magnetisme

advertisement
jaar: 1995 nummer: 28
Twee zeer lange draden zijn evenwijdig opgesteld.
De stroom door de linkse draad ( zie figuur) is in grootte gelijk aan 30 A en de zin ervan wordt
aangegeven door de pijl.
We willen dat de magnetische inductie in het punt K gelijk aan rul zou worden. Daartoe moet men
door de draad AB een stroom sturen die gelijk is aan
O a.
O b.
O c.
O d.
10 A en gericht van A raar B.
7,5 A en gericht van B naar A.
10 A en gericht van B naar A.
30 A en gericht van A naar B.
Als doorheen een rechte draad een stroom l gaat dan wordt de magnetische inductie in een punt op een
afstand d van de draad gegeven door
B  0.
I
2 d
jaar: 1995 nummer: 29
We beschouwen eer homogeen magnetisch veld met eer magnetische inductie

B
Hierin bevinden zich drie oppervlakken die we beschrijven als:

a. een vierkant, met zijde a, onder een hoek van 45° met . B

b. een vierkant, met zijde a, onder een hoek van 90° met . B
c. een cirkel, met straal 2 , onder een hoek van 90° met B
d.
Op de figuur is de situatie voor de gevallen a, b en c , vanuit zijzicht bekeken, weergegeven.
De grootte van de magnetische flux doorheen het oppervlak is dan het grootste voor het geval
beschreven
O a.
O b.
O c.
O d.
onder a.
onder b.
onder c.
voor a, b en c gelijk.
jaar: 1995 nummer: 30
Twee evenwijdige koperen draden AB en CD zijn aan de uiteinden A en C verbonden door een
weerstand R.

Een magnetische inductie B staat loodrecht op het vlak gevormd door deze draden.

( De richting van B is dus loodrecht op dit blad.)

Een koperen staafje beweegt wrijvingsloos met een snelheid v over deze draden en maakt er
voortdurend elektrisch contact mee.

De snelheid v van het staafje verandert als functie van de tijd zoals aangegeven op de bijgaande
figuur.
De stroomsterkte door de weerstand R als functie van de tijd kan dan best weergegeven worden door
de figuur
jaar: 1996 nummer: 28
Door twee oneindig lange, evenwijdige. geleidende draden, lopen respectievelijk de stromen I1 en I2.
De afstand d tussen de geleiders bedraagt 1 m.
De waarde B van de magnetische inductie wordt opgemeten in punten langsheen de loodrechte
verbindingslijn tussen beide geleiders ( we noemen dit de x-as). De resultaten voor B zijn gegeven in
onderstaande tabel. De afstand x wordt gemeten vanaf geleider 1.
B
x (m)
0,1
0.2
0.3
0,4
0,5
0,6
0,7
0,8
0,9
0
(A/m)
4,4210
1,9894
1,1368
0,6631
0,3193
0
-0,3789
-0,9947
-2,6526
De verhouding van de stroomsterkten
O a.
O b.
O c.
O d.
I1
is dan gelijk aan
I2
2/3.
2.
3/2.
3.
De waarde van de magnetische inductie in een punt op een afstand r van een rechte
stroomvoerende draad met een stroomsterkte ! wordt gegeven door
B  0.
I
2.  .r
jaar: 1996 nummer: 29
Rond een draaibare magneetnaald die volgens de N-Z lijn is gericht, plaatst men een rechte solenoïde
met 50 windingen en een lengte die kan veranderen van 20 tot 40 cm. De as van de solenoïde Is
volgens de O-W lijn georiënteerd.
Als een stroom door de solenoïde wordt gestuurd. draait de magneetnaald t.o.v. de N -Z richting.
De magnetische inductie van een solenoïde wordt gegeven door
B  0.
N.I

Om een hoek tussen de magneetnaald en de solenoïde te bekomen die steeds gelijk aan 45° is wat ook
de lengte van de spoel is. moet het verband tussen de stroom 1 en de lengte 1 zijn zoals aangegeven in
grafiek
jaar: 1996 nummer: 30
Een koperen draad is tot een vierkant geplooid Dit wordt met een constante snelheid
m/s in een homogeen magnetisch veld geduwd.

v met v = 5
Welke cocombinatie van grafieken voor de magnetische flux  door het vierkant en de inductiestroom
Ii beschrijft het gebeuren correct?
O a. de combinatie a en D.
0 b. de combinatie b en C.
O c. de combinatie d en A.
0 d. de combinatie c en B.
jaar: 1997 nummer: 28
De elektrische stroom in twee evenwijdige geleiders loopt in dezelfde zin. Deze geleiders hebben het
volgende effect op elkaar
O a.
Ob.
Oc.
O d.
ze trekken elkaar aan.
ze stoten elkaar af.
ze hebben geen effect op elkaar.
de stroom in de geleiders wordt nul.
jaar: 1997 nummer: 29
Tussen de polen van een elektromagneet heerst er oorspronkelijk een magnetisch inductieveld dat
nagenoeg homogeen is (zie fig. 1).
Als gevolg van de aanwezigheid van een stroomvoerende geleider met een stroom i ziet de
magnetische inductie tussen de polen eruit zoals fig. 2 aangeeft.
De stroomvoerende geleider kan dan t.o.v. de polen van deze magneet getekend worden als
jaar: 1997 nummer: 30
Een staafmagneet PQ ligt op een tafel in het magnetisch veld van de aarde. De zijde P van de
staafmagneet is gericht naar het geografische noorden. Een testmagneetje wordt in het punt A niet
georiënteerd (= neutraal punt).
Men keert de staafmagneet om (P wordt Q en Q wordt P).
Een testmagneetje wordt dan niet aangetrokken (of niet georiënteerd) in het punt
O a.
O b.
O c.
O d.
A.
B.
C.
D.
jaar: 1998 nummer: 27
In een microgolfoven worden elektromagnetische golven uitgezonden met een frequentie f.
In een homogeen magnetisch veld bewegen elektronen met deze frequentie op cirkelvormige banen.
De magnetische inductie B is dan evenredig met:
O a.
O b.
O c.
O d.
f
f2
f -1
f -2
jaar: 1998 nummer: 28
Een metalen draad met een massa van 10 µg en een elektrische weerstand van 10  wordt in een Uvorm geplooid. Het rechte middelste stuk is 25 cm lang en bevindt zich in een homogeen magnetisch
veld met een magnetische inductie van 0,15 T.
De omgeplooide stukken worden ieder in een metalen bak gestoken die met kwik gevuld is. Ze zijn
0,5 cm ondergedompeld.
De twee kwikbakken, met verwaarloosbare elektrische weerstand, worden, met een draad met
eveneens verwaarloosbare weerstand, verbonden met de klemmen van een ideale 12 V autobatterij.
Men stoft vast dat als de schakelaar S gesloten wordt, de draad verticaal uit de vloeistof wipt.
De snelheid van de draad wanneer zijn uiteinden de kwikbakken verlaten, is gelijk aan vo.
Men vervangt nu de batterij van 12 V door een ideale batterij van 24 V.
De snelheid van de draad als zijn uiteinden de kwikbaden verlaten, is nu gelijk aan
O a.
O b.
vo
2 vo
O c.
2 vo
O d.
4 vo
jaar: 1998 nummer: 29
Loodrecht op het vlak van een rechthoekig kadr staat een magnetisch veld met magnetische
inductie . B

De waarde van deze B verandert als functie van de tijd zoals in de figuur is weergegeven. Ten
gevolge hiervan loopt er doorheen het kader, dat een kleine elektrische weerstand R heeft. een stroom
I.
Deze stroom wordt dan best weergegeven in figuur.
jaar: 1998 nummer: 30
Rond een verticaal geplaatste holle plastic buis bevindt zich aan elk uiteinde een spoeltje. De twee
spoeltjes zijn in dezelfde zin gewikkeld en zijn in serie geschakeld.
Door de buis laat men een cilindervormige permanente magneet naar beneden vallen.
Met een oscilloscoop wordt de spanning over de spoeltjes gemeten.
De figuur die het best het bekomen oscilloscoopbeeld weergeeft is dan:
jaar: 1999 nummer: 01
Drie spoelen (solenoïden) A, B en C zijn in serie in een kring geschakeld. In de kring bevindt zich een
ideale spanningsbron van 24 V
Van elke spoel zijn lengte (l), elektrische weerstand (R) en het aantal windingen (n) gekend (zie
figuur).
Dan is de magnetische inductie het grootst in
O a.
O b.
O c.
O d.
spoel A.
spoel B.
spoel C.
alle spoelen gelijk.
jaar: 1999 nummer: 02
Door twee evenwijdige rechte geleiders vloeien even grote stromen
maar wel tegengesteld van zin.

Hierdoor werkt op de geleiders per meter lengte een kracht F .
Indien men elke stroomsterkte verdubbelt dan zal de kracht
O a. constant blijven.
O b. eveneens verdubbelen.
O c. vier maal groter worden.
O d. halveren.
jaar: 1999 nummer: 03
Een rechthoekige gesloten lus (L) wordt met een constante snelheid v door een magnetisch veld
bewogen. Het magnetisch veld staat loodrecht op en verdwijnt in het vlak van de figuur.
Er wordt aangenomen dat er geen magnetisch veld buiten de aangegeven zone (Z) aanwezig is.
Dan is de figuur die de geïnduceerde spanning Ui het best voorstelt, gegeven door:
jaar: 1999 nummer: 07

In een magnetisch veld met magnetische inductie B gelegen in het vlak van het blad (zie figuur)
bevindt zich een stroomvoerende geleider loodrecht op het vlak van het blad.
De stroom met stroomsterkte I loopt van boven naar onder .
De kracht die werkt op deze geleider is dan gericht naar:
O a.
O b.
O c.
O d.
boven
onder
links
rechts
jaar: 2000 nummer: 11
Een magnetisch veld staat loodrecht op een cirkelvormige
winding (fig. 1).


De component Bx van de magnetische inductie B wordt positief verondersteld wanneer B in het blad
verdwijnt.
Vanaf een bepaald ogeblik verandert de magnetische inductiecomponent als functie van de tijd zoals
gegeven in fig. 2.
De geïnduceerde spanning in de winding, die als positief beschouwd wordt wanneer de geïnduceerde
stroom in wijzerzin loopt, is dan voorgesteld in:
O a. fig. A.
O b. fig. B.
O c. fig. C.
O d. fig. D.
jaar: 2001 nummer: 11
Een lange solenoïde wordt gewikkeld met verniste koperdraden op een holle papieren cilinder. De
vernislaag is verwaarloosbaar dun. De windingen worden zo dicht mogelijk tegen elkaar aangesloten
in één laag over een lengte L, zoals aangegeven in de figuur.
Een tweede solenoïde wordt op analoge wijze gewikkeld met draden uit hetzelfde materiaal die echter
een dubbele diameter hebben. De lengte van de solenoïde blijft gelijk aan L (zie figuur).
Beide solenoïdes worden aangesloten aan een identieke gelijkspanningsbron. De toevoerdraden
hebben een verwaarloosbare weerstand.

De verhouding
B1/B2 van de magnetische inductie B1 in de eerste solenoïde tot de magnetische

inductie B2 in de tweede solenoïde bedraagt dan
ongeveer:
O a.
O b.
O c.
O d.
2/1.
1/8.
1/2 .
1/4.
jaar: 2001 nummer: 12

Een kracht F trekt een draadraam met één winding en afmetingen
l en h met een constante

versnelling in een homogeen magnetisch veld met inductie B .
De opgewekte inductiespanning bij het binnentreden in het magnetisch veld wordt dan het best
voorgesteld door:
jaar: 2001 nummer: 13
Door vier evenwijdige zeer lange stroomgeleiders, loodrecht op het vierkant ABCD, lopen even grote
stromen in de zin aangegeven door de pijlen.
De kracht F uitgeoefend door de andere stroomgeleiders op de draad door C wordt dan het best
weergegeven door:
Download