De visie - WMO Lelystad

advertisement
OV-visie Lelystad 2030
-concept-
Een nieuwe visie op het openbaar vervoer in Lelystad
Opdrachtgever:
Datum:
Status rapport:
Opsteller rapport:
Vervoerregio Amsterdam / gemeente Lelystad
maart 2017
Eindconcept voor bestuurlijke vaststelling
OVnetwerk Reinoud Dirksen / gemeente Lelystad Alex Flameling
Managementsamenvatting ‘OV-visie Lelystad’
Er is een aantal ontwikkelingen gaande dat het noodzakelijk maakt om voor de stadsdienst
Lelystad een nieuwe visie tot het jaar 2030 vast te stellen. Denk hierbij aan:
 Veranderende wensen uit de samenleving ook op het gebied van OV voorzieningen;
 Noodzakelijke afstemming tussen OV-voorzieningen en ruimtelijke en economische
ontwikkelingen;
 Wijzigingen in budgetten, terwijl het OV tóch toekomstvast moet zijn;
 Noodzakelijke afstemming met nieuwe regionaal en landelijk beleid.
Daarnaast speelt de ontwikkeling van Lelystad Airport een belangrijke rol. De bediening van
het vliegveld na april 2019 speelt een prominente rol in de visie. Er is en apart document
over vastgesteld, de highlights komen in de OV-visie aan bod.
De visie heeft een tijdspanne tot 2030. In die periode is:
 Lelystad Airport tot ontwikkeling gekomen (de eerste vakantievluchten zullen in april
2019 vanaf Lelystad Airport vertrekken);
 het naastgelegen bedrijventerrein op hoogwaardige, innovatieve en duurzame wijze
verder ontwikkeld;
 een aantal woonwijken uitgebreid waarbij het accent ligt op ‘De warande’ ;
 de huidige concessie afgelopen, hetgeen een actuele kijk op het OV -netwerk
noodzakelijk maakt.
De kernpunten van de visie zijn kort te benoemen. De visie:
 houdt alle partijen betrokken bij de ontwikkelingen in en rond Lelystad;
 heeft draagvlak bij de betrokken partijen (economisch, politiek, reizigersbelangen);
 is toekomstvast en budgettair verantwoord en in die zin een document wordt waar
voor langere tijd op teruggevallen kan worden;
 schenkt aandacht aan milieu-, duurzaamheids- en innovatiedoelstellingen;
 gaat specifieker en gedetailleerd in op de ontsluiting van Lelystad Airport en andere
belangrijke attractiepunten of attractiegebieden in en rond Lelystad.
Ten aanzien van het te ambiëren netwerk zijn specifiek te benoemen:
 Een uitgebreidere treindienstregeling om voor reizigers van en naar Lelystad Airport
in alle gevallen de reis per OV mogelijk te maken;
 Een nieuwe verbinding naar Enkhuizen, mogelijk in te vullen door een commerciële
partijen (bijvoorbeeld Flixbus);
 In het kader van de bereikbaarheid van de Luchthaven een hoogwaardige shuttle
tussen Station en Terminal;
 Een opsplitsing van het stedelijk netwerk in:
o een hoogwaardig snelnet dat forensen en scholieren vanuit de buitenwijken
snel naar het centrum vervoert;
o een servicenet dat meer door de wijken rijdt en specifiek is gericht op de wat
oudere OV-gebruiker.
De visie beschrijft op hoofdlijnen de ambities van de gemeente op het gebied van openbaar
vervoer, maar gaat ook in op andere aspecten die het realiseren van de visie mogelijk
moeten maken. Denk hierbij aan:
 Infrastructuur (met name omgeving station);
 Innovatie (zelfrijdende bussen naar Lelystad Airport inclusief een eigen busbaan);
 Duurzaamheid en innovatie (elektrische bussen, marketing en reizigersinformatie);
 Bereikbaarheid en toegankelijkheid van halten (met name langs de ‘Dreven’;
2
Inhoudsopgave
1
Inleiding en achtergrond ................................................................................................ 5
1.1 Aanleiding ....................................................................................................................................... 5
1.2 Delegatie.......................................................................................................................................... 5
1.3 Scope en doel van de OV-visie.................................................................................................... 6
1.4 Relatie met andere beleidsdocumenten ................................................................................. 7
1.5 Betrokken partijen ..................................................................................................................... 11
2
De visie: uitgangspunten ............................................................................................... 13
2.1 Basisuitgangspunten ................................................................................................................. 13
2.2 Visie op stimuleren van ruimtelijk-economische ontwikkeling ..................................... 13
2.3 Visie op knooppuntontwikkeling ............................................................................................ 15
2.4 Visie op (inter)regionale bereikbaarheid ............................................................................ 16
2.5 Visie op netwerk in Lelystad .................................................................................................... 18
2.6 Visie op toeristisch netwerk ..................................................................................................... 22
2.7 Last mile ........................................................................................................................................ 22
2.8 Visie op haltevoorzieningen, toegankelijkheid en bereikbaarheid .............................. 23
2.9 Visie op doorstroming en infrastructuur ............................................................................. 24
2.10 Visie op reizigersinformatie .................................................................................................. 24
2.11 Visie op marketing en communicatie ................................................................................. 25
2.12 Visie op materieel en duurzaamheid; ................................................................................. 26
2.13 Visie op innovatie ..................................................................................................................... 26
2.14 Visie op organisatie, concessie en concessiegrenzen ..................................................... 28
3
Voorwoord
Nog in te vullen
E. Rentenaar,
Portefeuillehouder
Leeswijzer
Voor u ligt de OV visie van de gemeente Lelystad. De visie beschrijft de ambitie die de
gemeente heeft en wat er voor nodig is om die ambitie ook te realiseren.
De visie begint met een beschrijving van het kader. Welke scoop (qua tijd en gebied) heeft
de visie, welke andere beleidsdocumenten spelen een rol en welke partijen zijn er b ij de
totstandkoming én de realisatie van de visie betrokken. (hoofdstuk 1).
Hoofdstuk 2 omvat de feitelijke visie. Het is een visie op hoofdlijnen die verder wordt
gedetailleerd in een uitwerkingsplan dat apart is verschenen. De visie gaat in op de
bereikbaarheid van Lelystad vanuit de regio, de bereikbaarheid van Lelystad Airport en de
bereikbaarheid in Lelystad.
Vanaf paragraaf 2.10 komen aspecten aan bod die niet met buslijnen en routering te maken
hebben maar meer zijn gericht op aanvullende aspecten die de kwaliteit van het OV
bevorderen (marketing, reisinformatie, materieel, enz.)
4
1 Inleiding en achtergrond
1.1
Aanleiding
Het openbaar vervoer in en rond Lelystad staat onder druk. In Lelystad heeft he et OV een
relatief klein aandeel in de totale mobiliteit en bij ongewijzigd beleid zal dit aandeel nog
verder afnemen omdat er steeds minder mensen exclusief op de bus zijn aangewezen
(vermindering sociale functie). Dat klinkt als een bedreiging voor het O V, maar Lelystad ziet
hierin juist een uitdaging. Er zijn immers juist ook kansen om meer reizigers in het OV te
krijgen:
 Er is een stijgende potentie in de doelgroep ‘treinreizigers’, waarbij in het
voortransport de bus een grotere rol kan krijgen als de busroutes sneller en
aantrekkelijker zijn en aansluitingen verbeterd worden;
 De uitbreiding van Lelystad Airport biedt kansen voor luchthavenreizigers,
werknemers van luchthaven en naastgelegen bedrijventerreinen (LAB);
 Er is een groeiend aantal bezoekers van recreatieve bestemmingen in Lelystad,
waarbij Bataviastad de belangrijkste is. Er ligt hier een potentie van 3 miljoen
bezoekers per jaar;
 Er is sprake van groeiende verkeersstromen in en rond Lelystad. Dat zorgt voor
congestie en biedt kansen voor het OV als alternatief.
Wel wordt gesteld dat de potentie voor groei in het OV voor een groot deel bestaat uit
keuzereizigers. Die stellen andere eisen aan het openbaar vervoer: Snelle verbindingen,
goede aansluitingen etc. Geconstateerd wordt dat het huidige OB in en rond Lelystad nog
onvoldoende op deze wensen aansluit.
Er zijn diverse redenen om een nieuwe visie op het openbaar vervoer in en rond Lelystad te
ontwikkelen. Een nieuwe visie is noodzakelijk….
 om in te spelen op wensen uit de samenleving, zoals omwonenden van busroutes en
(potentiële) reizigers;
 om het openbaar vervoer af te stemmen met de ruimtelijk -economische en
demografische ontwikkelingen, waaronder de ontsluiting van Lelystad Airport. De
bereikbaarheid van Lelystad Airport is van een dusdanig groot belang dat hier in een
apart hoofdstuk gedetailleerd op wordt ingegaan;
 om te kijken hoe efficiënt met het beschikbare budget omgegaan kan worden;
 om te kijken naar ontdubbelingen tussen het stads- en streekvervoer;
 om een toekomstvaste en duurzame busdienst te ontwikkelen, inspelend op nieuwe
mogelijkheden zoals emissievrije en automatische bussen;
 om te kijken welke infrastructurele aanpassingen er de komende jaren nodig zijn om
het openbaar vervoer betrouwbaar en snel te houden;
 omdat Lelystad samenwerkt met de Vervoerregio en regionale ambities gaat vertalen
in lokale ambities.
 Om aan te sluiten op nieuw regionaal en landelijk beleid, zoals het Toekomstbeeld
OV 2040 (ministerie van I&M) en Regionaal OV Ambitiebeeld 2040 voor NoordHolland en Flevoland.
Om voor de toekomst een duidelijk te hebben op wensen, ambities en mogelijkheden in het
stedelijk OV, is een stedelijke OV visie opgesteld.
1.2
Delegatie
In het verleden was Lelystad wettelijk aangewezen als opdrachtgever voor het openbaar
vervoer. Eerst als BOS-gemeente, later als VOC-gemeente. Het rijk heeft deze
bevoegdheden vervolgens overgeheveld naar de provincie. Primair is de provincie Flevoland
hierdoor de OV-autoriteit, maar voor de steden Lelystad en Almere heeft de provincie de
concessieverlening en bijbehorend opdrachtgeverschap gedelegeerd aan de beide
gemeenten. Delegatie betekent dat alle rechten en plichten overgedragen zijn, zowel
5
beleidsmatig als uitvoerend. De gemeente heeft een ‘delegatie uitvoeringsovereenkomst’
met de provincie gesloten.
De delegatie betekent dat de gemeente Lelystad zelf het beleid ten aanzien van het
openbaar vervoer bepaalt. Zij krijgt hiervoor budget van de provincie. De hoogte van dat
budget is gebaseerd op een historische verdeelsleutel. De OV-visie dient om de
ontwikkelingen in het netwerk inzichtelijk te maken, waardoor de provincie voor de
noodzakelijke ontsluiting van nieuwe gebieden het beschikbaar gestelde budget aan kan
passen. Met de provincie worden afspraken gemaakt over een vaste indexatie van het
beschikbare budget, en een aanvullende bijdrage voor de ontsluiting van nieuwe ruimtelijkeconomische ontwikkellocaties.
Dit zal leiden tot een nieuwe uitvoeringsovereenkomst met de provincie voor de periode
sinds de afschaffing van de BDU verkeer en vervoer.
Nieuwe locaties waarvoor extra budget nodig is, zijn :
 Lelystad Airport, Lelystad Airport Businesspark (LAB), Flevopoort;
 Flevokust;
 Warande, Lelypoort Oostvaardersplassen;
 Houtribhoogte;
 Buitenhof;
 andere mogelijke publiekstrekkers in het buitengebied (bijv. Transportmuseum).
Inzake de bereikbaarheid van Lelystad Airport streeft Lelystad ook naar bijdragen van
derden.
Om de positie van Lelystad in relatie tot de Randstad te versterken en haar belangen beter
te kunnen vertegenwoordigen, werkt Lelystad samen met de Vervoerregio Amsterdam. Er
zijn hierin echter geen bevoegdheden overgedragen. Zowel de provincie als de vervoerregio
hebben een visie op mobiliteit opgesteld, beiden van belang als kader v oor de stedelijke OV
visie.
1.3
Scope en doel van de OV-visie
De visie heeft een tijdspanne van 2017- 2030; Dit is een periode waarin:
 Lelystad Airport (inclusief aanliggende bedrijventerreinen) tot ontwikkeling is
gekomen;
 De nieuw wijken van Lelystad (Warande, Buitenhof, Ho utribhoogte) meer ontwikkeld
zullen zijn (woningbouw);
 De huidige concessie afloopt (2021 met mogelijkheid tot 2 jarige verlenging)
waarmee duidelijk wordt dat de huidige visie ook input vormt voor het op te stellen
bestek voor de nieuwe aanbesteding.
De ruimtelijke scoop betreft:
 De visie op het openbaar vervoer in de gemeente Lelystad (inclusief de
bereikbaarheid van Lelystad Airport);
 De regionale bereikbaarheid van Lelystad.
Deze visie omvat de vervoerkundige doelstellingen en de algemene ontwikkelingen in en
rond Lelystad. De visie is uitgewerkt in een uitwerkingsplan waarin gedetailleerd ingevuld is
wat de visie concreet betekent voor het openbaar vervoer in Lelystad.
De visie:
 houdt alle partijen betrokken bij de ontwikkelingen in en rond Lelystad;
 heeft draagvlak bij de betrokken partijen (economisch, politiek, reizigersbelangen);
 is toekomstvast en budgettair verantwoord en in die zin een document wordt waar
voor langere tijd op teruggevallen kan worden;
 schenkt aandacht aan milieu-, duurzaamheids- en innovatiedoelstellingen;
 gaat specifieker en gedetailleerd in op de ontsluiting van Lelystad Airport en andere
belangrijke attractiepunten of attractiegebieden in en rond Lelystad.
6
De bestaande concessievoorwaarden zijn voor de lopende concessieperiode een
randvoorwaarde, maar bieden nadrukkelijk kansen om samen met concessiehouder Arriva te
komen tot aanvullende afspraken waar beiden profijt van hebben.
De visie dient als basis voor (afzonderlijk op te stellen) m eerjarige afspraken met Arriva (en
eventueel Connexxion), met de provincie en met de Vervoerregio Amsterdam. De visie en
uitwerking vormen daarnaast de basis waarop na afloop van de concessie van Arriva een
nieuwe concessie aanbesteed kan worden
1.4
Relatie met andere beleidsdocumenten
Mobiliteitsplan (GVVP)
In 2017 wordt ook mobiliteitsplan (GVVP) opgesteld. Dit mobiliteitsplan beschrijft de
gemeentelijke doelstellingen op het gebied van verkeer en vervoer op hoofdlijnen
(strategisch niveau). In thematische visies wordt het beleid gedetailleerder uitgewerkt
(tactisch niveau). Aan de thematische visies worden uitvoeringsplannen gekoppeld.
Daarnaast zijn er gebiedsvisies voor een aantal locaties in de gemeente , waarin ook een
sterk accent op uitvoering ligt. In de volgende figuur is de plaats van de OV-visie in de
beleidsplannen weergegeven:
Strategisch
Mobiliteitsplan
Tactisch
Operationeel (voorbeelden)
Visie Fietsen in Lelystad
Fietsplan Stadshart
Visie Bewegwijzering in
Beleidsregels en uitvoeringskader
Lelystad
bewegwijzering
OV-visie
Uitwerkingsplan OV
Visie op parkeren
Parkeerplan
Visie stadshoofdwegen en
Ontwerpkaders wegen en verkeer
wegencategorisering
(handboek)
Beleidsplan
Uitvoeringsplan gladheidsbestrijding
gladheidsbestrijding
Visie verkeers- en wegmeubilair Onderhoudsplan verkeers- en wegmeubilair
Gebiedsvisies
Verkeersvisie buitengebied
Verkeersvisie Batavia Stad/ Bataviahaven
Verkeersvisie Lelycentre
Toekomstbeeld OV 2040 en Regionaal OV Ambitiebeeld 2040 Noord-Holland en
Flevoland
‘Iedereen in Nederland moet snel, comfortabel, betrouwbaar en betaalbaar met het openbaar
vervoer (OV) kunnen reizen’, zo wordt in het toekomstbeeld van het Ministerie gesteld.
Lelystad sluit zich daarbij aan. Ook in 2040. Daarom heeft het ministerie van Infrastructuur
en Milieu samen met provincies, metropoolregio’s, vervoerders en ProRail, gewerkt aan een
toekomstbeeld openbaar vervoer 2040. Dit toekomstbeeld geeft richting aan het beleid van
de overheid en de uitvoering hiervan samen met partners.
Ontwikkelingen in mobiliteit en bereikbaarheid
Op sommige plekken in Nederland groeit de mobiliteit hard. Zoals in stedelijke regio’s en
drukke gebieden. Aan de randen van stedelijke gebieden en in dunbevolkte regi o’s wordt
juist steeds minder gebruik gemaakt van het openbaar vervoer. Om reizigers ook in 2040
een hoogwaardig en vernieuwd openbaar vervoersysteem te kunnen blijven bieden, moeten
daarom komende jaren scherpe keuzes gemaakt worden.
De ambitie voor 2040 is dat mensen binnen een uur van deur tot deur kunnen reizen tussen
de 4 grote steden in de Randstad. In drukbevolkt stedelijk gebied wordt ingezet op een groot
netwerk met directe verbindingen naar drukbezochte plekken in de steden, kortere
7
wachttijden en hogere frequenties. Aan de randen van stedelijke gebieden en in dunbevolkte
regio’s moet worden geïnvesteerd in nieuwe gebruiksvriendelijke en slimmere voorzieningen.
Voorzieningen die beter aansluiten op de behoeften van reizigers. Nieuwe
deelautoconcepten, zelfrijdende busjes en e-fietsvoorzieningen zijn voorbeelden van soorten
vervoer die de bus die eens per uur langs een beperkt aantal haltes rijdt kunnen vervangen.
Technologische ontwikkelingen
Reizigers moeten real time reisadviezen gaan krijgen vi a bijvoorbeeld apps. En zo zelf snel
de afweging kunnen maken tussen verschillende reisopties. Maar ook automatisch afrekenen
en het integreren van reisabonnementen van verschillende vervoerders moet s nel mogelijk
gemaakt worden.
Schoner en duurzamer openbaar vervoer
Nederland heeft internationale afspraken gemaakt om klimaatverandering tegen te gaan. En
om de luchtkwaliteit te verbeteren. Het openbaar vervoer speelt hierbij ook een grote
rol. Door gebruik van andere brandstoffen, duurzame infrastructuur en gebruik van
duurzame materialen.
Openbaar Vervoer 2040
De overheid wil dat reizen met het openbaar vervoer in de toekomst mogelijk blijft. Op een
schone en duurzame manier. Waarbij volop gebruik wordt gemaakt van techni sche en
sociale ontwikkelingen.
Samenwerking met partners Programma Toekomstbeeld OV
De Toekomstvisie openbaar vervoer 2040 wordt in fases uitgewerkt in een ontwikkelagenda.
In deze ontwikkelagenda’s staan de maatregelen voor de overheid en partners. Het
toekomstbeeld Openbaar Vervoer 2040 is gemaakt door de volgende partners:
 het ministerie van Infrastructuur en Milieu;
 de 12 provincies en de metropoolregio’s Amsterdam (MRA) en Rotterdam -Den Haag
(MRDH);
 NS en Federatie Mobiliteitsbedrijven Nederland;
 ProRail.
De partners hebben advies gevraagd aan veel kennisinstellingen, bedrijven en
maatschappelijke organisaties. Ook hebben studenten van de Design Academy Eindhoven
en leerlingen van groep 7 Nutsschool Zorgvliet uit Den Haag via de Raad van Kinderen een
advies gemaakt voor het toekomstbeeld en de uitwerking daarvan.
OV-visie Flevoland 2014-2024
De provinciale visie gaat in op een aantal specifieke thema’s waarbij gekozen is voor een
insteek die is gebaseerd op Rendement en Zelforganisatie.
Daarbij wordt door de provincie geen keuze gemaakt voor een specifieke functie of
gebruikersgroep. De overheid biedt zo rendabel mogelijk (aansluitend bij de vervoervraag en liefst
zonder structurele overheidssubsidie) collectief vervoer en ondersteunt en stimuleert
burgerinitiatieven uit de samenleving voor collectieve vervoeroplossingen en initiatieven die voor
specifieke doelgroepen een passend vervoeraanbod bieden. De Regiotaxi fungeert als vangnet op
plekken en tijden waar de bus niet meer rijdt.
Op basis hiervan heeft de provincie Flevoland haar ambitie op hoofdlijnen geformuleerd:
 Een zo rendabel mogelijk collectief vervoersysteem voor inwoners en bezoekers van
Flevoland
o met aansluiting op de mobiliteitsvraag;
o waarbij de keuze bepaald wordt door de vervoerbehoefte en de kosteneffectiviteit;
 een passende voorziening wordt geboden voor die gebieden waar collectief vervoer
geen optie is;
 met een belangrijke rol voor participatie uit de samenleving. 8
Voor Lelystad is de impact van de implementatie van de provinciale OV-visie beperkt: de
bestaande streeklijnen van en naar Lelystad blijven vooralsnog behouden. Lelystad wordt in
de visie benoemd als een knooppunt en ook het belang van een goede bereikbaarheid van
Lelystad Airport wordt in de provinciale visie onderschreven, mede vanwege de economische
groei de provincie in dit gebied verwacht.
Strategische Visie Mobiliteit Vervoerregio
Sinds 2015 werkt Lelystad op het gebied van verkeer en vervoer samen met de
Vervoerregio Amsterdam. Een belangrijke reden hiervoor is dat er enerzijds sprake is van
een grote reizigersstroom tussen Lelystad en de Amst erdamse regio. Anderzijds maakt dat
de geplande doorontwikkeling van Lelystad Airport ook een belangrijke stroom reizigers
richting Lelystad gaat genereren. Hoe groot deze stroom is, is overigens nog niet geheel
duidelijk en grotendeels afhankelijk van het aantal vluchten van en naar Lelystad Airport. De
aparte visie inzake de bereikbaarheid van Lelystad airport gaat hier overigens verder op in.
De ontwikkelingen in het openbaar vervoer gaan de laatste jaren erg snel. De laatste
aanbestedingen laten dat zien, waarbij in de offertes bijvoorbeeld elektrische bussen worden
aangeboden en ingezet wordt op innovatieve concepten. De samenwerking van Lelystad met
de Vervoerregio biedt voor de stad kansen om te functioneren als proeflocatie voor
innovatieve concepten.
Eind 2016 heeft Stadsregio Amsterdam (nu: Vervoerregio) een ‘Strategische Visie Mobiliteit’
opgesteld voor de gehele regio (inclusief Lelystad). In deze strategische visie wordt een
aantal trends en ontwikkelingen benoemd op basis waarvan op strategisch niveau ambities
en beleid op hoofdlijnen worden beschreven. De uitgangspunten in deze strategische visies
vormen daarmee voor de convenantspartners (waaronder Lelystad) een basis voor een
integrale lokale visie. De belangrijkste onderdelen van de strategische visie worden in deze
paragraaf beschreven.
Trends en ontwikkelingen
De Randstad en de centrale steden in Nederland groeien het snelst. In en om de steden in
de regio zal ook het aantal banen fors groeien. Ook de onstuimige groei van het toerisme zet
door. Tot 2025 met 25%. Toeristen dragen fors bij aan het bruto regionaal product.
Deze ontwikkelingen leiden tot meer mobiliteit en zorgen voor:
 meer autoverkeer. Automobiliteit wordt slimmer en schoner en op termijn mogelijk
zelfsturend. Auto’s rijden vaker buiten de spitsperiode;
 een versterkte functie van het openbaar vervoer in en tussen de stedelijke gebieden.
Voor bus, tram en metro zal in de stedelijke sprake zijn van groei, terwijl in de meer
landelijke delen het gebruik stabiliseert of afneemt;
 de fiets als en snelgroeiend vervoermiddel in de gehele regio. Het aandeel van de e bike stijgt gestaag en heeft invloed op de vervoerwijzekeuze. De combinatie van OV
en fiets is de afgelopen 15 jaar kansrijk gebleken en kan verder groeien;
 wereldwijde groei die tot meer luchtvaart leidt voor zowel personen - als
goederenvervoer. De groei van het personenvervoer ligt tussen de 2 en 3% per jaar.
Schiphol verwerkte in 2015 ruim 58 miljoen reizigers en ook voor de komende
periode wordt voor Schiphol een groei verwacht. Een deel daarvan wijkt uit naar
Lelystad en Eindhoven.
Ambities
Bovengenoemde ontwikkelingen, gekoppeld aan de kernopgaven uit de ruimteli jke en
economische actie-agenda van de Metropoolregio Amsterdam leiden tot de volgende
ambities:
 Economische en sociale ontwikkeling
o De regio is concurrerend en innovatief;
o De regio wil iedereen kansen bieden.
 Leefkwaliteit
o De regio biedt aantrekkelijke plakken voor activiteiten;
o De regio draagt zorg voor het welzijn van haar bewoners en bezoekers.
 Duurzaamheid
9
o
o
o
De regio gebruikt zo min mogelijk grondstoffen;
De regio draagt zorg voor schoner en hernieuwbaar energie - en
materiaalgebruik;
De regio kijkt ook naar de lange termijn.
Strategische opgaven
In alles wat de samenwerkende partijen doen om deze ambities te bereiken, kiezen de
partijen voor 5 strategieën. Strategieën voor inwoners, bezoekers, reizigers en
vrachtvervoerders in, van en naar de regio. In de regio gelden daarvoor 5 strategieën, die
hier alleen op hoofdlijnen worden benoemd:
1. Vergemakkelijken en uitbreiden van connectiviteit;
2. Zuiniger, schoner, stiller;
3. Veilig, betrouwbaar, toegankelijk;
4. Veraangenamen van verblijfsgebieden (knopen en centra)
5. Nabijheid van activiteiten versterken.
Onderscheidende opgaven voor Lelystad:
In de strategische visie worden onderscheidende opgaven benoemd voor de stedelijke woon en werkgebieden, waar ook Lelystad onder valt. Het gaat te ver om de uitgewerkte
strategieën voor Lelystad als stedelijk woon- en werkgebied te benoemen maar er zijn 4
belangrijke opgaven:
1. De vitaliteit versterken waar relevant;
2. Versterken van verbindingen met bestaande stedelijke centra en omliggende centra
3. Voorzieningen en winkelcentra herstructureren, vergroten van de aantrekkelijkheid;
4. De basismobiliteit op orde brengen.
Deze 4 opgaven vormen mede input voor de stedelijke OV visie in Lelystad.
Convenant en bestuursovereenkomst landzijdige bereikbaarheid Lelystad Airport
Lelystad Airport zal vanaf april 2019 passagiersvluchten afhandelen. Tussen Lelystad,
Provincie en het Ministerie van I en M is een convena nt afgesloten. De belangrijkste
bereikbaarheidsdoelen voor het openbaar vervoer inzake Lelystad Airport zijn:
 “De Gemeente is verantwoordelijk voor de realisatie van:
o een kwalitatief hoogwaardige en herkenbare haltevoorziening voor
busverbinding naar de Luchthaven bij station Lelystad Centrum;
o verbetering van de doorstroming van het busverkeer op de Middenweg en het
noordelijk deel van de Middendreef;
o verhogen van de frequentie van het openbaar vervoer van het station naar de
Luchthaven v.v. De basisfrequentie gaat uit van een halfuursdienst. Daar
waar nodig wordt de frequentie aangepast op vraag en aanbod;
 De Gemeente zal met de luchthavenexploitant in gesprek gaan over de wijze waarop
de openbaar-vervoerverbinding gestalte krijgt.
 De Gemeente spant zich in om een kwalitatief hoogwaardige haltevoorziening bij de
luchthaventerminal te laten realiseren, met goede reisinformatie, uitleg over het OVsysteem, kaartverkoop en een beschutte wachtruimte.
 De Minister is verantwoordelijk voor een goede verwijzing van de treinen op station
Lelystad Centrum naar de halteplaats voor de bus naar de Luchthaven.
 Onder leiding van de Gemeente monitoren Partijen de reistijd voor de OV -reiziger
van het moment van het uitstappen uit de trein tot het binnenlopen van de terminal
op het luchthaventerrein. Hiertoe stelt de Gemeente in overleg met ProRail een
monitoringsplan op. Partijen gaan in gesprek over eventuele Maatregelen wanneer
de reiziger structureel meer dan 5 minuten vertraging oploopt als gevolg van een
belemmering bij de stijgpunten op het station of de doorstroming van de bus op de
route van het station naar de Luchthaven v.v.”
10
Figuur: Impressie Lelystad Airport
Genoemd convenant gaat overigens gedetailleerd in op maatregelen ten aanzien van de OV bereikbaarheid van Lelystad Airport. In de uitwerking van deze OV-visie wordt hier nader op
ingegaan.
Ook in het bestuursconvenant zijn afspraken gemaakt inzake de zekerstelling van de
bereikbaarheid van Lelystad Airport. Het gaat te ver ze hier allemaal te benoemen, maar
deze hebben betrekking op de verantwoordelijk van partijen inzake:
OV-doorstromingsmaatregelen tussen station en terminal;
 De reconstructie van de OV-halte bij station Lelystad;
 De realisatie van een OV-halte bij de terminal;
 Afspraken inzake de financiën.
1.5
Betrokken partijen
De OV-visie en het uitwerkingsplan zijn besproken met externe stakeholders.
Onderscheid wordt gemaakt in bestuurlijk, economisch en maat schappelijk betrokken
partijen.
Provincie Flevoland
De provincie Flevoland heeft een visie ontwikkeld op het openbaar vervoer in haar provincie
voor de periode 2014-2024. De gemeentelijke OV-visie sluit hierbij aan.
Vervoerregio Amsterdam
De Vervoerregio bepaalt de uitvoering van het gehele openbaar vervoer in haar gebied.
Weliswaar is Lelystad een zelfstandige concessie, maar de gemeente sluit aan bij het
strategisch kader van de Vervoerregio. Daarnaast levert de Vervoerregio kennis inzake:
regionale afstemming, duurzaamheid, elektrisch materieel en de huisstijl van de Airnet
Shuttle.
Lelystad Airport
Vanzelfsprekend zijn de geplande ontwikkelingen rond het vliegveld van wezenlijk belang
voor het uitstippelen van het gewenste vervoerbeleid. Inzicht is verkregen in:
 Concrete uitbreidingsplan van het vliegveld (omvang / geplande OV-voorzieningen);
 Gevolgen voor aantallen reizigers en reisgedrag (herkomst/bestemming/reismoment);
 Planning van de uitvoering.
11
Lelystad Airport Businesspark
Analoog aan de ontwikkelingen op het vliegveld is inzicht verkregen in de ontwikkelingen in
het LAB-gebied, de bedrijvenlocatie ten westen van Lelystad Airport. Het ligt voor de hand
dat een OV-corridor naar het vliegveld het LAB-gebied doorkruist, waarbij in de uitwerking
van de visie bekeken moet worden of reizigersstromen gecombineerd moeten worden of dat
er speciaal beleid noodzakelijk is voor bediening van het bedrijventerrein. Vanuit LAB is
inzicht verkregen in:
 Concrete uitbreidingsplannen van het bedrijventerrein (omvang / geplande OV voorzieningen);
 Gevolgen voor aantallen reizigers en reisgedrag (herkomst/bestemming/reismoment);
 Planning van de uitvoering.
Arriva en Connexxion
Arriva is de concessiehouder voor de stadsdienst Lelystad. Een deel van de uitvoering van
de OV-visie vindt plaats binnen de looptijd van de concessie (de concessie loopt tot eind
2021, met waarschijnlijk twee jaar verlenging). Arriva heeft op de volgende onderdelen input
geleverd voor deze visie:
 welke visie Arriva heeft op haar netwerk, de ontwikkelingen in acht nemend;
 de ontwikkelingen op het gebied van personeel in relatie tot vervoerkundige
ontwikkelingen;
 de mogelijkheden en voorwaarden tot aanpassing van de concessie (indie n nodig);
Hoewel de gemeentelijke visie op het openbaar vervoer verder gaat dan de huidige
Concessie en de samenwerking met Arriva, is het van belang dat er bij de huidige
concessiehouder draagvlak is als het gaat om de gemeentelijke visie. Al in de huidige
concessie kan zo geleidelijk naar het toekomstbeeld toegewerkt worden.
Connexxion speelt een rol in het regionale vervoer (Concessie Flevoland-IJsselmond). Op
basis van het bovenstaande heeft Connexxion op een abstracter niveau input gel everd voor
de visie.
Nederlandse Spoorwegen / ProRail
Er is bestuurlijk overleg gevoerd met ProRail en NS over:
 de treindienstregeling;
 fiets- en scooterparkeren rond het station, staat van onderhoud stallingen en
rijksgelden voor uitbreiding fietsparkeren;
 de onderdoorgangen naast het station.
Buurtbus Vereniging Lelystad
 Er is regelmatig overleg met de buurtbusvereniging over route, dienstregeling, haltes
en het materieel.
OSOL
 De OV-visie is besproken met de vertegenwoordiging van de gezamenlijke
ouderenbonden.
Economische partners
 MKB Midden Nederland;
 MAC3park;
 Rijkswaterstaat;
 bedrijfskring Lelystad.
Vanuit hun eigen belang is de partijen de mogelijkheid geboden een visie te geven op de
ontwikkeling in het openbaar vervoer in en rond Lelystad.
ROCOVF
Als vertegenwoordiger van de reiziger in het openbaar vervoer is het ROCOV F inhoudelijk
meegenomen in het gehele ontwikkelingsproces. Zij hebben input geleverd voor de visie en
hebben formeel op het concept gereageerd. De opmerkingen van het ROCOVF zijn in de
definitieve visie verwerkt en er is formeel richting het ROCOVF gereageerd op hun
opmerkingen.
12
2 De visie: uitgangspunten
2.1
Basisuitgangspunten
Opgave voor 2017 en verder
De vraag naar openbaar vervoer verandert, er komen nieuwe markten en nieuwe
vervoerwijzen, diverse vormen van collectief vervoer zijn steeds verder aan het integreren en
tegelijk zullen de komende jaren– zelfs zonder uitbreiding van het vervoeraanbod – de
kosten van het openbaar vervoer stijgen.
De kostendekkingsgraad van de concessie Lelystad is minder dan 50%, ofwel: de overheid
betaalt meer dan de helft van de kosten, de reizigers minder dan de helft. Dit biedt geen
toekomstvastheid in een periode dat de overheidsfinanciën onder druk staan. Daarnaast
ondervindt het busvervoer steeds meer concurrentie van alternatiev en, zoals de elektrische
fiets.
Zonder maatregelen dreigt een neerwaartse vicieuze cirkel. De gemeente Lelystad is
daarentegen wel in de unieke situatie dat de gemeente zowel het openbaar vervoer als het
doelgroepenvervoer (WMO, leerlingen WSW enz.) organiseert. Dit biedt kansen.
Positie van de gemeente
Het moet duidelijk zijn waar wel of geen rol van de lokale overheid ligt. Het uitgangspunt is
primair dat mobiliteit zichzelf moet regelen. De gemeente faciliteert, reguleert en stimuleert.
Echter: daar waar de mobiliteit zichzelf niet regelt, is de gemeente aan zet en zal
organiseren en/of ontwikkelen als:
 Het verkeersnetwerk overbelast dreigt te raken (OV-aanbod om congestie te
verminderen, met name richting Amsterdam en Utrecht);
 Een voorzieningenniveau niet spontaan tot stand komt en – ter stimulering van
ruimtelijk-economische ontwikkeling of om werkzoekenden werkkansen te bieden –
wel nodig is (ontsluiten nieuwe woon- en werkgebieden);
 Milieuvriendelijkheid, duurzaamheid en innovatie onvoldoende tot stand komen;
 Doelgroepen buiten schot dreigen te geraken (sociale functie).
Inzake het netwerk aan buslijnen in Lelystad ziet de gemeente daarbij een netwerk dat
 aansluit bij de (veranderende) wensen van verschillende reizigersgroepen
 anticipeert op veranderingen in budgetten en in die zin flexibel (maar wel
toekomstvast) is;
 aantrekkelijk is voor vervoerders;
 is gebaseerd op duurzaamheid, innovatie en toegankelijkheid;
 dat betrouwbaar is.
2.2
Visie op stimuleren van ruimtelijk-economische ontwikkeling
Ruimtelijk-economische ontwikkelingen hebben gevolgen voor de vraag naar openbaar
vervoer. Omgekeerd kan goed openbaar vervoer ook ruimtelijk -economische ontwikkelingen
stimuleren. Zo zou een station in Warande ertoe kunnen leiden dat meer mensen met een
baan elders deze wijk als vestigingsmogelijkheid zien, waardoor de vraag naar huizen
toeneemt.
Lelystad heeft de wens tot opening van station ‘Lelystad-Zuid’ bij voldoende woningen rond
dit station. De NS hanteert voor de opening van een nieuw station de ondergrens van 1000
nieuwe reizigers per dag (nieuw = reizigers die anders niet per trein zouden gaan). In
Lelystad bedraagt het aantal treinreizigers per werkdag in wijken rond het station ca. 1 per 5
inwoners. Met circa 2500 woningen rond station Lelystad -Zuid zou de potentie van dit station
daarmee boven de 1000 reizigers uit kunnen komen. Lelystad-Zuid mag echter niet
concurreren met Lelystad-Centrum, en zal dus alleen een sprinterstation zijn. De
13
verwachting is dat station ‘Lelystad-Zuid’ niet eerder dan in de periode 2025-2030 renderend
zal zijn.
In Lelystad zullen in de periode tot 2030 diverse nieuwe woongebieden, werkgebieden en
toeristische locaties ontwikkeld worden. Het gaat om veel kleine locaties (enkele tientallen
woningen) in de bestaande stad, bijvoorbeeld op locaties waar voorzieningen (kantoren,
scholen, sportvelden, winkels, kerken) verdwenen zijn. Voorbeelden zijn: ombouw van e en
kantoorpand in de Kamp, woningbouw aan de Kwelder naast de MFA, woningbouw op een
voormalig sportveld in de Schouw, woningbouw in de Kempenaar (locaties waar eerst een
school stond, waar eerst een kerk stond, en verderop de ombouw van een bedrijfspand),
woningbouw op het Werkeiland, waterwoningen in het Geldersdiep.
Daarnaast zijn er plannen voor stadsvernieuwing in de Zuiderzeewijk, waar meer woningen
teruggebouwd worden. Dit soort verdichtingen leiden tot een extra reizigerspotentieel voor
bestaand openbaar vervoer.
Figuur: Ruimtelijke en economische ontwikkelen in Lelystad
nb:
rood
bauw
paars
geel
groen
=
=
=
=
=
wonen
bedrijvigheid
gemengd (stadshart)
schoolcampus
toerisme
14
Grotere nieuwbouwlocaties rond bestaande OV-verbindingen zijn:
 Bataviahaven;
 de kusstrook;
 Vredeswijk;
 de transformatie van het Lelycentre;
 de transformatie van kantoren aan De Veste/ De Schans, De Meent;
 woningbouw op de Kop van De Veste.
Grotere woningbouwlocaties waar nieuw openbaar vervoer geboden moet worden zijn:
- Warande
- Buitenhof
- Houtribhoogte.
Bij het ontwerp van nieuwe wijken wordt rekening gehouden met de komst van openbaar
vervoer. Het gaat hierbij om: route, ontsluiting, haltelocaties en de bereikbaarheid van de
halten.
Grote
-
nieuwe werklocaties waar de OV-potentie nader onderzocht moet worden:
Flevokust;
Flevopoort;
Lelystad Airport Businesspark.
Toerisme
Lelystad profileert zich in de regio als ‘leisure city’. In en rond de stad is er een aantal
attractiepunten die dit onderstrepen:
 Bataviastad (breidt uit);
 Bataviahaven (toenemend aantal cruiseschepen);
 Aviodrome (meer potentie door ontwikkeling Lelystad Airport);
 Nationaal Park Nieuw Land (Oostvaardersplassen; Markerwadden);
 Natuurpark (blijft naar verwachting gelijk in aantal bezoekers ).
De attractiepunten moeten bereikbaar blijven en daar waar de bereikbaarheid onder de maat
is moet deze worden verbeterd. Dat hoeft niet per se met reguliere buslijnen, maar ook
maatwerk en aandacht voor ‘the last mile’ bieden hier mogelijkheden om bereikbaarheid
zeker te stellen.
2.3
Visie op knooppuntontwikkeling
Lelystad is sinds enkele jaren een stad met meer inkomende dan uitgaande pendel. Toch
heeft het treinstation nog sterk het karakter van een herkomststation: mensen vertrekken ’s
ochtends richting werk of studie, en komen ’s middags of ’s avonds weer terug.
De werkgelegenheid zal in Lelystad tot 2030 naar verwachting met circa 10.000
arbeidsplaatsen toenemen. Veel van deze ontwikkelingen vinden echter op geruime afstand
van het station plaats. Dit leidt alleen tot extra treinreizigers als er een goed busnetwerk
beschikbaar is dat aansluit bij de regionale vervoerketen.
Rondom stations/haltes zijn verschillende kringen te onderscheiden: hoe verder van het
station, hoe minder (potentiële) reizigers. De gr ootte van het invloedsgebied is afhankelijk
van de kwaliteit van het openbaar vervoer. Een laagfrequente trage kronkelbuslijn heeft ca.
400m invloedsgebied rondom de halte. Een snelle, frequente hoogwaardige buslijn
(Zuidtangent) heeft ca. 800m invloedsgebied. Voor een stoptreinstation geldt minimaal 800m
invloedsgebied, en een intercitystation zeker 1200m.
Rondom station Lelystad kunnen indicatief de volgende zones onderscheiden worden:
- 0-600m hoog treingebruik, reizigers met een herkomst in deze zone komen vooral te
voet, en hetzelfde geldt voor reizigers met een bestemming nabij het station.
15
-
600-1200m redelijk treingebruik, reizigers met een herkomst in dit gebied gebruiken
vaak de fiets naar het station (deels ook nog te voet), en reizigers met een
bestemming gaan nog vooral te voet.
1200m – 6km: redelijk treingebruik onder reizigers met een herkomst in dit gebied;
naast fiets spelen vooral de bus en de auto ook een rol in het voortransport. Onder
reizigers met een bestemming is het treingebruik laag , vanwege de afhankelijkheid
van natransport. Goed busvervoer en een deelfietssysteem kunnen het treingebruik
onder deze groep verhogen.
In de eerste 600 meter rond station Lelystad zijn veel ruimtelijk-economische ontwikkelingen
gaande, die de positie van het knooppunt kunnen versterken.
Het accent ligt vooral op ontwikkelingen die station Lelystad als herkomstknooppunt
versterken (woningbouw en transformatie werken/winkelen naar wonen). Bij de positie van
Lelystad als bestemmingsknooppunt valt vooral het grote aantal overheidsfuncties,
zorgfuncties en de ROC’s nabij het station op.
2.4
Visie op (inter)regionale bereikbaarheid
Lelystad wil voor het regionale openbaar vervoer goede verbindingen (trein en/of bus) met
alle omliggende steden waarmee (ook) intensief (ander) verkeer is:
 Dronten, Kampen, Zwolle, Groningen
 Almere, Amsterdam
 Amersfoort, Utrecht
 Emmeloord,
 Lelystad Airport, Harderwijk
 Enkhuizen, Hoorn
16
Figuur: Wenselijke hoogwaardige OV-verbindingen vanuit Lelystad met de regio
Trein
Bij de treinverbindingen zijn name in de frequentie en de exploitatieperiode van belang,
waarbij ook de ontwikkeling van Lelystad Airport een belangrijke, zo niet essentiële, rol
speelt.
De gemeentelijke doelstellingen met betrekking tot het treinvervoer zi jn:
 Snelle, rechtstreekse treinverbinding met Almere Centrum, Am sterdam Centraal en
Sloterdijk;
 Snelle, rechtstreekse treinverbinding met Duivendrecht (op forensentijden);
 Amsterdam-Zuid en Schiphol (en door richting Leiden en Den Haag);
 Snelle, rechtstreekse treinverbinding naar Zwolle en Groningen;
 Een rechtstreekse verbinding met de ‘buurstations’ Dronten en Almere Oostvaarders
(niet ‘terugreizen’ via een ander station).
Aan deze wensen kan bijvoorbeeld invulling gegeven worden door de Hanzelijn-intercity
Groningen – Schiphol - Den Haag, en extra intercity’s (of zonetreinen) naar Amsterdam-Zuid
en Schiphol die Almere Oostvaarders en Duivendrecht bedienen. Een zonetrein die tussen
Zwolle en Lelystad overal stopt, en verder gaat als intercity naar Amsterdam Centraal en
Sloterdijk is een ander voorbeeld van een invulling van deze wens.
De gemeente brengt deze wensen actief onder de aandacht bij de NS en de Vervoerregio.
Lelystad lobbyt daarnaast voor nachttreinen die aansluiten op de tijden van de vliegtijden.
Lelystad Airport mag tussen 6 en 23 uur gebruikt worden, met een uitloop tot 0 uur voor
vertraagde vluchten. Dat betekent dat de eerste reizigers rond 4 uur op het vliegveld
aanwezig moeten zijn, en de laatste rond middernacht (of later bij ve rtraagde vluchten) van
het vliegveld vertrekken.
Uiteraard vormt de trein geen op zichzelf staand systeem. Voor de regionale verplaatsing is
de totale keten van belang. Binnen Lelystad is daarom een netwerk nodig dat aansluit bij het
kwaliteitsniveau van de hoogfrequente treinverbinding naar Amsterdam.
17
Langeafstandsbus en (inter)regionale bus
Lelystad is voorstander van het stimuleren van commercieel langeafstandsbusvervoer met
Lelystad omdat Lelystad ziet dat deze vorm van collectief vervoer verbinding en mogelijk
maakt die met het reguliere OV niet of nauwelijks zijn te realiseren . Daarnaast geldt de
filosofie in Lelystad dat eerst ‘de markt’ initiatieven zou moeten oppakken en de Overheid
alleen organiseert als voorzieningen niet of onvoldoende tot sta nd komen.
De Raad heeft door het aannemen van een motie bevestigd. De ontwikkeling van Lelystad
Airport en Batavia Stad en de landelijke opkomst van commerciële busdiensten biedt
hiervoor goede kansen. Batavia Stad is inmiddels door een commerciële busdienst
verbonden met Amsterdam Centrum (overigens in een zeer lage frequentie). Te verwachten
is dat Lelystad Airport aantrekkelijk is voor langeafstandsbussen richting Amsterdam,
Amersfoort/Utrecht en de Veluwe. Daarnaast is er mogelijk potentie voor e en verbinding van
de Veluwe via Lelystad richting Enkhuizen en de Noord-Hollandse kust.
De gemeente treedt hierover in contact met de (commerciële) busbedrijven. De gemeente
heeft verder twee taken:
 Regulerend: op basis van de Wet Personenvervoer 2000 mag commercieel
langeafstandsbusvervoer zonder concessie alleen met een ontheffing gereden
worden. Op basis van de delegatie is Lelystad bevoegd gezag voor de ontheffingen
voor bussen die in Lelystad willen halteren.
 Faciliterend: de gemeente biedt haltevoorzieningen (in ieder geval op station
Centrum; bij Lelystad Airport is et een taak voor de luchthaven) die aansluiten bij de
wens van de reizigers en aan de wettelijke en Europese (toegankelijkheids)normen
voldoen.
Waar geen commercieel vervoer tot stand komt, is de overheid aan zet om te zorgen voor de
totstandkoming van het gewenste (inter)regionale netwerk. Vanuit de gewenste verbindingen
gaat het daarbij om hoogwaardige verbindingen naar Harderwijk (tevens
overstapmogelijkheid naar Amersfoort/Utrecht), Emmeloord en Enkhuizen (tevens
overstapmogelijkheid naar Hoorn).
De hoogwaardigheid van de busverbindingen zit met name in de betrouwbaarheid , snelheid
en de kwaliteit van de exploitatie, maar ook een afdoende frequentie (minimaal uurdiensten)
en bedieningsperiode.
Aanvullend op dit gewenste (inter)regionale busnetwerk, is Lelystad voorstander van behoud
van een busverbinding met Swifterbant, al gelden hiervoor andere kwaliteitseisen. Richting
Swifterbant gaat het om een ontsluitende lijn, die ook in Lelystad een ontsluitende functie
heeft.
2.5
Visie op netwerk in Lelystad
Het netwerk in Lelystad probeert anno 2017 verschillende doelgroepen met verschillende
behoefte te plezieren. Forenzen en scholieren hebben vooral behoefte aan een snelle en
frequente verplaatsing – al dan niet als onderdeel van een (inter)regionale verplaatsing, en
zijn ook bereid om daarvoor verder naar een halte te lopen. Een deel van de ouderen hecht
veel minder behoefte aan snelheid en frequentie, maar aan haltes vlakbij, een behulpzame
chauffeur en niet al te grote bussen waarin mensen gemakkelijk een praatje met elkaar
maken.
Uit onderzoek in Eindhoven is zelfs gebleken dat een deel van de ouderen alleen maar voor
het sociale contact in de bus zit (Bron: CVS 2011 ’Horen Zien, Begrijpen: lijn 100 Woensel’).
Hetzelfde bleek in Lelystad tijdens het experiment met het gratis reizen.
Een gevolg van het compromis tussen verschillende behoeften is dat het Lelystadse OV netwerk nu eigenlijk geen enkele doelgroep aanspreekt. Voor forenzen en scholieren te traag
18
en te laagfrequent. En een deel van de ouderen wil juist dat de bussen nog verder en langer
in de wijk rijden.
Om de doelgroepen weer meer aan te spreken, is het de wens om in Lelystad verschillende
soorten vervoer te gaan onderscheiden:
 Het snelnet en de verbinding naar Lelystad Airport hebben een toekomstvast
karakter. Reizigers kunnen ervan op aan dat dit vervoer stabiel blijft;
 Het sociale netwerk, inclusief het Servicenet, speelt in op de locaties waar de
doelgroepen vandaan komen en naartoe willen. Het Servicenet heeft een ontsluitend
karakter.
Het voorgaande betekent niet per definitie dat er overal twee netwerken worden
geëxploiteerd, maar het betekent wel dat een lijn een specifieke functie krijgt in het openbaar
vervoer.
Lelystad Airport
De kernwoorden bij het definiëren van de kwaliteit van het OV van en naar Lelystad Airport
zijn:
 Comfort van route en halten;
 Hoogwaardig en herkenbaar;
 Efficiënte en toekomstvaste exploitatie;
 Hoogwaardige uitstraling en inrichting van de halten, vergelijkba ar met het
Randstedelijke R-net;
 Zodra er meer dan 10.000 vluchten per jaar zijn een hoogfrequente verbinding,
aansluitend op de vluchttijden;
 Betrouwbare dienstuitvoering door vrije infrastructuur : in maximaal 15 minuten van
station naar Lelystad Airport Passenger Terminal (exploitatiesnelheid minimaal 30
km/uur);
 Zodra de infrastructuur (vrije busbaan van station tot terminal) hiervoor gereed is,
automatische bussen. Verwachting is dat in 2021/2022 een onderdoorgang onder de
A6 aangelegd kan worden, waarna er een vrije baan kan zijn van station tot terminal;
 Hoogfrequente (elke tien minuten, bij veel reizigersaanbod zelfs elke paar minuten)
automatische bussen (people movers) naar Lelystad Airport (non-stop) en Lelystad
Airport Businesspark en tussengelegen locaties (De Rietl anden, oostelijke deel
Warande, Flevopoort). De people movers vereisen – om veilig en voldoende snel te
kunnen rijden – een vrije busbaan. Tegenover de kosten voor de infra staat dat de
people movers geen chauffeur nodig hebben, en de gehele dag reizigersa anbod van
Lelystad Airport hebben. De ambitie is de people movers kostendekkend te
exploiteren (exclusief de kosten voor aanleg en beheer van infrastructuur);
 De people movers rijden aansluitend op alle vluchten;
 Totdat de people mover beschikbaar is, ofwel in de periode dat Lelystad Airport naar
10.000 vliegbewegingen groeit, rijdt er een hoogwaardige shuttleverbinding tussen
station en terminal, ieder halfuur aansluitend op de vluchten (minimaal 2 uur voor
vertrek, tot een uur na aankomst, maar alleen als er ook treinen rijden).
Figuur: Impressie halte van AIRnet Shuttle
19
Snelnet
Ten aanzien van het snelnet in Lelystad hanteert de gemeente de volgende uitgangspunten:
 Een snelnet dat ma-vr 7-19 elke kwartier rijdt, naar Batavia Stad en Landerijen ook
op za-zo 9-18 uur ieder kwartier, en daarbuiten ieder halfuur (naar de lus Landerijen
overigens de helft van alle ritten linksom en de helft rechtsom).
 De snelbussen starten ma-vr uiterlijk om 6 uur, op zaterdagen 8 uur, op zon- en
feestdagen 9 uur, en rijden alle dagen door tot minimaal 23 uur.
 Minimaal 80% van de woningen in de bebouwde kom heeft een halte binnen 600m
hemelsbreed.
 Het snelnet biedt goede aansluitingen op de snelle treinen naar Amsterdam, en
maakt deel uit van de regionale vervoerketen, bij voorkeur ook in het
abonnementsysteem voor dagelijkse reizigers.
 Het snelnet streeft naar een exploitatiesnelheid van 30 km/uur; alleen waar een lang
traject door de woonwijken gereden wordt, is de ambitie minimaal 24 km/uur.
Om aan de exploitatiesnelheid te voldoen, worden haltes niet vlakbij elkaar gelegd. Het
snelnet is zeer interessant voor forenzen en scholieren/studenten, maar ook voor toeristen
en winkelend publiek van Batavia Stad en het Stadshart. Bestemmingen waar veel OV reizigers naartoe willen (station, Stadshart, Batavia Stad, Lelycentre) worden op korte
loopafstand van de halte aangedaan.
Servicenet
De gemeente ambieert een servicenet dat ma-vr van 7 tot 19 uur 1x/uur rijdt en zaterdags 919 uur, en vooral op ouderen en gehandicapten gericht is. Dit net bedient dan vooral ook de
woon- en bestemmingslocaties waar veel ouderen naartoe willen, zoals winkelcentra,
zorgcentra, en rijdt op de tijden dat er hier voldoende vervoervraag is . De servicebussen
proberen bij de belangrijke bestemmingen, zoals (woon)zorgcentra en winkelcentra, dicht bij
de ingang te komen.
Het servicenet is bij uitstek een ontsluitend netwerk (maatwerk) dat diep doordringt tot in de
wijken, vooral waar veel ‘sociaal’ vervoer is, met kleiner materieel dat geschikt is voor de
routes in de wijken.
Doelgroep voor dit netwerk zijn met name mensen die minder ver kunnen lopen of hulp
behoeven;
Deze verbindingen kennen:
 Een hoge servicegraad;
 Ruimere rijtijden;
 Meer persoonlijke aandacht voor de vaak wat oudere reizige r.
20
Figuur: Verbindend netwerk en ontsluitend netwerk in Lelystad
Mobiliteitscentrale en sociale functie
Het servicenet heeft een sterk sociaal karakter, en speelt op de behoefte van de doelgroep
in. De lijnvoering wordt daar in de loop der jaren op aangepast. De Mobiliteitscentrale vervult
daarbij een rol om te constateren hoe de vervoerbehoefte zich ontwikkelt, maar ook om de
doelgroepen zo veel mogelijk naar het juiste type vervoer te leiden.
Voor de gemeente Lelystad staat burgerparticipatie en gebruikmaking van het reguliere OV
voorop om aan de sociale mobiliteitsbehoefte te voldoen. De mobiliteitscentrale verwijst
mensen - waar mogelijk – naar het reguliere openbaar vervoer. Waar het voldoende zware
en voldoende kostendekkende vervoersstromen betreft, worden aanvullend op het reguliere
OV (snelnet) speciale OV-lijnen ingezet, zoals scholierenlijnen (612, 650, 663), spitslijnen (7,
163) en het servicenet.
Waar dit geen geschikte oplossing is, wordt zo veel mogelijk primair ingezet op
burgerparticipatie:
 Meerijden met familie, vrienden, collega’s of buren;
 Vrijwilligersprojecten, zoals ‘Automaatje’, ‘De Opstap’ en buurtbussen;
 Zelf organiseren van besloten busvervoer, zoals de Greijdanus -bus.
Als dat geen geschikte oplossing is, komen andere oplossingen naar voren in het besloten
vervoer, zoals leerlingenvervoer, vervoer naar dagbestedingscentra en WSW -vervoer.
Als laatste oplossing komen de – voor de overheid relatief dure - vraagafhankelijke systemen
in beeld, zoals het WMO-vervoer met de Regiotaxi.
21
Treinvervangend busvervoer en evenementenvervoer
Aan de stationsweg (op het evenemententerrein) faciliteert de gemeente ruimte voor
treinvervangend busvervoer en evenementenvervoer (bijvoorbeeld naar ‘Lowlands’). De
gemeente gaat in gesprek met ProRail inzake het verbeteren van de looproute tussen het
station en het evenemententerrein.
Taxi’s
De gemeente zal in samenwerking met de taxibranche, ondernemers en Lelystad Airport in
2017 beleid opstellen voor taxi’s. Dit kan leiden tot zelfregulatie, een taxi toegelaten
organisatie (TTO) of andere maatregelen.
2.6
Visie op toeristisch netwerk
Het centrum van Lelystad wordt als toeristische attractie gekenmerkt vanwege de
winkelvoorzieningen. Qua visie behoeft hier echter geen rekening mee gehouden te worden
omdat het grenst aan de drukke halte van het netwerk: Lelystad –Centrum.
Bataviastad als bestemming is in het stedelijk netwerk (snelnet) gezekerd, evenals de
bereikbaarheid van het ‘Aviodrome’.
Het bedienen van de andere toeristische bestemmingen in Lelystad wordt vooral ingevuld
met ‘maatwerk’, waar het systeem flexibel meegroeit met de ont wikkelingen in de
vervoervraag.
Gezien de te verwachten bezoekersaantallen, is rekening gehouden met een mogelijke
verlenging van het servicenet (en later snelnet) naar de Lelypoort ‘Oostvaardersplassen’.
Lelystad ziet in het bedienen van de toeristen ook een rol voor een innovatief project als
‘leenfietsen’ (E-bikes) daar waar het gaat om kortere verbindingen, verbindingen die niet per
bus afgelegd kunnen worden en verbindingen in relatie tot ‘ the last mile’.
2.7
Last mile
Het ‘nieuwe openbaar vervoer’ kenmerkt zich door een snel verbindend stedelijk netwerk en
een netwerk dat meer doordringt tot de haarvaten van de woonwijken en kleinschaliger van
opzet is. Dat betekent vrijwel per definitie dat er gebieden in onze gemeente zijn waar het
openbaar vervoer verder van de woon- of werkplek af komt te liggen.
De gemeente voelt zich in die zin niet specifiek verantwoordelijk voor het aanbieden van
openbaar vervoer maar meer voor het aanbieden van mobiliteit. Dat betekent dat een deel
van het vervoer op een andere wijze wordt aangeboden. Van groot belang hierbij is ‘the last
mile’. Lelystad ziet hierin mogelijkheden voor alternatieve innovatieve concepten die ‘ the last
mile’ faciliteren. Denk hierbij aan leenfietsen (Ov-fiets, Go-bike). Reizigers kunnen zich
(doorgaans via een app) registreren voor een leenfiets (E-bike) om vanaf de woon- of
werkplek bij een hoogwaardige bushalte te komen.
Leenfietsen zijn ook uitermate geschikt voor het voor- en natransport bedrijventerreinen naar
een bushalte (of station).
22
Figuur: leenfietsen
Daarnaast faciliteert de gemeente het eigen fietsbezit in de last mile. Dat betekent dat
bijvoorbeeld de fietsenstalling op het station uitgebreid moet worden. Het wildparkeren wordt
aangepakt en weesfietsen worden verwijderd. Bestaande fietsenstalling rond het station
moeten aantrekkelijker en uitnodigender worden ingericht.
Echter: de gemeente ziet in ‘the last mile’ ook andere mogelijkheden die op onderdelen
wellicht nog verder gaan dan alleen ‘the last mile’. Denk hierbij aan andere innovatieve
concepten als ‘deelauto’s, buurt- en wijkinitiatieven. In de logistiek is de innovatieve
ontwikkeling van ‘the last mile’ al veel verder en Lelystad zal waar mogelijk ook initiatieven
op het gebied van personenvervoer faciliteren, ondersteunen en stimuleren. Initiatieven
hierin kunnen komen vanuit de toeristische sector, de bedrijvensector of de winkel - en
leisuresector.
2.8
Visie op haltevoorzieningen, toegankelijkheid en bereikbaarheid
Haltevoorzieningen
De standaard halten van het lokale busnetwerk zijn volgens een gemeentelijke
kwaliteitsnorm aangelegd en hebben een goede kwaliteit en hoogwaardige uitstraling. Dit
kwaliteitsniveau wordt de komende jaren ook als uitgangspunt gehanteer d omdat het in zijn
opzet voldoet. Elke halte met meer dan 20 instappers per dag heeft een abri. Ieder
halteperron beschikt over een afvalbak, een bankje, en een gelegenheid om fietsen te stallen
(mits je er ook redelijk met de fiets kunt komen). Om de sociale veiligheid te bevorderen,
beschikt ieder perron binnen de bebouwde kom over een extra veel straatlantaarn. De
Lelystadse halte kenmerkt zicht sinds 2004 door het opvallende blokkenpatroon over het
hele perron.
Figuur: Standaardhalte-ontwerp Lelystad
23
Toegankelijkheid en bereikbaarheid halten
Reizigers die zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen moeten ook zelfstandig de
halten van het openbaar vervoer kunnen bereiken en zonder hulp van buiten in een bus
kunnen stappen.
Figuur:
Niet elk halte is nu goed bereikbaar
Het toegankelijk zijn van het openbaar vervoer is niet alleen een wens van de gemeente,
maar ook een wettelijke verplichting. Een toegankelijke halte betekent dat het perron is
opgehoogd tot 18 cm om een gelijkvloerse toegang tot de bussen mogelijk te maken. De 18
cm wordt langs de rijbaan gevormd door een speciale gladde trottoirband, waar de bus strak
met de banden tegenaan kan staan, en die verankerd is aan de rijbaan om verzakkingen (die
de 18cm hoogte aantasten) te voorkomen. Daarnaast dient de halte onder meer voorzien te
zijn van geleidetegels. Halten die volgens de gemeentelijke kwaliteitsnorm zijn aangelegd,
zijn toegankelijk.
2.9
Visie op doorstroming en infrastructuur
Lelystad wil dat het openbaar vervoer een route heeft waarbij doorstroming, regelmaat en
stiptheid bovenaan staan. Bij het snelnet gelden ook eisen aan de exploitatiesnelheid (zie
aldaar). Mede gestuurd door het bereikbaarheidsconvenant inzake de uitbreiding van
Lelystad Airport ziet de gemeente een taak om de route tussen het station en de luchthaven
congestievrij te houden. Een busbaan is hiervoor noodzakelijk, maar past bij de ambitie om
hier een people mover in te zetten.
Ook voor de buslijnen van het snelnet monitort de gemeente de snelheden en treft waar
nodig maatregelen. Waar snelnet-bussen rijden, passen geen snelheidsremmers, met als
uitzondering busvriendelijke maatregelen in de woonwijken (Lelystad -Haven, Jol, VoorstraatPauwenburg). Als er meer snelheidsremmers gewenst zijn, dan is dat niet verenigbaar met
een hoogwaardige busdienst.
2.10 Visie op reizigersinformatie
Materieel en halten zijn het visitekaartje van het stedelijk openbaar vervoer. Naast een
hoogwaardige uitstraling van materieel en halten, behoort hier ook duidelijke, eenvoud ig
toegankelijke, herkenbare en juiste reisinformatie bij. De reiziger moet in een oogopslag z ien
waar een bus naar toe gaat. Op de halten moet de reisinformatie duidelijk leesbaar zijn en
vanzelfsprekend kloppend met de actualiteit. Het geven van actuele reisinformatie is vooral
24
een verantwoordelijkheid van de concessiehouder, maar de gemeente zal nieuwe initiatieven
ondersteunen.
DRIS-panelen (dynamische reisinformatie) worden door de wegbeheerder verzorgd. Voor het
overzichtsdisplay bij het station is een overeenkomst met de provincie gesloten. De
gemeente streeft naar dynamische reisinformatie bij elke halte die door veel onbekende
reizigers aangedaan wordt. Het gaat dan in ieder geval om het station (overzichtsdisplay en
perrondisplay per perron), Lelystad Airport Passenger Terminal, Batavia Stad, Ziekenhuis en
Lelycentre, en mogelijk Larserdreef/Palazzo, De Rietlanden, De Hoven.
Op termijn moet ook dynamische reizigersinformatie beschikbaar komen op de halte ‘station
Lelystad-Zuid’ en de haltes van de People Mover.
Figuur: Dynamische reisinformatie
Ook ten aanzien van dynamische reisinformatie geldt dat de uitbreiding van Lelystad Airport
nieuwe mogelijkheden biedt om de reiziger al in een vroeg stadium te voorzien van actuele
reisinformatie. Naast de opkomst van apps voor smartphones zijn informatiezuilen op de
routing van –bijvoorbeeld- bagageband naar bushalte hiervoor een uitstekend middel.
De Vervoerregio heeft een dergelijke zuil al geïntroduceerd op Schiphol en Lelystad ziet
deze ook graag geplaatst in de terminal op Lelystad Airport.
2.11 Visie op marketing en communicatie
Gemeente Lelystad wil dat het openbaar vervoer meer dan nu een vanzelfsprekend
onderdeel wordt van de keuzevrijheid. Dat vereist primair een goed product, maar secundair
ook een goede bekendheid. Lelystad spant zich in om waar nodig ondersteuning te verlenen
op het gebied van marketing en communicatie. Op de website van de gemeente is ruimte
beschikbaar voor specifieke informatie omtrent het openbaar vervoer. Informatie dient echter
grotendeels door de concessiehouder aangeleverd te worden.
Op het gebied van ticketing ziet Lelystad veel in het verder introduceren van het MRA-ticket
voor het netwerk in en rond Lelystad. Lelystad werkt mee aan de verdere doorontwikkeling
van dit product. Niet alleen voor toeristen, maar ook voor forenzen en andere dagelijkse
reizigers is een product gewenst dat lijkt op het oude treinabonnement met aansluitend
stads/streek-supplement. Het afschaffen hiervan heeft in Lelystad geleid tot daling van het
aantal busreizigers. De gemeente is verder voorstander van wederzijdse bruikbaarheid van
busabonnementen tussen de concessie Lelystad en buurconcessies.
Ook voor de luchtreizigers van en naar Lelystad Airport dient de ticketing duidelijk te zijn.
Lelystad stimuleert het cash-less betalen op de bussen. Dit verhoogt sociale veiligheid voor
chauffeur en reiziger omdat er geen contact geld meer op de bus aanwezig is.
25
In samenspraak met alle betrokken partijen werkt Lelystad mee aan specifieke producten
voor reizigers van en naar Lelystad Airport. Met de NS is afgesproken dat Lelystad Airport
een tariefpunt wordt, waardoor mensen uit het hele land een treinkaartje kunnen kopen tot
aan de Terminal (dus inclusief de reis per bus of people mover in Lelystad).
2.12 Visie op materieel en duurzaamheid;
In de ‘kadernota Duurzaamheid’ schaart de gemeente zich achter de nationale doelstelling
voor ‘zero emissie busvervoer’. Nationaal spreken het ministerie van I en M, het IPO en de
vervoerregio’s af dat het regionaal busvervoer in 2030 of zoveel eerder als mogelijk v olledig
zero emissie bij de uitlaat is en dat nieuwe bussen per 2025 zero emissie zijn.
De uitwerking van de ambitie pakt de gemeente met haar partners op (met name de
vervoerregio en Arriva) op. Hoewel het accent daarbij primair op de busverbinding met
Lelystad Airport ligt, kijkt Lelystad verder als het gaat om duurzaamheid.
De gemeente hanteert daarbij de volgende doelstellingen:
 stimulering van het gebruik van hernieuwbare energie of brandstof, zoals biodiesel,
groen gas en groene stroom in de lopende concessie;
 het stadsvervoer rijdt uiterlijk met ingang van de nieuwe concessie (2022/2024)
volledig elektrisch met hernieuwbare energie;
 streven om de busverbinding met de Airport vanaf 2019 zero emissie bij de uitlaat te
rijden, mits er afspraken met Arriva gemaakt kunnen worden (overdrachtsregeling
bus);
 een elektrische automatische bus (people mover) tussen station en Lelystad Airport
vanaf 2021/2023;
 mobiliteitsmanagement om het aantal autoverkeersbewegingen naar Lelystad Airport
te verminderen (conform het afgesloten convenant);
 innovaties voor de last-mile zoals een combinatie met bus en leenfiets naar
bedrijventerreinen en toeristische locaties ;
 het benutten van de kennis en ervaring van de partners op het gebied van zero
emissie OV en innovatieve mobiliteit.
Figuur: Nieuw elektrisch materieel van Arriva
2.13 Visie op innovatie
Voor gemeente Lelystad is innovatie geen doel op zich maar een middel om het openbaar
vervoer duurzamer en hoogwaardiger te maken, maar ook als middel om het bedrijfsleven en
26
de werkgelegenheid lokaal een impuls te geven. Innovatie strekt zich uit over het gehele
spectrum van het openbaar vervoer.
Denk hierbij aan:
 Nieuwe vormen van ticketing en nieuwe tariefconcepten;
 Zelfrijdende bussen (people mover), met ‘proven technology’;
 Actuele reisinformatie;
 Aanvullende vervoerconcepten (the last mile).
Proeftuin van de vervoerregio
Lelystad wil zich in de vervoerregio graag profileren als de proeftuin voor nieuwe
mogelijkheden op het gebied van duurzaamheid en innovatie. De schaal van Lelystad biedt
voldoende mogelijkheden om nieuwe concepten te testen , zonder al te grote risico’s. De
ontwikkelingen rond Lelystad Airport bieden mogelijkheden voor nieuwe vervoerconcepten.
Lelystad ziet graag dat in samenwerking met de Vervoerregio in Lelystad een pilot wordt
georganiseerd in het kader van zelfrijdende bussen, gecombineerd met de aanleg van de
busbaan.
Nieuwe vormen van e-ticketing en nieuwe tariefconcepten
Ook op het gebied van ticketing, reisinformatie en tarief stellingen wil Lelystad graag
innovatief zijn. Lelystad als proeftuin is daarmee het voorportaal voor het verder uitrollen van
nieuwe concepten, in de breedste zin van het woord. Lelystad was de eerste locatie in
Nederland met een flatfare-tarief op de OV-chipkaart (een vast tarief voor de hele bebouwde
kom ten westen van de A6).
Figuur: Nieuwe vormen van ticketing
Arriva biedt inmiddels de mogelijkheid om online tickets te kopen voor bus én trein. Lelystad
ondersteunt deze multimodale vorm van e-ticketing van harte. Het aanbieden van deze
nieuwe e-tickets past in de beweging waarbij reizigers de voorkeur geven om steeds meer
zaken vooraf en online te regelen en het past in de het streven om vanaf 2018 geen contant
geld meer op de bussen te accepteren.
De OV-chipkaart is momenteel het meest gangbare betaalmiddel in het openbaar vervoer.
De OV-chipkaart is tegelijkertijd gebaseerd op een techniek die door de snelle
technologische ontwikkelingen al wordt achterhaald. Lelystad zal nieuwe betaaltechnieken
(betalen met de smartphone en met de pinpas) ondersteunen.
Nieuwe tariefconcepten moeten het voor incidentele reizigers aantrekkelijk maken om
gebruik te maken van het openbaar vervoer. Primair wordt hierbij aansluiting gezocht met de
uitbreiding van Lelystad Airport waarbij (buitenlandse) luchtreizigers van het openbaar
vervoer gebruik zullen gaan maken. Ook voor hen moet de betaalwijze mak kelijk en
vanzelfsprekend zijn.
De concessiehouder Arriva is overigens ook al voortvarend bezig met nieuwe
betaalconcepten (pinpas-betalingen, e-ticketing, mobiele ticketing en het printen van
vervoerbewijzen op de bus). Lelystad stimuleert verdere uitwerking hiervan op de
stadsdienst.
27
Aansluiting bij de troefkaarten van de vervoerregio Amsterdam wordt dan ook door de
gemeente gestimuleerd.
2.14 Visie op organisatie, concessie en concessiegrenzen
Lelystad heeft een delegatie voor het openbaar vervoer binnen de gemeente. Deze loopt tot
het einde van de huidige concessie. Voor de periode daarna zijn nieuwe afspraken met de
provincie nodig. Voortzetting van de delegatie ligt voor de hand, gezien de steeds sterker
wordende relatie tussen vervoer (de bussen) en infrastructuur (verkeersregelinstallaties,
aparte stroken/banen voor de bus, elektrische laadpalen). De hoogwaardige Shuttle
verbindingen dienen vanwege de samenhang met de infrastructuur onder de stedelijke
concessie te vallen.
Streeklijnen waarin vooral inwoners van Lelystad zitten, en/of die een belangrijke lokale rol
vervullen, maken nu geen deel uit van de concessie Lelystad. Dat is niet logisch, en komt
ook de efficiëntie niet ten goede. De gemeente streeft ernaar om – net als Almere – in ieder
geval de streeklijnen 145 en 148, en eventueel de streeklijnen 140 en 163 in de delegatie
onder te brengen.
Hiervoor ontstaat een mogelijkheid, omdat de provincie Flevoland voor het streekvervoer in
oostelijk en noordelijk Flevoland samen werkt met de provincies Overijssel en Gelderland
(en voor de lijn naar Heerenveen met de provincie Fryslan) , maar voor de regio
Almere/Lelystad met de Vervoerregio.
Flevoland streeft met Gelderland en Overijssel naar minder concessies. De concessies
Almere en Lelystad kunnen de basis vormen voor de samenwerking in de Vervoerregio. De
concessie IJsselmond kan – na overdracht van de Lelystadse streeklijnen aan Lelystad verdeeld worden over de aangrenzende concessie Noord- en Zuidwest-Fryslan en MiddenOverijssel/Veluwe.
De gemeente treedt over de delegatie in overleg met de provincie. Uitgangspunt is hierbij dat
Lelystad een evenredig aandeel (bijvoorbeeld naar rato van het inwonertal of de
werkgelegenheid) ontvangt van het provinciaal beschikbare budget voor OV.
Aanbesteden is voor Lelystad geen doel op zich (een gedelegeerd opdrachtgeverschap
evenmin) maar een middel om efficiënt OV te realiseren. De huidige concessie bevat de
mogelijkheid tot twee jaar verlenging (tot eind 2024). Als Arriva de prestaties (vooral
klanttevredenheid en betrouwbaarheid) op niveau houdt, wordt de concessie met twee jaar
verlengd.
Lelystad schrijft de concessiehouder (vervoerder) minimumeisen voor waaraan het Airnet,
snelnet, servicenet en maatwerklijnen moeten voldoen qua lijnvoering, bedieningsperiode en
frequenties. Indien er meer ruimte in de beschikbare subsidie is, mag de verv oerder hiervoor
zelf voorstellen indienen.
28
Download