet hen ook. Dat is de reden waarom vele Arabieren dromen en visioenen van Jezus ontvangen waarin Hij hen bij hun naam roept; wanneer een Arabier Jezus vraagt om Zichzelf aan hem te tonen, verschijnt Jezus aan hem in een droom of visioen. En zo komen we de twee oudste zonen van Ismaël, Nebajot en Kedar, weer tegen in de profetie van Jesaja over de terugkeer van de Joden (Jes.60:7). Gen.25:1-4 Abraham nam een andere vrouw, Ketura. Zij baarde hem Zimran, Joksan, Medan, Midjan, Jisbak en Suach. Joksan was de vader van Seba en Dedan; van Dedan stammen de Assurieten, de Letusieten en de Leümieten af. De zonen van Midjan heetten Efa, Efer, Chanoch, Abida en Eldaä. Zij waren allen nakomelingen van Ketura. De Arabische stammen in het Midden-Oosten hebben een verlossende taak en bediening ten opzichte van Israël die hen bij monde van de profeet Jesaja gegeven is; in de rol van voorbidders zullen zij de weg voor de tweede komst van Jezus banen door aanbidding, zang en muziek (Jes.42:1-13). De Heilige Geest nam Jesaja in een visioen mee naar een plaats en een tijd waar hij de eerste komst van Jezus zag (Jes.42:1-7), maar ook de tweede komst van Jezus (Jes.42:8-13). En in vers 11 komen we Kedar, de tweede zoon van Ismaël, weer tegen. Maar in Jes.60:6 komen we drie nakomelingen van Ketura tegen, namelijk Seba, Midjan en Efa. Deze teksten laten zien dat de Arabische afstammelingen van Abraham nog een belangrijke profetische rol zullen spelen in de verlossing van de Joodse afstammelingen van Abraham, die de vader is van vele volken. D: De context voor Jesaja 19. Jes.28:14-19 Daarom, hoor de woorden van de HEER, jullie spotters, leiders van het volk van Jeruzalem. Jullie zeiden: Wij hebben een verbond gesloten met de dood, met het dodenrijk zijn we een verdrag aangegaan. Wanneer de striemende gesel voorbijkomt zal hij ons niet raken. Wij houden ons schuil in bedrog en verbergen ons in leugens. Maar dit zegt God, de HEER: Ik leg in Sion een fundament met een uitgelezen grondsteen, een kostbare hoeksteen. Wie zijn vertrouwen daarop grondvest, hoeft geen andere toevlucht te zoeken. Ik zal het recht als meetlint hanteren en de gerechtigheid als schietlood. De hagel vernietigt de schuilhoek van je bedrog, het water spoelt jullie schuilplaats weg. Jullie verbond met de dood wordt verbroken, jullie verdrag met het dodenrijk houdt geen stand. Wanneer de striemende gesel voorbijkomt zal hij jullie genadeloos afranselen. Dag in dag uit komt hij voorbij, in de morgen, in de nacht, en telkens als hij langskomt zal hij jullie treffen. Hoe verschrikkelijk is het om de boodschap te verstaan! Deze profetie heeft betrekking op het verbond dat politieke en geestelijke leiders van Israël in de eindtijd zullen sluiten met de antichrist, omdat zij in de valse veronderstelling leven dat hij de Joodse Messias is. Maar dit verbond wordt door de Heer omschreven als een verbond 3 met de dood en het dodenrijk. Zij zullen hem politieke en geestelijke autoriteit geven vanaf een moment van zeven jaar vóór de tweede komst van Jezus (Ezech.38:11+14, Dan.9:27, Dan.11:45, , Zach.11:16, 1Tess.5:3, 2Tess.2:4). Maar het geestelijke overblijfsel van Israël zal zich hevig tegen deze politieke beslissing verzetten, en na de Grote Verrukking zal het volk Israël zich volledig tot de Heer bekeren. De aartsengel Gabriël sprak tot de profeet Daniël over de laatste 7 jaren van de natuurlijke geschiedenis van de mensheid voordat Jezus terugkomt om Zijn heerschappij over de aarde op Zich te nemen; Gabriël sprak over deze laatste 7 jaren als over een week, maar in het Hebreeuwse denken bestaan er niet alleen weken van 7 dagen maar ook van 7 jaren, en dit wordt een jaarweek genoemd (Dan.24-27). De antichrist zal een van zijn hoofdkwartieren in de stad Jeruzalem vestigen (Dan.11:45), en dit zal gebeuren in de tempel van Jeruzalem die nog herbouwd gaat worden (2Tess.2:4). Hoewel de politieke en militaire invloed van de antichrist wereldwijd zal zijn, worden er in de profetieën over de eindtijd drie verschillende groepen genoemd die verzet tegen hem plegen. Dit zijn de koningen van het oosten, d.w.z. een coalitie van Aziatische landen, de koning van het zuiden (Egypte) en de koning van het noorden (Syrië). Het hoofddoel van de antichrist is de vernietiging van de Joodse staat en het volk Israël, en als gevolg van zijn militaire aanval op Israël zal tweederde deel van de bevolking in Israël uitgeroeid worden (Zach.13:8), en de helft van de bewoners van de stad Jeruzalem zal gedeporteerd worden (Zach.14:2). Op dit moment wonen er ongeveer 600.000 Joden in Jeruzalem, dus dat zou inhouden dat er op dit moment 300.000 Joden zouden worden gedeporteerd. Wanneer de Heer terugkomt zal Hij als eerste daad Joodse vluchtelingen vanuit Egypte en het oude Assyrië terugbrengen naar het land Israël (Jes.11:11-16, 27:12-13, Hos.11:10-11, Micha 7:12, Zach.10:10-12). Egypte heeft al verschillende malen Gods doelstellingen met Israël op strategische momenten in de geschiedenis gediend zoals een schuilplaats voor Abraham in een tijd van hongersnood (Gen.12:10), een veilige woonplaats voor de kinderen van Jakob in een tijd van hongersnood (Gen.47:4-6), een veilige schuilplaats voor Jezus in Zijn eerste levensjaar (Matt.2:13-15). En zo zal Egypte ook in de eindtijd een schuilplaats zijn voor Joodse vluchtelingen die op de vlucht zijn geslagen voor de antichrist. E: De interpretatie van Jesaja 19. Bij het interpreteren van profetieën over de eindtijd moeten wij gebruikmaken van de wet van dubbele referentie, want profetieën over Israël en de naties hebben vaak twee verschillende vervullingen. In de eerste plaats is er een gedeeltelijke vervulling in de geschiedenis van het Oude Testament, maar in de tweede plaats is er een volledige vervulling in de eindtijd. We gebruiken de letterlijke methode van interpretatie - de grammaticale historische methode waarbij de Bijbel wordt uitgelegd in de meest letterlijke betekenis van het moment. We kijken dan naar de betekenis die de schrijver op het oog had voor het publiek dat zijn profetieën in ontvangst nam. De twee meest waarschijnlijke gedeeltelijke vervullingen van Jes.19:1-15 hebben betrekking op Israël dat de hulp van Egypte zocht in militaire samenwerking tegen Assyrië (724-721 voor Chr.) of op de Filistijnen die hetzelfde deden (713-711 voor Chr.). In het eerste geval organiseerde het noordelijke koninkrijk van Israël een samenzwering tegen Assyrië in 724-721 voor Chr, waarbij de Israëlische koning van het tienstammenrijk Israël boden zond naar de koning van Egypte om hem om hulp te vragen (2Kon.17:4). De profetie van Jesaja was bedoeld om koning Hiskia van het tweestammenrijk Juda ervan te weerhouden om deel te nemen aan deze samenzwering. De Egyptenaren werden bij de stad Raphia door Assyrië verslagen in 720 voor Chr. In de tweede plaats vroegen de Filistijnen om de hulp van Egypte in hun verzet tegen Assyrië in 713-711 voor Chr, maar Egypte kon ook hen niet helpen. Ook deze keer was het de bedoeling van Jesaja om koning Hiskia ervan te weerhouden deel te nemen aan deze samenzwering. De politieke en burgerlijke onrust in Egypte was 724-720 voor Chr. veel groter dan 713-711 voor Chr, en koning Sargon van Assyrië viel Egypte na 720 voor Chr. niet meer binnen, maar bouwde een economische relatie met Egypte op. Om die reden heeft deze profetie waarschijnlijk meer betrekking op de samenzwering van Israël met Egypte. Dit is de gedeeltelijke historische interpretatie van deze profetie. 4 Het tweede deel van de profetie van Jesaja 19 is in het verleden echter nooit in vervulling gegaan, en daarom heeft deze profetie betrekking op de eindtijd vanwege de zesvoudige verwijzing op die dag. God zal in de eindtijd Zijn glorie in Egypte vrijzetten d.m.v. oordelen tegen hen die weigeren om Hem te aanvaarden en d.m.v. bevrijding voor hen die Zijn naam aanroepen. In Jes.19:16-25 proclameerde Jesaja vijf profetische proclamaties over Egypte die d.m.v. de voorbede van de wereldwijde gemeente vrijgezet zullen worden; de eerste proclamatie staat in 19:16-17, de tweede in 19:18, de derde in 19:19-22, de vierde in 19:23, en de vijfde in 19:24-25. De biddende gemeente zal in de eindtijd Jes.19:16-25 in voorbede voor Egypte toepassen, maar ook voor andere naties; er zijn drie verschillende aspecten. 1) Volharding: wij worden aangemoedigd om te volharden wanneer wij weten dat de overwinning vaststaat. 2) Proclamatie: wij proclameren openlijk de waarheden van Jes.19 aan de gemeente en aan de volken op de aarde. 3) Voorbede: wij bidden voor de vrijzetting van deze vijf besluiten van God in Egypte en in de naties van de aarde. F: De eerste profetische proclamatie. Jes.19:16-17 Op die dag zullen de Egyptenaren op vrouwen lijken: ze sidderen van angst voor de dreigende hand die de HEER van de hemelse machten tegen hen opheft. Telkens als Juda ter sprake komt, zal Egypte door schrik worden bevangen; wat de HEER van de hemelse machten over Egypte besloten heeft, vervult hen met angst. De goddelozen in Egypte zullen sidderen van angst voor de dreigende hand van de Heer waarmee Hij Zijn kracht van genade vrijzet in Zijn gemeente, maar waarmee Hij ook Zijn oordelen vrijzet tegen de goddelozen (vers 16). De Egyptenaren zullen horen van het bericht over de macht van God alsook over de terreur van de antichrist in het land Juda (vers 17). De voorbede van de gemeente zal gericht zijn op het vrijzetten van Gods kracht over het huis van gebed, over apostolische leiders, over politieke leiders en over profeten alsook op het weerstaan van goddeloze leiders die het koninkrijk van God dwarsbomen. Jezus zal Zijn hand opheffen om de profetische gemeente te helpen en goddelozen te dwarsbomen. Hand.4:29-31 Welnu, Heer, sla ook nu acht op hun dreigementen en stel ons, Uw dienaren, in staat om vrijmoedig over Uw boodschap te spreken door ons bij te staan, zodat zieken genezing vinden en er tekenen en wonderen gebeuren in de naam van Jezus, Uw heilige dienaar. Toen ze hun gebed beëindigd hadden, begon de plaats waar ze bijeen waren te beven, en allen werden vervuld van de Heilige Geest en spraken vrijmoedig over de boodschap van God. Jezus zal Zijn hand over de naties opheffen voor het vrijzetten van Zijn kracht om alle weerstand tegen Hem te breken; daarbij zal Hij de zeven schalen van Zijn toorn uitgieten (Openb.16) inclusief epidemieën van pest en koorts (Hab.3:4-5). De Heer zal de zeearm van Egypte splijten en de rivier de Eufraat bedwingen met Zijn machtige adem, en deze rivier in zeven beken uiteenslaan (Jes.11:15). De Heer zal Zijn hand opheffen tegen alle volken op aarde om de zonen en dochters van Israël in vrijheid te zetten, zodat ze kunnen terugkeren naar het land Israël (Jes.49:22-26). De goddelozen in de regering van Egypte zullen verbijsterd zijn en vernederd worden door de kracht van God, wanneer Hij Zijn volk uit Egypte bevrijdt als in de dagen van vroeger (Micha 7:15-17). Jesaja profeteerde dat hetgeen in Juda gebeurt angst veroorzaken zal in Egypte, maar waarom? De antichrist zal zijn hoofdkwartier in Israël vestigen (Dan.11:45), en zijn optreden van terreur wordt beschreven als een striemende gesel (Jes.28:18-19). G: De tweede profetische proclamatie. Jes.19:18 Op die dag zullen er in Egypte vijf steden zijn waar men de taal van Kanaän spreekt en de HEER van de hemelse machten erkent; één ervan zal Stad van de zon genoemd worden. Dit is een zeer opzienbarende profetische proclamatie, want de Heilige Geest gaat ervoor zorgen dat de glorie van God op vijf steden in Egypte zal rusten voordat Jezus terugkomt; deze wolk van glorie zal zo sterk zijn dat elke stad in haar geheel zich speciaal aan Jezus zal 5 toewijden. Wij hebben het voorrecht om nu al te bidden dat God een geest van opwekking gaat sturen naar vijf steden in Egypte, totdat zelfs het politieke leiderschap in deze steden het koningschap van Jezus zal aanvaarden. Er wordt gesproken over de naam van een van deze steden; in het Hebreeuws wordt deze stad ‘de stad van verwoesting’ genoemd, maar dit wordt vaak vertaald met ‘stad van de zon’. Dit is een verwijzing naar de oude stad van Heliopolis die gelegen was op de plaats waar nu een stadswijk van Caïro ligt met de naam Masr al-jidedah. In oude tijden was het de belangrijkste plaats voor aanbidding van de zon, die als een afgod aanbeden werd in het oude Egypte. In de eindtijd zullen veel Egyptische gelovigen in deze steden door de Heilige Geest ertoe geleid worden om Hebreeuws te gaan studeren in voorbereiding op hulpverlening aan de Joden die het land Israël ontvluchten vanwege de antichrist. H: De derde profetische proclamatie. Jes.19:19-22 Op die dag zal er midden in Egypte een altaar voor de HEER staan en aan de grens een aan Hem gewijde steen, die als teken zullen dienen om de HEER van de hemelse machten aan Egypte te herinneren. Wanneer de Egyptenaren de HEER aanroepen omdat ze onderdrukt worden, zal Hij hun een bevrijder sturen, die voor hen opkomt en hen zal bevrijden. Zo zal de HEER Zich aan Egypte laten kennen. Op die dag zullen de Egyptenaren de HEER erkennen, Hem dienen met vredeoffers en graanoffers, Hem geloften doen en die inlossen. De HEER zal hen slaan en hen helen; zij zullen naar Hem terugkeren, Hij zal hun gebeden verhoren en hen genezen. Er zal in het land Egypte een geest van gebed worden vrijgezet als voorbereiding op een grote opwekking in het land; dit zal resulteren in bevrijding van de onderdrukking door de antichrist en Gods oordeel over goddeloze leiders die zich verzetten tegen de heerschappij van Jezus. Deze gebedsbeweging zal genezing aan het land brengen. Er zal een speciaal altaar worden gebouwd, en een speciale gewijde steen worden opgericht als een getuigenis voor toewijding aan Jezus, en als een vorm van aanbidding. Jezus zal komen als bevrijder zoals Mozes dat deed; sommigen veronderstellen dat deze gewijde steen de plaats zal markeren waar Jezus Egypte binnenkomt om bevrijding aan het land te schenken. Dan zullen de Egyptenaren grote dankbaarheid tonen aan de Heer en Hem hun aanbidding geven vanwege Zijn bevrijdende werk, waardoor zij verlost worden van de onderdrukking door de antichrist. Er zal een machtige gebedsbeweging in het leven worden geroepen, waarin de gelovigen tot God zullen roepen om Zijn oordelen totdat het land zich bekeert, waarna de Heer het land Zijn genezing schenkt. De antichrist zal als een soort farao van de eindtijd functioneren; hij zal Egypte onderdrukken zoals de farao het volk Israël onderdrukte in de tijd van Mozes. Zoals Israël tot God riep en het uitschreeuwde om bevrijding, zo zal ook de gebedsbeweging van de eindtijd in Egypte het uitroepen tot God vanwege de onderdrukking door de antichrist (Ex.3:7-9). God zal de goddeloze leiders van Egypte slaan met Zijn oordeel en hen aan de kant schuiven, zodat Hij het land Egypte kan genezen om dit land terug te brengen in zijn oorspronkelijke door God gegeven bestemming en verlossende taak t.o.v. het volk van God (2Kron.7:13-14). Het is mede dankzij de gebedsbeweging van de eindtijd dat God Zijn genade zal vrijzetten om te voorkomen dat de politieke leiders van Egypte gaan samenwerken met de antichrist; want zij zullen niet toegeven aan zijn misleiding en dreigementen. J: De vierde profetische proclamatie. Jes.19:23 Op die dag zal er een weg lopen van Egypte naar Assyrië. Dan zullen de Assyriërs naar Egypte komen en de Egyptenaren naar Assyrië, en samen zullen zij de HEER dienen. Er zal een speciale snelweg worden aangelegd die in Egypte begint en helemaal doorloopt tot in het oude Assyrië ofwel de streken van Syrië, Jordanië en Irak; deze weg wordt vaker in het boek Jesaja genoemd (11:16, 35:8, 49:11, 57:14, 62:10). We moeten hierbij letterlijk aan een natuurlijke weg denken, omdat natuurlijke Joden via deze weg zullen terugkeren naar het land Israël. Deze snelweg zal verschillende doelen dienen, maar het hoofddoel is in de eerste plaats om de Joden uit het hele Midden-Oosten gemakkelijk te laten terugkeren naar Israël. In de tweede plaats zal deze snelweg na de terugkeer van Jezus functioneren als een 6 weg van verzoening in het hele Midden-Oosten tot zegen voor de hele wereld (Jes.19:24b). Het zal een wonder van God zijn wanneer de twee grootste vijanden van Israël uit de hele geschiedenis zowel met het Joodse volk als met elkaar verzoend worden onder de heerschappij van Jezus, en daarmee zullen de volgende woorden van Jezus in vervulling gaan. Joh.17:21-23 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals wij: Ik in hen en U in Mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U Mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals U Mij liefhad. Egypte en Irak zullen daarmee de eerste heidense landen zijn die in de Goddelijke glorie van het duizendjarige vrederijk zullen leven. K: De vijfde profetische proclamatie. Jes.19:24-25 Op die dag zal Israël zich als derde bij Egypte en Assyrië voegen, tot zegen voor de hele wereld. Want de HEER van de hemelse machten zal hen zegenen met de woorden: Gezegend is Egypte, Mijn volk, en Assyrië, werk van Mijn handen, en Israël, Mijn bezit. De terugkeer van Jezus naar het land Israël en Zijn plaats op de troon in Jeruzalem zal Israël, Egypte en Irak met elkaar verenigen, en zo zal Hij hen zowel in hun eigen nationale identiteit herstellen maar ook hen een internationale betekenis geven. Egypte en Irak zullen namen krijgen die tot nu toe alleen maar voor Israël gereserveerd werden, namelijk als volk van God en als het werk van Zijn handen. Alle volken op de aarde zullen het bijzondere werk van de Heer in het Midden-Oosten zien, en deze grootste politieke brandhaard zal tot een zegen worden voor de hele wereld. De hele wereld zal daaruit de belangrijke les leren dat alle volken een relatie met elkaar kunnen hebben op grond van de identiteit die God aan elk volk afzonderlijk geeft. Zo zal de identiteit van Egypte zichtbaar worden in de Egyptenaren, en het hele Midden-Oosten zal daarvan getuige zijn; hetzelfde geldt ook voor Israël en Irak, maar ditzelfde principe zal voor alle volken op aarde in vervulling gaan. Elk van deze vijf proclamaties speelt een belangrijke rol in profetische voorbede van de eindtijd. Dit opmerkelijke herstel van het Midden-Oosten is een historische terugkeer naar het paradijs dat geografisch gezien in Israël lag, maar zich uitstrekte over het Midden-Oosten d.m.v. vier grote rivieren (Gen.2:10-14). De eerste rivier was de Pison die om het land Chawila stroomde; dit land lag volgens Gen.25:18 en 1Sam.15:7 ten oosten van Egypte; deze rivier bestaat niet meer. De tweede rivier was de Gichon die om heel het land Nubië stroomde; dit land is Ethiopië, maar deze rivier is ook verdwenen en alles wat daarvan overgebleven is, is de beek Gichon bij Jeruzalem (1Kon.1:33, 2Kron.32:30, 33:14). De rivieren Eufraat en Tigris bestaan echter nog wel en beginnen in Turkije, en stromen verder door het land Irak naar de Perzische Golf. Zoals de rivieren van het paradijs door het hele Midden-Oosten stroomden, zo zal de vrede in het Midden-Oosten over de hele aarde gaan stromen. Gods beloofde aan Abraham dat hij tot een zegen zou worden voor de hele aarde (Gen.12:3); het herstel van vrede tussen Joden en Arabieren zal tot een zegen worden voor de hele aarde, zodat de hele aarde vervuld zal worden met de glorie van God. Hab.2:14 Maar zoals de zee vol water is, zo zal de aarde vol kennis van de grootheid van de HEER zijn. V.v.d.B. 7