nectar paragraaf 12.1 vwo

advertisement
NECTAR BIOLOGIE PAR. 12.1
WANNEER IS EEN JONGEN VREUCHTBAAR?
 In de pubertijd produceren jongens voor het eerst zaadcellen.
 Zaadcellen: voorplantingscellen van de man
 De productie van de zaadcellen wordt geregeld door hormonen uit de
hypofyse, deze hormonen komen via het bloed bij de zaadballen:
 De zaadballen gaan zaadcellen maken, vanaf dit moment is de
jongen vruchtbaar
 De zaadballen gaan het hormoon testosteron produceren:
 Testosteron: secundaire geslachtskenmerken ontstaan,
zoals een lagere stem, schaamhaar en borsthaar
 Aan de eerste zaadlozing merkt een jongen dat hij vruchtbaar is. Soms
komt deze zaadlozing voor tijdens een droom: dit heet dan een “natte
droom”
 Zaadcellen worden gemaakt in de zaadballen: er ontstaan er wel
zeventigmiljoen per dag.
 De zaadcellen worden opgeslagen in de bijballen, de 2 zaadballen en
de 2 bijballen liggen in de balzak
 De penis wordt stijf doordat de bloedvaatjes in de zwellichaampjes zich
vullen met bloed, dit gebeurt wanneer de man seksueel opgewonden
is
 Als een jongen klaarkomt, krijgt hij een zaadlozing:
 De zaadcellen gaan uit de bijballen door zaadleiders
 Ze komen langs de zaadblaasjes en de prostaat, die zaadvocht
toevoegen. (zaadcellen + zaadvocht = sperma)
 Bij de prostaat komt de sperma in de urinebuis, hier verlaat het
sperma het lichaam
 Tijdens een zaadlozing komt er geen urine uit de penis, doordat een
spiertje tussen de prostaat en de urineblaas de urinebuis dichtknijpt.
Wanneer is een meisje vruchtbaar?
 Eicellen: voortplantingscellen van een vrouw
 Meisjes worden geboren met ± 400.000 onrijpe eicellen, deze zitten in
de twee eierstokken
 Een meisje is vruchtbaar wanneer de eicellen rijpen, er komen dan
vocht en voedingsstoffen in de eicel.
 Dit begint in de puberteit, wanneer de hypofyse een seintje geeft aan
de eierstokken.
 Een meisje merkt dat ze vruchtbaar is, als ze ongesteld wordt.
WANNEER WORDT EN MEISJE ONGESTELD?
 Wanneer de hypofyse hormonen afgeeft, gaan de eierstokken rijpen.
 Hierbij komt oestrogeen vrij, dit zorgt bij de vrouw voor secundaire
geslachtskenmerken.
 Vanaf de puberteit is een meisje eens in de 4 weken ongesteld
 Wat er tijdens de menstruatie gebeurt, noem je de menstruatiecyclus.
(zie bron 1)
 De volgende gebeurtenissen vinden dan plaats:
1. Er rijpt een eicel in een van de eierstokken
2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker
3. Ovulatie (eisprong)
4. Menstruatie
HOE WORDT DE MENSTRUATIECYCLUS GEREGELD?
 De menstruatiecyclus wordt geregeld doormiddel van hormonen:
 Aan het begin van de cyclus begint een follikel met daarin een
eicel te rijpen. Dit wordt gestimuleerd door een hormoon uit de
hypofyse: Follikel Stimulerend Hormoon (FSH)
 Tijdens het rijpen produceert de follikel oestrogeen: hoe groter
de follikel, hoe meer oestrogeen hij produceert.
 Oestrogeen heeft drie effecten:
1. Het remt de FSH productie af, hierdoor rijpen er geen
eicellen meer
2. Het baarmoederslijmvlies wordt dikker
3. Wanneer er veel oestrogeen in het bloed zit, geeft de
hypofyse het hormoon LH af (luteïniserend hormoon).
Deze plotselinge stijging van de hoeveelheid LH, zorgt
ervoor dat de ovulatie optreedt.
 Na de ovulatie laat LH de lege follikel groeien, de follikel neemt daarbij
geel gekleurd vet op en heet vanaf dan het gele lichaam
 Naast oestrogeen, produceert het gele lichaam ook progesteron. Dit
heeft twee effecten:
1. Het remt de FSH en LH productie af
2. Het stimuleert verdere groei en doorbloeding in de
baarmoedervlies
Download